Doelstelling Thema's Producten Wat heeft het gekost? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bedragen x 1.000 Euro's |
2017 stond in het teken van vernieuwing en kostenreductie en –beheersing. Vernieuwing om verder bouwen en te investeren in een duurzaam en solide sociaal stelsel. Kostenreductie en –beheersing om de jaarlijkse stijgende zorgkosten en dalende rijksbijdragen het hoofd te bieden.
De wijkteams hebben hun netwerk in de wijk verder uitgebouwd. De pilots Inclusieve wijk en Expeditie Enschede hebben geleid tot nieuwe inzichten in de ondersteuning van mensen met een zorgvraag.
Het uitgangspunt in de ondersteuning bij het huishouden (OH) is ‘een schoon en leefbaar huis’. In 2017 is een concretere invulling gegeven aan ondersteuning die mensen kunnen verwachten, via een modulair systeem. Ook is iedereen met OH geherindiceerd. Daarnaast is de nieuwe aanpak bij zorgvervoer geïmplementeerd.
Er is in Samen14-verband een nieuwe opzet ontwikkeld voor de inkoop/subsidiëring van jeugdhulp, OMD en OZL: het Twents model, dat in 2019 in werking treedt.
In het kader van Nieuw Enschedees Welzijn is de wijkgerichte welzijnsaanpak ingevoerd en is het welzijnswerk per stadsdeel aanbesteed aan één hoofdaanbieder. Daarnaast is de sociale kaart met allerlei voorzieningen online gegaan.
In het sportveld is veel gebeurd. Sportaal is per 1 januari van start gegaan, het subsidiestelsel is vereenvoudigd, de zwembadvisie is vastgesteld en wie herinnert zich niet het grote sportieve feest toen de voetballeeuwinnen in Enschede Europees Kampioen werden.
Financieel zijn er grote zorgen in het sociaal domein. Het tekort op het sociaal domein is uitgekomen op 16 miljoen euro. Het tekort wordt voor het overgrote deel bepaald door hogere uitgaven bij de jeugdhulp en in mindere mate bij de Wmo. Aanvullend zijn de bijstandsuitgaven ook hoger dan het beschikbare bedrag in de begroting. Bij de jeugdhulp en de Wmo wordt dit onder andere veroorzaakt door de complexer wordende zorgvraag, de complexe toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz), de autonome ontwikkeling in cliëntenaantallen en de beperkte grip op externe verwijzingen bij jeugdhulp. En niet te vergeten: we krijgen zowel in het dekken van zorgkosten van onze inwoners als bij het verlenen van bijstand minder geld van het Rijk dan we eraan uitgeven. En dat zal de komende jaren nog verder afnemen.
In 2017 is daarom gestart met de voorbereiding van concrete ombuigingstrajecten om te komen tot kostenreductie en –kostenbeheersing voor 2018 e.v., zoals is besloten in de Zomernota 2017.
Financieel resultaat
Het financieel resultaat van het programma Maatschappelijke Ondersteuning bedraagt -/- 16,7 miljoen euro ten opzichte van de actuele begroting 2017. Dit is een verslechtering ten opzichte van het verwachte resultaat in de Zomernota 2017 van 5,5 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door stijgende kosten tweedelijnsvoorzieningen Jeugdhulp en Wmo en lagere kosten voor Beschermd Wonen.
Doelstelling A: Versterken van zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners
1. Percentage jeugd van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent
Bij een betrouwbaarheid van 95% is de foutmarge 3,05% naar boven en beneden.
Toelichting
Het percentage jeugdigen van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent, is in 2017 opnieuw gestegen. De stijging in 2017 betreft twee procentpunten ten opzichte van 2016 en ligt met een sportdeelname van 92% voor het eerst op de meerjarig geprognosticeerde streefwaarde. Hiermee lijken de ontwikkelingen die in gang gezet zijn vanuit het sportbeleid hun bijdrage te leveren zoals de ontwikkeling van de sportclusters, de inzet van verenigingenondersteuning en het '1 loket voor de Sport'-principe om de drempel naar sport verder te verlagen.
De indicator sluit aan bij thema 1 in de volgende paragraaf.
2. Percentage inwoners van 23 jaar of jonger dat geen gebruik maakt van een tweedelijns jeugdhulpvoorziening
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het % inwoners dat geen gebruik maakt van Jeugdhulp is iets gedaald, maar lijkt zich te stabiliseren in 2017 ten opzichte van 2016. Dit betekent echter ook dat de streefwaarde voor 2017 niet is gerealiseerd. De maatregelen met betrekking tot Jeugdhulp die zijn genomen met het vaststellen van de Zomernota 2017 kunnen in 2018 leiden tot een hoger % inwoners dat geen gebruik maakt van Jeugdhulp.
Het percentage unieke inwoners dat geen gebruik maakt van Jeugdhulp in 2017 kan nog enigszins verder dalen, in verband met door zorgaanbieders te laat aangeleverde cliëntgegevens voor zorgtoewijzingen met terugwerkende kracht.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.
3. Percentage cliënten dat het effect van jeugdhulpdienst(en) als voldoende scoort
Geen grafiek beschikbaar.
Toelichting
De gemeente neemt deel aan de landelijke pilot van Stichting Alexander. Door de lage respons op de vragenlijst kon over 2016 geen representatief beeld gegeven worden over de cliëntervaringen. De lage respons op de vragenlijsten doet zich niet alleen in Enschede voor maar speelt landelijk. In het kader van deelname aan de landelijke pilot is in 2017 niet opnieuw een vragenlijst uitgezet maar zijn verdiepingsgesprekken gevoerd met een drietal cliëntgroepen. De verbeterpunten die uit deze gesprekken naar boven kwamen, zijn met wijkteams Enschede besproken en meegenomen in periodieke accountgesprekken met jeugdhulpaanbieders. Daarnaast wordt de communicatie via de website verder geoptimaliseerd. Gepland is om in 2018 opnieuw te werken met een vragenlijst om de cliëntervaring te monitoren. In het proces van totstandkoming van de gemeentelijke meerjarenbegroting 2019-2022 bekijken we of deze wijze van het meten van cliëntervaring voor inwoners met Jeugdhulp wel geschikt is om te gebruiken in een indicator.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.
4. Percentage unieke cliënten dat na één jaar niet opnieuw instroomt in 2e lijns Jeugdhulp
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
We zien voor 2016 geen grote verschillen in het percentage unieke cliënten dat na één jaar niet opnieuw instroomt ten opzichte van 2015 en de streefwaarde wordt opnieuw niet gerealiseerd. We kijken in de nieuwe programmabegroting kritisch naar de definitie van deze indicator om het onderscheid tussen verlenging en hernieuwde instroom binnen een jaar beter uit elkaar te kunnen houden.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.
5. De mate waarin een Wmo-maatwerkvoorziening volgens de cliënt bijdraagt aan de versterking van de zelfredzaamheid en participatie
Toelichting
Een score over 2017 is op dit moment nog niet beschikbaar. I&O research zal later dit jaar het cliëntervaringsonderzoek over 2017 uitvoeren.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf.
6. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een Wmo-maatwerkvoorziening
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het percentage inwoners zonder één of meer Wmo-maatwerkvoorzieningen is in 2017 verder gestegen. In 2017 zijn ongeveer 200 inwoners met ondersteuning voor het huishouden overgedragen aan CIZ voor zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Verder hebben ongeveer 700 inwoners aangegeven dat zij de regiotaxipas niet meer nodig hebben. Daarnaast maken meer mensen gebruik van algemene voorzieningen. In 2014 was dat nog 33% van de in het IPA betrokken onderzoeksgroep, in 2016 was dat 51%. Het gebruik van de maatwerkvoorzieningen OMD en OZL is daarentegen gedaald van 61% naar 47%.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf.
7. Percentage 75+ dat aangeeft in een sociaal isolement te raken zonder deelname aan een door de gemeente gesubsidieerde voorziening
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Uit de resultaten van de Stadspeiling over 2017 blijkt dat het aantal 75-plussers dat aan het panel heeft deelgenomen statistisch niet-representatief is geweest. Daarom wordt voor 2017 geen score bij deze indicator opgenomen. In het proces van totstandkoming van de gemeentelijke meerjarenbegroting 2019-2022 wordt gekeken of er een beter te operationaliseren indicator kan worden ontwikkeld ten aanzien van het effect dat door de gemeente gesubsidieerde voorzieningen heeft op kwetsbare groepen inwoners.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf.
8. Het aantal overlastmeldingen bij de politie van cliënten in Beschermd wonen
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De basis voor scores van deze indicator is de Monitor Opvang & Beschermd wonen centrumgemeente Enschede. Het onderzoeksbureau dat in opdracht van de gemeente Enschede de gegevens verzamelt, is op dit moment nog bezig met het onderzoek over 2017 en het opvragen en verwerken van politiegegevens. De uitkomsten van het onderzoek worden begin juni verwacht.
9. Het percentage unieke inwoners dat gebruik maakt van bijzondere bijstand
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het percentage unieke inwoners dat gebruik maakt van bijzondere bijstand is t.o.v. 2016 met 0,3% gestegen (van 3,41 % naar 3,71 %). De stijging kan worden verklaard door een verhoging van het aantal toekenningen bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering en door een verhoging van het aantal toekenningen individuele inkomenstoeslag.
In de komende periode worden de in de jaarrekening gebruikte indicatoren geëvalueerd. Ook voor het onderdeel inkomensondersteuning kijken we naar geschikte(re) indicatoren.
Wettelijk verplichte indicatoren
Op grond van het gewijzigde Besluit begroting en verantwoording is de opname van de onderstaande indicatoren vanaf 2017 verplicht voorgeschreven. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.
Beleidsveld | Naam indicator | Eenheid | Score | Bron |
5. Sport, cultuur en recreatie | Niet-sporters | % | 47,7 | Gezondheidsenquête (CBS, RIVM) |
6. Sociaal domein | Jongeren met een delict voor de rechter | % 12- tot en met 21-jarigen | 1,17 | Verwey Jonker Instituut, Kinderen in tel |
6. Sociaal domein | Kinderen in uitkeringsgezinnen | % | 11,58 | Verwey Jonker Instituut, Kinderen in tel |
6. Sociaal domein | Meldingen kindermishandeling | % | 0,51 | Verwey Jonker Instituut, Kinderen in tel |
6. Sociaal domein | Jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulp | % | 8,2 | CBS, Beleidsinformatie Jeugd |
6. Sociaal domein | Jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulpbescherming | % | 2,1 | CBS, Beleidsinformatie Jeugd |
6. Sociaal domein | Jongeren (tot 23 jaar) met jeugdreclassering | % | 0,7 | CBS, Beleidsinformatie Jeugd |
6. Sociaal domein | Cliënten met maatwerkarrangementen Wmo | Aantal per 10.000 inwoners | 720 | CBS, Gemeentelijke monitor sociaal domein |
7. Volksgezondheid en milieu | Waardering algehele persoonlijke gezondheid | Score 1-10 | N.B. | www.waarstaatjegemeente.nl |
Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners
Actiepunten 2017 | Status Zomernota | Status 31-12-2017 |
Thema 1: Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. | ||
1. In 2017 wordt het lokaal gezondheidsbeleid geactualiseerd. | ||
2. In 2017 wordt de lokale werkagenda met Menzis uitgevoerd. De agenda wordt bekostigd met middelen van Menzis (zorgverzekeringen) en Gemeente Enschede (WMO en inkomensondersteuning), met als belangrijkste projecten: - Pilot populatiemanagement Wesselerbrink - Kassabonnetjesproject - Collectieve zorgverzekering minima - Uitstroom bijstandsgerechtigden uit de bronheffing |
||
3. In het najaar van 2017 is er een visie op de Enschedese zwembaden en een uitwerking voor het nieuw te bouwen zwembad. Zwembad De Brug sluit per 1 januari 2018 | ||
4. In het project 'Sporten op recept' wordt met de 1e lijns zorg en het voorliggende veld een plan gemaakt om meer door te verwijzen naar sport. | ||
5. Het organiseren van verschillende maatschappelijke activiteiten, in de aanloop van het EK vrouwenvoetbal, om meer meisjes aan het voetballen/sporten te krijgen. | ||
Verbonden partij: Sportaal B.V. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang): Het sportbedrijf Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan het vastgestelde beleid 'Sportief werken aan je gezondheid! Sportnota 2015-2018'. Zo wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het uitbouwen van de maatschappelijke functie van sport, het ontdekken en ontwikkelen van talenten en het versterken van de verenigingskracht. Daarnaast heeft het als taak te zorgen voor veilige en schone sportaccommodaties. |
||
Thema 2: Aanbieden van algemene voorzieningen. | ||
6. Er is een vastgesteld beleidskader Nieuw Enschedees Welzijn, dat de basis biedt voor een toekomstbestendig en integraler welzijnswerk voor de komende jaren. | ||
7. We doen ervaring op met een wijkgerichte welzijnsaanpak en meerdere welzijnspartners. | ||
8. Bij het maken van de inhoudelijke resultaatafspraken met gesubsidieerde maatschappelijk partners leggen we de verbinding met de doelen uit de stadsdeelagenda’s. | ||
9. Een verlaging van de inkoop van tweedelijns zorg (product WMO begeleiding) door uitbreiding algemene voorzieningen. | ||
10. We gaan verder met de uitvoering van het Actieplan Vrijwillige inzet met de thema’s: overkoepelend punt Vrijwillige Inzet Enschede, bevorderen meedoen specifieke doelgroepen, inspelen op wensen en eisen hedendaagse vrijwilliger, inzet van social media, vrijwilligerswaardering en vermindering van drempels | ||
Thema 3: Jongerenwerk en opvoedondersteuning. | ||
11. Het uitvoeren van huisbezoeken bij ouders of opvoeders (circa 200) om hen mee te laten doen met activiteiten en om in beeld te brengen welke behoefte er bij de bezochte ouders is aan opvoedingsondersteunende activiteiten (‘Stap In’) | ||
12. Wij initiëren ontmoetingsgroepen voor ouders met jonge kinderen (circa 25-30 groepen) in alle stadsdelen. | ||
13. Wij bieden diverse (opvoed)cursussen en/of themabijeenkomsten, veelal op scholen. | ||
14. We bieden ‘Spel aan Huis’ aan: interventie waarbij de ontwikkeling van jonge kinderen door en in het spel in de thuissituatie centraal staat bij circa 40 gezinnen thuis. |
Legenda: = niet, of slechts gedeeltelijk uitgevoerd; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Punt 1.Lokaal gezondheidsbeleid
Dit actiepunt is in het kader van herprioritering van werkzaamheden als gevolg van de tekorten sociaal domein verschoven naar 2018.
Punt 9. Algemene voorzieningen
Dit is een project in het kader van de dekkingsmaatregelen Zomernota 2017, tabel I Transformatie sociaal domein. In 2017 is gewerkt aan het concretiseren van de opdracht per stadsdeel. Dit heeft nog niet tot concrete maatregelen geleid, die begin 2018 kunnen starten.
Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.
Actiepunten 2017 | Status Zomernota | Status 31-12-2017 |
Thema 4: Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin). | ||
15. Het voortzetten van de transformatie van Jeugdhulp, als onderdeel van de lokale en regionale transformatieagenda's, zoals: | ||
15a. Het inkoopproces van Jeugdhulp voor 2018 en verder is voorbereid, waarbij sprake is van inkoop passend bij de transformatie in de Jeugdhulp. | ||
15b. De ontwikkeling van nieuwe combinaties voor wonen en zorg voor jongeren en (jong)volwassenen. | ||
15c. De voortgang en resultaten van de Expeditie Enschede zijn in beeld gebracht. | ||
15d. Er wordt onderzocht of Gezinshuis Compleet (gezin dat ondersteuning nodig heeft met gezinshuishuisouder(s) in één woning/nabijheid) mogelijkheden geeft om ondersteuning te bieden. | ||
15e. Vergroten sturing van wijkcoaches op het voorkomen van dure tweedelijns zorg- voorzieningen als er kwalitatief geschikte, goedkopere alternatieven zijn. Dat kan onder andere door inzet in verbetering en het meer beschikbaar krijgen van algemene voorzieningen en eerstelijns zorgvoorzieningen. Dat kan ook door de inzet op het vergroten van contacten met externe verwijzers met als doel meer verwijzingen van externe verwijzers naar de wijkteams. | ||
15f. Verder versterken en invulling geven aan de samenwerking wijkteams-onderwijs-zorgaanbieders: een integrale en efficiënte ondersteuning van het kind in het onderwijs en thuis. | ||
15g. Inzetten op verdere standaardisatie en uniformering van de bedrijfsvoering in samenwerking met het ISD-programma in landelijke bestuurlijke en ambtelijke stuur- en werkgroepen. | ||
Verbonden partij: Regio Twente, onderdeel GGD. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang): - De GGD voert gemeentelijke taken in het kader van Wet publieke gezondheid uit, zoals de jeugdgezondheidszorg (JGZ). - In het kader van de transformatie Jeugdhulp worden diverse pilots uitgevoerd gericht op het optimaliseren van de positie van de jeugdarts in relatie tot de huisarts en medisch specialisten. - Met het programma 'Twente gezond' werkt de GGD toe naar een regiobrede implementatie van ‘positieve gezondheid’ binnen de regio. |
||
Thema 5: Ondersteuning cliënten en mantelzorgers. | ||
16. We gaan door met de uitwerking van het Actieplan Mantelzorg. | ||
Thema 6: WMO-maatwerkvoorzieningen. | ||
17. Per 2017 wordt Ondersteuning Huishouden (OH) uitgevoerd volgens de nieuwe aangescherpte werkwijze, zoals vastgelegd in de gewijzigde verordening en beleidsregels. | ||
18. Ondersteuning Maatschappelijke Deelname (OMD), Ondersteuning Zelfstandig Leven (OZL) en Kortdurend Verblijf (KDV) worden uitgevoerd volgens nieuwe contracten, door de organisaties die zijn gecontracteerd op basis van het bestek voor de nieuwe aanbesteding (uitgevoerd in 2016 in Samen-14-verband). | ||
19. De regionale visie op vervoer (2016) wordt verder uitgewerkt. | ||
20. Uitwerken en vaststellen van het referentiekader voor beoordeling van de kwaliteit van Wmo-voorzieningen, inclusief het toezicht daarop. | ||
21. Uitvoering van het verplichte jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek onder Wmo-cliënten. | ||
22. Het beleidsplan Wmo voor 2017 en verder wordt opgesteld in relatie tot de Transformatieagenda sociaal domein en de uitgangspunten van het beleid over de inclusieve samenleving. | ||
Thema 7: Woonbegeleiding. | ||
23. Er is samen met regiogemeenten een visie opgesteld voor doordecentralisatie Beschermd wonen per 1 januari 2020. | ||
24. Er zijn meer mogelijkheden voor (jongeren)huisvesting gecreëerd. Hierover worden afspraken met corporaties, zorgaanbieders en vastgoedontwikkelaars gemaakt. | ||
25. Alle gesubsidieerde instellingen voor Beschermd wonen beschikken over het keurmerk voor de gedragscode Beschermd Wonen Twente. | ||
Thema 8: Maatschappelijke en vrouwenopvang. | ||
26. Er is een structurele locatie voor de winternoodnachtopvang. | ||
27. Samen met betrokken organisaties wordt de mogelijkheid tot uitbreiding van KamerRaad onderzocht. Dit is een woonvoorziening met begeleiding voor jongeren die een ROC-opleiding volgen en die door thuisomstandigheden dreigen uit te vallen. | ||
Thema 9: Inkomensondersteuning. | ||
28. Wij verhogen de inkomensgrens van Stichting Leergeld in 2017 naar 120 procent. | ||
29. Samen met de ‘Werkgroep werk’ wordt gewerkt aan de opzet van de monitor zodat - conform de Kadernota Armoedebeleid - in 2018 voor het eerst gerapporteerd kan worden over de resultaten. | ||
30. In het kader van de City Deal inclusieve stad experimenteren we met alternatieve werkwijzen op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening die binnen het reguliere stelsel van regels niet mogelijk zijn. | ||
Verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang): - De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeente taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit. |
Legenda: =niet, of slechts gedeeltelijk uitgevoerd; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Punt 15a, inkoopproces Jeugdhulp
Een verdere transformatie in de wijze van regionale inkoop tussen de 14 gemeenten en aanbieders is pas eind 2017 gereed gekomen. Oorzaak hiervoor betrof met name de gebleken complexiteit binnen de jeugdhulp en het verkrijgen van een breed draagvlak binnen de 14 gemeenten. Dit nieuwe Twentse inkoopmodel wordt per 1 januari 2019 ingevoerd, de voorbereidingen voor deze implementatie worden in 2018 uitgevoerd.
Punt 15e, sturing van wijkcoaches op het voorkomen van dure tweedelijns zorg
Zoals uit de inleiding van deze paragraaf blijkt, heeft de activiteit nog niet geleid tot financieel rendement.
Punt 20, Referentiekader beoordeling kwaliteit Wmo-voorzieningen
Dit loopt samen met het inkoopproces Jeugdhulp (punt 15a).
Punt 22. Beleidsplan Wmo
Om te komen tot een (waar mogelijk) integrale aanpak wordt deze actie gecombineerd met het Beleidsplan Jeugdhulp, dat een looptijd heeft tot eind 2018.
Punt 24. Mogelijkheden (jongeren)huisvesting
In 2017 is geen extra huisvesting gerealiseerd. Dit is onderdeel geworden van het project Scheiden wonen en zorg, een project in het kader van de dekkingsmaatregelen Zomernota 2017, tabel I. Transformatie sociaal domein en zal naar verwachting in 2018 effecten hebben.
In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
|
Toelichting
Bij het programma Maatschappelijke Ondersteuning is sprake van een negatief financieel resultaat van 16,7 miljoen euro. Dit is in belangrijke mate het gevolg van een aantal ontwikkelingen bij de kosten van de tweedelijns-jeugdhulp en Wmo OZL, die reeds in de zomernota zijn gemeld, maar waarvan het effect in de loop van het jaar is toegenomen.
De afwijking van de lasten van -10,3 miljoen euro bestaat grotendeels uit een afwijking op jeugdhulp van -12,5 miljoen euro, de Wmo-begeleiding van -3,7 miljoen euro, beschermd wonen van +5 miljoen euro, individuele voorzieningen -1,2 miljoen euro (met name toename kosten hulpmiddelen, waarbij sprake is van zowel een prijs- als een volume effect) en algemene maatschappelijke voorzieningen +1,9 miljoen euro (uitgestelde lasten transformatieagenda).
Zowel bij de jeugd als bij Wmo-begeleiding zien we ondanks een redelijke gelijkblijvend volume (aantal cliënten) nog steeds stijgende kosten, en dus een toename van de kosten per cliënt, ontstaan. Bij jeugdhulp is op alle onderdelen sprake van een overschrijding van de kosten, waaronder een toename van verwijzingen naar 24 uurs zorgarrangementen. De sterke stijging is onder andere een gevolg van de hogere verzilveringsgraad van de toegewezen voorzieningen. Bij de Wmo begeleiding is er een sterke stijging bij de ondersteuning zelfstandig leven zichtbaar, waarbij de maatschappelijke deelname verder afneemt. Bij beschermd wonen is zichtbaar dat het effect van het beleid dat vanaf 2015 is ingezet leidt tot verdere verlaging van de zorgkosten. Ook het beleid om subsidies af te rekenen op werkelijk gemaakte kosten en een juiste beoordeling daarvan heeft geleid tot lagere lasten.
De baten zijn circa 0,7 miljoen euro lager. Het betreft hier voornamelijk lagere eigen bijdragen bij de ondersteuning huishouden.
De afwijkingen in de reserves wordt veroorzaakt door een hogere storting als gevolg van een positief resultaat beschermd wonen (bestemmingsreserve) en lagere onttrekking als gevolg van uitgestelde lasten voor de transformatieagenda.