In hoofdstuk 1 van deze Zomernota is beschreven binnen welke context het College werkt. Daarnaast staat in hoofdstuk 2 de stand van zaken ten opzichte van de ambities en plannen uit de begroting 2015-2018. De 'optelsom' van deze twee hoofdstukken is de basis voor het middelenkader: in dit hoofdstuk kijken we voor 2016 en de jaren daarna hoeveel geld er is en hoe we dat willen verdelen over de verschillende onderwerpen waar de gemeente mee bezig is.
In het financieel middelenkader maken we een onderscheid tussen de harde opgave (onontkoombare en onuitstelbare knelpunten) die meteen in de Programmabegroting 2016-2019 verwerkt moet worden en taakstellende opgaven die voornamelijk pas vanaf 2017 aangepakt moet worden. De harde opgave is 5,6 miljoen euro in 2016. De taakstellende opgaven zijn knelpunten die in principe binnen het eigen begrotingsprogramma opgevangen moeten worden en waarvan de omvang en eventueel beslag op de algemene middelen nog niet precies is vast te stellen. Binnen het sociaal domein neemt deze opgave toe naar 16,9 miljoen euro in 2019. Het fysiek domein heeft een opgave van 0,5 miljoen euro. Daarnaast is er in het fysiek domein de bestuurlijke prioriteit om vanaf 2018 2 miljoen euro ruimte te creëren voor stedelijke ontwikkeling. Voor onderwijshuisvesting en vastgoed is de opgave 5,1 miljoen euro.
Middelenkader in miljoen euro | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Harde opgave structureel | 0,8 | -2,4 | -2,7 | -3,6 |
Harde opgave incidenteel | -6,5 | -3,8 | -1,0 | 0 |
Harde opgave totaal | -5,6 | -6,1 | -3,7 | -3,6 |
Sociaal domein | -4,2 | -12,0 | -16,1 | -16,9 |
Fysiek domein | -0,3 | -0,5 | -0,5 | |
Bestuurlijke prioriteit extra ruimte stedelijke ontwikkeling | -2,0 | -2,0 | ||
Onderwijshuisvesting en vastgoed | -5,1 | -5,1 | -5,1 | |
Totale opgave | -9,8 | -23,4 | -27,3 | -28,1 |
Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.
Deze tabel en enkele andere tabellen in dit hoofdstuk kennen afrondingsverschillen tot max 0,1 miljoen.
Toelichting op hoofdlijnen
We stellen voor om bij deze Zomernota duidelijke bezuinigingsrichtingen voor alle drie opgaven (hard vanaf 2016, taakstellend in de diverse domeinen vanaf 2017 en extra ruimte voor grondbeleid) aan te wijzen. Door nu duidelijke bezuinigingsrichtingen aan te wijzen voorkomen we in de volgende jaren forse knelpunten en we creëren investeringsruimte om te werken aan sociale, economische en fysieke opgaven van onze stad. Tot aan 2017 hebben we dan voldoende tijd om de benodigde hervormingen uit te werken.
Om te voldoen aan de richtlijnen voor het financieel toezicht moet Enschede een sluitend structureel middelenkader indienen voor 2016 en bij voorkeur ook voor 2019. Het structureel middelenkader heeft in 2016 een structureel voordelig saldo van 3,3 miljoen euro en sluit ook meerjarig met een voordelig saldo van 0,3 miljoen euro vanaf 2019.
Structureel middelenkader (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Structurele harde opgave | 0,8 | -2,4 | -2,7 | -3,6 |
Structurele bezuinigingen | 2,5 | 1,9 | 2,3 | 3,9 |
Structureel saldo | 3,3 | -0,5 | -0,4 | 0,3 |
Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.
De structurele harde opgave is opgebouwd uit de volgende vier onderdelen:
Harde opgave (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1 Gemeentefonds | 0,6 | -2,6 | -2,9 | -3,8 |
2 Loon-prijscompensatie | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 Inflatiecorrectie Ozb | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 |
4 Areaaluitbreiding | -0,1 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
Structurele harde opgave | 0,8 | -2,4 | -2,7 | -3,6 |
Nadere toelichting structurele harde opgave
1 Gemeentefonds
De ontwikkeling van het Gemeentefonds heeft voor de gemeenten in Nederland een positief effect voor 2016 en voor de jaren daarna negatief effect. Er is sprake van een licht positief accres voor 2016 en negatief accres vanaf 2017. Het negatieve accres vanaf 2017 komt doordat de uitgaven van het Rijk lager worden ingeschat dan aanvankelijk geraamd.
Bij de tweede fase van het groot onderhoud van het gemeentefonds zijn de clusters werk & inkomen, openbare orde en veiligheid en VHRSOV (Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing) onderzocht. Hieruit bleek Enschede een fors nadeel te hebben. Enschede heeft zich verzet tegen deze verschuiving van middelen. Na overleg van BZK met de VNG is besloten om de herziening van het cluster VHRSOV voor een deel in te voeren en een vervolgonderzoek te doen voor een verdeelsleutel. Daardoor valt het negatieve effect van de herverdeling minder groot uit. In maart 2015 werd uitgegaan van een nadeel van -2,3 miljoen euro. Dit nadeel is nu verkleind tot -1,2 miljoen euro.
Er komt echter nog een vervolgonderzoek dat een jaar later in de meicirculaire 2016 wordt meegenomen. dat onderzoek kan tot een aanvullend negatief herverdeeleffect voor Enschede leiden.
Per saldo leidt de ontwikkeling van het Gemeentefonds en de herverdeeleffecten tussen gemeenten tot een reeks die een voordeel van 0,6 miljoen euro heeft in 2016 en een nadeel van -2,6 miljoen euro in 2017, oplopend naar -3,8 miljoen euro vanaf 2019.
Er wordt daarnaast nog gewerkt aan de gevolgen van de aanpassing van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) voor gemeenten met veel studentenwoningen. Deze woningen tellen niet langer mee bij de maatstaf zelfstandige woonruimten. In de septembercirculaire 2015 volgt nadere informatie naar aanleiding van onderzoek dat nu wordt verricht.
2 Loon-prijscompensatie
De gemeente hanteert de inflatiecijfers van het CPB om de prijscompensatie vast te stellen. Uitgaande van een voorspelde prijsstijging van 0,8% in 2016 kent de gemeente ongeveer 0,7 miljoen euro aan prijsstijging toe. Dit bedrag kan gedekt worden uit de stelpost loon-prijscompensatie.
De huidige CAO loopt eind 2015 af. Onzeker is nog hoe de lonen zich vanaf 2016 gaan ontwikkelen. De verwachting is dat de resterende ruimte binnen de stelpost loon-prijscompensatie voldoende is om extra kosten van een eventuele loonontwikkeling op te vangen.
Aangezien de loon-prijscompensatie binnen de daarvoor bedoelde stelpost opgevangen kan worden, hoeft er geen beroep gedaan te worden op het middelenkader en sluit deze regel op 0.
3 Inflatiecorrectie Ozb
Conform de afspraken uit het coalitieakkoord wordt de opbrengst van de Ozb geïndexeerd tegen het geldende inflatiepercentage van 0,8%. Hierdoor neemt de opbrengst met 0,3 miljoen euro toe.
4 Areaaluitbreiding
Vanaf 2016 is er sprake van een reguliere uitbreiding van het areaal openbare ruimte. Dit leidt tot 116.000 euro extra structurele kosten (in de tabel afgerond op -0,1 miljoen euro).
De structurele bezuinigingen bestaan uit de volgende maatregelen:
Structurele bezuinigingen in € mln | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1 Aanbestedingsvoordelen speciaal vervoer | 0,7 | 0,3 | 0,0 | 0,0 |
2 Individuele voorzieningen WMO | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
3 Evenementen financieren met toeristenbelasting | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
4 Bedrijfsvoeringsbudgetten | 0,0 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
5 Efficiency GBT | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
6 Voordeel lage rentestand (incl verlaging omslagrente) | 0,5 | 0,1 | 0,7 | 0,0 |
7 Overig (vrijval kapitaallasten, reclame openbaar) | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
8 Vrijval dekking tijdelijke intensiveringen | 2,3 | |||
9 Heroverwegen intensivering Communicatie | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Structurele dekking totaal | 2,5 | 1,9 | 2,3 | 3,9 |
Nadere toelichting structurele bezuinigingen
1 Aanbestedingsvoordelen Speciaal Vervoer
Er zijn twee aanbestedingsvoordelen: in het leerlingenvervoer en in het maatschappelijk (Wmo) vervoer.
2 Individuele voorzieningen WMO
Wij zien al een aantal jaren dat het beroep op Wmo-voorzieningen afneemt. Dat geldt zowel voor het aantal aanvragen als de toekenningen en afwijzingen. Deze terugloop zien we bij de woonvoorzieningen, huishoudelijke ondersteuning en vervoersvoorzieningen. Ook ten opzichte van de laatste raming zien wij een daling in het aantal aanvragen en toekenningen. Deze afname wordt deels verklaard door de invoering van de eigen bijdrage en wijziging van beleid waarvoor men bij de gemeente terecht kan. Ook de gekantelde werkwijze waarbij we – conform het door de raad ingezette beleid en de insteek van de wetgever - meer kijken naar eigen kracht, inzet van sociaal netwerk en algemene voorzieningen speelt hierin een rol. Voor 2015 zien wij in het eerste kwartaal een verdere daling van het aantal aanvragen. Op basis daarvan schatten wij in dat dit een aanvullend voordeel oplevert van 0,5 miljoen euro voor dit jaar. De verwachting is dat dit voordeel structureel is en daarom betrokken kan worden bij de gemeentebrede bezuinigingsopgave voor 2016 en verder.
3 Evenementen financieren met toeristenbelasting
Ongeveer driekwart van de Nederlandse gemeenten kent toeristenbelasting. Gemiddeld gaat het om een bedrag van 1,67 euro per (hotel)overnachting. Voorstel is een invoering van de toeristenbelasting in Enschede te koppelen aan het evenementenbeleid. Het totale budget voor evenementen en citymarketing bedraagt de komende jaren ongeveer 2,5 miljoen euro per jaar. Voorwaarde voor invoering van een toeristenbelasting is dat deze administratief zo eenvoudig mogelijk is. De ervaringen van andere gemeenten en het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente zijn, dat de perceptiekosten lager uitvallen dan structureel 10.000 euro. Dit is het gevolg van het feit dat de gegevens die nodig zijn voor het opleggen van toeristenbelasting, eenvoudig verkrijgbaar zijn. De netto opbrengst zou ongeveer uitkomen op structureel 200.000 euro. In de tariefstelling is het mogelijk om een onderscheid te maken tussen overnachtingen op campings, bed & breakfasts en hotels. De eenmalige kosten voor invoering bedragen ongeveer 20.000 euro.
4 Bedrijfsvoeringsbudgetten
Verlaging van materiële budgetten bedrijfsvoering zoals Enschedese school, lagere verzekeringspremies, kantoorbenodigdheden, vervanging smartphones, etc. zorgt voor een besparing van 200.000 euro. Bij deze besparing is inbegrepen dat nog een aantal eerdere taakstellingen structureel moet worden opgelost.
5 Efficiency Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT)
Voordeel van 300.000 euro op de bedrijfsvoering GBT, binnen het onderdeel afhandeling belastingen (aanvullend is er nog een voordeel van 300.000 euro in de afhandeling van gesloten systemen afval en riool). Daarnaast is er een voordeel van 100.000 euro vanwege een toename van het aantal aan te slagen panden (areaaluitbreiding).
6 Voordeel lagere rentestand (inclusief verlaging omslagrente)
De huidige lage rentestand levert bij herfinanciering van leningen rentevoordelen op. Daarnaast geeft de lage rentestand de mogelijkheid om de omslagrente te verlagen van 4,5% naar 4,25% in 2016 en naar 4,0% vanaf 2017. Een voordelig effect daarvan is dat de financiële positie van het Grondbedrijf en het Vastgoedbedrijf hiermee verbetert.
7 Overig: Kapitaallasten Auke Vleerstraat, Reclame openbare terreinen
Geraamde kapitaallasten voor de Auke Vleerstraat vallen vrij. Daardoor ontstaat er 50.000 euro structurele ruimte, die ingezet kan worden tbv de opgave vanaf 2016. Daarnaast genereren de afgesloten reclamecontracten een 60.000 euro hogere opbrengst dan begroot.
8 Vrijval dekking tijdelijke intensiveringen
Bij het coalitieakkoord is structurele ruimte vrijgemaakt voor intensiveringen, die in principe als tijdelijke impuls zijn bedoeld. Vanaf 2019 kan de structurele ruimte, waarmee tijdelijke intensiveringen van het College gedekt worden, van ongeveer 2,3 miljoen euro vrijvallen. Het voorstel is om deze structurele ruimte vanaf 2019 in te zetten als dekking in het middelenkader 2016-2019.
9 Heroverwegen intensivering Communicatie
In de coalitieperiode wordt over 4 jaar 1,7 miljoen euro geïntensiveerd op het versterken van de communicatie met de bewoners. Een deel van deze intensivering is nog niet vastgelegd in bestedingsplannen. Door scherper te prioriteren kan 150.000 euro vrijvallen in 2016 en voor de volgende jaren 200.000 euro. Er blijft dan nog 250.000 euro beschikbaar voor 2016 en 300.000 euro in 2017 en 2018.
De incidentele harde opgave komt uit op 6,5 miljoen euro in 2016, 3,8 miljoen euro in 2017 en 1,0 miljoen euro in 2018. Daar tegenover staat 3,1 miljoen euro dekking voor 2016 en 2,2 miljoen in 2017.
Incidenteel middelenkader (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Incidentele opgave | -6,5 | -3,8 | -1,0 | 0 |
incidentele bezuinigingen | 3,1 | 2,2 | 0 | 0 |
Saldo incidenteel middelenkader | -3,3 | -1,6 | -1,0 | 0 |
De incidentele opgave bestaat uit de volgende zes knelpunten.
Incidentele opgave in miljoen euro | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1 Onderwijshuisvesting | -3,2 | |||
2 Deltaplan 'bijstandsuitgaven binnen Rijksbudget' | -2,55 | PM | ||
3 Technology Base Twente | -0,6 | -0,6 | ||
4 Bijdrage Kennispark | -0,1 | -0,1 | ||
5 Flankerend Beleid | -3,0 | |||
6 Dotatie aan reserve mobiliteit | -1,0 | |||
Totaalsaldo | -6,5 | -3,8 | -1,0 | 0 |
Nadere toelichting incidentele harde opgave
1 Onderwijshuisvesting
Het product Onderwijshuisvesting heeft als gevolg van de motie Haersma-Buma en de doordecentralisatie van het groot onderhoud een financieel knelpunt van ongeveer 4,4 miljoen euro in 2016. Tezamen met het onderwijsveld zoeken we naar oplossingen om dit tekort structureel terug te brengen. Deze sorteren vanaf 2017 hun effect. In 2016 lossen we het tekort deels op en resteert een incidenteel probleem voor dat jaar van 3,2 miljoen euro.
2 Deltaplan “bijstandsuitgaven binnen rijksbudget”
De geraamde kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de drie actielijnen uit dit Deltaplan (voor nadere toelichting zie paragraaf 3.4) bedragen 2,55 miljoen euro in 2016 en naar schatting 2,5 miljoen euro in 2017. Voor de financiering van het Deltaplan is het voorstel om 2,5 miljoen euro te dekken uit de bestemmingsreserve ‘Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014” (besluitvorming jaarrekening 2014). Voor het overige bedrag gaan we actief onderzoeken hoe we de investeringen in de actielijnen kunnen voorzien van aanvullende financiering, zoals bijdragen vanuit Provincie, Rijk en/of Brussel (ESF), het participatiebudget of algemene middelen. Aangezien de omvang van de mogelijke dekking voor 2017 nog onbekend is, staat het knelpunt in het middelenkader daarom nog op PM.
3 Technology Base Twente
In de vergadering van respectievelijk 8 en 10 december 2014 hebben de Raad en GS ingestemd met het Advies Technology Base Twente van de commissie van Wijzen Luchthaven Twente. Als vervolg daarop heeft u aan onze colleges gevraagd zo snel mogelijk een plan van aanpak voor de verdere uitwerking van het advies aan Raad en Staten voor te leggen. Het plan van aanpak implementatie Advies Commissie van Wijzen Luchthaven Twente is aangeboden aan de Raad. Parallel aan het opstellen van het plan van aanpak zijn beide voorzitters inmiddels aan de slag gegaan met de samenstelling van het topteam. De geplande uitgaven (aandeel voor de gemeente) zijn jaarlijks 625.000 euro in 2016 en 2017.
4 Bijdrage Kennispark
Het huidige Convenant Kennispark-Innovatieplatform loopt tot en met 2017. Voor de jaren 2016 en 2017 ontbreekt er voor 133.000 euro (afgerond 0,1 miljoen euro) dekking.
5 Flankerend Beleid
Bij de Programmabegroting 2014-2017 is voor de jaren 2014, 2015 en 2016 een budget voor flankerend beleid ingesteld voor het realiseren van bezuinigingen. Hiermee heeft de organisatie meer armslag om bij het doorvoeren van bezuinigingen flankerende maatregelen te nemen. Denk daarbij aan het treffen van regelingen voor bovenformatief personeel, investeringen in ict om efficiënter te kunnen werken, frictiekosten en desintegratiekosten. Aangezien de gemeente vanaf 2017 een volgende stap zet in het realiseren van bezuinigingen is een budget van 3 miljoen euro noodzakelijk voor aanvullende flankerende maatregelen en eventuele remwegmiddelen bij de invulling van de bezuinigingen. Op basis van de ervaring uit de bezuinigingen van voorgaande jaren is een bedrag van 3 miljoen euro geraamd.
6 Dotatie aan reserve mobiliteit
In 2018 voegen we 1 miljoen euro aan de reserve mobiliteit toe. Hiermee wordt het mogelijk om structurele bezuinigingen van 1 miljoen euro op mobiliteitsprojecten een jaar eerder te realiseren, namelijk vanaf 2019 in plaats van in 2020.
De incidentele bezuinigingen.
Deze tellen op tot 3,1 miljoen euro in 2016 en 2,2 miljoen euro in 2017 en bestaan uit de volgende maatregelen. De kolom "beschikbaar 2015" is een weergave van het totaal beschikbare bedrag in de betreffende reserve of voorziening in 2015.
Ontrekking uit reserve of voorziening in miljoen euro | Beschikbaar 2015 | Inzet in 2016 | Inzet in 2017 |
1 Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014 | 2,47 | 2,47 | |
2 MSI | 5,5 | 1,45 | |
3 Incidenteel middelenkader | 2,09 | 0,090 | |
4 Landinrichting | 0,475 | 0,1 | |
5 Egalisatie exploitatieresultaat bouwvergunningen | 0,225 | 0,225 | |
6 Parkeergarage | 5,485 | 0,64 | |
7 Voorziening BOS-kom in beweging voor jezelf | 0,445 | 0,155 | |
8 Voorziening BOS-gezond bewegen door de jeugd | 0,065 | 0,065 | |
9 Voorziening personeel | 0,745 | 0,1 | |
TOTAAL (afgerond bedrag) | 3,1 | 2,2 |
In totaal wordt er in 2016 afgerond 3,1 miljoen euro onttrokken uit reserves en voorzieningen voor inzet als incidentele dekking in het middelenkader. In 2017 een totaal bedrag van afgerond 2,2 miljoen euro.
Nadere toelichting incidentele bezuinigingen
1 Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014
Voor de financiering van het Deltaplan "bijstandsuitgaven binnen rijksbudget”, doet het College een voorstel om 2,47 miljoen euro te dekken uit de bestemmingsreserve ‘Meeneemregeling besluit Participatiebudget 2014” (besluitvorming jaarrekening 2014).
2 Reserve MSI
In de reserve MSI is 1,6 miljoen euro gereserveerd voor het project haven. Hiervan is bij de programmabegroting 2015 0,6 ton ingezet op de incidentele opgave. Voor het project haven is de eindstatus nog niet opgemaakt, maar de verwachting is dat dit project met een positief financieel resultaat afgesloten wordt. Er komt een voorstel om het overschot van het project op te nemen in een nieuw te vormen voorziening voor het structurele onderhoud van de haven. De inschatting op dit moment is dat er van de resterende gereserveerde middelen van 1 miljoen euro 250.000 euro ingezet kan worden op de incidentele opgave 2017.
Tevens is in de reserve MSI een reeks bedragen gereserveerd vanuit het spaarprogramma (Programmabegroting 2014-2017) voor activering kademuren en fietsenstalling station. Voor de fietsenstalling is dmv een raadsvoorstel 0,2 miljoen euro toegekend. De kademuren worden niet meer geactiveerd. Het restant van de afgelopen jaren t/m 2016 en het restant van de rente (die niet doorberekend is aan de MSI-projecten) kan vrijvallen (totaal 1,2 miljoen euro). Vanaf 2017 wordt het spaarprogramma weer aan de algemene reserve toegevoegd en wordt er geen rente meer toegevoegd aan de reserve MSI (de reserve is dan nagenoeg leeg).
3 Reserve Incidenteel middelenkader
Restant reserve (90.000 euro) kan vrijvallen. Het nog gereserveerde bedrag is voor IZA en duurzaamheid. In 2015 en 2016 worden de laatste bedragen opgehaald.
4 Reserve Landinrichting
Er kan 0,1 miljoen euro vrijvallen. De rest van het saldo is benodigd voor de afwikkeling van de definitieve afrekening van gronden en proceskosten.
5 Reserve egalisatie exploitatieresultaat bouwvergunningen
Deze egalisatiereserve is bedoeld om het exploitatieresultaat WABO leges boven begroting (tot maximaal 500.000 euro) toe te voegen of tekorten op te vangen. In 2014 is er een overschot geweest van 225.000 euro mede doordat er in verband met nieuwe regelgeving extra vergunningen zijn aangevraagd in 2014. Exploitatietekorten in toekomstige jaren worden uit deze reserve gedekt. Voorstel is om het bedrag van 225.000 euro vrij te laten vallen. Dit levert wel een risico op. Bij de programmabegroting maken we een inschatting van het risico dat hiervoor opgenomen moet worden in het weerstandsvermogen.
6 Reserve parkeergarage
De reserve parkeergarage staat tegenover de negatieve reserve Egalisatie Risico parkeergarage. Het saldo tussen deze twee reserves kan vrijvallen (640.000 euro minus een rentenadeel van 70.000 euro is 570.000 euro). In 2015 wordt er rente toegevoegd aan de reserve parkeren van 70.000 euro. Deze kan ook vrijvallen (totaal dus 640.000 euro). Eventueel kan er een extra bedrag uit de reserve Egalisatie Risico parkeergarage vrijvallen, als het resultaat 2015 bekend is.
7 Voorziening BOS-kom in beweging voor jezelf
Uit de voorziening zijn uitgaven gepland voor de pilot Arbeidsreïntegratie via sport (t/m 2016), projecten bij Sportboulevard, Actieplan Vitale sportverenigingen (overgaand in de nieuwe sportnota), Opstellen Sportnota en EK damesvoetbal 2017 (samen met evenementenbeleid).
De dekking voor de onderdelen Projecten Sportboulevard, Opstellen Sportnota en EK damesvoetbal worden op een andere manier binnen het programma gevonden. Voor 2016 kan daardoor een bedrag (155.000 euro) ingezet worden in het incidentele middelenkader. Het restant van de voorziening zal bij de jaarrekening opgenomen moeten worden in een reserve of moeten vrijvallen ten gunste van het resultaat.
8 Voorziening BOS-gezond bewegen door jeugd
Betreft het tweede en laatste jaar dat een beroep kan worden gedaan op de overgangsregeling van de aangepaste subsidieverordening Sport (2014). Dit is een open einde regeling. Het programma gebruikt deze middelen ter dekking hiervan (risicovoorziening). Voor hoeveel er in 2015 een aanspraak op gedaan wordt is niet bekend. Deze voorziening kan vrijvallen ten gunste van de incidentele opgave 2016 (65.000 euro). Dit levert wel een risico op dat bij beroep op deze middelen het programma alternatieve dekking moet vinden. Bij de programmabegroting maken we een inschatting of hiervoor een risico moet worden opgenomen in het weerstandsvermogen.
9 Voorziening personeel
De voorziening wordt o.a. ingezet voor medewerkers die zijn gedetacheerd tegen een lager tarief dan het salaris dat ze bij de gemeente ontvangen. Voor het verschil tussen de salariskosten en het tarief dat wordt ontvangen is de voorziening gewaardeerd. Een gedeelte van deze voorziening ad 100.000 euro kan vrijvallen.
De opgave binnen het Sociaal Domein neemt toe naar -16,9 miljoen euro vanaf 2019. Daar tegenover staat een pakket van maatregelen, waarvan het verwachte effect is dat de opgave binnen het Sociaal Domein zelf opgelost kan worden. In deze paragraaf volgt een toelichting op de strategie die Enschede volgt in het Sociaal Domein, de opbouw van de opgave en de verschillende maatregelen.
Opgave en bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1 Sociale werkvoorziening | -2,0 | -4,8 | -5,6 | |
2 Budget BUIG | -4,2 | -5,5 | -6,9 | -6,9 |
3 Korting budget Jeugdhulp | -4,4 | -4,4 | -4,4 | |
Subtotaal opgave Sociaal Domein | -4,2 | -12,0 | -16,1 | -16,9 |
Maatregelen Sociale werkvoorziening | 2,0 | 3,0 | 3,0 | |
Inzet bestaande dekking algemene middelen | 2,8 | 2,8 | 2,8 | 2,8 |
Deltaplan 'bijstandsuitgaven binnen Rijksbudget' | 1,4 | 2,8 | 5,9 | 6,7 |
Maatregelen Jeughulp | 4,4 | 4,4 | 4,4 | |
Subtotaal bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein | 4,2 | 12,0 | 16,1 | 16,9 |
Saldo Sociaal Domein | 0 | 0 | 0 | 0 |
Binnen het sociaal domein willen we bouwen aan een duurzaam stelsel, waarin werk, werk, werk voorop staat, de kracht van bewoners en hun sociale omgeving maximaal wordt benut, maar ook ondersteuning vanuit het wijkteam beschikbaar is als dat echt nodig is. We willen er tegelijkertijd naar toe dat we uitkomen met de middelen die we van het Rijk krijgen: sociaal én financieel duurzaam.
Dit betekent dat we de huidige trend moeten keren. Het is een feit dat we op het gebied van inkomen al jarenlang meer uitgeven dan we van het Rijk krijgen. Dit vindt zijn oorzaak onder andere in de historisch gegroeide sociaal-economische positie van de stad en in de gebrekkige wijze waarop de verdeelmodellen vanuit het Rijk hier rekening mee houden. Een zelfde scenario dreigt voor onze nieuwe taken op het gebied van de Jeugdzorg, Wmo en Beschermd Wonen. Dit maakt het des te urgenter om het roer om te gooien, nieuwe arrangementen te maken, de bureaucratie te verminderen en te investeren in activering, werkgelegenheid en preventie. Gelukkig liggen er met onze brede verantwoordelijkheden op het sociaal domein ook kansen om dat te doen.
Om uit te komen met de budgetten binnen het sociaal domein, moeten we ongeveer 12,0 miljoen euro besparen vanaf 2017, oplopend tot 16,9 miljoen euro structureel in 2019. Dit komt vooral door de tekorten op de BUIG en de sociale werkvoorziening en de oplopende Rijksbezuinigingen op de jeugdzorg. De opgave op het terrein van het armoedebeleid is aan de orde gekomen in de Kadernota Armoede 2015-2019, die geagendeerd is voor de raadsvergadering van 22 juni 2015.
Belangrijk kenmerk voor het sociaal domein is de grote mate van onzekerheid die er is binnen de budgetten en volumes van onze nieuwe taken op het gebied van de Jeugdhulp en de Wmo. We hebben nog te weinig informatie om een goede prognose te kunnen maken, zowel qua budget als qua resultaat. En we moeten voorkomen dat we te snel snijden in voorzieningen die juist preventief werken, en daarmee gevolgschade veroorzaken. Dit vereist flexibiliteit in het proces.
We kiezen daarom voor een lange termijn strategie, langs twee sporen: 1) bijsturen binnen de betreffende budgetten en 2) innovatie binnen het sociaal domein. Het voorstel is om vervolgens begin 2016 de balans op te maken en te kijken of aanvullende bijsturing nodig is.
Nadere toelichting opgave Sociaal Domein:
1 Sociale Werkvoorziening (SW)
In Enschede werken ongeveer 1.400 mensen in de Sociale Werkvoorziening (SW). Daarnaast zijn er momenteel rond de honderd SW-medewerkers die een arbeidsverhouding met een extern bedrijf hebben in een ‘begeleid-werken’ constructie. De gemeente wil nu en in de toekomst SW medewerkers een goede plek in de Enschedese samenleving bieden. De kosten voor de SW nemen, ondanks eerdere bezuinigingen, echter snel toe. Dat komt vooral door kortingen vanuit Den Haag op de vergoeding op de rijkssubsidie voor de SW. Als de gemeente niets doet, legt de gemeente structureel 8,1 miljoen euro toe op de SW in 2020.
De meerjarenexploitatie van de SW is doorgerekend aan de hand van de laatste inzichten met betrekking tot subsidie, SW loonkosten, omzet en apparaatskosten. Voor 2016 is er vanwege de compensatiemiddelen uit het coalitieakkoord geen knelpunt. Het financiële meerjarenbeeld verslechtert vanaf 2017 vanwege teruglopende subsidie per SW plek, kosten die niet rechtevenredig kunnen dalen en de wegvallende bijdrage uit het coalitieakkoord. Bij de berekening van het knelpunt is rekening gehouden met een bijdrage uit Participatiemiddelen van 2,4 miljoen euro die voorheen uit algemene middelen werd gedekt ter verlichting van de gemeentebegroting. Rekening houdend met de bijdrage van 2,4 miljoen euro uit het participatiebudget, komt de gemeente in 2017 2,0 miljoen euro tekort voor het dekken van de kosten van de SW. Dit loopt op naar 5,6 miljoen euro in 2019.
2 Budget BUIG
Het ontoereikend zijn van het Budget Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten (BUIG) vormt een financieel risico. Een hard knelpunt is het nu nog niet. Vanaf 2017 halveert de historische component in het verdeelmodel. Dat verlaagt het budget met 1,35 miljoen euro. Dat gebeurt in 2018 wederom met 1,35 miljoen euro (structureel 2,7 miljoen euro).
We hebben de ambitie om geen gemeentelijke middelen meer in te zetten voor uitgaven in de algemene bijstand. Dat doen we via een Deltaplan “bijstandsuitgaven binnen rijksbudget". De ambitie is om vanaf 2016 3,2 miljoen euro te besparen op de bijstandsuitgaven. Voor 2017 bedraagt deze ambitie 6,9 miljoen euro en vanaf 2018 8,0 miljoen euro. Dit is hoger dan de geraamde opgave van structureel 6,9 miljoen. Gelet op de onzekerheden rondom het Verdeelmodel van de BUIG, de hoogte van het macrobudget en effecten van de maatregelen achten we dit noodzakelijk.
3 Jeugdhulp
Binnen het landelijke macrobudget Jeugdhulp is in 2015 een eerste korting doorgevoerd. In 2016 en 2017 volgen nog twee kortingen. In 2016 wordt 2 miljoen euro gekort en in 2017 aanvullend nog 1 miljoen euro. In totaal moet nog een korting van 3 miljoen euro opgevangen worden. Daarnaast heeft Enschede een nadeel van 1,4 miljoen euro uit een herverdeling van het landelijke macrobudget Jeugdhulp. De verwachting is dat de gemeente in 2016 binnen het budget voor Jeugdhulp blijft. Vanaf 2017 zijn er meer onzekerheden. In totaal bedraagt de besparingsopgave structureel 4,4 miljoen euro.
Nadere toelichting bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein:
Spoor 1: Terugdringen van knelpunten ‘binnen de betreffende budgetten’ (cf. coalitieakkoord)
Sociale werkvoorziening (SW)
Een extern bureau heeft inmiddels verschillende besparingsscenario’s in kaart gebracht. De voorkeur van het College gaat uit naar het scenario dat uitgaat van continuering van de SW voor Enschede. In dit scenario zal door bezuinigingen binnen de bedrijfsvoering van de SW en omzetverhoging een structurele besparing van naar raming 3,0 miljoen euro plaatsvinden. Belangrijk om op te merken is dat om dit scenario succesvol te laten zijn de commerciële slagkracht zal moeten vergroot, in ieder geval voor enkele jaren. Hiervoor zijn (tijdelijke) investeringen nodig, die in eerste instantie uit het participatiebudget worden gefinancierd.
Daarnaast stellen we voor om ook na 2016 uit het Participatiebudget (p-budget) een bedrag van 2,4 miljoen euro van het tekort te dekken. Voorstel is om het restant van het tekort van 2,7 miljoen euro te dekken uit de opbrengsten van het deltaplan “bijstandsuitgaven binnen rijksbudget". Zie hierna.
Het College wil de tijd tot de zomervakantie benutten om dit voorstel zorgvuldig met de verschillende stakeholders (waaronder de OR van de DCW) te bespreken, om vervolgens na de zomervakantie met een definitief voorstel te komen.
Budget BUIG: Deltaplan ‘“bijstandsuitgaven binnen rijksbudget"
We kiezen op het gebied van werk voor een offensieve strategie. Er is een doorbraak nodig, een Deltaplan. Door gelijktijdig in te zetten op ‘meer banen’ (rode loper budget, versterken acquisitie, communicatie-offensief), ‘aan het werk’ (intensiveren branche-aanpak, inzet op Duitsland) en op ‘rechtmatigheid en activering’ (vervolg arbeidsmarktoffensief, hercontroles) streven we er met dit deltaplan naar op termijn het aantal bijstandsuitkeringen met ruim 500 te verminderen. De incidentele kosten voor de uitvoering van de 3 genoemde aktielijnen en de voorgestelde dekking zijn terug te lezen in paragraaf 3.3.
Dit komt naast wat we ons al hebben voorgenomen in het kader van het verbeterplan MAU. Ook die verbetermaatregelen willen we na 2015 doorzetten. Het gaat dan om:
Als we er in slagen om uiteindelijk uit te komen met het geld dat we van het Rijk krijgen, betekent dat dat we 2,8 miljoen euro overhouden in de algemene middelen (jaarlijkse bijdrage aan tekort BUIG). Deze besparing kan vervolgens worden ingezet om het jaarlijkse tekort op de sociale werkvoorziening (zie hiervoor) structureel te dekken.
Kanttekening hierbij is dat we zelfs met deze ambitieuze maatregelen slechts een beperkte invloed hebben op het aantal banen en de uitstroom uit de uitkering. De economische ontwikkeling en conjunctuur, én de prestaties van andere gemeenten zijn factoren die we niet kunnen beïnvloeden. Tegelijkertijd hebben we vertrouwen. Er ligt een stevige redenering onder de maatregelen. En al nam het totale aantal uitkeringen niet af, in de afgelopen jaren groeide de uitstroom naar werk wel (van 365 in 2012, via 437 in 2013 naar 642 in 2014), tegen het economische tij in. Wel is het zaak om de vinger aan de pols te houden en begin 2016 de tussenbalans op te maken.
Innovatie en kostenreductie in de uitvoering: digitale innovatie arbeidsmarkt
Ook nu al constateren we dat een aanzienlijk deel van de werkzoekenden op eigen kracht een baan vindt. Door digitale mogelijkheden te benutten kunnen we nog beter aansluiten bij de zelfredzaamheid van mensen bij het vinden van een baan. Overheid (UWV en gemeente), wetenschap en het bedrijfsleven slaan komende tijd de handen ineen en gaan, via twee pilots, van mei t/m oktober 2015 onderzoeken of moderne digitale technieken en online marketingstrategie kunnen bijdragen aan het vergroten van het welzijn en de regie op het eigen leven van werkzoekenden en een betere match met werkgevers. Deze ontwikkeling kan op termijn vermindering van de gemeentelijke dienstverlening tot gevolg hebben, dus ook tot besparingen leiden. De omvang hiervan is nu nog niet aan te geven.
Innovatie en kostenreductie in de uitvoering: gezamenlijk back office inkomen
Tevens is onlangs de opdracht gegeven om een marktverkenning te doen voor een gezamenlijke back office voor inkomensverstrekking van 13 gemeenten die gezamenlijk 50% van het landelijk aantal bijstandsontvangers heeft. Deze vergaande beweging heeft in potentie efficiency voordelen. In het najaar 2015 zijn de resultaten van deze verkenning bekend.
Maatregelen Jeugdhulp
Voor het domein Jeugdhulp geldt dat we inmiddels een half jaar op weg zijn met de nieuwe taken. De bezuinigingen die vanaf 2017 op ons af komen zijn al langer bekend, en daar hebben we ook rekening mee gehouden bij de inrichting en organisatie van het stelsel. We verwachten deze opgave grotendeels te kunnen realiseren door de besparingen op de tarieven die we per 2015 al hebben gerealiseerd, door de huidige ‘gekantelde’ werkwijze bij de wijkteams door te zetten (ook bij de herindicaties die er in 2016 aankomen), door screening van PGB-houders en door het vormgeven van en verschuiven naar algemene voorzieningen. Met deze maatregelen verwachten we de besparing van 4,4 miljoen euro te realiseren. Maar de belangrijkste innovatie ligt in onze optiek in de integrale aanpak binnen het sociaal domein (zie Spoor 2: Innovatie Sociaal Domein).
Spoor 2: Innovatie Sociaal Domein
Integrale arrangementen en financiering
We zien kansen om het juist op het snijvlak van werk, inkomen, wonen, ondersteuning en (jeugd)zorg beter te doen. Onze wijkcoaches zien dagelijks hoe onlogisch ‘het systeem’ soms nog steeds kan reageren op vragen van bewoners. Zeker wanneer er meerdere problemen spelen, is het huidige stelsel administratief voor bewoners nog steeds erg ingewikkeld, en voor ons erg arbeidsintensief. Daarnaast investeren we regelmatig in gevolgschade, bijv. van schulden of inkomensgebrek, door begeleiding vanuit de Wmo of Jeugdhulp in te zetten. Iets doen aan de oorzaken, het niet hebben (of willen hebben) van werk of inkomen is vanwege beperkte budgetten en beperkte regelruimte vaak beduidend moeilijker. Ook de verschillende financieringsstromen en contractvormen zijn nog niet altijd op de nieuwe realiteit aangepast.
De vraag dient zich aan of we met dezelfde (of liefst minder) middelen niet veel meer kunnen bereiken, als we maar de ruimte hebben om tot slimmere oplossingen te komen. Kortom: kunnen we niet meer maatschappelijk en uiteindelijk ook financieel rendement halen uit onze investeringen?
We willen daarom een diepgaande analyse maken van de werking van het ‘ondersteuningssysteem’, beginnend bij casuïstiek, samen met de wijkcoaches. Hoe werkt het nu in de praktijk? Welke onderliggende patronen zijn er? Waar zitten regels, financieringssystemen of bestaande manieren van werken (eventuele) betere alternatieve oplossingen in de weg? Van daaruit willen we stapje voor stapje werken aan verbeteringen op 4 niveaus: regelruimte, leren & professionaliteit, financiën en verantwoording.
Onderdeel daarvan is in ieder geval het instellen van een sociaal fonds, dat ons helpt om geld over de grenzen van beleidsterreinen heen in te zetten, en dwingt om eventuele ‘winsten’ weer te herinvesteren in preventie (van sociaal-economische problematiek). Zo versterken we duurzaam het sociaal domein. Ondertussen zetten we in op de lobby om de regelruimte te krijgen die we nodig denken te hebben. Dit doen we samen met andere steden, waaronder in ieder geval Leeuwarden, Zaanstad, Eindhoven en Utrecht. In deze gemeenten spelen dezelfde vragen en zij definiëren identieke opgaven.
Inzetten op preventie en zelfredzaamheid: van curatief naar preventief
De komende jaren willen we als gemeente verder meebouwen aan een samenleving met een klimaat (opvoeden, opleiden, sport, cultuur, etc.) waarin:
Enschede is hierbij de arrangerende gemeente die ouders, leerkrachten, werkgevers, professionals en vrijwilligers in de wereld van welzijn, sport en cultuur stimuleren dit klimaat samen te creëren.
Ook voor het domein van werk, inkomen, ondersteuning en jeugdhulp geldt dat uiteindelijk de echte “winst” zit in het terugdringen van de vraag en niet in het efficiënter aanbieden van de gemeentelijke dienstverlening. Oftewel: het is belangrijk om de omslag te maken ‘van piramide naar rugbybal’, zoals ook staat beschreven in de transformatie-agenda sociaal domein. Dit is een uitdaging van de lange adem.
Op termijn willen we dat het beroep op ondersteuning (inkomen, zorg, begeleiding etc.) op of onder landelijk niveau terecht komt en dat we meer aan de voorkant (preventie) sturen. De Enschedeër is meer gebaat bij een springplank dan bij een vangnet, zodat mensen met hulp van het sociaal netwerk weer snel voldoende eigen kracht hebben. In plaats van dure zorg wordt gezocht naar alternatieven, zoals andere vormen van voorliggende voorzieningen (minder gebruik van maatwerkvoorzieningen, naar meer gebruik van collectieve en algemene voorzieningen) en slimmere arrangementen voor signalering en ondersteuning.
Dit betekent tegelijkertijd dat mensen –met waar nodig inzet van deskundige begeleiding- kansen krijgen om hun sociale netwerk te versterken, doordat de voorzieningen gekoppeld worden aan de reguliere voorzieningen in de wijk. Door de transformatie-agenda sociaal domein en het bijbehorende investeringsprogramma gericht op voorliggende voorzieningen, gezondheid, veilig opgroeien en ontwikkelen, langer thuis wonen en integraliteit en kwaliteit, kunnen we hier ook in investeren. Zoals eerder aangekondigd in een separaat raadsvoorstel, stelt het College voor om de middelen voor de transformatie-agenda te bundelen in een investeringsprogramma van 4,68 miljoen euro en hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen.
Tot slot: Begin 2016 willen we een tussenbalans opmaken, en kijken of er ondanks deze stevig onderbouwde strategische ontwikkelrichting nog bijsturing nodig is. We blijven ondertussen kritisch kijken naar wat we kunnen en misschien zelfs moeten stoppen om met het budget uit te komen. Daarbij willen we onze maatregelen meer toetsen op effectiviteit en op de vraag of ze wel passen bij het uitgangspunt van zelfredzaamheid.
Opgave en bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1 Areaal uitbreiding ADT | -0,25 | -0,25 | -0,25 | |
2 Onderhoud haven | -0,2 | -0,2 | ||
3 Bestuurlijke prioriteit extra ruimte Stedelijke Ontwikkeling | -2,0 | -2,0 | ||
Subtotaal opgave Fysiek Domein | -0,25 | -2,45 | -2,45 | |
4 Focus mobiliteitsprojecten op bereikbaarheid | 1,6 | |||
5 Taakverlichting en ander risicomanagement in Fysiek Domein | 0,15 | 0,5 | 0,85 | |
Bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein | 0,15 | 0,5 | 2,45 | |
Saldo Fysiek Domein | -0,1 | -2,0 | 0 |
Nadere toelichting opgave Fysiek Domein:
1 Areaaluitbreiding terrein ADT
In 2015 wordt duidelijk wat openbare ruimte gaat worden op het vliegveldterrein en hoeveel areaal dus aan beheer wordt toegevoegd. Het betreft in ieder geval de ontsluitingswegen en bijbehorende bermen, maar ook woongebieden zoals Zuidkamp. De inschatting is dat dit vanaf 2017 tot 250.000 euro extra kosten leidt.
2 Onderhoud haven
In 2008 is incidenteel geld toegekend voor het grootschalig onderhoud in de haven. Om de haven goed te kunnen beheren, wordt een meerjarig onderhoudsplan opgesteld. Voor de eerstvolgende jaren volstaat het bedrag dat in de reserve Onderhoud Haven is opgenomen. De inschatting is dat een toevoeging aan de reserve Onderhoud haven van structureel 200.000 euro vanaf 2018 nodig is.
3 Bestuurlijke prioriteit extra ruimte stedelijke ontwikkeling
Het Deltaplan “bijstandsuitgaven binnen rijksbudget" zet op het gebied van werk een offensieve strategie neer waaronder inzet op ‘meer banen’ (zie 3.4). Meer banen ontstaan als bedrijven zich willen vestigen of uitbreiden in Enschede. Daarom is een voorraad vestigingslocaties van belang die optimaal aansluit op de marktvraag. Van zowel ondernemers als hun werknemers. Het gaat daarbij om locaties voor woningen en bedrijven in de prioriteitsgebieden van de stad. Daarvoor is soms afboeken van grondposities op de ene locatie nodig om ruimte te creëren voor ontwikkeling op andere – interessantere – locaties en betere proposities. Het is feitelijk een investering in de aantrekkelijkheid van onze vestigingslocaties voor ondernemers en investeerders. Door extra ruimte in de Stedelijke ontwikkeling kan de gemeente actief aan deze strategie bijdragen. Deze opgave zal nader worden uitgewerkt. De inschatting is dat hiervoor vanaf 2018 structureel 2 miljoen euro nodig is.
Nadere toelichting bezuinigingsrichtingen:
Besparingen vinden vanuit onze visie op Enschede
Enschede is dé stad van Twente, dé plek in het oosten om, te wonen, te studeren, om een bedrijf op te richten, om kennis naar de markt te brengen. Als grootste stad van Twente en Oost Nederland zijn we aantrekkelijk voor investeerders en de belangrijke economische factor in de regio. Dit vraagt om een bruisende binnenstad, leefbare wijken en buurten en goed investeringsklimaat voor (kennisintensieve) bedrijvigheid (Kennispark, TBT) en een goede samenwerking tussen kennisinstellingen en (nieuwe) bedrijvigheid.
We hebben een voorzieningenniveau – op het gebied van bijvoorbeeld cultuur en evenementen – die passend bij regionale aantrekkingskracht en de belangrijke centrumfunctie van Enschede. Wij kunnen dit alles echter niet meer (zonder hulp van provincie of anderen) ongewijzigd in de lucht houden; financieel onmogelijk. Daarom leggen we al onze investeringen in het fysieke domein langs de meetlat van de bijdrage aan de economische ontwikkeling van de stad. Per voorziening (cultuur, evenementen, onderwijs, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en kwaliteit leefomgeving) beoordelen we daarom in hoeverre deze van doorslaggevende invloed zijn om de aantrekkingskracht van Enschede te behouden en versterken. Zo kiezen we bijvoorbeeld voor een hoog kwaliteitsniveau, maar een sobere invulling (risico gestuurd beheer). En we nemen die maatregelen die bijdragen aan structurele versterking van Enschede, financieel solide of op het gebied van duurzaamheid.
Dit leidt tot de volgende afwegingen in het fysiek domein (bezuinigingsmogelijk in regel 4 en 5 van de tabel):
4. Investeringen in mobiliteit focussen we op bereikbaarheid
De focus ligt op bereikbaarheid, vanwege het belang voor economische ontwikkeling en creëren van banen. Een prioritering van mobiliteitsprojecten op bereikbaarheid levert vanaf 2019 een besparing van 0,6 miljoen euro op. Daarnaast eindigt per 2020 de lopende bezuiniging van 10 miljoen euro (1 miljoen per jaar) op het mobiliteitsfonds. Vanaf 2020 zou die miljoen weer terug komen in het mobiliteitsfonds. We kiezen er voor deze bezuiniging ook na 2020 door te zetten. Door middel van een dotatie van 1 miljoen euro in 2018 aan de reserve mobiliteit en door inzet van het spaarprogramma vanaf 2019, kan deze besparing van 1 miljoen euro vanaf 2019 ingezet worden als dekking voor de fysieke opgave. Per saldo is een besparing van 1,6 miljoen euro op mobiliteitsprojecten vanaf 2019 mogelijk.
5. Besparingen vinden binnen een nieuw programma Fysiek, incl. taakverlichting en ander risicomanagement
Gemeentebreed zijn er mogelijkheden om op termijn besparingen te vinden door een heroverweging van de invulling van het takenpakket. Andere gemeenten hebben bijvoorbeeld besparingsmogelijkheden gevonden door de tijd te nemen om hun begroting vanaf 0 op te bouwen en hun bestaande taken daarmee meer diepgaand te analyseren. Een dergelijke 'zero-based' benadering levert gemeentebreed kansen voor aanvullende besparingen op. Voorstel is deze benadering te starten in het fysiek domein en deze na evaluatie eventueel breder toe te passen. Het belangrijkste criterium voor taken in het fysiek domein is of deze taken van doorslaggevende invloed zijn op de aantrekkingskracht van Enschede.
Daarnaast zijn er binnen de gehele gemeentebegroting mogelijkheden om de marges binnen de programmabudgetten voor het afdekken van risico’s vrij te laten vallen en het risicomanagement nog meer te centraliseren onder het weerstandsvermogen. Een randvoorwaarde daarbij is dat onvoorziene tegenvallers niet meer vanzelfsprekend binnen programma's opgevangen dienen te worden, maar dat er dan ook een beroep gedaan kan worden op het weerstandsvermogen. Voorstel is binnen het fysiek domein te starten met deze verandering van het risicomanagement en daarna gemeentebreed toe te passen.
Tot slot levert de integratie van de programma’s Leefomgeving (LO) en Stedelijke Ontwikkeling (SO) tot één programma Fysiek besparingen op, bijvoorbeeld door samenvoeging van afdelingen en het voorzetten van de opgestarte versterkte samenwerking in de keten van Ontwerp en Stadsdeelbeheer. Deze maatregelen kunnen op termijn (vanaf 2019) een besparing van 850.000 euro opleveren.
De twee hierboven genoemde bezuinigingsrichtingen binnen het Fysiek domein leveren opgeteld 2,45 miljoen euro structurele bezuinigingen op vanaf 2019 en geven daarmee dekking voor de opgave binnen het Fysiek domein (0,25 en 0,20 miljoen euro) en structureel 2 miljoen euro ruimte voor de voorgenomen hervorming van de stedelijke ontwikkeling.
Opgave onderwijshuisvesting en vastgoed en bezuinigingsrichtingen begrotingsprogramma (in miljoen euro) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Onderwijshuisvesting | -4,4 | -4,4 | -4,4 | |
Concentratie vastgoed | -0,6 | -0,6 | -0,6 | |
Opgave onderwijshuisvesting en vastgoed | -5,1 | -5,1 | -5,1 | |
1 Maatregelen Onderwijshuisvesting | 1,8 | 2,2 | 2,6 | |
2 Rentevoordeel Vastgoedbedrijf | 0,6 | 0,5 | 0,5 | |
3/4 Aanvullende besparingen op Onderwijshuisvesting, Vastgoed, Bedrijfsvoering en Verbonden Partijen | 0,5 | 1,0 | 2,0 | |
Bezuinigingsrichtingen totaal | 2,8 | 3,7 | 5,1 | |
Saldo begrotingsprogramma Dienstverlening en financieel beleid | -2,3 | -1,4 | 0 |
Nadere toelichting opgave:
Onderwijshuisvesting en Vastgoed
De uitnames uit het gemeentefonds door de motie Haersma Buma en de doordecentralisatie van groot onderhoud naar de gemeenten leiden tot een opgave van 4,4 miljoen euro vanaf 2017. Daarnaast ontstaat, als gevolg van de effecten van de concentratie van Vastgoed, in 2023 een tekort van 6,6 miljoen euro in de reserve Vastgoed. Door dit in 10 jaar op te lossen, leidt dit tot een opgave van 0,6 miljoen euro vanaf 2017.
Nadere toelichting bezuinigingsrichtingen Begrotingsprogramma Dienstverlening en Financieel Beleid:
Wij stellen voor de opgave op te lossen door maatregelen te treffen:
ad 1 Onderwijshuisvesting
Doordat een groot deel van de opgave ontstaat door het verplaatsen van gelden van de gemeente naar het onderwijsveld, willen wij een groot deel van de opgaven ook oplossen binnen het onderwijsveld. In het raadsvoorstel, dat onlangs naar de Raad is gestuurd, stellen wij voor om het knelpunt op onderwijshuisvesting te verminderen door:
Effect maatregelen
Door het treffen van deze maatregelen besparen we een bedrag van 1,8 miljoen euro oplopend naar 2,6 miljoen euro. De effecten van de maatregelen zullen vooral merkbaar zijn in het onderwijsveld doordat het aantal schoolgebouwen vermindert en er op sommige scholen een leerlingenstop doorgevoerd moet worden omdat bij andere dichtbij zijnde scholen leslokalen leeg staan. Ook zal er voorlopig geen ruimte meer zijn voor investeringen in nieuwbouw of verbouw van scholen. Het Vastgoedbedrijf zal een groter aantal leegstaande objecten zonder dekking over moeten nemen en, in lijn met de vastgestelde strategie, hetzij afstoten hetzij aanwenden vanuit een andere maatschappelijke opgave. De verwachting is dat dit een negatief effect op de vastgoedreserve zal hebben.
ad 2 Vastgoed
In de Strategie op vastgoed gaan we er vanuit dat eigendom van vastgoed geen kerntaak is van de gemeente Enschede. We stoten het vastgoed af, tenzij de markt hier niet in voorziet of duurder is. Regievoeren op vastgoed organiseren we in samenwerking met programma’s, stadsdelen en VBE op basis van de gebiedsagenda, met als doel de maatschappelijke opgave te faciliteren. Stadsdeelmanagement coördineert deze samenwerking.
Op het totaal van het over te dragen vastgoed vanuit de programma’s naar het Vastgoedbedrijf zien we een negatief verschil tussen boekwaarde en marktwaarde en hebben we te maken met tekorten in de exploitatie. Anders gezegd het vastgoed kost meer dan dat het oplevert aan inkomsten. Met de concentratie van vastgoed is deze bestaande problematiek transparant gemaakt en dragen we zorg voor een integrale aanpak om deze vastgoedproblemen op te lossen. We gebruiken de positieve vastgoedreserve als buffervermogen, maar zullen de daaruit voortvloeiende negatieve reserve moeten aanvullen.
Binnen het Vastgoedbedrijf willen we 2 maatregelen treffen om de totale opgave op te lossen:
Effect maatregelen
Door het verlagen van de rekenrente wordt een bedrag van 0,6 miljoen euro aflopend naar 0,5 miljoen euro bespaard. Door de aanhoudend lage rentestand is het mogelijk minder rente toe te rekenen aan onze vastgoedinvesteringen. Vanaf 2017 is dit bedrag nodig om het knelpunt binnen vastgoed op te lossen. Het verschil tussen de werkelijk te betalen rente en de toe te rekenen rente komt tot uiting binnen het treasury resultaat. Door het verschil te verkleinen worden minder kosten toegerekend aan het Vastgoedbedrijf en zullen de opbrengsten binnen het treasuryresultaat lager worden.
Door het opzetten van een zelfstandige rechtspersoon zien we mogelijkheden om de huidige waarderingsstelsels die binnen de publiekrechtelijke sector gelden om te zetten naar een financieel en fiscaal gunstiger waarderingsstelsel binnen de privaatrechtelijke sector. Daarbij houden we onze recent vastgestelde strategie en (financiële) spelregels als belangrijke voorwaarden overeind. Deze zelfstandige rechtspersoon functioneert onder volledige sturing en controle door Gemeenteraad en College. Recent heeft een dergelijke constructie tot substantiële voordelen voor de gemeente Culemborg geleid. We zetten op de korte termijn in op het doorrekenen van drie grote vastgoedexploitaties :
Op deze wijze verkrijgen we inzicht in het besparingspotentieel op de totale portefeuille. We betrekken de opzet en effecten van deze uitwerking bij de Programmabegroting 2016-2019.
ad 3 Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering is is niet bepalend of sturend, maar wel wijd vertakt. Klassiek belast met het uitvoeren van taken die deels wettelijk zijn, of voortkomen uit het feit dat verantwoording en administraties nodig zijn en er behoefte is aan rechtstreekse ondersteuning aan bestuur, management en uitvoeringseenheden. Net als in andere organisaties hebben we een complexe set aan afspraken gemaakt hoe er gewerkt moet worden, wat wel en wat niet mag. Nu we op een kantelpunt staan, constateren we dat deze set niet meer aansluit bij de bedoeling en de richting: we moeten een gewijzigde set maken. Wij willen dan ook een bijdrage leveren aan de opgaven door:
Effect maatregelen
Het effect dat we daarmee willen bereiken is een compacte en heldere Bedrijfsvoeringsorganisatie. Eenvoud is het principe, in de markt wat nodig is, regionaal waar mogelijk en “centraal wat moet decentraal waar nodig”. De bedrijfsvoering richt zich op de primaire taken en zal zakelijker worden. Binnen de uitvoeringseenheden ontstaat meer vrijheid in eigen uitvoering. Centrale kaders zullen minder worden maar harder worden. De servicegraad zal duidelijker zijn. Niet alle werkzaamheden zullen door eigen organisatie onderdelen uitgevoerd worden. We moeten dan ook rekening houden met het oplossen van ontvlechtings- en frictiekosten van verzelfstandigingen.
ad 4 Verbonden partijen
Enschede voert niet al haar taken zelf uit en heeft partners die uitvoering voor ons uitvoeren waarbij we tevens een financieel en bestuurlijk belang hebben. Gemeenten worden vanwege terugvallende inkomsten gedwongen om te bezuinigen. Van verbonden partijen kunnen we verwachten dat zij ook een kritische blik werpen naar hun takenpakket en bedrijfsvoering. De afgelopen jaren hebben o.a. de Regio Twente, GBT, VRT en Twence daarin een eerste aanzet gegeven. Een verdere verdiepingsslag is mogelijk. Wij stellen dan ook de volgende maatregelen voor:
Effect maatregel
Op basis van een eerste inventarisatie lijkt een bezuiniging op verbonden partijen van 0,5 miljoen euro haalbaar.
Prognose verloop van de ratio weerstandsvermogen
Voor de Zomernota is een globale prognose gemaakt hoe het weerstandsvermogen zich zou kunnen ontwikkelen op basis van de stand van het middelenkader en een aantal aannames die in de Programmabegroting 2016-2019 of in de Jaarrekening 2015 meer gedetailleerd berekend worden. Voor 2018 zijn enkele aannames gedaan op basis waarvan een scenario is gemaakt waarin 20 miljoen euro afgeboekt wordt, als invulling wordt gegeven aan het terugbrengen van de looptijd van grondexploitaties naar 10 jaar. Tegenover het effect van 20 miljoen euro afboeken staat een vermindering van risico's in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit en een extra toevoeging vanaf 2018 van jaarlijks 2 miljoen euro (dotatie als gevolg van het spaarprogramma gekoppeld aan het afboeken) aan de beschikbare weerstandscapaciteit. Nadrukkelijk wordt vermeld dat dit nog een scenario is en dat een berekening van alle consequenties van een dergelijk scenario, ook in relatie tot andere ontwikkelingen, nog moet worden uitgevoerd.
Prognose verloop weerstandsvermogen | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Prognose beschikbare weerstandscapaciteit in miljoen euro | 46 | 47 | 46 | 28 | 38 |
Prognose benodigde weerstandscapaciteit in miljoen euro | 42 | 42 | 42 | 33 | 33 |
Prognose ratio weerstandsvermogen | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 0,9 | 1,1 |
Volgens deze prognose blijft de weerstandsratio de komende jaren op 1,1, zakt de ratio tijdelijk onder de 1,0 in 2018 en stijgt de ratio naar 1,1 in 2019.
Inzet remwegmiddelen Flankerend Beleid, o.a. voor cultuur en Volksuniversiteit
In de Programmabegroting 2014-2017 zijn er voor de jaren 2014-2016 aanvullende middelen voor Flankerend Beleid gereserveerd en aangemerkt. Een onderdeel daarvan is een bedrag voor 'remwegmiddelen', die bedoeld zijn als tijdelijke overbrugging bij het realiseren structurele bezuinigingen. Voorwaarden voor de inzet van remwegmiddelen zijn dat de structurele bezuinigingen daadwerkelijk gehaald worden en ook onderbouwd zijn met een solide plan. Het voorstel is om in 2016 een bedrag van 900.000 euro uit de algemene reserve te onttrekken ten behoeve van 'remwegmiddelen' voor de realisatie van bezuinigingen op onder andere cultuur en de Volksuniversiteit Enschede (zie ook hoofdstuk 2.5, beslispunt 6).
Voor de bezuinigingen op culturele voorzieningen en de volksuniversiteit heeft de Raad voorafgaand aan de Zomernota een plan van aanpak ontvangen. Deze geven voldoende perspectief dat de bezuinigingen structureel gehaald worden.
Voor het verdere toekomstperpectief van de inrichting van volwasseneneducatie, worden er gesprekken gevoerd tussen de volksuniversiteit en partners in de stad, waaronder o.a. Vrijwilligers053 en de Bibliotheek over intensievere vormen van samenwerking. Hiervan zijn op dit moment geen financiële effecten ter invulling van de bezuiniging te verwachten. Voor de langere termijn levert verdergaande samenwerking naar verwachting financiële ruimte op.
Verwerking Individueel Keuzebudget (IKB)
Door een aanpassing in de CAO, in de vorm van een IKB, hebben medewerkers het recht om hun vakantietoeslag maandelijks te ontvangen. In de administratie leidt dit ertoe dat gemeenten 7 maanden vakantiegeld eerder moeten uitbetalen. Dit leidt tot een eenmalige last van ongeveer 3,5 miljoen euro. De invoering van het IKB is met een jaar uitgesteld, waardoor deze last zich pas in 2016 voordoet.
Het voorstel is hiervoor geen extra bezuiniging door te voeren, maar de volgende dekkingsmogelijkheden te reserveren, voor het geval dat het IKB daadwerkelijk doorgang vindt:
Voor het overzicht sluit dit hoofdstuk over het middelenkader af met een totaalbeeld van het financieel kader. In 2016 is de opgave en opbrengst van de bezuinigingen in evenwicht en sluit het middelenkader op 0. In 2017 is er een nadelig saldo van 4,4 miljoen euro en in 2018 van 4,7 miljoen euro. De meerjarenraming sluit met een voordelig saldo van 0,3 miljoen euro vanaf 2019.
Financieel middelenkader 2016-2019 in € mln | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Structurele harde opgave | 0,8 | -2,4 | -2,7 | -3,6 |
Structurele bezuinigingen | 2,5 | 1,9 | 2,3 | 3,9 |
Saldo Structureel middelenkader | 3,3 | -0,5 | -0,4 | 0,3 |
Incidentele harde opgave | -6,5 | -3,8 | -1,0 | 0 |
Incidentele dekking | 3,1 | 2,2 | ||
Saldo incidenteel middelenkader | -3,3 | -1,6 | -1,0 | 0 |
Opgave Sociaal Domein | -4,2 | -12,0 | -16,1 | -16,9 |
Bezuinigingsrichtingen Sociaal Domein | 4,2 | 12,0 | 16,1 | 16,9 |
Saldo Sociaal Domein | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opgave Fysiek domein | -0,3 | -0,5 | -0,5 | |
Extra ruimte Stedelijke Ontwikkeling | -2,0 | -2,0 | ||
Bezuinigingsrichtingen Fysiek Domein | 0,2 | 0,5 | 2,5 | |
Saldo Fysiek Domein | -0,1 | -2,0 | 0 | |
Opgave Onderwijshuisvesting en Vastgoed | -5,1 | -5,1 | -5,1 | |
Bezuingingsrichtingen Dienstverlening en Financieel Beleid | 2,8 | 3,7 | 5,1 | |
Saldo Dienstverlening en Financieel Beleid | -2,3 | -1,4 | 0 | |
Totaal saldo | 0 | -4,4 | -4,7 | 0,3 |