01. Elke inwoner heeft de mogelijkheid tot financiële zekerheid en stabiliteit
Bestaanszekerheid is niet alleen de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen. Ook de zekerheid van werk, van de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en van mee kunnen doen op alle leefdomeinen in de samenleving, vanuit een stabiele woonsituatie in een veilige en prettige omgeving.
|
01.01 Iedere inwoner heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien. Een groot deel van de inwoners kan inkomen genereren via een baan. Voor de groep die dat niet kan, is er een vangnet nodig ten aanzien van toeleiding naar werk en het (tijdelijk) voorzien in een inkomen. Werk genereert niet alleen inkomen, maar er wordt ook in bepaalde mate een bestaansrecht aan ontleend: er toe doen, van betekenis zijn. Mensen die langere tijd moeten rondkomen van (te) weinig geld lopen kans om schulden op te bouwen. Vroegsignalering en schuldhulpverlening vormen hierbij het vangnet. Rol van de gemeente: op basis van vertrouwen uitvoeren van wettelijke taken om ervoor te zorgen dat inwoners voldoende inkomen hebben (vangnet). Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten: a. We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk: voor het deel dat uitstroomt naar werk is het wenselijk dat dit een langdurige uitstroom is, in plaats van banen voor een korte periode afgewisseld met bijstand. Voor een deel zal de stap naar onbetaald (vrijwilligers)werk het hoogst haalbare zijn. b. We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning: We hebben deels de wettelijke taak, maar ook de beleidsruimte om mensen een financieel steuntje in de rug te geven. Met onze inkomensondersteunende instrumenten bieden we meer stabiliteit, zodat inwoners zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen op alle leefdomeinen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 6
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk". De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering: Bijstand Levensonderhoud, IOAW (oudere werklozen), IOAZ (oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (zelfstandigen). De indicator geeft de ontwikkeling ten opzicht van 20 referentiegemeenten weer. Bij een score boven nul doen we het beter, bij een score onder nul doen we het slechter. Het streven voor deze indicator is dat dat het volume in Enschede zich minimaal gelijk en liefst positiever ontwikkelt dan de gemiddelde ontwikkeling bij de 20 referentiegemeenten. Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en referentiegroep van Nederlandse gemeenten.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk". Sociale activering is voor een deel van onze inwoners een goede opstap in de ontwikkeling naar werk. In deze indicator wordt het percentage bijstandsgerechtigden met sociale activering, ten opzichte van het totale aantal bijstandsgerechtigden in beeld gebracht. In de EAA is dit een speerpunt. Dit uit zich in een naar 2026 oplopende ambitie. Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen). Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk". Een deel van het bijstandsbestand is niet in staat het wettelijke minimumloon te verdienen. Door het inzetten van het instrument loonkostensubsidie is het mogelijk om deze doelgroep bij reguliere werkgevers te plaatsen. Werknemers kunnen zich werkenderwijs doorontwikkelen en de werkgever krijgt het verschil tussen de loonwaarde en het daadwerkelijke loon gecompenseerd. Deze indicator laat de LKS contracten zien ten opzichte van de totale doelgroep die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Er is besloten om meer mensen met het instrument LKS door middel van de praktijkroute te gaan plaatsen. De ambitie is om het aantal plaatsingen stapsgewijs op te bouwen in de periode van 2023 naar 2026. Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen). Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk". De groep Beschut bestaat uit werkenden met een lagere loonwaarde (meestal ergens tussen de 20-40% van het minimumloon) die werkzaam zijn in een beschutte werkomgeving. Vaak is de werkplek bij het eigen gemeentelijke sociaal ontwikkelbedrijf DCW, maar indien mogelijk ook bij externe werkgevers. Het UWV geeft de indicatie voor Beschut werk af. De gemeenten krijgen jaarlijks een (nieuwe oplopende) taakstelling van het Rijk voor de realisatie van arbeidsplekken Beschut werk, waarvoor ook begeleidingsmiddelen en LKS-middelen in het BUIG budget worden ontvangen. De indicator Beschut werken geeft in de groende lijn aan hoeveel dienstverbanden er gerealiseerd zijn (unieke medewerkers) t.o.v. de wettelijke taakstelling (gele lijn). Mocht het aantal medewerkers hoger worden dan de taakstelling dan zal er gewerkt gaan worden met een wachtlijst, dat is nu niet het geval. Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en personeelsadministratiesysteem DCW.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning". De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het GarantVerzorgd-pakket. Alle Enschedese inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GarantVerzorgd-pakket 1, 2 of 3 aanmelden. In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal GarantVerzorgd pakketten ten opzichte van de totale doelgroep met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum in beeld gebracht. Met de recente beleidswijzigingen gaan we ervan uit per 2023 pakketten te hebben die beter aansluiten bij de vraag van onze inwoners. Daarmee verwachten we voor de komende jaren geen daling in bereik. In hoeverre de wijzigingen invloed hebben op het vergroten van het bereik is nu niet in beeld te brengen. Om die reden zijn de streefwaarden gelijk gesteld aan het bereik in 2021. Bron: Kwiz Armoedemonitor Enschede.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning". De individuele inkomenstoeslag (IIT) is een toeslag voor minima die langer dan 5 jaar moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau, dat wil zeggen: 100% van het Wettelijk sociaal minimum. De IIT maakt onderdeel uit van de bijzondere bijstand. Bij deze indicator wordt het bereik van de IIT binnen de doelgroep weergegeven. In de kadernota 'Rondkomen met je inkomen' is opgenomen dat we streven naar een bereik van 45% in 2024. Gezien de stijgende historische trend, streven we naar een verdere vergroting van het bereik na 2024 tot aan 2026. Bron: Kwiz Armoedemonitor Enschede.
Acties 2023 |
Aantal acties: 2
01. We voeren het beleidskader Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak uit aan de hand van het uitvoeringsprogramma 2023.
In 2019 is het Beleidskader 'Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak' (EAA) vastgesteld. Jaarlijks vertalen we dit kader in een uitvoeringsprogramma, nu voor 2023. Belangrijke accenten in 2023 zijn: - we zetten 100 mensen extra in een traject ‘sociale activering’ in de keten van dagbesteding naar werk; - de uitstroom uit de bijstand naar werk gebeurt op drie manieren: op eigen kracht, via begeleiding van de gemeente en via een loonkostensubsidie (LKS). Die laatste groep betreft mensen die moeilijk bemiddelbaar zijn door bijvoorbeeld een fysieke of verstandelijke beperking. In 2023 zetten we extra in op deze LKS-groep.
|
|
02. We voeren het beleidskader ‘Rondkomen met je inkomen’ uit.
Eind 2020 is de nota 'Rondkomen met je inkomen' vastgesteld. In deze nota staan inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en inkomen centraal. Armoede is niet alleen een financieel probleem, maar heeft ook invloed op andere leefgebieden en daarmee ook op alle drie de doelen binnen Vitaal & Sociaal, zoals bijvoorbeeld het kindpakket op kansengelijkheid (zie doel 3.1, speerpunt c). In 2023 voeren we de nota verder uit. Deze actie draagt ook bij aan doel 2 en doel 3.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland
Maatschappelijk rendement: De Stadsbank Oost Nederland (SON) voert de gemeentelijke taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit. Elke burger met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank. De SON is een Gemeenschappelijke Regeling van 22 gemeenten in Twente en de Achterhoek.
|
|
|
|
. |
01.02 Iedere inwoner heeft een dak boven z’n hoofd Het hebben van een dak boven je hoofd is een essentieel onderdeel voor de bestaanszekerheid. Een groot deel van de inwoners regelt hun woning zelf. Een kleine groep inwoners lukt dit om allerlei persoonlijke problemen op één of meer levensgebieden niet. Bijvoorbeeld door ouderdom, handicap, verslavingsproblematiek, echtscheiding of huiselijk geweld. Ondersteuning is dan nodig, voor het regelen van huisvesting en/of passende zorg en ondersteuning bij het zelfstandig wonen. Van wonen met (tijdelijke) begeleiding of ondersteuning tot beschermd wonen. Rol van de gemeente: we ondersteunen inwoners en partners binnen de taken en mogelijkheden die we als gemeente hebben, in samenwerking met de regiogemeenten daar waar het centrumgemeentetaken betreft. We stimuleren ontwikkelingen en innovaties. We wouden toezicht op een correcte uitvoering van taken van onze eigen organisatie en die van partners die we financieren. Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten: a. We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben. Streven is ‘meer wonen, minder zorg’ oftewel van op straat wonen via beschermd wonen en/of wonen met begeleiding komen tot toekomstige zelfstandige huisvesting. b. We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang (MO) en de Vrouwenopvang (VO) en het liefst zo kort mogelijk. We bieden tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we onderdak met trajectbegeleiding (MO). Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien (VO). Om dit doel te bereiken, is het van belang voldoende en diverse opvangplekken en een mogelijkheid tot ambulante ondersteuning te hebben.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben". Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding en is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten met beschermd wonen of hiervoor op een wachtlijst staan in het gehele centrumgemeentegebied Enschede. Per 1 januari 2021 is de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor clienten met een psychische grondslag. Deze mensen doen daardoor geen beroep meer op beschermd wonen. De omvang van de resterende groep dat beschermd wonen nodig heeft, is stabiel gebleven. Op dit moment schatten we in dat dit de komende jaren zo blijft. Bron: VIS2 registratiesysteem Beschermd wonen.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang en de Vrouwenopvang en het liefst zo kort mogelijk". Maatschappelijke opvang is een voorziening waar tijdelijk onderdak en begeleiding wordt geboden aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te redden in de samenleving. De begeleiding richt zich op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie en het weer zelfstandig kunnen wonen al dan niet met begeleiding. Met deze indicator wordt de gemiddelde verblijfsduur in maanden in de maatschappelijke opvang in beeld gebracht. De praktijk geeft aan dat 6 maanden een realistische streefwaarde is voor de gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang. Met de inzet van een regionaal transferpunt voor de maatschappelijke opvang streven we naar een snellere doorstroom en een duurzame uitstroom met een gemiddelde verblijfsduur van 5 maanden. Bron: VIS2 registratiesysteem Beschermd wonen. Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang en de Vrouwenopvang en het liefst zo kort mogelijk". Vrouwenopvang biedt tijdelijk onderdak aan vrouwen en mannen met hun kinderen wanneer zij door huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet langer in hun thuissituatie kunnen blijven. De Vrouwenopvang biedt voor deze groep een veilige omgeving en begeleiding om weer zo snel mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Vrouwenopvang kent verschillende vormen van opvang, variërend van de kortdurende opvang op een noodbed (1-3 nachten) tot safehouses en intensieve zorg (gemiddeld 6-9 maanden). Voor de indicator vrouwenopvang kiezen we voor de gemiddelde duur in de intensieve zorg. Dit is de meest voorkomende vorm van vrouwenopvang Twente, die samen met de gemeente Zwolle voor geheel Overijssel vorm wordt gegeven. In de praktijk zien we dat de daadwerkelijke verblijfsduur fluctueert en dat de gemiddelde verblijfsduur de laatste jaren geleidelijk toeneemt. We verwachten dat dit t/m 2023 door zal zetten. We streven per 2023 naar een snellere doorstroom en duurzame uitstroom, maar de haalbaarheid is voor een groot deel afhankelijk van externe factoren zoals voldoende beschikbare, betaalbare en passende woonplekken en de toegankelijkheid van GGZ behandeling (wachtlijsten). Bron: Managementrapportages Kadera.
Acties 2023 |
Aantal acties: 6
01. De winternachtopvang gaat open van 1 oktober tot 1 mei.
In de centrumgemeente Enschede hebben we 100 zelfstandige woonplekken binnen de maatschappelijke opvang. Daar kunnen mensen tijdelijk wonen met begeleiding en hun leven weer op de rit krijgen. Aanvullend hebben wij een winternoodnachtopvang met 16 plekken voor mensen die om diverse redenen niet van de maatschappelijke opvang gebruik kunnen of willen maken en anders op straat slapen. We starten de komende winter 2022-2023 met een winternachtopvang die van 1 oktober tot 1 mei alle nachten open is waarbij we de 2-gradenregeling geheel loslaten. We doen dit onder aanvullende voorwaarden, om te voorkomen dat mensen in de nachtopvang blijven hangen en dat er een aanzuigende werking is. Afhankelijk van de ervaringen, nemen we medio 2023 een besluit over de invulling van de structurele permanente winternachtopvang.
|
|
02. We gaan door met de in 2020 ingezette integrale aanpak 'Tegengaan dakloosheid'.
Deze aanpak richt zich op de thema’s: 1. preventie, 2. vernieuwing in de opvang en 3. wonen met begeleiding. Het Ministerie van VWS ontwikkelt een lange termijn-aanpak dakloosheid 2023-2030, de invulling daarvan is in december 2022 bekend. Centraal hierbij staan Wonen eerst en preventie dakloosheid, daarnaast de inzet van ervaringsdeskundigheid en integraal werken. In 2023 werken we dit verder uit voor de centrumregio Enschede. Deze actie hangt samen met de koplopersregio voor de huisvesting van aandachtsgroepen (zie de strategische opgave aantrekkelijke stad in het Begrotingsprogramma “duurzaam wonen, leven en werken”, subdoel 2.2/3.1).
|
|
03. We dringen de wachtlijst beschermd wonen terug.
Hiervoor voeren we het actieplan uit, waarbij we in (de loop van) 2023 op basis van een inventarisatie van vraag en aanbod afspraken met de gemeenten in onze regio Enschede maken hoe en waar extra plekken gerealiseerd worden. Dit moet leiden tot afname van de wachtlijst beschermd wonen. Daarnaast zetten we in op preventie (zie ook actie 02) om instroom in beschermd wonen te beperken.
|
|
04. We evalueren het experiment ‘transferpunt maatschappelijke opvang’.
Dit experiment is gericht op het versnellen van de door- en uitstroom van de maatschappelijke opvang. In Twente pakken we de uitstroom naar zelfstandig wonen in gezamenlijkheid aan. Een regionale aanpak Uitstroom MO draagt bij aan een effectievere uitstroom en sneller herstel, het verenigen en uitwisselen van expertise, het monitoren van de uitstroom en knelpunten en het bieden van beleidsinformatie. Per 1 november is gestart met dit experiment in nauwe samenwerking met WoonStAP. Het loopt tot juli 2023. Op basis van de evaluatie bepalen we hoe we de aanpak kunnen borgen. Deze actie hangt samen met de koplopersregio voor de huisvesting van aandachtsgroepen (zie de strategische opgave aantrekkelijke stad in het Begrotingsprogramma “duurzaam wonen, leven en werken”, subdoel 2.2/3.1).
|
|
05. We implementeren de nieuwe Regiovisie ‘Aanpak huiselijk geweld & kindermishandeling Twente’.
In 2023 starten we met de uitvoering van de Regiovisie ‘Aanpak huiselijk geweld & kindermishandeling Twente’, met als speerpunten: bewustwording op impact en omvang, vroegsignalering & preventie, gefaseerde samenwerking voor veiligheid, integrale aanpak Zorg-Veiligheid-Straf (domein overstijgend en intersectoraal), het stimuleren lokale initiatieven en het betrekken van ervaringsdeskundigen. We maken concreet wat we gaan doen (beleidskader) en hoe we dat gaan doen (uitvoeringsprogramma). Dit doen we samen met onze partners Zorg & Veiligheid en professionals in het werkveld.
|
|
06. We implementeren de nieuwe regionale aanpak mensenhandel.
Conform de regionale ‘Aanpak mensenhandel’ willen we in 2023 werken aan de volgende speerpunten in de uitvoering van de aanpak mensenhandel: - preventie, onder meer door voorlichting, deskundigheidsbevordering en het bevorderen van de bewustwording over mensenhandel; - regionale en integrale samenwerking goed vormgeven; - daderaanpak verder ontwikkelen in samenwerking met diverse ketenpartners.
|
|
|
|
. |
|
02. Elke inwoner heeft de mogelijkheid om keuzes te maken die gezond leven makkelijker maken
Dit doel stelt een betekenisvol leven van mensen centraal. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens. Het gaat om wie de mens is en niet om zijn/haar beperkingen of ziekte. Om gezonde keuzes te kunnen maken zijn vaardigheden, bereikbaarheid, toegankelijkheid en bewustzijn nodig. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen (door een basis te leggen om mee te kunnen doen).
|
02.01 Elke inwoner heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving Een gezonde leefomgeving is een omgeving die als prettig wordt ervaren. De leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag. Zo nodigt het uit tot ontmoeting, bewegen, spelen en houdt rekening met de behoefte van de bewoners en specifieke bevolkingsgroepen. Dit vraagt om een gevarieerd aanbod van voorzieningen die toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar moeten zijn. Hiervoor is een goede basisinfrastructuur en een aantrekkelijke en gevarieerde openbare ruimte nodig, waar de gemeente samen met partners voor zorgt. Rol gemeente: we maken afspraken met partners en stimuleren samenwerking. We zorgen voor een stimulerende omgeving en het onderhoud daarvan, bv. (sport)parken, speelplekken en fietssnelwegen. We organiseren dichtbij inwoners laagdrempelige plekken voor advies, steun en ontmoeting. En we vergroten de vindbaarheid en de mogelijkheid om in eigen leefomgeving zorg en ondersteuning te krijgen. Vanuit deze rol hebben we als speerpunt: a. We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag. Een gezonde inrichting van de leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag zoals wandelen, fietsen, spelen, ontspannen of elkaar ontmoeten. Een stimulerende omgeving wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid van voorzieningen, die aansluiten bij de behoefte van de inwoners. En ook door de bekendheid en vindbaarheid ervan, onbekend maakt immers onbemind. Een gebiedsgerichte aanpak is hierbij noodzakelijk.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag". Centraal staat daarbij het aanbod van gezondheids/zorg-, welzijns-, speel- en sportvoorzieningen in de nabije omgeving: zijn de inwoners er tevreden mee cq. nodigt de inrichting van de leefomgeving uit tot gezond gedrag?" Streven is een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners). Via de aanpak in het kader van de sociale basis en het ambitiedocument 'Gezond, gelukkig en vitaal) werken we hieraan. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.21
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag". Naast leefstijl en eetpatroon is bewegen een belangrijke factor voor een ieders gezondheid. Deze indicator betreft de deelname aan sport (minimaal één keer per week), ongeacht de organisatievorm. In de periode 2009-2017 is deze indicator al eerder uitgevraagd. De sportdeelname varieerde tussen 58% en 73%, met een gemiddelde van 69%. In 2021 zien we een lagere score, mogelijk mede veroorzaakt door de corona-lockdowns. Streven is om minimaal weer terug te komen op het gemiddelde niveau van de afgelopen 13 jaar en liefst het niveau van voor corona. In het ambitiedocument 'Gezond, gelukkig en vitaal' wordt de aanpak uitgewerkt. Bron: stadspeiling - Kennispunt Twente.
Acties 2023 |
Aantal acties: 14
01. We leveren het ambitiedocument ‘Gezond, gelukkig & vitaal’ op.
Er speelt veel op het gebied van gezondheid, vitaliteit, sport, bewegen en spelen in de openbare ruimte. Vanuit het gedachtengoed van positieve gezondheid ontwikkelen we een integrale aanpak met als thema’s gezondheid in de fysieke omgeving (infrastructuur, sporten en bewegen, groen, klimaat, etc.), gezondheid in de sociale leefomgeving (sociale basis, meedoen) en gezondheid bij het individu (kennis, vaardigheden en gedrag). Daarom leveren we in 2023 een beleidskader op, inclusief de onderlinge samenhang tussen de diverse thema’s en de verbindingen met de diverse partners die nodig zijn om de ambitie te bereiken. Dit kader werken we vervolgens uit in uitvoeringsprogramma’s (waaronder een preventienotitie en een sportnota).
|
|
02. We vertalen de Lokale Werkagenda in concrete acties.
Samen met Menzis hebben we een Lokale Werkagenda opgesteld. De missie: een betere gezondheid voor zoveel mogelijk inwoners van Enschede met een zo effectief mogelijke inzet van middelen. Deze agenda gaan we vertalen in een uitvoeringsprogramma 2023-2025 en gezamenlijk uitvoeren.
|
|
03. We bevorderen de gezonde leefstijl bij de jeugd via de JOGG-methodiek.
De JOGG-methodiek heeft als doel dat alle kinderen en jongeren in Nederland opgroeien in een gezonde leefomgeving met aandacht voor gezonde voeding, voldoende bewegen, ontspanning en slaap. In 2023: - passen we de JOGG-methodiek toe door een wijkgerichte aanpak in stadsdeel West. Het accent ligt hierbij op de doelgroep 4 – 12 jaar, maar tevens wordt gekeken naar de jongere doelgroep en het hele gezin; - gaan we via het project ‘Gezonde Buurten’ van JOGG samen met wijkbewoners in stadsdeel West aan de slag om de openbare ruimte groener in te richten met ruimte voor ontmoeting; - gaan we verkennen of de ketenaanpak ‘Kind naar Gezond Gewicht’ van meerwaarde is voor de situatie in Enschede en of dit in de toekomst ingezet gaat worden. Door eerst te focussen op één stadsdeel (West) kunnen we de samenwerking tussen de verschillende partners (onderwijs, kinderopvang, welzijn, speeltuinen etc) goed neerzetten en kijken wat er nodig is
|
|
04. We bevorderen een gezonde leefstijl bij de volwassen inwoners.
Dit doen we in 2023 door de leefstijlportalen in de stadsdelen door te ontwikkelen. Er zijn veel Enschedeers met overgewicht en chronische ziektes zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 etc die graag een stap richting een gezondere leefstijl willen zetten, maar niet goed weten hoe. Zij worden via de leefstijlportalen zo laagdrempelig mogelijk ondersteund richting een gezondere leefstijl. In afstemming met de eerstelijns zorg en partners uit het sociaal domein kijken we hoe de doorverwijzing naar elkaar nog beter kan. Op de lange termijn hopen we deze doorverwijzing voor te zijn. Daarnaast zetten we op het concept van positieve gezondheid. Veel partners in het zorgdomein werken al met dit gedachtengoed. We gaan gebiedsgericht kijken hoe het concept breder ingezet kan worden, zodat samenwerkingspartners uit het zorg- en sociaal domein zoveel mogelijk ‘dezelfde taal spreken’.
|
|
05. We werken mee aan de terugdringing van het huisartsentekort.
We gaan het partnerschap tussen de gemeente, huisartsen Enschede en Menzis concreet invullen. Het gaat dan om het faciliteren in randvoorwaarden van de vestiging in Enschede en een gezamenlijke aanpak voor uitbreiding van het aantal huisartsenpraktijken, zodat elke inwoner ingeschreven is bij een huisartsenpraktijk en een beroep kan doen op huisartsenzorg. We optimaliseren samenwerking tussen huisartsen, wijkteams en de gemeente, zodat inwoners de juiste ondersteuning op de juiste plek krijgen en gezondheid wordt bevorderd. Deze samenwerking benutten we voor procesverbetering in de verwijzing naar (gespecialiseerde) jeugdhulp.
|
|
06. We borgen de inzet van de praktijkondersteuner jeugd in de huisartsenpraktijk.
De praktijkondersteuner jeugd (POHJ) ontlast de huisarts en draagt zo bij aan verlaging van de werkdruk bij huisartsen. De POHJ verleent lichte hulp en kan daarmee een verwijzing voorkomen maar ook normaliseren. De inzet van de POHJ leidt bovendien tot betere verwijzingen van jeugdigen naar tweedelijns zorg. Tot slot verleent de POHJ overbruggingszorg bij wachttijden en legt verbinding met het wijkteam indien nodig. Ervaringen van jeugdigen, ouders en betrokken professionals zijn (zeer) positief.
|
|
07. We voeren de nota ‘Vernieuwing van de toegang tot zorg en ondersteunen’ uit.
In deze nota speelt de ontwikkeling van de Wijkwijzers een belangrijke rol. A. De inzet voor 2023 in de Wijkwijzers is met name gericht op het versterken van de kwaliteit van dienstverlening in de Wijkwijzers, als toegang tot het Sociaal Domein voor de inwoners. Daarin zien we drie lijnen ontstaan die samen bijdragen aan deze versterkte toegang: 1. de inzet op zelfredzaamheid van inwoners; 2. er in de toegang tot het Sociaal Domein meer nodig is dan een laagdrempelige inloopfunctie in de Wijkwijzer; 3. een sterke toegang vraagt een impuls van de samenwerking binnen de Wijkwijzers. B. Het Wijkwijzer XL-concept is in essentie een wijkgerichte netwerkaanpak waarbij de fysieke vestigingen als spil fungeren. De doorontwikkeling van het wijkwijzer XL-concept vraagt voor 2023 meer zicht en regie op het bestaande netwerk in de wijken en gebieden. En een versterking van de spilfunctie van de Wijkwijzer in het netwerk. Daarbij brengen we nadrukkelijk accenten aan bij de inrichting van de Wijkwijzers op basis van de behoeften van inwoners in de verschillende stadsdelen en wijken. Deze actie draagt ook bij aan subdoel 3.2.
|
|
08. We ontwikkelen de sociale basis in wijken en buurten verder door.
De meeste mensen in Enschede redden zich prima zelf. Maar dat geldt niet voor iedereen. Als gemeente helpen we dan. We kijken goed naar wat iemand nodig heeft. De één kan verder met een duwtje in de rug, een ander heeft meer ondersteuning nodig. Vaak liggen oplossingen bij zorg- en ondersteuningsvragen in de eigen woonomgeving. Daarom is het belangrijk dat we netwerken en voorzieningen in buurten en wijken versterken en met elkaar verbinden. Zo krijgen inwoners sneller informatie, advies en ondersteuning bij hun hulpvraag en zijn ze eerder op de juiste plek. Door voorzieningen in de wijken te versterken hebben inwoners met een ondersteuningsbehoefte minder vaak een indicatie nodig. Als het nodig is, worden ze doorverwezen naar de wijkteams. We gaan de stads- en wijkvoorzieningen zo inrichten dat zoveel mogelijk inwoners kunnen meedoen, Daarnaast blijven we professionele ondersteuning, waar mogelijk, organiseren als algemene voorziening, aansluitend bij de leefwereld en stads- en wijkvoorzieningen. De doorontwikkeling van de Wijkwijzers speelt hierin een prominente rol (zie actie 2.01-06). Op basis van de inventarisatie naar de voorzieningen per stadsdeel (in 2022) gaan we in 2023 in ieder stadsdeel één aandachtsgebied verder uitwerken. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 1.01 en 2.02 en doel 3.
|
|
09. We ontwikkelen de Welzijnskoers verder door.
De visie ‘Nieuw Enschedees Welzijn’ dateert uit 2017. De looptijd van de aanbesteding wijkwelzijn eindigt per 2024. De koers uit bovengenoemde nota ontwikkelen we verder door waarbij er aandacht is voor de opdrachten, rollen- en samenwerkingsrelaties van onze partners. De nieuwe inkoop moet daarnaast eind 2023 zijn afgerond.
|
|
10. We bekijken met de SES waar haar plannen aansluiten op onze doelen.
De Stichting Enschedese Speeltuinen (SES) ontwikkelt haar zeventien speeltuinen de komende jaren door conform haar toekomstvisie. We koppelen de gemeentelijke ondersteuning daarbij aan de gebiedsontwikkeling van de sociale basis.
|
|
11. We werken aan een inclusief sportklimaat.
Als eerste zetten we in op het verder toegankelijk maken van sport voor inwoners met een fysieke beperking. Via de Uitleenservice van Uniek Sporten kunnen inwoners zes maanden gebruik maken van een sporthulpmiddel. Daarnaast doen we onderzoek naar vraag en aanbod om te bezien hoe deze bij elkaar gebracht (kunnen) worden in de stad.
|
|
12. We verkennen de mogelijkheden tot sport en bewegen in de openbare ruimte.
Ongeorganiseerde sport is de meest voorkomende vorm van sportbeoefening en gebeurt vaak in de openbare ruimte. Dit kan zowel binnen de bebouwde kom als in het landelijk gebied. Het gaat daarbij om medegebruik van de openbare weg (verhard en onverhard) voor wandelen, hardlopen, fietsen, en paardrijden. We gaan inventariseren welke routes al bestaan en waar behoefte aan is. We analyseren wat nodig is om het uitdagender te maken. Op basis daarvan maken we een plan van aanpak voor versterking van het netwerk en verbetering van de bewegwijzering.
|
|
13. We werken verder aan de clustering van sportparken.
Hierbij werken we toe naar duurzame en toekomstigbestendige sportparken. Doel is om efficiënter gebruik te maken van de sportparken door meerdere gebruikers (waaronder sportverenigingen) te laten landen op het sportpark. Dit moet ook bijdragen aan vitale en toekomstbestendige sportverenigingen. In 2023 starten we met de realisatie van de MFSA Zuid. Op basis van het haalbaarheidsonderzoek in Glanerbrug gaan we met de betrokken sportverenigingen een plan van aanpak opstellen, waarin bij de op te stellen scenario’s ook zwembad De Brug wordt betrokken.
|
|
14. We brengen toekomstscenario’s voor de ijsbaan in beeld
Ook in deze begroting is, net als in voorgaande jaren, structureel 100.000 euro opgenomen voor de exploitatie van de ijsbaan. Zoals aangekondigd in het Coalitieakkoord worden er scenario’s voor de toekomst van de ijsbaan in beeld gebracht. Op basis van deze informatie wordt de raad in de gelegenheid gesteld een debat te voeren omtrent de toekomst van de ijsbaan. Gelijktijdig wordt, gelet op het regionale belang van de ijsbaan, gesproken met regiogemeenten en provincie over een eventuele financiële bijdrage. Inmiddels is ook bij het Rijk een lobby gaande voor extra financiële middelen.
|
|
Bijdrage verbonden partij: SamenTwente
Maatschappelijk rendement: SamenTwente is een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten (Gemeenschappelijk Regeling). Het voert taken uit op het gebied van volksgezondheid, jeugdhulp & maatschappelijke ondersteuning. Het omvat de onderdelen Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT) en Veilig Thuis Twente (VTT). - GGD voert taken uit in het kader van de Wet Publieke gezondheid, zoals jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, opvoedondersteuning, rijksvaccinatieprogramma, inspecties kinderopvang), voorkomen en beheersen van infectieziekten, geven van reisadvies en inentingen, voorlichting over gezondheid en verzorgen van medisch spreekuur dak- en thuislozen. - OZJT regelt de inkoop van tweedelijns jeugdhulp en Wmo –maatwerk voor de regio Twente en voert het contractmanagement voor de gesloten contracten met zorgaanbieders en doet dit voor die onderdelen waar we verplicht regionaal op moeten samenwerken. - VTT voert de wettelijke taak uit van advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Sportaal BV
Maatschappelijk rendement: Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan de ambities uit het vastgestelde sportbeleid. Zo wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het uitbouwen van de maatschappelijke functie van sport, het ontdekken en ontwikkelen van talenten en het versterken van de verenigingskracht. Dat gebeurt onder andere door sportactiviteiten te organiseren, voor veilige en schone sportaccommodaties te zorgen en sporten voor iedereen bereikbaar te maken. Hiermee draagt Sportaal bij aan de doelstellingen binnen het begrotingsprogramma Vitaal en Sociaal. Door middel van een overeenkomst, opdracht en indicatoren zijn de afspraken met Sportaal vastgelegd en verstrekken we aan hen een exploitatiebijdrage.
|
|
|
|
. |
02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan Sociale netwerken zijn onmisbaar voor een gezond en betekenisvol leven. Een sociaal netwerk betekent: oog hebben voor elkaar, elkaar durven vragen en vertrouwen en elkaar willen helpen, oftewel noaberschap. Een sociaal netwerk bestaat uit mede-inwoners en organisaties/instellingen (onze partners). Samen versterken zij de sociale veerkracht. Rol gemeente: we zijn opdrachtgever van onze partners en faciliteren onze partners om hun netwerk te bevorderen en te vergroten. Daarnaast zorgen we ervoor dat voorzieningen in stand gehouden worden en dat we hier met partners aanwezig zijn om laagdrempelig vragen op te vangen. Vanuit deze rol hebben we als speerpunt: a. Wij willen dat onze inwoners sociale steun ervaren. In perioden van zware tegenslag kan een sociaal netwerk ook betekenis hebben als vangnet van waaruit mensen opstaan die (tijdelijk) hulp en ondersteuning bieden. Denk aan familie, vrienden en buren.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren". Het sociaal vangnet staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt. Streven is een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners). Bij familie en vrienden/kennissen ligt Enschede nagenoeg gelijk, bij mensen in de buurt blijven we achter, via acties in de buurt gericht op de versterking van de sociale cohesie willen we hiernaartoe groeien. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.17.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren". Burenhulprelaties gaan over laagdrempelige en vrijblijvende –alledaagse- activiteiten in vriendschappelijke relaties onder invloed van fysieke nabijheid. De motieven om buren te helpen staan vaak los van de buurt als gemeenschap (w.o. verbondenheid van de buurt) en hebben vooral te maken met de persoonlijke relatie die men heeft met de ander, de sociale afstand en het wederzijds vertrouwen. Naastenzorg betreft onbetaalde, niet-alledaagse zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of andere hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit een affectieve relatie. Meer intensieve vormen van naastenzorg worden vaak onder de term 'mantelzorg' geschaard. Streven is een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijk gemiddelde, rekening houdend met de dip ten gevolge van de coronolockdowns bij met name intensieve naastenzorg. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.7, 5.11 en 5.12
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren". Voor sommige mensen leidt een tekort aan betekenisvolle relaties snel tot gevoelens van eenzaamheid. Zowel het aantal sociale contacten als de ervaren kwaliteit van de sociale contacten zijn bepalend voor gevoelens van eenzaamheid. Mensen kunnen zich bijvoorbeeld eenzaam voelen met veel mensen om zich heen, of helemaal niet eenzaam zijn met een klein sociaal netwerk. Dit hangt af van hun eigen beoordeling van de kwaliteit van de contacten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Deze indicator richt zich op sociale eenzaamheid: een persoonlijke, subjectieve ervaring waarin iemand betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen zoals buren, kennissen of mensen met dezelfde belangstelling mist. Streven is om in Enschede de eenzaamheidscijfers in elk geval terug te brengen naar die van sterk-stedelijk gemiddelde (100.000-300.000 inwoners) op korte termijn en de komende jaren hier zelfs onder te krijgen. De inspanningen die we vanuit de gemeente samen met onze partners leveren op dit vlak (o.a. actiecoalitie) moeten de stijgende tendens gaan doorbreken. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.5 (score soms/vaak).
Acties 2023 |
Aantal acties: 3
01. Samen met partners blijven we inzetten op het tegengaan van eenzaamheid.
In de aanpak van eenzaamheid zoeken we binnen de gemeente zoveel mogelijk naar aansluiting bij bestaand beleid en lopende projecten, onder andere als partner in de actiecoalitie Samen1Enschede. Doelstelling is om in gezamenlijkheid met het onderwijs, de politiek, zorg, welzijn, cultuur woningbouwcorporaties en het bedrijfsleven de eenzaamheidsproblematiek aan te pakken en fors te verminderen. Een gemeenschappelijke aanpak is nodig om de versnippering te verminderen en meer vraaggericht samen te werken. De komende jaren zal deze samenwerking verder worden ontwikkeld. Lokaal, en mogelijk ook op regionaal gebied. Het gezamenlijke plan van aanpak zal worden uitgevoerd en verder worden vormgegeven. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de landelijke ontwikkelingen en initiatieven vanuit het Rijk.
|
|
02. We maken een bestedingsvoorstel voor het budget mantelzorg.
Veel van onze inwoners die kortere of langere tijd hulp nodig hebben wordt geboden door mantelzorgers en vrijwilligers. Intensieve mantelzorg is zwaar en het risico op overbelasting is reëel. Er komt een voorstel hoe het budget voor mantelzorg wordt besteed. Met specifiek aandacht voor jonge mantelzorgers en respijtzorg.
|
|
03. We zetten verder in op de kracht van verenigingen.
Dit project richt zich op het benutten en versterken van de maatschappelijke functie van (sport) verenigingen. Met dit project is de beweging ingezet om laagdrempelige ondersteuning in nabijheid mogelijk te maken, waar mogelijk in eigen wijk of buurt. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat er minder een beroep wordt gedaan op zwaardere zorg en ondersteuning. We werken aan een plan op welke wijze deze aanpak kan worden gecontinueerd en eventueel verder kan worden uitgerold in de stad. Deze actie draagt ook bij aan de doelen 3.1 en 3.2.
|
|
|
|
. |
|
03. Elke inwoner heeft de kans zich optimaal te ontwikkelen
Het mag voor de inwoners niet uitmaken waar hun wieg heeft gestaan en hoe het leven de inwoner heeft gevormd. Iedereen moet de mogelijkheid hebben het beste en het mooiste uit zichzelf naar boven halen. Daarbij is het van belang is om expliciet oog te hebben voor kansen(on)gelijkheid in onze stad. Gelijke kansen mag dus ook betekenen dat je ongelijke ondersteuning biedt. Want iedereen dezelfde uitgangspositie geven is onmogelijk, dus moet je bijsturen op wat er in basis is.
|
03.01 Iedere jeugdige groeit veilig en stabiel op De basis voor je leven wordt gelegd in je jeugd. Daarom is er specifiek voor deze groep extra aandacht en inzet. We willen dat iedere jeugdige opgroeit in een stabiel gezin; speelt en deelneemt aan maatschappelijke activiteiten. En passende ondersteuning krijgt waar nodig. We zetten in op het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving. Zo krijgt hij/zij de kans een zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden. Rol gemeente: we ondersteunen kind en gezin om veilig en gezond (kansrijk) op te kunnen groeien. Daarnaast ondersteunen we ouders bij het oplossen van opvoedproblematiek met aandacht voor alle leefdomeinen. Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten: a. Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek. Voor het grootste gedeelte van de jeugdigen en hun ouders is voor het gezond opgroeien van de kinderen een positief opgroei- en opvoedklimaat voldoende. Zij redden zich prima, onder andere door gebruik te maken van de basisvoorzieningen in de stad. Een kleinere groep jeugdigen en hun ouders heeft (tijdelijke) ondersteuning nodig in de vorm van een voorziening. Slechts voor een zeer kleine groep jeugdigen en hun ouders is ingrijpen door de overheid nodig. Dit is het geval als ouders er onvoldoende in slagen om hun opvoedverantwoordelijkheid waar te maken en hun kinderen in de ontwikkeling worden bedreigd, of wanneer een jongere een strafbaar feit heeft gepleegd . Streven is: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. b. Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien. Kinderen hebben baat bij een stabiele opvoedsituatie met toekomstperspectief. Echter: niet iedere jeugdige groeit door allerlei oorzaken op in een stabiel en veilig gezin. Sommige kinderen wonen, tijdelijk, in een pleeggezin binnen de familie, bijvoorbeeld bij een tante of bij opa en oma, ook wel netwerkpleegzorg genoemd. Andere kinderen wonen in een pleeggezin buiten de familie. Kinderen kunnen ook geplaatst worden in een gezinshuis of een residentiële instelling. Ook deze kinderen moeten een duurzame plek hebben waar zij ’zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien: een pleeggezin of een gezinshuis. c. Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen. Kinderen hebben recht op een toereikende levensstandaard, ook als er thuis weinig te besteden is. Onderzoek wijst uit dat kinderen en jongeren die opgroeien in armoede in hun ontwikkeling worden belemmerd. Nu investeren voorkomt problemen op latere leeftijd. Het helpt ook voorkomen dat kinderen de problemen van hun ouders erven, waardoor armoede overgaat van generatie op generatie. Wij willen dat elk kind ervaart dat hij of zij meedoet en erbij hoort; nú meedoen betekent straks meetellen. Activiteiten als sport, schoolreisjes en muziek horen bij de vorming van ieder kind.
Indicatoren Aantal indicatoren: 5
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek". De indicator laat het percentage van de zware voorzieningen voor Jeugdhulp zien, ten opzichte van het totaal aantal voorzieningen. Onder zware voorzieningen voor Jeugdhulp valt het wonen en verblijf, maatregelhulp (jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugdzorg +), landelijk transitiearrangement (LTA) en beschikbaarheidsvoorzieningen zoals het Coördinatiepunt spoedhulp, crisisbedden en driemilieusvoorzieningen. Dat we de laatste jaren een lichte stijging zien van het aandeel zware hulp, kan te maken hebben met corona, wachttijden en krappe arbeidsmarkt. Het streven is om deze tendens vanaf 2023 om te buigen naar een daling. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien". De indicator laat het percentage van het aantal unieke kinderen en jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van het totaal aantal cliënten met Jeugdhulp zien. Jeugdbescherming kan worden ingezet als de kinderrechter jeugdigen onder toezicht stelt wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige. We streven er naar dat via vroegtijdig signaleren en hulp bieden in situaties waarin het welzijn of de gezondheid van kinderen bedreigd wordt, het aantal uithuisplaatsingen afneemt vanaf 2023. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien". In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal jongeren met pleegzorg of een plaatsing in een gezinshuis afgezet tegen het totaal aantal jongeren met Jeugdhulp wonen & verblijf. We streven naar een duurzame woonsituatie voor kinderen die niet thuis kunnen opgroeien. Plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis heeft dan de voorkeur boven andere verblijfsvoorzieningen. Tussentijdse cijfers over 2022 laten een verbetering ten opzichte van 2021 zien. Dit in 2022 hogere verwachte aantal duurzame plekken in pleeggezinnen of gezinshuizen blijft vanaf 2023 het streven. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien". Huiselijk geweld is geweld door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer, hierbij gaat het om geweld in afhankelijkheidsrelaties. Deze indicator omvat alle meldingen van de verschillende vormen Huiselijk geweld. Veilig Thuis Twente (VTT) werkt vanuit een regionale beleidsvisie en is actief voor geheel Twente. Deze indicator betreft derhalve het jaarlijkse aantal meldingen van huiselijk geweld in geheel Twente. Door het toenemende vertrouwen in VTT als samenwerkingspartner en investering in betere signalering en registratie, is de verwachting dat de meldingen in de nabije toekomst nog zullen stijgen. Tussentijdse cijfers over 2022 bevestigen dit beeld. Enerzijds is dit positief omdat meer inwoners en professionals VTT weten te vinden en tijdig hulp kan worden ingezet. Anderzijds hopen we door meer in te zetten op preventie dit soort situaties te voorkomen, hierbij hebben extra focus voor (jonge) kinderen en jongeren. We streven uiteindelijk naar een afname en stabilisatie van meldingen. De gemeente Enschede heeft lokaal een beperkte invloed op deze afname en stabilisatie omdat we ons beleid richten op de gehele regio Twente. De aanpak van Huiselijk geweld is een kwestie van voortdurende inzet en vraagt om een lange adem en lef. Vanaf 2025 ambiëren we als regio een stabilisatie en in 2026 een daling. Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt c. "Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen". In deze indicator wordt het aantal unieke kinderen dat een verstrekking van de Stichting Leergeld heeft ontvangen weergegeven in een percentage ten opzichte van de totale groep kinderen van 4-18 jaar dat leeft in een gezin dat moet rondkomen onder 120% van het wettelijk sociaal minimum. De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen. In de kadernota 'Rondkomen met je inkomen' zijn bereiksdoelstellingen t/m 2024 opgenomen voor de Stichting Leergeld. Deze doelstelling is in de nota vastgelegd op 75%. In 2020 en 2021 heeft Stichting Leergeld een daling in bereik laten zien, met name als gevolg van de coronacrisis. Over de eerste helft van het jaar 2022 zien we weer een groei in aanvragen en daarmee in bereik en we verwachten dat dit herstel zich gestaag zal doorzetten. In afstemming met de Stichting Leergeld is de bereiksdoelstelling nu vastgesteld op een minimaal bereik van 75% in 2026 (niet als ondergrens, maar als realistisch streven). Bron: Kwiz Armoedemonitor Enschede en Stichting Leergeld.
Acties 2023 |
Aantal acties: 5
01. We voeren de landelijke Hervormingsagenda 2022-2028 uit.
Het ministerie van VWS, de VNG en partners in de jeugdzorg hebben in november 2022 de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 gereed. Aanleiding is dat het huidige jeugdstelsel niet (meer) houdbaar is. Inzet van de hervorming is te zorgen dat kwetsbare kinderen goede zorg krijgen. De doelen zijn daarom: 1. betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is; en 2. een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel. De agenda wordt uitgewerkt in zeven thema’s: Reikwijdte & preventie, toegang, kwaliteit & effectiviteit, kennis-leren-ontwikkelen, regionalisering, inkoop & administratieve lasten en data & monitoring. In 2023 starten we in Enschede met de uitvoering van de agenda.
|
|
02. We ontwikkelen een toekomstscenario jeugd en gezinsbescherming.
Dit gezamenlijke project van de ministeries van VWS en J&V staat in het teken van een veilig thuis. Het schetst hoe de kind en -gezinsbescherming er over een aantal jaar uit komt te zien. Kern van het scenario is dat het lokale team het vaste aanspreekpunt wordt voor kwetsbare gezinnen en dat een regionaal veiligheidsteam het lokale team hierbij ondersteunt. Inzet is in 2023 de wijkteams op dit punt te versterken en aanvullend een regionaal veiligheidsnetwerk op te zetten. In 2023 gaan we: - een opdracht beleggen bij regionale kwartiermaker toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming; - het team Huiselijk Geweld (Wijkteams) door te ontwikkelen volgens de pijlers van het toekomstscenario.
|
|
03. We doen mee aan het landelijk actieprogramma 'Kansrijke start'.
Dit programma heeft als doel om meer kinderen een kansrijke start te geven. In Nederland heeft 14% van de kinderen een valse start bij de geboorte. Door deze valse start krijgen kinderen later vaker groei- en (psychische) ontwikkelingsproblemen, suikerziekte, hart- en vaatziekten en overgewicht en komen ze veel vaker in aanraking met jeugdhulp. Het actieprogramma is erop gericht dat (1) meer kwetsbare ouders goed voorbereid met hun zwangerschap starten; (2) minder ongeplande en onbedoelde zwangerschappen in kwetsbare gezinnen voorkomen; (3) beter problemen (ook niet-medische) worden gesignaleerd bij (aanstaande) kwetsbare gezinnen; (4) meer aanstaande kwetsbare ouders eerder de juiste hulp krijgen; (5) meer kwetsbare ouders toegerust zijn voor het ouderschap en de opvoeding en (6) minder baby’s en jonge kinderen uit huis of onder toezicht worden geplaatst. In het nieuwe regeerakkoord is Kansrijke Start voor langere termijn opgenomen. We maken een vertaalslag vanuit het Rijksprogramma 2022-2025 naar lokaal niveau. Naast een stedelijke uitvoeringsagenda, gaat meer gebiedsgericht gewerkt worden. Op basis van data en energie bij partners uit de geboortezorgketen en het sociaal domein kijken we in welk gebied dit het beste kan starten. Tevens rollen we de methodiek ‘Nu Niet Zwanger’ verder uit, door meer aandachtsfunctionarissen in Enschede op te leiden.
|
|
04. We verminderen de schadelijke gevolgen van complexe echtscheidingen voor kinderen.
In 2023 ontwikkelen we een systemische aanpak. Daarnaast onderzoeken we welke regionaal ontwikkelde interventies ten aanzien van het voorkomen van complexe echtscheidingen relevant zijn voor Enschede. Deze vertalen we naar de Enschedese situatie en implementeren we. De interventies hebben betrekking op de volgende onderdelen: a. deskundigheidsbevordering professionals, b. publiekscampagne gericht op netwerk van scheidende ouders, c. afspraken met school en d. vroegtijdig signaleren (ontwikkelen en implementeren risico-taxatie-instrument). Ook onderzoeken we of de inrichting van “echtscheidings”-jeugdbeschermingstafel bijdraagt aan het veilig laten opgroeien van kinderen. Doel van de tafel is om samen met ouders en kinderen het traject van de jeugdbeschermingsmaatregel in het kader van gezag en omgang vorm te geven.
|
|
05. We zetten extra jongerenwerk in op scholen en in wijken.
Het jongerenwerk behoort tot de basisvoorzieningen in het voorliggende veld als het gaat om activiteiten die bijdragen aan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van onze jongeren. Door in en rond school aanwezig te zijn, komen jongerenwerkers makkelijk in contact met jongeren. En jongeren kunnen laagdrempelig bij hen terecht voor vragen of met problemen. Jongerenwerkers kunnen voor scholen een waardevolle samenwerkingspartner zijn, omdat zij weten wat er speelt in het leven en de leefomgeving van de jongeren buiten de schoolmuren. Door een goede samenwerking tussen het jongerenwerk en scholen kunnen jongeren daardoor nog beter ondersteund worden. Gelet de vraagstukken waar een aantal scholen zich voor gesteld ziet en het doel om jongeren laagdrempelig en vroegtijdig te ondersteunen, is versterking van het jongerenwerk op deze scholen gewenst en nodig. Rondom ‘preventie veiligheid en jongeren’ is het jongerenwerk essentieel. Het jongerenwerk kan preventief, door samen te werken met andere partijen, een betekenisvolle bijdrage leveren aan veilige en leefbare wijken en escalaties als rellen of overlast kunnen worden voorkomen. Ook kan door vroegtijdige signalering en het delen van deze signalen op tijd worden ingegrepen als een jongere in de criminaliteit dreigt af te glijden. Jongerenwerkers kunnen in zo'n situatie een belangrijke rol spelen door de jongere perspectief te bieden, te betrekken bij de samenleving en aan talentontwikkeling te werken. Om deze doelen te halen is extra inzet van het jongerenwerk in de wijken nodig.
|
|
|
|
. |
03.02 Iedere inwoner neemt volwaardig deel aan de samenleving Afkomst, geslacht, milieu, opleiding en inkomen (bij jeugd van ouders), fysieke of verstandelijke beperking, bepalen nog te veel de invulling van talentontwikkeling, opleiding en werk. We maken van gewoon meedoen niet een individueel gevecht, maar een taak die we als samenleving hebben te vervullen. Hierbij letten we op een supporterende omgeving, voldoende passende plekken voor onze inwoners om mee te doen al dan niet via een passende plek op de arbeidsmarkt. Rol gemeente: op basis van vertrouwen investeren in mensen door middel van het beschikbaar stellen van voorzieningen. Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten: a. Wij willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten. Participatie, het meedoen en bijdragen aan de maatschappij, vertegenwoordigt voor een persoon allerlei positieve aspecten zoals zingeving, zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Maar participatie heeft in veel gevallen ook expliciete maatschappelijke relevantie en -baten. Bij dit subdoel ligt de focus op betekenisvolle participatie oftewel maatschappelijke inzet. Dit betreft vormen van actieve participatie die van belang zijn voor het individu, én tot doel hebben anderen te helpen of bij te dragen aan de leefomgeving of maatschappij. b. Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren. Inwoners kunnen uiteenlopende uitdagingen ervaren die een hindernis vormen voor de gewenste mate van eigen kracht, zelfredzaamheid en het volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Beperkingen kunnen op fysiek, psychisch, taalvaardig en/of financieel gebied zijn. c. We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat zijn thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning. Doel van de Wmo is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en deel te laten nemen aan het dagelijks leven, al dan niet met behulp van voorzieningen uit de Wmo. Dit sluit aan bij de wens van veel ouderen. Het stelt ze in staat om in de eigen vertrouwde omgeving met hun vertrouwde netwerk te blijven. Daarnaast geldt voor veel ouderen dat ze hun lage woonlasten behouden. Er kleven natuurlijk ook nadelen aan langer thuis blijven wonen, de woning moet toekomstbestendig gemaakt worden, sommige ouderen ervaren eenzaamheid en ondersteuning is vaak wenselijk. Het is belangrijk om per individu te blijven kijken naar de afweging tussen de voor- en nadelen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 6
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten". Deze indicator is een totaalscore van het percentage inwoners dat zich inzet voor a. buren, buren in een zorgwekkende situatie (eenzaamheid, zelfverwaarlozing of andere probleemsituatie), verenigingsleven, vrijwilligerswerk en/of zorg aan een hulpbehoevende naaste (mantelzorg) in de afgelopen 12 maanden. Streven is een continue stijging. We zetten in op het versterken van de sociale basis, zodat inwoners zichzelf kunnen redden via de aanwezigheid van voorzieningen in de buurt. Bron: Waarstaatjegemeente.nl
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten" en is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet. Het betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club. Er is deze eeuw sprake van een stabiele lijn, variërend tussen 58% en 63%, met een kleine uitschieter in 2019 (66%) en 2021 (57%). Streven is de score van het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeentegrootte 100.000-300.000 inwoners). In 2021 was de score van Enschede nagenoeg gelijk. De score ligt ook op het landelijk niveau. Bron: stadspeiling Kennispunt Twente
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten" en is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet. Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. We meten hier het vrijwilligerswerk met structureel karakter. Enschede scoort op deze indicator hetzelfde als landelijk. Het beleid is gericht op een hogere vrijwillige inzet van de inwoners, daarom streven we naar geleidelijke toename. Daarbij zagen we de laatste paar jaar een lichte krimp doordat de bereidheid tot structureel vrijwilligerswerk daalt. Voor incidentele klussen speelt dit niet, in de coronacrisis nam dit zelfs toe. Bron: stadspeiling Kennispunt Twente
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren". Deze indicator is een optelsom (schaalscore) van zeven onderdelen: (algemene) lichamelijke gezondheid, fysiek functioneren (bewegen), geestelijke gezondheid, taal & cultuur, financieel, gevoel er niet bij te horen/niet thuis te voelen en anders. In de afgelopen zes jaar is er sprake geweest van een stijging van 0,08 (op de schaalscore), deze stijging willen we doorzetten. Op taal & cultuur scoren we beter dan landelijk, bij de onderdelen geestelijke gezondheid en gevoel er niet bij te horen scoren we iets lager en op de andere vier onderdelen scoren we hetzelfde als landelijk. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.2 en 5.3
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren". Een Wmo voorziening is ondersteuning binnen het kader van de Wet Maatschappelijke ondersteuning geleverd in de vorm van een product of dienst die is afgestemd op de wensen, persoonskenmerken, mogelijkheden en behoeften van een individu. In deze indicator wordt het aantal inwoners van Enschede (per 1.000 inwoners) in de eerste helft van een jaar getoond met een Wmo voorziening, te weten Ondersteuning thuis, Hulp bij het huishouden en Hulpmiddelen en diensten. Door de invoering van de sociale basis is de verwachting dat de verwachte groei kan worden gestabiliseerd door meer in te zetten op algemene vrij toegankelijke voorzieningen in de wijken en buurten. Voor de ondersteuning huishouden is de verwachting dat het beroep hierop tot 2025 verder toe zal nemen. Vanaf 2025 is de verwachting dat de groei minder zal zijn doordat inwoners met een hoger inkomen bij een nieuwe aanvraag zullen afzien van de inzet via de gemeente omdat de eigen bijdrage hiervoor hoger zal zijn dan wanneer de ondersteuning zelf wordt georganiseerd. Dit is een gevolg van een verwachte wetswijziging die zal leiden tot een eerlijkere eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp. Bron: Wmo voorspelmodel (vng.nl) en Dashboard - Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein - Enschede (waarstaatjegemeente.nl)
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt c. "We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat is thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning". In deze indicator wordt het aantal zelfstandig wonende inwoners van Enschede van 70 jaar en ouder per 1000 inwoners getoond. Dit wordt gemeten aan de hand van het aantal ouderen met een indicatie voor de wet langdurige zorg die niet zelfstandig wonen. De afgelopen jaren is het aantal ouderen wat zelfstandig woont stabiel gebleven. Dit is te verklaren doordat er een aantal grote langdurige zorg instellingen in Enschede zijn, met een regionale functie. Pas zodra het Zorgkantoor besluit het aantal intramurale plekken in Enschede te beperken, zal het aantal inwoners dat zelfstandig woont groter worden. De gemeente Enschede heeft hier geen invloed op, anders dan vanuit o.a. het bestemmingsplan verdere scheiding van wonen en zorg (extramuralisering) mogelijk te maken. Bron: CBS, Monitor Sociaal Domein Wmo.
Acties 2023 |
Aantal acties: 6
01. We besteden de Wmo-dienstverlening aan.
In 2023 gaan we de Wmo-onderdelen begeleiding, dagbesteding, persoonlijke verzorging, (kortdurend) verblijf en ondersteuning bij het huishouden aanbesteden. Contracten voor ondersteuning huishouden starten op 1 januari 2024, de contracten voor dagbesteding, begeleiding, persoonlijke verzorging en (kortdurend) verblijf starten op 1 januari 2025. Belangrijke punten in deze aanbestedingen zijn: samenwerken in de wijk versterken (gebiedsgericht), aansluiting met de sociale basis, mensen worden zo normaal mogelijk in de eigen woonomgeving ondersteund en waar mogelijk zijn er minder aanbieders.
|
|
02. We voeren het beleidskader ‘Toezicht en handhaving Wmo en Jeugd’ 2022-2025 uit.
In juni 2022 is dit kader door de raad vastgesteld. Speerpunten in 2023 zijn: - proactief toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid: zorgaanbieders worden steekproefsgewijs proactief onderzocht door middel van een QuickScan; - integrale signalering en samenwerking: de regionale werkgroep zorgfraude zorgt voor een gezamenlijke aanpak tegen zorgfraude en de proeftuin zorgfraude biedt ruimte om te experimenteren met vernieuwde werkwijzen; - risico gestuurd toezicht: we hebben aandacht voor data gestuurd werken, door analyse van externe data en het ontwikkelen van een intern dashboard. Deze actie draagt ook bij aan doel 3.1.
|
|
03. We stellen een woonzorgvisie voor ouderen op.
Het aantal inwoners van Enschede van 65 jaar en ouder neemt de komende jaren sterk toe als gevolg van de dubbele vergrijzing (meer ouderen, die gemiddeld ouder worden). In 2023 breiden we onze woonvisie uit met een onderdeel ‘woonzorgvisie’, waarin we beschrijven hoe we deze doelgroep in de toekomst in een fijne leefomgeving voldoende kunnen faciliteren in hun woon- zorgbehoefte. De woonzorgvisie is een product dat in samenwerking met partners (woningcorporaties, zorgpartijen en zorgkantoor) tot stand komt en door partijen gezamenlijk wordt vastgesteld. Deze actie draagt ook bij aan doel 07 (In Enschede kun je prettig en gezond wonen en leven) van het programma Duurzaam werken, wonen en leven
|
|
04. We maken inclusief beleid.
Inclusiebeleid gaat over: - het ondersteunen van organisaties die zich inzetten voor emancipatie; - het ondersteunen van organisaties die zich inzetten voor LHBTI+; - het tegengaan van discriminatie; - het in gesprek gaan en blijven via de tafel van Vrede met alle geloofsgemeenschappen in de stad; - het omarmen van VN-verdrag voor mensen met een handicap en dit onderdeel laten zijn van beleidsontwikkeling voor de inwoners van de stad. In 2023 zetten we in op het verder uitbreiden van het Pride-netwerk, in samenwerking met de Provincie Overijssel. Daarnaast zetten we de stadsgesprekken over racisme en discriminatie voort, die we naar aanleiding van de raadsmotie in 2022 zijn opgestart. En we voeren de acties uit die voortkomen uit het VN-verdrag op de terreinen openbaar vervoer, sport, zorg, wonen, mobiliteit, toegankelijkheid en ruimtelijke ordening.
|
|
05. We beëindigen de bed-bad-brood-regeling.
De bed-bad-brood-regeling (BBB) voor mensen die al lange tijd in Enschede verblijven maar geen rechtsgeldige verblijfsdocumenten hebben, eindigt op 1 augustus 2023. Er vindt geen nieuwe instroom meer plaats. Voor de vier huidige gebruikers zoeken we een oplossing die hen perspectief biedt. Perspectief dat voorkomt dat hun enige alternatief 'de straat' is. Activiteiten: 1. trajectplannen per individu koppelen aan formele beëindiging per 1 augustus 2023; 2. lobby bij het Rijk om een landelijke oplossing voor deze groep te krijgen; 3. t.b.v. het zo goed mogelijk faciliteren van het toekomstperspectief zoeken naar activering en participatie in de woonomgeving (via o.a. vrijwilligerswerk, cursus en scholing, activiteiten bij buurtcentra, werk), hierbij optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die de huidige regelgeving biedt; 4. juridische ondersteuning (laten) bieden om het proces om alsnog een geldige verblijfsstatus te verkrijgen te kunnen afronden in de resterende periode; 5. waar nodig een individuele eenmalige investering om een vervolgstap in Nederland, het land van herkomst of een ander land mogelijk te maken en waarmee de bemoeienis van Enschede eindigt. We informeren de Raad medio mei/juni 2023 over voortgang en de definitieve afronding van het traject en hebben waar nodig afstemming met de Raad bij dreigende stagnatie of andere bijzonderheden.
|
|
06. We voeren de nieuwe Wet Inburgering uit.
De Wet inburgering 2021 is vanaf 1 januari 2022 van kracht. De regie op de uitvoering van de inburgering ligt bij de gemeenten. Het doel van de wet is om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk te laten meedoen in de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk. In 2023 gaan we verder met de implementatie en uiteraard de uitvoering. Statushouders die zich in Enschede vestigen, worden intensief begeleid, waarbij we ons richten op het inburgeren, het leren van de taal en het vinden van werk.
|
|
|
|
. |
03.03 Iedere inwoner ontwikkelt zijn talenten (door) We willen dat al onze inwoners hun talenten kunnen blijven doorontwikkelen, van jong tot oud. Hierbij willen we dat het milieu waarin je opgroeit (gezin, school, vereniging, buurt e.d.) geen rol speelt in de hoeveelheid kansen die je geboden krijgt. Daarbij begint het vanaf jonge leeftijd, waarbij er nauw samengewerkt moet worden met scholen. Maar zien we als gemeente ook een belangrijke rol in het klaarstomen voor de arbeidsmarkt voor al onze inwoners. Rol gemeente: onze rol begint bij onze jeugd en jongeren. Hierbij sturen we op vroegtijdige preventie. Daarnaast sturen we op schoolgang en handhaven daar op. We zorgen dat er hulp komt voor jongeren met psychische problemen om toch door kunnen met school en opleiding. We financieren het onderwijs om een breder aanbod te doen en het middenveld om veel jongeren te bereiken. Verder willen we dat ook als je ouder bent of nieuw bent in Nederland je kansen hebt om je verder door te ontwikkelen. We stimuleren een leven lang onderwijs. Vanuit deze rol hebben we als speerpunt: a. Wij willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben. Een schooldiploma vergroot de kans op participatie via betaald werk. Voor een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is een opleiding mbo2, havo-, vwo-, of hoger vereist. De inzet van de gemeente is om te voorkomen dat jongeren afhaken en om hen alsnog een diploma te laten behalen. Daarnaast ben je nooit te oud om te leren en zetten we in op een leven lang leren.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben". Het hebben van een startkwalificatie (een diploma mbo2, havo-, vwo-, of hoger) is enorm belangrijk om een zelfstandig leven op te bouwen en te leiden. Zonder startkwalificatie is de kans zes keer zo groot op maatschappelijke uitval. Als je geen startkwalificatie haalt, is de kans 1 op 3 dat je een participatiewet-uitkering nodig hebt. Daarom willen wij dat zoveel mogelijk inwoners een startkwalificatie hebben. We hanteren als streefwaarde de Europese doelstelling van 80%. Dat is ambitieus en de komende jaren blijven we daar waarschijnlijk onder. Ook blijkt de waarde regelmatig te schommelen. Dat komt waarschijnlijk doordat de samenstelling van de beroepsbevolking per jaar verschilt. De uitschieter in 2021 kunnen we nog niet verklaren. Onze inzet is vooral gericht op jongeren tot 27 jaar. Samen met het onderwijs en andere (zorg-) partners proberen we te voorkomen dat jongeren afhaken op school . Als dat wel gebeurt, gaan we met de jongeren aan de slag om alsnog een terugkeer naar school mogelijk te maken. Voor jongeren waar verder studeren echt geen optie is, zorgen we voor goede begeleiding naar en ondersteuning op de arbeidsmarkt. Overigens is de relatie tussen onze inzet en het maatschappelijk resultaat niet één op één. Jongeren, ouders en scholen bepalen de uitkomst mee. Bron: CBS-EBB
Acties 2023 |
Aantal acties: 8
01. We voeren het programma Kansengelijkheid 2023-2033 uit.
In 2023 geven we invulling aan het programma Kansengelijkheid. Ieder kind moet in Enschede de kans krijgen het mooiste en beste uit zichzelf te halen. We letten daarbij op de nog sterke verschillen tussen wijken. Dat betekent ook: voor gelijke kansen gaan we ongelijk investeren. Het programma is een lange termijn aanpak en een verbreding en verdieping van de strategie Kansengelijkheid zoals vastgesteld in december 2020. Deze actie hangt samen met alle drie hoofddoelen en in het bijzonder met doel 3.
|
|
02. Op het voortgezet onderwijs (VO) voeren we schoolaanwezigheidsbeleid uit.
Dit doen we met schoolwijkcoaches, jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg en leerplicht. Op het VO kunnen jongeren nog niet stoppen met school. Maar er kunnen wel allerlei problemen zijn die later de oorzaak kunnen zijn om wel te stoppen met school. Daarom werken we met scholen samen om op tijd die problemen in beeld te krijgen en met jongeren en ouders daaraan te werken. Het komende jaar maken we hierover in de LEA scherpe afspraken over (zie actie 05).
|
|
03. We voeren we de jongerenaanpak Twentse Belofte uit.
Dit doen we met wijkcoaches, werkcoaches, jongerencoaches en RMC en in nauwe samenwerking met het MBO in Twente. We bespreken met de jongeren wat de oorzaak is van het niet kunnen afronden van een opleiding. Daarrna gaan we samen met hen aan de slag om die oorzaken weg te nemen en zo een succesvolle terugkeer in het onderwijs mogelijk te maken of een stap richting arbeidsmarkt te zetten al dan niet gecombineerd met scholing.
|
|
04. We zorgen dat jongeren uit het VSO en PRO een goede en duurzame overstap maken naar de arbeidsmarkt of dagbesteding.
Dit doen we samen met RMC, werkcoaches, DCW, Werkplein Twente en wijkcoaches. Het komende jaar versterken we onze aanpak. In heel Twente – en dus ook in Enschede – gaan jongeren met scholen en gemeenten “toekomstplannen” maken. In een toekomstplan blikt een jongere vier jaar vooruit op het gebied van school/werk, inkomen, wonen, relaties en vrije tijd. De jongere krijgt vervolgens een coach die hem helpt om dat plan uit te voeren. Op die manier maken jongeren uit het VSO en PRO meer kans op een goede vervolgstap na het afronden van hun school.
|
|
05. We voeren de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) uit.
De in 2022 vast te stellen LEA is de meerjaren-agenda voor de periode 2023-2026 met de schoolbesturen primair en voortgezet onderwijs, mbo en de kinderopvang. Centraal staat een samenhangende aanpak voor leerlingen in een kansarme situatie, met betrokkenheid van hun ouders en met de school als trefpunt voor een brede coalitie: met armoedebestrijding, voor- en naschoolse educatie, taal, sport, ICT, techniek, media, cultuur en ondernemerschap. Voor de gemeente betekent dit dat we doelen en financiële middelen van verschillende portefeuilles samenbrengen op plekken waar ze het verschil kunnen maken.
|
|
06. We stimuleren de rijke schooldag.
In het voortgezet onderwijs is als uitvloeisel van de corona-periode een start gemaakt met een aantal huiskamers. De eerste ervaringen hiermee zijn positief. Deze aanpak willen we samen met de betrokken partners bestendigen en uitbreiden. Meer aanbod voor kinderen in aansluiting op de reguliere schooltijd vraagt ook een verbreding naar partners en activiteiten op het gebied van cultuur en/of sport (de "rijke schooldag"). Dit zal naar verwachting ook onderdeel zijn van de nieuwe LEA (zie actie 3.03-05).
|
|
07. We stimuleren extra inzet op basisvaardigheden.
Het onderwijs van basisvaardigheden vergt extra aandacht, zeker ook in Enschede waar een relatief groot deel van de bevolking laaggeletterd is. We willen de samenwerking met de onderwijspartners en de Bibliotheek Enschede verder versterken en blijven inzetten op het vergroten van het bereik van de voorschoolse educatie. Taal en (voor)lezen brengen we met campagnes en de website www.Gavoortaalenschede.nl onder de aandacht.
|
|
08. We ontwikkelen door op het thema onderwijs-jeugdzorg: collectief arrangeren op de zorg-intensieve scholen en de focus op schoolaanwezigheid.
Afgelopen jaren is er in de regio op diverse plekken geëxperimenteerd met het optimaal verbinden van jeugdzorg met de zorg in het onderwijs. Met name op zorg-intensieve scholen (veelal (V)SO, PRO en SBO) knelt de individueel gerichte jeugdzorg met de groepsgewijze aanpak binnen het onderwijs. De pilots OJA hebben laten zien dat dit beter kan. In de periode tot en met 2024 gaan we de inzet van jeugdzorg en de ondersteuning op de school verder integreren. Hierbij werken de verschillende partijen (scholen, gemeente en zorgaanbieders) op een interprofessionele manier samen. Een tweede aandachtsveld dat juist voor leerlingen die dreigen uit te vallen van groot belang is, is de aandacht voor de schoolaanwezigheid. Hierbij valt het onderscheid tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim weg. Het is voor de leerling niet goed dat er onderwijstijd gemist wordt. Vanuit een goede analyse kunnen school-, klas- en persoonsgerichte interventies worden ingezet.
|
|
|
|
. |
|