|
1. Jeugd groeit veilig op en ontwikkelt talenten
Iedere jeugdige groeit gezond en veilig op, kan zijn/haar talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Hij/zij groeit op in een gezin; speelt en neemt deel aan sport en cultuur; gaat naar school en behaalt diploma’s en een startkwalificatie en krijgt passende ondersteuning waar nodig. Zo krijgt hij/zij de kans een (sociaal-economisch) zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden die zoveel als mogelijk zelfstandig kan wonen en leven en een goed perspectief heeft op de arbeidsmarkt.
|
1.01 De jeugd is gezond en actief Jeugdigen die gezond leven (eet- en beweeggedrag) zijn minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten lekkerder in hun vel. Via de jeugdgezondheidszorg (met de focus op preventie, vroegsignalering en lichte ondersteuning) en sport willen we een gezonde leefstijl bij de jeugd bevorderen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2
 Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor jeugd (4-17 jaar). Oftewel minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij kinderen verlaagt bewegen eveneens het risico op depressieve symptomen, verbetert het de insulinegevoeligheid en botkwaliteit en verlaagt het bij kinderen met overgewicht en obesitas de BMI en vetmassa. Verder verbetert bewegen de fitheid en spierkracht. Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten. Het percentage was in Enschede in 2015 hoger dan in Twente. Streven is minimaal het Twents gemiddelde. Bron: Gezondheidsmonitor jeugd GGD-GHOR (Twentse gezondheidsverkenning, meting klas 2 en 4 VO).
 Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, waarde 18,5-25: normaal gewicht, waarde >25: overgewicht en waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). De indicator geeft het percentage jeugd (0-17 jaar) met overgewicht en obesitas aan. Enschede scoort niet alleen hoger dan het landelijk gemiddelde, maar ook hoger dan het Twents gemiddelde. De trend is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Uit onderzoek blijkt bij bevolkingsgroepen met een lage sociaal-economische score (ses) vaker sprake is van overgewicht dat bij andere groepen. Enschede heeft relatief veel mensen met een lage ses. Streven is om bij kinderen in het basisonderwijs terug te gaan naar het percentage van 2015 en bij de jongeren in het voortgezet onderwijs naar het percentage van 2016. Bron: Gezondheidsmonitor jeugd GGD-GHOR.
Acties 2022 |
Aantal acties: 3
01. We versterken de jeugdgezondheidszorg
Uit onderzoek van Verwey & Jonker blijkt dat een versterking van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) noodzakelijk is. De JGZ ziet bijna alle kinderen en volgt ze in hun ontwikkeling en biedt een goede infrastructuur om kinderen en ouders te bereiken. Deze combinatie van kenmerken maakt dat de JGZ veel potentie heeft om een centrale positie te spelen in de preventieketen en in het vroegtijdig signaleren van problemen. Dit geldt zowel voor de relatie naar de curatieve zorg als naar de jeugdhulp en het bredere sociale domein. In het ambitiedocument Gezond, gelukkig en vitaal in Enschede wordt dit nader uitgewerkt (zie doel 2.01 actie 01). Regionaal wordt in 2022 ingezet op toerusten (voor)scholen bij schoolgezondheidsbeleid, data voor lokaal beleid, bijdrage aan transitie van schoolverzuim naar schoolaanwezigheid en inzet JGZ bij toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs.
|
|
02. We benutten de maatschappelijke waarde van de speeltuinen.
We ondersteunen de Stichting Enschedese Speeltuinen (SES) bij het uitwerken van zijn toekomstvisie, waarin onder andere de maatschappelijke waarde van de individuele speeltuinen worden ingezet bij het aanbieden van algemene voorzieningen voor de wijkbewoners en de toekomstbestendigheid van de speeltuinen wordt verbeterd. Voor de zeventien speeltuinen zijn de plannen gereed. We gaan bekijken welke rol de speeltuinen gaan spelen in de sociale basis (zie actie 01 subdoel 2.02). Daarbij kijken we ook naar nut en noodzaak van de panden bij de speeltuinen.
|
|
03. We gaan de JOGG-methodiek uitrollen onder de Enschedese jeugd.
Onze leefomgeving is de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. Overal om ons heen worden we voortdurend verleid tot veel en ongezonde voeding, we bewegen steeds minder, hebben veel stress en slapen onvoldoende. Dit wordt versterkt door het intensieve gebruik van smartphones en tablets. Voor kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers is het in deze omgeving moeilijk om gezonde keuzes te maken. Bovendien maken sociaaleconomische factoren in het gezin zoals armoede, werkloosheid of scheiding dat een gezonde leefstijl geen prioriteit krijgt. Het gevolg is een enorme groei van welvaartsziekten. Mensen met overgewicht lopen meer fysieke gezondheidsrisico’s, daarnaast hebben zij vaak ook mentale problemen. De gevolgen van overgewicht en obesitas zijn niet alleen belastend voor het individu, maar ook voor de samenleving. De aanpak JOGG heeft als doel dat alle kinderen en jongeren in Nederland opgroeien in een gezonde leefomgeving met aandacht voor gezonde voeding, voldoende bewegen, ontspanning en slaap. Enschede doet ook mee aan JOGG en we gaan samen met partners (uit onder andere het onderwijs, vrijetijdsorganisaties zoals sportverenigingen, scouting en speeltuinen), welzijn, buurt- en wijkorganisaties) een plan van aanpak opstellen en uitvoeren.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Openbaar Lichaam Gezondheid
Maatschappelijk rendement:
Het Openbaar Lichaam Gezondheid is een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten. Het voert taken uit op het gebied van volksgezondheid, jeugdhulp & maatschappelijke ondersteuning. Het omvat de onderdelen Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp (OZJT) en Veilig Thuis Twente (VTT).
- GGD voert taken uit in het kader van de Wet Publieke gezondheid, zoals jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, opvoedondersteuning, rijksvaccinatieprogramma, inspecties kinderopvang), voorkomen en beheersen van infectieziekten, geven van reisadvies en inentingen, voorlichting over gezondheid en verzorgen van medisch spreekuur dak- en thuislozen.
- OZJT regelt de inkoop van tweedelijns jeugdhulp en Wmo –maatwerk voor de regio Twente en voert het contractmanagement voor de gesloten contracten met zorgaanbieders en doet dit voor die onderdelen waar we verplicht regionaal op moeten samenwerken.
- VTT voert de wettelijke taak uit van advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
|
|
|
|
. |
1.02 De jeugd groeit thuis op en doet dat in een veilige thuissituatie Jeugd heeft een goede opvoeding en een stabiele en veilige omgeving nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het liefst door en bij de ouder(s).
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting De kinderrechter kan jeugdigen onder toezicht stellen wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige. De indicator betreft jeugdigen van 0 t/m 17 jaar. Corona heeft geen duidelijke invloed gehad op de omvang van de ondertoezichtstellingen. De zorg voor kwetsbaren is altijd doorgegaan. Onduidelijk is wat de nasleep zal zijn van de corona maatregelen. We kiezen er daarom voor om de streefwaarde voor 2025 niet te wijzigen ten opzichte van de voorgaande periode. Er staan echter grote veranderingen op stapel voor de Jeugdbescherming met het toekomstscenario Jeugd- en gezinsbescherming, zoals het regionaal vorm geven van een veiligheidsteam en het (nog) sterker positioneren van het lokale team in deze keten. Volgend jaar wordt duidelijk of dit traject daadwerkelijk landelijk in gang wordt gezet. Dat zou dan kunnen leiden tot het bijstellen van het ambitieniveau door het aantal ondertoezichtstellingen te verlagen. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Pleegzorg is zorg voor jeugdigen die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Het is een vorm van hulp waarbij een jeugdige tijdelijk in een ander gezin gaat wonen. Zeven dagen per week of af en toe een weekend of vakantie. Sinds 2018 hebben gemeenten ook de plicht om pleegzorg aan te bieden na de leeftijd van 18 (tot 21) jaar. Deze groep maakt geen onderdeel uit van de indicator om een vergelijkbare trendlijn van 2016 t/m 2022 mogelijk te maken. De score op deze indicator is al een aantal jaar stabiel en beweegt niet dichter toe naar de streefwaarde. De vraag is daarmee of de streefwaarde dan ook niet bijgesteld moet worden. Het expertisecentrum duurzame gezinsvormen (waaronder pleegzorg) start dit jaar. Deze zou voor (toekomstige) pleegouders het makkelijker moeten maken om de juiste hulp te krijgen bij eventuele vragen die ze hebben, zoals vragen met betrekking tot pleegzorgvergoedingen. Uit onderzoek is duidelijk dat pleegouders afhaken omdat ze niet goed weten waar ze terecht kunnen. Door het expertisecentrum in Twente wordt dit tegengegaan. Dit kan leiden tot een positieve ontwikkeling om meer ouders te behouden of te werven voor het opvangen van pleegkinderen. Daarom passen we de streefwaarde niet aan. In de toekomst is het zinvoller om deze indicator uit te breiden met de opvang in gezinshuizen. Beide vormen van opvang bieden immers uithuisgeplaatste kinderen een gezinssetting. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder. Veilig Thuis Twente (VTT) is het advies- & meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in Twente. VTT is verantwoordelijk voor het herstel van de directe veiligheid van betrokkenen en voor het doorgeleiden naar adequate hulp. De indicator betreft jeugd van 0 t/m 17 jaar. Door betere signalering en registratie is de verwachting dat het aantal meldingen van kindermishandeling in de nabije toekomst zal stijgen. We streven daarna naar een afname en vervolgens stabilisatie. Dit is een kwestie van voortdurende inzet van iedereen die zich met deze problematiek bezighoudt en vraagt een lange adem en lef. Voor 2025 ambiëren we daarom een streefwaarde die lager ligt. De scores over 2019 en 2020 zijn beschikbaar gekomen. Het lijkt alsof het aantal meldingen kindermishandeling door de jaren heen is afgenomen maar dat is de vraag. Er worden namelijk voor steeds meer verschillende soorten huiselijk geweld (oudermishandeling, partnergeweld, ouderenmishandeling, kindermishandeling) aantallen bijgehouden. Zo is er bij relationeel geweld waar kinderen bij zijn, ook sprake van kindermishandeling maar dat komt niet altijd zo in de telling (administratie) terecht. In 2020 hadden we daarnaast te maken met maatregelen rond COVID-19. De impact daarvan is nog niet zichtbaar en duidelijk. Verder heeft Veilig Thuis Twente in 2020 een flinke wachtlijst weggewerkt en is gestart met een nieuw dashboard om ontwikkelingen en cijfers beter in beeld te brengen. Het zou een completer beeld geven van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling als de indicator niet alleen gaat over het aantal meldingen kindermishandeling, maar over andere soorten geweld. Hier wordt volgend jaar rekening mee gehouden bij de ontwikkeling van de indicatoren voor een nieuwe college- en raadsperiode. Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.
Acties 2022 |
Aantal acties: 4
01. We voeren de inhoudelijke investeringsagenda jeugdhulp uit om het stelsel duurzaam te maken.
Om het stelsel van de jeugdhulp voor de toekomst kwaliteitsvol, efficiënt, geordend en stuurbaar en daarmee duurzaam te maken, zijn er investeringen nodig ten aanzien van: - aanpakken van de acute problematiek jeugdhulp, waaronder de wachttijden en de concrete knelpunten in het zorglandschap (wonen & verblijf en jeugdigen met complexe problematiek), - doorontwikkelen van het lokale en regionale jeugdhulpbeleid, met aandacht voor preventie, relatie onderwijs-jeugdhulp en samenwerking met de eerstelijnszorg, - uitvoeren van de door het Rijk en de VNG opgedragen nieuwe beleidsspeerpunten (jeugdbescherming, continuïteitszorg), - aanpassen van de gemeentelijke organisatie van de inzet van mensen, middelen en instrumenten.
|
|
02. We voeren de landelijke Hervormingsagenda Jeugd uit, in relatie met de Regiovisie jeugdhulp.
De landelijke Hervormingsagenda van Rijk en VNG omvat afspraken die raken aan de uitvoering binnen het huidige stelsel en afspraken die vragen om aanpassing in wet- en regelgeving, met onderwerpen zoals “voorkomen en verkorten residentiële zorg”, “versterking bestaanszekerheid”, “brede invoering POH” etc. Gemeenten hebben zich, via de VNG, gecommitteerd aan deze hervormingsagenda. De Regiovisie jeugdhulp bevat uitgangspunten voor regionale samenwerking ten behoeve van het Twentse zorglandschap. De thema’s van de hervormingsagenda vragen soms om lokale, soms om (boven)regionale uitwerking. Daar waar mogelijk zijn verbindingen gelegd tussen beide trajecten en krijgen thema’s een plek in de regiovisie. In 2022 voeren we deze regiovisie, die eind 2021 wordt vastgesteld, uit.
|
|
03. We zetten in op het voorkomen en aanpakken van huiselijk geweld & kindermishandeling, mensenhandel en prostitutie.
In 2022 stellen we een nieuwe Regiovisie 'Aanpak Huiselijk Geweld & Kindermishandeling Twente' vast, waarin zoveel mogelijk de opbrengsten van het Landelijk Actieprogramma 'Geweld hoort nergens thuis', dat eind 2021 wordt afgerond, geborgd is. We ontwikkelen het aanbod selectieve preventie huiselijk geweld door, zodat de begeleiding en ondersteuning van slachtoffers kindermishandeling en kinderen in andere stressvolle thuissituaties beter en meer thuisnabij toegankelijk wordt. We stellen in 2022 de Regiovisie 'Aanpak Mensenhandel' vast met als doel een effectieve en zo eenduidig mogelijke aanpak van mensenhandel in Twente. En we maken daarin een verbinding met het Kenniscentrum Mensenhandel Twente. We inventariseren wat er in Enschede nu al gebeurt om schadelijke traditionele praktijken, zoals vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken, huwelijksdwang, gedwongen achterlating en eer-gerelateerd geweld te voorkomen en aan te pakken.
|
|
04. We doen mee aan het landelijk actieprogramma 'Kansrijke start'.
In 2020 is, op basis van onderzoek van het Erasmus MC ‘Healthy Pregnancy 4All’ (HP4All), een transitieagenda opgesteld met een analyse van de huidige lokale aanpak rondom het thema Kansrijke Start. Daarnaast bevat het een toekomstbeeld van onze gezamenlijke ambities op dit vlak (zowel vanuit het medische als het sociale domein). In 2022 voeren we, samen met de lokale coalitie, de concrete acties uit. Dit is een versnellingsproject in het kader van de Transformatieagenda sociaal domein.
|
|
|
|
. |
1.03 Kinderen hebben geen taalachterstand Een goede taalontwikkeling is essentieel voor een kansrijke toekomst van kinderen. We willen alle kinderen hierin gelijke kansen bieden. Het grootste effect bereiken we door vooral vroegtijdig, bij kinderen op jonge leeftijd, te investeren.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting Jaarlijks worden in het primair onderwijs mediotoetsen van het CITO LOVS (waaronder Begrijpend Lezen) afgenomen, waardoor we inzicht verkrijgen in de stedelijke taal- en rekenprestaties van basisschoolleerlingen. Bij deze indicator zoomen we in op de leerlingen in groep 7. Het vaststellen van de vaardigheidsscores berust op percentielen: vijf gelijke groepen van elk 20%. Als de score van categorie 5 lager is dan 20% is dat een indicatie dat de score in Enschede gelijk of beter is dan het landelijk gemiddelde. Bij de streefwaarden sluiten we aan bij de trend van de afgelopen periode: voor 2017 hoger dan landelijk (2014 24%, 2016 21%) en in 2017 zelfs onder het landelijk gemiddelde. In 2018 is een nieuwe toetsmethodiek ingevoerd. De score in 2019 (schooljaar 2018/2019) ligt iets hoger dan de streefwaarde. Doordat in 2020 de cito-toetsen door de coronacrisis niet zijn afgenomen, kunnen we nog niet beoordelen of de stijging van 2019 een uitschieter was of de start van een trend. Als streven blijven we ook in 2025 uitgaan van het landelijk gemiddelde. Bron: Rapport Oberon, “Enschedese Taal- en Rekenprestaties”.
Acties 2022 |
Aantal acties: 4
01. We investeren met schoolbesturen in het wegwerken van onderwijsvertragingen.
Scholen en gemeenten krijgen van het Rijk middelen om onderwijsvertragingen als gevolg van corona zoveel mogelijk weer in te lopen. Samen met de onderwijsbesturen, kinderopvangorganisaties en andere relevante partijen werken we plannen uit en geven we daaraan uitvoering met de middelen die daarvoor beschikbaar worden gesteld.
|
|
02. We investeren in het versterken van het leesplezier bij kinderen.
Onder de titel 'Ga voor Taal' investeren we in het versterken van Leesplezier. We verbeteren de informatievoorziening voor ouders over voorschoolse educatie en het stimuleren van de taalontwikkeling bij een kind. De uitvoering van trainingen aan leerkrachten in het basisonderwijs starten we in 2021, maar lopen grotendeels door in 2022. Datzelfde geldt voor de uitrol van 'De Bibliotheek Op School'.
|
|
03. We investeren in zomerscholen.
De afgelopen twee jaren hebben op vier locaties in Enschede zomerscholen plaatsgevonden, tot nu toe telkens in de bijzondere context van corona. In 2022 hopen we onder ‘normale’ omstandigheden uitvoering te kunnen geven aan zomerscholen. Aansluitend voeren we een evaluatie uit om de ervaringen van drie jaar zomerscholen in beeld te hebben en een lijn voor de toekomst te bepalen.
|
|
04. We geven uitvoering aan het Uitvoeringsplan Laaggeletterdheid.
Een grote groep Nederlanders kan slecht lezen en schrijven. Dat belemmert hen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij. Zowel degenen die in de praktijkproblemen van laaggeletterdheid ervaren, als de hele Enschedese samenleving, zijn gebaat bij een structurele aanpak van de laaggeletterdheid in Enschede. In 2022 leveren we een eerste monitor op aan de raad. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 1.06, 1.07, 3.02, 3.03, 4.01 en 4.02.
|
|
|
|
. |
1.04 De jeugd heeft zo min mogelijk tweedelijns jeugdhulp nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen op eigen kracht en/of binnen hun eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, de vereniging, kinderopvang en school). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis of school. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns jeugdhulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2
 Toelichting Tweedelijns Jeugdhulp is hulp voor jeugd van 0 t/m 17 jaar van een (specialistische) hulpverlener waarvoor je een verwijzing nodig hebt. Naast de gemeente kan ook de huisarts, jeugdarts, medisch specialist of een gecertificeerde instelling een verwijzing afgeven. Het beleid is er op gericht tweedelijns Jeugdhulp effectiever in te zetten. Dat betekent op jonge leeftijd als kind en ouders beter in staat zijn evenwicht te vinden in het dagelijkse functioneren. We streven ook naar beperking van de specialistische behandelperiode (episode) en we willen bewerkstelligen dat meer specialistische ambulante interventies plaatsvinden om zo het volume van intramurale zorg terug te dringen. Dit vergt ook nauwe afstemming van de specialistische Jeugdhulp met het voorveld. Deze zorgfilosofie mikt niet zo zeer op het beperken van het aantal kinderen met een specialistisch zorgtraject, maar richt zich op het beperken van het totaalvolume van tweedelijns Jeugdhulp voor de Enschedese inwoners tot 18 jaar. We blijven aldus zorg van voldoende kwaliteit leveren en verwachten dat de kosten beheersbaar blijven. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting Eerstelijns Jeugdhulp is Jeugdhulp (0-17 jaar) waarvan iedereen zonder verwijzing gebruik kan maken. De indicator richt zich op de hulp die een wijkcoach geeft. Naast preventie en ondersteuning biedt de wijkcoach ook lichte hulp naast of in plaats van gespecialiseerde tweedelijns- Jeugdhulp. Vanaf 2021 wordt de hulp die door een wijkcoach wordt gegeven niet meer geregistreerd. Eerdere inspanningen om hier invulling aan te geven hebben niet het juiste effect gehad. De definiëring en wijze van registreren is te complex gebleken en vroegen daardoor een administratieve inspanning die niet in verhouding stond tot het doel van registratie. Met dit gegeven wordt volgend jaar rekening gehouden bij de ontwikkeling van de indicatoren voor een nieuwe college- en Raadsperiode. Voor de huidige begrotingsperiode betekent dit dat de streefwaarden leeg zijn gelaten. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
Acties 2022 |
Aantal acties: 4
01. We zetten in op het doorontwikkelen van de toegang tot en de samenwerking met de specialistische jeugdhulp.
We zetten in op het empoweren van de toegang en op verdere versterking van de samenwerking tussen de wijkteams en de gespecialiseerde jeugdzorg teneinde het gebruik van tweedelijnszorg te verminderen en het ontstaan van acute problematiek te voorkomen. Dit doen we aan de hand van de volgende taakstellingen: - de doorontwikkeling zorg POH Jeugd via mobiele jeugd GGZ consultatie aan huisartsen en POH Jeugd die we ook beschikbaar stellen aan wijkcoaches; - ook de wijkcoaches moeten beter worden benut voor het beschikbaar stellen van consultatie aan de POH Jeugd. De wijkcoaches zijn immers goed bekend met voorliggende voorzieningen en de sociale kaart in de wijk; - het intensiveren van de samenwerking tussen POH en wijkcoaches: protocolontwikkeling, informatieoverdracht, toetsing op aanwezigheid van problematiek op andere terreinen, zoals verslaving, schulden; - meer consultatie, deskundigheidsbevordering en triage in het voorveld aanbieden door de (specialistische) jeugdhulp; - het organiseren van meer gezamenlijke aandacht door de specialistische jeugdhulp en de wijkcoaches gericht op kinderen met lichtere psychische en psycho-sociale problematiek die op wachtlijst staan en waarbij we willen voorkomen dat de problematiek verergert; - het ontwikkelen van een geschakeerd preventief groepsaanbod voor jongeren met lichte psychische problematiek zoals somberheidsklachten. Dit gebeurt in samenwerking tussen Mediant, de wijkteams en zo mogelijk het onderwijs; - het bevorderen van uitstroom uit specialistische jeugdhulp door het stimuleren van ambulante functies dicht bij huis. Hiertoe moeten de jeugdhulp en de toegang afspraken maken over een gezamenlijke aanpak van de caseload; - wijkgerichte samenwerking tussen wijkteams en huisartsen die hun patiëntenbestand naar verwachting steeds meer op wijkniveau gaan ordenen. Daarnaast het verstevigen van de afstemming met jeugdartsen en met medisch specialismen die zich met name richten op kinderen en jeugdigen.
|
|
02. We voeren de pilot Onderwijs-Jeugdhulp-Arrangement (OJA) uit om te komen tot een toekomstbestendige aanpak.
In september 2018 is de pilot OJA gestart voor de duur van vijf schooljaren. Op veel fronten zijn de voordelen al merkbaar en alle partijen zijn overtuigd dat we met deze aanpak op de goede weg zitten. In de pilot OJA ontwikkelen we werkenderwijs en daar waar nodig hebben we bijgestuurd. In het schooljaar (sept 2021- aug 2022), het vierde jaar van de pilot, willen we besluiten nemen over de voortgang en inrichting van OJA om te komen tot een toekomstbestendige aanpak. Hierbij betrekken we naast de opgedane ervaringen met onze partners de uitkomst van de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) en de financiële analyses van voorgaande jaren. Zoals bekend heeft het college een incidentele subsidie toegekend aan de pilot OJA voor de maximale duur van vier jaar. Het vijfde pilotjaar kan met een begrotingssubsidie worden gefinancierd (zie hoofdstuk 6).
|
|
03. We voeren het beleidskader 'Kwaliteit en toezicht jeugdhulp en Wmo' uit.
Toezicht en handhaving op zorg en ondersteuning (jeugdhulp en Wmo) behoort tot het reguliere werk. In het beleidskader voor 2022-2025 zetten we in op: - het pro-actief toezicht op kwaliteit van de uitvoering Jeugdwet en Wmo door aanbieders - het verbeteren van de integrale samenwerking op kwaliteit - het ontwikkelen van risicogestuurd toezicht op de voorzieningen van de Jeugdwet en de Wmo. Dit betekent dat we in 2022 inzetten op het verder vormgeven van het toezichtskader, een data analyse in samenwerking met Annual Insights en inzet op communicatie en zichtbaarheid van team Toezicht. Deze actie draagt ook bij aan subdoel 2.03.
|
|
04. We zetten verder in op de kracht van verenigingen.
Dit project richt zich op het benutten en versterken van de maatschappelijke functie van (sport) verenigingen. Met de Kracht van Verenigingen heeft het college de beweging ingezet om laagdrempelige ondersteuning in nabijheid mogelijk te maken, waar mogelijk in eigen wijk of buurt. Op vier plekken in de stad is bij een sportvereniging een algemene voorziening gerealiseerd voor kinderen (3x) en volwassenen (1x) met een lichte ondersteuningsvraag. Deelnemende verenigingen zijn drie of vijf dagen in de week geopend en bieden een activiteitenprogramma die is gericht op meedoen en persoonlijke ontwikkeling. Het gevolg is dat er minder een beroep wordt gedaan op zwaardere zorg en ondersteuning. Op basis van de tussentijdse resultaten en de doorontwikkeling van de sociale basis (zie doel 2.02-actie 02) gaan we in 2022 uitwerken of en op welke wijze deze aanpak verder kan worden uitgerold in de stad. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 4.01 en 4.02.
|
|
|
|
. |
1.05 Kinderen groeien niet op in armoede Alle jeugd moet kunnen meedoen, ook jeugdigen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Sport, schoolreisjes, muziek – het hoort bij de vorming en opvoeding van iedere jeugdige. Nu investeren in het kunnen meedoen van jeugd voorkomt problemen op latere leeftijd. Met de inzet van het Kindpakket bevorderen we de participatie van jeugdigen. Het Kindpakket maakt onderdeel uit van het brede palet aan inkomensondersteunende voorzieningen van de gemeente Enschede.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen. Voorbeelden van ondersteuning zijn het betalen van de kosten van lidmaatschap van sportclubs, zwemlessen, dansles en kleding voor sport en fietsen. Vanuit het Kindpakket ontvangt zij hiervoor gemeentelijke subsidie. Deze indicator geeft het percentage kinderen in de leeftijd 4 t/m 18 jaar weer, waarvan de ouders een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm (circa 4.450 kinderen) en een aanvraag door Stichting Leergeld is gehonoreerd. De aantallen zijn inclusief de gehonoreerde aanvragen op basis van het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds. We hebben in 2020 een daling gezien van het aantal aanvragen door de coronacrisis, ook in de eerste helft van 2021 zien we dat effect. We hebben toegezegd dat we in het totaal aan effectmetingen van het beleid en het bereik zoals beschreven in de kadernota Rondkomen met je Inkomen ook de ontwikkelingen rondom het Kindpakket meenemen. In afwachting van de uitkomsten handhaven we vooralsnog het streven van 2024 ook in 2025. Bron: Stichting Leergeld.
Acties 2022 |
Aantal acties: 1
01. We voeren de nota Rondkomen met je inkomen, onderdeel kindpakket verder uit.
Eind 2020 is de nota 'Rondkomen met je inkomen' vastgesteld. In deze nota is het beleid rondom het Kindpakket geformuleerd. In 2022 voeren we de aangegeven acties uit, zoals onder andere het uitvoeren van de verordening 'Kinderen in hun kracht' (empowerment) en samen met vertegenwoordigers speciaal onderwijs, kindcentra en voorgezet onderwijs het signaleren en bespreekbaar maken van armoede. Daarnaast blijven we op basis van de actualiteit werken aan doorontwikkeling en het bereik van het Kindpakket.
|
|
|
|
. |
1.06 De jeugd heeft een passende opleiding (bij de potentie van de jeugdige) Het is belangrijk dat jongeren een goede keuze weten te maken als het gaat om een opleiding. Niet alleen moet een opleiding aansluiten bij hun talenten, maar er moet uiteindelijk ook een passende baan mee te vinden zijn.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting In groep 8 van het basisonderwijs krijgen de leerlingen een advies voor de vervolgopleiding op het voortgezet onderwijs (VO: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs). Jaarlijks (per schooljaar) wordt door onderzoeksbureau Babeliowski in opdracht van de gemeente Enschede nagegaan in hoeverre deze leerlingen in klas 3 van het VO het schooltype volgen dat ze is geadviseerd in groep 8. Per schooladvies is aangegeven naar welk schooltype leerlingen in klas 3 zijn doorgestroomd. Er zijn dan drie mogelijkheden: - de leerling zit in het schooltype dat hem/haar is geadviseerd: doorstroom - de leerling zit in een hoger schooltype dan geadviseerd: opstroom - de leerling zit in een lager schooltype dan hem/haar is geadviseerd: afstroom. De indicator geeft de doorstroom weer. De behaalde onderwijspositie in het derde leerjaar VO in Enschede laat zien dat de advisering in groep 8 en de doorstroom in de eerste twee leerjaren van het VO op het niveau van het landelijk gemiddelde is. Hier hebben de gezamenlijke onderwijspartners in Enschede de laatste jaren meer aandacht aan besteed en de effecten daarvan zien we terug. Effect van de coronacrisis is nog moeilijk te duiden, ook landelijk zien we een afwijking in de trend. Omdat de realisatie de afgelopen paar jaar hoger was dan het streven, gaan we in 2025 uit van een iets hogere streefwaarde. Bron: Rapport Babeliowsky, tabel 'Door- af- en opstroom voor Enschede en Nederland'.
Acties 2022 |
Aantal acties: 2
01. We geven uitvoering aan de nota 'Strategie Kansengelijkheid'.
In 2020 is de nota 'Strategie Kansengelijkheid' vastgesteld. De hoofdthema's zijn daarin onderwijs, armoedebeleid en gezond opgroeien. In 2022 geven we uitvoering aan deze strategie en kunnen we een verdieping aanbrengen met de extra middelen die voor ambtelijke capaciteit en uitvoering ter beschikking worden gesteld. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 1.02, 1.03, 1.07 en 3.02.
|
|
02. We voeren de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) uit.
Samen met het onderwijs geven we invulling aan de ambities van de LEA 2019-2022: - klaar voor de samenleving: we ondersteunen maatschappelijke stages en jongerenberaad; - goed voorbereid op werk: we ondersteunen initiatieven op het gebied van creatieve technologie, vakmanschap, makerschap en Duits; - gelijke kansen voor alle jeugdigen: we zetten onderwijsvouchers in en breiden de VVE uit. In 2022 stellen we, samen met het onderwijs en andere relevante partijen een nieuwe LEA op voor de komende vier jaar (2022-2026).
|
|
|
|
. |
1.07 De jeugd heeft een startkwalificatie Het hebben van een startkwalificatie is belangrijk voor een goede start in het arbeidzame leven. Jeugd zonder diploma loopt een verhoogd risico op maatschappelijke uitval. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk. Het gaat dan om een of MBO-(niveau 2, 3 of 4), Havo- of VWO-diploma.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting In deze grafiek wordt het aandeel Enschedese beroepsbevolking met MBO en HBO/WO opleiding getoond. Hoe hoger de opleidingsgraad, hoe groter de kans dat iemand aan de slag is (participatiegraad). Jeugd met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand. Driekwart van de Enschedese beroepsbevolking heeft een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt en kan daarmee (in principe) participeren via betaald werk. Ondanks de eenmalige hogere score in 2019 blijven we inzetten op een lichte stijging. Bron: CBS - MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt.
Acties 2022 |
Aantal acties: 1
01. We geven uitvoering aan het regionaal programma De Twentse Belofte 2020-2024.
We ontwikkelen een lange termijn programma voor kansarme leerlingen in po en vo, samen met de onderwijspartners, om te beginnen op één cumulatieplek. We geven uitvoering aan de regionale aanpak voor thuiszitters. We geven uitvoering aan het lokaal plan van aanpak voor de jongeren die zonder startkwalificatie: van school gaan (belofte 3), aan het werk zijn (belofte 4) of bij wie school of werk al langer dan een jaar niet lukt (belofte 5). Voor de jongeren met multiproblematiek zetten we jongerencoaches in.
|
|
|
|
. |
|
2. Inwoners wonen langer zelfstandig
Zelfredzaamheid betekent dat je zelf bepaalt hoe je je leven wilt inrichten: hoe je wilt wonen, leren, werken, recreëren, je kinderen wilt opvoeden of je van a naar b wilt verplaatsen. Het is goed als mensen daar de ruimte voor krijgen en daar in eerste instantie ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen. Het liefst op zo’n manier dat mensen ook dan zelf hun hulp kunnen organiseren en zeggenschap behouden. De ambitie is te investeren in tijdige, lichte ondersteuning en preventie, om daarmee onnodig zware zorg te kunnen voorkomen. Normaliseren in plaats van medicaliseren en ondersteuning dichtbij de leefwereld van de inwoner.
|
2.01 De inwoners zijn gezond en actief Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, zijn in staat zich aan te passen aan en zelf de regie te voeren over de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben en zetten in op het preventief bevorderen van de gezondheid en meer (sportief) bewegen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2
 Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor volwassenen (19 jaar en ouder). Oftewel minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij volwassenen en ouderen verlaagt bewegen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en depressieve symptomen. Verder hangt veel bewegen samen met een lager risico op borst- en darmkanker en vroegtijdig overlijden. Bij ouderen verlaagt bewegen het risico op botbreuken en verbetert het de spierkracht en de loopsnelheid. Ook hangt veel bewegen bij deze groep samen met een lager risico op lichamelijke beperkingen, cognitieve achteruitgang en dementie. Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten, in het najaar van 2021 worden de nieuwe resultaten van de meting verwacht. Het percentage was in Enschede in 2016 hoger dan in Nederland. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde, inzet is het niveau 2016 te handhaven. Bron: Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen, GGD-GHOR.
 Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, bij waarde 18,5-25: normaal gewicht, bij waarde >25: overgewicht en bij waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). Deze indicator geeft het percentage inwoners met overgewicht en obesitas aan. De score in Enschede was tot en met 2019 stabiel, net iets hoger dan het landelijk gemiddelde, maar iets lager dan het Twents gemiddelde. In 2020 zien we een daling in Enschede, terwijl in Nederland en Twente sprake is van een stijging. De meting in 2021 moet uitwijzen of de daling eenmalig is of zich doorzet. Het streven is gebaseerd op het landelijk gemiddelde in 2017. Dat hebben we in 2021 gerealiseerd. Voor 2025 zetten we daarom in op een daling ten opzichte van het streven tot op heden. Bron: Stadspanel Enschede.
Acties 2022 |
Aantal acties: 5
01. We versterken de publieke gezondheid
Uit diverse rapporten en uit de lessen rondom corona komt naar voren dat een forse versterking van gezondheidsbescherming en -preventie noodzakelijk is. Zowel op landelijk, regionaal als lokaal niveau. Dit is nodig om beter voorbereid te zijn op toekomstige gezondheidscrises en om te zorgen voor een gezonde en weerbare samenleving. Daarbij gaat het over versterking van de (publieke) gezondheidsinfrastructuur en een ‘integraal gezondheidsbeleid’ c.q. de publieke gezondheid in alle beleidsterreinen te verankeren. In het ambitiedocument "Gezond, gelukkig en vitaal Enschede" werken we dit beleid uit. We formuleren voor de langere termijn doelen en beleidskaders met als thema’s: sporten, gezonde jeugd, leven lang gezond & fit en gezonde leefomgeving & infrastructuur. Dit document gaan we vervolgens uitwerken in uitvoeringsprogramma’s. Deze actie draagt ook bij aan subdoel 1.01.
|
|
02. We stellen een integraal ambitiedocument 'Gezond, gelukkig en vitaal' op.
Er speelt veel op het gebied van gezondheid, vitaliteit, sport, bewegen en spelen in de openbare ruimte. De Sportnota en de Speelnota zijn toe aan vernieuwing, er is momenteel geen actuele gezondheidsnota. Vanuit het beleid rondom de openbare ruimte liggen er kansen door onder andere de Omgevingswet te verbinden aan de opgaven rondom gezondheid, er wordt gewerkt aan een Groen Ambitieplan. Er zijn landelijke ontwikkelingen op het gebied van gezondheidsbeleid, preventie, sport en bewegen en de omgevingswet, die vertaald moeten worden in het lokaal beleid. En samen met partners in de stad zijn het ‘Lokaal sport-, beweeg- en leefstijlakkoord’ en het ‘Preventieakkoord’ opgesteld. Dit biedt kansen om te komen tot een integrale aanpak met als thema’s: sporten, gezonde jeugd, positieve gezondheid, leven lang gezond en fit en gezonde leefomgeving & infrastructuur. Daarom stellen we in 2022 een ambitiedocument op, dat we vervolgens uitwerken in uitvoeringsprogramma’s en in een actualisatie van de subsidieverordening Sport 2017. In 2022 voeren we samen met de partners het laatste jaar van het Sport, beweeg- en leefstijlakkoord en het Preventieakkoord uit. Deze actie draagt ook bij aan subdoel 1.01 en 4.02.
|
|
03. We actualiseren de subsidieverordening 'Brede impuls combinatiefuncties'.
Deze verordening dateert van 2015. Door wijzigingen in de regelgeving en veranderingen in beleid behoeft deze verordening een actualisering. Deze actie draagt ook bij aan subdoel 1.01 en 4.02.
|
|
04. We voeren de clusteringsopgave sportparken uit.
In 2021 is besloten op in het kader van de clusteringsopgave sportparken in te zetten op drie kansrijke clusters. In 2022 realiseren we de clustering van breedtesportvoorzieningen op sportpark Diekman-Oost. We bereiden in 2022 de bouw van een multifunctionele sportaccommodatie op sportpark Enschede-Zuid voor. Ten aanzien van het cluster Glanerbrug/ Enschede Oost pakken we met de betrokken voetbalverenigingen en met de overige deelnemende verenigingen in Noabersport in 2022 het proces weer op om de clustering verder vorm te geven. Daarnaast hebben we oog voor overige sportverenigingen die komen met initiatieven tot clustering, waarbij we voorrang geven aan initiatieven die de meeste kans op snelle realisatie hebben.
|
|
05. We werken de plannen voor de Topsportcampus Diekman verder uit.
We onderzoeken met de beoogde partners of de plannen haalbaar zijn, waar het gaat daarbij om de ruimtelijke inpassing, de financiële en de juridische aspecten.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Sportaal
Maatschappelijk rendement: Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan de ambities uit het vastgestelde sportbeleid. Zo wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het uitbouwen van de maatschappelijke functie van sport, het ontdekken en ontwikkelen van talenten en het versterken van de verenigingskracht. Dat gebeurt onder andere door sportactiviteiten te organiseren, voor veilige en schone sportaccommodaties te zorgen en sporten voor iedereen bereikbaar te maken. Hiermee draagt Sportaal bij aan de doelstellingen binnen het begrotingsprogramma Vitaal en Sociaal. Door middel van een overeenkomst, opdracht en indicatoren zijn de afspraken met Sportaal vastgelegd en verstrekken we aan hen een exploitatiebijdrage.
|
|
|
|
. |
2.02 De inwoners hebben een sterk persoonlijk netwerk Het hebben van een sociaal netwerk is belangrijk voor inwoners die ouder worden en/of die zorg nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarbij gaat het om familie, vrienden, kennissen, buren, collega’s, maar ook om sociale contacten bij de club, de kerk enzovoort.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting Sociale steun staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt. Streven is het landelijk gemiddelde. Landelijk wordt dat tweejaarlijks gemeten. In 2019 is de score in Enschede bij familie en vrienden/kennissen nagenoeg gelijk aan het landelijke gemiddelde, maar blijft bij mensen in de buurt achter. Vermoeden dat de daling in 2020 het effect is van de coronamaatregelen. Bron: Waarstaatjegemeente.nl.
Acties 2022 |
Aantal acties: 3
01. We implementeren de vernieuwde Wijkwijzers.
Gemeente Enschede wil dat iedereen in de samenleving kan meedoen. Wij denken dit te kunnen bereiken door één brede toegang: de (vernieuwde) Wijkwijzer. Uit onderzoek en uit gesprekken blijkt dat steun begint bij ‘gewoon binnenlopen’. De raad heeft daarom op 31 mei 2021 besloten om het aantal wijkwijzerlocaties in de komende twee jaar uit te breiden van negen naar tien en de manier van werken aan te passen. Waarbij we vijf van de tien locaties ontwikkelen tot XL-vestigingen. Om een goede functie in de buurt te kunnen vervullen moet de Wijkwijzer op ‘natuurlijke ontmoetingsplekken’ zitten waar inwoners en professionals samenkomen, zoals scholen en wijkcentra. Het moet ook een plek zijn waar inwoners met eigen initiatieven terechtkunnen. Je kunt er dus ook je hulp aanbieden. Een plek waar mensen komen om elkaar te ontmoeten, als deelnemer of vrijwilliger, aangevuld met een professional die het overzicht bewaakt en/of ondersteuning biedt. Afhankelijk van de vraag en de mogelijkheden in de wijk brengen we verschillende partijen in de wijk bij elkaar en vormen ze met elkaar de Wijkwijzer. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 1.04, 2.03, 3.02 en 3.03. Dit is een versnellingsproject in het kader van de Transformatieagenda.
|
|
02. We ontwikkelen de sociale basis in wijken en buurten verder door.
De meeste mensen in Enschede redden zich prima zelf. Maar dat geldt niet voor iedereen. Als gemeente helpen we dan. We kijken goed naar wat iemand nodig heeft. De één kan verder met een duwtje in de rug, een ander heeft meer ondersteuning nodig. Vaak liggen oplossingen bij zorg- en ondersteuningsvragen in de eigen woonomgeving. Daarom is het belangrijk dat we netwerken en voorzieningen in buurten en wijken versterken en met elkaar verbinden. Zo krijgen inwoners sneller informatie, advies en ondersteuning bij hun hulpvraag en zijn ze eerder op de juiste plek. Door voorzieningen in de wijken te versterken hebben inwoners met een ondersteuningsbehoefte minder vaak een indicatie nodig. Als het nodig is worden ze doorverwezen naar de wijkteams. We gaan de stads- en wijkvoorzieningen zo inrichten dat zoveel mogelijk inwoners kunnen meedoen, Daarnaast blijven we professionele ondersteuning, waar mogelijk, organiseren als algemene voorziening, aansluitend bij de leefwereld en stads- en wijkvoorzieningen. De doorontwikkeling van de Wijkwijzers speelt hierin een prominente rol. In 2022 brengen we de voorzieningen per stadsdeel in kaart en onderzoeken we welke voorzieningen ontbreken, welke moeten worden vernieuwd of geclusterd en welke afgeschaald kunnen worden. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 1.04 en 2.03.
|
|
03. Samen met partners blijven we inzetten op het tegengaan van eenzaamheid.
Het gemeentelijk sociaal beleid is gericht op inclusie en daarmee ook op het tegengaan van eenzaamheid. Zo dragen armoedebeleid, toeleiding naar (vrijwilligers)werk, Wmo-ondersteuning, welzijn en jeugdbeleid allemaal bij aan meedoen in de samenleving en daarmee aan het bestrijden van eenzaamheid. In alle stadsdelen in Enschede zijn er activiteiten en algemene voorzieningen die bijdragen aan ontmoeting en het verminderen van sociaal isolement. Eén van de instrumenten die bijdraagt aan meer inclusiviteit is het bieden van ondersteuning door middel van algemene voorzieningen. In de aanpak van eenzaamheid zoeken we binnen de gemeente zoveel mogelijk naar aansluiting bij bestaand beleid en lopende projecten, ondere andere als lid van de stuurgroep van de lokale coalitie 'Eén tegen eenzaamheid'.
|
|
|
|
. |
2.03 De inwoners hebben zo min mogelijk tweedelijns zorg nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen van een inwoner op eigen kracht en/of binnen de eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, het werk, de vereniging). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns hulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting Een Wmo-maatwerkvoorziening is ondersteuning afgestemd op de individuele situatie. Voorbeelden daarvan zijn ondersteuning in het huishouden, individuele of groepsbegeleiding (dagbesteding), vervoersdiensten, hulpmiddelen en woningaanpassing. Deze voorziening is alleen toegankelijk na indicatie van de gemeente, beoordeeld en afgegeven door het Wijkteam. In de indicator zijn beschermd wonen en maatschappelijke opvang niet meegenomen, aangezien dit taken van de centrum gemeente zijn. De verwachting is dat de ingezette daling zal gaan afvlakken door de komst van het abonnementstarief in 2019. Vanaf dat moment is de hoogte van de eigen bijdrage niet meer afhankelijk van het inkomen, en mag het inkomen niet meer worden meegewogen bij het verstrekken van een Wmo-maatwerkvoorziening. Inwoners die gehuwd zijn of een partner hebben, en minimaal één van de partners is jonger dan de AOW leeftijd zijn door de Rijksoverheid zelfs helemaal vrijgesteld van het betalen van de eigen bijdrage. Hierdoor is het voor veel inwoners aantrekkelijker geworden om een voorziening via de gemeente te hebben, dan om zelf in een oplossing te voorzien. De gemeente is vanwege wet- en regelgeving niet in staat om hier op te handhaven. De ingezette ontwikkeling van meer collectieve en algemene voorzieningen wordt verder voortgezet voor die groepen waar dit een passend alternatief kan bieden. Dat gaat met name om activiteiten gericht op begeleiding en dagbesteding. Er bestaat een mogelijkheid dat een nieuw kabinet andere beslissingen neemt met betrekking tot de eigen bijdrage, waardoor prognoses op langere termijn bijgesteld moeten worden. Helderheid hierover wordt in de volgende regeerperiode verwacht. Tenslotte moet worden opgemerkt dat door de dubbele vergrijzing (meer mensen zijn ouder en mensen leven langer) het percentage van inwoners wat een beroep doet op de Wmo naar verwachting de komende jaren verder zal stijgen. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
 Toelichting De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening die behoefte hebben aan permanent toezicht. Vanuit deze wet kunnen inwoners geïndiceerd worden voor zorg en ondersteuning met verblijf in een zorginstelling (intramurale zorg), waarbij thuis blijven wonen niet (langer) een optie is. Het betreft de groep inwoners van 65 jaar en ouder. Door een wijziging in de online databank van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is het al langere tijd niet meer mogelijk om het aantal aanspraken van inwoners boven de 65 jaar te bepalen. Deze functionaliteit zou vanaf het tweede kwartaal 2021 weer worden ingebouwd, maar was nog niet beschikbaar bij het opmaken van de gemeentebegroting 2021. Daarnaast is er een dusdanige achterstand in de beoordeling van aanvragen voor de Wet Langdurige Zorg (Wlz), dat de VNG aan alle gemeenten heeft gevraagd de indicaties (Wmo-maatwerk) te verlengen tot tenminste het einde van dit jaar voor cliënten die een Wlz aanvraag hebben gedaan. Het is daardoor dus ook onduidelijk hoe groot de actuele cliënten stroom is in de Wlz om daar een aangepast streefcijfer op te baseren. Daarom ambiëren wij voor 2025 geen afwijkende streefwaarde ten opzichte van de periode 2022-2024. Bron: CIZ Databank.
 Toelichting Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. Beschermd wonen is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten in het gehele centrumgemeentegebied Enschede, bestaande uit: Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. De aantallen zijn zonder wachtlijst. Door de openstelling van de Wet Langdurige zorg per 1 januari 2021 voor mensen met een psychische grondslag, is het aantal cliënten dat gebruik maakt van Beschermd wonen (zoals verwacht) gedaald. Het definitieve cijfer zal zichtbaar worden gemaakt in de Gemeenterekening over 2021 Kijkend naar de huidige minder grote cliëntenpopulatie en het doorgaans vrij stabiele patroon van bezetting in het Beschermd wonen, is een nieuwe langjarige streefwaarde (periode 2022-2025) van 425 cliënten voor het Beschermd wonen reëel. Bron: VIS2 registratiesysteem Beschermd wonen.
Acties 2022 |
Aantal acties: 8
01. We voeren het plan van aanpak van de transformatie Ondersteuning Huishouden uit.
Het college heeft in het voorjaar van 2021 een besluit genomen en legt dit voorstel in het najaar van 2021 voor aan de raad. Indien de raad akkoord is met het voorstel zal een ontwikkel- en aanbestedingstraject starten. Het doel is dat per 1 januari 2023 gestart kan worden met de nieuwe werkwijze. Dit maakt onderdeel uit van de versnellingsopgave in het kader van de Transformatieagenda Sociaal Domein. Dit is een versnellingsopgave in het kader van de Transformatieagenda Sociaal Domein.
|
|
02. We onderzoeken de mogelijkheden van 'Meer wonen, minder zorg'.
Op vier locaties wordt flexwonen mogelijk gemaakt voor circa 40-50 jongeren/jongvolwassen die nog een steuntje in de rug nodig hebben. Gekoppeld hieraan werken we samen met partners (o.a. corporaties en zorg- en welzijnspartners) aan een meer uniforme toeleiding voor deze jongeren in Enschede en aan de uitstroom naar toekomstige zelfstandige huisvesting. Essentieel is een goede onderlinge (keten)samenwerking met de betrokken partners in de stad. De opgedane ervaringen rondom de jongerenhuisvesting gaan we toepassen in het zoeken naar meer huisvestingsmogelijkheden voor andere doelgroepen. Ook daarvoor gaan we met partners kijken naar de mogelijkheden van te transformeren vastgoed in Enschede (en zo mogelijk ook in de regio). We gaan de Kamer-Raad Enschede herhuisvesten, omdat de huidige locatie vervalt.
|
|
03. We voeren de brede integrale aanpak 'Tegengaan dakloosheid' uit.
Deze integrale aanpak richt zich op de thema’s: 1. preventie, 2. vernieuwing in de opvang en 3. wonen met begeleiding. In 2022 gaan we de resultaten en ervaringen borgen in de reguliere werkwijze. De motie “Concrete resultaten voor daklozen in Enschede” nemen we hierin mee. In de loop van 2022 rapporteren we over de voortgang.
|
|
04. We werken in 2022 de opdracht voor een toekomstbestendig en financieel duurzaam maatschappelijke opvang uit.
We zien dat de afgelopen jaren het takenpakket van de organisaties in de Maatschappelijke Opvang (MO) is toegenomen, maar de financiële middelen niet. We werken samen met de betrokken organisaties aan de opdracht om te komen tot duurzame oplossingen. 2022 dient als overbruggingsjaar om de oplossingsrichtingen uit te werken.
|
|
05. We starten met de nieuwe centrumgemeenteregeling beschermd wonen.
In 2021 is met de regiogemeenten een dienstverleningsovereenkomst en centrumgemeenteregeling bestuurlijk vastgesteld, met afspraken over de governance, de financiering van de zorg en de bovenlokale toegang tot beschermd wonen. In 2022 gaan we werken aan de hand van de afgesloten dienstverleningsovereenkomst en in 2023 treedt de centrumgemeenteregeling in werking.
|
|
06. We werken verder aan het terugdringen van de wachtlijst beschermd wonen.
Dit doen we door samen met aanbieders en regiogemeenten woonvoorzieningen en woonplekken te realiseren. In 2022 verwachten we in ieder geval plekken te hebben gerealiseerd in Haaksbergen, Hengelo en Oldenzaal.
|
|
07. We evalueren en rollen de methodiek van de Maatwerkroute: Toekomstplan uit
In 2019-2021 hebben we samen met Menzis het project de Maatwerkroute: Toekomstplan uitgevoerd. De daarin ontwikkelde doorbraakmethodiek richt zich op huishoudens met financiële, sociaal maatschappelijke en gezondheidsproblemen, die elkaar versterken of in stand houden. Met een op maat gemaakt plan worden deze huishoudens op een meer effectieve en efficiëntere manier ondersteund in het herstellen van regie. In 2022 evalueren we het project en komen we met een voorstel voor het vervolg.
|
|
08. We voeren de lokale werkagenda Menzis-gemeente Enschede 2020-2024 uit
De missie van de lokale werkagenda 'Gezond meedoen' is: "een betere gezondheid voor zoveel mogelijk inwoners van Enschede met een zo effectief mogelijke inzet van middelen. Daarvoor zetten de gemeente Enschede en Menzis zich in". Thema's daarbij zijn inclusieve samenleving, preventie, ouderenzorg en GGZ. In 2022 start de pilot Glie in Twekkelerveld en Wesselerbrink. Met de inzet van een beweegmakelaar wordt gekeken naar het verhaal achter gezondheidsproblemen.
|
|
|
|
. |
|
3. Inwoners zijn financieel zelfstandig
Mensen die financieel zelfstandig zijn, hebben de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen meedoen op alle leefdomeinen. De stress van het hebben van een beperkt budget en/of schulden leidt ertoe dat mensen, m.n. met een laag inkomen, minder goed in staat zijn om verstandige keuzes te maken. Daarom streven we ernaar om armoede zoveel mogelijk te voorkomen.
|
3.01 De huishoudens zijn niet afhankelijk van een bijstandsuitkering Het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud door werk is het beste medicijn tegen vele klachten. Bovendien zijn werkende ouders een belangrijk voorbeeld voor kinderen. Een plek vinden op de arbeidsmarkt is echter niet voor iedereen eenvoudig, daarom ondersteunt de gemeente bij het vinden van geschikt werk. Daarnaast zorgt de gemeente voor een uitkering (Algemene bijstand levensonderhoud) voor inwoners die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Met een bijstandsuitkering kunnen zij de periode overbruggen totdat zij weer betaald werk vinden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In deze indicator zijn uitkeringen van Bijstand Levensonderhoud, IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen), IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) opgenomen op huishoudensniveau. De peildatum voor het aantal huishoudens met een uitkering is de laatste dag van het jaar. De coronacrisis vertaalt zich halverwege 2021 nog niet in een groei van het aantal bijstandsuitkeringen; de trend is zelfs licht dalend. De economische vooruitzichten van het CPB gaan uit van een economische groei van 3% in 2021 en 2022 en het aantal vacatures stijgt op dit moment. Het aflopen van de steunmaatregelen per oktober 2021 kan echter leiden tot een, korte, stijging van het aantal werklozen met een kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt. Het effect op korte termijn op de bijstandspopulatie is daarom onzeker. Op basis van deze vooruitzichten houden we ook voor 2025 vast aan de eerder opgenomen streefwaarden voor de lange termijn. Het streven daarbij blijft dat we uit willen komen met het BUIG budget. Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen).
Acties 2022 |
Aantal acties: 2
01. We realiseren het Uitvoeringsplan 2022 van het regionale Werkplein Twente (werkgeversservicepunt).
Met het regionale Werkplein Twente (werkgeversservicepunt) hebben de veertien Twentse gemeenten en het UWV zich gecommitteerd aan het samenbrengen van vraag en aanbod voor heel Twente. Samen zetten we ons in voor het realiseren van het Uitvoeringsplan 2022 met als hoofddoel het plaatsen van werkzoekenden op vacatures.
|
|
02. We faciliteren het Regionaal Mobiliteitsteam.
Er zijn extra middelen en opdrachten vertrekt aan de arbeidsmarktregio’s om de verwachte extra instroom van werkzoekenden als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Als gevolg van de nieuwste economische prognoses die een ander beeld laten zien, worden de plannen momenteel herijkt. Enschede heeft als centrumgemeente de rol om hierin te faciliteren.
|
|
|
|
. |
3.02 De huishoudens doen zo min mogelijk een beroep op inkomensondersteuning We streven ernaar dat zoveel mogelijk mensen in hun eigen inkomen kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Voor hen die dat niet kunnen kent de gemeente Enschede een gedegen aanbod van voorzieningen, waarmee de gevolgen van armoede voor inwoners kunnen worden gedempt. Dit aanbod bestaat uit gemeentelijke minimaregelingen en de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. We blijven o.a. met deze inzet een actief armoedebeleid uitvoeren en baseren ons daarbij op de schaarste-theorie.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting Bijzondere bijstand kan door de gemeente worden verstrekt aan inwoners met een laag inkomen (110% van het sociaal minimum) voor onvoorziene en noodzakelijke kosten of kosten door bijzondere of dringende omstandigheden. Bijvoorbeeld kosten voor rechtsbijstand, een kapotte wasmachine of noodzakelijke woninginrichting. Ook de individuele inkomenstoeslag (IIT) valt hieronder. Deze indicator toont het percentage huishoudens dat een of meer aanvragen voor bijzondere bijstand toegekend heeft gekregen, met uitzondering van de kosten voor bewindvoering (zie hiervoor indicator 3.3b 'percentage inwoners met bijzondere bijstand voor bewindvoering'). Naar aanleiding van de nota 'Rondkomen met je inkomen' (vastgesteld in 2020) is het streven vanaf 2024 verhoogd naar 4,5%. Het is vooralsnog onduidelijk welk effect de coronacrisis precies heeft op de aanvragen Bijzondere Bijstand, daarom handhaven we de ambitie 2024 ook in 2025. Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen).
 Toelichting De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het Garant Verzorgd (GV) pakket. Alle inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV1 of GV2 pakket aanmelden. Inwoners die hiervan gebruik maken, betalen een lagere premie en krijgen dan een gratis uitbreiding van het aanvullende verzekeringspakket voor ziektekosten. Daarnaast geeft deze uitbreiding voor bepaalde zorg hogere vergoedingen zonder extra kosten, afhankelijk van het gekozen pakket. Het is vooralsnog onduidelijk welk effect de coronacrisis precies heeft op aantal inwoners dat betaald verzekerd is via een Menzis Garant Verzorgd pakket, daarom zijn met deze eventuele effecten op dit moment nog geen rekening gehouden. De cijfers van het lopende jaar laten in ieder geval geen grote schommelingen ten opzichte van de voorgaande jaren zien. Verder loopt op dit moment een onderzoek naar de collectieve zorgverzekering. De resultaten hiervan willen we afwachten en op basis hiervan mogelijk nieuwe streefwaarden bepalen. We streven er op dit moment daarom naar, om voor het begrotingsjaar 2025 geen gewijzigde streefwaarde op te nemen. Bron: Kennispunt Twente en Menzis.
 Toelichting Voor een toelichting van deze indicator zie indicator 3.02b 'Percentage inwoners tot 110 procent van het sociaal minimum dat betaald verzekerd is via Menzis GV3'. Alle inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV 3 pakket aanmelden. Bij dit pakket wordt ook het eigen risico van de inwoners verzekerd. Het is vooralsnog onduidelijk welk effect de coronacrisis precies heeft op aantal inwoners dat betaald verzekerd is via een Menzis Garant Verzorgd pakket, daarom zijn met deze eventuele effecten op dit moment nog geen rekening gehouden. De cijfers van het lopende jaar laten in ieder geval geen grote schommelingen ten opzichte van de voorgaande jaren zien. Verder loopt op dit moment een onderzoek naar de collectieve zorgverzekering. De resultaten hiervan willen we afwachten en op basis hiervan mogelijk nieuwe streefwaarden bepalen. We streven er op dit moment daarom naar, om voor het begrotingsjaar 2025 geen gewijzigde streefwaarde op te nemen. Bron: Kennispunt Twente en Menzis.
Acties 2022 |
Aantal acties: 1
01. We voeren de nota 'Rondkomen met je inkomen', onderdeel inkomensondersteuning verder uit.
Eind 2020 is de nota 'Rondkomen met je inkomen' vastgesteld. In 2022 voeren we deze verder uit. Zo implementeren we per 2022 de vernieuwing van de kwijtschelding van Participatiewet schulden. En zetten we de pilot 'Budget Veilig' voort, gericht op het inhouden en doorbetalen van vaste lasten met het werven van een kleine groep inwoners. Eind 2021 is het dashboard armoedebeleid gereed en komt de Nibud-minima-effectrapportage 2021 uit. Dit vormt de basis voor het meetbaar maken van de effectiviteit van het armoedebeleid, waar de raad via een amendement opdracht toe heeft gegeven. In 2022 gaan we samen met de raad hier invulling aan geven. Daarnaast blijven we op basis van de actualiteit werken aan doorontwikkeling van het beleid. Zo ondersteunen we het initiatief van partners voor een haalbaarheidsonderzoek voor gezamenlijke huisvesting.
|
|
|
|
. |
3.03 De inwoners met een laag inkomen zitten zo min mogelijk in een schuldhulpverleningstraject We handelen preventief, voordat iemand in de schulden terechtkomt. Daar waar mensen toch in de schulden zijn gekomen en waar ze die niet kunnen oplossen, ondersteunt de gemeente Enschede deze inwoners. Dit doen we samen met diverse maatschappelijke organisaties (zoals bijvoorbeeld het Diaconaal Platform Enschede, Humanitas thuisadministratie, Alifa) en de Stadsbank Oost-Nederland. Ook de Wijkteams Enschede spelen hierbij een belangrijke rol.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2
 Toelichting De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeente Enschede taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit. Elke inwoner met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank Oost Nederland. Mogelijk kan er in de nabije toekomst nog sprake zijn van een “boeggolf” aan inwoners met schulden als gevolg van Covid 19. Verder verwachten we de komende jaren geen significante beleids- of wetswijzigingen die van invloed kunnen zijn op de aantallen inwoners met schuldhulpverlening. Voor de langere termijn stellen we daarom voor om het streefcijfer van 2024 door te trekken naar 2025. Bron: Kennispunt Twente en Stadsbank Oost Nederland
 Toelichting Als iemand wegens omstandigheden niet goed voor zijn eigen financiën kan zorgen, kan de kantonrechter op verzoek een beschermingsmaatregel nemen. Als zo'n maatregel alleen over het beheer van de financiën gaat, is sprake van bewind. Deze indicator heeft alleen betrekking op inwoners die bijzondere bijstand krijgen voor de kosten voor bewindvoering. De scores laten over de jaren heen een vrij constante lijn van rond de 1,6% zien. We verwachten de komende jaren geen significante beleids- of wetswijzigingen die van invloed kunnen zijn op de aantallen bewindvoeringen. Het ligt daarmee voor de hand om het streefcijfer per 2025 op het niveau van 1,6% bij te stellen. Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen).
Acties 2022 |
Aantal acties: 1
01. We voeren de nota 'Rondkomen met je inkomen', onderdeel schuldhulp verder uit.
Eind 2020 is de nota 'Rondkomen met je inkomen' vastgesteld. In 2022 voeren we deze verder uit, onder andere: - Op basis van de evaluatie van Vroeg Eropaf in samenhang met de brede aanpak vroegsignalering gaan we de wijze van uitvoering van de wettelijke taak op vroegsignalisering structureel inbedden. - We gaan samen met de Stadsbank Oost Nederland en de schuldeisers collectief schulden regelen. Dit houdt in dat de minnelijke schuldhulpverlening wordt versneld door vooraf om akkoord te vragen aan de schuldeisers voor een schuldregeling en dan collectief de schuld af te handelen. Dit heeft grote voordelen voor de inwoners. Er komt sneller een schuldregeling tot stand en ze weten eerder waar ze aan toe zijn. Dit geeft minder “schuldenstress”. - Daarnaast blijven we op basis van de actualiteit werken aan doorontwikkeling van het beleid.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland
Maatschappelijk rendement: De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeentelijke taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit. Elke burger met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank.
|
|
|
|
. |
|
4. Inwoners participeren in de samenleving
In een inclusieve samenleving is iedereen naar vermogen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en doet naar vermogen mee. Dat kan zijn via betaald werk danwel als vrijwilliger, mantelzorger, actief lid van een vereniging en/of andere non-profit-organisatie in Enschede en dergelijke.
|
4.01 De inwoners werken betaald naar vermogen Het welbevinden van mensen wordt mede bepaald door het gevoel 'er toe doen'. Het hebben van betaald werk is daar een belangrijke factor bij, ieder naar eigen capaciteiten. Het aandeel werkende Enschedeërs, de ‘arbeidsmarktparticipatie’, neemt toe en groeit richting het niveau van andere G40 steden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1
 Toelichting De netto-arbeidsparticipatie is dat deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) dat daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. Het streven is om op lange termijn minimaal de waarde van de netto arbeidsparticipatie in het jaar 2015 te behalen (62,7%). Deze waarde is een ‘gemiddeld’ niveau, zonder economisch hoog- of laagtij. Bron: CBS Statline.
Acties 2022 |
Aantal acties: 3
01. We voeren het beleidskader EAA uit aan de hand van het uitvoeringsprogramma 2022.
In 2019 is het Beleidskader 'Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak' (EAA) vastgesteld. Jaarlijks vertalen we dit kader in een uitvoeringsprogramma, nu voor 2022. Belangrijke accenten in het beleidskader die in 2022 worden doorgezet zijn: - de intensivering van ondersteuning van werkzoekenden; - het versterken van de keten van dagbesteding naar werk (waarbinnen ook de uitwerking van de motie 'Duurzame maatschappelijke banen' een plek krijgt) ; - het investeren in de leercultuur onder werkenden en werkzoekenden.
|
|
02. In 2022 vullen we in het kader van de regeling Nieuw Beschut 105 banen in.
Nieuw Beschut is bedoeld voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. Mensen die alleen kunnen werken in een 'beschutte' omgeving, onder aangepaste omstandigheden. Zij hebben meer begeleiding en aanpassing van hun werkplek nodig dan van een reguliere werkgever is te verwachten. Daarnaast bieden we in 2022 de praktijkdiagnose, die bij Nieuw Beschut bij de intake wordt gehanteerd, ook aan andere doelgroepen in de bijstand aan. In de praktijkdiagnose wordt vastgesteld wat mensen kunnen en welke begeleiding nodig is om (weer) te kunnen gaan werken.
|
|
03. We analyseren nut en noodzaak van de inzet van SWPE voor Nieuw Beschut-banen.
Stichting Werkgeverstaken Participatiewet Enschede (SWPE) voert voor de gemeente de werkgeverstaken uit ten aanzien van Nieuw Beschut. In 2021 is een nieuwe landelijke CAO voor de participatiewet afgesproken, die gevolgen kan hebben voor de functie van de SWPE. Deze gevolgen inventariseren we en we analyseren of de inzet van SWPE nog nodig is.
|
|
Bijdrage verbonden partij: Stichting Werkgeverstaken Participatiewet Enschede (SWPE)
Maatschappelijk rendement: De gemeenten hebben met ingang van 1-1-2017 van het Rijk een taakstelling gekregen om beschutte banen in te vullen. Voor het uitvoeren van het werkgeverschap van deze banen is in 2017 de SWPE opgericht om de formele werkgeverstaken uit te voeren. Omdat de CAO WSW niet van toepassing is voor de werknemers die een baan krijgen bij de DCW, hebben raad en college het arbeidsvoorwaardenpakket voor de “nieuw beschutte banen” vastgesteld. De DCW wordt ingezet als uitvoeringsorganisatie. Er wordt gebruik gemaakt van de infrastructuur gebouw, machines, werkaanbod, maar ook de aanwezige en goed toegeruste personele en loonadministratie en werkbegeleidingscapaciteit. Op 1 juni 2021 is de nieuwe landelijke cao voor de participatiewet in werking getreden. Mogelijk heeft dit ook gevolgen voor de functie van de SWPE.
|
|
|
|
. |
4.02 De inwoners doen actief mee in de samenleving via vrijwilligerswerk, mantelzorg, lidmaatschap verenigingen e.d. Meedoen in de samenleving kan naast een betaalde baan op diverse manieren. Via vrijwilligerswerk en/of mantelzorg: werk dat onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of (de kwaliteit van) de samenleving. En/of via een actief lidmaatschap van een vereniging of non-profit-organisatie danwel actief meedoen aan activiteiten die in de stad of eigen wijk worden georganiseerd bij en/of door verenigingen en non-profit-organisaties.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3
 Toelichting Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. We meten hier het vrijwilligerswerk met structureel karakter. Enschede scoort op deze indicator hetzelfde als landelijk. Het beleid is gericht op een hogere vrijwillige inzet van de inwoners, daarom streven we naar geleidelijke toename. Daarbij zien we momenteel een lichte krimp doordat de ledentallen van de organisaties afnemen en ook de bereidheid tot structureel vrijwilligerswerk daalt. Voor incidentele klussen speelt dit niet, in de coronacrisis nam dit zelfs toe. Bron: Stadspanel.
 Toelichting Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: partner, familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de al bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om een langdurige zorg die onbetaald is en meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. De mantelzorg kan intensief (16,8% in 2019) of incidenteel (31% in 2019) zijn. Het beleid is gericht op minder professionele zorg en meer zorg vanuit de samenleving zelf. We streven naar een groei van het aantal mantelzorgers naar 50%, met name op incidentele mantelzorg en zorgvrijwilligers om zo de lasten over meer mensen te verdelen. De ontwikkeling in Enschede volgt de landelijke trend en we scoren iets hoger dan vergelijkbare gemeenten. In de meting 2021 verwachten we een effect van de coronacrisis te zien. Bron: Waarstaatjegemeente.nl, de meting is tweejaarlijks.
 Toelichting Deze indicator betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club. Er is al jarenlang een constante lijn, variërend tussen 59% en 63%, met een eenmalige kleine uitschieter in 2019 (66%). Dit komt overeen met de landelijke trend. We willen deze lijn handhaven. Bron: Stadspanel Enschede.
Acties 2022 |
Aantal acties: 4
01. We ontwikkelen het beleid ten aanzien van vrijwilligerswerk en mantelzorg door.
We doen dit binnen het traject van de sociale basis (zie actie 01 bij subdoel 2.02). Uitgangspunt daarbij is ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg een goede plek te geven in de sociale basis en toekomstbestendig te maken.
|
|
02. We voeren het uitvoeringsprogramma nieuwe Wet Inburgering uit.
De nieuwe Wet Inburgering treedt per 1 januari 2022 in werking. Daarin krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de inburgering van nieuwkomers. We hebben hiervoor in eind 2021 een uitvoeringsprogramma opgesteld, dat we onder regie van de gemeente gaan uitvoeren.
|
|
03. We onderzoeken de mogelijkheden van een Landelijke Voorziening Vreemdelingen (LVV) in Enschede.
Een LVV is een voorziening voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Het Ministerie van Justitie & Veiligheid voert een landelijke pilot uit, waarbij het wil komen tot een landelijke dekking. Enschede denkt met het ministerie mee over een eventuele vestiging van een LVV in Enschede. De pilot loopt tot medio 2022. In afwachting van de uitkomsten houden we in 2022 de Bed-Bad-Brood-voorziening in stand.
|
|
04. We stellen beleid voor antidiscriminatie op.
Dit beleid richt zich op het terugdringen en voorkomen van uitsluiting en het stimuleren van inclusie en acceptatie van alle inwoners van Enschede. Deze actie draagt ook bij aan de subdoelen 2.01 en 2.02.
|
|
|
|
. |
|