3.5. Herprioriteren beleidscapaciteit

De afgelopen jaren zijn door de bezuinigingen veel taken afgeslankt of stopgezet. Keuzes zijn onder andere gemaakt op grond van maatschappelijke effecten, indelingen van taken, zoals wettelijke en niet-wettelijke taken, meerjarige verplichtingen die zijn aangegaan en nieuwe taken die er zijn (decentralisaties). In de Programmabegroting 2015-2018 is een overzicht van te stoppen taken opgesteld op basis van de prioriteiten voor de periode 2014-2018. De motie Stoppen met Beleid is daarmee uitgevoerd. In 2016 zetten we een volgende stap om de beschikbare capaciteit voor de belangrijkste zaken in te kunnen zetten. Dat gebeurt langs 2 lijnen:

  1. De beschikbare capaciteit voor strategie- en beleidsontwikkeling is ongeveer 40 fte. We gaan onderzoeken hoe deze inzet verdeeld is over de prioriteiten van beleid, zoals deze door de raad zijn vastgesteld. Ook bekijken we of de inzet herschikt moet worden. Dit doen we niet per programma, maar per thema, zoals ‘samenlevingsgericht werken’ of ‘sterker maken van de economie’. De prioriteiten uit deze programmabegroting zijn daarbij leidend.   
  2. Voor de uitvoering van beleid worden in de werkprocessen allerlei taken verricht. Dit noemen we uitvoeringsbeleid. Je kunt je afvragen of de gemeente de primaire verantwoordelijkheid voor bepaalde taken moet hebben. Kunnen opdrachtnemers of maatschappelijke partners deze taken niet beter uitvoeren? Alle afdelingen zullen deze vraag beantwoorden en maken inzichtelijk wat wel en niet een gemeentelijke taak moet blijven.

In de reguliere IPC-producten wordt voortgang gemeld.