3.5 Stoppen met beleid

Tot slot: duidelijk kiezen wat we niet of minder doen
We hebben in de voorgaande paragrafen geschetst wat in onze ogen de prioriteiten zijn voor de komende vier jaar. Maar dit betekent ook dat we moeten kiezen wat we niet of minder doen. Alleen door zaken af te bouwen en ons als gemeente te richten op onze kerntaak, ontstaat de ruimte om resultaat te boeken op die dingen die we het belangrijkst vinden. 

We willen duidelijk zijn over wat we minder (gaan) doen. Niet alleen vanwege het uitgangspunt van transparantie, maar ook omdat de gemeentelijke organisatie krimpt. We kunnen de werkdruk alleen binnen de perken kunnen houden als we duidelijk maken aan onze medewerkers waar minder prioriteit ligt. Met dit overzicht wordt tevens duidelijk welke taken uiteindelijk verminderd worden als gevolg van de reeds ingeboekte bezuinigingen op de personele capaciteit.

Lijst met te heroverwegen taken
Zoals hiervoor aangegeven leggen we de prioriteit bij de duurzame sociaal-economische ontwikkeling van de stad (focus op luchthaven, kennispark, binnenstad), het versterken van eigen kracht en goede ondersteuning, en het zorgen voor een goede basis van schoon, heel en veilig. Daarnaast willen we deze uitgangspunten hanteren:

  • Eigen verantwoordelijkheid is leidend
  • We doen het samen
  • We gaan voor een toekomstbestendig Enschede
  • We maken duidelijke keuzes en zijn transparant
  • We benutten digitale mogelijkheden

Vanuit deze denkrichting komen we tot een heldere richting van beleid en taken die minder goed passen bij de prioriteiten of de uitgangspunten die we willen hanteren. Het is een verzameling van zaken die we meteen stoppen of verminderen en waarvan we verkennen óf en onder welke voorwaarden we ze stoppen of verminderen. Bijvoorbeeld omdat er gevolgen zijn voor de inzet van vrijwilligers, SW-collega’s of het gebruik van gemeentelijk vastgoed. Het uitgangspunt bij deze verkenningen is ‘stoppen, tenzij....’.

Per programma volgt hierbij een overzicht op welke onderdelen we activiteiten stoppen of heroverwegen. Daarbij wordt aangegeven waarom dit minder past bij de prioriteiten van het college of waarom het geen activiteit is waarop de gemeente substantiële inzet zou moeten plegen.

Maatschappelijke ondersteuning
In het sociaal domein heeft het college voorgesteld om subsidies meer te richten op het versterken van burgerkracht en deels flexibeler inzetbaar te maken. Ook proberen we professionele ondersteuning efficiënter in te zetten door meer aan te sluiten bij bijvoorbeeld sportverenigingen of andere instellingen die we al subsidiëren. We kijken of we, vanuit het principe dat eigen verantwoordelijkheid leidend is en we ondersteuning daar willen inzetten waar het nodig is, opvoedondersteuning minder generiek kunnen inzetten en de effectiviteit kunnen vergroten.

In de beleidsontwikkeling heeft de soepele overgang van de drie decentralisaties veruit de meeste prioriteit. Op andere dossiers zoals Zorg & Technologie heeft de gemeente in mindere mate een voortrekkersrol. Deze activiteiten worden daarom beëindigd. Op het moment dat de transities in het sociaal domein afgerond zijn, is het mogelijk personele capaciteit op ander dossiers in te zetten.

Versterken economie

In het economisch beleid gaan we vooral inzetten op meer bedrijven en groei van bedrijven. Hoofddoel is een versterking van de regionale economische structuur met (uiteindelijk) meer banen. Activiteiten die te weinig daartoe bijdragen worden beëindigd. Voorbeelden zijn de inzet op Fyf, het innovatiefonds en  minder gemeentelijk voortouw op het kennishuis.  

In beginsel ligt de verantwoordelijkheid voor het opleiden van onze jeugd bij het onderwijs. De rol van de gemeente ligt in de randvoorwaarden, zoals kwaliteit en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Momenteel worden vanuit de gemeente verder reikende activiteiten op het gebied van onderwijs en opvoeding ondernomen, terwijl de verantwoordelijkheid bij onderwijsorganisaties ligt. Het gaat bijvoorbeeld om het onderhouden van een website voor schoolkeuzeadvies, het stimuleren van ondernemerscompetenties van kinderen. De gemeente neemt niet meer het voortouw op deze activiteiten.

Duurzame leefomgeving
In het beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn de Binnenstad, Kennispark en het plangebied van het ADT prioritair. Dat betekent dat de gemeente op overige ruimtelijk ontwikkeling geen voortouw neemt de komende vier jaar. Voorbeelden zijn nieuwe initiatieven op het gebied van stadslandbouw, monumentenzorg, GIDS Buitenkans en het in kaart brengen van ecologische waarden. Aan lopende afspraken zoals bij herstructurering wordt wel gewoon voldaan. De hierboven genoemde prioritering geldt ook op het gebied van bereikbaarheid. Verkeersbeleid dat hier niet aan bijdraagt stoppen we. En we maken niet meer voor ieder deelonderwerp een separate visie of beleidsnota's. Dat integreren we in de beleidsdocumenten voor de prioritaire dossiers.

Daarnaast moet de gemeente een flinke slag maken in het reduceren van regelgeving, met name in het ruimtelijk domein. Een voorbeeld is ruimer bestemmen. Dit leidt tot een taakverlichting op verschillende onderdelen, zoals bestemmingsplannen, handhaving, vergunningen en dienstverlening.

Het budget voor ondersteuning van projecten in opstartfase wordt centraal gepositioneerd, zodat daarover nog meer een gemeentebrede afweging wordt gemaakt. De mate van projectondersteuning wordt naar beneden bijgesteld, naar het niveau dat binnen de gemeente gangbaar is. 

Dienstverlening en financieel beleid
Ook in de interne dienstverlening geldt het principe van eigen kracht. Bestuurders, leidinggevenden en medewerkers worden minder gefaciliteerd vanuit staffuncties. De adviescapaciteit wordt geconcentreerd op zaken die het meest nodig zijn. We verminderen de inzet op nationale en internationale netwerken en programma’s.

In de publieke dienstverlening geldt dat meer digitaal wordt aangeboden en dat gewerkt vanuit principes zoals 100% op afspraak. We concentreren onze dienstverlening in het stadskantoor, zodat we optimaal gebruik maken van de beschikbare ruimte.

Heroriëntatie rol vd gemeente: verkennen outsourcing
Dit college wil, naast het duidelijk kiezen wat we wel en wat we niet meer doen, ook heroverwegen of bepaalde taken wel bij de gemeente horen of beter in de markt of regionaal ingekocht of uitgevoerd zouden kunnen worden. Het uitgangspunt is: de gemeente voert geen taken uit waar anderen dat beter kunnen. Dit past ook goed bij het perspectief waarin de gemeentelijke organisatie zich steeds meer ontwikkelt richting een compacte organisatie die flexibel kan schakelen en zich steeds meer richt op goed opdrachtgeverschap (naast vakmanschap in de uitvoering van taken die wel als kerntaak bij de gemeente horen).

Daarom laten we onderzoeken onder welke omstandigheden, met welke voetangels en klemmen (ook gezien andere – regionale - ontwikkelingen zoals IBO), taken van de gemeente naar de markt gebracht kunnen worden. Het antwoord van de verkenning kan nog steeds nee zijn, maar het uitgangspunt is ‘outsourcing, tenzij’. Hierbij benutten we de lessen van de taskforce outsourcing uit 2013 en geven we ons rekenschap van de relatie met het beleidskader Verbonden Partijen. In ieder geval de volgende onderwerpen zijn onderdeel van de verkenning:

  • Activiteiten op het binnenhalen van subsidies
  • Communicatie-advies
  • ICT
  • Onderhoud Enschede
  • Sportbedrijf
  • P&O advisering
  • Juridische zaken
  • Arbeidsbemiddeling werkplein (publiek-private samenwerking)
  • Parkeergarages en parkeerbeleid
  • Bestemmingsplannen
  • Ingenieursbureau
  • Handhaving

Krachtig op onze kerntaken

Door op deze manier taken te verminderen of anders te organiseren, zorgen we ervoor dat we krachtig kunnen (blijven) opereren op die onderwerpen die we als onze kerntaak zien. Ook in financieel lastige tijden. We zetten ons volop in voor het versterken van de sociaal-economische structuur, staan pal voor het versterken en ondersteunen van de zelfredzaamheid van onze inwoners en houden de basis op orde: het zorgen voor een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving en efficiënte en zorgvuldige dienstverlening.