4.3 Programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn

Portefeuillehouder(s): Ed Wallinga
Programmadirecteur: Hans Weggemans 

 

Wat willen we bereiken?

Staat van het programma Uitkomsten

Aanvragen Zorgloket:

7.600

Klantcontacten Zorgloket

31.000

Verstrekking individuele voorzieningen

9.800

Bezoekers inloopvoorzieningen maatschappelijke opvang (per dag):

100

Ondersteunde mantelzorgers

1.092

Klanten SMD (kortdurende trajecten)

963

Incidenten huiselijk geweld

1.324

Trajecten nazorg detentie

441

Werkgebied centrumgemeente Enschede 2012:

Dak- en thuislozen

357

Thuisloze jongeren
waarvan Zwerfjongeren

133
40

Vrouwen in de opvang

303

Gemeente Enschede:

- Begeleid en beschermd wonen (ggz):

690

- Ontredderde gezinnen

84

Aantal huisuitzettingen bij corporaties

112 

Vrijwilligers bij:
Speeltuinen
Dierenopvangcentrum
Alifa (wijkwelzijn)
Steunpunt informele zorg

1.000
100
1200
95

Wijkbudgetten/Bewonersinitiatieven totaal

500

 

Inleiding

Het programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn bestaat uit de beleidsvelden stadsdeelgewijs werken, maatschappelijke ondersteuning, individuele voorzieningen, zorg en opvang kwetsbare burgers. Belangrijk onderdeel van het programma is uitvoering geven aan de Wmo.

 

Hoofddoel

Burgers meer aan zet in hun eigen leefomgeving
De kernopgave binnen het programma is om een goede balans te realiseren tussen enerzijds de verantwoordelijke, zelfredzame burger en anderzijds de overheid. Een overheid die zorgt voor een sociaal vangnet voor diegenen die het echt niet zelfstandig redden. Een balans die de trend van claimgedrag keert, maar wel zorgt voor goede ondersteuning wanneer dat nodig is.

Meer zeggenschap

Het is onze ambitie om bewoners meer zeggenschap en verantwoordelijkheid te geven over hun eigen omgeving, bijvoorbeeld via wijkbudgetten of wijkbeheersplannen. Dit past bij de andere, meer faciliterende en samenwerkende rol van de overheid die in deze tijd gevraagd wordt. We verwachten dat dit leidt tot meer eigen initiatief en betrokkenheid van bewoners bij hun wijk: meer zeggenschap leidt tot meer eigenaarschap. Ook het gesprek aan de keukentafel heeft het doel mensen en hun omgeving meer te betrekken en meer verantwoordelijkheid te geven voor de oplossingen die in hun geval zullen werken.

Investeren in de samenleving
Ook investeren we in de samenleving (‘nieuw noaberschap’) en in algemene voorzieningen. Dit werkt preventief. We zorgen ervoor dat problemen snel, licht en nabij worden opgelost. Dat doen we bijvoorbeeld via goed georganiseerde ondersteuning in de wijken, huiskamers van de buurt en vitale sportverenigingen waar mensen elkaar ontmoeten en wat voor elkaar kunnen betekenen. Of via welzijnswerk gericht op risicogroepen (kwetsbare jongeren en ouderen) en laagdrempelige voorzieningen voor opvoedondersteuning.

 

Vertrouwen in de (integraal werkende) professional
En wanneer mensen onverhoopt toch intensievere ondersteuning nodig hebben, kijken we altijd vanuit het perspectief van de burger. Dat wil zeggen: wij kijken over de grenzen van beleidskokers heen om zo maatwerk te leveren. Het principe één huishouden, één plan, is daarbij leidend. Voor enkelvoudige problematiek zal dit worden opgepakt door de gespecialiseerde professional vanuit het stedelijk loket. Voor meervoudige ondersteuningsvragen door de breed opgeleide professional die in de wijk aanwezig is en ook de ruimte heeft om te handelen. We brengen door dergelijk maatwerk de afstemmingskosten omlaag terwijl de effectiviteit wordt vergroot. 

Vertrouwen in de burger, in de professional, in onze partners
Al met al gaat het om een verschuiving van de rol en werkwijze van de overheid: meer vertrouwen in de burger, meer betrokkenheid bij elkaar, meer ruimte en verantwoordelijkheid voor professionals en slim ontschotten in een samenspel met partners en aanbieders, gebaseerd op vertrouwen en met erkenning van elkaars expertise en verantwoordelijkheid. 

Doelstellingen

De hoofddoelstellingen van dit programma hebben we uitgewerkt in de volgende twee subdoelstellingen: 

Doelstelling A Leefomgeving/wijkontwikkeling: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan.
Doelstelling B Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam


Indicatoren

Om de effecten van onze inzet te meten, hebben we per doelstelling indicatoren samengesteld. In onderstaande tabel staan de huidige resultaten en het streven voor de komende jaren. De maatregelen waarmee straks de bezuinigingsopgaaf 2015 en verder worden ingevuld, kunnen wel aanleiding zijn de streefcijfers voor 2017 nader te bezien.

Voor een totaaloverzicht van alle effectdoelstellingen zie bijlage 7.9 Effectdoelstellingen.
 

Effectindicatoren

Score 2012

Streven 2013

Streven 2014

Streven 2017

Doelstelling A: 

1. Rapportcijfer voor de tevredenheid van burgers over hun leefomgeving (sociale kwaliteit)

5,9

6,7

6,7

6,8

Doelstelling A: 

2. Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. *

22%

21%

20%

17%

Doelstelling B:
3
. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van (een) individuele wmo-voorziening(en).

89%

89%

90%

91%

Doelstelling B: 

11a. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. 

79%

80%

82%

82%

Doelstelling B: 

11b. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het meedoen aan de samenleving. 

79%

80%

80%

80%

* Vanaf deze programmabegroting wordt gebruik gemaakt van de indicator 'Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt' , in tegenstelling tot eerdere jaren. Met deze indicator sluiten we aan bij de landelijke Veiligheidsmonitor, die jaarlijks plaatsvindt.

 

 

Wat gaan we er voor doen?

Politieke speerpunten

Elk programma heeft thema’s die politiek/ bestuurlijk als belangrijk worden aangemerkt. Dit zijn de politieke speerpunten. In de tabel hieronder zijn de politieke speerpunten onderverdeeld naar de programmadoelstellingen. Vervolgens wordt per programmadoelstelling aangegeven welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren en welke producten daarbij betrokken zijn. De tabel geeft ook de positie van het Programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn bij het thema Duurzaamheid.
Daarnaast wordt ingegaan op de stand van zaken van de verschillende transities binnen het sociale domein.

Politiek speerpunt 
Uitwerking begrotingsjaar Betrokken producten 
Ontwikkelingen

Decentralisaties
De voorgenomen decentralisaties op het sociale domein (Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet) geven gemeenten veel meer verantwoordelijkheden. Ze gaan ook gepaard met forse bezuinigingstaakstellingen, oplopend tot ruim 32 miljoen euro. In Enschede staan we optimistisch tegenover deze uitdaging, gezien de vorderingen die we in de maatschappelijke ondersteuningsstructuur al hebben gemaakt. In onze beleidsvoornemens, geformuleerd in de kadernotitie Integrale dienstverlening in de wijken, bouwen we voort op reeds ingezette initiatieven die ook in den lande met veel interesse worden gevolgd. Bijvoorbeeld de integrale werkwijze in de wijkteams met wijkcoaches, nieuwe sturingsvormen zoals de Maatschappelijke Investeringsopgave wijkdiensten, de kanteling in het zorgloket en de Enschedese ideeën voor het terugleggen en benutten van kracht en initiatief bij bewoners, in de wijken (bijv. wijkbudgetten, wijkbeheersplannen, vitale sportverenigingen). Ook de wijze waarop wij een kwaliteitsslag maken in de maatschappelijke opvang en de wijze waarop wij samen met corporaties zorgen voor goede woonvoorzieningen maken onderdeel uit van het nieuwe stelsel.
Door genoemde decentralisaties verandert het kader waarbinnen ondersteuning wordt vorm gegeven. De door de overheid georganiseerde ondersteuning kent in ieder geval de volgende elementen: de Zorgverzekeringswet (behandelingsgericht), de nieuwe Jeugdwet (jeugdzorg), de nieuwe Participatiewet (activering), de Wet werk en bijstand (inkomensondersteuning), de kern-AWBZ (intramuraal verblijf voor zware ondersteuningsvragen) en de nu in ontwikkeling zijnde Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Gezamenlijk geven deze wetten invulling aan het sociaal domein.
Hieronder beschrijven we de budgetten die wij tot onze beschikking krijgen.

Wmo 2015
In het kader van de vorming van de Wmo-2015 is voorzien dat per 1 januari 2015 budgetten vanuit de huidige AWBZ worden gedecentraliseerd naar de Wmo. In de nieuwe Wmo-2015 wordt in de kern de volgende verantwoordelijkheid voor de gemeente omschreven:
  1. Bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;
  2. Ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving;
  3. Bieden van opvang (onderdak met begeleiding en beschermd wonen);
Deze budgetten dienen er toe dat de gemeente haar verantwoordelijkheden voor het bieden van ondersteuning aan haar burgers kan uitvoeren. De betreffende AWBZ-functies op grond waarvan tot dan toe ondersteuning aan burgers werd geboden, komen met deze decentralisatie te vervallen. Ook de regelingen, gericht op financiële compensatie van chronisch zieken en gehandicapten, komen te vervallen. Alle betreffende budgetten worden samengevoegd en overgedragen naar de gemeente. De gemeente krijgt vergaande beleidsvrijheid om de ondersteuning opnieuw in te richten op grond van de ondersteuningsbehoeften van haar burgers. Wel zullen de budgetten worden overgedragen met een forse korting.

N.B.:
De mogelijkheid bestaat dat de voornemens van het kabinet over de decentralisaties de komende maanden nog worden gewijzigd. De discussies over het al dan niet doorgaan van de jeugd GGZ of de functie Verzorging naar de Wmo zijn landelijk nog in volle gang. Het is dus niet zeker of dat doorgaat. Vooral de wijze van toegang bepaling en de inkoop van integrale wijkdiensten komen dan in een ander daglicht te staan. We kiezen voor een robuuste aanpak die kan meebewegen op uiteindelijke besluitvorming van het Rijk.
Ook de budgettaire gevolgen voor Enschede zijn nog niet exact aan te geven omdat er door het Rijk nog gerekend wordt aan bepaling van beschikbare macrobudgetten en verdeelmodellen.  Meer duidelijkheid hierover komt bij de Meicirculaire 2014 van het gemeentefonds.

Transitie Jeugdzorg
De budgetten voor Jeugdzorg worden per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de gemeente. Daarmee worden gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugd van 0 tot 18 in al haar facetten. De Enschedese visie- en uitgangspuntennota Transitie Jeugdzorg is al medio 2013 vastgesteld. 
In 2014 wordt het stelsel voor ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders verder ingericht. Hiertoe wordt het beleidsplan en de verordening ter besluitvorming voorgelegd. Uitgangspunt hierbij is dat de zorg nabij en integraal georganiseerd wordt in de omgeving van het gezinssysteem. Om dit te bereiken wordt de zorg voor jeugdigen en hun ouders zo veel mogelijk belegd in brede wijkteams. De resultaten en ervaringen die in 2013 zijn opgedaan in de diverse pilots worden hierin verwerkt.  
Binnen de Regio zal ook in 2014 op onderdelen samengewerkt worden. Hierbij valt te denken aan inkoopprocessen en verplichte samenwerking op terreinen als Jeugdbescherming en –Reclassering.

Wat doen we in 2014?
Door deze nieuwe verantwoordelijkheden is het noodzakelijk een nieuw stelsel in te richten. In 2014 zetten we ons in om een nieuw stelsel te ontwikkelen dat toekomstbestendig is.

Kenmerken van een nieuw stelsel zijn in ieder geval:
  • Het is minder versnipperd en bureaucratisch dan de huidige situatie en we gaan primair uit van wat mensen zelf en samen met hun omgeving nog kunnen, zonder dat er sprake is van claimbare rechten op strak omlijnde vormen van zorg;
  • We geven de ondersteuning vanuit nabijheid en op een integrale wijze, beginnend vanuit de vraag van een burger of een gezin. Hierbij laten we de oude schotten tussen bijvoorbeeld werk, zorg of opvoeden achter ons.
  • We geven professionals de ruimte om samen met de burger richting te geven aan de ondersteuning. Waarbij de professional vanuit zijn deskundigheid ook een afweging maakt over de inzet van middelen en zich daar medeverantwoordelijk voor voelt.
Dat vraagt andere manieren van denken en handelen bij alle betrokkenen: bij onszelf, bij ondersteuners, bestuurders, verzekeraars, en niet in de laatste plaats bij burgers. Met deze  kanteling in denken en handelen, doen we al ervaring op, onder meer via de wijkteams, de kanteling in het zorgloket en de Maatschappelijke Investeringsopgaven (MIO’s). Die ervaringen gaan we in 2014 benutten en verder uitbouwen, in de aanloop naar 2015.
We pretenderen niet per 2015 ‘het definitieve model’ voor de toekomst te hebben. Dat vraagt een ontwikkeling van jaren, een traject van leren, ontwikkelen, bijstellen en vaststellen. Maar per 2015 moeten we wel gereed zijn om deze nieuwe taken uit te voeren. Met de daarbij doorgevoerde bezuinigingen, ook op budgetten (zoals voor huishoudelijke hulp) die nu al tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid horen.

Belangrijke voornemens als voorbereiding op 2015:
  • De vorming van één stedelijk loket waarin alle gemeentelijke loketfuncties ontschot en volgens de logica van de klant zijn ondergebracht;
  • Schaalverkleining van de huidige wijkteams en verbreding van de ondersteuning betekent een uitbreiding van het aantal wijkteams van 5 naar 9;
  • Verkennend onderzoek in het kader van de sturing, toegang en bekostiging van de zorg. In samenwerking met onze partners in de drie pilotwijken Enschede: Doen! wordt het wijkdienstenmodel nader verkend, als mogelijk alternatief voor het huidige toegangsmodel (gebaseerd op gemeentelijke indicaties). Het gaat dan om de nu nog onder de AWBZ vallende ondersteuning, zoals begeleiding, dagbesteding (inclusief vervoer) en verzorging en Wmo ondersteuning zoals huishoudelijke hulp en vervoer. De voor- en nadelen van beide modellen en hun tussenvormen worden in beeld gebracht en in december 2013/januari 2014 aan de Raad voorgelegd.
  • Onderzoek naar de verschillende vormen van activering en begeleiding (dagbesteding). Gelet op de veranderingen in de AWBZ (dagbesteding) en de invoering van de Participatiewet hebben wij behoefte aan diepgaander inzicht in de doelgroepen, aard van de activiteiten, volumes, resultaten en kosten en eventuele opbrengsten (rol in het economisch verkeer) van het aanbod dat zich richt op dit deel van de arbeidsmarkt en participatie.
  • Onderzoek naar meting van resultaten van de maatschappelijke ondersteuning. Voor  de  burger zijn de uitkomsten van zorg en ondersteuning een belangrijke, zo niet dé belangrijkste maat van kwaliteit. Het gaat dan met name om de mate waarin mensen (weer) zelfstandig kunnen functioneren en meetellen in de maatschappij. Samen met een aantal andere gemeenten nemen wij deel aan een landelijk onderzoek naar meting van de resultaten.   
Enschede: Doen!
In de Enschede: Doen! wijken wordt essentieel voorbereidingswerk gedaan voor onze stadsbrede aanpak van de decentralisaties. Er is veel ruimte binnen de kaders die reeds zijn vastgesteld. Dit richt zich vooral op:  
  • Nieuwe allianties aangaan met werkgevers, verenigingen, scholen, burgers, gericht op versterking burgerkracht.
  • Daarbij koppeling maken met bredere wijkteams.
  • Efficiënter maken van de afstemmingsstructuur in de wijk: tussen stadsdeelmanagement, partners, wijkteams, etc. Terugdringen van ambtelijke en professionele drukte. Uitdrukking geven aan de wens van de Raad meer efficiency aan te brengen in de wijkinzet van professionals.
  • Met aanbieders verder verkennen en uitwerken van de mogelijkheid van het aanbieden van integrale wijkdiensten op basis van populatiefinanciering.
  • Het samen verder ontwikkelen van een adequaat systeem van resultaatmeting. Dit op basis van wijkanalyses en nulmetingen. Digimap is daarvan een onderdeel.
Doelstelling A: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan
Bevorderen burgerparticipatie door wijkbudgetten (en stadsdeelbegroting) 

Het college hecht aan het versterken van burgerbetrokkenheid en burgerinitiatieven om daarmee de invloed van Enschedeërs op hun woon- en leefomgeving te vergroten. Door de wijkbudgetten geven we de bewoners van wijken en buurten de mogelijkheid om ideeën en plannen te verwezenlijken. Het heeft tijd nodig gehad voor de wijkraden om een eigen uitvoering op poten te zetten, voor de initiatiefnemers om ideeën operationeel te maken. Daarnaast werken we op deze manier aan een andere verhouding tussen burger en overheid, waarin de gemeente meer activeert en stimuleert in plaats van de burger als consument te bedienen. Dat vraagt een andere opstelling van zowel burgers als van professionals. In dat licht bezien stellen we vast dat we afgelopen 2 jaar veel bereikt hebben. Uit een eerste evaluatie blijkt dat de wijkraden, de commissies wijkbudgetten en de initiatiefnemers positief gestemd zijn over het instrument, en er zijn veel initiatieven naar voren gebracht en uitgevoerd. De evaluatie werpt ook een aantal vragen op waar we mee aan de slag moeten. De vraag “wat wil de gemeente loslaten en waar wil de gemeente op sturen” komt voortdurend terug en behoeft verdere verdieping. Door nog nadrukkelijker met bewoners naar de analyse van de buurt en wijk te kijken zal de “behoefte” van het gebied scherper worden. We gaan ervan uit dat daarmee gestimuleerd wordt wijkbudgetten te benutten voor het verbeteren van de sociale en fysieke omgeving, bijvoorbeeld schoon-heel-veilig, zorg voor elkaar, activering en (arbeids)participatie.
De Gemeenteraad heeft bij vaststelling van het financiële kader op 1 juli 2013 besloten om eenmalig een bedrag van 0,6 miljoen euro te korten op de wijkbudgetten. Tevens heeft de Raad daarbij besloten om in 2014 eenmalig 30% op het werkbudget voor de stadsdelen te korten (een bedrag van 0,2 miljoen euro). Daardoor is de handelingsruimte van stadsdeelmanagement enigszins beperkt.
In deze programmabegroting is ook een voorstel opgenomen om met ingang van 2015 de wijkbudgetten structureel te korten met 260.000 euro. Het gaat hier om het budget “ïnitiatiefkracht” dat niet rechtstreeks aan wijken is toegedeeld.

Stadsdeelgewijs werken 
Doorontwikkeling stadsdeelgewijs werken 

Met de kadernota Integrale Dienstverlening hebben we de aanzet gegeven om te komen tot een nieuw uitvoeringstelsel voor werk, ondersteuning, zorg en opvoeden. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor een wijkgerichte benadering. Met ingang van 1 januari 2014 starten we met uitgebreide wijkteams operationeel in drie Enschede: Doen! Wijken: Stadsveld (inbegrepen Pathmos), Wesselerbrink en Glanerbrug. We richten ons op het aangaan van nieuwe allianties met werkgevers, verenigingen, scholen, burgers; op de verbindingen met de bredere wijkteams en op het efficiënt uitwerken van de afstemmingstructuur in de wijk tussen stadsdeelmanagement, partners, wijkteams en programmaorganisatie. Enerzijds geïntegreerde gemeentelijke diensten in wijken en buurten en anderzijds aan burgers en partners overlaten om woon- en leefomgeving te verbeteren.
In de stadsdelen wordt onder de noemer “wijkanalyses” breed ingezet op het verzamelen van cijfermatige en ervaringsgegevens van buurten en wijken om vervolgens samen met partners, bewoners en gemeenteraad speerpunten voor de komende periode te benoemen in de jaarplannen van de stadsdelen.

Stadsdeelgewijs werken

Actieve en leefbare wijken 
Via het parapluconcept van ‘Jij maakt de buurt’ inzet om bewoners zelf (nog) meer aan zet te krijgen. Onder andere via de wijkbeheerplannen en wijkbudgetten krijgt dit ook concreet vorm.  
Doelstelling B: Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam.
Terugdringen professionele zorg (zorg op maat, betaalbaar en bereikbaar)

Motie Welzijn in nieuw perspectief:
Een onderzoek naar de activiteiten en diensten gericht op welzijn, activering en maatschappelijke dienstverlening (werkterrein Alifa en SMD), levert in 2014 incidenteel 1,1 miljoen euro aan bezuinigingen op. Een deel van deze bezuinigingen (550.000 euro) komt ten laste van het programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn.
Bij de Keuzenota is besloten aanvullend op de 1,1 miljoen euro nog een bedrag te bezuinigen van structureel 500.000 euro met ingang van 2015. In deze programmabegroting is een voorstel opgenomen de bezuiniging te verhogen naar 700.000 euro.

Huishoudelijke hulp
De ervaring die we op doen in de Enschede: Doen! wijken geven input voor de besluitvorming over hoe we ondersteuning vanaf 2015 vorm zullen geven. Bij de vaststelling van het financiële kader op 1 juli 2013 is besloten tot een bezuiniging met ingang van 2014 van 1,3 miljoen euro op het budget voor individuele voorzieningen. Met deze bezuiniging kunnen de individuele voorzieningen met ingang van 2014 volledig uit het rijksbudget bekostigd worden. Daarnaast is het mogelijk in 2014 een incidenteel bedrag van 800.000 euro te bezuinigen, in te zetten voor de incidentele opgave 10 miljoen euro flankerend beleid.
In 2014 zal met de ervaringen uit de pilots en op basis van de nieuwe wmo-wetgeving een nieuw wmo-stelsel worden ontwikkeld waarmee de in het regeerakkoord opgenomen bezuiniging van 40% op het budget voor huishoudelijke hulp kan worden ingevuld. 
 
Vervoer
Er wordt ingezet op het ontwikkelen van meer algemene vervoersvoorzieningen. In 2013 zijn we gestart met twee scootmobielpoolen. Dit aantal zal verder worden uitgebreid. Het regionale haalbaarheidsonderzoek naar het bundelen van vervoersstromen (Wmo, AWBZ, leerlingenvervoer, en WSW) is afgerond. Vervoersstromen zullen waar mogelijk worden gebundeld. Dit is afhankelijk van contractuele verplichtingen.  
 
Wonen
Er wordt van burgers verwacht dat ze tijdig zelf verhuizen naar een passende woning. De woningcorporaties bieden woningen gelabeld aan. Hierdoor wordt het inzichtelijk voor hen of een woning op termijn passend is. Burgers kunnen hierdoor zonder professionele ondersteuning verhuizen naar een rollator- of rolstoelgeschikte woning.
 
Handhaving
Om de uitvoering van de Wmo betaalbaar te houden is het belangrijk dat niemand ten onrechte een voorziening ontvangt. In 2014 gaan we ervaring opdoen met handhaving; we gaan handhaving inzetten om, bedoeld of onbedoeld, misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. We onderzoeken op welke wijze we kunnen handhaven. In 2014 worden er gerichte acties uitgezet. We sluiten aan bij de systematiek van de WWB.

Individuele voorzieningen 

Informele zorg 

Wijkwelzijn 

Pakketmaatregelen 

Maatschappelijke ondersteuning 

Integrale maatschappelijke ondersteuning

Wijkteams wijkcoaches
De basis voor het nieuw in te richten stelsel is integrale maatschappelijke ondersteuning op de terreinen werk, ondersteuning, zorg en opvoeding. Dit gebeurt nu al in de huidige wijkteams maar om hierin ook (een deel van) de nieuwe verantwoordelijkheden per 2015 te integreren, worden de huidige wijkteams doorontwikkeld. Daarbij vindt ook de integratie in de wijkteams nieuwe stijl plaats van de in PS: Doen ontwikkelde werkwijze. In 2014 wordt gestart met een schaalverkleining van de huidige wijkteams, van 5 naar 9, en een uitbreiding van de taken van de teams, tot tenminste:

  1. De aanpak voor burgers met een langere afstand tot de arbeidsmarkt;
  2. Vroegtijdige opvoedondersteuning voor kinderen (0-23) en hun ouders;
  3. Toegang tot de tweedelijns jeugdzorg, die nu via Bureau Jeugdzorg wordt aangeboden;
  4. De ambulante jeugdhulpverlening en een deel van het jongerenwerk;
  5. Een deel van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ);
  6. De ambulante begeleiding van mensen met psychosociale problematiek;
  7. Maatschappelijk werk, welzijnswerk en cliëntondersteuning;
  8. Inkomensondersteuning;
  9. Kinderopvang op medische indicatie;
  10. Sociale Veiligheid;
  11. Ondersteuning van mantelzorgers.

Dit vergt ten eerste een uitbreiding van de huidige kernpartners van de teams maar heeft ook gevolgen voor de huidige huisvesting, ICT (monitoring en registratie) en scholing. De basisaanpak van de teams blijft ‘één gezin, één plan van aanpak, één regisseur en zoveel mogelijk één uitvoerder'.
We hebben daarbij aandacht voor kostenefficiëntie door het kosten- en baten onderzoek dat we samen met Saxion uitvoeren en dat zich vertaalt in een checklist voor de wijkcoach om te zien wat zijn/haar inzet in het gezin maatschappelijk en financieel oplevert (of eigenlijk bespaart). Daarnaast maken we samenwerkingsafspraken met (voor ons) nieuwe partners in het veld, zoals de Raad voor de Kinderbescherming en herzien we afspraken met bestaande partners. De financiering van de wijkteams wordt gedragen door gemeente en instellingen samen en wordt gedekt uit bestaande geldstromen.
 
Bemoeizorg
De inzet van Bemoeizorg heeft haar effect bewezen als het gaat om het leggen van contact met zorgwekkende zorgmijders en hen toe te leiden naar zorg. Daarmee wordt ook een complex van overlast gevende problemen die de leefbaarheid in buurten en wijken direct beïnvloeden tegengegaan.
De Rijksmiddelen voor Maatschappelijke Opvang zijn met ingang van 2013 verlaagd. Er worden incidentele middelen ter compensatie van de rijkskorting beschikbaar gesteld. Vanaf 2015 zal naar structurele dekking worden gezocht binnen de dan beschikbare middelen decentralisatie begeleiding AWBZ, dan wel door herschikking van middelen binnen het programma WZW. 
 
Opvang en zorg kwetsbare burgers 
In deze programmabegroting is een voorstel opgenomen om (structureel) met ingang van 2015 130.000 euro te bezuinigen op het beschikbare budget. Hiermee wordt de overschrijding van  het rijksbudget  Maatschappelijke Opvang taakstellend teruggebracht. De 130.000 euro taakstellend te zoeken binnen de activiteiten van Tactus.

Individuele voorzieningen
Opvang en zorg kwetsbare groepen
Wijkteams wijkcoaches

Bestuurlijke projecten 

Bestuurlijk project
Om van de wijk Velve-Lindenhof een krachtwijk te maken is, samen met partners en bewoners, in 2007 het wijkactieplan opgesteld. Op basis van dit wijkactieplan is op 31 maart 2008 het charter getekend tussen Rijk en Gemeente en corporaties. Dit betekent dat integraal de problemen opgepakt worden zodat vanuit de invalshoeken wonen, leven en werken er een duurzame wijk zal ontstaan. In het Charter zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van de integrale aanpak. De corporaties en de gemeente investeren daarbij zeer fors in de sociale en fysieke aanpak.
De fysieke veranderingen in grote delen van de wijk zijn inmiddels afgerond. In Velve Groen zijn alle woningen opgeleverd en de inrichting van de openbare ruimte is in 2013 afgerond.
Voor zowel het gebouw als de openbare ruimte van Hart van de Wijk zijn in 2013 definitieve ontwerpen gemaakt die goed zijn ontvangen door de wijkbewoners. Na een periode van herbezinning na het wegvallen van de NRO, is De Woonplaats in 2013 weer gestart met de visievorming voor de Lage Bothof. Veel oude bebouwing is inmiddels aangekocht en gesloopt.
Na enkele voorbereidende werkzaamheden in 2013, gaat in 2014 de bouw van Hart van de Wijk daadwerkelijk van start. Het gebouw en de openbare ruimte kunnen in de zomer van 2015 in gebruik worden genomen. Vooruitlopend op het gereedkomen van Hart van de Wijk wordt de wijkactivering vanaf 2013 reeds opgestart. De Woonplaats gaat er vanuit in 2014 de planvorming voor delen van het gebied, inclusief bestemmingsplanprocedures, te kunnen afronden.

 Velve Lindenhof

Bestuurlijk project
De wijkvernieuwing van Wesselerbrink Noord, Het Bijvank/Het Lang heeft tot doel te komen tot een duurzame wijk met een aangenaam leef- en woonklimaat, gedifferentieerde bevolkingsopbouw en een betere en herkenbare bereikbaarheid van de individuele woning. Met de herstructurering van de Wesselerbrink Noord wordt beoogd een duurzaam sociaal stabiele woonomgeving te creëren, waarbij verschillende bevolkingsgroepen in etnische, financiële en sociaal-maatschappelijke zin naast elkaar leven. In 2014 staan de uitvoering van het Sociaal Economisch Plan (SEP) op het programma, de inbedding van het SEP in ontwikkeling naar Enschede: Doen! en de uitvoering van de herstructurering Het Bijvank Noord (in fases sloop en nieuwbouw).

 Wesselerbrink Noord

Bestuurlijk project
De Woonplaats en de Gemeente Enschede zien Stroinkslanden-Zuid als een stijgingswijk. De intentie van het project Stroinkslanden 2015 is dat Stroinkslanden-Zuid stap voor stap hoger op de sociaaleconomische ladder komt, waarbij de wijk zich sociaal, fysiek en economisch ontwikkelt tot een sterke, leefbare wijk. De Woonplaats en de Gemeente Enschede hebben gekozen voor een gezamenlijke integrale aanpak waarbij het sociale aspect leidend is. Het jaar 2014 zal in het teken staan van:

  • Ontwerp en realisatie groenstructuur fase 2;
  • Realisatie bosrand Hesselinklanden;
  • Uitwerking van het plan winkelcentrum Stroinkslanden door de ontwikkelaar met betrokken partijen;
  • Planvoorbereiding renovatie huurwoningen;
  • Hanenberglanden gecombineerd met ontwikkeltrajecten voor bewoners;
  • Gerichte inzet van participatietrajecten, talentontwikkeling en activeringsactiviteiten, onder andere vanuit Stroinkshuis;
  • Overdracht van de gymzaal Smileyveld aan het Bewoners Team Stroinkslanden voor inzet in de wijk.
 Stroinkslanden
Duurzaamheid

Het programma WZW heeft een ondersteunende, regie- en coördinatierol in acties met partners. Dit richt zich naast het stadsdeelgewijs werken en burgerparticipatie ook op het stimuleren van het bewustwordingsproces ten aanzien van duurzaamheid. 
De inzet is dat zorginstellingen door energiebesparing en opwekking van duurzame energie aan de opgave voldoen. Onze rol verschilt daarbij van geval tot geval. Soms is de gemeente eigenaar en kunnen we zelf maatregelen nemen, in andere gevallen moeten we onze zorgpartners stimuleren.
Naast het oppakken van deze directe duurzaamheidopgave heeft het programma een ondersteunende rol richting de andere programma’s. Stadsdeelmanagement heeft een belangrijke regie- en coördinatierol in acties met partners, met name burgers, in het kader van het stadsdeelgewijs werken en burgerparticipatie. Stimulering van het bewustwordingsproces ten aanzien van duurzaamheid wordt meegenomen. 
Door de veelal ondersteunende rol van WZW ten opzichte van andere programma’s is de inzet niet altijd te meten en toe te rekenen aan het programma.

Voorziene maatregelen / activiteiten in 2014 

Indicator: 2,5% energiebesparing bij gebruik van utiliteitsgebouwen:

  • Energiegebruik (zorg)instellingen is gespreksonderwerp bij besprekingen, bij contractering van zorginstellingen; duurzaamheidseisen worden als voorwaarde in overeenkomsten opgenomen.
  • Verkenning van de mogelijkheden (in samenwerking met programma Leefomgeving) om zorginstellingen te faciliteren op het vlak van duurzaamheid van werkmethoden en gebouwen.
  • Stimulering door bewustwordingsprojecten (klimaatstraatfeesten, project KamerRaad, buurtaanpak).

Resultaat: 63 ton CO2 reductie

Indicator: Energiezuinig gedrag van bewoners:
  • Gezamenlijke opgave met de programma’s Stedelijke Ontwikkeling en Leefomgeving.
  • Stimuleren van de oprichting van buurtenergiebedrijven in de verschillende stadsdelen.
  • Het project verloopt naar tevredenheid, en er liggen mooie kansen voor opschaling, zowel binnen het thema energie als op verbreding naar andere samenwerkingsverbanden binnen de wijken.

Resultaat: In verschillende stadsdelen zijn buurtenergiebedrijven en -kringen opgericht, en in andere stadsdelen zijn daar initiatieven voor genomen, met als doel om gezamenlijk het energieverbruik te verminderen en goedkoper energie in te kopen.

Indicator: Maatschappelijk verantwoord ondernemen:
  • Gezamenlijke opgave met het programma Economie & Werk. Het programma steunt de ontwikkeling van de Enschedese Uitdaging in combinatie met Vrijwilligers053. Het doel is het maken van matches in de vraag van maatschappelijke organisaties en het aanbod van bedrijven.

Resultaat: Door Maatschappelijk verantwoord ondernemen ontstaan mogelijkheden als het beschikbaar stellen van ruimtes voor maatschappelijke organisaties, vervanging van materialen door energiezuinige producten, maar ook het delen van kennis.


Reguliere werkzaamheden

Naast de hiervoor genoemde politieke speerpunten, zijn er ook reguliere werkzaamheden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze reguliere werkzaamheden binnen dit programma. De tabel laat per doelstelling zien welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke belangrijke zaken er komend jaar te verwachten zijn. Voor sommige producten zijn relevante beleidsnota’s geschreven. Hier verwijzen we dan naar.

Regulier werk Uitwerking begrotingsjaar
Doelstelling A: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan.

Stadsdeelgewijs werken 

Stadsdeelteam, functionarissenoverleg
  • Samenwerking met partners, instellingen en wijkorganen in de wijk op verschillende niveaus.

Overleg wijk- en dorpsraden stadsdeelniveau

  • Afstemming wijk- en dorpsraden over stadsdeel specifieke onderwerpen.
  • Vertaling stedelijke kaders naar buurtniveau

Arbeidsparticipatie

  • Meehelpen met de uitvoering van “de werkgever op kop”. Door veelal met de stadsdeelwethouder bruggen te slaan richting ondernemers, in het bijzonder het MKB.

Huisvesting kwetsbare groepen

  • Rol in proces van vroegtijdig bespreken in de wijken en een coördinerende rol in omgevingsbeheer met name met betrekking tot leefbaarheid en veiligheid.
  • Realiseren voldoende, passende (betaalbaar, veilig, zo zelfstandig mogelijk) wooneenheden

Burgerparticipatie

  • Stimuleren van burgerkracht, gericht op zowel betrokkenheid bij de buurt, als stimuleren van initiatieven gericht op sociale binding of verfraaiing van de openbare ruimte.
  • Faciliteren en stimuleren van wijkbudgetten om ondersteuning te bieden aan de commissies wijkbudgetten zowel in het proces als bij de uitvoering.

Stadsdeelcommissies

  • Samen met de voorzitter en de griffie voorbereiden van de vergaderingen. Inzet om bewoners(vertegenwoordigers) een podium te geven voor contact met de commissieraadsleden door het creëren van informele settings, inspraakmogelijkheden onder de aandacht te brengen etc.

Gezonde leefstijl, kracht van (sport)verenigingsleven

  • Activeren van diverse doelgroepen, inzet op gezonde leefstijl. Netwerk van vrijwilligers, benutten kennis en kunde bewoners. Door inzet van verenigingsmanagers wordt er een flinke slag gemaakt. Stadsdeelmanagement is betrokken bij diverse vitale sportverenigingen.
  • Opzetten en inbedding activiteiten op sport-, spel- en ontmoetingsplaatsen onder meer door gebruik te maken van combinatiefunctionarissen Onderwijs & Sport. Wijksportcentra uitbouwen tot ontmoetingsplaatsen. Samenwerking met het programma Opgroeien & Ontwikkelen. 

Voorzieningenniveau wijk

  • Bewaken dat voorzieningenniveau in wijk op peil blijft. Stimuleren van wijkeconomie. Tevens stimuleren van cultuurparticipatie. Gebruik maken van kennis en kunde op cultuurgebied in de wijken.

Schone wijken/buurten

  • Opruimacties in samenwerking met stadsdeelbeheer. Per stadsdeel cyclus bepalen met wijken om wijkschouwen te organiseren. Samenwerking met het programma Leefomgeving.

Verkeersveiligheid

  • Agenderen en laten aanpakken van door bewoners ervaren knelpunten of onveilige situaties.
  • Coördinatie en/of ondersteuning van het Convenant Veilig Uitgaan (stadsdeel Centrum/Binnenstad en Noord/Go Planet)
  • Deelprojecten m.b.t. horecaverbod, Keurmerk Veilig Uitgaan, PUB-ploeg Binnenstad, taxibeleid.

Tegengaan van overlast, criminaliteit

  • Overleg met politie en andere partners. Structureel overleg met wijkagent voor sluimerende problematiek.

Herstructurering 

  • Meedenken bij herstructureringsprojecten vanuit oogpunt van veiligheid en sociale infrastructuur en waarborgen van betrokkenheid burgers.

Woonoverlast

  • Op te starten methodiek ‘Buurtbemiddeling’ vanuit kracht in de wijken zelf. Inzet van vrijwilligers. Nauwe samenwerking met woningcorporaties.

Jongerenproblematiek

  • Structureel inzet jongerenwerk, in het wijkjongerenteam in samenwerking met de inzet van politie. Maatwerkprojecten als problematiek daar om vraagt zoals integrale aanpak stadsdeel Zuid met betrekking tot jongerengroepen.

Welzijn (kaderstelling wijkwelzijn)

Welzijnswerk/ wijkgericht werken
Er is op dit moment een brede basis van algemene voorzieningen en activiteiten die bijdragen aan het welzijn van de hele bevolking. Soms worden deze voorzieningen (deels) door de gemeente gesubsidieerd en vrijwel geheel door vrijwilligers georganiseerd (zoals sportverenigingen), dan weer zijn het de kerken die aan een voorziening bijdragen door geld of menskracht. De woningcorporaties dragen op verschillende manieren bij aan de leefbaarheid van wijken en ook zorginstellingen organiseren allerlei (welzijns)activiteiten in de buurt met behulp van honderden vrijwilligers.
Daar waar de samenleving er niet in slaagt een wijk leefbaar te maken of zorg voor elkaar nadere aanvulling nodig heeft, proberen wij met het subsidie-instrument of door middel van diverse vormen van opdrachtgeverschap, de benodigde ondersteuning aan te vullen of te organiseren. Vanuit de wens om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het niveau van de wijk, zullen we de organisatie hiervan in de stadsdelen neerleggen. Ook nu al is het een taak van het stadsdeelmanagement om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. De regietaak wordt nog verder versterkt.
Om deze aanvullende maar essentiële rol goed te vervullen is het nodig om voldoende middelen te hebben. Immers, belangrijke kenmerken van de beleidstheorie geschetst in “Meedoen naar vermogen” en de kaderstelling wijkwelzijn, zijn:

  • aanwezigheid in de wijken, in de nabijheid van mensen;
  • lichte inzet kan veel zwaardere problemen voorkomen; daarom is het welzijnswerk specifiek gericht op de groep mensen die ondersteuning nodig heeft, jong en oud.

Zoals afgesproken in het Coalitieakkoord, is Alifa de preferente aanbieder van welzijnsactiviteiten. Wel zal de mogelijkheid worden geboden om meer activiteiten door andere aanbieders in co- dan wel onderaannemerschap uit te voeren, waarbij uitgangspunt is dat de continuïteit van activiteiten wordt gegarandeerd.

Dierenwelzijn
Opvang van zwerfdieren is een wettelijke taak die wordt uitgevoerd door het Dierenopvangcentrum Enschede.

Welzijn ouderen, gehandicapten en kwetsbare groepen
Het welzijnswerk van Alifa is specifiek gericht op kwetsbare ouderen, risico kinderen/jongeren en mensen met een participatiebeperking.  

In 2013 wordt verder gewerkt aan het maken van afspraken met o.a. huisartsen, dit mede als vervolg op de ouderenconsultatiefunctie. Met de GGD zijn afspraken over een medisch spreekuur voor dak- en thuislozen, waardoor mensen zonder zorgverzekering een mogelijkheid hebben –lichte- medische zorg te krijgen.

Vrijwilligersondersteuning 
Medio 2013 is de vrijwilligersondersteuning van Alifa overgeheveld naar een nieuwe organisatie: Vrijwilligers053. Vanuit hier wordt in de tweede helft van 2013 gewerkt om het vrijwilligerswerk op een vernieuwde manier vorm te geven. Kernpunten hierin zijn: goede inzet van moderne ICT, E-matching, inzet van vrijwilligers ook voor de ondersteuning en samenwerking met het bedrijfsleven en een samenhangende ondersteuning, promotie en waardering van vrijwillige inzet waarvan NL Doet, de Beursvloer en de vrijwilligersprijs een onderdeel zijn. Er zal specifiek worden ingezet op “zilveren kracht”-vrijwilligers en werknemer-vrijwilligers om de vrijwilligersondersteuning met een breed palet aan deskundigheid en ervaring vorm te geven. De vrijwilligersondersteuning vindt vooralsnog plaats vanuit de HUB Twente. Het streven is om dit op termijn onder te brengen bij het nog op te zetten Kennishuis zodat kan worden geprofiteerd van de verbindingen met het bedrijfsleven en het maatschappelijk verantwoord ondernemen verder kan worden gestimuleerd.

Maatschappelijke ondersteuning (kader Vertrouwen in Meedoen Versterken (beleidsplan WMO 2012-2016), Nota Informele Zorg)

Pakketmaatregelen

  • De compensatiemiddelen van het Rijk voor pakketmaatregelen AWBZ (voor ondersteunende begeleiding van kwetsbare groepen) en ontredderde gezinnen zijn samengevoegd tot één budget: pakketmaatregelen. De beschikbare middelen voor 2014 worden op basis van vastgestelde uitgangspunten verdeeld.

Informele zorg

  • In 2015 zijn de decentralisaties op het sociaal domein een feit. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het organiseren van mantelzorgondersteuning. De focus ligt meer dan in het verleden op één huishouden, één plan en het beroep op de 0e en 1e lijn wordt vergroot. Door de decentralisaties verandert de context waarin mantelzorg en mantelzorgondersteuning plaatsvindt. De rol van de huidige partners kan wijzigen afhankelijk van de wijze waarop de inrichting vorm krijgt. Met de partners wordt besproken welke rol zij voor hun organisatie zien in de verankering van mantelzorgondersteuning in het sociaal domein. De basisfuncties en uitgangspunten van mantelzorgondersteuning veranderen niet. De Enschedese uitgangspunten zijn en blijven dat mantelzorg geen bewuste keuze is, dat mantelzorgondersteuning zoveel mogelijk in samenhang met de geboden zorg en ondersteuning dient te worden bezien en verleend, en dat mantelzorgondersteuning effectief en efficiënt moet worden georganiseerd waarbij er zo min mogelijk sprake is van overlappende werkzaamheden. Bij de bespreking van het actieplan mantelzorgondersteuning heeft de gemeenteraad aangegeven vooral ook te komen tot acties.
    Technologische vernieuwingen kunnen ook de informele zorg en eigen regie van mensen ondersteunen. Een initiatief als WeHelpen.nl is een mooi voorbeeld: Vrijwilligers en mensen die om hulp vragen kunnen elkaar vinden. De rol van de gemeente is hier het aanjagen en stimuleren van de markt om de juiste zaken te ontwikkelen. In 2014 worden de nodige stappen gezet door het college om te komen tot een verdere verbetering van mantelzorgondersteuning en het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers, in lijn met de wijze waarop de inrichting van het sociale domein in 2015 en verder vorm krijgt

Ondersteuning breed/kwetsbare groepen

  • De Huiskamer van de Buurt is een nieuwe ontmoetingsplek voor iedereen die dit wil, verschillende Huiskamers besteden extra aandacht aan het uitnodigen van mensen om op die manier de “drempel te verlagen”. Ook veel zorgaanbieders hebben inloop- en ontmoetingsmogelijkheden. Deze kunnen een nog belangrijker functie in de buurt krijgen waardoor een wisselwerking gestimuleerd kan worden tussen bewoners met en bewoners zonder geïndiceerde zorg. Medio 2013 bedroeg het aantal Huiskamers van de buurt 23, verspreid over 10 woongebieden. In 2014 blijft het aantal Huiskamers van de buurt minimaal op hetzelfde niveau als in 2013 en met behulp van provinciale middelen investeren we in de verdere zelfredzaamheid van deze vrijwillige buurtinitiatieven.
Doelstelling B: Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam.

Maatschappelijke ondersteuning (kader Terug naar de eenvoud)

  • Maatschappelijk werk. Het maatschappelijk werk is van oorsprong al dicht bij de wijk georganiseerd. Zo is het maatschappelijk werk met het onderdeel intensief casemanagement al vanaf de start van de wijkcoaches onderdeel van de wijkteams. Maatschappelijk werk wordt een belangrijker onderdeel van de brede wijkteams in de integrale dienstverlening in wijken.
  • Uitvoering/doorontwikkeling uitvoeringsprogramma Menzis. In 2012 is het vierjarige uitvoeringsprogramma Gezond Meedoen ( 2012-2016) vastgesteld. Er zijn drie pijlers ( naar gezond gedrag, aansluiting zorg en ondersteuning en maatwerk kwetsbare groepen) met een 14-tal projecten. Uitvoering vindt plaats in de jaren 2013-2016 (wijkteams met wijkcoaches). Regie toevoegen aan inwoners met multi-problematiek en met ontbrekende of onvoldoende regie of toekomstperspectief, mede in het licht van de ervaringen die in de wijkteams zijn opgedaan (zie politiek speerpunt). 

Individuele voorzieningen  

  • Ook in 2014 wordt de toegang op een gekantelde wijze uitgevoerd. De eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid staan centraal. Er wordt gekeken vanuit de mogelijkheden die de burger zelf heeft, en welke mogelijkheden er aanwezig zijn in de omgeving. Op creatieve wijze wordt er samen met de burger gezocht naar oplossingen zodat mensen kunnen participeren. 
  • Het zorgloket werkt wijkgericht. Er zijn vaste contactpersonen per woonservicegebied. Dit om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op de behoefte van de klant.
  • De huidige individuele voorzieningen zijn een onderdeel van de in 2013 geformuleerde visie op ondersteuning in de toekomst. Eerder hebben we een beleid ingezet (de kanteling) waarbij ook in WMO-verband nadrukkelijk een beroep wordt gedaan op burgerkracht en zelfredzaamheid. De effecten van die omslag hebben geleid en leiden nog steeds tot een daling van de WMO-uitgaven. Dit betekent dat in 2014 de korting op de gemeentelijke bijdrage van 1,3 miljoen euro op het budget voor individuele voorzieningen kan worden opgevangen binnen de bestaande beleidskaders en geen nieuwe maatregelen vergt. Met ingang van 2015 wordt er op basis van het regeerakkoord op het budget voor huishoudelijke hulp een korting doorgevoerd van 40%. We komen in 2014 met voorstellen hoe deze structurele bezuiniging op de individuele voorzieningen met ingang van 2015 opgevangen kan worden.
  • We zetten ons in om meer algemene voorzieningen te creëren, zodat het beroep op individuele voorzieningen kan worden verminderd.
  • Scheiden wonen en zorg / extramuralisering lagere ZZP’s (zorgzwaartepaketten). Het scheiden van wonen en zorg is een al langer lopende ontwikkeling in het kader van de stelselherziening ABWZ en heeft per 2013 concreet invulling gekregen middels het schrappen van de ZZP’s 1 en 2 uit de AWBZ voor de sectoren V&V (verzorging en verpleging), GZ ( gehandicaptenzorg) en GGZ (geestelijke gezondheidszorg). De zorg voor deze groepen wordt niet meer in een instelling geboden, maar cliënten moeten voortaan geholpen worden in hun eigen omgeving (via AWBZ-zorg extramuraal en Wmo). Bedoeling is verder dat dit per 2014 ook gaat gelden voor ouderen met een ZZP 3 en per 2016 voor de helft van de ouderen met een ZZP 4. De helft van de mensen met een verstandelijke beperking zal per 2015 geen beroep meer kunnen doen op het ZZP 3. Voor mensen met een psychische beperking geldt dat verblijf in een instelling (vanaf ZZP 3) overgaat naar de zorgverzekeraar als er naast verblijf ook sprake is van behandeling. Verblijf gericht op participatie gaat naar verwachting naar de (centrum)gemeenten. Samen met partners worden gevolgen, risico’s, oplossingen en kansen in beeld gebracht en scenario’s ontwikkeld.
Kaders voor onderstaande producten: Convenant Lokale Driehoek, Convenant Zorg en Veiligheid, Regionaal Kompas, het Twentse convenant ‘samenwerken aan opvang en zorg’, Subsidieverordening opvang en begeleiding kwetsbare burgers, Plan van aanpak huiselijk geweld centrumgemeente Enschede, Vertrouwen in Meedoen Versterken
Opvang en zorg kwetsbare burgers
  • Verslavingszorg: van preventie tot medische verstrekking van heroïne. De samenwerking tussen centrumgemeenten en regiogemeenten is, als uitvloeisel van het Twentse convenant, geïntensiveerd. De afspraken over de afbakening van taken én de inzet van middelen van de centrumgemeenten zijn in dit convenant vastgelegd en door alle 14 gemeenten ondertekend.  Uitvoering subsidieverordening Opvang en begeleiding kwetsbare burgers.
  • Maatschappelijke en vrouwen opvang. De nieuwe en sterk verbeterde huisvesting van Humanitas Onder Dak is gerealiseerd. Cliënten hebben de beschikking over een eigen kamer met eigen voorzieningen. Daardoor kan nu ook een kwaliteitsslag worden gemaakt in de begeleiding, de individuele trajectplannen van bewoners. Bovendien is het aantal opvangplaatsen voor jongeren uitgebreid. Voor de verplaatsing van de opvangfunctie van het leger des Heils is het pand van de VU aangewezen; bouwkundige schetsen en exploitatieplan zijn in de maak. Beide operaties leiden uiteindelijk tot een verlaging van de capaciteit in de opvang, met uitzondering van de winterperiode, waarin bij vorst de winternoodnachtopvang wordt opengesteld om te voorkomen dat mensen bij vrieskou op straat overnachten. Het terugbrengen van de capaciteit in de opvang kan alleen slagen als het aantal woonmogelijkheden (al dan niet geclusterd) wordt vergroot. Er wordt gezocht naar nieuwe vormen van wonen voor jong, oud, en zonderling. Ook komt er meer aandacht voor ‘tijdelijk wonen’ mogelijk in de vorm van een voorziening vanuit het Twente samenwerkingsverband (z)onderdak.
  • Ondersteunende begeleiding en ambulante begeleiding. Ontwikkelen en implementeren van beleid ten aanzien van ondersteuning en positioneren van de gemeente(n) hierin als regievoerder. Afbakening taken Enschede als centrumgemeente en regulier werk gemeente Enschede.
  • Preventie maatschappelijke opvang. Optimaliseren samenwerking tussen centrumgemeente en regiogemeenten door uitvoering te geven aan het Convenant samenwerken aan opvang en zorg. Middels de inzet van een netwerkregisseur de afstemming tussen gemeenten, zorgaanbieders en corporaties verbeteren. Er zou geen sprake meer moeten zijn van huisuitzettingen, in het uiterste geval moet eerder gedacht worden aan een ‘gedwongen verhuizing’.
  • Zorg- en zorgtoeleiding. Inzet van bemoeizorg vanuit verschillende disciplines, voor verschillende groepen: jong, oud en bijzonder.
  • Inloopvoorzieningen. Bieden van laagdrempelige inloopmogelijkheden voor mensen die gebruiken (zowel alcohol als drugs) en mensen die nergens welkom zijn. In de zomermaanden een ‘inloop’ voorziening in de openbare ruimte (zie stadsdeel centrum).
  • (Dagbesteding) Activering. Zoeken naar nieuwe middelen en mogelijkheden om bezoekers te activeren en participeren, het eigen leven vorm te geven, deelnemen aan de samenleving, iets betekenen voor anderen mogelijk te maken. Het uitzendbureau UURwerk speelt hierbij een belangrijke rol.
  • Nazorg detentie. Ambitie Rijk en gemeenten: minimaal 80 % van de ex-gedetineerden beschikt bij ontslag over de noodzakelijke basisvoorzieningen. Voor het jaar 2013 zijn door het rijk –opnieuw- incidentele middelen beschikbaar gesteld. Sinds de gegevens uitwisseling met DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) is er een betere aansluiting tussen detentie en de periode daarna. Vanaf 2014 stelt het Rijk geen extra middelen meer beschikbaar. Getracht wordt nazorg detentie zoveel mogelijk in de reguliere werkprocessen onder te brengen.
  • CIMOT. Centrale Intake Maatschappelijke Opvang Twente, vaststellen regiobinding en eventueel toeleiding naar gemeente van herkomst. Opstellen van plan van aanpak voor cliënten. Versterken van de positie van de Centrale Intake Maatschappelijke Opvang (CIMOT) en uitbreiden met kennis over psychiatrie.
  • Huiselijk geweld. Uitvoering Wet tijdelijk huisverbod. Borging pilot “code rood” zaken/risicotaxatie etc. Door ontwikkelen Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG)  in samenwerking met politie en Bureau Jeugdzorg Overijssel. Implementatie Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Uitvoering project multidisciplinaire aanpak kindermishandeling. Continueren van aanpak ouderenmishandeling.
  • Vrouwenopvang. Crisisopvang voor vrouwen, preventiefunctie SHG uitbreiden, hulpverlening slachtoffers mensenhandel continueren. Opstellen regiovisie (afspraken centrumgemeente en regiogemeenten). Anticiperen op herverdeling middelen centrumgemeenten vrouwenopvang en anticiperen op opvang van specifieke groepen (mannen etc.) dat nu nog door het Rijk gedaan wordt.

 

Wat mag het kosten?

Onderstaande tabel geeft inzicht in de verdeling van de baten (inkomsten) en de lasten (uitgaven) van het programma voor de jaren 2013 t/m 2017. De stortingen in (toename van) en onttrekkingen aan (afname van) de reserves spelen hierbij een belangrijke rol en zijn daarom ook inzichtelijk gemaakt in de tabel. Waar de baten en de lasten binnen één product niet aan elkaar gelijk zijn, ontstaat een resultaat. Dit resultaat kan positief en negatief zijn. Dit resultaat komt uiteindelijk ten laste of ten gunste van de algemene middelen van de gemeente Enschede.

Voor uitgebreidere financiële informatie zie hoofdstuk 6 Financiële begroting en hoofdstuk 7 Bijlagen.

Bedragen x 1.000 euroBegroting 2013Begr 2013 excl fac kstBegroting 2014Raming 2015Raming 2016Raming 2017
Stadsdeelsgewijs werken6.0524.9003.8663.8043.8043.684
Welzijn5.5175.3254.9714.9524.9524.952
Maatschappelijke ondersteuning3.0552.9922.8692.2312.2312.231
Frontlijnsturing5.1984.2374.0793.2853.2853.285
Individuele voorzieningen34.66232.68231.18232.01331.91231.662
Opvang en zorg kwetsbare burgers12.20912.05212.39711.67311.67311.673
Resultaat Bedrijfsvoering000000
Totaal Lasten66.69262.18859.36457.95957.85857.488
Stadsdeelsgewijs werken235235286311311311
Welzijn999999
Maatschappelijke ondersteuning500500300000
Frontlijnsturing38438462000
Individuele voorzieningen3.0693.0692.9662.9662.9662.966
Opvang en zorg kwetsbare burgers1.3031.303572572572572
Totaal Baten5.5005.5004.1953.8583.8583.858
Saldo van baten en lasten61.19356.68855.16954.10154.00053.630
Storting Reserves000000
Onttrekking reserves733733600000
Resultaat60.46055.95554.56954.10154.00053.630

Stadsdeelsgewijs werken

Bij de vaststelling van het Financieel Kader 2014 en de Keuzenota 2015-2017 is besloten tot de volgende bezuinigingen.
  • In 2014 eenmalig een bedrag van 600.000 euro onttrekken aan de reserve wijkbudgetten.
  • Met ingang van 2015 de wijkbudgetten structureel te korten met 260.000 euro. Het gaat hier om het budget “ïnitiatiefkracht” dat niet rechtstreeks aan wijken is toegedeeld.
  • De werkbudgetten van het stadsdeelmanagement in 2014 incidenteel te korten met 30% = 200.000 euro; en met ingang van 2017 structureel met 20% = 120.000 euro.
Welzijn

Een onderzoek naar de activiteiten en diensten gericht op welzijn, activering en maatschappelijke dienstverlening (werkterrein Alifa en SMD, levert in 2014 incidenteel 1,1 miljoen euro aan bezuinigingen op. Een deel van deze bezuinigingen (550.000 euro) komt terecht op het programma wijkontwikkeling, zorg en welzijn; waarvan 330.000 euro op dit product en 225.000 euro bij het product Frontlijnsturing.
Vanaf 2015 en volgende jaren was deze bezuiniging al ingeboekt in verband met per 2012 vervallen rijksmiddelen Leefbaarheid en Veiligheid ad 1 miljoen euro (zgn. van Montfransgelden) die in de jaren 2012 t/m 2014 met tijdelijke algemene middelen gedekt worden.

Maatschappelijke Ondersteuning

Tegenover lagere lasten in 2014 staan lagere baten. Dat is een gevolg van wegvallende middelen invoering decentralisaties.
De lagere lasten vanaf 2015 zijn het gevolg van vervallen middelen invoering decentralisaties ad 284.000 en verder het vervallen van de decentralisatie-uitkering (gemeentefonds) “Zichtbare Schakel” ad 55.000 euro.

Frontlijnsturing

Bij de Keuzenota is besloten met ingang van 2015 aanvullend op de 1,1 miljoen euro activiteiten gericht op welzijn (zie bij product Welzijn), nog een bedrag te bezuinigen van 575.000 euro. Daarvan heeft 75.000 betrekking op Jarabee, beëindigen subsidie De Tukker (programma O&O).
Bij deze Programmabegroting wordt voorgesteld aanvullend nog een bedrag van 200.000 euro te bezuinigen. Het bedrag van totaal 700.000 euro is hier als bezuiniging opgenomen.

Individuele Voorzieningen

Het vastgestelde beleid om tot beheersing van de kosten te komen (zgn. Kanteling) werpt zijn vruchten af. Op basis van realisatiecijfers is het mogelijk met ingang van 2014 structureel een bedrag van 1,3 miljoen euro te bezuinigen. Hiermee worden de kosten weer volledig opgevangen binnen het beschikbare rijksbudget. Daarnaast is het mogelijk in 2014 een incidenteel bedrag van 800.000 euro te bezuinigen.
Als gevolg van rijksmaatregelen is het budget met ingang van 2014 verhoogd met 300.000 euro in verband met afschaffen Zorgzwaartepakketten 1 en 2, en incidenteel verlaagd met 1 miljoen euro (aandeel Enschede in korting Verdeelmodel WMO ad 89 miljoen euro in verband met beroep nieuwe cliënten op de huishoudelijke hulp)
N.B: de in het regeerakkoord aangekondigde korting op de Huishoudelijke Hulp met ingang van 2015, inmiddels verlaagd naar 40%, is nog niet opgenomen in de raming 2015. Dit kan eerst na bekendmaking definitieve opgave Rijk.
Dit geldt met name ook voor de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg.

Opvang en Zorg kwetsbare burgers

Voor het behouden van de eerstelijns voorziening bemoeizorg in het kader van de maatschappelijke opvang is in 2014 een bedrag van 500.000 euro beschikbaar.
Met ingang van 2015 is het budget bij de Keuzenota taakstellend verlaagd met 200.000 euro om de overschrijding op het Rijksbudget terug te brengen. Het structureel beschikbare budget ad 70.000 euro voor schrijnende gevallen wordt overgeheveld naar een (nieuw te vormen) Fonds Inkomensondersteuning. Een bedrag van 130.000 euro zal taakstellend gevonden moeten worden binnen de activiteiten van Tactus.