Portefeuillehouder(s): Ed Wallinga
Programmadirecteur: Hans Weggemans
Staat van het programma | Uitkomsten |
Aanvragen Zorgloket: |
7.600 |
Klantcontacten Zorgloket |
31.000 |
Verstrekking individuele voorzieningen |
9.800 |
Bezoekers inloopvoorzieningen maatschappelijke opvang (per dag): |
100 |
Ondersteunde mantelzorgers |
1.092 |
Klanten SMD (kortdurende trajecten) |
963 |
Incidenten huiselijk geweld |
1.324 |
Trajecten nazorg detentie |
441 |
Werkgebied centrumgemeente Enschede 2012: |
|
Dak- en thuislozen |
357 |
Thuisloze jongeren |
133 |
Vrouwen in de opvang |
303 |
Gemeente Enschede: |
|
- Begeleid en beschermd wonen (ggz): |
690 |
- Ontredderde gezinnen |
84 |
Aantal huisuitzettingen bij corporaties |
112 |
Vrijwilligers bij: |
1.000 |
Wijkbudgetten/Bewonersinitiatieven totaal |
500 |
Het programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn bestaat uit de beleidsvelden stadsdeelgewijs werken, maatschappelijke ondersteuning, individuele voorzieningen, zorg en opvang kwetsbare burgers. Belangrijk onderdeel van het programma is uitvoering geven aan de Wmo.
Hoofddoel
Burgers meer aan zet in hun eigen leefomgeving
De kernopgave binnen het programma is om een goede balans te realiseren tussen enerzijds de verantwoordelijke, zelfredzame burger en anderzijds de overheid. Een overheid die zorgt voor een sociaal vangnet voor diegenen die het echt niet zelfstandig redden. Een balans die de trend van claimgedrag keert, maar wel zorgt voor goede ondersteuning wanneer dat nodig is.
Meer zeggenschap
Het is onze ambitie om bewoners meer zeggenschap en verantwoordelijkheid te geven over hun eigen omgeving, bijvoorbeeld via wijkbudgetten of wijkbeheersplannen. Dit past bij de andere, meer faciliterende en samenwerkende rol van de overheid die in deze tijd gevraagd wordt. We verwachten dat dit leidt tot meer eigen initiatief en betrokkenheid van bewoners bij hun wijk: meer zeggenschap leidt tot meer eigenaarschap. Ook het gesprek aan de keukentafel heeft het doel mensen en hun omgeving meer te betrekken en meer verantwoordelijkheid te geven voor de oplossingen die in hun geval zullen werken.
Investeren in de samenleving
Ook investeren we in de samenleving (‘nieuw noaberschap’) en in algemene voorzieningen. Dit werkt preventief. We zorgen ervoor dat problemen snel, licht en nabij worden opgelost. Dat doen we bijvoorbeeld via goed georganiseerde ondersteuning in de wijken, huiskamers van de buurt en vitale sportverenigingen waar mensen elkaar ontmoeten en wat voor elkaar kunnen betekenen. Of via welzijnswerk gericht op risicogroepen (kwetsbare jongeren en ouderen) en laagdrempelige voorzieningen voor opvoedondersteuning.
Vertrouwen in de (integraal werkende) professional
En wanneer mensen onverhoopt toch intensievere ondersteuning nodig hebben, kijken we altijd vanuit het perspectief van de burger. Dat wil zeggen: wij kijken over de grenzen van beleidskokers heen om zo maatwerk te leveren. Het principe één huishouden, één plan, is daarbij leidend. Voor enkelvoudige problematiek zal dit worden opgepakt door de gespecialiseerde professional vanuit het stedelijk loket. Voor meervoudige ondersteuningsvragen door de breed opgeleide professional die in de wijk aanwezig is en ook de ruimte heeft om te handelen. We brengen door dergelijk maatwerk de afstemmingskosten omlaag terwijl de effectiviteit wordt vergroot.
Vertrouwen in de burger, in de professional, in onze partners
Al met al gaat het om een verschuiving van de rol en werkwijze van de overheid: meer vertrouwen in de burger, meer betrokkenheid bij elkaar, meer ruimte en verantwoordelijkheid voor professionals en slim ontschotten in een samenspel met partners en aanbieders, gebaseerd op vertrouwen en met erkenning van elkaars expertise en verantwoordelijkheid.
Doelstellingen
De hoofddoelstellingen van dit programma hebben we uitgewerkt in de volgende twee subdoelstellingen:
Doelstelling A | Leefomgeving/wijkontwikkeling: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan. |
Doelstelling B | Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam |
Indicatoren
Om de effecten van onze inzet te meten, hebben we per doelstelling indicatoren samengesteld. In onderstaande tabel staan de huidige resultaten en het streven voor de komende jaren. De maatregelen waarmee straks de bezuinigingsopgaaf 2015 en verder worden ingevuld, kunnen wel aanleiding zijn de streefcijfers voor 2017 nader te bezien.
Voor een totaaloverzicht van alle effectdoelstellingen zie bijlage 7.9 Effectdoelstellingen.
Effectindicatoren |
Score 2012 |
Streven 2013 |
Streven 2014 |
Streven 2017 |
Doelstelling A: 1. Rapportcijfer voor de tevredenheid van burgers over hun leefomgeving (sociale kwaliteit) |
5,9 |
6,7 |
6,7 |
6,8 |
Doelstelling A: 2. Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. * |
22% |
21% |
20% |
17% |
Doelstelling B: 3. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van (een) individuele wmo-voorziening(en). |
89% |
89% |
90% |
91% |
Doelstelling B: 11a. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. |
79% |
80% |
82% |
82% |
Doelstelling B: 11b. Het percentage waarin de ondersteuning redelijk tot veel bijdraagt aan het meedoen aan de samenleving. |
79% |
80% |
80% |
80% |
* Vanaf deze programmabegroting wordt gebruik gemaakt van de indicator 'Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt' , in tegenstelling tot eerdere jaren. Met deze indicator sluiten we aan bij de landelijke Veiligheidsmonitor, die jaarlijks plaatsvindt.
Politieke speerpunten
Elk programma heeft thema’s die politiek/ bestuurlijk als belangrijk worden aangemerkt. Dit zijn de politieke speerpunten. In de tabel hieronder zijn de politieke speerpunten onderverdeeld naar de programmadoelstellingen. Vervolgens wordt per programmadoelstelling aangegeven welke activiteiten we het komende jaar gaan uitvoeren en welke producten daarbij betrokken zijn. De tabel geeft ook de positie van het Programma Wijkontwikkeling, Zorg en Welzijn bij het thema Duurzaamheid.
Daarnaast wordt ingegaan op de stand van zaken van de verschillende transities binnen het sociale domein.
Politiek speerpunt | |||||||||||||
Uitwerking begrotingsjaar | Betrokken producten | ||||||||||||
Ontwikkelingen Decentralisaties De voorgenomen decentralisaties op het sociale domein (Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet) geven gemeenten veel meer verantwoordelijkheden. Ze gaan ook gepaard met forse bezuinigingstaakstellingen, oplopend tot ruim 32 miljoen euro. In Enschede staan we optimistisch tegenover deze uitdaging, gezien de vorderingen die we in de maatschappelijke ondersteuningsstructuur al hebben gemaakt. In onze beleidsvoornemens, geformuleerd in de kadernotitie Integrale dienstverlening in de wijken, bouwen we voort op reeds ingezette initiatieven die ook in den lande met veel interesse worden gevolgd. Bijvoorbeeld de integrale werkwijze in de wijkteams met wijkcoaches, nieuwe sturingsvormen zoals de Maatschappelijke Investeringsopgave wijkdiensten, de kanteling in het zorgloket en de Enschedese ideeën voor het terugleggen en benutten van kracht en initiatief bij bewoners, in de wijken (bijv. wijkbudgetten, wijkbeheersplannen, vitale sportverenigingen). Ook de wijze waarop wij een kwaliteitsslag maken in de maatschappelijke opvang en de wijze waarop wij samen met corporaties zorgen voor goede woonvoorzieningen maken onderdeel uit van het nieuwe stelsel. Door genoemde decentralisaties verandert het kader waarbinnen ondersteuning wordt vorm gegeven. De door de overheid georganiseerde ondersteuning kent in ieder geval de volgende elementen: de Zorgverzekeringswet (behandelingsgericht), de nieuwe Jeugdwet (jeugdzorg), de nieuwe Participatiewet (activering), de Wet werk en bijstand (inkomensondersteuning), de kern-AWBZ (intramuraal verblijf voor zware ondersteuningsvragen) en de nu in ontwikkeling zijnde Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Gezamenlijk geven deze wetten invulling aan het sociaal domein. Hieronder beschrijven we de budgetten die wij tot onze beschikking krijgen. Wmo 2015 In het kader van de vorming van de Wmo-2015 is voorzien dat per 1 januari 2015 budgetten vanuit de huidige AWBZ worden gedecentraliseerd naar de Wmo. In de nieuwe Wmo-2015 wordt in de kern de volgende verantwoordelijkheid voor de gemeente omschreven:
N.B.: De mogelijkheid bestaat dat de voornemens van het kabinet over de decentralisaties de komende maanden nog worden gewijzigd. De discussies over het al dan niet doorgaan van de jeugd GGZ of de functie Verzorging naar de Wmo zijn landelijk nog in volle gang. Het is dus niet zeker of dat doorgaat. Vooral de wijze van toegang bepaling en de inkoop van integrale wijkdiensten komen dan in een ander daglicht te staan. We kiezen voor een robuuste aanpak die kan meebewegen op uiteindelijke besluitvorming van het Rijk. Ook de budgettaire gevolgen voor Enschede zijn nog niet exact aan te geven omdat er door het Rijk nog gerekend wordt aan bepaling van beschikbare macrobudgetten en verdeelmodellen. Meer duidelijkheid hierover komt bij de Meicirculaire 2014 van het gemeentefonds. Transitie Jeugdzorg De budgetten voor Jeugdzorg worden per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de gemeente. Daarmee worden gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugd van 0 tot 18 in al haar facetten. De Enschedese visie- en uitgangspuntennota Transitie Jeugdzorg is al medio 2013 vastgesteld. In 2014 wordt het stelsel voor ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders verder ingericht. Hiertoe wordt het beleidsplan en de verordening ter besluitvorming voorgelegd. Uitgangspunt hierbij is dat de zorg nabij en integraal georganiseerd wordt in de omgeving van het gezinssysteem. Om dit te bereiken wordt de zorg voor jeugdigen en hun ouders zo veel mogelijk belegd in brede wijkteams. De resultaten en ervaringen die in 2013 zijn opgedaan in de diverse pilots worden hierin verwerkt. Binnen de Regio zal ook in 2014 op onderdelen samengewerkt worden. Hierbij valt te denken aan inkoopprocessen en verplichte samenwerking op terreinen als Jeugdbescherming en –Reclassering. Wat doen we in 2014? Door deze nieuwe verantwoordelijkheden is het noodzakelijk een nieuw stelsel in te richten. In 2014 zetten we ons in om een nieuw stelsel te ontwikkelen dat toekomstbestendig is. Kenmerken van een nieuw stelsel zijn in ieder geval:
We pretenderen niet per 2015 ‘het definitieve model’ voor de toekomst te hebben. Dat vraagt een ontwikkeling van jaren, een traject van leren, ontwikkelen, bijstellen en vaststellen. Maar per 2015 moeten we wel gereed zijn om deze nieuwe taken uit te voeren. Met de daarbij doorgevoerde bezuinigingen, ook op budgetten (zoals voor huishoudelijke hulp) die nu al tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid horen. Belangrijke voornemens als voorbereiding op 2015:
In de Enschede: Doen! wijken wordt essentieel voorbereidingswerk gedaan voor onze stadsbrede aanpak van de decentralisaties. Er is veel ruimte binnen de kaders die reeds zijn vastgesteld. Dit richt zich vooral op:
|
|||||||||||||
Doelstelling A: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan | |||||||||||||
Bevorderen burgerparticipatie door wijkbudgetten (en stadsdeelbegroting) | |||||||||||||
Het college hecht aan het versterken van burgerbetrokkenheid en burgerinitiatieven om daarmee de invloed van Enschedeërs op hun woon- en leefomgeving te vergroten. Door de wijkbudgetten geven we de bewoners van wijken en buurten de mogelijkheid om ideeën en plannen te verwezenlijken. Het heeft tijd nodig gehad voor de wijkraden om een eigen uitvoering op poten te zetten, voor de initiatiefnemers om ideeën operationeel te maken. Daarnaast werken we op deze manier aan een andere verhouding tussen burger en overheid, waarin de gemeente meer activeert en stimuleert in plaats van de burger als consument te bedienen. Dat vraagt een andere opstelling van zowel burgers als van professionals. In dat licht bezien stellen we vast dat we afgelopen 2 jaar veel bereikt hebben. Uit een eerste evaluatie blijkt dat de wijkraden, de commissies wijkbudgetten en de initiatiefnemers positief gestemd zijn over het instrument, en er zijn veel initiatieven naar voren gebracht en uitgevoerd. De evaluatie werpt ook een aantal vragen op waar we mee aan de slag moeten. De vraag “wat wil de gemeente loslaten en waar wil de gemeente op sturen” komt voortdurend terug en behoeft verdere verdieping. Door nog nadrukkelijker met bewoners naar de analyse van de buurt en wijk te kijken zal de “behoefte” van het gebied scherper worden. We gaan ervan uit dat daarmee gestimuleerd wordt wijkbudgetten te benutten voor het verbeteren van de sociale en fysieke omgeving, bijvoorbeeld schoon-heel-veilig, zorg voor elkaar, activering en (arbeids)participatie. |
Stadsdeelgewijs werken | ||||||||||||
Doorontwikkeling stadsdeelgewijs werken | |||||||||||||
Met de kadernota Integrale Dienstverlening hebben we de aanzet gegeven om te komen tot een nieuw uitvoeringstelsel voor werk, ondersteuning, zorg en opvoeden. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor een wijkgerichte benadering. Met ingang van 1 januari 2014 starten we met uitgebreide wijkteams operationeel in drie Enschede: Doen! Wijken: Stadsveld (inbegrepen Pathmos), Wesselerbrink en Glanerbrug. We richten ons op het aangaan van nieuwe allianties met werkgevers, verenigingen, scholen, burgers; op de verbindingen met de bredere wijkteams en op het efficiënt uitwerken van de afstemmingstructuur in de wijk tussen stadsdeelmanagement, partners, wijkteams en programmaorganisatie. Enerzijds geïntegreerde gemeentelijke diensten in wijken en buurten en anderzijds aan burgers en partners overlaten om woon- en leefomgeving te verbeteren. |
Stadsdeelgewijs werken |
||||||||||||
Actieve en leefbare wijken | |||||||||||||
Via het parapluconcept van ‘Jij maakt de buurt’ inzet om bewoners zelf (nog) meer aan zet te krijgen. Onder andere via de wijkbeheerplannen en wijkbudgetten krijgt dit ook concreet vorm. | |||||||||||||
Doelstelling B: Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam. | |||||||||||||
Terugdringen professionele zorg (zorg op maat, betaalbaar en bereikbaar) | |||||||||||||
Motie Welzijn in nieuw perspectief: |
Individuele voorzieningen Informele zorg Wijkwelzijn Pakketmaatregelen Maatschappelijke ondersteuning |
||||||||||||
Integrale maatschappelijke ondersteuning | |||||||||||||
Wijkteams wijkcoaches
Dit vergt ten eerste een uitbreiding van de huidige kernpartners van de teams maar heeft ook gevolgen voor de huidige huisvesting, ICT (monitoring en registratie) en scholing. De basisaanpak van de teams blijft ‘één gezin, één plan van aanpak, één regisseur en zoveel mogelijk één uitvoerder'. |
Individuele voorzieningen |
||||||||||||
Bestuurlijke projecten | |||||||||||||
Bestuurlijk project |
Velve Lindenhof | ||||||||||||
Bestuurlijk project |
Wesselerbrink Noord | ||||||||||||
Bestuurlijk project
|
Stroinkslanden | ||||||||||||
Duurzaamheid | |||||||||||||
Het programma WZW heeft een ondersteunende, regie- en coördinatierol in acties met partners. Dit richt zich naast het stadsdeelgewijs werken en burgerparticipatie ook op het stimuleren van het bewustwordingsproces ten aanzien van duurzaamheid.
|
Reguliere werkzaamheden
Naast de hiervoor genoemde politieke speerpunten, zijn er ook reguliere werkzaamheden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze reguliere werkzaamheden binnen dit programma. De tabel laat per doelstelling zien welk product daar een bijdrage aan levert en welke ontwikkelingen of welke belangrijke zaken er komend jaar te verwachten zijn. Voor sommige producten zijn relevante beleidsnota’s geschreven. Hier verwijzen we dan naar.
Regulier werk | Uitwerking begrotingsjaar |
Doelstelling A: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en dorpen en leveren daar een bijdrage aan. | |
Stadsdeelgewijs werken
Overleg wijk- en dorpsraden stadsdeelniveau
Arbeidsparticipatie
Huisvesting kwetsbare groepen
Burgerparticipatie
Stadsdeelcommissies
Gezonde leefstijl, kracht van (sport)verenigingsleven
Voorzieningenniveau wijk
Schone wijken/buurten
Verkeersveiligheid
Tegengaan van overlast, criminaliteit
Herstructurering
Woonoverlast
Jongerenproblematiek
|
|
Welzijn (kaderstelling wijkwelzijn) Welzijnswerk/ wijkgericht werken
Zoals afgesproken in het Coalitieakkoord, is Alifa de preferente aanbieder van welzijnsactiviteiten. Wel zal de mogelijkheid worden geboden om meer activiteiten door andere aanbieders in co- dan wel onderaannemerschap uit te voeren, waarbij uitgangspunt is dat de continuïteit van activiteiten wordt gegarandeerd. Dierenwelzijn |
|
Maatschappelijke ondersteuning (kader Vertrouwen in Meedoen Versterken (beleidsplan WMO 2012-2016), Nota Informele Zorg)
Informele zorg
Ondersteuning breed/kwetsbare groepen
|
|
Doelstelling B: Burgers zijn zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam. | |
Maatschappelijke ondersteuning (kader Terug naar de eenvoud)
|
|
Individuele voorzieningen
|
|
Kaders voor onderstaande producten: Convenant Lokale Driehoek, Convenant Zorg en Veiligheid, Regionaal Kompas, het Twentse convenant ‘samenwerken aan opvang en zorg’, Subsidieverordening opvang en begeleiding kwetsbare burgers, Plan van aanpak huiselijk geweld centrumgemeente Enschede, Vertrouwen in Meedoen Versterken | |
Opvang en zorg kwetsbare burgers
|
Onderstaande tabel geeft inzicht in de verdeling van de baten (inkomsten) en de lasten (uitgaven) van het programma voor de jaren 2013 t/m 2017. De stortingen in (toename van) en onttrekkingen aan (afname van) de reserves spelen hierbij een belangrijke rol en zijn daarom ook inzichtelijk gemaakt in de tabel. Waar de baten en de lasten binnen één product niet aan elkaar gelijk zijn, ontstaat een resultaat. Dit resultaat kan positief en negatief zijn. Dit resultaat komt uiteindelijk ten laste of ten gunste van de algemene middelen van de gemeente Enschede.
Voor uitgebreidere financiële informatie zie hoofdstuk 6 Financiële begroting en hoofdstuk 7 Bijlagen.
|