2. Financieel middelenkader

In april heeft de Raad de financiële foto ontvangen. Deze foto bevatte onder andere de maartbrief van het rijk en een eerste inventarisatie van knelpunten voor de begroting 2023-2026. De foto was de financiële basis voor de start van de onderhandelingen voor het nieuwe college.

 

Vanwege de verkiezingen en coalitievorming was het niet mogelijk om voor het zomerreces met uw Raad de kaders / uitgangspunten voor de uitwerking van deze begroting door te spreken. Daarom heeft het college besloten om u voor het zomerreces middels de uitgangspuntennotitie te informeren over het financiële middelenkader dat als startpunt diende voor het opstellen van deze begroting. 

 

In paragraaf 2.1 wordt ingegaan op het middelenkader voor de begroting 2023-2026. In paragraaf 2.2 informeren we u over de laatste ontwikkelingen m.b.t. de Rijksmiddelen. In paragraaf 2.3 gaan we in op ontwikkelingen van de CAO 2021, pensioenpremie en ozb. Daarna volgen in paragraven 2.4 de knelpunten en 2.5 de prioriteiten van het college. In bijlage 6.8 en 6.9 zijn de uitgebreide toelichtingen op de knelpunten en prioriteiten opgenomen. In paragraaf 2.6 gaan we nader in op het afschaffen van het spaarprogramma en het instellen van een structurele dotatie aan de investeringsagenda. In paragraaf 2.7 is het structurele saldo van de begroting opgenomen en als afsluiting is in paragraaf 2.8 een overzicht van de resterende taakstellingen weergegeven.  

2.1. Middelenkader 2023-2026

Hieronder is het actuele middelenkader opgenomen voor de periode 2023 t/m 2026. Het college vindt het van belang om reëel te blijven begroten. De begroting is in evenwicht en sluitend zonder een beroep te doen op de algemene reserve. Ook het beschikbare weerstandsvermogen voldoet aan de gemaakte afspraken met de Raad en is van voldoende omvang om risico’s op te kunnen vangen.

 

Het saldo laat ten opzichte van de vorige begroting een flinke verbetering zien voor de periode t/m 2025. De voornaamste redenen hiervoor zijn de bijzonder positieve bijstellingen uit de meicirculaire en het afschaffen van het spaarprogramma. Voor 2026 is nog wel sprake van een flink negatief saldo. Dit als gevolg van de forse daling in het gemeentefonds na de huidige kabinetsperiode. Het college kiest er op dit moment voor om niet bij te sturen op 2026. Het middelenkader voldoet aan de vereiste van de toezichthouder dat het eerste begrotingsjaar sluitend is. Voor 2026 wordt een landelijke lobby gevoerd om tot een oplossing te komen. Er is incidenteel geld toegezegd (zie septembercirculaire 2022) voor 2026. Het college vindt het belangrijk dat er tevens een oplossing komt voor de financiering van gemeenten op langere termijn. 

 

 

  Middelenkader (afgerond en in miljoen euro) 2023 2024 2025 2026
  Saldo Gemeentebegroting 2022-2025 -9,5 -10,9 -11,4 -11,9
2.2

Ontwikkeling rijksmiddelen

- Gemeentefonds decembercirculaire 2021

- Gemeentefonds meicirculaire 2022

 

0,1

20,9

 

0,1

30,9

 

0,2

38,3

 

0,2

9,8

 2.3 Ontwikkelingen CAO 2021, pensioenpremie, ozb -1,2 -1,2 -1,2 -1,2
2.4 Knelpunten O&O -14,6 -12,2 -10,8 -10,8
2.5 Coalitieakkoord - prioriteiten 2023 -5,0  -11,9 -10,5 -9,5
2.6 Afschaffen spaarprogramma 9,3 9,3 9,3 9,3
  Saldo gemeentebegroting 2023-2026 0,1  4,0 13,8 -14,1
  Weerstandsratio (na aanvulling investeringsfonds) 1,4 1,5 1,7 1,5

2.2. Ontwikkelingen Rijksmiddelen

Meicirculaire 2022

In de meicirculaire was sprake van een forse ophoging van het gemeentefonds voor de periode 2022 tot en met 2025. De belangrijkste oorzaken voor de stijging zijn:

  1. Stijging van het accres doordat gemeenten trap-op gaan met de gestegen Rijksuitgaven.
  2. Stijging van het accres doordat het Rijk rekent met flink hogere loon- en prijsontwikkeling dan waarmee was gerekend in de vorige circulaires.
  3. Herijking van het gemeentefonds wordt ingevoerd vanaf 2023 waarbij Enschede een voordeel heeft oplopend van 1,2 miljoen euro in 2023 naar 6,0 miljoen euro voor 2026 en verder..
  4. Incidenteel vervallen van de opschalingskorting voor de jaren 2023 (4,1 miljoen euro), 2024 (5,5 miljoen euro) en 2025 (7,0 miljoen euro). De opschalingskorting blijft voorlopig voor 2026 e.v. bestaan. 

Ten aanzien van punt 2 geldt dat gemeenten zelf ook de nadelen ondervinden van hogere loon- en prijsontwikkeling, wat verderop in het deel knelpunten ook zal blijken. In de uitgangspuntennotitie is reeds toegelicht dat we deze begroting de stelpost loon- en prijsontwikkeling aanvullen gebaseerd op dezelfde percentages voor loon- en prijsstijgingen waarmee het Rijk in de meicirculaire heeft gerekend. Dit in afwijking van onze financiële verordening waarin is opgenomen dat we ons baseren op een 20 jarig gemiddelde voor de loon- en prijsstijging. De reden hiervoor is dat de huidige inflatie ongekend hoog is en we nog onvoldoende in onze egalisatiereserve loon- en prijsontwikkeling hebben kunnen sparen om dit op te kunnen vangen. De huidige CAO loopt nog tot 1 januari 2023 en momenteel lopen onderhandelingen voor een nieuwe CAO. Richting de zomernota zullen de effecten daarvan in relatie tot de hoogte van de stelpost loon- prijscompensatie worden bezien.

 

Septembercirculaire 2022

In deze begroting is de septembercirculaire niet opgenomen. Conform de vernieuwde financiële verordening (vastgesteld door de raad op 31 januari 2022) worden circulaires nog slechts op één moment in het jaar verwerkt (bij de zomernota). De septembercirculaire wordt daarom meegenomen naar de zomernota 2023. Wel wordt een beknopte toelichting gegeven (de raad wordt over het resultaat ook in een separate memo geïnformeerd).

 

Voor 2023 en verder is sprake van een positief resultaat. De uitkering stijgt als gevolg van een forse stijging van de aantallen bij de maatstaven bijstandsontvangers, omgevingsadressendichtheid en bedrijven. De stijging van het aantal bijstandsontvangers in de modellen strookt niet helemaal met recente ontwikkelingen die laten zien dat de bijstand juist afneemt. Mogelijk dat het Rijk al anticipeert op economisch mindere tijden. In dat geval zullen er voor de gemeente tegenover de hogere gemeentefondsuitkering ook stijgende uitvoeringskosten voor de bijstand staan. Richting de zomernota komt er mogelijk meer duidelijkheid in de volgende circulaires.

 

Het positieve resultaat komt ook door een opwaartse bijstelling van de loon- en prijsindex ten opzichte van eerdere ramingen. Gemeenten zullen zelf ook financiële nadelen van hogere loon- en prijsstijgingen ondervinden. Zo loopt de huidige CAO gemeenteambtenaren af op 1 januari 2023. De effecten van een loonstijging in de nieuwe CAO moeten nog opgevangen worden. Dit zorgt ook voor hogere bijdragen aan de verbonden partijen. Ook dit gaat mee naar de zomernota 2023.

 

Voor 2026 doet het rijk een eenmalige bijdrage van in totaal 1 miljard euro aan het gemeentefonds om de gevolgen van het ‘ravijn’ van dat jaar te dempen. Het rijk heeft in de Voorjaarsnota 2022 het accres vanaf 2026 fors neerwaarts bijgesteld omdat zij voornemens is om de financiële verhoudingen met de gemeenten te herzien. In totaal gaat het om een korting van 3,9 miljard euro op het gemeentefonds in 2026 ten opzichte van de situatie 2023. Dit leidt tot structurele problemen in de gemeentebegrotingen. Gemeenten en de VNG verzetten zich hier sterk tegen. Het rijk keert nu een eenmalige extra bijdrage van 1 miljard euro uit voor 2026. Daarmee wordt het structurele probleem natuurlijk niet opgelost en hooguit deels doorgeschoven naar 2027. Deze bijdrage voor 2026 is als incidenteel opgenomen terwijl normaliter dergelijke toevoegingen door het rijk structureel in het gemeentefonds worden gestort.

2.3. Ontwikkelingen CAO 2021, pensioenpremie, OZB

Het middelenkader wordt jaarlijks aangepast op een aantal externe effecten, zoals ontwikkelingen op het gebied van lonen, prijzen, rente en ozb. Deze begroting bevat de eerder gemelde financiële effecten van de huidige CAO die in 2021 is afgesloten en een looptijd heeft tot 1 januari 2023. De effecten van een nieuwe CAO voor de periode daarna worden meegenomen richting de zomernota. Gezien de huidige inflatie en looneisen die vakbonden voor nieuwe CAO’s stellen kan dat een fors financieel beslag krijgen.

 

In de laatste jaren zijn we terughoudend omgegaan met belastingverhogingen. Deze lijn zetten we door. Het leven is duur voor onze inwoners op dit moment. Tegelijkertijd is het ook voor ons als gemeentebestuur een onzekere tijd, kennen we grote opgaven en zitten er nog onzekerheden in het financiële beeld door een onduidelijke rijksoverheid. Het college is er in geslaagd om de ambitie uit het coalitieakkoord te realiseren en de ozb niet verder te laten stijgen dan het langjarig gemiddelde van de ozb (onroerendezaakbelasting). De ozb indexatie komt uit op 2,3%. Daarmee beperken we de lastenstijging voor onze inwoners in een tijd dat alles -ook voor de gemeente- duurder wordt. 

2.4. Knelpunten O&O

Het saldo knelpunten is ten opzichte van de financiële foto sterk opgelopen. Dit wordt vooral veroorzaakt door de voortdurende hoge inflatie waar de gemeente op vele terreinen financiële gevolgen van ondervindt. Voor het vergroten van het inzicht zijn alle knelpunten ingedeeld naar enkele categorieën. Vrijwel de helft van de knelpunten is te relateren aan prijseffecten.

 

 

Categorie (x 1.000 euro) 2023 2024 2025 2026
Prijs 6.479 5.797 5.114 5.114
Personeel 3.772 3.212 2.707 2.627
Overig 1.375 1.105 865 865
Volume 1.485 808 808 808
Verbonden Partijen 905 905 896 950
Digitaal en IT 608 419 419 419
Totaal 14.624 12.246 10.809 10.783

 

Hieronder zijn de knelpunten opgenomen. In bijlage 6.8 zijn de knelpunten nader toegelicht. Wanneer FF voor het onderwerp staat is het knelpunt afkomstig uit de financiële foto. BG staat voor begroting. FF/BG wil zeggen dat het knelpunt in de begroting gewijzigd is ten opzichte van de financiële foto.  

 

  Nr Onderwerp 2023 2024 2025 2026
FF 1. Structurele toename Lijkschouwing, Euthanasieverklaring 100.000 100.000 100.000 100.000
FF 2. Areaaluitbreiding stadsdeelbeheer, wegen en openbare verlichting 120.000 120.000 120.000 120.000
FF/BG 3. Volumegroei WMO als gevolg van demografische ontwikkeling 588.000 588.000 588.000 588.000
 BG  4. BUIG 677.000 0 0 0
    Totaal knelpunten volumestijging 1.485.000 808.000 808.000 808.000
BG 5. Tariefstijging aanbesteding grote busvervoer (SW en LLV) boven reguliere indexatie 243.000 243.000 243.000 243.000
BG  6. Loon- en prijsstijging Jeugd en Wmo (begeleiding en ondersteuning huishouden) boven niveau loon- en prijscompensatie 2.400.000  2.400.000 2.400.000 2.400.000
BG  7. Tariefstijging aanbesteding JB/JR 814.000 814.000 814.000 814.000
BG 8. Tariefstijgingen Hulpmiddelen en CVV vervoer tov reguliere compensatie 565.000 565.000 565.000 565.000
BG 9. Vergoeding zorgsalarissen middeninkomens zorg&welzijn meer dan rijksmiddelen 180.000 180.000 180.000 180.000
FF/BG   10. Energiekosten ambtelijke huisvesting 750.000 500.000 250.000 250.000
BG  11. Energiekosten Sportaal 750.000 500.000 250.000 250.000
BG  12. Energielasten culturele instellingen 547.000 365.000 182.000 182.000
BG  13. Verhoging contributie VNG/GGU 80.000 80.000 80.000 80.000
BG 14. Premie brandverzekering 150.000 150.000 150.000 150.000
    Totaal knelpunten prijsstijging 6.479.000 5.797.000  5.114.000 5.114.000
FF 15. Impact incidentele en structurele werkzaamheden OZJT 340.000 340.000 302.000 302.000
FF 16. Vervangingsinvesteringen sport / kunstgras 0 0 29.000 83.000
FF 17. Outsourcing ODT 250.000 250.000 250.000 250.000
BG 18. Veiligheidsregio Twente 181.000 181.000 181.000 181.000
BG 19. Stadsbank Oost-Nederland 64.000 64.000 64.000 64.000
BG  20. Samen Twente 70.000 70.000 70.000 70.000
    Totaal knelpunten verbonden partijen 905.000 905.000 896.000 950.000
FF  21.

Beleidsadvisering Omgeving & Recht

200.000 200.000 200.000 200.000
FF 22.

Verschillen in normformatie en bezetting

 151.000 151.000 151.000 151.000
FF  23.

Formatie teamleider P&O

 97.000 97.000 97.000 97.000
FF  24.

Tijdelijke uitbreiding personeel

 260.000 260.000 260.000 260.000
FF  25.

Onbalans in formatie door generatiepact IT

 322.000 322.000 322.000 242.000
FF 26.

Formatie senior jurist bezwaar en beroep

 109.000 109.000 109.000 109.000
BG  27. Voorzetten Pedagogische gezinsondersteuning (PGJ) irt wegvallende GIDS middelen 174.000 174.000 174.000 174.000
BG  28. Voortzetten huidige inzet combifunctionarissen sport 137.000 167.000 167.000 167.000
BG  29. Capaciteit Handhaven Bouwen en Milieu (HBM)  440.000 0 0 0
BG  30. Bestemmen regulier, advies, achterstallig  330.000 330.000 150.000 150.000
BG  31. Extra inzet benodigd voor pachtbeleid en monitoring  50.000 50.000 50.000 50.000
BG  32. P&C Projectcontroller  97.000 97.000 97.000 97.000
BG  33. Volume stijging fysieke projecten/gebiedsontwikkeling  250.000 250.000 250.000 250.000
BG  34. Direct duidelijk borgen  150.000 0 0 0
BG  35. Traineeprogramma P&C continueren 125.000 125.000 0 0
BG  36. Opzet, inrichting, inbedding rechtmatigheidsverantwoording (F&C) 200.000 200.000 0 0
BG  37. Verhoging budget bedrijfsvoering tav uitbreiding personeel 600.000 600.000 600.000 600.000
BG 38. Structurele dekking personeel Stadsdeelbeheer 80.000 80.000 80.000 80.000
    Totaal knelpunten Personeel  3.772.000 3.212.000 2.707.000 2.627.000
FF 39. Ondergrondse infra 150.000 0 0 0
FF 40. Onderhoud Kunst in de Openbare Ruimte 39.000 39.000 39.000 39.000
BG 41. Wegvallende GIDS middelen 101.000 101.000 101.000 101.000
BG  42. Verlengen tijdelijke bijdrage legesopbrengsten evenementen 240.000 240.000 0 0
BG  43. Stroinkshuis (iom SDM)  80.000 80.000 80.000 80.000
BG  44. Emancipatie/LHBTI 25.000 25.000 25.000 25.000
BG  45. Bodemvervuiling kunstgrasvelden 120.000 0 0 0
BG  46. Taakstelling onderwijshuisvesting  300.000 300.000 300.000 300.000
BG  47.  Amendement "sterke raad, meer ondersteuning" 320.000 320.000 320.000 320.000
    Totaal knelpunten Overig 1.375.000 1.105.000 865.000 865.000
FF 48. Kadaster heeft basisregistratie vernieuwd 74.000  0 0 0
FF  49. Implementatie iBurgerzaken  35.000 35.000 35.000 35.000
FF  50.

Voorkomen identiteits- en documentfraude

 75.000 60.000 60.000 60.000
FF  51. Grip op projecten (applicatie)  54.000 54.000 54.000 54.000
FF  52. Webteam -digitoegankelijkheid - regie op websites  100.000 100.000 100.000 100.000
FF  53.

Vervanging applicatie ‘Octopus Web’

 40.000 40.000 40.000 40.000
FF 54.

Vervanging Planon

 130.000 130.000 130.000 130.000
BG 55. Vervangen applicatie VIS2 100.000 0 0 0
    Totaal knelpunten digitaal en IT 608.000  419.000 419.000 419.000
    Totaal knelpunten 14.624.000 12.246.000 10.809.000 10.783.000

 

 

2.5. Coalitieakkoord - prioriteiten 2023

Het coalitieakkoord bevat veel ambities en concrete wensen. Tegelijkertijd was de tijd tussen het uitkomen van het coalitieakkoord en het vaststellen van de begroting in het college beperkt. Daarom heeft het college gefocust op de prioriteiten uit het coalitieakkoord die al in 2023 uitgevoerd moeten worden. Dit om hier alvast voortvarend een start mee te maken. Richting de zomernota 2023 worden de resterende onderwerpen uit het coalitieakkoord financieel ingeschat en in de tijd geprogrammeerd.

 

Naast dat onderwerpen geld kosten streeft het college er ook naar de eigen verdiencapaciteit van Enschede te vergroten. Daarmee worden we minder afhankelijk van het Rijk voor onze inkomsten. We kijken niet zozeer naar tariefsverhogingen maar naar creatieve invullingen om lokale inkomsten te verhogen, of eigen lasten structureel te verlagen. In deze begroting geeft het college een eerste invulling aan deze ambitie door het afkopen van een dure lening. Hierdoor ontstaat door een eenmalige investering (die ten laste gaat van het boekjaar 2022 waar incidenteel ruimte beschikbaar is) structurele begrotingsruimte van 985.000 euro.

 

Nr   2023 2024 2025 2026
1. Het maken van inclusief beleid 100.000 0 0 0
2. Stoppen met Bed Bad en Brood vanaf 1 augustus 2023   75.000  0 0 0
3. Gevolgen voor kinderen van complexe scheidingen verminderen  75.000 75.000 50.000 0
4.  Huisartsentekort bestuurlijke aandacht - Twentse koers Menzis   50.000 0 0 0
5.  Jongeren werk terug op school / impuls jongeren -en welzijnswerk   320.000 320.000 320.000 320.000
6.  Sport bereikbaar maken voor iedereen  50.000 0 0 0
7.  Nota dierenwelzijn  50.000 0 0 0
8.  Preventieakkoord 300.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000
9.  Sportnota/uitvoeringsplan sport 200.000 673.000 713.000 713.000
10. 

Intensivering clustering sportparken in 2023

200.000 0 0 0
11. Beschikbare flexwoningen voor spoedzoeker  50.000 0 0 0
12.  Pilot parkeren 1e uur gratis  430.000 445.000 0 0
13. Pilot afval binnenstad 0 400.000 0 0
14.  Pilot stortquotum max. 300 kilo   600.000 600.000 0 0
15.  Middelen binnenstad (opnemen investeringsagenda) 700.000 700.000 700.000 0
16.  Schrappen brede taakstellingen fysiek domein en 100.000 euro extra ondernemersloket   400.000 400.000  400.000  400.000
17.  Versnellen / maximaal inzetten op zon op dak  200.000 200.000 200.000 200.000
18.  Gebiedsgerichte aanpak (GGA) landelijk gebied 100.000  600.000 600.000 600.000
19.  Impuls economie 400.000 400.000 400.000 400.000
20.  Uitbreiding cameratoezicht (binnenstad en tunnels) 100.000 110.000 120.000 0
21.  Versterking Zorg en Veiligheid 100.000 100.000 100.000 100.000
22.  Versterking weerbaarheid jeugd   100.000 100.000 100.000 0
23.  Schrappen taakstelling rendement investeren in organisatie   50.000 100.000 100.000 100.000
24.  Proceskosten DIA Twekkelerveld en DIA Zuid  600.000 600.000 600.000 600.000
25.  Uitbreiding capaciteit beleid nazorg detentie  40.000 40.000 40.000 40.000
26.  Bibob onderzoeken 160.000 160.000 160.000 160.000
27.  Eenzaamheid 1Enschede 160.000 0 0 0
28.  Wetenschappelijk onderzoek naar de gemeente Enschede in de context van bezetting, bevrijding en nasleep  0 100.000 100.000 100.000
29.  1Twente 290.000 290.000 290.000 290.000
30.  Structurele dotatie investeringsagenda 0 4.000.000 4.000.000 4.000.000
31.  Rentevoordeel afkoop leningen -985.000 -985.000 -985.000 -985.000
   Totaal prioriteiten coalitieakkoord  4.915.000  11.928.000 10.508.000  9.538.000

 

 

2.6. Afschaffen spaarprogramma en instellen structurele dotatie investeringsagenda

Bij de begroting 2013 is door de Raad een spaarprogramma ingesteld. Aanleiding was dat in 2012 sprake was van forse afboekingen op grondposities. Daardoor was de algemene reserve sterk gedaald en stond de weerstandsratio nog op slechts 0,14. De Raad besloot destijds een spaarprogramma in te stellen waarmee de algemene reserve op termijn weer zou worden versterkt. Inmiddels kunnen we constateren dat het spaarprogramma heeft gewerkt. De algemene reserve en de weerstandsratio zijn weer goed op niveau. Vooruitkijkend zal dit de komende jaren ook zo blijven. In de vernieuwde financiële verordening is opgenomen dat in een dergelijke situatie maatregelen voor financieel herstel kunnen worden afgebouwd. Dat maakt dat we de raad voor willen stellen het spaarprogramma te beëindigen. Consequentie hiervan voor het middelenkader is een verbetering van 9,3 miljoen euro. Hiervan is 7,3 miljoen euro structureel en 2 miljoen euro incidenteel t/m 2027.

 

Om te kunnen sparen is het afgelopen decennium het investeringsniveau fors terug gebracht. Dat had echter ook een ongewenst bijeffect. De bevolkingsgroei in Enschede bleef sterk achter ten opzichte van andere steden. Door die achterblijvende groei kreeg Enschede een steeds kleiner aandeel uit het gemeentefonds. Hoewel het gemeentefonds op zichzelf in die jaren nog wel enigszins in omvang toenam moest Enschede toch jaar in jaar uit bezuinigen door achterblijvende bevolkingsgroei. Het zou onverstandig zijn om nu alleen ons spaarprogramma af te schaffen, maar niet ons investeringsniveau weer op peil te brengen. Vandaar dat wordt voorgesteld om gelijktijdig met het afschaffen van het spaarprogramma over te gaan tot een structurele dotatie aan de investeringsagenda van 4 miljoen euro per jaar. Gezien het saldo van het middelenkader starten we hiermee vanaf 2024. Voor 2023 wordt voorgesteld om 15 miljoen euro toe te voegen aan de investeringsagenda. Daarbij komen die middelen niet uit het middelenkader (daar is immers geen ruimte), maar als overboeking uit de algemene reserve. 

 

Met de middelen in het investeringsfonds kunnen we voortvarend doorwerken aan projecten in de investeringsagenda die bijdragen aan herstructurering van wijken, verduurzaming en het versnellen van woningbouw. Zo kunnen deze extra middelen onder andere worden ingezet op de Dia projecten die inmiddels financieel ook scherper zijn ingeschat. Zo is een bedrag benodigd voor het “huis van de wijk” in Twekkelerveld van circa 2,5 miljoen euro en voor een herstructurering van de particuliere woningvoorraad in Zuid van 7 miljoen euro. Daarnaast zijn de kosten in Centrumkwadraat toegenomen met 1,5 miljoen euro. Dit ook als gevolg van de gestegen prijzen voor het herstructureren van de particuliere woningvoorraad. Verwacht wordt dat deze extra middelen vanaf 2024 benodigd zijn. Door de toevoeging van 15 miljoen euro in 2023 en structureel 4 miljoen euro vanaf 2024 maakt het college daarnaast ruimte voor nieuwe projecten. Te denken valt hierbij aan het zwembad in Glanerbrug of de topsportcampus Diekman. Het effect van de onttrekking van 15 miljoen euro uit de algemene reserve wordt nader beschreven in de paragraaf weerstandsvermogen.  

 

Doordat de strategische investeringsagenda in deze begroting incidenteel en structureel van middelen wordt voorzien geeft het college invulling aan een belangrijk onderwerp uit het coalitieakkoord.  

  

2.7. Structureel saldo van het middelenkader

In het kader van het financieel toezicht op de gemeente door de provincie wordt gekeken naar of de begroting structureel sluitend is (het structureel saldo baten en lasten; ook wel de structurele exploitatieruimte). Dat houdt in dat de jaarlijks terugkerende lasten zijn gedekt door de jaarlijks terugkerende baten. Alle incidentele baten en lasten worden hierbij dus buiten beschouwing gelaten. In onderstaande tabel wordt duidelijk dat de begroting van Enschede structureel sluitend is over de periode 2023 tot en met 2025 en een tekort laat zien over 2026.  

 

De provincie heeft in haar rol als toezichthouder aangegeven dat in eerste instantie gekeken wordt naar het eerstvolgende begrotingsjaar. Als de begroting in 2023 structureel en reëel sluitend is wordt in principe repressief toezicht toegepast. Enschede voldoet hier met het huidige middelenkader aan.  

 

Structureel saldo (afgerond x 1.000 euro) 2023 2024 2025 2026
Saldo baten en lasten -4.621   12.305  20.207  -8.437
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves  4.711  -8.332 -6.397   -5.656
Begrotingssaldo na bestemming         90            3.973           13.810          -14.093
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo)  7.217  13.080  8.117  7.352
Structureel begrotingssaldo  7.307  17.053  21.927  -6.741

 

2.8. Taakstellingen

In het coalitieakkoord is door het college opgenomen dat als nieuw beleid wordt gemaakt of uitgevoerd, eerst wordt gekeken of het verstandig is om lopende nog te realiseren bezuinigingen op te lossen om daarmee de resterende risico’s in de meerjarenbegroting te verkleinen.

 

Het college heeft daarom de nog te realiseren taakstellingen beoordeeld op haalbaarheid en wenselijkheid ook in relatie tot het coalitieakkoord. Het college is geslaagd in het streven om geen nieuwe taakstellingen toe te voegen. Ondanks het besef dat voor 2026 nog een structurele financiële opgave in te vullen is. Er wordt actief lobby gevoerd bij het Rijk voor meer duidelijkheid en het financieringsstelsel voor gemeenten op de langere termijn. 

 

Conclusie is dat het college de taakstellingen in onderstaande tabel wil afvoeren. In het coalitieakkoord is opgenomen dat de coalitie het ondernemersloket op peil wil houden. Daarom wordt de brede taakstelling op fysiek en het economisch domein geschrapt. De taakstelling rendement investeren in de organisatie is voor 1,9 miljoen euro structureel ingevuld. Voor de resterende 100.000 euro concludeert het college dat het niet verstandig is deze in te vullen gezien de komende jaren juist een investering in de organisatie nodig is in verband met de grote pensioenuitstroom. Het schrappen van beide taakstellingen heeft een totaal effect op het middelenkader van 400.000 euro structureel.

 

Onderwerp 2023 2024 2025 2026
Brede taakstelling op fysiek en economisch domein -300.000 -300.000 -300.000 -300.000
Rendement investeren in organisatie -50.000 -100.000 -100.000 -100.000
Totaal effect afgevoerde taakstellingen middelenkader -350.000 -400.000 -400.000 -400.000

 

Daarnaast heeft het college geconcludeerd dat de taakstellingen op het sociaal domein van het bezuinigingspakket uit 2017 voldoende renderen om ze niet meer te monitoren. Het is zaak om binnen het sociaal domein uit te komen met de budgetten die aanwezig zijn.

 

De enige taakstellingen die daarmee nog resteren zijn Ondersteuning Huishouden (500.000 euro structureel), versnelling clustering van sportvelden (200.000 euro structureel) en de taakstelling betaald parkeren FC Twente (50.000 euro structureel). Daarnaast is in de begroting de nog in te vullen stelpost sociaal domein van 3,5 miljoen euro opgenomen.