In de Programmabegroting 2014-2017 worden de begroting voor 2014 en de ramingen voor de drie daarop volgende jaren gepresenteerd. In deze programmabegroting zijn de bezuinigingen conform het raadsbesluit van 1 juli 2013 verwerkt. Daarnaast zijn hierin de bezuinigingen uit de keuzenota 2015-2017 verwerkt, waarvan is aangegeven dat deze opgenomen kunnen worden. Verder zijn aanvullende bezuinigingsmaatregelen opgenomen.
De programmabegroting is opgebouwd uit vier delen.
Beleidsbrief, financieel middelenkader en compacte en flexibele organisatie
Hoofdstuk 1, de beleidsbrief, geeft een beeld van het gemeentelijk beleid. Ingegaan wordt op de speerpunten op dit moment, voortkomend uit de bezuinigingen voor 2014 en de gegeven richtingen in de keuzenota 2015-2017. In hoofdstuk 2 geven we aan wat het incidentele en structurele middelenkader is en welke bezuinigingen zijn opgenomen in het financieel middelenkader. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe we de ambitie willen realiseren om in 2015 een compacte en flexibele organisatie te zijn. Inzicht wordt gegeven in hoe de organisatie er dan uit zal zien en de te realiseren krimp wordt aangegeven. Deze drie hoofdstukken geven zo een gemeentebreed beeld, waar de gemeente voor staat en wat de financiële en beleidsmatige ontwikkelingen zijn.
De Beleidsbegroting
Het tweede deel betreft de Beleidsbegroting. Dit onderdeel bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. Het programmaplan bestaat uit zeven begrotingsprogramma’s. Hierin is het beleid voor de komende jaren geformuleerd, inclusief de daarvoor benodigde budgetten, waarbij de 3 W-vragen centraal staan: “Wat willen we bereiken?”, “Wat gaan we daarvoor doen?” en “Wat mag het kosten?”.
Bij de vraag “wat willen we bereiken?” zijn per programma een hoofddoelstelling met bijbehorende doelstellingen opgenomen. De relatie tussen doelen, activiteiten en middelen is inzichtelijk gemaakt door middel van een doelenboom per programma. De doelenboom is een schematische weergave van het programma. Hiermee laten we in één oogopslag zien wat de relatie is tussen onze doelstellingen, de activiteiten die we hiervoor uitvoeren en de middelen die we hiervoor ter beschikking stellen. De doelstellingen vormen de basis voor de schema’s. Dit is het antwoord op de vraag ‘Wat willen we bereiken?’. Elke doelstelling vertalen we naar concrete activiteiten. Dit is het antwoord op de vraag ‘Wat gaan we daarvoor doen?’. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de politieke speerpunten. Per doelstelling worden de belangrijkste speerpunten weergegeven. Bij deze speerpunten wordt uitgebreid ingegaan op wat er in 2014 wordt gedaan om de doelstelling te behalen.
Bij de reguliere werkzaamheden worden uitsluitend de highlights voor het begrotingsjaar aangegeven. Dat kan de start van een project zijn of het maken van een beleidsnota. Er wordt niet ingegaan op beleid dat terug te vinden is in deze beleidsnota’s. Via de begroting op internet zijn deze beleidsnota’s makkelijk te raadplegen door middel van links naar deze nota's.
Daarnaast zijn door middel van een tabel per product de baten en lasten inzichtelijk gemaakt, bij het onderdeel “wat mag het kosten”.
In de tabellen ziet u een extra kolom met 2013 exclusief facilitaire kosten. Dit komt doordat wij met ingang van deze begroting de kosten van interne dienstverlening (de indirecte kosten) onderbrengen in een zelfstandig product. De indirecte kosten worden uit de eindproducten van de programma’s gehaald en worden centraal neergezet. De programma-budgetten worden hierdoor lager, het centrale budget (verwerkt in het product Interne Dienstverlening (IDV) onder het programma Bestuur &Middelen (BMO)) dus hoger.
Tenslotte zijn - conform de verplicht gestelde kaders van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) - de paragrafen opgenomen waarin nader wordt ingegaan op een aantal beheersmatige aspecten. Deze aspecten kunnen grote financiële gevolgen hebben en/of zijn van belang voor het realiseren van de programmadoelstellingen. Het betreft de paragrafen grondbeleid, weerstandsvermogen, treasury, onderhoud kapitaalgoederen, verbonden partijen, bedrijfsvoering en lokale heffingen. Tevens wordt een paragraaf gewijd aan de doelmatigheid en doeltreffendheidsonderzoeken. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede 2009’. Daarnaast wordt duurzaamheid en vastgoed in een paragraaf weergegeven.
Financiële begroting
Het derde onderdeel betreft de financiële begroting, waarin de financiële vertaling van het beleid is vastgelegd. Dit bestaat uit een overzicht van de baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente. In deze begroting zijn ter vergelijking ook de begrotingscijfers (na wijzigingen) van 2013 en de realisatie 2012 opgenomen. Hierin wordt ook een uitgebreide toelichting gegeven over de systematiek van de kostentoerekening van de facilitaire kosten.
Bijlagen
Tenslotte bevat deel vier de bijlagen. In de bijlagen is gedetailleerde informatie opgenomen die veelal een nadere uitwerking is van onderwerpen uit de beleidsbegroting en de financiële begroting. Het betreft onder meer de te verstrekken subsidies 2014 en de indicatoren. Ook vindt u een overzicht van de prognose parkeerbeheer, ruimtelijke projecten en de verbonden partijen.