2. Middelenkader 2018-2021

2.1. Scenario's

Leeswijzer

Gelet op de forse opgave waarvoor onze gemeente staat, hebben we gekozen om de raad diverse scenario’s voor te leggen. Elk scenario bevat een verschillend pakket aan intensiverings- en dekkingsmaatregelen. Op deze manier willen we het debat over de Zomernota in uw raad faciliteren.

In de onderstaande tabel zijn vijf scenario’s in verschillende kleuren weergegeven. Het eerste blok (van ‘saldo middelenkader bij PB’17-’20’ tot en met ‘startstreep’) betreft onderdelen die in alle scenario’s moeten worden meegenomen. Vervolgens is een blok ‘Intensiveringspakketten’ opgenomen. Dit betreft diverse investeringen in de verschillende begrotingsprogramma’s. In het blok ‘Dekkingsmaatregelen’ zijn maatregelen opgenomen uit de verschillende begrotingsprogramma’s. Tot slot zijn onder ‘Zomernota scenario’s’ de vijf scenario’s opgenomen met het resultaat voor het begrotingssaldo voor de jaren 2018-2021.

Voorbeeld: het scenario ‘Niet investeren’ (S3, het oranje scenario) bevat de maatregelen die voorzien zijn van ‘x’ uit het overzicht (zie de oranje kolom). Aangezien in dit scenario niet wordt geïnvesteerd, zijn de maatregelen uit de ‘Intensiveringspakketten’ niet opgenomen. Dit scenario leidt tot een begrotingsoverschot van 3,0 miljoen euro in 2018 oplopend naar een begrotingsoverschot van 5,1 miljoen euro in 2021. Op een vergelijkbare manier moeten ook de andere scenario’s te worden gelezen.

In de paragrafen 2.2 tot en met 2.4 worden de financiële opgave, de intensiverings- en de dekkingsmaatregelenpakketten inhoudelijk toegelicht.

* Het voorstel van het College is dat de intensivering die in rij C (Bereikbaarheid) is opgenomen, wordt gedekt door de inkomsten uit rij X (Opbrengsten Parkeerbedrijf). Als de intensiveringsmaatregel vervalt, dan vervalt ook de extensiveringsmaatregel.

Toelichting per rij

Opgave:

  • Saldo middelenkader bij PB'17-'20: betreft saldo uit PB '17-'20
  • Externe effecten: Loon/prijs/rente effecten, Gemeentefonds (septembercirculaire/meicirculaire), Vennootschapsbelasting;
  • Knelpunten sociaal domein: WMO, Jeugdhulp, BUIG, Sociale Werkvoorziening, Vervoer
  • Knelpunten overige onderdelen

Intensiveringen:

A. Economie basis: Kennispark, Agenda voor Twente, Smart Cities,
B. Economie plus: Internationaal, regionale marketing, Strategishe Agenda Onderwijs
C. Bereikbaarheid: Fonds investeringen bereikbaarheid. Gekoppeld aan Opbrengsten Parkeerbedrijf
D. Binnenstad: bedrag voor Kop Boulevard en fonteinen
E. Groene leges
F. Duurzaamheid: Enschede Wekt Op
G. Openbare Ruimte: Maaibeleid
H. Handhaving sociaal domein
I. Stedelijke voorzieningen (ijsbaan en theater)
J. Flankerend Beleid
K. Klachtencommissaris (programma Goed Bestuur), LHTBI beleid, intensivering inkoop
L. Overige intensiveringen: handhaving brommers, stadsbank, acquisitie, innovatie, cultuurhististorie, extra inzet leerplicht.

Dekkingsmaatregelen:

I. Transformatie sociaal domein: Versnellen maatregelen transformatie sociaal domein
II. Sociaal domein versoberen 
III. Sociaal domein Terug naar minimum: Taken sociaal domein op minimum niveau
IV. Onderwijs: Inzet onderwijs focussen op kwetsbare kinderen
V. Vrijval onderbestede middelen en septembercirculaire: Vrij inzetbare middelen, financiële maatregelen
VI. Kasschuif: Doorschuiven fysieke investeringen en kasschuif Parkeren
VII. Algemene ingrepen (kaasschaaf): Geen indexering subsidies, effect verplichtingenstop, bedrijfsvoering
VIII. Versoberende maatregelen in fysiek domein en stadsdelen: Openbare ruimte, stadsdeelgewijs werken, Binnenstad
IX. Cultuur: Herstructurering cultuur organisatie
X. Hogere opbrengst Parkeren: Parkeerbedrijf, gekoppeld aan intensivering bereikbaarheid
XI. Openbare ruimte en wijkbudgetten op minimumniveau: Terug naar minimum in fysiek domein
XII. Verhogen OZB: vijf procent verhoging OZB
XIII. Verhogen OZB, alleen woonlasten: Een vijf procent OZB verhoging voor alleen de woningeigenaren
XIV. Taakstelling organisatie: Taakstelling om personeel vrij te maken voor intensiveringen
XV. Fictieve subsidiestop: Subsidies stoppen vanaf 2019. Keuze aan nieuwe Raad
XVI. Dividend Twence: Prognose winstverwachting Twence.

Zomernota scenario's:

Scenario I: ‘Waar het probleem zich voordoet, lossen we het op’
In dit scenario nemen we de financiële spelregels uit het coalitieakkoord letterlijk als uitgangspunt: Rijksbezuinigingen en tekorten worden opgevangen op de plek waar ze ontstaan. Daarnaast wordt er in dit scenario niet geïnvesteerd in de stad. Op basis van het uitgangspunt worden inwoners die aangewezen zijn op ondersteuning onevenredig hard getroffen. Met het hanteren van deze ‘ platte’ hard boekhoudkundige lijn bestaat de kans dat we de mensen die het echt nodig hebben niet meer kunnen ondersteunen. Dit scenario leidt tot een begrotingstekort van 3,7 miljoen euro in 2018 en tot begrotingsoverschotten vanaf 2019. Hier kiezen we als college niet voor.

Scenario II: ‘Uitstel van keuzes’
In dit scenario laat de begroting vanaf 2019 een fors begrotingsoverschot zien. Dit is vooral een gevolg dat er in dit scenario niet wordt geïnvesteerd in de stad gecombineerd met maatregelen zoals ‘Fictieve subsidiestop’ die nog nader moet worden ingevuld, maar waarvan de opbrengst al wel is ingeboekt. Daarmee wordt het invullen van de maatregelen uitgesteld tot na de verkiezingen c.q. doorgeschoven naar het volgende college/raad. Wij zijn van mening dat dit niet aansluit bij een nette en financiële overdracht aan onze opvolgers die wij voor ogen hebben.

Scenario III: ‘Niet investeren’
In dit scenario wordt alles op alles gezet om binnen de financiële spelregels te blijven door niet meer te investeren in de stad en dat gaat ten koste van de dynamiek en het aantrekken van nieuwe partijen. Het gevolg daarvan is dat de stad ‘ op slot’ gaat, en dat is in onze ogen ongewenst. Dit scenario leidt tot begrotingsoverschotten in de jaren 2018 t/m 2021, waarbij de OZB niet wordt verhoogd.

Scenario IV: ‘Saneren én investeren’
In dit scenario is de keuze om maximaal te investeren maar, daar tegenover, ook maximaal te saneren. Dat geeft een impuls op onderdelen en ontwikkelingen in de stad, maar dat moet onevenredig hard gecompenseerd worden door maatregelen en kortingen die die investeringen mogelijk moeten maken inclusief een OZB verhoging. Dit leidt tot begrotingsoverschotten in 2018 t/m 2021. Dit college zoekt naar meer balans dan dit scenario kan geven.

Scenario V:  ‘Evenwichtige keuzes’
Dit scenario bevat, wat dit college betreft een goede balans; het biedt de oplossing voor de problemen die er zijn, maar zet de stad niet op slot. Daarnaast nodigt dit scenario ons uit tot het maken van scherpe keuzes en helpt het ons om een middel (zoals bereikbaarheid) te koppelen aan een hoger doel (het bereikbaar maken van banen voor onze inwoners). Ook dit scenario vraagt iets van onze organisatie en de stad; tegelijk geeft het ruimte voor het investeren in kansen. En dat is waar heel Enschede van profiteert. Scenario V leidt tot sluitende begroting in 2018, een gering begrotingstekort in 2019 en tot begrotingsoverschotten in 2020 en 2021. Omdat in 2021 sprake is van een begrotingsoverschot en structurele uitgaven worden gedekt met structurele middelen voldoet de gemeente aan het financieel toetsingskader van de provincie Overijssel die als toezichthouder optreedt.

In de volgende paragrafen worden de verschillende onderdelen uit de matrix per rij toegelicht.

Inzicht op basis van totale bedragen in begroting
Om de scenario's in de bredere context van de totaal beschikbare middelen te kunnen plaatsen, is hieronder een overzicht van de totale uitgaven in 2018 en 2021 per taakveld, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020. Daarna komen per taakveld de financieële effecten van de knelpunten, intensiveringen en dekkingsmaatregelen, uitgaande van scenario V "Evenwichtige keuzes". De kolom budget 2021 is gebaseerd op een inschatting.


Als leesvoorbeeld wordt het taakveld Uitvoering WSW genomen. De totale uitgaven daaraan bedragen 40,1 miljoen euro in 2018, zoals opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020. In deze Zomernota wordt voor 2018 een knelpunt van 0,9 miljoen euro op dat onderdeel gemeld, wat 2% is van het totale budget. De uitgaven nemen in dat jaar met 2% toe.
Een ander voorbeeld is Stadsdeelbeheer. Indien gekozen wordt voor een intensivering op Openbare Ruimte (maaibeleid), neemt het budget met 0,2 miljoen euro toe, wat 2% is van het totaal. Daar staat tegenover dat bij de dekkingsmaatregelen er een bezuiniging is opgenomen op vervangingsinvesteringen van 0,3 miljoen euro. Aangezien het budget met 0,3 miljoen euro daardoor afneemt, is in deze tabel een negatief bedrag opgenomen.

2.2. Financiële opgave

De financiële opgave die in de matrix optelt tot -14,4 miljoen euro in 2018 en -16,8 miljoen euro in 2021, komt  bovenop de bezuinigingen die in de Programmabegrotingen van de afgelopen zeven jaar zijn vastgesteld. Bij elkaar opgeteld heeft de gemeente vanaf 2010 een bezuinigingsopgave van meer dan 100 miljoen euro in de voorgaande programmabegrotingen opgenomen. Daarvan is nu 94 miljoen euro ingevuld. De resterende 6 miljoen euro is meegenomen in de financiële opgave van deze Zomernota.
Als de opgave uit de Zomernota 2017 wordt meegerekend, komt het totale bedrag dat de gemeente vanaf 2010 moet bezuinigen, op 110 miljoen euro.

Grafiek: Structurele bezuinigingen in miljoen euro, per programmabegroting en Zomernota '17

De opgave uit het middelenkader ligt voor 2018 op 14,4 miljoen euro en 16,8 miljoen euro vanaf 2021. Dit baseren wij op een inventarisatie van externe effecten, knelpunten en taakstellingen die nog niet volledig ingevuld zijn.

Voor een sluitende begroting is het noodzakelijk dat de tekorten voor 2018 volledig worden ingevuld en dat de structurele knelpunten binnen een termijn van 4 jaar van structurele dekking worden voorzien.

Financiële opgave in miljoen euro  2018 2019   2020 2021 
A. Saldo middelenkader bij Programmabegroting 2017-2020  0,1 0,5  0,6 0,6
B. Externe effecten   2,6 4,4 2,9 2,8
C. Structurele knelpunten   -11,4 -12,6 -12,8 -13,6
- C1. Structurele knelpunten Sociaal Domein -10,2 -11,0 -11,1 -11,9
- C2. Structurele knelpunten overige onderdelen -1,2 -1,7 -1,7 -1,7
D. Incidentele knelpunten (Overige onderdelen)  -0,8 -0,2  0 0
E. Niet ingevulde taakstellingen   -4,9 -5,2 -6,5 -6,5
- E1. Niet ingevulde taakstellingen Sociaal Domein -3,9 -4,0 -4,9 -4,9
- E2. Niet ingevulde taakstellingen overige onderdelen -1,0 -1,2 -1,6 -1,6
F. Saldo opgave (=A+B+C+D+E)  -14,4 -13,2 -15,8 -16,8

Toelichting:

A. Saldo middelenkader bij PB’17-20
Dit betreft het restsaldo dat over was na vaststelling van de Programmabegroting 2017-2020 door de Raad.

B. Externe effecten
Dit zijn niet beïnvloedbare externe factoren die een concernbrede uitwerking hebben, zoals de effecten van inflatie, loonkostenstijgingen, rente, dividend en de uitkering uit het Gemeentefonds (septembercirculaire en meicirculaire). Deze zijn in een tabel gespecificeerd.

C. Structurele knelpunten
Dit zijn knelpunten die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn en structureel doorwerken. De opgave ligt vooral in het sociaal domein. In 2018 gaat het om -10,2 miljoen euro, oplopend naar -11,9 miljoen euro vanaf 2021. Dit is het gevolg van recente landelijke ontwikkelingen die een nadelig effect hebben voor de gemeente Enschede. Het College heeft de Raad op 23 maart over deze problematiek geïnformeerd. Inmiddels is een landelijke quick scan gepubliceerd waarin duidelijk naar voren komt dat meerdere gemeenten te weinig budget ontvangen van het Rijk voor taken in het sociaal domein. In de volgende paragraaf gaan we nader in op deze quick scan. Op hoofdlijnen liggen de meest omvangrijke structurele knelpunten op het terrein van de WMO Begeleiding, Jeugdhulp, Huishoudelijke Hulp, Uitvoeringskosten WMO, Jeugdhulp en Sociale Werkvoorziening. De structurele knelpunten op de overige onderdelen tellen op tot -1,2 miljoen euro in 2018 tot -1,7 miljoen euro in 2021. In de tabel 'ad C overige structurele knelpunten' volgt een verdere toelichting op de knelpunten.

D. Incidentele knelpunten
Hier gaat het om onontkoombare en onuitstelbare knelpunten die zich eenmalig voordoen.

E. Nog niet ingevulde taakstellingen
Bestaande bezuinigingen die de Raad in eerdere Programmabegrotingen heeft vastgesteld, en die nog niet volledig gerealiseerd zijn. In de tabel zijn deze gesplitst voor het Sociaal Domein en overige onderdelen.
NB. De opgave voor het Sociaal Domein zoals deze in de matrix staat, is een optelling van de knelpunten en de niet ingevulde taakstellingen in het Sociaal Domein (C1+E1).

F. Saldo opgave
Het totaalbedrag waarvoor maatregelen nodig zijn.

Ad B. Externe effecten

Externe effecten in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Indexatie ozb 498 498 498 498
Groei areaal ozb 1.142 1.557 2.222 2.637
Afdracht belastingen (VPB en BTW) -300 -300 -300 -300
Treasury -777 293 10 -829
Loon-prijscompensatie -400 -1.300 -1.300 -1.550
Gemeentefonds: decembercirculaire 59 59 60 334
Gemeentefonds: meicirculaire 2.362 3.574 1.747 2.026
Subtotaal  2.584 4.381 2.937 2.816

Toelichting:

Indexatie OZB
Conform gemeentelijke afspraken wordt de opbrengst van de OZB geïndexeerd tegen het geldende inflatiepercentage van 1,2 procent. Hierdoor neemt de opbrengst met 498.000 euro toe.

Groei areaal OZB
Uit het saldo belastingen blijkt jaarlijks een overschot op het product belastingen. Dit betreft vooral areaal uitbreiding over de afgelopen jaren. Wij zijn de afgelopen vier jaar uitgegaan van een nullijn, maar vooral bij het onderdeel niet-woningen zijn er forse investeringen gedaan, bijvoorbeeld door Saxion en MST. Het saldo van 800.000 euro kan structureel ingezet worden.

Afdracht belastingen (Vennootschapsbelasting (VPB) en BTW)
De inschatting is dat Enschede jaarlijks 300.000 euro meer belasting moet afdragen, waarvan 255.000 euro VPB voor het verrichten van diensten aan derden en 45.000 euro BTW.

Treasury
Door een verlaging van de omslagrente naar 2,5 procent ontstaat een nadeel op de treasury en een voordeel op kapitaallasten. De resultante is meegenomen bij de externe effecten.

Loon-prijscompensatie
Totaalbedrag dat netto nodig is voor loon-prijscompensatie, gebaseerd op ABP-premieverhoging (1,4 procent loonkostenstijging) en 1,2 procent inflatie (prijsstijging '17 BBP). Voor 2018 is geen loonstijging geraamd, aangezien daarover geen overeenstemming is in de landelijke CAO-onderhandelingen.

Gemeentefonds: decembercirculaire
De decembercirculaire '16 zorgt voor een verhoging van het Gemeentefonds van 59.000 euro in 2018 oplopend naar 334.000 euro vanaf 2021.

Gemeentefonds: meicirculaire
Als gevolg van de meicirculaire '17 neemt de uitkering uit het Gemeentefonds toe met 1.684.000 euro in 2018. Ook in de jaren daarna is er sprake van een groei. Dit komt doordat het Rijk de komende jaren meer uitgeeft dan eerder geraamd, waardoor het Gemeentefonds "trap-op" meegroeit met de Rijksuitgaven.

Ad C. Overzicht structurele knelpunten

Hieronder volgt een nadere toelichting op de knelpunten die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn en daardoor meetellen in de financiële opgave. In de onderstaande tabel worden de knelpunten in het sociaal domein gespecificeerd.

Domein/
programma
Structurele knelpunten Sociaal Domein in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Sociaal  Jeugdhulp 18- -3.400 -3.400 -3.400 -3.400
Jeugdhulp 18+ -600 -600 -600 -600
WMO - Begeleiding   -2.210 -2.510 -2.350 -2.350
WMO - Ondersteuning Huishouden -752 -752 -752 -752
Personele inzet beleid & uitvoering Jeugd en WMO -800 -800 -800 -800
Rijksbekostiging uitvoering WSW  -843 -1.287 -1.579 -2.089
Nieuw Beschut -80  -80  -80  -420
Verlaging Participatiebudget -223 -223 -223 -223
Onderhoudscontracten hulpmiddelen -500 -500 -500 -500
Provinciale middelen Vervoer en RIA Twente -500 -500 -500 -500
Menzis collectieve verzekeringen -100 -100 -100 -100
Maatwerkvoorziening compensatie eigen risico   -100 -100 -100 -100
Hogere bijdrage Stadsbank -70 -70 -70 -70
   Subtotaal -10.178  -10.922 -11.054 -11.904

Toelichting:

Jeugdhulp 18- 
Het Rijk heeft als gevolg van de zogenaamde startstreepdiscussie een correctie uitgevoerd (budgetverlaging): het Rijk heeft bepaald dat bij de vaststelling van het budget in het kader van de decentralisatie in 2015 onterecht budget was toegekend aan gemeenten, terwijl deze bestemd blijken voor de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Daarnaast blijkt bij de actualisatie 2017 dat de uitgaven  hoger uitvallen dan begroot. Door deze ontwikkelingen is een nieuw knelpunt ontstaan van 3,4 miljoen euro. In de raming van het knelpunt is er rekening mee gehouden dat de Rijksbijdrage met 1 miljoen euro verhoogd wordt.

Jeugdhulp 18+
Dit betreft de financiering voor voorzieningen voor de doelgroep LVB (lichtverstandelijke beperking) van 18 jaar en ouder, die daarvoor jeugdzorg hadden inclusief woon- en leefkosten. Hiervoor is onvoldoende budget beschikbaar gesteld.

WMO Begeleiding
Het Rijk heeft voor bijna 1,8 miljoen euro aan extra budgetverlagingen doorgevoerd. Net als bij de Jeugdhulp betreft het uitnames uit het budget als gevolg van de zogenaamde startstreepdiscussie. Inschatting is dat een fors deel van deze verlaging niet kan worden gecompenseerd aan de uitgavenkant. Per saldo resteert een verwacht knelpunt van 2,5 miljoen euro oplopend tot 2,8 miljoen euro. In de meicirculaire heeft het Rijk gemeenten deels gecompenseerd door een rekenfout te corrigeren, waarmee er in 2018 en 2018 een bedrag van 290.000 euro extra binnenkomt en vanaf 2020 een bedrag van 450.000 euro. Hiermee kan het knelpunt verlaagd worden. Er resteert een knelpunt van 2,2 miljoen euro in 2018 oplopend naar 2,4 miljoen euro vanaf 2021.

WMO / Ondersteuning Huishouden
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in mei 2016 richtinggevende uitspraken gedaan over de huishoudelijke ondersteuning in de WMO. Een van de punten is dat het college op individueel niveau inzicht moet geven op de vraag welke concrete invulling wordt gegeven aan het bereiken van een schoon en leefbaar huis. De uitspraken van de CRvB brengen met zich mee dat de gemeente haar beleid huishoudelijke ondersteuning heeft aangepast.
Hierbij is rekening gehouden met de aanpassing van het rijksbudget in de meicirculaire voor volumeontwikkelingen vanaf 2018.

Personele inzet beleid & uitvoering Jeugd en WMO
Een knelpunt op de huidige bezetting van het beleid en de uitvoering van de nieuwe taken WMO en Jeugdhulp (waaronder de wijkteams) van 800.000 euro. De inrichting van de organisatie is nog niet volledig uitontwikkeld, maar krijgt steeds meer vorm. Er is meer inzicht in de benodigde personele inzet. 

Rijksbekostiging uitvoering WSW
De Sociale Werkvoorziening Enschede krijgt de komende jaren te maken met een forse korting op de beschikbare budgetten. Ook past het Rijk de uitkeringsvoorwaarden voor het zogenaamde Lage Inkomensvoordeel aan. In deze knelpuntenreeks is daarnaast ook vooruitgelopen op een positieve bijstelling van het Rijk van het macrobudget, gegeven onder andere het Manifest dat door zo’n 250 gemeenten is ondertekend en ingediend bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het knelpunt is verlaagd met een verwachte bijstelling van 1 miljoen euro per jaar. Als deze bijstelling er niet komt, dan wordt het knelpunt dus hoger.

Nieuw Beschut
Met ingang van 1 januari 2017 is de Participatiewet gewijzigd. Van het Rijk moeten we jaarlijks nieuwe beschutte werkplekken voor mensen met een zware arbeidsbeperking gaan invullen. Indicering hiervoor geschiedt bij het UWV. Plaatsing zal nagenoeg volledig bij de Sociale Werkvoorziening zijn. We krijgen van het Rijk jaarlijks een oplopende taakstelling om nieuwe beschutte werkplekken in te vullen. Per saldo leidt de uitvoering van Nieuw beschut tot een nadeel. Vanaf 2021 wordt dit nadeel substantieel groter vanwege het vervallen van een Rijksbonus van 3.000 euro per medewerker.

Verlaging Participatiebudget
In de meicirculaire heeft het Rijk voor Enschede een korting op het participatiebudget doorgevoerd. De hoogte van het participatiebudget is o.a. gekoppeld aan het aantal mensen met een bijstandsuitkering. Vanwege uitstroom van mensen uit de Participatiewet, ontvangt Enschede conform de verdeelsleutel minder participatiebudget. In feite is deze verlaging van de Rijksbijdrage de uitkomst van een succesvolle aanpak voor uitstroom uit de Participatiewet.

Onderhoudscontracten hulpmiddelen
Nieuwe onderhoudscontracten bij materiële WMO-hulpmiddelen, zoals rolstoelen, etc. laten hogere dan verwachte uitgaven zien door hogere tarieven bij de nieuwe toetreders na de aanbesteding.

Provinciale middelen Vervoer en RIA Twente
De provincie verleende via de DUVV-uitkering (Brede Doeluitkering, Decentralisatie Uitkering Verkeer en Vervoer) middelen aan de regio voor de kosten van  het maatwerkvervoer. Deze uitkering is nu gedecentraliseerd naar het Provinciefonds. De provincie maakt andere keuzes voor de  inzet van deze middelen. Dat betekent dat 360.000 euro wegvallen als dekkingsbron voor het maatwerkvervoer. Daarnaast worden er aanvullende kosten gemaakt voor de ritintake, reisadvies en informatie (RIA) en een bijdrage aan het OZJT/mobiliteitslab. In totaal leidt dit tot een knelpunt van 500.000 euro.

Menzis collectieve verzekering minima
Deelname aan collectieve zorgverzekering minima (CZM, inclusief chronisch zieken en gehandicapten) neemt in 2017 verder toe en stijgt naar ruim 8.500 deelnemers. Inclusief  bijdrage in de herverzekering eigen risico  (WUB-regeling) betekent dit een verwachte gemeentelijke bijdrage van 2,4 miljoen euro; 100.000 euro meer dan beschikbaar.

Maatwerkvoorziening compensatie eigen risico
Over 2015 en 2016 is door circa 570 personen gebruik gemaakt van de maatwerkvoorziening compensatie eigen risico. Continuering (180 euro per verzekerde per jaar) kost 100.000 euro per jaar. Gezien het middelenbeslag dat gelegd wordt door de CZM is geen dekking (meer) beschikbaar.

Hogere bijdrage Stadsbank
De primaire begroting van de Stadsbank die op 17 november door het Algemeen Bestuur is goedgekeurd, is voor Enschede 70.000 euro hoger dan de primaire begroting. Voor deze verhoging is geen ruimte in de begroting. Bij de dekkingsmaatregelen (transformatie sociaal domein) is een taakstelling opgenomen onder het kopje "sturen op kosten Stadsbank".

In de volgende tabel volgt een nadere verdeling van de knelpunten buiten het sociaal domein.

Domein/
programma
Overige structurele knelpunten in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
DLO Commissie beheer Volkspark -45 -45 -45 -45
Areaaluitbreiding -623 -623 -623 -623
DFB  Desintegratie ontvlechtingen Sport/OE   -320 -320 -320
Kosten Basis Registratie Personen -263 -281 -276 -281
Gerechtelijke kosten bezwaar en beroep -75 -75 -75 -75
Dotatie voorziening personeel   -200 -200 -200
Premiestijging WA-verzekering -100 -100 -100 -100
Digitale veiligheid -75 -75 -75 -75
   Subtotaal -1.181 -1.719 -1.714 -1.719

 Toelichting:

Commissie Beheer Volkspark
In 2015 is er een beheerder bij het Volkspark vertrokken. Inschatting die is gemaakt, is dat met de drie resterende fte het onderhoud van het park uitgevoerd zou moeten kunnen worden. Er lag toen nog geen onderhoudsplanning en offerte voor dagelijks onderhoud, die is in 2016 gemaakt. Daaruit is gebleken dat onze eigen onderhoudsaannemer OE BV voor het dagelijks onderhoud van het park aangeeft zeker vier fte nodig te hebben om het op de afgesproken kwaliteit te kunnen houden. 

Areaaluitbreiding
Betreft de jaarlijkse areaaluitbreiding. De kosten voor onderhoud betreffen materiële kosten, kosten inzet derden, kosten vanuit fte inzet eigen personeel en fte inzet vanuit OE. 

Desintegratie ontvlechtingen Sport / OE
Als gevolg van de ontvlechtingen voor Sport en Onderhoud Enschede ontstaan structurele achterblijvende vaste kosten voor het organisatieonderdeel BMO (desintegratielasten). Aan budget is ruim 1,6 miljoen euro overgeheveld naar deze twee onderdelen, aan lasten kan 1,3 miljoen euro verminderd worden. Voor 2017 en 2018 zijn middelen beschikbaar vanuit flankerend beleid maar vanaf 2019 gaat het hier om een structureel knelpunt.

Kosten invoering Basisregistratie Personen (BRP)
Als gevolg van de aansluiting op de landelijke voorziening van de BRP alsmede de gestelde eisen vanuit de Generieke Digitale Infrastructuur vindt een "systeemwissel" plaats. Het gaat hier om een structurele toename van kosten van 263.000 euro als gevolg van de aanschaf van nieuwe applicaties voor burgerzaken. Iedere gemeente heeft de wettelijke plicht aan te sluiten op de landelijke voorziening BRP, een centrale database waarin alle persoonsgegevens worden opgeslagen. Het huidige systeem  is niet geschikt voor aansluiting op deze landelijke voorziening. Daarnaast hebben burgers vanaf 1-1-2018 recht op digitale dienstverlening van de overheid, die is vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht. 

Gerechtelijke kosten bezwaar&beroep
Sinds 2009 zijn de tarieven voor proceskosten (wettelijk vastgesteld) met 48 procent gestegen. Dit gecombineerd met de autonome toename van het aantal beroep- en bezwaarschriften en de wet dwangsommen maakt dat er sprake is van een structureel knelpunt.

Dotatie voorziening personeel
Dit betreft het eigen risico voor WW en bovenformatief personeel. Er is geen structurele dotatie begroot aan de voorziening personeel. Vanaf 2019 komt er een dotatie van 200.000 euro aan deze voorziening voor (niet begrote) toekomstige verplichtingen.

Premiestijging WA-verzekering
De premiestijging op WA-verzekering kon in afgelopen jaren nog opgevangen worden door een daling van de premie brandverzekering, maar dat is nu niet meer het geval. De premiestijging voor de WA-verzekering is een gevolg van landelijke toename van de schadelast en hogere onzekerheid over de omvang voor letselschades.

Digitale veiligheid
Voor het voldoen aan de vereisten "baseline informatiebeveiliging (BIG)" en het inregelen van "digitale veiligheid" (onder andere eis accountant) is extra inzet van personeel noodzakelijk. Gezien de toenemende druk is dit een minimum-variant die structureel van toepassing is.


Ad. D Incidentele knelpunten
In de opgave is er een beperkt aantal knelpunten dat zich eenmalig voordoet en daarom "incidenteel" genoemd wordt.

Domein/
programma
Incidentele knelpunten in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
DLO Woonopgave -200      
DFB  Investering invoering Basis Registratie Personen -370 -150    
Kosten samenhangend met gemeenteraadsverkiezingen -70      
Achterstand archivering -150      
  Subtotaal -790 -150 0 0

 Toelichting:

Woonopgave
Eind 2015 heeft het college besloten om de planbegeleiding voor de herstructureringsopgaven af te bouwen naar nul in 2017. Gebleken is dat diverse verplichtingen volgend uit de betreffende herstructureringsprojecten doorliepen na 2017. Voor de jaarschijven 2017 met uitloop in 2018 is ook budget nodig om de lopende projecten tot een afronding te brengen.

Investering invoering Basis Registratie Personen
Als gevolg van de aansluiting op de landelijke voorziening van de BRP alsmede de gestelde eisen vanuit de Generieke Digitale Infrastructuur vindt een "systeemwissel" plaats. Deze "systeemwissel" kent niet alleen een aanschaf van software maar heeft een forse impact op de organisatie (onder andere opleiding, projectkosten, vervangingskosten personeel tijdens opleidingen en inwerkperiode nieuwe systeem). De totale kosten zijn geraamd op 2,2 miljoen euro en lopen over de jaren 2017 tot en met 2019. Van de 2,2 miljoen euro kan 0,9 miljoen euro binnen de bestaande budgetten worden opgevangen. Het knelpunt voor 2017 is verwerkt in de prognose over 2017. Voor 2018 en 2019 is er een resterend knelpunt van respectievelijk 370.000 euro en 150.000 euro.

Kosten samenhangend met gemeenteraadsverkiezingen
Ten behoeve van de specifieke kosten die samenhangen met de gemeenteraadsverkiezingen en de raadswisseling, zoals opkomstbevorderende maatregelen, verkiezingsavond, afscheid en de-installatie van de oude raad en installatie en inwerkprogramma van de nieuwe raad, is incidenteel 70.000 euro nodig.

Achterstand archivering
Er is onvoldoende formatieve capaciteit om de bestaande achterstanden in archieven weg te werken. Dit op korte termijn realiseren is noodzakelijk vanuit de eerdere constatering (code oranje) vanuit het provinciaal toezicht.

Ad. E Overzicht niet-ingevulde taakstellingen

In de Programmabegrotingen van de afgelopen jaren heeft de gemeente Enschede een bezuinigingsopgave van meer dan 100 miljoen euro vastgesteld. Daarvan is een groot deel gerealiseerd. In paragraaf 2.5 is een overzicht opgenomen van alle taakstellingen die recentelijk nog zijn gerealiseerd of binnenkort worden ingevuld. Er is echter ook een aantal taakstellingen waarvan na onderzoek blijkt dat deze niet ingevuld kunnen worden zoals aanvankelijk beoogd. Deze niet-ingevulde taakstellingen tellen daarom bij de opgave mee, aangezien hiervoor alternatieve dekking gevonden moet worden of er zijn extra maatregelen nodig. Het gaat om de onderstaande taakstellingen.

Domein/
programma
Niet-ingevulde taakstellingen in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Sociaal  Nog te realiseren deel 'BUIG naar 0' -2.400 -2.500 -2.500 -2.500
Minder rijksbudget Jeugdhulp -500 -500 -800 -800
Personeel procesoptimalisatie Zorgloket -450 -450 -450 -450
Stedelijke dienstverlening onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning -200 -200 -200 -200
Besparingslijnen Transities Sociaal Domein     -600 -600
Verzelfstandiging aandeel Sociaal Domein -380 -380 -380 -380
DLO  Verzelfstandiging aandeel Fysiek -220 -200 -220 -220
Plaagdierbestrijding -55 -55 -55 -55
Onkruidbestrijding     -300 -300
Algemene taakstelling, aandeel fysiek -82 -82 -82 -82
DFB Restant taakstelling onderwijshuisvesting   -140 -140 -140
Concernbreed  Bijdrage programma's aan AD gefinancierde organisatie -350 -400 -500 -500
Reductie regelgeving -300 -300 -300 -300
   Subtotaal -4.937 -5.227 -6.527 -6.527

Toelichting:

Nog te realiseren deel "BUIG naar 0"
Om uit te komen met het Rijksbudget BUIG zijn in 2016 voor 2 miljoen euro aan besparingen gerealiseerd. Voor dit jaar (2017) zijn aanvullende maatregelen begroot ter grootte van 2,4 miljoen euro. Hiernaast is er een resterende opgave van 2,5 miljoen euro. De realisatie van de opgave is afhankelijk van een aantal factoren:

  1. Het uiteindelijke effect van de in uitvoering zijnde maatregelen van het plan 'BUIG binnen Rijksbudget'.
  2. De overige ontwikkelingen van de in- en uitstroom van het bijstandsbestand.
  3. Het landelijke verloop van het bijstandsvolume en de mede daaraan gekoppelde hoogte van het Rijksbudget.
  4. Nieuwe aanpassingen van het verdeelmodel die vanaf 2018 doorgevoerd gaan worden.

Minder Rijksbudget Jeugdhulp
In voorgaande Programmabegrotingen is opgenomen dat Enschede de toenmalige korting op het Rijksbudget Jeugdhulp van 1,9 miljoen euro opvangt. Hiervan is een besparing van 1,1 miljoen euro gerealiseerd. Er resteert nog een opgave van 500.000 euro in 2018 en 2019 en vanaf 2020 van 800.000 euro. Daarvoor worden maatregelen ontwikkeld in samenhang met de maatregelen tegen het nieuwe eerder gemelde knelpunt op jeugdhulp.

Personeel procesoptimalisatie Zorgloket
De taakstelling voor procesoptimalisatie ten aanzien van beleid en de uitvoering van de nieuwe taken Wmo en Jeugdhulp is niet haalbaar gebleken. Bij de knelpunten is deze problematiek nader beschreven.  

Stedelijke dienstverlening onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning
Hiervoor gelden dezelfde omstandigheden zoals gemeld bij de vorige taakstelling.

Besparingslijnen Transities Sociaal Domein
Deze bezuiniging is opgenomen in de Zomernota '16 en zou pas besparingen opleveren vanaf 2020. Er zijn besparingslijnen geformuleerd uit Inkoop Resultaatgericht Werken (300.000), Inclusieve stad (200.000) en Populatiemanagement (100.000). Deze mogelijkheden worden niet meer als separate besparingen ingezet, maar maken onderdeel uit van de dekkingsmaatregelen voor de knelpunten in het sociaal domein. Deze maatregelen staan in paragraaf 2.4

Verzelfstandiging, aandeel Sociaal Domein en Fysiek
In de Programmabegroting 2015-2018 is een gemeente brede besparing op de verzelfstandiging van organisatieonderdelen opgenomen. In het sociale én fysieke domein is er op dit moment geen verzelfstandigingstraject dat binnen vier jaar een substantiële besparing oplevert. Daarom wordt ingeschat dat deze taakstellingen niet worden gerealiseerd.

Plaagdierbestrijding
Voor plaagdierbestrijding bij particulieren is vanaf 2014 bezuinigd. Deze taakstelling kan echter niet volledig worden gerealiseerd (ter hoogte van 55.000 euro).

Onkruidbestrijding
Er is incidenteel geld toegevoegd voor de duurzame onkruidbestrijding op verharding. Dit budget is tot en met 2019 beschikbaar. Vanaf 2020 is er structureel 300.000 euro per jaar nodig om de onkruidbestrijding op verharding op het huidige kwaliteitsniveau te kunnen houden.

Algemene taakstelling, aandeel Fysiek
Betreft oude taakstellingen kostendekkende leges en dualiseringskorting.

Restant taakstelling Onderwijshuisvesting
Vanwege de eenzijdige uitname uit het Gemeentefonds (motie Buma) en overdracht van onderhoud aan scholen, had de gemeente een taakstelling van ruim 4 miljoen euro op de uitgaven aan onderwijshuisvesting. Een groot deel hiervan is ingevuld. Er resteert een bedrag van 140.000 euro waarvoor geen invulling meer gevonden kan worden.

Bijdrage programma's aan AD gefinancierde organisatie
B&W heeft in december 2015 besloten dat andere programma’s een bijdrage moeten leveren aan de dekking van de van de AD gefinancierde organisatie van stedelijke ontwikkeling. Hiervoor is geen concrete dekking gevonden. Het wordt betrokken bij de gemeente brede taakstelling op de organisatie, die bij de dekkingsmaatregelen is genoemd.

Reductie regelgeving
In de Programmabegroting 2015-2018 is aan de doelstelling voor deregulering een besparing van 300.000 euro gekoppeld. De afgelopen jaren heeft deregulering wel besparingen opgeleverd, maar de opbrengst hiervan is aangewend om eerder ingezette bezuinigingen in te kunnen vullen.

2.3. Intensiveringen

In deze paragraaf is een overzicht van intensiveringen opgenomen in de volgorde van de matrix in paragraaf 2.1

A. Economie basis

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Economie Agenda voor Twente -2.000 -2.000 -2.000 -2.000
Kennispark -350 -350 -350  
Smart Cities  -100 -225 -225 -225
Internationalisering - Duitslandagenda -100 -100 -100  
   Subtotaal -2.550 -2.675 -2.675 -2.225

Toelichting:

Agenda voor Twente
De Agenda voor Twente heeft tot doel de sociaaleconomische structuur van Twente duurzaam en substantieel te versterken. De vorige investeringsagenda werd gefinancierd uit het dividend van Twence. De evaluatie en de verkenning van de ‘nieuwe Agenda voor Twente’ leert ons wat een gezamenlijke investering kan opleveren als multiplier. De nieuwe investeringsagenda wordt niet gefinancierd uit dividend van Twence. Voor de bijdrage van de gemeente Enschede zijn in deze zomernota middelen gereserveerd gebaseerd op onze gezamenlijke ambitie van 12,50 euro per inwoner (met daarbij als uitgangspunt dat deze bijdrage ook voorziet in de één euro bijdrage voor vrijetijdseconomie). De 14 portefeuillehouders Vrijetijdseconomie van Twente willen regionaal de marketing van de vrijetijdseconomie blijven versterken. Van belang is dat de Agenda voor Twente de mogelijkheid open laat om regionale marketing succesvol op te pakken.

Kennispark
De vijf Founders van de stichting Kennispark Twente (de Universiteit Twente, de Saxion hogeschool, de provincie Overijssel, de regio Twente en de gemeente Enschede) hebben in juli 2016 een convenant ondertekend met een verhoogde ambitie op het gebied van kennisvalorisatie. Het hoofddoel is verdere werkgelegenheidsgroei in de high tech-sector in Twente, met aanpalende werkgelegenheidsgroei in andere sectoren. Een en ander heeft zich vertaald in een ambitieus meerjarenplan voor de stichting Kennispark, waarin de inspanningen worden verdiept en versneld. Dit plan is begin november door de Founders vastgesteld. De begroting 2017 is dekkend vanuit incidentele middelen en reserves en de founders hebben alle een inspanningsverplichting op zich genomen via een verhoogde bijdrage aan de stichting de meerjarenbegroting met ingang van 2018 sluitend te maken.

Smart Cities
De in februari 2017 ondertekende Smart City Agenda heeft als opdracht het bevorderen van de hightech ontwikkelingen in de stad met groei van werkgelegenheid  tot gevolg. Per jaar is 225.000 euro nodig voor 1) communicatiemiddelen (10.000 euro), 2) open data platform en stadsdata HUB (80.000 euro), onderzoeksprojecten UT en Saxion (10.000 euro), Enschede Living lab smart living society (15.000 euro), overige projectkosten (10.000 euro) en continuering procesmanagement/ondersteuning (100.000 euro).

Internationalisering, Duitslandagenda
Vanwege de prioriteit die gegeven wordt aan het versterken van de contacten met Duitsland (Enschede als meest Duitse stad van Nederland), is in het Economie-basis pakket een intensivering van 100.000 euro opgenomen voor de jaren 2018 tot en met 2020.

B. Economie plus

Domein/
programma
Intensiveringen in 1000 euro   2018  2019  2020 2021 
Economie Internationalisering -150 -150 -200 -300
Strategische Onderwijsagenda -200 -200 -200 -200
  Subtotaal -350 -350 -400 -400

Toelichting:

Internationalisering
Deze oriëntatie leunt op twee pijlers: het faciliteren van onze stakeholders in hun internationaliseringsstrategie en het leren van andere steden in de wereld over maatschappelijke en stedelijke vraagstukken waar we als stad mee te maken hebben. Daarnaast werken we samen met Duitse partners in het grensgebied aan de Duitslandagenda. De inspanningen richten zich op internationaal relatiebeheer, tijdelijke inhuur van jong (internationaal) talent, internationale uitstraling, projecten en events. Voor de inspanningen om Enschede de meest Duitse stad van Nederland te laten zijn is met ingang van 2018 een bedrag van 100.000 euro per jaar gewenst, in aanvulling op de maatregel in het pakket Economie-basis. Voor overige maatregelen is 50.000 euro gewenst.

Strategische onderwijsagenda
In 2017 hebben we een strategische onderwijsagenda afgesproken met de drie grote kennisinstellingen in Twente. Daar vloeit een aantal projecten uit voort die extra kosten met zich meebrengen, zoals het onderdeel 'Talent halen en houden' (nationaal en internationaal), de Dutch Game Garden, versterking van het Alumni-beleid en Enschede als internationale studentenstad.

C. Bereikbaarheid

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
Economie Bereikbaarheid -100 -500 -900 -1.200

Toelichting:

Bereikbaarheid 
Bereikbaarheid is een van de dragers van een gezond economisch klimaat: we hebben er belang bij dat onze burgers voldoende banen kunnen bereiken in een acceptabele reistijd, en voor het vestigingsklimaat is het van belang dat bedrijven voldoende geschikte mensen hebben binnen een acceptabele reistijd. De bereikbaarheid van Enschede staat onder druk. Enschede heeft de ambitie om de bereikbaarheid de komende jaren te verbeteren, zowel intern als extern. Het voorstel is om het geraamde resultaat van het Parkeerbedrijf, zoals dat in deze Zomernota is ingeschat in paragraaf 2.4, te benutten voor het opbouwen van een fonds voor de versterking van de bereikbaarheid. Indien er zich aanvullende resultaten van het Parkeerbedrijf voordoen, gelden daarvoor de staande regels rond de verwerking van meevallers in het gemeentebrede jaarrekening resultaat.

Door structureel middelen toe te voegen aan het fonds, ontstaat er ruimte om middelen in te zetten op projecten die prioritair zijn voor de bereikbaarheid en ontstaan er mogelijkheden om met cofinanciering meer investeringen in de stad te realiseren. In oktober 2016 is het plan van aanpak voor de strategische bereikbaarheidsagenda voorgelegd aan de gemeenteraad. Regionaal (zowel Twente als Euregio) loopt een lobby traject voor een gezamenlijke bereikbaarheidsagenda. Voor de zomer 2017 komt er een eerste uitwerking en stand van zaken van de bereikbaarheidsagenda en mobiliteitsvisie. Eind 2017 wordt een integrale mobiliteitsvisie aan de raad voorgelegd. 

D. Binnenstad (Kop Boulevard, fonteinen)

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DLO Ontwikkeling Kop Boulevard     -170 -900
Fonteinen   -78 -78 -78
  Subtotaal   -78 -248 -978

Toelichting:

Ontwikkeling Kop Boulevard
Om in het project Kop Boulevard een kwalitatief hoogwaardige stadswijk mogelijk te maken, moet er worden ingegrepen in de omgevingskwaliteit. Hiervoor zijn infrastructurele maatregelen nodig, onder andere vervanging rotonde door een kruispunt, herprofilering wegen, aanpassing van de inritten van de parkeergarages in het gebied en het verplaatsen van kabels en leidingen. Met deze investeringen faciliteert de gemeente de verdere vastgoedontwikkeling in het gebied door private investeerders. Op deze wijze komt een stedelijke ontwikkeling tot stand bij de hoofdentree van de binnenstad met een stedelijke kwaliteit die recht doet aan het belang van deze locatie voor de stad.

Fonteinen
De fonteinen leveren een onmisbare bijdrage aan de doelstelling van een bruisende Binnenstad. Het knelpunt bij de fonteinen wordt opgevangen door de extra inzet in de binnenstad van het amendement van de PB 2017-2020 te annuleren (zie dekkingsmaatregelen) waardoor de fonteinen aan kunnen blijven.

E. Groene leges

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DLO Groene leges -300      

Toelichting:

Groene leges
Uit de evaluatie van de Groene Leges is gebleken dat dit qua duurzaamheidseffect een groot succes is. Op basis van de bevindingen en de leerpunten uit de evaluatie is een blauwe nota opgesteld met een aantal mogelijke scenario’s voor de toekomst. Eén van deze scenario’s is (naar aanleiding van de discussie in de Stedelijke commissie) verder uitgewerkt en wordt aan de Raad voorgelegd.

F. Duurzaamheid

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DLO Duurzaamheid (Enschede Wekt Op) -100      

Toelichting:

Duurzaamheid (Enschede Wekt Op)
Op 10 april zijn de uitkomsten van het participatieproces(Enschede Wekt Op)  in de raad besproken. Daarin is de wens uitgesproken om te komen tot een brede(re) reikwijdte van de structuurvisie energie (Energievisie). Deze zou zich niet alleen moeten richten op locaties voor zonne- en windenergie, maar ook op andere hernieuwbare energiebronnen, op energiebesparing en de opslag van duurzame energie. In de vervolggesprekken is geconstateerd dat draagvlak belangrijk is. Vooruitlopend op deze structuurvisie energie (Energievisie) zullen wij in het buitengebied uitsluitend de realisatie versnellen van energieprojecten die we als niet-controversieel ervaren. De vervolgstappen moeten echter zorgvuldig worden voorbereid. Dat betekent dat de energievisie niet eerder dan in 2018 wordt aangeboden.

G. Kwaliteit openbare ruimte (Maaibeleid)

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DLO Maaibeleid -208 -208 -208 -208

Toelichting:

Kwaliteit Openbare Ruimte (maaibeleid)
Uitvoering geven aan het amendement maaibeleid. Via het amendement “maaibeleid” draagt de gemeenteraad het college op om voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de begroting een extra bedrag van 208.000 euro te gebruiken.

H. Versterking Sociaal Domein

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
Sociaal Handhaving en toezicht Sociaal Domein -400 -400 -400 -400
Certificering wijkteams -500 -500 -500 -500
  Subtotaal -900 -900 -900 -900

Toelichting:

Handhaving en toezicht sociaal domein
In het sociaal domein wordt een team gevormd, waarin contractmanagement, regie op inkoop en toezicht en handhaving samen komen. De samenhang tussen aandacht voor Kwaliteit, Toezicht en Handhaving is wezenlijk. Dit leidt ertoe dat cliënten de zorg krijgen (kwalitatief en kwantitatief) die zij nodig hebben, dat malafide aanbieders worden aangepakt, dat door betere controle en risicosturing een betere controle kan plaatsvinden op de ingediende declaraties en dat er minder faalkosten (onder andere minder rechtszaken) zijn. Voor dit team is  uitbreiding van de formatie noodzakelijk (één fte contractmanagement, één fte financieel, één fte handhaving en één fte teamleiding/procesmanagement inkoop).

Certificering wijkteams
Er zijn eind vorig jaar kwaliteitsnormeringen vastgesteld voor medewerkers in de eerste lijn. De uitkomst is dat we met kwaliteitskaders werken waarbij medewerkers gecertificeerd gaan worden voor hun taken. Deze certificering vraagt structureel extra tijdsbeslag voor opleiding van medewerkers. Omgerekend gaat het om een bedrag van 500.000 euro.

I. Stedelijke voorzieningen (ijsbaan en theater)

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DFB IJsbaan -100 -100 -100 -100
DLO Wilminktheater/culturele voorzieningen   -75 -75 -75
  Subtotaal -100 -175 -175 -175

Toelichting:

IJsbaan
De IJsbaan Twente kampt met een structureel exploitatietekort (200.000 euro per jaar). In 2016 is éénmalig 100.000 euro subsidie verstrekt. Het onderzoek naar een structurele bijdrage loopt. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat exploitant zelf ook voor 50% het tekort afdekt. Een intensivering van 100.000 euro wordt voorgesteld.

Wilminktheater/culturele voorzieningen.
Een eenmalige investering is nodig om een kwaliteitsimpuls aan het Muziekkwartier te geven. Dit levert een kapitaallastenreeks op van naar inschatting 75.000 euro.

J. Flankerend Beleid

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DFB Flankerend Beleid   -700 -700 -700

Toelichting:

Flankerend Beleid
Voor het gehele pakket aan maatregelen is het noodzakelijk om afdoende flankerend beleid beschikbaar te hebben. Niet alleen voor maatregelen met personele consequenties maar ook voor remweg en zogenaamde verschuivingseffecten: vanwege de bezuinigingsdruk op voorzieningen voor burgers is het te verwachten dat er "verschuivingsdruk" ontstaat naar andere organisatieonderdelen (denk aan toenemend aantal bezwaarschriften, druk op de eerste lijn bij stadsdeelmanagement en wijkteams enzovoort). De bedragen per jaar zijn gebaseerd op de gemiddelde realisatie van bestaand flankerend beleid in de periode 2013-2016 met inachtneming van een nog resterend saldo in bestaand flankerend beleid (1,5 miljoen euro).

K. Klachtencommissaris, voortzetten LHTBI Beleid en intensivering inkoop

Domein/
programma
Intensivering in 1.000 euro  2018  2019  2020 2021 
DFB Klachtencommissaris (Programma Goed Bestuur)   -300 -300 -300
Sociaal Voortzetten LHTBI beleid -25 -25 -25  
DFB Intensivering inkoop -100 -100 -100 -100
  Subtotaal -125 -425 -425 -400

Toelichting:

Klachtencommissaris (Programma Goed Bestuur)
Voor de continuering van de activiteiten van de klachtencommissaris en andere activiteiten uit het programma Goed Bestuur is circa 300.000 euro nodig.

Voortzetten LHTBI beleid
Gewenste middelen om het LHTBI beleid voort te kunnen zetten de komende drie jaar. (LHBTI=lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender kinderen en kinderen met een intersekseconditie)

Intensivering Inkoop
Vanuit een toenemend belang op de realisatie van de gemeentelijke inkoopdoelstellingen alsmede de meer regisserende rol naar marktpartijen (en daarmee toenemend en professioneler contractmanagement) is een intensivering op Inkoop noodzakelijk.

L. Overige intensiveringen
Tot slot is in de matrix een aantal intensiveringen opgenomen die weliswaar door Raad of College gewenst zijn, maar waarvan het voorstel is om deze vanwege de financiële opgave als niet-prioritair te behandelen. Deze overige intensiveringen zijn hieronder toegelicht.

Domein/
programma
Intensiveringen in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Sociaal Lager rentetarief Stadsbank -100 -100 -100 -100
Extra inzet leerplicht -70 -70    
Economie Uitvoering programma Acquisitie -483 -483 -483 -483
Economie Innovatie en ondernemerschap -250 -250    
DLO Handhaving brommers en scooters Stadserf -126 -126 -126 -126
DLO Cultuurhistorie -90 -90 -90 -90
   Subtotaal -1.119 -1.119 -799 -799

Toelichting:

Lager rentetarief Stadsbank

De sociale leningen bij de Stadsbank Oost Nederland (SON)  worden kosten neutraal verstrekt zonder dat daar winst op wordt gemaakt.

Voor alle leningen voor consumptief gebruik tezamen (sociale leningen en combileningen) betekent elke procent renteverlaging grofweg een dekkingsverlies van circa 40.000 euro dat vanuit perspectief van de gemeenschappelijke regeling voor rekening van de deelnemende gemeenten komt. Voor Enschede betekent dat ruim 14.000 euro per procentpunt renteverlaging. Enigszins afhankelijk van het leenbedrag kost een renteverlaging van zeven procent de gemeente circa 100.000 euro. Aanvullende opmerkingen:

  • het verlagen van het rentepercentage geeft de mogelijkheid meer te kunnen lenen;
  • de verwachting is dat meer mensen gebruik gaan maken van sociale leningen, en
  • het volledig afschaffen van de sociale leningen bij de Stadsbank Oost Nederland zal andere (mogelijk malafide) kredietverstrekkers de mogelijkheid bieden in Enschede een “voet aan de grond” te krijgen.

Extra inzet leerplicht
In de onderwijsbrief is de wens opgenomen om het team Leerplicht met één fte te versterken voor de schooljaren 2017-2018 en 2018-2019. De kosten hiervan bedragen 70.000 euro per jaar.

Uitvoering programma Acquisitie
De uitvoering van dit programma is in 2017 gestart. De acquisitie-opgave en -kansen zijn groot. We kunnen daarbij succesvol zijn als we de inspanningen een aantal jaren structureel volhouden. Het betreft hier om de kosten van het team Enschede Business. De kosten van het team bedragen 265.000 euro. Het team 'Invest' maakt nog geen onderdeel uit van het hier geschetste knelpunt. Voorts gaat het om werkbudgetten voor de sectoren detailhandel (25.000 euro), zakelijke dienstverlening (43.000 euro), 'unmanned systems' (60.000 euro), zorg & technologie (65.000 euro) en marketing/ondersteuning (25.000 euro).

Innovatie en Ondernemerschap
De komende jaren willen we voortvarend de nu ingezette koers vasthouden en versterken. Daarvoor zijn investeringen nodig voor: 1) continuering inzet projectleiding Space53 (150.000 euro), 2) profilering/marketing/Branding (100.000 euro), 3) Investeringsimpuls/cofinanciering (200.000 euro), 4) kwaliteitsregie (50.000 euro) en 5) evenementen/festival (100.000 euro).

Handhaving brommers en scooters Stadserf
Veranderend beleid ten aanzien van afsluiting van het stadserf. College heeft besloten tot uitvoering van het scenario 'camerahandhaving voertuigen zonder bollards'. Hierdoor zijn de kosten lager dan in het scenario waarin ook scooters en brommers worden geweerd in het stadserf.

Cultuurhistorie
De Raad heeft op 6 februari 2017 het bestemmingsplan Cultuurhistorie goedgekeurd. Met dit plan wordt beoogd dat het cultureel erfgoed binnen Gemeente Enschede in stand blijft. Het plan voorziet in een juridisch- planologische regeling voor cultuurhistorisch erfgoed. Het plan is daarbij een ‘paraplu-plan’; het hangt als een ‘paraplu’ over alle bestemmingsplannen heen en geldt voor vrijwel het gehele grondgebied van gemeente Enschede. Het parapluplan geeft uitvoering aan de structuurvisie cultuurhistorie. De essentie van het beleid is proactief handelen en adviseren bij cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Het sloopvergunningstelsel van het parapluplan biedt daarbij de juridische mogelijkheid om het gesprek met een eigenaar te kunnen voeren. Bij de personele gevolgen van het parapluplan is daarom onderscheid te maken in proactieve uren en uren die gekoppeld zijn aan het vergunningtraject. De proactieve inzet van een erfgoed deskundige is mede  bedoeld om de bureaucratische handelingen te minimaliseren. Daarnaast heeft de raad bepaald dat de cultuurhistorische waardenkaart dynamisch moet zijn. Dat betekent dat er panden op komen en afgaan. Dit speelt met name bij de actualisatie van bestemmingsplannen. Dit leidt tot aanvullende inventarisaties en beoordeling van panden. Het monumentenloket heeft naast ruim 300 monumenten  ruim 1.400 waardevolle gebouwen er bij gekregen waarvoor bij ontwikkeling aandacht nodig zal zijn. Vooral in de dynamische ontwikkelingsgebieden Binnensingelgebied en het Buitengebied zijn ontwikkelingen te verwachten. Deze nieuwe werkzaamheden kunnen worden onderverdeeld in 0,8 FTE voor de adviserende, proactieve taak van het beleid en ruim 0,5 FTE extra voor vergunningverlening en handhaving. Dit naar schaal tien is qua normsalaris 90.000 euro. Deze extra aan personele inzet is structureel en gaat toenemen mocht de raad besluiten om uitvoering te geven aan het niet ingediende amendement.

2.4. Dekkingsmaatregelen

In deze paragraaf worden de dekkingsmaatregelen gepresenteerd en toegelicht zoals in de matrix in paragraaf 2.1 (scenario’s) genoemd. In de matrix in paragraaf 2.1 is per scenario met een kruisje (x) aangegeven welke dekkingsmaatregelen in het scenario zijn opgenomen.

Zoals in de beleidsbrief beschreven willen we blijven investeren in de stad en zorgen we ervoor dat mensen die echt ondersteuning nodig hebben deze ook blijven behouden. Wij zijn van mening dat met het voorkeursscenario (‘Evenwichtige keuzes’) een goed evenwicht wordt gevonden waarbij we daadwerkelijk blijven investeren in de stad en waarbij we de ondersteuning kunnen blijven geven aan mensen die dit echt nodig hebben, maar ook waarbij we mogelijkheden zien om de investeringen mogelijk te maken en de tekorten in met name het sociale domein op te lossen. De meeste intensiveringen zoals opgenomen in paragraaf 2.3 worden overgenomen en de dekkingsmaatregelen met een grote effecten voor de mensen in de stad (o.a. Sociaal domein ‘Terug naar minimum’, openbare ruimte en wijkbudgetten terug naar minimum en fictieve subsidiestop) worden niet doorgevoerd. Ook de verhoging van OZB wordt niet als dekkingsmaatregel ingezet.

In deze paragraaf worden alle dekkingsmaatregelen toegelicht, die in de scenario’s kunnen worden opgenomen. Afhankelijk van het scenario kunnen dekkingsmaatregelen worden opgenomen die minder of meer invloed hebben op de ontwikkeling in de stad en de ondersteuning van mensen. Dit is afhankelijk van de keuze die wordt gemaakt in de scenario’s in paragraaf 2.1.

I: Transformatie Sociaal Domein
De afgelopen jaren is de transformatie in het sociaal domein gestart. Het College is voornemens om de volgende maatregelen te nemen om deze transformatie te versnellen en daarmee dekking te genereren om de opgave in het sociaal domein op te vangen.

Domein/
programma
S/I Dekkingsmaatregelen in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Sociaal              Structureel Scheiden wonen en zorg   500 1.000 1.500
Realiseren algemene voorzieningen ter vervanging van maatwerkvoorzieningen 1.000 1.250 1.500 1.750
Wijkteams en voorliggend 600 900 1.100 1.700
Sturing op verwijzers 300 500 500 600
Sturen op aanbieders     100 100
Inkoop Jeugdhulp 100 800 900 900
Beleidsaanpassingen Jeugdhulp  200 300 800 1200
Focus op uitstroom bijstand  1.200 2.000 2.000 2.500
OZJT terug naar wettelijke kerntaak   150 150 150
Niet benutte SW middelen in de begroting MO 55 55 55 55
Sturen op kosten Stadsbank 35 70 70 70
Incidenteel Vrijval reserve gezond meedoen (Menzis) 70      
Inzet middelen Gezond in de Stad 490      
Inzet reserve maatschappelijke functie Sport 130      
    Totaal 4.180 6.525 8.175 10.525

Toelichting:

Scheiden wonen en zorg
Intramurale voorzieningen (wonen, begeleiden, levensonderhoud enzovoort) worden betaald vanuit de Jeugdwet en de WMO en zijn dure voorzieningen.
Het ontbreekt aan kleinschalige, betaalbare wooneenheden voor een groep jongeren 18- t/m 23 jaar die nu in een intramurale voorziening zitten, maar die toe kunnen met een zelfstandige woonruimte plus aanvullende begeleiding. De kosten voor levensonderhoud plus de kosten voor begeleiding zijn aanmerkelijk lager dan de kosten voor een intramurale voorziening.
Datzelfde geldt voor een groep Beschermd Wonen die toe zijn aan een volgende stap op de woonladder, zelfstandige woonruimte aangevuld met begeleiding. Ook hier is er behoefte aan kleinschalige betaalbare woonruimte om doorstroom te realiseren.
Door daar waar mogelijk wonen & en zorg te scheiden, nemen de kosten per cliënt fors af.

Realiseren algemene voorzieningen ter vervanging van maatwerkvoorzieningen
Verminderen van het aantal geïndiceerde maatwerkvoorzieningen (Ondersteuning Zelfstandig Leven (OZL) & Ondersteuning Maatschappelijke Deelname (OMD)) door:
1. Het zodanig aanpassen van collectieve voorzieningen (activiteiten in wijkcentrum, bij verenigingen, bibliotheek, BSO enzovoort) dat ook kinderen en volwassenen met een beperking er gebruik van kunnen maken;
2. Het starten of uitbreiden van algemene (=niet-geïndiceerde) voorzieningen die in de plaats kunnen komen van geïndiceerde zorg/ondersteuning;
3. Het omzetten van bestaande voorzieningen voor OMD van geïndiceerde “maatwerkvoorzieningen” naar algemene voorzieningen.
Voor OMD (=dagbesteding) moet de ambitie 80 procent algemene voorziening zijn, voor OZL (individuele begeleiding) minder, met de focus op mensen met een beperkt aantal uren individuele begeleiding. Om deze transformatie te kunnen realiseren is ambtelijke capaciteit en middelen noodzakelijk.

Wijkteams en voorliggend
1. Meer voorliggend organiseren (nulde lijnsvoorzieningen) in plaats van maatwerkvoorzieningen; aansluiten bij en inzet op voorzieningen in de wijk ter vervanging tweede lijnszorg. Sneller doorzetten 'lichtere' ondersteuning van tweede lijn naar wijkteam/voorliggend veld door werken met kortere indicaties (afbouw).
2. Meer in wijkteams doen (versterken regie wijkcoach waardoor minder tweede lijnsvoorzieningen), door:

  • realiseren van minder inzet gedwongen kader door meer inzet van de wijkcoach (opbrengst op langere termijn);
  • realiseren van minder specialistische verwijzingen door ontwikkelen van alternatieven;
  • efficiëntere inzet tweede lijn door (meer) te sturen op resultaat vanuit regierol wijkcoach;
  • meer sturing op (beïnvloedbaar) budget door een beter inzicht in de uitgaven,
  • efficiëntere werkwijze in het wijkteam (differentiëren inzet wijkcoach-consulent op bepaalde casuïstiek)
  • bedrijfsvoering: verrekenen verhuizingen, verhogen drempelbedrag en inrichten van een toetsingscommissie voor toewijzingen boven het drempelbedrag,
  • herindiceren langdurige trajecten: er lopen nu voor een groot deel van het budget verplichtingen. De vraag is of je deze trajecten voor de einddatum mag herindiceren. Dit is een juridisch vraagstuk. 

Sturing op verwijzers
Inzet van jeugdhulp door externe verwijzers regisseren door het ontwikkelen van voorliggende voorzieningen en bevorderen dat de kennis daarover bij de huisartsen toeneemt, waardoor ze daarnaar kunnen verwijzen of naar wijkteams verwijzen voor de kennis over en inzet van die voorzieningen. Een formele inperking van de bevoegdheid van de huisarts is niet aan de orde. Hulpbehoefenden kunnen zich altijd tot de huisarts blijven wenden. Daarnaast willen we systematisch trajecten evalueren, die worden ingezet door externe verwijzers op doelmatigheid en juistheid van declaratie, waarbij de focus ligt op de inzet van relatief dure voorzieningen. Dat betekent investeren in de relatie met de verwijzers (zoals ook gecertificeerde instellingen).

Sturen op aanbieders
Het gaat om het inrichten van kwaliteitszorg op aanbieders (doelmatigheid in relatie tot declaraties).  Meer focus op resultaat (wat werkt voor de klant) dan op systeem (welke productcode). Daarnaast gaat het om sturing op kwaliteit/rendement/innovatie van aanbieders. Opbrengst op langere termijn en vergt continue aanspreken van aanbieders.

Inkoop Jeugdhulp

  1. Inkoop via profielen: werken met profielen leidt tot lagere zorgkosten, efficiëntere bedrijfskosten en personeelskosten.
  2. Tariefreductie doorvoeren bij inkoop 2019, bij dezelfde volumes/reëel prijsniveau als gevolg van efficiëntere inkoop (voor aanbieders lagere organisatiekosten). Deze maatregel vergt een besluit van de 14 Twentse gemeenten.
  3. Prijscompensatie: De huidige aanbesteding is gebaseerd op prijzen 2017, zoals deze bij de Programmabegroting 2017-2020 bekend waren. De prijscompensatie-middelen die de gemeente daarna nog ontvangt, kunnen in 2017 en 2018 vrijvallen. Voor 2018 is de uitkomst afhankelijk van de verlengingsgesprekken met de aanbieders.
  4. Inkoopafspraken wijzigen: modules betalen naar daadwerkelijk gebruik en inzet per week bij maatwerk loslaten. Hierbij is juridisch advies nodig, omdat het gaat om openbreken van de huidige contracten (wel directe opbrengst) en om toepassing bij de nieuwe inkoop (opbrengst op langere termijn).
  5. Meer inzet op communicatie en kennis van inkoop.
  6. Verkennen mogelijkheid werken met één hoofdaannemer bij aanbieders vanaf 2019 (afhankelijk van regionale besluitvorming). De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor resultaat.  Dit scheelt capaciteit bij de wijkteams door minder coördinatie op de inzet van verschillende aanbieders. Het betekent ook minder administratieve lasten voor de gemeente.

Beleidsaanpassingen Jeugdhulp
We zijn en blijven als gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdwet en de kosten, ook bij verwijzingen door derden, komen deze voor rekening van de gemeente. Het is zaak de onderdelen waarop de gemeente invloed heeft zo efficiënt mogelijk uit te voeren. In dit kader worden de volgende beleidsaanpassingen verder uitgewerkt:

  1. Verlengde jeugdhulp: de analyse van de omvang en te nemen maatregelen loopt. Het gaat om o.a. verrekening van zorg die onder de Zvw (Zorgverzekeringswet) of WMO (18+) vergoed wordt en nu vanuit jeugdhulp is betaald. 
  2. Ontwikkelen van cliëntprofielen/types m.b.v. smart/big data en daar het aanbod op afstemmen. Kwaliteit van data is essentieel en vraagt om analyse van mogelijke cliënttypes. Op basis van de gegevens potentiele cliëntpopulatie per wijk een budget toedelen, waarbij het wijkteam financieel verantwoordelijk is, ook voor het opvangen van overschrijdingen. Deze maatregel geeft meer ruimte aan de professional om eigen keuzes  te maken.
  3. Social Impact Bonds 18-/18+: Enschede onderzoekt samen met Eindhoven, Hengelo en Utrecht de mogelijkheid om met behulp van een impactbondconstructie een integrale marktuitvraag voor een afgebakende groep jongeren met problemen in 18-/18+ voor 2018 te realiseren.
  4. Inclusieve stad (transformatie): vanuit 1 brede geldstroom met mandaat voor wijkcoach om tot slimme oplossingen te komen.
  5. Onderwijs-zorgarrangementen (transformatie): preventieve inzet jeugdhulp in onderwijs verlaagt de kans dat specialistischere/complexere jeugdhulp nodig is.
  6. Ontwikkelen preventieve aanpak:
    - Voorbereiden 16- en17-jarigen op volwassen kader.
    - Vechtscheidingen leiden tot veel schade voor kinderen. De aanpak voorkomt inzet van specialistische jeugdhulp en gedwongen kader.
    - Risico gestuurde preventie: andere vormen ontwikkelen voor de doelgroep multiprobleemgezinnen (intergenerationele problematiek).
    - Duidelijke(re) afspraken maken Passend Onderwijs. Meer inzet van budget via onderwijs.

In aanvulling op de bovengenoemde maatregelen voert de gemeente een lobby voor een Jeugdhulpbudget dat meer recht doet aan de opgave waarvoor gemeenten aan de lat staan.

Focus op uitstroom bijstand
De doelstelling om uit te komen met het rijksbudget (“BUIG naar 0”) blijft overeind. We zetten daarom niet alleen de huidige (tijdelijke gefinancierde) maatregelen die effectief blijken te zijn voort, maar sturen tevens bij met een aantal maatregelen voor een verdere reductie van het tekort op het bijstandsbudget. Voor de hiervoor noodzakelijke inzet maken wij budgettaire ruimte binnen het Participatiebudget. De volgende maatregelen willen we continueren:

  1. Methodiek Rechtmatigheid Aandacht en Participatie (RAP),
  2. Aanpak Voortijdig schoolverlaten,
  3. Extra handhaving en fysieke incasso,
  4. Direct Werk,
  5. Duitsland-aanpak.

 De volgende sturingsmaatregelen gaan we doorvoeren:

  1. Focus op Uitstroom: we sturen op een vergroting van direct bemiddelbare bestand van werkzoekenden. Daarnaast voeren we caseloads in met resultaatsafspraken over plaatsingen voor adviseurs werk en het job-ready maken door werkzoekendebegeleiders. Hierbij zal eveneens gestuurd worden op  de inzet van handhaving (sollicitatie en reintegratie plichten). Stimuleren en activeren staan voorop maar drang en dwang zullen dus nadrukkelijk in worden gezet om uitstroom naar werk te realiseren
  2. We gaan de RAP methodiek voor het rechtmatigheidsdeel inzetten over de volledige breedte van het bestand  om te beoordelen of cliënten nog terecht in de uitkering zitten en voor het juiste bedrag.
  3. We willen een onderzoek doen naar de effecten van inkomensafhankelijke regelingen op de prikkel en motivatie om uit te stromen uit de bijstand. Op basis van de uitkomsten daarvan kan (eventueel) nieuw beleid worden ontwikkeld waarbij we anders omgaan met financiële prikkels.
  4. De lobby om te komen tot een beter verdeelmodel en een hoger macrobudget blijft gevoerd worden. Het bovenstaande pakket sturingsmaatregelen dient het tekort op de BUIG met 1,2 miljoen in 2018 oplopend naar 2,5 miljoen in 2021 verder te verlagen. 

OZJT terug naar wettelijke kerntaak
Aanname is dat als Enschede de gehele inkoop voor WMO en jeugd zelf zou doen dit geen ambtelijke besparing oplevert (inzet ten behoeve van regio wordt dan ingezet ten behoeve van Enschede zelf).Wel zou dat een verlaging van de bijdrage aan de OZJT kunnen betekenen bij afslanking OZT voor alleen wettelijke taken. Inschatting is dat van de bijdrage aan OZJT (nu 350.000 euro) 150.000 euro kan worden bespaard.

Niet benutte SW middelen in de begroting Maatschappelijke Ondersteuning
Niet benutte SW-middelen in de begroting MO (daar waar geen SW medewerkers zijn ingezet) naar de SW overhevelen.

Sturen op kosten Stadsbank
In 2017 en 2018 wordt een tekort (70.000 euro respectievelijk 35.000 euro) geprognosticeerd voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. Dit komt doordat de verwachte kosten voor de uitvoering van de diensten van de Stadsbank hoger zijn dan het budget dat hiervoor in de programmabegroting 2017-2020 is geraamd. Vanaf 2018 willen we het tekort terugdringen door de inzet van de nieuwe interventies uit het beleidskader, die bijdragen aan het voorkomen van schulden en leiden tot een afname van het beroep op de dienstverlening van de Stadsbank. Vanaf 2019 is het tekort volledig afgebouwd.

Vrijval reserve gezond meedoen (Menzis)
Het gaat om 70.000 euro als vrijval in de reserve “gezond meedoen convenant Menzis”.

Inzet middelen Gezond in de Stad
In de meicirculaire '17 ontvangt Enschede 490.000 euro voor maatregelen op het gebied van Gezond in de Stad. Voorstel is deze middelen in 2018 als dekking in te zetten en voor de jaren 2019, 2020 en 2021 te benutten als aanvulling voor de reserve Transformatie sociaal domein.

Inzet reserve maatschappelijke functie Sport
Deze reserve is onder andere om het sportbeleid te kunnen realiseren zoals tegen gaan van versnippering in de Sport en om incidenteel kosten te kunnen dekken zodat bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd.

II: Versoberen sociaal domein
Naast transformatie maatregelen is een aantal versoberingen in het sociaal domein nodig in het licht van de opgave waarvoor de gemeente staat. Het gaat dan om de volgende dekkingsmaatregelen.

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmaatregelen in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
 Sociaal        Structureel Vrijval als gevolg van extra Rijksmiddelen voor kinderen in armoede* 500 500 500 500
Het extra tekort op de Sociale Werkvoorziening dekken uit het Participatiebudget   1.500 1.800 1.800
Aanvullende taakstelling subsidies      100  100
Stoppen met het mantelzorgcompliment* 300 300 300 300
Geen kerstpakketten SW-bedrijf* 40 40 40 40
Aanvullende niet wettelijke subsidies GGD stopzetten/beperken op het preventieve veld   400 400 400
Inzet vernieuwing maatschappelijke ondersteuning (niet voortzetten HHT met ingang van 2018)* 400 400 500 1.000
Versoberen collectieve ziektekostenverzekering Menzis 200 200 200 200
    Totaal 1.440 3.340 3.840 4.340

*Deze maatregelen maken onderdeel uit van de specifieke set maatregelen waar vaststelling door de raad voor nodig is vooruitlopend op de programmabegroting 2018-2021 om financieel effect in 2018 op te kunnen leveren.  

Toelichting:

Vrijval als gevolg van extra Rijksmiddelen voor kinderen in armoede
Als gevolg van de extra Rijksmiddelen die de gemeente heeft ontvangen voor kinderen in armoede, kan er een bedrag van 500.000 euro vrijvallen. In het huidige bestedingsvoorstel zijn voor 140.000 euro (bestedingslijnen 2 en 4) nog geen verplichtingen aangegaan. Daarnaast blijven als gevolg van de motie ‘Behoud extra middelen voor kinderen in armoede’ een bedrag van 190.000 euro (verhoging inkomensgrens Leergeld van 110 naar 120 procent) gedekt uit de PB 2017-2020 en een bedrag van 150.000 euro (vouchers onderwijsbegeleiding) gedekt uit onderwijsbudgetten.

Het extra tekort op de Sociale Werkvoorziening (SW) dekken uit het Participatiebudget
Het gaat hier om de inzet van het P-budget te beoordelen op basis van efficiency (kosten en baten) en effectiviteit voor het Sociaal Domein. Daarbij ligt er mogelijk een relatie met de oplossing om algemene voorzieningen te creëren, mits dit niet leidt tot verdringing, het knelpunt SW en de noodzakelijke inzet voor de BUIG naar 0/Focus op Uitstroom. Ons inziens moet in ieder geval voorkomen worden dat we P-budget-middelen vrij laten vallen of inzetten voor zaken die niet gerelateerd zijn aan Participatie volgens de P-wet. Dit omdat Enschede een lobby voert bij het Rijk om – vanwege de tekorten in de BUIG – in ieder geval te zorgen dat het P-budget voldoende blijft. Een overschot bij de besteding van het P-budget zal deze lobby verzwakken. In het budgettaire kader is rekening gehouden met een continuering van de bedragen van 2017 ten behoeve van de BUIG naar 0  en de concernopdracht Economie zoals opgenomen in de Enschedese Arbeidsmarktaanpak 2017. Als gevolg van een lagere bijdrage gereserveerd voor de SW vanaf 2018 en verder en het verlagen van een aantal uitgavenposten ontstaat ruimte voor herprioritering van 1,5 miljoen in 2019 oplopend naar 1,8 miljoen vanaf 2020. Met deze bedragen kunnen knelpunten zoals SW of nieuw beschut gedeeltelijke gedekt worden. Voor de effectiviteit van het arbeidsmarktinstrumentarium loopt een onderzoek met medewerking van de Universiteit. Een tussenstand van de eerste resultaten worden 1 juni 2017 verwacht. De eerste conclusies over de effectiviteit kunnen dan getrokken worden.

Aanvullende taakstelling subsidies
Bovenop de al bestaande taakstelling van 300.000 euro. Op het totale subsidiebudget van MO betreft dit 1,3 procent. Voor de subsidieontvangers zal het effect veel groter zijn, onder andere in verband met structurele verplichtingen die zij zijn aangegaan. Daardoor pas realiseerbaar per 2020.

Stoppen met het mantelzorgcompliment
Met de WMO 2015 zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Een deel van het budget wordt besteed aan mantelzorgwaardering (mantelzorgcompliment), wat geen wettelijke plicht is.
Voordeel van de regeling is dat we mantelzorgers in beeld krijgen en voorliggend kunnen informeren. Dit valt weg bij het stoppen van de regeling. Voor de totale mantelzorgondersteuning is na beëindiging van het compliment een budget van 700.000 euro beschikbaar.

Geen kerstpakketten SW-bedrijf
Geen verstrekking meer van kerstpakketten aan de medewerkers van het SW-bedrijf.

Aanvullende niet wettelijke subsidies GGD stopzetten/beperken op het preventieve veld
Het gaat hierbij om de volgende onderdelen:

  • Preventieve thuisondersteuning van gezinnen met lichte opvoed –en opgroeiproblematiek.
  • Loes, opvoedondersteuning en advies: digitaal platform voor ouders met vraagbaakfunctie en lokale activiteiten.
  • Zorgstructuur: inzet van de jeugdarts bij schoolverzuim door risicokinderen.
  • Communicatie en PR

Deze voorzieningen zijn vooral preventief met als doel het voorkomen van inzet van (duurdere) jeugdhulp. Bezuinigingen op deze post kan consequenties hebben voor de 2e lijn zorguitgaven.

Inzet vernieuwing maatschappelijke ondersteuning
Het Rijk heeft in 2018 een budget “vernieuwing maatschappelijke ondersteuning” beschikbaar gesteld, waar momenteel de dienstencheque uit bekostigd wordt. De middelen voor de Huishoudelijke Hulp Toelage zijn door het Rijk namelijk beëindigd. De dienstencheque komt te vervallen. Randvoorwaarde is dat voor de noodzakelijke vernieuwing in de maatschappelijke ondersteuning de middelen voor de transformatie in het sociaal domein beschikbaar blijven.

Versoberen collectieve ziektekostenverzekering Menzis (CZM)
Gevolgen van de aanpassing regeling eigen bijdrage WMO in combinatie met de evaluatie CZM en de besprekingen met Menzis om de betaalbaarheid op de lange termijn te borgen. Dit laatste leidt tot een landelijke wijziging van de pakketsamenstelling. Dit zal voor een beperkte groep effect hebben.

III: Terug naar het minimum sociaal domein
In twee van de vijf scenario's is de mogelijkheid opgenomen om in het sociaal domein uit te gaan van een minimum voorzieningenniveau. Indien daardoor wordt gekozen, zijn de onderstaande dekkingsmaatregelen van toepassing. Deze maatregelen zijn niet opgenomen in het scenario "Evenwichtige keuzes".

Domein/
programma
S/I Dekkingsmaatregelen in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
 Sociaal          Structureel Extra versoberen collectieve ziektekostenverzekering MENZIS 200 200 200 200
Versoberen voorzieningen voor mensen met verslavingsproblematiek 100 200 200 200
Herzien raadsbesluit Kinderen in armoede, maximale variant   475 475 475
Verder verhogen kilometer grens leerlingenvervoer naar zes kilometer 65 65 65 65
Geen maatwerkvoorziening compensatie eigen risico 100 100 100 100
Terugbrengen armoedebeleid naar wettelijk minimale regeling, variant 110 procent   600 600 600
Terugbrengen armoedebeleid naar wettelijk minimale regeling, variant 100 procent   200 200 200
Afschaffen tegemoetkoming doelgroep ouders kinderopvang 120 120 120 120
Verminderen kwijtscheldingen (rioolrechten, afvalstoffenheffing) 500 500 500 500
Stoppen met Motorische Remedial Teaching 48 48 48 48
    Totaal 1.133  2.508 2.508 2.508

Toelichting

Extra versoberen collectieve ziektekostenverzekering (Menzis)
Versoberen van de gemeentelijke bijdrage op de pakketten CZM met als gevolg dat de eigen bijdrage van de minima wordt verhoogd, de aanvullende pakketten worden duurder voor de gebruikers (de minima).

Versoberen voorzieningen voor mensen met verslavingsproblematiek

We financieren voorzieningen in de verslavingszorg voor 795.000 euro. Dagelijks maken meer dan 100 Enschedese cliënten gebruik van deze voorzieningen:

  • 245.000 euro de drugsgebruikersruimte;
  • 215.000 euro  de inloop en alcoholgebruikersruimte;
  • 100.000 euro voor de (extra) openingstijden van de inloop en de gebruikersruimten op zaterdagen;
  • 90.000 euro nazorg detentie en casemanagement voor zeer actieve veelplegers met verslavingsproblematiek (en vaak psychiatrie);
  • 45.000 euro voor bijdrage aan huisvesting Tactus Ripperdastraat in gemeentelijk pand;
  • 100.000 euro voor schrijnende gevallen gesignaleerd, onder andere door de wijkteams.

Er wordt geen geld toegelegd op centrumgemeentetaken die we vanaf 2015 uitvoeren. Het gaat om Enschedese voorzieningen (ook ruim voor 2015) die bijdragen aan welzijn en leefbaarheid van de binnenstad, op initiatief van de gemeenteraad (autonoom beleid). Dit maakt dat de aanwezigheid van deze cliëntengroep in het centrum beduidend minder merkbaar is. De post “schrijnende gevallen” wordt gebruik om incidenteel in te spelen op schrijnende situaties waarvoor binnen de bestaande voorzieningen en regelingen niet snel genoeg oplossingen kunnen worden gevonden. Het vrij spelen van dit budget beperkt de financiële ruimte om op onverwachte situaties te kunnen inspelen, maar is denkbaar. Opbrengst: 100.000 euro vanaf 2018. De post “extra openingstijden” schrappen is denkbaar, met inachtneming van het voorgaande. Opbrengst: 100.000 euro vanaf 2019 (in verband met subsidierelatie). Dit betekent dat op zaterdag de doelgroep meer zichtbaar aanwezig zal zijn in de binnenstad, op het drukste moment van de week.

Herzien raadsbesluit kinderen in armoede
Een variant waarin het Raadsbesluit kinderen in armoede volledig wordt herzien. Het gehele kindpakket is 700.000 euro.

Verder verhogen kilometer grens leerlingenvervoer naar zes kilometer
Het verhogen kilometer grens leerlingenvervoer van drie kilometer naar zes kilometer heeft als consequentie dat kinderen die tussen drie en zes kilometer van de school wonen en die nu in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, niet langer in aanmerking komen voor deze voorziening. Het gaat hier om kwetsbare kinderen (m.n. leerlingen SBO) en die kwetsbare positie wordt versterkt. Besparing in 2018 slechts tweede deel van het jaar (27.000 euro). Daarnaast is de aanbesteding dit jaar hoger uitgevallen voor de taxibusjes en bij verhoging van de kilometergrens wordt de inzet van het vervoer inefficiënter, met een mogelijke verschuiving van grote bussen naar taxibusjes, waardoor het te bezuinigen bedrag mogelijk niet reëel is.

Maatwerkvoorziening Compensatie Eigen risico
De maatwerkvoorziening Compensatie Eigen risico is een aanvullende regeling die jaarlijks wordt uitgevoerd na een raadsbesluit. Is geen ruimte voor dus geen aanvullende regeling voor 2018 en verder. Ook voor 2017 moet nog een raadsbesluit worden genomen.

  • Het risico van stopzetting is dat meer mensen gaan kiezen (het zekere voor het onzekere nemend) voor herverzekering van het Eigen Risico via pakket Garant Verzorgd 3 (GV3). De besparing wordt dan deels weer teniet gedaan (bij gelijk blijvende bijdrage van de gemeente aan de premie voor GV3) of de kosten juist zullen toenemen.
  • Mensen die dat niet doen (verzekerden in GV1 of GV2, elders verzekerden) hebben dus het volledig eigen risico. Met name bij de laagste inkomens bestaat dan risico dat zij (weer of alsnog) betalingsachterstanden oplopen en in de wanbetalersregeling terecht komen.
  • Advies is om het stopzetten van de aanvullende regeling alleen door te voeren i.c.m. andere dempende maatregelen om ongewenste effecten te voorkomen.

Terugbrengen armoedebeleid naar wettelijk minimale regeling, variant 110 procent
Betreft het terugbrengen van 120 naar 110 procent inkomensgrens bij Menzis convenant (375.000 euro). Daarnaast het terugdraaien van de uitbreiding van het kindpakket van 110 procent naar 120 procent (225.000 euro) uit het raadsbesluit (maart 2017).

Terugbrengen armoedebeleid naar wettelijk minimale regeling, variant 100 procent
Terugbrengen naar inkomensnorm van 100 procent van het sociaal minimum voor  het kindpakket en bewindsvoeringskosten.

Afschaffen tegemoetkoming doelgroep ouders kinderopvang
Ouders die deelnemen aan erkende trajecten naar werk komen we niet langer tegemoet in de daarmee gepaard gaande kosten voor kinderopvang. Dit kan leiden tot 1) uitval, 2) toename schulden en 3) minder succesvolle toeleiding-trajecten richting werk (tegenvallers bij uitvoering participatiewet).

Vermindering kwijtschelding
Vermindering van 100 procent naar 75 procent kwijtschelding (van rioolrechten en afvalstoffenheffing); kostendekkende tarieven zullen hierdoor (moeten) dalen; compensatie door verhoging OZB. Bruto opbrengst 1 miljoen euro; aanname weglek 0,5 miljoen euro voor oninbaar.

Stoppen met Motorische Remedial Teaching (MRT)
Scholen zijn met de ouders verantwoordelijk voor een passend onderwijsaanbod, ook op motorisch gebied. Het afschaffen van MRT is niet geheel in lijn op de doelen die geformuleerd zijn in de Sportnota voor de komende jaren. Vaak zijn de kinderen die motorisch achterlopen, op latere leeftijd afhankelijk van duurdere zorg.

 IV: Onderwijs
Indien de inzet op onderwijs gefocust wordt op de meest kwetsbare kinderen, zijn de volgende besparingen mogelijk.

Domein/progr. S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
Sociaal   Structureel Inzet middelen Kinderopvang 142 142 142 142
Incidenteel Middelen LEA 456      
Structureel Onderwijsbegeleidingsmiddelen 200 200 200 200
    Totaal 798 342 342 342

Toelichting:

Inzet middelen Kinderopvang
Middelen Kinderopvang (onderwijs) inzetten voor structurele oplossing knelpunten. Er is de afgelopen jaren onderbesteding geweest op deze post en kan anders worden benut.

Middelen LEA
Middelen LEA (onderwijs) inzetten voor incidentele oplossing knelpunten. Er is de afgelopen jaren sprake van onderbesteding. Normaliter zouden deze middelen beschikbaar blijven via een egalisatiereserve en via intensiveringen alsnog tot besteding komen binnen de LEA. Bij de voorgestelde bezuiniging resteert er nog ruimte om te investeren in het ontwikkelen van een Wetenschap&technologie-menu, het versterken van Duits op scholen, de inzet van onderwijsvouchers, het voorzetten van de maatschappelijke stages en de promotie van de internationale school. De extra middelen voor nieuwe initiatieven op het gebied van sluitende aanpak en begeleidingsstructuur (actielijn 4) vervallen door de bezuiniging. Separaat van de hier genoemde bezuiniging is in paragraaf 2.3-L al aangegeven dat het voorstel is de beoogde intensivering (als beoogd betiteld in de brief van 16 mei 2017) op handhaving leerplicht als niet-prioritair te behandelen. Deze middelen maken feitelijk ook onderdeel uit van de LEA.

Onderwijsbegeleidingsmiddelen
De afgelopen jaren heeft het primair onderwijs in Enschede een extra impuls kunnen geven aan opbrengst gericht werken en het omgaan met verschillen in de klas als gevolg van Passend Onderwijs, door de inzet van het gemeentelijk budget Onderwijsbegeleidingsmiddelen. Deze impuls maakt onderdeel uit van de LEA en is in de verordening opgenomen. Het op orde houden en verhogen van de kwaliteit van het onderwijs is in eerste aanleg de verantwoordelijkheid van het onderwijs zelf. De rijksoverheid financiert het funderend onderwijs. Wij stellen voor de gemeentelijke bijdrage aan dit thema per 1 januari 2019 (einde looptijd LEA) stop te zetten.

Voor 2018 is er een incidenteel alternatief: het Rijk geeft de gemeenten de opdracht en de middelen om het peuterspeelzaalwerk uit te voeren. De doelen die de Rijksoverheid wil bereiken, worden in Enschede mede gerealiseerd door de inzet van de OAB/VVE-middelen. Van die middelen is recent bekend geworden dat ze grotendeels verlengd worden voor het jaar 2018. Daardoor is er incidenteel in 2018 een vrijval van 200.000 euro mogelijk van de middelen peuterspeelzaalwerk.

V: Vrijval onderbestede middelen en september circulaire
Een aantal begrotingsposten en reserves kan vrijvallen, aangezien er nog geen bestedingsdoeleinden aan gekoppeld zijn.

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
DFB Structureel Inzet saldo september circulaire 3.000 3.500 5.000 5.000
Vervallen borgstelling Twence       400
DLO Structureel Administratieve oplossingen, vrijval 160 160 160 160
Incidenteel Alleen digitale publicaties 30      
DFB Incidenteel Vrijval kapitaallasten onderwijshuisvesting 400      
Knelpunt desintegratie dekken uit reserve risico regionale dienstverlening   200    
Vrijval reserve innovatiefonds 200      
Reserve integraal veiligheidsplan 120      
    Totaal 3.910 3.860 5.160 5.560

 Toelichting:

Inzet saldo september circulaire
Inzet van de ruimte die bij de septembercirculaire is gereserveerd voor het maken van een afweging bij de Zomernota 2017.

Vervallen borgstelling Twence
 Het gaat hier om een vrijval van de "borgstellingsvergoeding" die tot en met 2020 begroot is. Daarna wordt deze vergoeding toegevoegd aan de nog niet begrote dividendopbrengst.

Administratieve oplossingen/vrijval
Binnen bestaande budgetten is er een structurele vrijval van (kapitaal)lasten leidend tot aanpassing van benodigde middelen.

Alleen digitale publicaties
Publicaties vanuit (ingediende en behandelde) vergunningen en meldingen worden niet meer gepubliceerd in de Huis-aan-Huis bladen, maar alleen digitaal gepubliceerd. Dit levert een incidentele kostenbesparing op.

Vrijval kapitaallasten onderwijshuisvesting
Als gevolg van de afboeking van activa voor onderwijshuisvesting bij de jaarrekening 2016 vallen er kapitaallasten vrij. Deze vrijval wordt maximaal ingezet op de bestaande taakstelling voor onderwijshuisvesting. In 2018 was deze al volledig gedekt waardoor deze vrijval eenmalig ingezet kan worden in het Middelenkader.

Knelpunt desintegratie dekken uit reserve risico regionale dienstverlening
Deze risicoreserve is gevormd bij de ontvlechting van de Veiligheidsregio Twente en is bedoeld om "desintegratie-effecten" voor de bedrijfsvoering te dempen. Gezien het structurele desintegratie-effect (O&O knelpunt Sportbedrijf en Onderhoud Enschede) wordt deze reserve volledig ingezet.

Vrijval reserve innovatiefonds
Betreft restant reserve innovatiefonds.

Reserve integraal veiligheidsplan
Voor de uitvoering van acties uit het integraal veiligheidsplan 2017-2020 is een reserve beschikbaar. Voor een bedrag van 120.000 euro is nog geen concreet bestedingsplan opgesteld waarmee het mogelijk is om deze in te zetten in het Middelenkader.

VI: Kasschuif 

Door het hanteren van een kasschuif is dekking voor 2018 mogelijk.

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DLO IncidenteeI Kasschuif investeringen ADT 1.250 -1.250    
Kasschuif reserve Parkeren 500      -500
Kasschuif reserve kapitaallasten 750     -750
    Totaal  2.500  -1.250    -1.250

Toelichting:
Op basis van een inventarisatie van het verloop van reserves en van de investeringsplanning van het ADT kan een bedrag van 2,5 miljoen euro als dekking voor de begroting van 2018 toegevoegd worden. Dit bedrag wordt de volgende jaren 'teruggestort' in de betreffende reserves en investeringsbudget ADT.

VII. Algemene ingrepen (kaasschaaf) en bedrijfsvoering
De volgende generieke maatregelen en enkele besparingen op bedrijfsvoering genereren dekking voor de opgave.

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
Concern Structureel Loon- prijscompensaties subsidies gemeentebreed niet toekennen voor tranche 2018* 1.200 1.200 1.200 1.200
Incidenteel Effect verplichtingen- en selectieve vacature stop 1.500      
Focus inkoopcriteria en -prijs 200      
DFB Incidenteel Reserve werkplekinrichting 130      
Structureel Netwerkstad   130 130 130
    Totaal 3.030 1.330 1.330 1.330

*Deze maatregel maakt onderdeel uit van de specifieke set maatregelen waar vaststelling door de raad voor nodig is vooruitlopend op de programmabegroting 2018-2021 om financieel effect in 2018 op te kunnen leveren.

Toelichting

Loon- prijscompensaties subsidies gemeentebreed niet toekennen voor tranche 2018
De gemeentebrede korting op loon- en prijscompensatie levert 1,2 miljoen euro op. De maatregel heeft effect op de loon- en prijscompensatie voor subsidieontvangers.

Effect verplichtingen en -selectieve vacature stop
Geschat wordt een opbrengst van de verplichtingen- en selectieve vacaturestop in de eerste 4 maanden van 2018 van 1,5 miljoen euro.

Focus inkoopcriteria en -prijs
Een eenmalige besparing op inkooptrajecten van 200.000 euro is mogelijk in 2018.

Reserve werkplekinrichting
Betreft het niet/later vervangen van bureaus waarmee de uitgaven van kapitaallasten die voortkomen uit de investeringen en worden gedekt uit de reserve werkplekinrichting opschuiven in de tijd. Hiermee is het mogelijk om incidenteel middelen aan deze reserve te onttrekken.

Netwerkstad
Vanaf 2019 zou netwerkstadsamenwerking gevormd kunnen worden uit (herprioritering) huidige ambtelijke inzet in plaats van het factureren van de inzet van ambtelijke kosten door de Netwerkstad. 

 VIII. Versoberingen fysiek domein en stadsdelen

Domein/
programma
S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DLO        Structureel Vermindering stadsdeelmanagers 0 0 200 200
Gladheidsbestrijding              136              136    
Korting op wijkbudgetten* 300 300 300 300
Doorberekenen btw begraafplaatsen in tarieven 45 45 45 45
Minder vervangingsinvesteringen openbare ruimte 300 150    
Incidenteel Inzet reserve Mobiliteit 150      
Annuleren intensiveren binnenstad 125      
Vrijval sociale pilotmiddelen SDM 150      
    Totaal 1.206 631 545 545

*Deze maatregel maakt onderdeel uit van de specifieke set maatregelen waar vaststelling door de raad voor nodig is vooruitlopend op de programmabegroting 2018-2021 om financieel effect in 2018 op te kunnen leveren

Toelichting

Vermindering stadsdeelmanagers
In 2018 en 2019 wordt het wijkgericht werken verder door ontwikkeld. Als de daadwerkelijke effecten van het door ontwikkelen van wijkregisseurs naar tactisch niveau duidelijk is wordt verwacht dat het aantal stadsdeelmanagers dat op strategisch niveau opereert, verminderd kan worden.

Gladheidsbestrijding
In 2018 en 2019 wordt de 736.000 euro van het begrote bedrag voor gladheidsbestrijding teruggebracht naar 600.000 euro. Dus een incidentele dekking van 136.000 voor twee jaar. Dit zorgt wel voor een hoger risico dat er een tekort kan zijn vanwege weeromstandigheden.

Korting op wijkbudgetten
Vanuit het principe "trap op trap af", mag van de commissies wijkbudgetten vanuit solidariteit verwacht worden dat ook zij een financiële bijdrage leveren. Ondanks het succes van de wijkbudgetten wordt ook van initiatiefnemers gevraagd bij te dragen aan de bezuinigingen. Met deze bezuiniging worden de wijkbudgetten teruggebracht van 1,3 miljoen naar 1 miljoen. Hierdoor zullen scherpere keuzes gemaakt moeten worden  bij de besteding van de wijkbudgetten. Overigens heeft de ervaring van de afgelopen jaren geleerd dat de commissies wijkbudgetten het volledig beschikbare budget niet gebruikt hebben.

Doorberekenen BTW begraafplaatsen in tarieven
Op grond van uitspraak van de Belastingdienst komt de BTW op de investerings- en exploitatiekosten van de begraafplaatsen niet voor een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds in aanmerking. Wanneer we deze BTW kosten van 45.000 euro doorrekenen in de kosten voor begraven stijgt het tarief met 10 procent en zitten we zo goed als op de maximale kostendekkendheid met begraven.

Minder vervangingsinvesteringen openbare ruimte
Om bij te dragen aan de financiële problematiek kan incidenteel in 2018 een bedrag van 300.000 euro en in 2019 van 150.000 euro worden bijgedragen vanuit de vervangingsinvesteringen openbare ruimte. Dit betekent dat we scherp moeten prioriteren en de noodzakelijke vervangingen in het groen in die jaren beperkt plaats kunnen vinden. De noodzakelijke werkzaamheden schuiven door naar de jaren daarna.

Inzet reserve mobiliteit
Een bedrag van 150.000 euro uit de reserve mobiliteit kan in 2018 ingezet worden.

Annuleren intensiveren binnenstad
Betreft annulering extra inzet amendement bij PB 2017-2020. Intensiveren kan pas als de huidige basisvoorzieningen financieel afgedekt zijn. Omdat er daar nog knelpunten zitten zoals het aanlaten van de fonteinen worden deze extra middelen ingezet om het huidige kwaliteitsniveau in de binnenstad te kunnen financieren (zie ook structurele knelpunt fonteinen).

Vrijval sociale pilotmiddelen SDM
Voor een deel van de incidenteel beschikbare middelen voor pilots in de wijk is in 2018 nog geen bestedingsplan. In het kader van de uitgavestop kan circa 150.000 vrij vallen.

IX. Cultuur

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DLO Structureel Herstructurering cultuurorganisatie 50 200 350 500

Toelichting:

Herstructurering cultuurorganisatie
In 2015 heeft de raad een besluit genomen over de transities in het cultureel domein. Dit besluit heeft geleid tot de transitie opgaven voor Twentse Welle (is reeds voltooid incl. bezuiniging), de vier podia (Enschede/Hengelo) en de bibliotheek (inclusief bezuinigingsopgave). Aan deze laatste transities wordt op dit moment nog volop gewerkt. In het raadsbesluit van 2015 is aangegeven dat wanneer er gekeken wordt naar verdere bezuinigingen in het cultuurdomein gerichte keuzes gemaakt moeten worden. De denkrichting voor de huidige bezuiniging is om hierbij te kijken naar posten gerelateerd aan een andere rol van de gemeente en efficiency. Gedacht wordt aan ander atelierbeleid, bezuinigen op niet specifiek geoormerkte budgetruimte in de cultuurbegroting die jaarlijks ingezet wordt voor niet voorziene activiteiten en/of calamiteiten die zich voordoen, op de kleine instellingen/subsidies en hiermee gepaarde personeelskosten. Het exacte voorstel hiervoor dient nog nader onderbouwd en uitgewerkt te worden in een apart raadsvoorstel. Een van de randvoorwaarden hiervoor is vereenvoudiging van het subsidieproces. Verder wordt in de transitieopgave van Atak sterk ingezet op vergaande samenwerking met Metropool, die niet alleen inhoudelijke maar ook financiële synergievoordelen op moet leveren.

X: Opbrengsten parkeerbedrijf

Domein/
programma
 S/I  Dekkingsmogelijkheid in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DLO  Structureel Exploitatieresultaat Parkeerbedrijf 0 400 800 1.100
Uitbreiding betaald parkeren 100 100 100 100
    Totaal  100            500               900               1.200

Toelichting

Exploitatieresultaat Parkeerbedrijf
Er is nog geen bestemming vastgesteld voor het voordelig exploitatieresultaat dat vanaf 2019 ontstaat. Dit resultaat ontstaat als doorgegaan wordt met de jaarlijkse tariefverhoging van tien cent per uur. Zoals bij intensivering genoemd, is het voorstel om deze dekkingsmaatregel in te zetten voor de vorming van een fonds voor projecten ter versterking van de bereikbaarheid.

Uitbreiding betaald parkeren
Betreft invoeren betaald parkeren op alle dagen op straat, parallel aan de dagen waarop de winkels in de binnenstad zijn geopend. In parkeergarages is 24/7 betaald parkeren van kracht.

XI: Openbare ruimte en wijkbudgetten op minimumniveau

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DLO Structureel Kwaliteit openbare ruimte onder basisniveau        990 990         990           990
Incidenteel Wijkbudgetten   1.000 1.000 1.000
DFB Structureel Inzet extra opbrengst toeristenbelasting 50 50 50 50
     Totaal 1.040 1.040 2.040 2.040

Toelichting:

Kwaliteit openbare ruimte onder basisniveau
Indien het met de raad afgesproken kwaliteitsniveau van de openbare ruimte wordt verlaten, is een besparing van ongeveer 1 miljoen euro mogelijk. Het gaat dan om het omvormen van heesters naar gazon, minder zwerfafval ruimen, hondenvoorzieningen verwijderen, minder schoffelen en het kwaliteitsniveau in de binnenstad van hoog naar basis. Hiermee wordt het aanzien, de aantrekkelijkheid en daarmee het vestigingsklimaat minder. Ook treft dit arbeidsplaatsen zowel in de reguliere organisatie (circa drie fte) als in de sociale werkvoorziening (circa 12 fte).

Wijkbudgetten
Deze maatregel betreft een fundamentele keuze of de wijkbudgetten na 2018 voortgezet worden. Indien besloten wordt om geheel te stoppen met de wijkbudgetten, kan 1 miljoen euro bespaard worden.

Inzet extra opbrengst toeristenbelasting
De motie extra opbrengst toeristenbelasting draagt het college op om eventuele de meeropbrengsten (boven de 200.000 euro) te investeren in de toeristische kwaliteit van Enschede. Naar verwachting is de  structurele meeropbrengst circa 50.000 euro. De bestemming van de meeropbrengst kan heroverwogen worden, maar is contrair aan de afspraak om meeropbrengsten te bestemmen aan evenementenbeleid.  

XII: Verhogen OZB

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DFB Structureel Verhoging OZB met vijf procent 2.000 2.000 2.000 2.000

Toelichting:

Indien de OZB met vijf procent verhoogd wordt naast de gebruikelijke indexering, levert dit circa 2 miljoen aan extra inkomsten op. De lasten voor OZB betreft circa eenderde van de totale woonlasten. een verhoring van vijf procent betekent een gemiddelde stijging van circa 13 euro per huishouden, per jaar.    

XIII. Verhogen OZB alleen woonlasten

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DFB Structureel Verhoging OZB met vijf procent 900 900 900 900

Toelichting:

Indien een OZB verhoging van vijf procent doorgevoerd wordt voor alleen de woningen, levert dit circa 0,9 miljoen aan extra inkomsten op.

XIV: Taakstelling organisatie

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
Concern Structureel Taakstelling op beleid, staf en management om ruimte te maken voor personele inzet op intensiveringen. 650 1.250 1.250 1.250
Invulling taakstelling AD gefinancierde organisatie 350 400 400 400
    Totaal 1.000 1.650 1.650 1.650

Toelichting:

Taakstelling op beleid, staf en management
Voor de intensiveringen is ongeveer 1,25 miljoen euro aan personele inzet nodig. Voorstel is deze middelen te zoeken binnen de organisatie en hiervoor een proces in te richten. Dit ook met inachtneming van aanvullende consequenties op bedrijfsvoering waaronder ambtelijke huisvesting.

Invulling taakstelling op AD gefinancierde organisatie
Zoals in paragraaf 2.2 gemeld, moet de bijdrage voor de AD gefinancierde organisatie van projecten nog worden ingevuld. De komende maanden wordt de invulling hiervan concreet gemaakt door een concernbrede afweging voor te bereiden welke taken prioritair zijn en welke met minder personele inzet ingevuld kunnen worden. Deze afweging wordt in de Programmabegroting 2018-2021 inzichtelijk gemaakt.

XV: Fictieve subsidiestop

Hiermee is een bedrag gemoeid van 11 miljoen euro in 2019 tot en met 2021

XVI: Dividend Twence

Domein/
programma
 S/I Dekkingsmogelijkheden in 1.000 euro 2018 2019 2020 2021
DFB Structureel Dividend Twence 250 1.250 1.250  

Toelichting:

Dividend Twence
Onlangs is het dividendbeleid van Twence herijkt en opnieuw vastgesteld door de AvA. De zekerheid hieruit is dat het zogenaamde basisdividend is gegarandeerd. Dat is de al begrote 193.000 euro per jaar. Daarnaast is afgesproken dat tussen 40 procent en 50 procent van de winst wordt uitgekeerd mits dit mogelijk is.
Op basis van de ervaring met winstuitkeringen de afgelopen jaren is de inschatting dat een winstuitkering van 1,25 miljoen euro voor Enschede in 2019 en 2020 haalbaar is. De gemeente zal de komende maanden als aandeelhouder de andere aandeelhouders benaderen om een realistische inschatting van de te verwachte winstuitkering te agenderen in aandeelhoudersvergadering van Twence, zodat uiterlijk bij de Programmabegroting 2018-2021 daarover duidelijkheid is.

2.5. Overzicht invulling taakstellingen

Sinds 2010 heeft de gemeente Enschede meer dan 100 miljoen euro structurele bezuinigingen opgenomen in de begroting. Zoals ook gemeld bij de Programmabegroting 2017-2020 is ongeveer 87 miljoen euro daarvan gerealiseerd. In paragraaf 2.2 is een aantal taakstellingen benoemd, waarvoor alternatieve dekkingsmaatregelen nodig zijn. Deze zijn daarom bij de opgave van het middelenkader in paragraaf 2.2 opgeteld. 
Daarnaast is er sinds de Programmabegroting 2017-2020 voortgang geboekt in de verdere realisatie van de taakstellingen uit eerdere begrotingen en de bezuinigingen uit de Programmabegroting 2017-2020 zelf. Hieronder volgt een overzicht van de taakstellingen, die na de Programmabegroting 2017-2020 zijn ingevuld.

Overzicht ingevulde taakstellingen

Domein/
programma
Ingevulde taakstellingen in 1.000 euro   2018  2019  2020 2021 
Sociaal Gerealiseerd deel van "BUIG naar 0" 2.000 2.000 2.000 2.000
Gerealiseerd deel bezuiniging minder Rijksbudget Jeugdhulp 1.100 1.100 1.100 1.100
Bezuiniging op subsidies   300 300 300
Reductie formatie EWO 150 150 150 150
DFB Herinrichting en digitalisering werkprocessen 790 885 1.545 1.545
Besparingen facilitaire dienstverlening 815 840 765 765
Verbonden partijen 45 295 295 295
Onderwijshuisvesting   460 400 400
Verzelfstandiging, aandeel DFB 400 400 400 400
   Totaal 5.300 6.430 6.955 6.955

Toelichting:

Gerealiseerd deel van "BUIG naar 0"
Er is voor 2 miljoen euro aan maatregelen gerealiseerd in 2016. Deze maatregelen zijn bedoeld om het tekort op de BUIG te verminderen. 

Gerealiseerd deel bezuiniging minder Rijksbudget Jeugdhulp
De geplande besparing door middel van tariefafspraken is gerealiseerd.

Bezuiniging op subsidies
De bezuiniging op subsidies die was opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020, is ingevuld en wordt van kracht vanaf 2019.

Reductie formatie EWO
De reductie op formatie EWO is gerealiseerd zoals was opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020.

Herinrichting en digitalisering werkprocessen
De al ingestelde plannen voor verdere digitalisering van werkprocessen binnen de bedrijfsvoering en dienstverlening worden in 2018 verder gerealiseerd.

Besparingen facilitaire dienstverlening
De al ingestelde plannen voor reductie op facilitaire dienstverlening (o.a. huisvesting en catering) worden in 2018 verder gerealiseerd.

Verbonden partijen
In de Programmabegroting 2016-2019 is een taakstelling op verbonden partijen opgenomen die opliep naar 500.000 euro structureel. In eerdere stappen is daarvan 205.000 euro ingevuld. Voor het resterende bedrag van 295.000 euro is nu ook invulling gevonden.

Onderwijshuisvesting
Als gevolg van de herschikking van onderwijsobjecten, besparingen op de organisatie voor onderwijshuisvesting alsmede de vrijval van kapitaallasten (als gevolg van afboeking van een aantal objecten bij de jaarrekening 2016) kan een aanzienlijk deel van de openstaande taakstelling ingevuld worden.

Verzelfstandiging, aandeel DFB
In de Veranderopgave BMO is een besparing van 400.000 euro ingevuld, waarmee het aandeel van DFB in de taakstelling Verzelfstandiging is ingevuld.

2.6. Bedrijventerreinen

De veertien gemeenten in Twente zijn samen met de provincie Overijssel begin 2016 het proces ‘regionale programmering werklocaties’ gestart, gericht op het herstel van de balans tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen. In de periode januari 2016 tot en met maart 2017 is toegewerkt naar afspraken tussen de veertien Twentse gemeenten en de provincie Overijssel, die het proces faciliteerde. Vervolgens is in een open proces, stap voor stap in ambtelijke en bestuurlijke overleggen, toegewerkt naar een afsprakendocument. Hierover bent u in maart 2017 per brief geïnformeerd. Definitieve besluitvorming op de regionale afspraken door de gemeenten moet uiterlijk in juli 2017 plaatsgevonden hebben. In Enschede is dit voorbehouden aan de Raad. Dit maakt onderdeel uit van deze zomernota. In oktober volgt een raadsvoorstel waarin wordt uitgewerkt hoe de opgave voor Enschede in een termijn van drie jaar wordt opgepakt.

Vraag en aanbod bedrijventerreinen
De provincie Overijssel heeft door Panteia onderzoek laten doen naar de kwantitatieve vraagontwikkeling (2015) naar bedrijventerreinen in Twente.  Deze totale vraag is door de STEC groep vertaald naar gemeenteniveau.  Voor het totale aanbod aan uitgeefbare bedrijventerrein is gebruik gemaakt van de IBIS-database. Door vraag en aanbod met elkaar te vergelijken is de conclusie getrokken dat er de komende tien jaar (2016 tot 2026) een overaanbod van 103 hectare bedrijventerreinen in Twente is (bij een versneld economisch scenario). Enschede heeft, op basis van een verdeelsleutel waarbij is uitgegaan van de historische uitgifte van bedrijventerreinen, een overaanbod van 42,6 hectare.

Afsprakendocument
De afspraak die in het bestuurlijk overleg van 29 maart 2017 is gemaakt houdt in dat voor 1 november 2017 door de gemeentes met overaanbod een plan van aanpak is gemaakt over hoe vraag en aanbod in balans gebracht kunnen worden. Per 1 juli 2020 moet het plan uitgevoerd zijn en vraag en aanbod aan terreinen voor een periode van 10 jaar (tot 2030) in balans zijn.

Economische visie van Enschede
De economische visie is van Enschede van 2011 is nog steeds actueel. De visie geeft richting aan het stimuleren van werkgelegenheid. Enschede en haar economie zijn onlosmakelijk verbonden met die van de rest van Twente en de Euregio. Binnen die eenheid heeft Enschede, haar eigen economisch profiel en kenmerken; haar specialisatie. Enschede is de winkelstad van Twente, is de stad van startende ondernemers, van innovatie en innovatieve ondernemers, van de meest ondernemende universiteit, de stad van onderwijs met haar spin-off en een stad van een sterke dienstverlenende sector. Tegelijkertijd is Enschede minder geschikt voor nieuwe grootschalige industrie en logistiek.

De economische visie geeft ook richting aan de ruimtelijke programmering van werklocaties. Dat is voor bedrijventerreinen gedaan middels de Netwerkstad bedrijventerreinenvisie en de herijking daarvan, de Stedelijke Koers, Richting aan Ruimte en de herstructurering van bedrijventerreinen.

De huidige mismatch tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen en het ontbreken van goede regionale afstemming vormen een groot risico bij de toepassing van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking op nieuwe plannen. Uit een aantal recente gerechtelijke uitspraken blijkt namelijk dat regelgeving hierover strikt wordt toegepast. Overheden moeten op grond van deze Ladder elke nieuwe stedelijke ontwikkeling in een bestemmingsplan duidelijk motiveren. Als er geen bestuurlijke afspraken worden gemaakt lopen Twentse gemeenten, die nieuwe ruimtelijke plannen in procedure willen brengen op basis van een actuele vraag vanuit de markt, het risico deze niet te kunnen uitvoeren omdat er bij de eigen gemeente of buurgemeenten al voldoende harde plancapaciteit is. Goede, actuele plannen komen dan niet tot ontwikkeling en dat is schadelijk voor de economie. Een overaanbod getuigt bovendien niet van een duurzaam ruimtegebruik van grond en ruimtelijke kwaliteit.

Vraag en aanbod bedrijventerreinen Enschede in balans
Er zijn een paar mogelijkheden om vraag en aanbod van bedrijventerreinen in Enschede in balans te kunnen brengen conform het afsprakendocument (waarbij Enschede de 42,6 hectare bedrijventerrein uit de markt te neemt). Deze mogelijkheden worden in een raadsvoorstel in oktober voorgelegd, mogelijk in de vorm van scenario's.

Vervolg
Voor 1 november 2017 wordt door de gemeentes met overaanbod een plan van aanpak gemaakt over hoe vraag en aanbod in balans gebracht kunnen worden in een termijn van drie jaar.

2.7. Weerstandsvermogen

Voor de Zomernota is een globale prognose gemaakt hoe het weerstandsvermogen zich ontwikkelt op basis van de stand van het middelenkader. Bij deze berekening is uitgegaan van het voorkeursscenario met een sluitend middelenkader voor de jaren 2018-2021.
In het jaar 2018 is de ratio voortkomend uit besluitvorming uit eerdere IPC-producten onder de 1,0. De overige jaren is de ratio naar verwachting groter of gelijk aan 1,0 conform de afspraak met uw Raad. 

Volgens deze globale prognose ziet het ratioverloop er de komende jaren als volgt uit: 

  2017 2018 2019 2020 2021
Ratio 1,0 0,8 1,0 1,4 1,6
Ratio PB 2017-2020 1,0 0,9 1,2 1,7  

Toelichting verschillen:
De risico’s zijn ten opzichte van de programmabegroting 2017-2020 verhoogd door o.a. het sociaal domein. Verder is er bij de programmabegroting 2017-2020 van uitgegaan dat de middelen uit de septembercirculaire 2016 aan de algemene reserve zouden worden toegevoegd. In het middelenkader van deze zomernota is deze reeks ingezet op de financiële opgave.

2.8. Overige risico's

Meerinkomsten versus meerkosten aanpassing Inwonersplein - Stadskantoor
In mei 2016 is het Inwonersplein gerealiseerd. Na ingebruikname werd een aantal problemen geconstateerd. Bezoekers zijn niet tevreden over de wachtfaciliteiten. Medewerkers ondervinden hierdoor druk. De overlast veroorzaakt ziekteverzuim en hierdoor productieverlies. De effecten op ARBO zijn in eerste instantie onvoldoende afgedekt.
Nadat veel oplossingsrichtingen, samen met het UWV, zijn onderzocht, is geconcludeerd dat het scheiden van wachten en werken de meest effectieve oplossing is. Hiertoe zijn twee scenario’s ontwikkeld waaruit een keuze door het College is gemaakt.
Het voorgestelde scenario vergt een investering (990.000 euro) die gedekt wordt door het aangaan van een langere verbintenis met onze partner UWV en vanuit de vrijval van huisvestingslasten van het Werkplein na afloop van de huidige contractperiode. Op dit moment vinden de onderhandelingen met het UWV nog plaats waardoor er nog geen volledige zekerheid is op deze inkomsten.

Bed, Bad, Brood (BBB) opvang uitgeprocedeerde asielzoekers
De BBB-opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers is voor 2017 gefinancierd met gemeentelijke middelen. Bij dat besluit is in gedachten gehouden dat een nieuw kabinet mogelijk een landelijke regeling met financiering wil opstellen en dat daarom de kaders voor 2018 heel anders kunnen zijn. Op dit moment is daarover nog geen enkele duidelijkheid. Wanneer er geen landelijke regeling komt dan dient nieuwe besluitvorming plaats te vinden of de Enschedese opvang wordt voortgezet, in welke vorm en omvang dat gebeurt en welke middelen hiervoor beschikbaar worden gesteld.

WMO en Jeugdzorg
Indien de maatwerkvoorzieningen WMO en de Jeugdzorg opnieuw aanbesteed worden per 1-1-2019, is herindicatie van alle doorlopende zorgtrajecten nodig. De financiële effecten van de uitkomsten van de aanbestedingen en de herindicaties zijn onzeker en brengen risico’s met zich mee. Het doelgroepenvervoer (WMO en leerlingenvervoer) is onlangs aanbesteed. De financiële effecten worden in beeld gebracht. Ook hier zullen herindicaties worden uitgevoerd. Op alle onderdelen vragen de herindicaties een forse personele inzet die nog niet volledig in beeld is. Dit zal zoveel mogelijk geschieden binnen de beschikbare budgetten voor personeel. Het is onzeker of deze budgetten  toereikend zijn.

Omzet Sociale Werkvoorziening (SW)
In de Kadernota SW zijn maatregelen besloten gericht op het verlagen van de kosten en het verhogen van de omzet. Tot nog toe verlopen de maatregelen volgens plan. Gezien ontwikkelingen is duidelijk geworden dat het verder verhogen van de omzet een zware opgave is.

Participatiewet / Loonkostensubsidie
In het kader van de Participatiewet plaatsen we werkzoekenden met een verminderde loonwaarde met loonkostensubsidie (LKS) bij werkgevers. Op grond van het huidige beleid (EAA) kan iedereen geplaatst worden met een indicatie ongeacht de kosten die dit met zich meebrengt. Het Rijk compenseert ons (via het BUIG budget) onvoldoende voor de kosten die we op dit moment maken. In 2016 waren de kosten 0,7 miljoen euro voor 2017 is de verwachting dat de kosten meer dan 1 miljoen euro gaan bedragen. De inschatting is dat we hooguit voor de helft van onze kosten gecompenseerd worden. We vermoeden zelfs dat dit veel minder kan zijn, dit is echter niet te traceren in het verdeelmodel.

De komende jaren zullen steeds meer werkzoekenden een beroep doen op LKS. Naast de lobby bij het Rijk (met betrekking tot voldoende budget) is het daarom zaak om keuzes te maken over de inzet van het instrument LKS. Dit wordt verder uitgewerkt in de aanloop naar de EAA 2018. Zoekrichtingen zijn onder andere: inperken van de doelgroep, subsidiegrenzen, kosten van jobcoaching en bedrijfsvoeringsaspecten.

GGZ-B cliënten
De overgangstermijn voor cliënten met een GGZ-B indicatie loopt op 31-12-2017 af en kan niet weer verlengd worden. Het gaat om een groep landelijk van 7757 mensen. Er is slechts een hele kleine kans dat een deel van deze groep alsnog een WLZ indicatie krijgt. Op korte termijn gaat het ministerie VWS met de VNG afspraken maken over de overname van deze groep door gemeenten. Er zijn daar nog geen financiële afspraken. over gemaakt. Het kan om een bedrag gaan van ca. 50.000 euro per cliënt per jaar. In dat geval gaat het om een bedrag van een kleine 400 miljoen euro. Per 1 januari 2018 moet een groot deel van deze cliënten instromen in Beschermd Wonen gehuisvest worden, of, kunnen blijven wonen waar ze nu wonen maar dan betaald door de centrumgemeente.

Ondertussen zit er geen voortgang in de toelating van mensen met psychiatrische problematiek tot de WLZ. Om hen te kunnen toelaten is een wetswijziging noodzakelijk. Dat lijkt niet eerder dan in 2018 plaats te vinden.

Verdeelmodel BW en MO
Er komt een nieuw verdeelmodel voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. De uitkomst zal waarschijnlijk bekend worden gemaakt in de meicirculaire 2018. De uitkomsten van een nieuw verdeelmodel brengen financiële risico’s met zich mee

VPB Grondbedrijf
Op basis van de quick scan kunnen we voorlopig concluderen dat het grondbedrijf vooralsnog niet Vpb-plichtig is. Voor alle duidelijkheid: dit betreft een voorlopige indicatie. Er dient met de belastingdienst overeenstemming bereikt te worden over de gehanteerde uitgangspunten. Er bestaan nog veel onzekerheden in de landelijke discussie die impact kunnen hebben op de uitkomst. Na afstemming met de belastingdienst kan de fiscale openingsbalans met peildatum 1 januari 2016 definitief vastgesteld worden.