2. Middelenkader 2020-2023

Deze zomernota ziet Enschede zich geconfronteerd met een grote financiële opgave. Voor 2020 en 2021 was er nog sprake van negatieve saldi van -4,6 miljoen euro en -2,6 miljoen euro op basis van de afspraken uit het coalitieakkoord. Door de stijgende lonen en prijzen komt daar structureel een nadeel oplopend tot bij 2,8 miljoen euro bij. Ook ziet de gemeente zich geconfronteerd met financiële knelpunten, onder andere doordat de financiële bijdrages aan gemeenschappelijke regelingen ook stijgen als gevolg van effecten van loon- en prijsstijgingen bij deze organisaties. De goed draaiende economie levert hierdoor voor de gemeente extra kosten op.
 
Aan de inkomstenkant staat daar niet een vergelijkbare ontwikkeling tegenover. In de meicirculaire blijkt dat op rijksniveau sprake is van een onderbesteding waardoor gemeenten gekort worden (trap op trap af systematiek). Daardoor daalt de bijdrage die Enschede krijgt uit het gemeentefonds opnieuw met miljoenen euro's. Het Rijk heeft weliswaar ook extra jeugdhulp middelen toegekend, echter per saldo is toch sprake van een forse korting op het totale budget. Overigens worden deze extra jeugdhulp middelen ingezet in het bredere middelenkader op gemeenteniveau waardoor de lopende bezuinigingsambitie op de jeugdzorg overeind blijft.
 
Alles bij elkaar is de financiële opgave daarmee om structureel voor 9 miljoen euro financiële dekking te benoemen. Het college heeft hiervoor in deze zomernota een voorstel uitgewerkt. Bij deze maatregelen wordt rekening gehouden met een ingroeipad / remweg waarbij pas later in de planperiode de volledige bezuiniging wordt gerealiseerd. Dit geeft ruimte om de maatregelen goed voor te bereiden en met de raad door te spreken. Daarnaast is nu weliswaar op rijksniveau sprake van onderbesteding, maar mogelijk worden doorgeschoven uitgaven door het rijk de komende jaren alsnog gemaakt. In die situatie zou de gemeente trap op meegaan en eventueel weer additionele middelen toegekend krijgen. Door de meer pijnlijke bezuinigingsmaatregelen pas later in de planperiode op te voeren kan dan alsnog worden besloten deze niet door te voeren.
 
Door incidentele posten voor 2020 en 2021 loopt de opgave in deze jaren zelfs op tot 15 miljoen euro. Het college stelt voor om voor de komende jaren de algemene reserve aan te wenden om incidentele tekorten af te dekken. De gemeente Enschede heeft bij de start van deze zomernota een gezonde financiële positie. Na inzet van de algemene reserve op de incidentele opgave blijft deze financiële positie ook binnen de afspraken die met de raad gemaakt zijn (ondergrens voor de weerstandsratio = 1,0). Dat is als voorwaarde gehanteerd om de algemene reserve te kunnen inzetten. In het laatste jaar van de planperiode is sprake van een hogere weerstandsratio omdat daarmee eventuele nieuwe tegenvallers die zich binnen de planperiode voor zouden kunnen doen te kunnen opvangen. 
 
Gezien de structurele opgave die er ligt ziet het college zo goed als geen ruimte voor beleidswensen. Enkele beleidswensen waarbij het wel heel onverstandig is om deze niet op te pakken zijn geclassificeerd als probleempunten en wel opgenomen in het middelenkader. Deze worden verderop toegelicht. Tevens is in de begroting van 2019 ruimte om enkele incidentele investeringen naar voren te halen. Ook hiervoor zijn voorstellen gedaan.

2.1. Scenario's

Om de Raad in positie te brengen om een brede afweging bij de Zomernota te maken, begint het middelenkader met een overzicht van verschillende scenario's, waarvan één scenario de voorkeur heeft van het College.

Het startpunt van alle scenario's is de financiële opgave die in alle scenario's gelijk is. Dit bestaat uit het saldo van de Gemeentebegroting 2019-2022, de stand van het Gemeentefonds, de compensatie van het Rijk voor de tekorten in de Jeugdhulp, externe effecten zoals lonen, prijzen, rente en indexatie ozb en de knelpunten die onontkoombaar en onuitstelbaar (O&O) zijn. 

  I II III IV        
In miljoen euro x x x x 2020 2021 2022 2023
Externe effecten en knelpunten (toegelicht in paragraaf 2.2)                
Saldo Gemeentebegroting 2019-2022 x x x x -4,60 -2,60 3,70 4,10
Gemeentefonds x x x x -2,23 -3,64 -4,97 -3,60
Compensatie Rijk voor tekorten in Jeugdhulp x x x x 2,82 2,82 2,82 2,82
Ontwikkelingen lonen, prijzen, rente, ozb x x x x -2,39 -2,01 -2,22 -2,83
O&O knelpunten x x x x -6,72 -6,43 -6,07 -5,69
          -13,1 -11,9 -6,7 -5,2
Probleempunten (toegelicht in paragraaf 2.3)                
Aanvulling reserve sociaal fonds voor realisatie bezuinigingen op jeugdhulp en wmo x   x x 0 0 0 0
Onderwijshuisvesting x x x x 0 -0,30 -0,60 -1,20
Investeren in ICT, rendement voor organisatie* x x x x -0,68 -0,22 -0,19 -0,05
Organisatieontwikkeling* x x x x -0,30 -0,30 -0,30 -0,30
Financiële basis op orde* x x x x -0,60 -0,75 -0,15 -0,15
Stedelijke ontwikkeling x x   x 0 -1,50 -1,50 -1,50
                 
Beleidswensen (toegelicht in paragraaf 2.4)                
Beleidswensen College x     x -0,05 -0,05 -0,05 -0,05
In geval van een meevaller bij septembercirculaire '19         1,00 1,00 1,00 1,00
Volledige uitvoering coalitieakkoord en moties x       -1,06 -0,87 -0,87 -0,87
Beleidswensen sociaal     x   -0,28 -0,28 -0,28 -0,28
Beleidswensen fysiek   x     -6,41 -5,43 -5,16 -4,83
Overige beleidswensen x       -7,48 -6,67 -6,25 -5,92
                 
Dekkingsmaatregelen (toegelicht in paragraaf 2.5 en 2.6)                
Klachtencommissariaat op basisvariant (nr 1)   x x x 0 0,17 0,17 0,17
Besparing op budget Raad en griffie (nr 3)   x x x 0 0,13 0,13 0,13
Verlagen wijkbudgetten     x   0 0,20 0,20 0,20
Stoppen met Right to challenge (nr 14)   x   x 0,07 0,07 0,07 0,07
Lager kwaliteitsniveau wegen (nr 6)     x x 0,00 0,10 0,10 0,10
Verbindingsambtenaar schrappen     x   0,08 0,08 0,08 0
Versoberen Openbare Ruimte     x   0,2 0,4 0,4 0,4
Sluiten van een culturele instelling     x   0 0,5 0,5 0,5
Scherpere focus mobiliteitsprojecten     x   0 0,05 0,1 0,15
Minder promotie voor de regio (nr 7)     x x 0 0 0,16 0,16
Brede taakstelling op fysiek en economisch domein (nr 8)     x x 0 0,15 0,40 0,60
BUIG binnen Rijksmiddelen (nr 10)   x   x 0,45 0,90 1,80 1,80
Verlagen Kwijtscheldingen van 100% naar 75%   x     0,50 0,50 0,50 0,50
Maatregelen armoedebeleid naar 110% en zero tolerance Participatiewet   x     0,90 0,90 0,90 0,90
Verder verhogen kilometergrens leerlingenvervoer naar 6 km   x     0,07 0,07 0,07 0,07
Transformatie Ondersteuning Huishouden (nr 11)   x   x 0 0,50 0,50 0,50
Versneld clusteren van sportvelden (nr 12) x x   x 0 0 0,20 0,20
Exploitatiebijdrage zwemmen (nr 13)   x   x 0 0 0 0,70
Rendement investeren in organisatie* (nr 15) x x x x 0 1,00 1,50 2,00
Verbonden partijen (nr 3, 17 en 18)   x x x 0 0,10 0,26 0,36
Parkeertarieven (nr 4 en 5)     x x 0 0,10 0,10 0,40
Toeristenbelasting op niveau brengen (nr 16)     x x 0 0,30 0,30 0,30
Afloop/afbouw intensiveringen na 2022 (nr 9)   x x x 0 0 0 1,08
 * Noodzakelijke uitgaven om besparing op organisatie te kunnen halen. Deze zijn daarom in de secnario's aan elkaar verbonden. Het gaat om investeringen in alle drie de onderdelen.                
                 
Saldo middelenkader         2020 2021 2022 2023
saldo variant I. Investeren zonder saneren         -23,3 -21,5 -14,9 -13,0
saldo variant II. Focus Fysiek & Economie         -19,1 -16,0 -8,5 -4,8
saldo variant III. Focus Vitaal & Sociaal         -14,7 -10,4 -3,9 -0,6
saldo variant IV. Evenwichtige keuzes tussen investeren en saneren (Voorkeur College)         -14,2 -11,5 -3,8 0,1
                 

 

Scenario's

In de tabel zijn de volgende scenario's uitgewerkt:

Scenario I. Investeren zonder saneren, een scenario waarin alle intensiveringen worden gehonoreerd, zonder dat er bezuinigingen tegenover staan. Zoals zichtbaar in het overzicht is dit scenario financieel niet houdbaar.

Scenario II. Focus Fysiek & Economie, een scenario waarin alle beleidswensen binnen het programma DWLW worden gehonoreerd en alle opgenoemde bezuinigingen binnen het programma V&S worden doorgevoerd.

Scenario III. Focus Vitaal & Sociaal, een scenario waarin de beleidswensen binnen V&S worden gehonoreerd en alle opgevoerde bezuinigingen op Fysiek en Economie worden doorgevoerd.

Scenario IV. Evenwichtige keuzes tussen investeren en saneren. Dit scenario heeft de voorkeur van het College.

 

Een nadere toelichting op de verschillende onderdelen van de scenario's staat in de volgende paragrafen van hoofdstuk 2.

 

Voor het totaaloverzicht is het voorkeursscenario in de onderstaande tabel weergegeven. Alle posten bij elkaar opgeteld is er een negatief saldo van -14,2 miljoen euro in 2020. Het negatieve saldo verandert in vier jaar naar een positief saldo van 0,1 miljoen euro in 2023.

 

Middelenkader voorkeurscenario Zomernota in mln euro 2020 2021 2022 2023
Saldo Gemeentebegroting 2019-2022 -4,6 -2,6 3,7 4,1
Gemeentefonds -2,2 -3,6 -5,0 -3,6
Compensatie Rijk voor tekorten Jeugdhulp - uitname Voogdij 18+* 2,8 2,8 2,8** 2,8**
Ontwikkelingen lonen, prijzen, rente, ozb -2,4 -2,0 -2,2 -2,8
O&O Knelpunten -6,7 -6,4 -6,1 -5,7
Probleempunten -1,6 -3,1 -2,7 -3,2
Beleidswensen College -0,05 -0,05 -0,05 -0,05
Dekkingsmaatregelen 0,5 3,5 5,7 8,5
Saldo middelenkader -14,2 -11,5 -3,8 0,1
Onttrekking uit Algemene Reserve 14,2 11,5 3,8 0
Eindsaldo Zomernota 0 0 0 0,1

* De extra jeugdhulp middelen worden ingezet in het bredere middelenkader op gemeenteniveau waardoor de lopende bezuinigingen op jeugdzorg/Sociaal Domein overeind blijven.

** Voor de extra jeugdhulp middelen heeft het kabinet aangegeven met een richtlijn te komen hoe gemeenten meerjarendekking op kunnen nemen in de begroting. Deze richtlijn is nog niet uitgevaardigd. Vooralsnog volgen wij het kabinet dat de extra middelen doorgetrokken kunnen worden ook voor 2022 en 2023. 

 

Het startpunt van de Zomernota is het saldo dat overbleef uit de Gemeentebegroting 2019-2022. Dit was een negatief saldo in 2020 en 2021 en positief in 2022 en 2023. Daarna is een aantal vaststaande posten opgenomen zoals de stand van het Gemeentefonds, de compensatie van het Rijk voor de tekorten Jeugdhulp, externe effecten zoals lonen, prijzen, rente en ozb en de knelpunten die onontkoombaar en onuitstelbaar (O&O) zijn.

 

Daarnaast zijn er ‘probleempunten’ die optellen tot -1,6 miljoen euro in 2020, oplopend naar -3,1 miljoen euro in 2023. De probleempunten zijn niet opgenomen als knelpunten, omdat er strikt genomen nog een keuze is om het niet te doen (uitstel of afstel). Het is echter zeer onverstandig om dit niet te doen om een van de volgende redenen: (1) het betreft een investering die zichzelf terugverdient in de planperiode (4 jaar), (2) niets doen zou binnen de planperiode alsnog leiden tot een knelpunt met de bijbehorende financiële impact als gevolg of (3) er ligt een uitdrukkelijke toezegging van het college onder.

 

Gezien de opgave die er ligt, kiest het College voor een beperkt pakket aan beleidswensen. Diverse beleidswensen uit het coalitieakkoord en ook moties van de raad kunnen pas opgepakt worden, als er in de toekomst mogelijk weer financiële ruimte zou ontstaan. De dekkingsmaatregelen waarvoor het College kiest tellen op van 0,5 miljoen euro in 2020 naar 8,5 miljoen euro vanaf 2023.

 

Het middelenkader heeft in 2020 een negatief saldo van -14,2 miljoen euro. Binnen 4 jaar wordt het begrotingstekort ingelopen en sluit het middelenkader positief met 0,1 miljoen euro in 2023. Gezien de stand van de reserves en de weerstandsratio is het mogelijk om op incidentele basis een beroep te doen op de algemene reserve om het saldo in 2020, 2021 en 2022 sluitend te krijgen. Daarmee blijft de weerstandsratio wel de gehele periode 2020-2023 boven de door de raad gestelde ondergrens van 1,0. Het effect op het weerstandsvermogen is berekend in paragraaf 2.8.

2.2. Externe effecten en knelpunten

Gemeentefonds 

In de Gemeentebegroting 2019-2023 is de stand van het Gemeentefonds berekend op basis van de septembercirculaire 2018. In de Zomernota zijn alle aanpassingen aan het Gemeentefonds na september 2018 verwerkt. Het gaat om de decembercirculaire 2018, die een positief effect heeft op het middelenkader van 1,49 miljoen euro. Daarnaast is er het effect van de meicirculaire, die in paragraaf 2.10 nader toegelicht wordt. Voor het meerjarig middelenkader heeft de meicirculaire een nadelig effect van -2,2 miljoen euro in 2020, oplopend naar -5,1 miljoen euro vanaf 2023.

 

In de meicirculaire geeft het Rijk voor de jaren 2020 en 2021 een tegemoetkoming van 3,6 miljoen euro voor tekorten die er zijn in de Jeugdhulp. In de circulaire wordt ook gemeld dat het kabinet de provinciale toezichthouders een richtlijn zal geven zodat gemeenten een meerjarendekking in de begroting kunnen opnemen voor de uitgaven jeugd. Vooruitlopend op deze richtlijn neemt de gemeente Enschede het compensatiebedrag van 3,6 miljoen euro structureel op. In het middelenkader wordt dit verwerkt doordat het bedrag ook in 2022 en verder als dekkingsmiddel beschikbaar is.

 

Tot slot heeft de gemeente in de meicirculaire een korting van bij elkaar 801.000 euro te verwerken vanwege een verandering van taken op het gebied van voogdij 18+. Deze korting kan niet binnen het budget Jeugdhulp opgevangen worden en geldt daarom als nadelig effect bij de verwerking van de meicirculaire. Met het beschikbaar stellen van de 3,6 miljoen euro aan het middelenkader, blijven de bestaande taakstellingen op de Jeugdhulp onverkort van kracht en worden deze dus niet verlaagd met dit bedrag.

 

Gemeentefonds in 1000 euro 2020 2021 2022 2023
1 Decembercirculaire       1.490
2 Meicirculaire, accres Gemeentefonds -2.237 -3.638 -4.968 -5.096
Totaal accres Gemeentefonds (1+2)
-2.237 -3.638 -4.968 -3.606
3 Tegemoetkoming Jeugdhulp  3.618 3.618 3.618 3.618
4 Onhaalbare taakmutatie Voogdij 18+ -801 -801 -801 -801
Totaal compensatie Rijk voor tekorten Jeugdhulp 2.817 2.817 2.817 2.817

 

Het middelenkader wordt jaarlijks aangepast op een aantal externe effecten, zoals ontwikkelingen op het gebied van lonen, prijzen, rente en ozb. Het betreft een actualisatie van ramingen, gebaseerd op cijfers van het CPB en andere parameters. In de onderstaande tabel zijn deze externe effecten benoemd.

 

 

Indexatie lonen, prijzen, rente en ozb

Indexatie lonen, prijzen, rente en ozb in 1000 euro 2020 2021 2022 2023
1 Prijsontwikkeling -1.400 -1.400 -1.400 -1.400
2 Ontwikkeling loonkosten -4.200 -4.200 -4.200 -4.200
3 Structurele effecten premiestijging ABP vanaf 2019 -1.100 -1.100 -1.100 -1.100
4 Loonprijscompensatie Jeugdhulp, WMO en SW -1.777 -1.778 -1.778 -1.778
5 Volume effect Jeugdhulp -941 -941 -941 -941
6 Volume effect WMO -768 -768 -768 -768
7 Indexatie Onderwijshuisvesting       -193
8 Correctieboeking kapitaallasten -112 -106 -100 -100
9 Dekking vanuit stelpost loon-prijscompensatie 6.800 6.800 6.800 6.800
10 Indexatie OZB 681 681 681 681
11 Rente, Treasury 424 799 591 170
Totaal -2.393 -2.013 -2.215 -2.829

 

Toelichting

 

1. Prijsontwikkeling

Het CPB gaat in de prognoses uit van een inflatie van 1,4% in 2020. Dit leidt tot een prijsstijging van ongeveer 1,4 miljoen euro.

 

2. Ontwikkeling loonkosten

De inschatting is dat een nog af te sluiten cao leidt tot een loonstijging van 2% vanaf 2020. Daarnaast is de kans groot dat er ook vanaf 2020 nog een stijging is van pensioenpremies. Deze is geraamd op 1%. Bij elkaar opgeteld is het uitgangspunt dat de loonkosten met 3% stijgen vanaf 2020. Dit heeft een structureel financieel effect van ongeveer -4,2 miljoen euro.

In de Gemeentebegroting 2019-2022 is er daarnaast nog rekening gehouden met een loonstijging als gevolg van een nieuwe cao, die vanaf 2019 zou kunnen ingaan. Indien er inderdaad een cao komt, met een ingangstermijn van 2019, is er in de stelpost loon-prijscompensatie een bedrag van 2,5 miljoen euro beschikbaar om deze effecten vanaf 2019 op te kunnen vangen.

 

3. Structurele effecten premiestijging ABP vanaf 2019

Na vaststelling van de Gemeentebegroting 2019 zijn de pensioenpremies nog verder verhoogd. Dit leidt vanaf 2019 tot ongeveer 1,1 miljoen euro extra lasten en is aanvullend op de loonkostenstijging die in de voorgaande post is berekend.

 

4. Loonprijscompensatie Jeugdhulp, Wmo en Sociale werkvoorziening

Vanaf 2020 worden kostenstijgingen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen in Jeugdhulp, Wmo en Sociale  Werkvoorziening (SW) gecompenseerd vanuit het accres in het Gemeentefonds. Er is dan geen sprake meer van aparte loonprijscompensatie die tot en met 2019 via de circulaire wordt toegekend. De inschatting is dat een bedrag van 1,78 miljoen euro nodig is voor de loonprijscompensatie op deze onderdelen.

 

5. Volume effect Jeugdhulp

De inschatting is dat er vanaf 2020 een verdere autonome groei is aan het beroep op Jeugdhulp van 2,5%. Dit leidt tot 941.000 euro extra lasten.

 

6. Volume effect Wmo

De autonome groei van het beroep op een Wmo voorziening wordt ingeschat op 2%, wat leidt tot een lastenstijging van 768.000 euro. Dit is exclusief het effect van de invoering van het abonnementstarief (zie daarover meer in paragraaf 2.9).

 

7. Indexatie Onderwijshuisvesting

Als dekking voor de kapitaallasten van gedane onderwijsinvesteringen is in 2011 afgesproken dat het product onderwijshuisvesting jaarlijks structureel wordt verhoogd.

 

8. Correctieboeking kapitaallasten

Dit betreft een correctie in het spaarprogramma voor het hoofdwatersysteem van de Eschmarke. Een te hoge onttrekking uit de reserve weerstandsvermogen wordt terug gedraaid en gedekt uit de algemene reserve (via het middelenkader).

 

9. Dekking vanuit stelpost loon-prijscompensatie

In de stelpost loon-prijscompensatie is een bedrag van 6,8 miljoen euro structureel beschikbaar voor het opvangen van loon-prijsontwikkelingen vanaf 2020.

 

10. Indexatie OZB

Uitgaande van een inflatiecijfer van 1,4%, zorgt een indexatie van de ozb voor 681.000 euro extra opbrengst.

 

11. Rente, Treasury

Tussenstand van het treasury saldo, waarin enerzijds het voordeel van herfinanciering van de lening van de Deutsche Bank en anderzijds de nadelen van het wegvallen van dividend en rente-baten Twente-lening zijn verwerkt. Op basis van de huidige doorrekening blijft de omslagrente gelijk op 2%.

 

 

Knelpunten

De onderstaande onderdelen zijn in de opgave als knelpunten meegenomen, omdat deze onontkoombaar en onuitstelbaar zijn. Er is geen keuze mogelijk.

  

Knelpunt in 1000 euro 2020 2021 2022 2023

 

Samenleving en bestuur

 1 Regio Twente 677 677 677 677
 2 Veiligheidsregio Twente 235 235 235 235
 3 Structurele kosten lidmaatschappen en bedrijfsvoering 118 118 118 118
 4 Taakstelling Netwerkstad 65 65 65 65
 5 Vervolg archief achterstanden 150      
 6 Proceskosten/Bezwaar Zaken 240 240 240 240
 7 Taakstelling subsidies 400      

 

Duurzaam wonen, leven, werken

 8 Areaaluitbreiding 415 415 415 415
 9 Omgevingsdienst Twente 227 227    
10 Volkspark onderhoud 150 150 150 150
11 Energiekosten openbare verlichting 50 50 50 50
12 Plaagdierbestrijding en eikenprocessierups 97 97 97 97
13 Omgevingswet invoering   300 300  
14 Niet-realisatie beleidsdeel taakstelling op subsidies Cultuur 140 140 140 140

 

Vitaal en sociaal

15 Effect rijksbudget BUIG 1.800 1.800 1.800 1.800
16 Sportaal: exploitatiebijdrage 265 185 155 125
17 Stadsbank: caseload   150 150 150

 

Financiën en organisatie

18 ICT uitgaven om te voldoen aan wet en regelgeving 450 450 350 300
19 Informatiebeveiliging en beheer bedrijfskritische verbindingssoftware 205 205 205 205
20 Licentie-, internet- en intranetkosten 561 511 511 511
21 NS reizen personeel 40 40 40 40
22 WGA-WIA 80 80 80 80

23 Verzelfstandiging markten

85 85 85 85
24 Desintegratiekosten 170 170 170 170
25 Duurzaam deelvervoer interne doorbelastingen 100 35 35 35
Totaal 6.720  6.425 6.068 5.688

 

 

Toelichting

 

1. Regio Twente

Vanuit de Programmabegroting 2020  van de Regio Twente ontstaat een nadeel in het middelenkader. Overigens is deze begroting beleidsarm. Voor het overgrote deel is het tekort het gevolg van toevoeging van de loon- en prijscompensatie die hoger is dan de indexatie waarmee in de gemeente wordt gerekend. Over de vaststelling en hoogte van deze percentages zijn in Twents verband afspraken gemaakt. De verschillen hangen samen met het moment van vaststellen van de percentages. De gemeenschappelijke regelingen moeten al vroeg in het jaar hun begrotingen opstellen en benutten daarvoor de informatie zoals deze is gepubliceerd op Prinsjesdag van het vorige jaar. De gemeente stelt pas later haar middelenkader op gaat uit van een andere peildatum. Daarnaast is dit jaar ook nog sprake van een inhaalindexatie vanuit 2019, aangezien CAO-afspraken tot hogere loonstijgingen hebben geleid.

 

2. Veiligheidsregio Twente (VRT)

Ook bij de Veiligheidsregio (VRT) ontstaat een nadeel vanuit de Programmabegroting 2020 van de VRT die grotendeel het gevolg is van de toevoeging van de loon- en prijscompensatie. Zie ook de toelichting bij de Regio Twente. Daarnaast is bij VRT sprake van de toevoeging van een (beperkt) budget voor een aantal financiële ontwikkelingen (zijnde saldo van schoon werken/arbeidshygiëne, informatieveiligheid, verhoging ongevallenverzekering en besparing op bedrijfsvoering) die leiden tot een extra gemeentelijke bijdrage.
 

3. Structurele kosten lidmaatschappen en bedrijfsvoering

Tekort op jaarlijkse structurele kosten ad 118.000 euro: partnerbijdrage platform 31 (21.000 euro), bedrijvencartotheek RT (58.000 euro) en overige (27.000 euro). Dit zijn kosten die elders in de organisatie werden gefinancierd, maar bij de bezuinigingsronden zijn geschrapt. Kosten zijn echter noodzakelijk voor uitvoering van taken. De bedrijvencartotheek is de basis van alle economische statistieken. We maken op basis hiervan een economische monitor, gebruiken de gegevens voor het maken en checken van bestemmingsplannen, kunnen zo tot op adresniveau bedrijvigheid zien (ontwikkelingen, personeelsaantallen etc) en het aantal banen en vestigingen van onze gemeente komt uit deze bron. Kortom, essentieel voor uitvoering primaire processen.

 

4. Taakstelling Netwerkstad

In de Programmabegroting 2018-2021 is een bezuiniging op de bijdrage aan Netwerkstad van 130.000 euro opgenomen. Daarvan is het de verwachting dat 65.000 gerealiseerd kan worden, op basis van een besluit van het College. De inschatting is dat het resterende bedrag van 65.000 euro niet gerealiseerd wordt. Dit is tevens in het overzicht van de voortgang lopende bezuinigingen opgenomen (in paragraaf 2.7). Dit leidt tot een structureel knelpunt van 65.000 euro.

 

5. Vervolg archief achterstanden

Het analoge archiefgedeelte is, ondanks de inzet op het wegwerken hiervan, nog een aandachtspunt. Er is nog 700 strekkende meter archief te bewerken.
1. We moeten voldoen aan de plicht om archieven in geordende en toegankelijke staat te hebben en te houden waarbij vernietigen na verloop van een bepaalde termijn een plicht is. Indien we hieraan niet voldoen, volgt er intensiever toezicht in het kader van het IBT.
2. We moeten voldoen aan de regels die de AVG stelt als het gaat over de verwerking van de persoonsgegevens. Te lang bewaren van persoonsgegevens kan leiden tot boetes.
3. Vanuit de WOB kunnen er stukken opgevraagd worden die we als gemeente niet meer zouden mogen hebben omdat deze al vernietigd zouden moeten zijn.

 

6. Proceskosten/Bezwaar Zaken

Als burgers in gelijk worden gesteld in de bezwaar/beroep procedure, stelt de rechter een bedrag ter vergoeding van de proceskosten vast. Het gaat dan om een aantal punten. De prijs per punt wordt telkens hoger waardoor de procesvergoeding ook steeds hoger wordt. Dit veroorzaakt een onbeinvloedbaar knelpunt, dat los staat van een toename aan bezwaren.

Daarnaast leidt het aantal toegenomen bezwaren tot hogere personele inzet. Gezien het huidige aantal binnengekomen bezwaarschriften in 2019 verwachten we een toename van 368 bezwaarschriften per jaar. Met een norm van 95 bezwaarschriften per fte vraagt dat om 3 fte extra inzet.

 

7. Taakstelling subsidies
In het coalitieakkoord is een taakstelling op subsidies van 1 miljoen euro structureel per 2020 opgenomen. Met de motie van 10 december 2018 heeft de raad het college opgedragen om een jaar langer de tijd te nemen voor een gedegen procedure. Daarbij is wel ter overweging meegegeven om in 2020 subsidiebedragen niet te indexeren. Het college stelt voor dit voor 2020 niet te doen waardoor incidenteel ongeveer 600.000 euro bespaard wordt, op incidentele basis. Het restant van de taakstelling van 1 miljoen euro (400.000 euro) is een incidenteel knelpunt. Voor de structurele invulling vanaf 2021 wordt een afwegingsvoorstel voor de raad voorbereid.

 

8. Areaaluitbreiding

Betreft de jaarlijkse areaaluitbreiding. De kosten voor onderhoud betreffen materiële kosten, kosten inzet derden, kosten vanuit fte inzet eigen personeel en fte inzet vanuit Onderhoud Enschede BV.

 

9. Omgevingsdienst Twente (ODT)

In de ontwerp programmabegroting 2020 van het ODT wordt opnieuw uitgegaan van een verdeelsleutel overhead op basis van inwonertal in plaats van ingebrachte formatie. Dit leidt tot een structurele verhoging van de bijdrage van Enschede van 227.000 euro. Enschede is nog met de Omgevingsdienst Twente in gesprek over (stapsgewijze) aanpassing van de verdeelsleutel. Bovendien zullen tegen de ontwerp programmabegroting ODT 2020 zienswijzen worden ingediend.

Daarnaast wordt in de ontwerp programmabegroting ODT 2020 uitgegaan van een Enschedese inbreng van 10,9 fte (basistakenpakket en plustaken) in plaats van de feitelijke 4,2 fte (alleen wettelijk verplichte basistakenpakket). Dit betekent een verhoging van de bijdrage van circa 590.000 euro. Ook hierop wordt in de zienswijze ingegaan. Het aanvullende bedrag van 590.000 euro is in de risicoparagraaf (2.9) opgenomen en wordt niet als hard O&O knelpunt gekwalificeerd.

 

10. Volkspark onderhoud

Rond het beheer en onderhoud van het Volkspark verwachten we een structureel tekort. Een deel van de kosten voor beheer en onderhoud werden namelijk gedekt vanuit de inkomsten van de kermissen die in het Volkspark plaats vinden. Deze inkomsten van de kermissen lopen (in lijn met de landelijke trend) terug.

 

11. Energiekosten openbare verlichting

We verwachten een toename van de energiekosten bij de openbare verlichting. Dit door een stijging van de energietarieven. Het gaat dan om een stijging van 170.000 euro structureel ten opzichte van 2018. In 2019 denken we dit op te kunnen vangen door incidentele meevallers en ruimte in het budget, vanaf 2020 levert dit een structureel tekort op van 50.000 euro.

 

12. Plaagdierbestrijding en eikenprocessierups

Vanaf 2017 is de landelijke wetgeving rond de bestrijding van ratten gewijzigd. Als gevolg daarvan zijn er meer acties (herhaalbezoeken en werkzaamheden als het plaatsen van vallen) nodig vanuit Twente Milieu. Met als gevolg een structurele stijging van de bestrijdingskosten van 77.000 euro. Er is inmiddels een verkenning gestart gericht op preventie en een proactieve aanpak. Dit met als doel het aantal ratten en de bestrijdingskosten terug te dringen. Hoe haalbaar dit is moet in de praktijk nog blijken. Dit zoals toegelicht in de brief aan de Raad van 9 maart 2019.

Daarnaast geven kenniscentra aan dat de hoge plaagdruk van de eikenprocessierups structureel wordt. Voor de bestrijding ervan is stuctureel 20.000 euro extra nodig.

 

13. Omgevingswet invoering

Voor de invoering van de Omgevingswet is voortzetting van 300.000 euro per jaar tot en met 2022 noodzakelijk. In 2019 is 600.000 euro beschikbaar omdat de Omgevingswet oorspronkelijk in 2019 zou worden ingevoerd. De invoering is echter uitgesteld naar 2021. Het jaar 2020 kan daarom worden ingevuld met 300.000 euro die in 2019 niet wordt uitgegeven. Voor het invoeringsjaar 2021 en voor 2022 is vervolgens nog een zelfde bedrag van 300.000 euro nodig. De jaren daarna zijn nog niet goed in te schatten.
Het budget is onder meer nodig voor de begeleiding van de invoering, het ondersteunen van experimenten, opstellen van een nieuw Omgevingsplan en de voorbereiding op een aanzienlijke ICT-opgave die met de invoering van de Omgevingswet samenhangt.

 

14. Niet-realisatie beleidsdeel taakstelling op subsidies Cultuur

In de zomernota van 2017 is door de raad de zoekrichting aangegeven voor de realisatie van de bezuiniging van 500.000 euro. De denkrichting voor de huidige bezuiniging is om hierbij te kijken naar posten gerelateerd aan een andere rol van de gemeente en efficiency. Gedacht wordt aan ander atelierbeleid, bezuinigen op niet specifiek geoormerkte budgetruimte in de cultuurbegroting die jaarlijks ingezet wordt voor niet voorziene activiteiten en/of calamiteiten die zich voordoen, op de kleine instellingen/subsidies en hiermee gepaarde personeelskosten. Binnen deze kaders kunnen we een bezuiniging realiseren van 360.000 euro (door bezuinigen op niet specifiek geoormerkte budgetruimte, ateliers, Metropool, personeel). Om het resterende bedrag van 140.000 euro te realiseren moeten we het beleid aanpassen, dit valt niet binnen de kaders van de bezuiniging.

 

15. Nadeel rijksbudget BUIG

Onlangs is het nader voorlopig budget 2019 voor de bijstand door het Rijk gepubliceerd. Dit budget betekent voor Enschede een verlaging van 3,1 miljoen euro ten opzichte van het voorlopig budget 2019 dat in oktober bekend is gemaakt. Deze verlaging heeft vooral te maken met een aanpassing van de landelijke realisatiecijfers. De prognose van de BUIG gaat daardoor van een verwacht voordeel naar een nadeel van 1,8 miljoen euro. Dit nadeel vloeit feitelijk voort uit de eerder doorgevoerde aanpassingen in het verdeelmodel met een nadelig effect van ruim 4 miljoen euro. In de raadsbrief van 8 mei 2019 (kenmerk 190041562) is hier uitgebreider op ingegaan.

 

16. Sportaal BV: exploitatiebijdrage

Sportaal kan niet uitkomen met het budget binnen de huidige begroting. De oorzaak ligt in het feit dat de realisatie van afgesproken taakstellingen op het terrein van de clustering sportvelden en de professionalisering meer tijd in beslag nemen dan eerder gepland. Daarnaast is de indexering voor noodzakelijke loon-en prijsaanpassingen bij Sportaal hoger dan gemeentelijk begroot. Voor 2020 bedraagt het knelpunt 265.000 euro. Het loopt gefaseerd terug naar 125.000 euro in 2023. Binnen dit knelpunt is nog niet meegenomen dat de realisatie van de taakstelling op fiscaal terrein van 100.000 euro nog onzeker is.

 

17. Stadsbank: wegvallende dekking caseloadverlaging

Vorig jaar is besloten tot een caseloadverlaging bij de Stadsbank Oost Nederland (SON). De extra kosten hiervan werden gedekt uit de rijksmiddelen ter voorkoming van schulden en bestrijding van armoede die tot en met 2020 worden verstrekt. Vanaf 2021 zijn deze middelen niet meer beschikbaar en kunnen de structurele kosten van caseloadverlaging SON niet meer gedekt worden. Dit leidt tot een knelpunt van 150.000 euro.

 

18. ICT uitgaven om te voldoen aan wet en regelgeving

Om blijvend te voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van ICT is aanvullend 450.000 euro benodigd. Dit bedrag is nodig voor de volgende verplichtingen:

  1. De Wet digitale overheid heeft als doel het regelen van veilig en betrouwbaar inloggen door burgers en bedrijven bij de overheid. Hiervoor is een bedrag van 100.000 euro structureel nodig. De kosten worden veroorzaakt door digid kosten per inlogpoging en voor het aansluiten op het verplichte generieke koppelvlak inclusief op nationaal niveau uitgevoerd beheer.
  2. De Wet open overheid heeft als doel overheidsinformatie transparanter en toegankelijker te maken en eenvoudig te ontsluiten. Dit leidt tot een structurele toename van 150.000 euro voor de registratie- en beheercomponent. Het extra beheer dat gekoppeld is aan deze wet maakt geen onderdeel uit van wat bij het reeksbeheer staat. Een inverdieneffect wordt verwacht in 2023 voor 50.000 euro.
  3. Single Digital Gateway is Europese wetgeving en behelst de Europese toegangspoort die de Europeanen toegang gaat geven tot de informatie en procedures binnen de EU. Hieruit volgt een structurele last van 50.000 euro voor de verplichte vertaling naar een tweede taal, beheer en toename transacties.
  4. Wet electronische publicatie is de verplichting om naast publicatie in huis-aan-huis bladen ook elektronisch te publiceren. Aanluiting op deze electronische publicaties brengen voor koppelingen van basissystemen met publicatiesystemen een structurele last van 50.000 euro met zich mee.
  5. Wet modernisering electronisch bestuurlijk berichtenverkeer geeft de burger het recht om electronisch berichten aan een bestuursorgaan te zenden op een door het bestuursorgaan bepaalde wijze. De invoering vraagt 100.000 euro incidenteel (2020 en 2021). 

19. Informatiebeveiliging en beheer bedrijfskritische verbindingssoftware

Vanuit wetgeving en de informatiebeveiligingsdienst (IBD) worden steeds strengere eisen gesteld aan de aantoonbaarheid van de informatiebeveiliging. De vraagstukken hieromtrent zijn complexer en er moeten verplichte audits uitgevoerd worden die tijd en capaciteit vergen. Daarnaast is er een toename van het gebruik van de Enterprise Service Bus (ESB) verbindingssoftware voor bedrijfskritische processen (tbv processen bij Werk en Inkomen, processen met financiële stromen en koppelingen naar landelijke bouwstenen). Hiervoor is structurele capaciteit nodig tbv het testen en onderhouden van deze (nieuwe bedrijfskritische) koppelingen tussen de applicaties.  

 

20. Licentie-, internet- en intranetkosten

In 2018 zijn er meer noodzakelijke Microsoft producten aangeschaft in het kader van veiligheid. Door de nieuwe licentiestructuur in 2019 (cloud) en een hogere prijsstelling van Microsoft zijn de kosten voor de bestaande software van een netwerkaccount weer toegenomen. Wij schaffen onder collectieve gemeentelijke voorwaarden producten en diensten van Microsoft aan. De onderhandeling van deze collectieve voorwaarden is gevoerd door VNG (GT Microsoft). Betreft daarnaast (toename) structurele kosten iBabs, Novulo, Intranetkosten (Intens), Sitelmprove, Readspeaker en Naris (115.000 euro).

Tot slot is in de Algemene ledenvergadering van Dimpact in het najaar 2018 het besluit genomen om structureel jaarlijks een bedrag van 20.000 euro in rekening te brengen voor kosten die gemoeid zijn met de innovatie van Dimpact producten.

Daarnaast ontstaat incidenteel een knelpunt doordat in Dimpactverband de keuze is gemaakt om over te stappen naar een nieuw beheersysteem onder het digitale loket. Het Enschedese deel voor deze bouw van de gezamenlijke standaard inclusief Enschede-specifieke elementen bedraagt 50.000 euro.

Ten behoeve van de implementatie van e-facturatie is structureel budget nodig voor het beheer van de koppeling, betaling per factuur, abbonement met een Peppol Accesspoint.

 

21. NS reizen personeel

Kosten voor dienstreizen zijn al enkele jaren structureel 40.000 euro hoger dan het beschikbare gemeentebrede budget. Dekking vanuit een ander gemeentebreed budget bij P&O is niet meer mogelijk. Daarnaast wordt door de invoering van duurzaam deelvervoer werk-werk dienstreizen met eigen auto niet meer mogelijk, waardoor naast het gebruik van de electrische auto een toename in het NS reizen wordt verwacht. Om het effiecient werken tijdens het reizen optimaal te benutten is het toegestaan om bij een reistijd langer dan een uur eerste klas te reizen.

 

22. WGA-WIA

Kosten vanwege eigen risicodragerschap voor de WGA-WIA zijn structureel 80.000 euro hoger dan het huidige beschikbare budget bij de afdeling P&O. Oorzaak is de toename van het aantal personen met een WGA/WIA uitkering en de verhoging van de AOW leeftijd waardoor de duur van de eigen risico bijdrage opschuift van 65 jaar naar 67 jaar.

 

23. Verzelfstandiging markten

De verzelfstandiging van de markten veroorzaakt dat er geen marktgelden meer binnenkomen. Een deel van deze opbrengsten waren ter dekking van de interne bedrijfsvoeringskosten naar het gesloten product markten. Door het wegvallen van de opbrengsten ontstaat in de interne bedrijfsvoering een knelpunt. Het is niet mogelijk gebleken de kosten van interne bedrijfsvoering voldoende mee te laten bewegen met de in het tarief opgenomen kosten.

 

24. Desintegratiekosten

Het uitplaatsen van de werkzaamheden naar het ODT leidt ertoe dat dekking voor interne bedrijfsvoeringskosten wegvalt. Dit leidt tot een structureel nadeel van 170.000 euro. Dit nadeel is aanvullend op het eerder genoemde knelpunt nummer 9 over het ODT en valt binnen het begrotingsprogramma Financiën en Organisatie.

 

25. Duurzaam deelvervoer interne doorbelastingen

Duurzaam deelvervoer kosten voor parkeren, parkeerontheffingen elektrische auto's in Irenegarage, van Heekgarage en projectleidingskosten (I).

2.3. Probleempunten

De onderstaande onderdelen zijn niet opgenomen als knelpunten, omdat er strikt genomen nog een keuze is om het niet te doen (uitstel of afstel). Dit is echter zeer onverstandig om dit niet te doen, om een van de volgende redenen:

  • Het betreft een investering die zichzelf terugverdient in de planperiode (4 jaar)
  • Als we niets doen wordt dit punt binnen de planperiode (4 jaar) alsnog een O&O knelpunt met de bijbehorende financiële impact als gevolg.
  • Er ligt een uitdrukkelijke toezegging van het college onder. 

 

Probleempunt in 1000 euro 2019 2020 2021 2022 2023

 

Duurzaam wonen, leven, werken

         
1 Stedelijke ontwikkeling     1.500 1.500 1.500

 

Vitaal en sociaal

         
2 Aanvulling reserve Sociaal fonds (in 2019) 1.200        

 

Financiën en organisatie

         
3 Onderwijshuisvesting     300 600 1.200
4 Informatie architectuur en Applicatiebeheer:   675 215 185 50
5 Organisatieontwikkeling   300 300 300 300
6 Financiële basis op orde (expertise fiscaliteit en versterking planning & control)   600 750 150 150
Totaal 1.200 1.575 3.065 2.735 3.200

 

 

1. Stedelijke ontwikkeling

In het verleden was het mogelijk om met de winsten uit actief grondbeleid de algemene kerntaken op stedelijke ontwikkeling te financieren. Aan actief grondbeleid zaten echter ook grote risico’s verbonden die zich ook daadwerkelijk hebben voorgedaan. Dat is de reden dat Enschede nu een veel genuanceerder grondbeleid voert, waarbij we meer faciliterend optreden bij initiatieven die derden in de stad willen ontplooien. De mogelijkheden om daarmee algemene taken te dekken uit projectinkomsten zijn daarmee gestopt. Vandaar dat enkele jaren terug in de begroting al incidentele financiering is opgenomen voor het uitvoeren van deze kerntaken. Deze incidentele middelen lopen af na 2020. Omdat we als overheid wel onze kerntaken op stedelijke ontwikkeling moeten blijven uitvoeren wordt voorgesteld de incidentele financiering om te zetten in structurele financiering. Het betreft financiering voor klassieke gemeentelijke kerntaken als het maken van ontwerpen voor verkeerskundige ingrepen in de stad of het (her)ontwikkelen van gebieden (bijvoorbeeld de Spoorzone). Het gaat ook om werken aan de DIA/SIA, de nieuwe vorm van stadsvernieuwing om daarmee invulling te geven aan onze ambities op leefbare wijken en buurten. En om ontwikkeling van bijvoorbeeld het kennispark. Stedelijke ontwikkeling draagt hiermee bij aan het realiseren van onze ambities op werkgelegenheid en vestigingsklimaat en het aantrekken en vasthouden van talent. Al met al gaat het om 14 fte in functies als ontwikkelmanagers, MPG beheerder, deels fiscale taken, verkeerskundigen, stedenbouwkundigen, groenontwerpers en waterontwerpers. De taken die horen bij de genoemde 14 fte zijn noodzakelijk voor andere processen in de keten, zoals die van vergunningverlening, bestemmingsplannen enzovoort. Overigens is bij het bepalen van de omvang van de benodigde structurele financiering het uitgangspunt gehanteerd dat zoveel mogelijk waar dat kan kosten van stedelijke ontwikkeling via leges en zogenaamde privaatrechtelijke exploitatiebijdrages bij externen in rekening worden gebracht. Verder blijkt ook uit benchmarks dat Enschede in vergelijking met referentiegemeenten minder uitgeeft aan gebiedsontwikkeling.
 

2. Aanvulling reserve Sociaal fonds (in 2019)

De reserve Sociaal fonds is bedoeld voor het realiseren van de transformatie van het sociaal domein. Uit de reserve worden projecten / initiatieven bekostigd die een bijdrage leveren aan de transformatie. Het betreft uitgaven op het terrein van preventie en voorliggende voorzieningen ter voorkoming van duurdere tweedelijns zorgkosten. De transformatie van het sociaal domein is volop gaande en is in een fase waar meer armslag nodig is om in te spelen op initiatieven binnen maar zeker ook buiten de gemeente.

 

Op dit moment is de stand van de reserve 1,8 miljoen euro. Dit bedrag is volledig verplicht met projecten en intensiveringen die gepland waren. Er is dus geen ruimte voor nieuwe initiatieven en kansen die vanuit de samenleving voorbij komen. Daarom stellen we voor de reserve Sociaal fonds in 2019 aan te vullen met 1,2 miljoen euro. Deze aanvulling wordt enerzijds ingezet om de komende jaren (2019 – 2022) een aantal reserveringen van lopende transformatieprojecten te dekken (o.a. Top 100 aanpak met Menzis; Kracht van Verenigingen). Grotendeels zal de toevoeging echter gebruikt worden om tegemoet te komen aan onze wens om een versnelling in de transformatie in het sociaal domein aan te brengen, waarbij de focus conform coalitieakkoord de komende periode ligt op jeugd en gezin. Momenteel wordt een aantal versnellingsvoorstellen uitgewerkt:

  1. Anders organiseren van de toegang tot zorg en ondersteuning
  2. Collectief arrangement voor dagbesteding en lichte ondersteuning in één stadsdeel met een beperkt aantal aanbieders
  3. Collectief arrangement voor zware problematiek 16-24 jarigen met een beperkt aantal aanbieders
  4. Kansrijke Start
  5. Lange termijn visie sociaal inbrengen in Dynamische Investeringsagenda
  6. Dyslexie collectief organiseren met scholenkoepels
  7. Doorontwikkeling Ondersteuning huishouden

Het college zal bij de raad terugkomen over de aanwending van deze extra middelen in de reserve sociaal fonds. Op deze potentiële versnellingsprojecten vindt een nadere uitwerking en prioritering plaats. Op basis van deze prioritering en de behandeling in de raad worden deze projecten de komende jaren (2019 – 2022) uitgewerkt en uitgevoerd, bekostigd vanuit de reserve Sociaal fonds. Daarnaast is er een klein restant beschikbaar voor nieuwe kansen die zich de komende jaren aandienen en die we niet kunnen laten schieten. Tenslotte is een klein deel van het budget bestemd voor de organisatie van het programma transformatie sociaal domein (communicatie, betrekken van partners in de stad, etc).

 

3. Onderwijshuisvesting

Als gemeente hebben we de wettelijke taak te zorgen voor voldoende en adequate schoolgebouwen. De afgelopen 5 jaren was er sprake van een investeringsplafond van € 0 door de verlaging algemene uitkering als gevolg van de motie Hearsma-Buma in 2015. Deze investeringsstop is niet langer in stand te houden. Er is sprake van een onacceptabele veroudering van schoolgebouwen in zowel primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Voorafgaand aan de invoering van de investeringsstop was er in Enschede al sprake van een achterstand ten opzichte van de wettelijke verplichtingen. 68% van alle schoolgebouwen is gebouwd in 1980 of eerder. Een groot deel in de jaren 70. Vervanging is noodzakelijk en onvermijdelijk omdat deze gebouwen bouwkundig, installatietechnisch en functioneel afgeschreven zijn. De achterstand bedraagt in 2020 naar schatting 120 miljoen euro. Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen is tussen 2021 en 2054 een bedrag van 387 miljoen euro nodig. Dit investeringsvolume leidt tot een exploitatielast van circa 4,8 miljoen euro structureel. Deze investeringsomvang is zowel financieel als organisatorisch niet haalbaar. Met de schoolbesturen is overeengekomen dat er gefaseerd wordt. Door het faseren is substantieel minder geld nodig ten opzichte van de bestaande achterstand. De komende jaren wordt het investeringsbudget weer opgebouwd naar structureel 1,2 miljoen euro. Voor de te ontwikkelen investeringsagenda zal een separaat raadsvoorstel worden aangeboden met daarin de benodigde besluitvorming, ambities, kaders, afspraken, uitgangspunten, nadere duiding van de financiële effecten.

 

4. Informatie architectuur en Applicatiebeheer

Dit betreft een voorfinanciering om de komende 5 jaren een efficiënter applicatiebeheer vorm te kunnen geven.

 

Veranderingen in de bedrijfsvoering is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Een van de oorzaken hiervan is het tempo waarin IT zich is gaan ontwikkelen en de mate waarin nieuwe technologieën worden ingezet binnen de gemeente. Op dit moment hebben we onvoldoende beschikbare capaciteit zowel kwantitatief als kwalitatief om te kunnen aansluiten op veranderingen in de bedrijfsvoering. Met een voorfinanciering voor de komende 5 jaren kunnen we de werkzaamheden anders gaan organiseren en ook verder werken aan het inbedden van applicatie portfolio management en professionaliseren van de organisatie. Door applicatie portfolio management wordt er inzicht gecreëerd binnen de organisatie over het gehele applicatieportfolio waarmee er gekeken kan worden welke applicaties van waarde zijn en welke overbodig zijn. Door werkzaamheden efficiënter te organiseren kan in de nabije toekomst een besparing van ca. 2 FTE worden gerealiseerd ten opzichte van de huidige bezetting.


Werken onder architectuur is essentieel als werkwijze om verandering in het steeds complexer wordende IT-landschap integraal te kunnen analyseren en sturen. Hierbij is kennis van de huidige en de gewenste inrichting van het IT landschap richting landelijke standaard (VNG: Common Ground) onontbeerlijk.  Geconfronteerd met het grote aantal uit te voeren businessprojecten, het huidige volwassenheidniveau als organisatie op dit gebied en de centrale rol van architectuur is het noodzakelijk werken onder architectuur fors te verstevigen. Dit vraagt uitbreiding met een ervaren informatie architect. Doen we dit niet dan blijft de noodzakelijke (kosten)beheersing onder niveau en vindt er onvoldoende uitnutting/standaardisering van het IT landschap plaats.

 

5. Organisatieontwikkeling

Het is noodzaak dat onze organisatie zich verder ontwikkelt naar een lerende, flexibele en talentvolle organisatie om de opgaven van onze stad het hoofd te kunnen bieden. Gelijk met veranderingen in de samenleving gaan de technologische ontwikkelingen (zoals digitalisering en data-gedreven werken) razendsnel. Daar waar we investeren in de ontwikkeling van onze huidige medewerkers, zien we juist ook verlies van kwaliteit door uitstroom. De komende jaren verwachten wij een uitstroom van 400 medewerkers door natuurlijk verloop (pensionering). Daarnaast is er een fors toenemende krapte op de arbeidsmarkt (die voor verschillende functies nu al aantoonbaar is, zoals bijv. IT-professionals, financials, handhavers en juristen), waardoor steeds meer talentvolle medewerkers onze organisatie zullen verlaten. Tevens zien we een kanteling in ons werk door (technologische) ontwikkelingen die vragen om andere kwaliteiten en competenties van onze medewerkers. Met inzet van de huidige middelen slagen wij er niet in om de huidige medewerkers goed door te laten ontwikkelen, talentvolle medewerkers aan ons te binden of nieuwe medewerkers aan te trekken.

 

In onze personeelsvoorziening moeten we van een post-and-pray- naar een predict-and-control-aanpak. Er is een investering nodig om onze strategische arbeidsmarktcommunicatie en ons strategisch personeelsmanagement naar deze aanpak om te bouwen. Onze medewerkers zijn de bepalende factor voor het behalen van de opgaves van de stad. Om een optimaal resultaat te behalen is het van belang de doelstellingen van stad en de talenten van de medewerkers op elkaar af te stemmen. Dat vraagt om strategisch personeelsmanagement waarbij we het potentieel van onze medewerkers en de ontwikkeling van de afdelingen optimaal benutten voor de toekomst.

 

De arbeidsmarktsituatie vereist een duidelijk andere aanpak, waarbij een bewust gekozen employer-brand wordt gebouwd. Een aantrekkelijk werkgever zíjn en dat continu via ons merk uitstralen is veel belangrijker geworden dan de afzonderlijke vacatures aantrekkelijk presenteren. Werkgevers investeren daar op dit moment fors in, zo ook de overheidswerkgevers. Ons employer-brand moet echt onderscheidend zijn en continu actief uitgezonden worden naar de potentiële doelgroepen van onze vacatures. Door hier niet in te investeren, verzwakt onze concurrentiepositie op de arbeidsmarkt nog verder met als resultaat een groot gebrek aan getalenteerde medewerkers. De investering moet worden aangewend voor het bouwen van ons employer-brand (inzet marketingexpertise, ontwikkeling nieuw tekst-/beeldmateriaal, data-analyse, contentontwikkeling social media), inrichten van het recruitmentspecialisme en nieuwe w&s-tools binnen P&O. Ook een goede profilering op de meest gebruikte social media platforms (zoals LinkedIn, Instagram) en deelname aan platforms van academische en HBO-studenten is noodzakelijk en gaat met aanzienlijke kosten gepaard. Onze middelen zijn nu ontoereikend.

 

6. Financiële basis op orde (expertise fiscaliteit en versterking planning & control)

Door toenemende eisen vanuit de fiscale wetgeving is extra capaciteit noodzakelijk. Dit vraagt zowel extra inzet voor onze eigen organisatie als verzelfstandigde onderdelen. Bij de financiering van de functie is reeds rekening gehouden met de middelen die wij nu inzetten voor externe inhuur. Een deel van de werkzaamheden intern worden nu ingevuld door capaciteit die feitelijk bedoeld is voor andere taken. Het niet beschikbaar hebben van de fiscalist leidt ertoe dat het fiscaal beleidsplan niet tot uitvoering komt, coördinatie binnen de organisatie en bestuurlijke afstemming ontbreekt. Uiteindelijk kan gemeente Enschede niet voldoen aan de normen die gesteld worden rond de fiscale processen.

 

Daarnaast vragen onze financieel administratieve processen veel handmatig en tijdrovend werk. Er gaat veel capaciteit in de financiële kolom zitten in het uitvoeren van operationele financiële werkzaamheden, mede door de huidige inrichting van de applicaties, waardoor er onvoldoende ruimte en tijd is voor meer tactische / strategische control en advies werkzaamheden. Daarnaast is er een grote uitstroom van medewerkers. Hiermee lopen we een continuïteitsrisico en zijn we onvoldoende toekomstbestendig ingericht voor de uitvoering van de P&C-taken. Met deze investering worden de volgende effecten beoogd:

  • Komen tot een stabiele, toekomstvaste uitvoering van de financiële en plan & control processen
  • Gebaseerd op geactualiseerde sturingsprincipes en concernkaders.
  • Invulling geven aan de taakstelling van structureel 150.000 euro op de financiële functie.
  • Borgen continuïteit in bezetting door tijdige en adequate vervanging van uitstroom.
  • Professionaliseren van de P&C functie

2.4. Intensiveringen

Intensiveringen voorkeursvariant College

 

Intensivering in 1000 euro 2019 2020 2021 2022 2023

 

Duurzaam wonen, leven werken

1 Museumbuurtspoorweg 50 50  50 50 50
2 Tolle Woche afwegen binnen bestaand evenementbudget 0  0 0 0  

 

Vitaal en sociaal

3 Sportcampus Diekman (versnellen, in 2019 starten)

450        

 

Financiën en organisatie

4 Sporthal Boekelo (versnellen, in 2019 starten) 690        
Totaal 1.190  50 50 50 50

 

Toelichting

 

1. Museumbuurtspoorweg

De museum buurtspoorweg heeft de gemeente Enschede gevraagd om financiële steun in de vorm van een structurele subsidie en een garantstelling voor het aantrekken van een lening bij de BNG. Een structurele financieringsoplossing is nodig voor het in stand houden van het kernproduct (collectie en infrastructuur) en het professionaliseren van de organisatie, waardoor met extra middelen, naar verwachting meer bezoekers aangetrokken worden (omzetverhoging) en daardoor een gezonde exploitatie ontstaat. De gemeente Enschede en de gemeente Haaksbergen stellen voor een gezamenlijke bijdrage te doen. Het college heeft steun toegezegd.

 

2. Tolle Woche uit bestaand budget evenementen

In ‘Die Tolle Woche’ als onderdeel van de Duitsland Agenda vinden diverse activiteiten plaats die samen met externe partners zoals kennisinstellingen en ondernemers worden georganiseerd. Een deel van de kosten worden genomen door externe partijen maar ook de gemeente maakt kosten voor inkoop van producten en diensten. Voor deze kosten is in het meerjarig middelenkader geen dekking voorzien. Voorgesteld wordt 'Die Tolle Woche' aan te merken als een evenement en dien ten gevolge mee te nemen in de afwegingen binnen het totale evenementenbudget.

 

3. Sportcampus Diekman

Veranderingen in de maatschappij vragen ook om een andere inzet van de sportaccommodaties. Met clustering en de inzet van sportregisseurs willen we toe naar meer samenwerken in het sportveld, efficiënter gebruik van de accommodaties en het breder inzetten van de sportparken voor de (veranderende) behoefte en uitdagingen in de stad/wijk. Met sportcampus Diekman is er een kans om hierin stappen te zetten. Daarnaast is Het Diekman de plek waar mogelijkheden zijn om talentontwikkeling binnen de sport te vergroten en topsport te laten landen.

 

Op 8 juni 2017 heeft het college de bestuurlijke opdracht gegeven om de ontwikkelingen die gaande zijn rondom Het Diekman te onderzoeken en de kansen in beeld te brengen voor een integrale visie voor Het Diekman. Hieruit is een droom ontstaan voor Het Diekman: namelijk “Sportcampus Diekman, het regionale (top)sportpark van de toekomst”.

 

Om op korte termijn stappen te kunnen zetten is een investering nodig in de kwaliteit van het sportpark. Concreet gaat het hier om het investeren in de verbinding tussen breedtesport, talentontwikkeling en topsport. Het uitvoeren van het amendement van de raad rondom FC Twente en de ontwikkeling van de sportcampus komen op deze manier bij elkaar. Beide ontwikkelingen vragen om een investering in (innovatieve) velden en uitstraling.

 

De huidige ontwikkelingen op Het Diekman zorgen in de toekomst voor een intensiever gebruik van de velden. Vanuit de ambitie voor Het Diekman wordt gekeken naar duurzame en innovatieve oplossingen. In dit kader is het passend om hier ook onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden van een innovatieve infill van het nieuwe kunstgrasveld. In het coalitieakkoord is ook aangegeven dat we willen investeren in kunstgrasveld. Hiervoor is 250.000 euro vrijgemaakt. Daarnaast zijn er nog beperkt middelen beschikbaar binnen de sportbegroting. Dit budget is echter ruim onvoldoende om de ambities te realiseren en onvoldoende om op korte termijn stappen te kunnen zetten. 

 

Al deze ontwikkelingen vragen om een lange termijnvisie voor Het Diekman en keuzes op korte termijn die hierbij aansluiten. Op dit moment werkt Sportaal aan verschillende scenario’s. Het streven is om de eerste resultaten te kunnen laten zien vanaf de periode na de zomer. Om op (korte) termijn een belangrijke stap te zetten, is meer geld nodig. In totaal komt de begroting op 2,5 miljoen euro. Hiervan willen we 1,25 miljoen euro ophalen bij partners, bedrijven en subsidies. Voor het openstaande deel is dan nog een extra budget nodig van 450.000 euro. Het voorstel is dit extra budget in 2019 vrij te maken.

 

4. Sporthal Boekelo (MFA de Zweede)

De bouw van de Multifunctionele Accommodatie de Zweede vergt een investeringsbedrag van 690.000 euro. Het voorstel is dit bedrag ten laste van de exploitatie in 2019 te brengen, zoals dat opgenomen is in Hoofdstuk 3.
 

 

Overige intensiveringen (geen dekking in voorkeursvariant college) 

 
In de volgende tabel zijn alle intensiveringen opgenomen die overwogen zijn maar binnen het middelenkader niet opgenomen zijn.

 

Intensivering in 1000 euro 2020 2021 2022 2023

 

Samenleving en bestuur

 1 Vuurwerkvrije zones (en gerelateerde kosten) 50 50 50 50
 2 Goed bestuur 80 80 80  
 3 Verbindingsambtenaar       75
 4 Pleinbeheer 30 30    
 5 Wijkcentrum de Helmer 40      
 6 Rolling forecast cockpit 200 200 200 200
 7 75 jaar vrijheid 55      

 

Duurzaam wonen, leven, werken

 8 AD gefinancierde organisatie   1.450 1.250 750
 9 Stimuleringsfonds sanering asbestdaken  200      
10 Plan en monitoring aanpak Asbest  25 25 25 25
11 Weren van brommers en scooters op het stadserf  211 126 126 126
12 Extra subsidie-aanvragen Cultuur 150      
13 Duurzaamheid: bemensing in de wijkaanpak  100 100 100 100
14 Reserve gebiedsontwikkeling  5.000 2.000 2.000 2.000

15 Woonwagens

70 70    
16 Bemensing op wonen en zorg 100 100 100  
17 Broedplaatsen talent 45      
18 Luchtkwaliteit 0 0 0 0
19 Voedselbos 100 100 100 100
20 Cultuurhistorie 45 95 95 95

21 Novel-T continueren

      275

22 Drone ambitie

210 210 210 210
23 Fietsstad na 2020 0 900 900 900

24 Verbeteren bereikbaarheid nachttreinen

0 0 0 0

25 Zero emissie Binnenstad

100 200 200 200

 

Vitaal en sociaal

26 Rentepercentage sociale leningen SON 75 75 75 75
27 Maatregelenverordening 200 200 200 200

 

Financiën en organisatie

28 Uitbreiding formatie voor verbeteren digitale dienstverlening  80 80 80 80
29 Informatie beveiliging: producten en beheer 140 140 140 140
30 Contractmanager 90 90 90 90
31 Business Intelligence/datascientist/I-fysiek 615 615 410 410
32 Analyse gebruik NS businesskaart 30 30 30 30
33 Arbeidsmarktgarantiebanen 492 574 656 656
Totaal 8.533 7.540 7.117 6.787

 

 

Toelichting

 

1. Vuurwerkvrije zones (en gerelateerde kosten)

Kosten ivm de jaarwisseling o.a. instellen vuurwerkzones, vuurwerkdialoog, veiligheid toezicht. De afgelopen twee jaar zijn deze kosten gefinancierd uit andere budgetten, waardoor daar overschrijdingen ontstonden. Enschede is hier in 2016 mee gestart, na de vuurwerkdialoog. Landelijk wordt de discussie en roep om vuurwerkvrije zones ieder jaar sterker. Genoemd budget zou bedoeld zijn voor coördinatie, participatie en met name ook communicatie. Doordat deze middelen niet beschikbaar komen moeten we stoppen met deze initiatieven, die zijn voortgekomen uit de vuurwerkdialoog met de samenleving in 2016.

 

2. Goed bestuur

Dit betreft inzet en coördinatie in de organisatie op het onderwerp Goed Bestuur en specifiek op het Enschede akkoord. Ervaring leert dat ambtelijke coördinatie en regievoering essentieel is. Tevens zit hier  30.000 euro out of the pocket kosten bij. Kern zit op het intensiveren en anders invullen van participatie. Voorbeeld is ontwikkeling van een digitale participatietool. Zonder deze middelen stopt de ondersteuning buiten de griffie om.

 

3. Verbindingsambtenaar

Het college heeft afgewogen of de intensiveringsgelden voor de Verbindingsambtenaar veiligheid structureel op 150.000 euro moeten blijven. Uiteindelijk is afgesproken dat het structurele budget vanaf 2023 75.000 euro per jaar wordt.

 

4. Pleinbeheer

Het pleinbeheer Wilminkplein (langjarige contractuele verplichting) is tot en met december 2019 gefinancierd vanuit het project kameleon. Daarna stopt dit project. Echter is de aanpak van de overlast en ongewenste activiteiten op het Wilminkplein dan nog zeker niet gereed. Eigenlijk zijn extra middelen voor pleinbeheer nog tenminste 2 jaar noodzakelijk. Binnen de reguliere budgetten van Veiligheid en Stadsdeelmanagement Centrum is hiervoor geen ruimte. Pleinbeheer is een zeer effectief bevonden methodiek om overlast op het plein tegen te gaan. Indien gestopt wordt, zal de overlast op het plein toenemen voor bewoners, ondernemers en bezoekers van het plein. Het op dat moment reageren en acteren als gevolg van de overlast brengt kosten met zich mee.

 

5. Wijkcentrum de Helmer

Wijkcentrum de Helmer voldoet in vorm en omvang niet aan de behoefte uit de wijk. Huidige inrichting en vormgeving van het pand werken belemmerend en zijn contraproductief bij (door)ontwikkeling tot een rendabel wijkcentrum. Bij continuering in de huidige vorm lijkt het voor het bewonersbedrijf niet mogelijk de exploitatie sluitend te krijgen. Het is nu bijvoorbeeld onvoldoende mogelijk in de markt dekking te vinden door verhuur van ruimten. Dit maakt ook dat de gemeente in financiële zin langer aan dit pand verbonden zal blijven. Door de rentabiliteit van het gebouw te verhogen kunnen andere financiële verplichtingen vanuit de gemeente wellicht sneller worden afgebouwd. Er wordt nu onderzoek gedaan naar hoe nu verder. Daarbij worden ook verbouwing en alternatieve huisvesting in de wijk in beeld gebracht. Die mogelijkheden zijn echter gering. Zowel verbouwing van bestaande gebouw als inhuizing bij andere (markt)partijen kan wel een mogelijkheid zijn, maar hieraan zijn kosten verbonden.

 

6. Rolling forecast cockpit

De cockpit is ontstaan vanuit de behoefte om op basis van feiten en trends te monitoren wat onze opgaven zijn en hoe wij koersen op onze doelen. Met de ontwikkeling naar een meer datagedreven organisatie neemt de behoefte aan een dergelijk schanierpunt en centrale plek in onze organisatie toe. Dan gaat het om bewustwording in de organisatie over gebruik van data, het verzamelen van informatie, organisatie strategische sessies college en raad, samenwerking Wetenschappelijke Board en de verbinding naar Kennispunt en kennisinstellingen. Op dit moment is de cockpit pragmatisch ingericht en daarmee kwetsbaar in borging en voortbestaan.  Risico is dat zonder stucturele regie en coördinatie het proces naar meer datagedreven werken tot stilstand komt.

 

7. 75 jaar vrijheid

In 2019 en 2020 staat Nederland stil bij het feit dat Nederland 75 jaar geleden is bevrijd en dat we sindsdien in vrijheid leven. Tal van organisaties (nationaal, provinciaal en gemeentelijk) zijn bezig hun plannen verder uit te werken. In opdracht van de Burgremeester is ook Enschede hiermee aan de slag. Immers, als grootste stad van Overijssel, met de ligging aan de grens, ongeveer 160 nationaliteiten en onze oorlogsgeschiedenis kan Enschede niet ontbreken bij de viering van 75 jaar vrijheid. De periode waarover activiteiten worden gepland is in 2020 langer dan in een regulier jaar. Kabinetszaken heeft een inschatting gemaakt van extra kosten( eenmalig) bovenop het reguliere budget voor 4 en 5 mei. Op dit moment is de inschatting 55.000 euro incidenteel in 2020.

 

8. AD gefinancierde organisatie

Inschatting van de bandbreedte wat voor de AD gefinancierde organisatie nodig is. Gaat om bandbreedte van 2,5 miljoen euro - 3 miljoen euro in 2021, 2,3 miljoen euro - 2,8 miljoen euro in 2022 en 1,8 miljoen euro - 2,3 miljoen euro vanaf 2023. Hiervan is 1,5 miljoen euro opgenomen als knelpunt onder Hoofdstuk 2.2. Het restant bedrag is in dit overzicht van beleidswensen opgenomen.

 

9. Stimuleringsfonds sanering asbestdaken

Dinsdag 4 juni is het asbestdakenverbod door de Eerste Kamer verworpen. Dat betekent dat er voorlopig geen verbod op asbestdaken komt. Wat de staatssecretaris van IenW gaat doen is nu nog niet duidelijk. De staatssecretaris gaat hierover in beraad.

De provincie Overijsel gaat in ieder geval voorlopig gewoon door met het versnellingsprogramma, omdat de potentiele schadelijkheid van asbest, blootgesteld aan de buitenlucht en verwering, uiteraard blijft. Het doel is dakeigenaren te stimuleren hun asbestdaken zo spoedig mogelijk te vervangen of te verwijderen. Bedrag is cofinanciering in het versnellingsprogramma van de provincie en bedoeld om in de komende jaren het aantal asbestdaken te inventariseren, te monitoren en met eigenaren te communiceren. Het gaat om algemene communicatie en per eigenaar.

 

10. Plan en monitoring aanpak Asbest

Deze middelen zijn opgevoerd in de verwachting dat per 1 jan 2025 eigenaren van asbestdaken deze verwijderd moesten hebben. Dat zou een plicht worden, waarop de gemeente vanaf 1-1-2025 zal moeten handhaven. Bedrag is bedoeld om in de komende jaren het aantal asbestdaken te inventariseren en te monitoren en met eigenaren te communiceren (als stimulans om te saneren en als voorbereiding op de handhaving). Gaat om algemene communicatie en om communicatie per eigenaar. Zijn primair extra uren/capaciteit. Nu er geen saneringsplicht per 1-1-2025 komt is deze post, vanuit handhavingsoptiek, minder urgent.

 

11. Weren van brommers en scooters op het stadserf

Om brommers en snorfietsen met behulp van camera’s volledig uit het stadserf te weren is een intensivering nog nodig van 85.000 euro incidenteel in 2020 en 126.000 euro structureel vanaf 2020.

Dit komt overeen met het raadsvoorstel 2017:

  • “Indien er bij de behandeling van de zomernota voor wordt gekozen om over te gaan op handhaving op brommers en snorfietsen in het stadserf, dan zullen er circa 14 extra camera’s en brommerstallingen moeten worden aangeschaft, waarvoor aanvullend 440.000 euro krediet nodig is. De geraamde exploitatiekosten bij handhaving op brommers bedragen jaarlijks 262.000 euro. In de huidige exploitatiebegroting van het product Stadsdeelbeheer is rekening gehouden met jaarlijkse kosten van 136.000 euro. Dit betekent dat er bij handhaving op brommers en snorfietsen structureel een bedrag van 126.000 euro beschikbaar gesteld moet worden voor stadsdeelbeheer bovenop het huidige budget.”
  • Daarnaast hebben we circa 85.000 euro incidenteel nodig voor het aanpassen van ons  digitale ontheffingen systeem (City Acces). Dit was in 2017 nog niet bekend. Op dit moment is het niet mogelijk om voor brommers en snorfietsen een ontheffing aan te vragen. De beslisboom van City Acces zal hiervoor aangepast moeten worden. 

12. Extra subsidie-aanvragen Cultuur

In navolging op de locatietheaterproducties ‘Het verzet kraakt’ in 2017 in Almelo en ‘Stork’ in 2018 in Hengelo hebben initiatiefnemers Poppodium Twente, Theaterhotel Almelo en Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede theaterproductie De Kelk gelanceerd als het derde deel van de vierluik onder de titel De Historie van Twente. Locatietheater in de binnenstad van Enschede in het voorjaar van 2020 waarin het verhaal van de textielindustrie van Enschede wordt verteld. Het college stelt voor de subsidies nu niet toe te kennen maar de evenementen af te wegen binnen het totale evenementenbudget. Die afweging bepaalt of de evenementen door kunnen gaan.

 

13. Duurzaamheid: bemensing in de wijkaanpak/transitie aardgasloze gebouwde omgeving

Voor de komende 4 jaren wordt voor de integrale wijkaanpak/transitie aardgasloze gebouwde omgeving vooralsnog 100.000 euro per jaar gevraagd. Deze middelen zijn nodig voor de voorbereidende werkzaamheden van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving, het betreft met name inzet op projectmanagement/regiefunctie. Op termijn zouden nog meer middelen nodig zijn om de energietransitie/transitie naar aardgaslozen gebouwde omgeving verder in te vullen. Deze zouden mogelijk uit het klimaatakkoord kunnen komen.

 

14. Reserve gebiedsontwikkeling

Gevolg van de omslag die we maken naar een steeds meer faciliterende overheid is een toenemend aantal projecten waarvoor geen kostenverhaal meer mogelijk is. Het aantal actieve grondexploitaties van de gemeente neemt al een aantal jaren af. Er komen steeds meer projecten waar wij geen eigenaar zijn en dus geen verdienmodel hebben, maar er wel sprake is van een groot maatschappelijk belang en van de gemeente ook investeringen verwacht worden (bijvoorbeeld in de openbare ruimte, een ontsluiting of een bijdrage in een onrendabele top). Wettelijk kan het zelfs zo zijn dat we als gemeente gehouden zijn bepaalde kosten voor onze rekening te nemen. Bijvoorbeeld kosten voor het aanpassen van de openbare ruimte voor projecten die derden realiseren.

 

In de nota grondbeleid die nog met raad besproken gaat worden zal verder ingegaan worden op de wijze waarop we met dit vraagstuk om willen gaan. In diverse afgesloten exploitatieovereenkomsten zitten nu bijdrages Ruimtelijke Ontwikkeling. Deze waren tot voor kort administratief apart gezet om bij toekomstige gebiedsontwikkelingen ingezet te kunnen worden. Vanuit de BBV-regelgeving mag dat administratief niet meer in het MPG. Enschede heeft hiervoor een Reserve Gebiedsontwikkeling in het leven geroepen. De reserve wordt via een aantal manieren gevoed. Naast een dotatie vanuit het grondbedrijf (bij een positief jaarsaldo MPG) en de afdracht van de bijdrages Ruimtelijke Ontwikkeling RO, is het een beleidswens om vanuit de algemene middelen een dotatie te doen van incidenteel 5 miljoen euro en daarna structureel 2 miljoen euro.

 

15. Woonwagens

We willen als gemeente Enschede het woonwagenleven voor de lokale woonwagenbewoners faciliteren en beschermen. Daarmee voldoen we aan het landelijke 'beleidskader Woonwagen- standplaatsenbeleid' van het ministerie van BZK (juli 2018). Nu blijkt dat er meer behoefte is aan woonwagenstandplaatsen in Enschede dan het huidige beschikbare aantal. We willen een locatieonderzoek voor aanvullende standplaatsen. Het genoemde bedrag is voor ambtelijke kosten, verdeeld over de jaren 2020 en 2021.

 

16. Bemensing op wonen en zorg

Betreft enerzijds beleidsinzet, welke nieuwe woonvormen etc, anderzijds ook organiseren en meedraaien in DIA’s. Is inzet vanuit fysiek, sociaal separaat te regelen. Intensivering van capaciteit.

 

17. Broedplaatsen talent

Talent halen, opleiden en behouden voor onze stad is een hoofdopgave deze coalitieperiode.  
Broedplaatsen zijn hierbij essentieel; talenten (studenten, makers, creatievelingen) hebben behoefte aan een innovatief, experimenteel cultureel klimaat. Broedplaatsen geven een profiel aan de stad. Om in deze behoefte te kunnen voorzien is het essentieel om het nieuwe broedplaatsenbeleid te ontwikkelen en te koppelen aan het fiche binnen de regiodeal Twente m.b.t. broedplaatsen, te participeren binnen de ontwikkelingen rondom het Cromhoffpark/ pand Wegener, inzet op de netwerkontwikkeling van de Minkmaatateliers, de Kunsthaven en de Zessprong en bij te dragen aan de stads brede ambitie om ateliers- en broedplaatsen gezamenlijk te profileren.

 

18. Luchtkwaliteit

Op basis van de motie ‘Schone Lucht ‘ dd 12 november 2018 is een analyse gemaakt van verschillende maatregelen die de gemeente kan nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen met bijbehorende kosten zijn inzichtelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat de ingeschatte gemeentelijke kosten uiteenlopen van nihil (concessies schoon openbaar vervoer) tot ca. 20 miljoen euro (uitvoeren maatregelen fietsvisie). In een sessie binnen het randprogramma van de raad worden maatregelen besproken.

 

19. Voedselbos

Voedselbossen zijn een relatief nieuw verschijnsel in Nederland en staan op dit moment erg in de belangstelling omdat het een vorm van voedselproductie is die ook bodem en biodiversiteit ten goede komt. Voedselbossen zijn “een verzoening tussen landbouw en natuur” en kunnen vele andere maatschappelijke neveneffecten hebben. 

Aan de verdere uitwerking van het voedselbos wordt gewerkt: In het randprogramma over voedselbossen is voorgesteld om een grote lokale bijeenkomst voor voedselbossen te organiseren. Dat gaan we na de zomer oppakken. In de bijeenkomst willen we degene in onze stad die wat willen met een voedselbos bij elkaar brengen en kijken of dit tot een kansrijk initiatief kan leiden. Daarbij willen we ook kijken of de gemeente een beperkte faciliterende rol kan spelen. De opbrengst kunnen we ook  gebruiken als input voor een gerichter voorstel voor de gemeentelijke inzet bij voedselbossen.

 

20. Cultuurhistorie

Uitvoering motie (noodscenario en inbedding cultuurhistorie), nummer 13 Begrotingsraad 2018; versterken keten cultuurhistorie.

We kiezen er voor om hier nu geen extra middelen voor beschikbaar te stellen. Dit is een pijnlijke maar noodzakelijk afweging binnen het totaal van het middelenkader. Gevolg is dat we geen extra inzet zullen plegen op cultuurhistorie. De inzet blijft daarmee minimaal. Uiteraard proberen we in het reguliere werk scherp te blijven op dit thema, maar we kunnen nu dus niets meer doen. Gevolg is ook dat we geen nieuwe ontwikkelingen, beleid (bijvoorbeeld actualisering waardekaart) of inzet op de buitenwereld zullen gaan oppakken. 

 

21. Novel-T continueren

In de economische visie Enschede (2019) neemt Novel-T een centrale plek in als het gaat om ondersteuning van startende innovatieve bedrijven en als knooppunt tussen bestaand mkb en nieuwe kennis en innovatieve toepassingen. Tegelijkertijd is de gemeentelijke bijdrage aan

Novel-T tot en met 2022 opgenomen in de gemeentebegroting. Voortzetting van onze ondersteuning van Novel-T ligt in de rede en vloeit voort uit de economische visie. Het niet langer structureel ondersteunen van Novel-T kan opgevat worden als een signaal dat ondersteuning van starters en groeiers voor de kennisstad Enschede, bakermat van nieuwe bedrijvigheid, niet langer prioriteit heeft. Daarnaast geeft het ons dan geen recht meer founder van Novel-T te zijn.

 

22. Drone ambitie

Binnen het reguliere budget kan samen met onze partners binnen Space53 de valorisatie op het gebied van van drone innovaties worden gefaciliteerd. Om de in het coalitieakkoord benoemde aanvullende drone ambities op 'drone hoofdstad' van Europa waar te maken zijn additionele middelen nodig. Deze worden vooralsnog niet toegekend.

 

23. Fietsstad na 2020

De huidige fietsvisie met bijbehorend investeringsprogramma loopt tot 2020. Ook na 2020 is het van belang om te blijven investeren in de fiets. De fiets is namelijk schoon, gezond en binnen de stad het snelste vervoermiddel. Als onze inwoners zoveel mogelijk fietsen geeft dit ook lucht in de doorstroming voor het verkeer dat van verder komt. Het komende jaar zullen we onze fietsvisie actualiseren. Om maatregelen ook te realiseren zullen extra middelen nodig zijn.

 

24. Verbeteren bereikbaarheid nachttreinen

Als uitvoering van de motie ‘Verbeteren bereikbaarheid Enschede per spoor’ wordt samen met provincie Overijssel gewerkt aan het zoeken naar mogelijkheden voor het verruimen van de reistijden per spoor van en naar Enschede. Hiervoor wordt een proefperiode uitgewerkt voor extra treinen in de avonduren in de verbinding met zowel Zwolle als Amersfoort.

 

25. Zero emissie Binnenstad

Het is wenselijk om aan de slag te gaan met zero emissie binnenstadsdistributie. Dit is in lijn met het in 2017 ondertekende convenant Greendeal6 (Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek). Samen met ondernemers wordt gekeken hoe logistiek en bevoorrading slimmer ingericht kan worden en er minder vrachtverkeer in de binnenstad komt en de uitstoot van CO2 wordt verminderd.  
Komend jaar willen we de eerste stappen zetten om in overleg met ondernemers te komen tot nieuwe plannen.

 

Mbt zero emissie is er een Bestuurlijk Overleg Mobiliteit West-Overijssel en Twente. Daarin staat:

  • De tijd van wachten is voorbij op het gebied van Stadslogistiek; we moeten versnellen
  • Maak gebruik van de kansen en mogelijkheden die er voor alle gemeenten zijn. Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (ZES) gemeenten Overijssel: Deventer, Enschede, Zwolle
  • Provinciale coördinatie ondersteuning mbv logistiek makelaars
  • Huidige inzet logistiek makelaars Stadslogistiek in Deventer, Enschede en Zwolle

Consequenties indien er geen middelen voor zijn: Het niet behalen van onze duurzaamheidsdoelstelling Stadslogistiek besproken in het stuk Klimaatakkoord Opgave voor Stadslogistiek & inzet Ministerie I&W en Provincie . Het missen van provinciale ondersteuning (kans en mogelijkheid) die ons aangeboden wordt.

 

26. Rentepercentage sociale leningen Stadsbank Oost Nederland (SON)

In de motie van Groen Links van 11 maart 2019 over de rentetarieven van de sociale leningen is het college opgedragen om in de Zomernota een voorstel te doen voor het berekenen van een rentetarief van 4% voor de Sociale Lening (SL) en Combi Lening (CL) bij de SON. Daarbij zou dan meegenomen worden dat dit rentetarief ook in gaat voor mensen die hun lopende SL of CL willen laten oversluiten naar 4%. Indien het rentepercentage van de leningen wordt verlaagd is de uitvoering hiervan voor de SON niet meer kostendekkend. De gemeente zal dan de renteverlaging betalen. Ook leidt het aanpassen van bestaande leningen tot hoge uitvoeringskosten (nieuwe overeenkomsten, toetsing BKR en diverse administratieve kosten) voor de noodzakelijke herbeoordeling van de gehele financiële huishouding van 1.035 cliënten met bestaande leningen. Gelet op het middelenkader heeft het college niet gekozen voor de renteverlaging op bestaande en nieuwe leningen.

 

27. Maatregelenverordening

Een maatregel is een korting op de uitkering als sanctie voor het niet voldoen aan bijvoorbeeld een re-integratie- of sollicitatieverplichtingen. Een deel van de maatregelen is vastgelegd in de wet zelf. Op een deel is er beleidsvrijheid voor gemeenten (de niet-geunifomeerde maatregelen). Dit deel is uitgewerkt in de Maatregelverordening. De huidige Maatregelverordening dateert uit 2015 en is (met een kleine versoepeling enkele jaren terug) nog steeds gebaseerd op een maximaal streng sanctiebeleid. Dit kwam voort uit het MAU-verbeterplan. De wens is het sanctiebeleid te versoepelen en zo een groep die het financieel niet breed heeft, minder financieel te treffen en daarmee te zorgen dat het sanctiebeleid minder bijdraagt aan het creëren van een situatie waarin de motivatie om te gaan werken alleen maar afneemt. De kosten bedragen in eerste aanleg circa 200.000 euro op jaarbasis.

 

28. Uitbreiding formatie voor verbeteren digitale dienstverlening

Het rekenkameronderzoek naar digitale dienstverlening (en toezeggingen nav de Sted.Cie 15 april) vraagt meer inspanning om informatie begrijpelijk en vindbaar te maken. Het moet voor meer mensen makkelijk zijn om digitaal je zaken met de gemeente te regelen. Om dit te waarborgen is structureel testen met gebruikers nodig. De huidige beschikbare formatie heeft de handen vol om het huidige peil te handhaven. De gewenste extra ambities vragen hier extra ureninzet. Als deze extra inzet wordt toegekend monitoren we komend jaar of dit voldoende is.

 

29. Informatie beveiliging: producten en beheer

Digitalisering van onze samenleving vindt in een steeds sneller tempo plaats. Hierdoor is het noodzakelijk om nieuwe producten te implementeren en te beheren. Hiervoor willen we een Information Security Management System invoeren.

 

30. Contractmanager

Het is voor IT van groot belang dat we het contractmanagement professionaliseren in verband met de toegenomen controles door leveranciers. Daarnaast is goed contractmanagement benodigd voor ondersteuning en advies voor financiële vraagstukken en bewaking van de budgetten en verantwoording hierover.

 

31. Business Intelligence/datascientist/I-fysiek

In de gemeentebegroting 2019-2022 en de in 2018 vastgestelde Datastrategie is besloten dat we beschikbare data willen inzetten op ontwikkelingen in de stad om uiteindelijk onze organisatie en stad optimaal te kunnen faciliteren in het uitvoeren van de gemeentelijke taken die passen in het primair proces. Dit betekent dat wij het professioneel verzamelen, beheren, ontsluiten en analyseren van data verder moeten intensiveren met de inzet van data scientisten/analisten om het toepassen van Business IntelIicence mogelijk te maken. Daarnaast heeft de raad vijf opgaven vastgesteld. Op die opgaven is door het college de ambitie uitgesproken in de rolling forecast dat we meer en meer willen gaan voorspellen. Via de Stedelijke Investeringsafweging (SIA) ontwikkelen we een model voor de buurten/wijken om integrale informatie (fysiek, sociaal, duurzaam, veiligheid etc) over de wijken te verzamelen om hieruit vervolgens de verbeterpotentie per buurt op de doelen van de stad te filteren. Op basis van deze informatie weten we op welke gebieden we ons het beste kunnen richten met ons handelen en maken we samen met partners (woningbouwcorporaties, onderwijs, netbeheerders etc.) integrale plannen voor investeringen en inzet in deze buurten/wijken. Hierdoor krijgen we analyses die bepalend zijn voor de ‘klokken’ van de stad en het sturen van beleid. Niet invullen leidt tot minder inzicht en sturing en mogelijk verkeerde besluiten.

 

32. Analyse gebruik NS businesskaart

Door gemeentebrede verstrekking van de NS businesskaarten op persoonsniveau nemen de werkzaamheden voor beheer en analyse toe. Indien oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de NS businesscards door 1e klas te reizen i.p.v. voorgeschreven 2e klas dan neemt het risico op budgetoverschrijding toe. De komende maanden wordt o.b.v. managementinformatie van de NS e.e.a. gemonitord. Door inzet van formatie is het mogelijk om hier invulling aan te geven. De inzet niet honoreren geeft een risico op kostenoverschrijding.
 

33. Arbeidsmarktgarantiebanen

In het Sociaal Akkoord 2013 en in de CAO is de banenafspraak opgenomen. Om te voldoen aan de banenafspraak (garantiebanen) is er budget nodig. Met behulp van budget kunnen garantiebanen worden gerealiseerd, onder andere door middel van functiecreatie. Functiecreatie betekent dat eenvoudige taken uit bestaande functies worden gebundeld tot functies (garantiebanen). Zo kunnen medewerkers zich meer richten op hun kerntaken. De gemeente Enschede moet jaarlijks vanaf 2015 4 garantiebanen (een garantiebaan van 25,5 uur wordt gerekend als één baan) creëren gezien het aandeel werkzoekenden met een arbeidsmarktbeperking in de regio en de voorbeeldrol richting werkgevers. Deze afspraak is in de regio gemaakt en opgenomen in EAA. Wij lopen flink achter op deze doelstelling, dit heeft grotendeels te maken met een mismatch tussen onze bestaande vacatures en de beschikbare doelgroep. Afdelingen ontbreekt het daarnaast momenteel aan budget voor functiecreatie. In 2023 moeten wij totaal 32 garantiebanen hebben gerealiseerd. De garantiebanen die op dit moment zijn ingevuld (8), zijn tijdelijk en worden met incidenteel budget gefinancierd. De voorgestelde actie is dat budget beschikbaar wordt gesteld voor het creëren van garantiebanen, waarbij de afdeling P&O en  de afdeling Detacheringen/LKS gezamenlijk de MT’s ondersteunen bij het vormgeven en invullen van de structurele garantiebanen.

2.5. Dekkingsmaatregelen

 # Dekkingsmaatregelen in 1000 euro 2020 2021 2022 2023
Klachtencommissariaat op basisvariant   169 169 169
Besparing op budget Raad en griffie   125 125 125
3 Verkleinen bijdrage aan regionale samenwerkingsverbanden   50 100 200
4 Parkeertarieven       300
5 Betaald Parkeren FC Twente   100 100 100
6 Lager kwaliteitsniveau wegen   100 100 100
7

Minder promotie voor de regio

    160 160
8 Brede taakstelling op fysiek en economisch domein 0 150 400 600
9 Afloop intensiveringen na 2022       1.075
10 BUIG binnen rijksmiddelen 450 900 1.800 1.800
11 Transformatie Ondersteuning Huishouden   500 500 500
12 Versneld clusteren van sportvelden     200 200
13 Exploitatiebijdrage zwemmen       700
14 Stoppen met Right to challenge 65 65 65 65
15 Rendement investeren in organisatie    1.000 1.500 2.000
16 Toeristenbelasting op niveau brengen   300 300 300
17 Werken voor derden minimaal kostendekkend      80 80
18 Hogere bezetting gemeentelijke panden    50 75 75
  Totaal 515 3.509 5.674 8.549

 

Toelichting

 

1. Klachtencommissariaat op basisvariant

In de Programmabegroting 2018-2021 heeft de Raad ervoor gekozen om 300.000 euro structureel beschikbaar te stellen voor Goed Bestuur. Daarvan is 269.000 euro belegd bij het klachtencommissariaat.
Voorstel is het budget voor het klachtencommissariaat te verlagen tot een basisvariant van 100.000 euro. Daarin blijft het klachtencommissariaat gehandhaafd en focust de klachtencommissaris zich hoofdzakelijk op afhandeling van klachten.

 

2. Besparing op budget Raad en griffie

Gezien de ernst van de financiële situatie ontkomt dit college er niet aan om breder te zoeken naar oplossingsrichtingen dan binnen haar eigen verantwoordelijkheid. Wij roepen de Raad en de griffie daarom op om ook te kijken naar mogelijkheden om maximaal efficiënt met de haar ter beschikking staande middelen om te gaan. Daarbij doen we een beroep op de aanwezige expertise binnen de griffie om te komen tot passende voorstellen.
 

3. Verkleinen bijdrage aan regionale samenwerkingsverbanden

De gemeente heeft te maken met het principe van trap op trap af meebewegen met de rijksuitgaven. Nu die rijksuitgaven worden gekort gaat ook de uitkering aan de gemeente omlaag. De bijdrage aan verbonden partijen beweegt niet automatisch mee met deze daling. Voorgesteld wordt om de komende drie jaar geen nieuw beleid bij verbonden partijen neer te leggen en eerder beleid af te bouwen. Onderzocht zal worden welke bezuinigingsmogelijkheden op samenwerking in de regio en bij verbonden partijen mogelijk zijn, bijvoorbeeld door een lager niveau van dienstverlening door Regio Twente, VRT of GBT. Een risico bij deze dekkingsmaatregel is dat andere deelnemers in de gemeenschappelijke regeling er niet in meegaan.

 

4. Parkeertarieven

Het doortrekken van de 10 cent verhoging per jaar in de parkeertarieven voor 2023 levert volgens de berekeningen 400.000 euro extra inkomsten op. Wij gaan voorzichtigheidshalve uit van 300.000 euro in verband met een aantal mogelijke risico's te weten: (1) VPB betalen in geval het parkeerbedrijf winst gaat draaien, (2) momenteel wordt nog niet volledig afgeschreven op de H.J. van Heekgarage terwijl dat vanuit de voorschriften in de financiele verordening mogelijk wel wenselijk zou zijn, (3) gesprekken met MST over verlichting in tarieven voor gebruikers MST en (4) mogelijk herinvesteren van inkomsten parkeerbedrijf in parkeervoorzieningen in het centrum.
 

5. Betaald Parkeren FC Twente

Bij diverse Betaald Voetbal Organisaties (BVO) is parkeren bij het stadion niet gratis. Voorstel is om FC Twente aan te slaan voor gebruik van de grote parkeerplaats aan de lange zijde van het stadion op speeldagen. Daar hanteert FC Twente al een kaartjes systeem waarbij alleen kaarthouders daar mogen parkeren. FC Twente kan dit dan doorbelasten aan de kaarthouders. Dit is in lijn met de motie d.d. 15 april om met FC Twente in gesprek te gaan over invoering betaald parkeren en het stimuleren van OV en Fiets. Dit past in de duurzaamheids- en mobiliteitsgedachte om meer met de trein en op de fiets te reizen. Het is onduidelijk of er voldoende juridisch gronden zijn om de maatregel in te mogen voeren (precario belasting). Daarnaast is het verstandig om het breder aan te vliegen, omdat we ook te maken hebben met overloop naar de omgeving (woonwijken, kennispark). 

 

Consequenties kunnen zijn:

  • Instellen van betaald parkeren zal mogelijk leiden tot vertraging/filevorming in het gebied bij voetbalwedstrijden. Ook niet-voetbalbezoekers in het gebied zullen hinder hiervan ondervinden.
  • Instellen betaald parkeren leidt mogelijk tot verschuiving van de parkeerdruk en overlast in de omliggende gebieden.
  • Fiscale winstneming kan er toe leiden dat het totaal bedrag niet ingezet kan worden als dekkingsmaatregel maar dat er een afdracht richting de belastingdienst plaats kan vinden. Onderzocht kan worden of fiscale consequenties weggenomen kunnen worden door de extra parkeerinkomsten die FC Twente binnenhaalt te beschouwen in relatie tot de aflossing op de gemeentelening.
  • Betaald parkeren (buiten wedstrijden om) is in strijd met de ontwikkelingen rondom Kennispark. Daar wordt juist een beweging gemaakt, samen met de ondernemers, rondom parkeren.

Aan de andere kant leidt het instellen van betaald parkeren mogelijk tot minder autogebruik bij voetbalwedwedstrijden: Afhankelijk van het gekozen parkeertarief zal het instellen van betaald parkeren mogelijk leiden tot een verminderd autogebruik.

 

6. Lager kwaliteitsniveau wegen

Het college heeft de moeilijke afweging gemaakt om een taakstelling op te voeren op het verlagen van het kwaliteitsniveau van wegen. Door deze bezuiniging zullen scherpere keuzes gemaakt worden in het nieuwe wegenbeleidsplan dat eind dit jaar aan de raad wordt voorgelegd. Dit vraagt nog meer prioriteren naar de strategische opgaven voor de stad en meer risico’s accepteren (toename onveilige situaties, grotere kapitaalsvernietiging en grotere risico’s op aansprakelijkheidsstellingen) in de stadsdelen en woonwijken. 

 

7. Minder promotie voor de regio

Gemeente Enschede is de belangrijkste financier voor Stichting Enschede Promotie, draagt via de Agenda van Twente bij aan Twente Branding én draagt samen met de andere 13 Twentse gemeenten bij aan Twente Marketing. Het college stelt voor om binnen dit palet naar mogelijkheden te zoeken waar regionale promotie minder kan.

 

8. Brede taakstelling op fysiek en economisch domein

Voorgesteld wordt een taakstellingen oplopend tot 600.000 euro door te voeren op het fysiek en economische domein. Een aanzienlijk deel van de taakstelling zal ingevuld worden bij het Ondernemersloket (dit bovenop de taakstelling uit 2018 van 250.000 euro structureel). Daardoor zal acquireren zich beperken tot de acquisitie op de toplocaties (Kennispark en Technology Base). Verder heeft het Ondernemersloket daar geen rol meer in. In het accountmanagement zal gekozen worden voor faciliteren van Twentse ondernemers waar de vacatures voor lange termijn vaak zijn geborgd gezien hun binding met de stad en regio. Verder zullen vragen van ondernemers vaker terechtkomen bij andere onderdelen binnen de organisatie zoals Vergunningen & Bestemmingsplannen en Handhaving. Deze afdelingen hebben een andere oriëntatie en zijn daarvoor minder goed toegerust (daling van kwaliteit en verschuiving van taken). Naast het Ondernemersloket wordt breder binnen het fysiek- economische domein onderzocht welke werkzaamheden worden stopgezet. Denkrichtingen hierbij zijn onder andere Technology Base en internationalisering. Nadere uitwerking volgt bij de Gemeentebegroting 2020-2023.

 

9. Afloop intensiveringen na 2022

Voorgesteld wordt om het grootste deel van de intensiveringen uit het coalitieakkoord na de coalitieperiode niet vanzelfsprekend door te laten lopen. De intensiveringen op economie, sport, duurzaamheid en lokale onderwijs agenda (LEA) worden vanaf 2022 op 0 euro gezet. Dat vergt wel tijdige bijsturing. De intensivering op mobiliteit loopt wel door aangezien aan deze intensivering langlopende uitgaven (kapitaallasten) verbonden zijn. Ook de intensivering op veiligheid en handhaving en de verbindingsambtenaar loopt na 2022 door, weliswaar met de helft van het budget ten opzichte van de jaren 2020 en 2021. 

Handhaving Openbare Ruimte heeft net geïnvesteerd in een vernieuwde werving om BOA’s te kunnen aantrekken. Het betreft functies waarvoor geen tijdelijke invulling mogelijk is. Immers moet telkens opsporingsbevoegdheid aangevraagd worden. Hier gaat kostbare tijd mee verloren waardoor je achter de feiten aan blijft lopen. Met andere woorden: Als we al iemand kunnen aantrekken is deze niet direct volledig inzetbaar. Juist met het bieden van vaste aanstellingen zijn we concurrerender geworden met omliggende gemeenten. Bezuinigen betekent minder inzet voor ondermijning, veiligheid in de stad (objecten in de openbare ruimte), jeugdoverlast, afval, hondenoverlast, veiligheid bij scholen en parkeeroverlast. Nog minder inzet op drank & horeca en aanverwante regelgeving ten aanzien van horeca, terrassen en standplaatsen.

Om aan de minimum wettelijke taak te kunnen voldoen en de werkvoorraad aan te kunnen is de formatie bouw-inspecteurs en juristen handhaving uitgebreid. Bezuiniging hierop zal leiden tot een code rood van de provincie in het kader van het Interbestuurlijk toezicht (IBT= provincie controleert of voldoende uitvoering wordt gegeven aan de wettelijke taak). Een bezuiniging zou betekenen dat de Provincie in kan grijpen in verband met taakverwaarlozing (code ROOD). Enschede heeft door de intensivering (extra financiën) vorig jaar de kleur oranje kunnen ombuigen naar de kleur groen.

 

10. BUIG binnen rijksmiddelen

We stellen de volgende maatregelen voor om de uitgaven voor bijstand binnen het rijksbudget te dekken:

  1. Verkleinen van de caseloads in de Werkpleingroep door de dienstverlening aan mensen die niet op korte termijn naar werk kunnen, stop te zetten (m.u.v. RAP en Doen-beurzen) en de daarmee gemoeide capaciteit in te zetten voor de groep die meer perspectief heeft. Dus kleinere caseloads, maar dan ook loslaten van een deel van de groep voor wat betreft de inzet op het terrein van participatie.
  2. Het voordeel van de loonkosten van de medewerkers van de Sociale werkvoorziening (SW) structureel inzetten. Dit is onder voorbehoud van aanpassingen van het SW-budget in de meicirculaires.

Met deze maatregelen verwachten we structureel 0,9 miljoen euro van deze taakstelling te kunnen invullen vanaf 2021. Voor de verdere realisatie van deze taakstelling (oplopend tot 1,8 miljoen euro in 2022) doen we in de loop van 2020 (zomernota 2020/gemeentebegroting 2021) nieuwe voorstellen. Deze voorstellen zijn nu namelijk nog niet in beeld. We gaan er van uit dat komende jaren nieuwe aanpakken ontwikkeld worden, die we kunnen inzetten om de uitstroom uit de bijstand te vergroten.

 

11. Transformatie Ondersteuning Huishouden

Het college geeft opdracht aan de ambtelijke organisatie om in oktober met een plan van aanpak te komen om de Ondersteuning Huishouden met ingang van 2021 anders vorm te geven met aandacht voor een duurzaam systeem, lager uitvoeringskosten, uitnodiging aan aanbieders om met innoverende aanpak te komen, zelfoplossend (financieel) vermogen van inwoners centraler stellen maar ook  maatwerk en doen wat nodig is.

 

12. Versneld clusteren van sportvelden

We gaan de clustering van sportvelden versnellen en de verenigingen minder keuzemogelijkheden bieden waar ze willen gaan sporten. Op deze manier kunnen velden efficiënter worden ingezet en komen er sportvelden vrij voor herbestemming. Te combineren met een sanering onder sportverenigingen. We ondersteunen en/of subsidiëren alleen nog verenigingen die bijvoorbeeld voldoende omvang hebben en/of aantoonbaar aan een maatschappelijk doel bijdragen. Voorwaarde is dat geld dat vrijkomt rondom ontwikkelingen van de gronden, ingezet kan worden voor de investeringen die nodig zijn om deze beweging te realiseren (bijvoorbeeld aankoop kantines of investeringen op de plek waar verenigingen naartoe gaan). We stellen een taakstelling voor van 200.000 euro per 2022.

 

13. Exploitatiebijdrage zwemmen

In de raadsbrief van 11 juni 2019 hebben we het voorstel “Zwembad Diekman” ingetrokken. Aanleiding hiervan was de uiterst negatieve uitkomst van de meicirculaire. We stellen voor om 700.000 euro vanaf 2023 te bezuinigingen op de zwemvoorzieningen via een lagere exploitatiebijdrage aan Sportaal. In aanloop naar de Gemeentebegroting 2020-2023 komen we met een procesvoorstel voor een geactualiseerde visie op het zwemmen in Enschede, waarin we de invulling van de taakstelling en de consequenties daarvan voor gebruikers, personeel en het contract met Sportaal uitwerken.

 

14. Stoppen met Right to challenge

Feitelijk wordt het budget voor Wijkwelzijn verlaagd, omdat de middelen voor Right to Challenge daar twee jaar geleden zijn uitgehaald en “apart gezet”. Right to Challenge geeft inwoners de gelegenheid te participeren door de gemeente uit te dagen gemeentelijke taken over te nemen als zij denken het zelf beter te kunnen doen. De ervaring leert (zowel in Enschede als de rest van Nederland) dat in het welzijnsveld dit recht het vaakst wordt uitgeoefend.

 

15. Rendement investeren in organisatie

Bij de probleempunten is een investering in de organisatie opgenomen, waarmee in totaal de formatie op termijn met circa 2,8 fte uitbreidt. Deze investering biedt mogelijkheden om de pensionering van 125 fte in de komende 4 jaar te benutten om de werkprocessen anders in te richten en een besparing te realiseren door 1 op de 4 vrijkomende functies niet in te vullen. Dit vertegenwoordigt een loonwaarde van omstreeks 2 miljoen euro. Opgemerkt wordt dat dit rendement enkel gerealiseerd kan worden, als de aangedragen investering in de organisatie (organisatieontwikkeling, financiën basis op orde en IT) doorgang vindt.

 

16. Toeristenbelasting op niveau brengen

Verhogen tarief toeristenbelasting met 100%. Eerste inschatting is dat dit 300.000 euro oplevert. Enschede heeft momenteel een tarief van € 1,29 per overnachting, referentiegemeenten zitten op € 2,72 en grote steden tussen € 5 en € 7.

 

17. Werken voor derden minimaal kostendekkend

De werkzaamheden die de gemeente voor derden uitvoert is op dit moment niet altijd kostendekkend. Onderzocht wordt of dit budgetneutraal gemaakt kan worden en of de samenwerkingsovereenkomsten daarop aangepast moeten worden.

 

18. Hogere bezetting gemeentelijke panden

Door te sturen op een hogere bezetting van gemeentelijke panden is een kostenbesparing mogelijk. Hiervoor zal onder andere onderzocht worden of gelieerde partijen ondergebracht kunnen worden in gemeentelijke panden. Het betreft instellingen die momenteel van de gemeente subsidie ontvangen maar huur betalen voor een pand dat niet van de gemeente is. Als die instelling in een pand van de gemeente zouden komen, dan zou de subsidie mogelijk omlaag kunnen of zou dit leiden tot inkomsten bij het vastgoedbedrijf.

2.6. Dekkingsmaatregelen buiten voorkeurscenario

Naast de maatregelen in het voorkeursscenario van het college zijn alternatieve dekkingsmaatregelen mogelijk.

 

Verbindingsambtenaar schrappen

De verbindingsambtenaar is als intensivering opgevoerd in de begroting. Voor de verbindingsambtenaar was voor 2019 t/m 2021 150.000 euro gereserveerd en voor 2022 75.000 euro. Doel van de verbindingsambtenaar is om bij te dragen aan een ongunstig klimaat voor ondermijnende activiteiten in Enschede. De verbindingsambtenaar zal op basis van informatie vanuit de door team veiligheid ontwikkelde business intelligence tool de minst veilige gebieden van Enschede veiliger maken door het plegen van creatieve en soms onorthodoxe lokale interventies. Het college ziet binnen het middelenkader geen ruimte om de oorspronkelijke intensiveringsgelden van 150.000 euro overeind te houden. Voorgesteld wordt om een gehalveerd budget te handhaven na de coalitieperiode.

 

Verlagen wijkbudgetten

De wijkbudgetten zijn instrumenten voor inwonersparticipatie en zijn bedoeld om de betrokkenheid van inwoners bij de leefbaarheid in de straat, buurt en wijk te vergroten en om inwoners meer zeggenschap te geven over de besteding van middelen in hun wijk. Een verlaging van de wijkbudgetten kan ingezet worden om de financiele opgave te verlichten. Dit heeft dan wel de volgende effecten:

- Er kunnen minder initiatieven worden gehonoreerd

- In de aangenomen bestuursakkoorden (coalitieakkoord en Enschede akkoord) is de nadruk gelegd op beter samenwerken met de stad. Deze maatregel zal in de beeldvorming haaks hierop staan.
- De zelfredzaamheid en organisatiekracht van inwoners in wijken zal door het verminderen van het hun beschikbare budget naar alle waarschijnlijkheid afnemen.

 

De inhoudelijke effecten zijn niet duidelijk te concretiseren. Dit doordat bewoners zelf bepalen welke initiatieven uit de wijkbudgetten worden bekostigd. Op hoofdlijnen is wel aan te geven dat op de volgende thema's het overgrote deel van de wijkbudgetten wordt ingezet:

  • 54% van de initiatieven betreffen het bevorderen van sociale samenhang (denk aan activiteiten voor kinderen, jonderen, ouderen, sinterklaasintochten, sport- en speldagen, cursussen, huur van materiaal voor buurt- of straatfeesten)
  • 27% van de initiatieven betreffen het bevorderen van leefbaarheid (denk aan speeltoestellen, bloembakken, bloemenlinten, bomen, kunst in de openbare ruimte)
  • 13% van de initiatieven betreffen het vergroten van het veiligheidsgevoel en de schone hele leefomgeving (denk aan: AEDs, EHBO-cursussen, graffiti verwijderen, What's App borden, verkeersmaatjes, vervanging/reparatie van defecte speeltoestellen).

  

Versoberen Openbare Ruimte

 

In het verleden is aangegeven dat bezuinigingen mogelijk zijn op versoberen van het onderhoud in de openbare ruimte. Om te laten zien wat we binnen de openbare ruimte doen is een inspiratiekaart openbare ruimte gemaakt, welke is te vinden op: https://www.enschede.nl/sites/default/files/Inspiratiekaart openbare ruimte Enschede.pdf. Bezuinigen op de openbare ruimte heeft impact op diverse doelen in het coalitieakkoord als duurzaamheid, vestigingsklimaat, binnen het economische en sociale domein.

 

De eerste bezuinigingsoptie is verminderen van het opruimen van zwerfaval. Consequentie: de stad verrommelt en het beeldkwaliteitsniveau zakt af naar laag. Ook heeft deze maatregel een negatief effect op inzet mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: SW bij OE BV 8 Fte Minder + 2,5 Fte ambtelijk. Let op: de SW medewerkers zijn gedetacheerd bij OE vanuit EWO. Dit betekent dat de bij openbare ruimte bezuinigde fte's op SW vervolgens weer gaan drukken op het budget bij EWO. Tijdens het eerdere traject rond veranderen en bezuinigen (in 2014) is de stad breed bevraagd via buurtgesprekken en een EnschedePanel over mogelijke maatregelen in de openbare ruimte. Een ruime meerderheid was tegen deze maatregel (slechts 7% voor, 49% liever niet, 45% beslist niet).

 

De tweede bezuinigingsoptie is het terugdraaien van de intensivering maaibeleid. Dit doorvoeren zou als ongewenst effect hebben dat het beeld kan ontstaan van de gemeente die naar eigen amendement terugdraait. Daarnaast is het feitelijk kapitaalvernietiging doordat de doorgevoerde herstelwijzigingen weer ongedaan gemaakt worden en we weer terug zouden gaan naar het maairegime van 2016. Verder heeft deze maatregel ook effect op de arbeidsmarktdoelstelling door minder inzet van 4,5 fte SW en 0,7 fte vakvolwassen medewerkers.

 

Sluiten van een culturele instelling

Eén van de bezuinigingsmogelijkheden is het sluiten van een culturele instelling. Dit heeft wel consequenties voor het realiseren van coalitieakkoord doelen als het aantrekken en behouden van talent. Als we een aantrekkelijke stad willen zijn en blijven voor verschillende doelgroepen (strategische opgave) is het belangrijk dat er een breed cultureel aanbod (aantrekkelijk voor verschillende doelgroepen) is en gave, verrassende en rake evenementen. Bezuinigingen op deze beide velden brengt het realiseren van die strategische opgave in gevaar.

 

Scherpere focus mobiliteitsprojecten

Een alternatieve maatregel die overwogen kan worden is het bezuinigingen op mobiliteitsprojecten. Dit is wel tegengesteld aan de intensivering op mobiliteit uit het coalitieakkoord. Bezuinigen op het mobiliteitsbudget zorgt voor een structurele afname van het investeringsvolume. In het coalitieakkoord was een intensivering op mobiliteit opgenomen met een investeringsvolume van 12 miljoen euro. Indien het investeringsvolume met 3 miljoen euro wordt verlaagd naar een bedrag van 9 miljoen euro is in het middelenkader 150.000 euro kapitaallasten vrij te maken.

 

Consequenties voor mobiliteit

In de mobiliteitsvisie wordt een visie gegeven op de mobiliteitsontwikkeling van de stad. Economische groei, extra woningbouw binnen de singels, en het aantrekkelijker maken van onze bruisende binnenstad zorgt voor een sterke toename van verkeer op met name onze invalswegen en singels. Deze wegen kunnen de hoeveelheid verkeer in de spitsperiodes niet meer aan, waardoor de filedruk extreem zal toenemen. Investeringen zijn nodig om ruimte te geven voor het extra verkeer als gevolg van stedelijke groei. Zonder deze investeringen komt de stad letterlijk en figuurlijk stil te staan. Dit heeft ook gevolgen voor de aantrekkelijkheid voor Duitse bezoekers, het vestigingsklimaat voor bedrijven en de aantrekkelijkheid van het woonmilieu.

 

Consequenties voor de stad

Wanneer de wegen vol zijn, zijn nieuwe ontwikkelingen zoals woningbouw en uitbreiding van bedrijventerreinen niet mogelijk. Als de verkeersgeneratie van de nieuwe ontwikkeling niet past binnen de beschikbare verkeerscapaciteit, mag deze ontwikkeling niet doorgaan, of zullen alsnog aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Dit remt de economische groei van de stad, de woningbouwambitie van de stad en de aantrekkelijkheid van de stad.

 

Consequenties voor investeringen

Een bezuiniging op mobiliteit betekent een heroverweging van diverse projecten uit de mobiliteitsvisie:

  • Investeren in de doorstroming op de singel. Indien deze worden gestopt slippen de singels dicht waardoor de stad stil komt te staan.
  • Afronden F35 richting Hengelo. Om de verbinding met andere stedelijke agglomeraties per auto in stand te houden is het noodzakelijk om zoveel mogelijk verplaatsingen binnen Enschede per fiets te hebben. De fiets geeft het meeste ruimte voor de externe bereikbaarheid. Bij niet investeren in de F35, blijft er teveel verplaatsingen tussen Hengelo en Enschede met de auto, waardoor de wegen vol raken.
  • Investering in de Oostweg. Versnelling van de Oostweg zorgt voor meer veiligheid en minder verkeer door het centrum van de stad. Niet investeren in de Oostweg zorgt voor meer verkeer door het centrum en een slechtere bereikbaarheid van Glanerbrug.

Verder verhogen kilometergrens leerlingenvervoer naar 6 km

Een alternatieve dekkingsmaatregelen is het verder verhogen van de kilometergrens leerlingenvervoer van drie naar zes kilometer. Dit heeft als consequentie dat kinderen die tussen drie en zes kilometer van de school wonen en die nu in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, niet langer in aanmerking komen voor deze voorziening. Het gaat hier om kwetsbare kinderen (m.n. leerlingen SBO) en die kwetsbare positie wordt versterkt.

 

Maatregelen armoedebeleid naar 110% en zero tolerance bij uitvoering Participatiewet

Overwogen kan worden om de inkomensgrens van het armoedebeleid terug te brengen naar de wettelijk minimale regeling. Het betreft het verlagen van de inkomensgrens van 120% naar 110% van het sociaal minimum voor deelname aan de ziektekostenverzekering van Menzis (besparing 375.000 euro) en het terugbrengen van de inkomensnorm van 120% naar 110% van deelname aan het kindpakket (besparing 225.000 euro). Tenslotte kan de inkomensnorm teruggebracht  worden naar 100% van het sociaal minimum voor het kindpakket en bewindvoeringskosten (besparing 200.000 euro). Het gaat dan in totaal om een besparing van naar schatting 800.000 euro. Het terugbrengen naar het wettelijk minimum treft inwoners met lage inkomens en brengt risico's met zich mee van hogere kosten bij bijvoorbeeld schuldhulpverlening, bijzondere bijstand en aanspraken bij het wijkteam.

 

Binnen de participatiewet kan verder ook een zero-tolerence beleid overwogen worden ten aanzien van de 50%-norm voor gehuwden waarvan de partner niet in beeld is. Dit is een scherpe keuze met een relatief kleine opbrengst van 100.000 euro. Deze maatregel treft vooral statushouders wiens partner in het buitenland leeft. 

 

Meer maatwerk toepassen bij tegemoetkoming doelgroep ouders kinderopvang

Bij deze alternatieve dekkingsmaatregel gaat het om het budget voor kinderopvang voor gemeentelijke doelgroepen. Dit wordt ingezet voor die situaties waarin kinderopvang een knelpunt is bij scholing of re-integratie van de ouders die geen werk hebben. Het budget bedraagt op dit moment 39.000 euro. Indien dit budget wordt opgeheven betekent dit dat mensen in deze doelgroep worden geremd in hun scholing of re-integratie. Dat verkleint de kans op een baan. Fictief voorbeeld: een alleenstaande vader met een kind is werkloos en heeft geen sociaal netwerk. De vader krijgt een aanbod om scholing te gaan volgen met een reële kans op een baan. Om de scholing te volgen, heeft de vader voor deze uren opvang nodig voor zijn kind. Hij komt echter niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag (zodra hij werkt wel). De vader kan de kinderopvang tijdens de scholing niet zelf betalen. Consequentie is dat de vader afziet van de scholing en nog langer in de bijstand blijft.

 

Toezicht gastoudergezinnen terugbrengen

Overwogen kan worden om het toezicht op gastoudergezinnen terug te brengen naar het wettelijk niveau (5% van de gezinnen per jaar controleren, dat is nu 20%). Minder toezicht betekent minder kans op het constateren van tekortkomingen en mogelijk onveilige situaties voor kinderen in gastoudergezinnen.

 

Reclame-inkomsten verhogen

Overwogen is of extra reclameinkomsten gegenereert kunnen worden. Dit is op dit moment niet realistisch gebleken. In Enschede hebben we een afgewogen reclamebeleid, gericht op balans tussen maximale inkomsten en behoud van een functionele openbare ruimte. Hierbij is ook een verkenning gedaan naar extra reclamezuilen met partijen. Enschede blijkt voor nog meer reclamezuilen niet zo in trek als andere grotere steden. Er zijn te weinig geïnteresseerde exploitanten. Ook is het effect op de andere reclame-inkomsten van deze extra zuilen onbekend. Vorig jaar zijn er juist extra middelen toegevoegd (80.000 euro) aan dit product als gevolg van verminderde opbrengsten van de nieuwe ronde aanbesteding.

 

Verlagen kwijtscheldingen

Als alternatieve maatregel kan de kwijtschelding van rioolrechten en afvalstoffenheffing  teruggebracht worden van 100% naar 75%. Hierdoor zullen de kostendekkende tarieven dalen wat gecompenseerd wordt door een verhoging van OZB. De bruto opbrengsten bedragen naar schatting 1 miljoen euro, waarbij een aanname wordt gedaan dat door oninbaarheid van een deel van de vorderingen sprake zal zijn van een weglek van 500.000 euro voor oninbaar.

 

Verder wordt opgemerkt dat de uitvoeringskosten kunnen stijgen door oninbare of moeilijk inbare aanslagen. Voor de inwoners die het betreft heeft deze maatregel direct tot gevolg een lager besteedbaar inkomen. Mogelijk leidt dit dan tot een groter beroep op andere vormen van inkomensondersteuning (bijzondere bijstand) of schuldhulpverlening.

 

Deze maatregel vereist een verhoging van de ozb met ca. 2,3%. Om algemene middelen te genereren moet bij een reductie naar 75% kwijtschelding de ozb worden verhoogd. Dit komt omdat de kwijtschelding in de gesloten systemen, afval- en rioolheffing valt. 25% verlaging kwijtschelding betekent ca. 1,15 mln bruto verlaging kwijtschelding in de afval- en rioolheffing. Dit is op basis jaarrekening 2018. Als je dit bedrag via de ozb in de algemene middelen moet stromen, betekent dat een verhoging van de ozb met gemiddeld 2,3%.

2.7. Overzicht invulling taakstellingen

In de onderstaande tabel is de bezuinigingsmonitor verwerkt, waarin de voortgang op de lopende bezuinigingen zichtbaar is. Alle groen gemarkeerde bezuinigingen zijn ingevuld. Alle oranje gemarkeerde bezuinigingen zijn in gang gezet, maar nog niet volledig ingevuld. Bij de rood gemarkeerde bezuinigingen zijn er extra maatregelen nodig om de geraamde bezuiniging te halen. Op dit moment staat echter geen enkele bezuiniging in categorie rood. De bezuinigingen die paars zijn gemarkeerd, gelden als onhaalbaar. De bezuinigingen die niet gehaald worden, zijn als knelpunt meegenomen in het middelenkader.  

 

De taakstellingen binnen het sociaal domein op het terrein van de Jeugdhulp en de Wmo zijn opnieuw ingedeeld en op een meer logische wijze geclusterd. Het totaalbedrag van de taakstellingen is ongewijzigd gebleven. Aanleiding hiervoor is met name de meetbaarheid en de toerekening van de diverse afzonderlijke maatregelen. De effecten van maatregelen zijn niet altijd te meten of kunnen neerslaan of meerdere deelbudgetten. Diverse maatregelen hangen ook met elkaar samen. Daarmee is het arbitrair waar de effecten van een maatregel worden verantwoord.

 

Prog

Bron

Traject/Proces

 

 

 

 

Toelichting invulling en/of bijsturing

 

 

 

2020

2021

2022

2023

 

V&S

GB19

Normaliseren & Inclusie

1.100

1.700

1.700

1.700

Initiatieven gericht op algemeen gebruik (geen mate van specialistische zorginzet). Hieronder vallen bijvoorbeeld projecten Wijkwijzer, I-sociaal (OH), toegang wijkteams. In dergelijke voorzieningen is geen sprake van registratie van individueel gebruik.

V&S

GB19

Ontwikkelen van algemene voorziening

1.500

1.750

1.750

1.750

Initiatieven gericht op ontwikkeling van nieuwe algemene voorzieningen. Denk aan initiatieven als Ontmoetingscentra, Kracht van verenigingen, etc. In deze voorzieningen is sprake van een eenvoudige registratie van individueel gebruik.

V&S

GB19

Scherpe keuzes in sociaal domein: zoekrichting subsidies

800

900

1.000

1.000

Betreft de lijn om scherpe keuzes te maken binnen het sociaal domein waarbij de zoekrichting met name ligt op het terrein van de subsidies. Aandachtspunt is de relatie met de overige bezuinigingslijnen omdat subsidies veelal betrekking hebben op het voorliggende veld.

V&S

GB19

Collectivisering voorzieningen door alternatieve relaties aan te gaan met zorgaanbieders

800

1.200

1.200

1.200

Initiatieven gericht op het omzetten van individuele zorg naar meer groepsgerichte-/collectieve zorgvormen. Gaat meestal gepaard met een vorm van populatiefinanciering (denk aan de pilot OJA of 1 aanbieder per functie/wijk). Hier is wel sprake van specialistische 2e lijns-zorginzet en registratie van zorgconsumptie.

V&S

GB19

Vroegsignalering

200

350

400

400

Initiatieven gericht op preventieve vromen van zorg: in een vroeg stadium erbij. Denk aan initiatieven als Kansrijke start, PGJ, Twentse Belofte.

V&S

GB19

Innovatie zorgveld

2.825

3.425

3.425

3.425

Initiatieven gericht op andere (getransformeerde) werkwijzes bij (met name) zorgaanbieders. O.a. de aanpak van 18-/18+, 100 dure gezinnen en scheiden van wonen en zorg behoren tot deze lijn.

V&S

GB19

Efficiency organisatie van zorg

525

625

625

625

Initiatieven gericht op efficiëntere inrichting en uitvoering van het ketenproces tussen het voorliggend veld, algemene voorzieningen, wijkteams en zorgaanbieders.

V&S

PB18

Focus op uitstroom bijstand

2.000

2.500

2.500

2.500

Loopt conform planning

V&S

GB19

Vrijval BUIG middelen

670

170

170

170

Loopt conform planning

V&S

PB18

Sturen op kosten Stadsbank

70

70

70

70

Conform planning, met de veronderstelling dat de extra rijksmiddelen voor schulden en armoede uit de meicirculaire ingezet worden ter dekking van de kosten van de Stadsbank. Deze extra middelen zijn beschikbaar tot en met 2020. De kosten van de stadsbank zijn lager dan het budget, dat is bijgesteld.

V&S

PB18

Vrijval als gevolg van extra Rijksmiddelen voor kinderen in armoede

500

500

500

500

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Het extra tekort op de Sociale Werkvoorziening dekken uit het Participatiebudget

1.800

1.800

1.800

1.800

 

V&S

PB18

Stoppen met het mantelzorgcompliment

300

300

300

300

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Aanvullende niet wettelijke subsidies GGD stopzetten/beperken op het preventieve veld

237

237

237

237

De GGD heeft de opdracht aanvaard om realisatieplannen te ontwikkelen

V&S

PB18

Inzet vernieuwing maatschappelijke ondersteuning (niet voortzetten HHT met ingang van 2018)

500

1.000

1.000

1.000

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Versoberen collectieve ziektekostenverzekering Menzis

200

200

200

200

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Inzet middelen Kinderopvang

142

142

142

142

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Onderwijsbegeleidingsmiddelen

200

200

200

200

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

PB18

Loon- prijscompensaties subsidies gemeentebreed niet toekennen voor tranche 2018, nog invullen

425

425

425

425

Ingevuld door budgetverlaging, aandeel Enschede van centrumgemeente middelen

V&S

GB19

Geen maatwerkvoorziening compensatie eigen risico

100

100

100

100

De maatwerkvoorziening Compensatie Eigen risico is een aanvullende regeling die jaarlijks wordt uitgevoerd na een raadsbesluit.

V&S

GB19

Verlagen subsidie DOC

50

50

50

50

 

V&S

GB19

Right to challenge

50

50

50

50

Ingevuld door budgetverlaging

V&S

GB19

Besparing Kinderopvang doelgroepouders

65

65

65

65

Er is sprake van onderuitputting als gevolg van minder aanvragen van ouders om een bijdrage in de kosten van kinderopvang.

DWLW

PB18

Gladheidsbestrijding

 

 

 

 

Ingevuld door budgetverlaging

DWLW

PB18

Doorberekenen btw begraafplaatsen in tarieven

45

45

45

45

Verwerkt in tarieven en uitbreiding van dienstenpakket

DWLW

PB18

Herstructurering cultuurorganisatie

350

360

360

360

Een bedrag van 50.000 voor het Poppodium is ingeboekt en daarmee gerealiseerd.

Een bedrag van147.000 voor de ateliers wordt vanaf 2021 gerealiseerd.

Daarnaast is een taakstelling op personeel en het beleidsbudget vanaf 2020 gerealiseerd.

DWLW

PB18

Herstructurering cultuurorganisatie

0

140

140

140

Totale taakstelling was 500.000 euro. Echter is voor 140.000 euro de taakstelling niet haalbaar omdat dan beleid moet worden aangepast en dat valt niet binnen de kaders van de bezuiniging.

DWLW

GB19

Verhogen parkeertarieven

900

1.200

1.600

1.600

 

DWLW

GB19

Verwijderen hup's

60

60

60

60

Besparing van 150k door verwijdering hup's, kosten 60k voor alternatief (afvalbakken), per saldo besapring van 90k

DWLW

GB19

Vrijval middelen NOEK

 

225

225

225

 

DWLW

GB19

Verlagen formatie team ruimtelijke plannen

80

80

80

80

Opstellen bestemmingsplannen en overige besluiten met ruimtelijke impact (bv project afwijkingsbesluiten)

DWLW

GB19

Agenda voor Twente

640

640

640

640

Beperken Agenda voor Twente middelen tot 7,50 euro per inwoner ipv 12,50 euro.

DWLW

GB19

Bezuiniging op Ondernemersloket

250

250

250

250

Invulling loopt nog.

S&B

PB18

Korting op wijkbudgetten

300

300

300

300

Let op amendement bij PB2018. Gaat uit van structurele onderuitputting wijkbudgetten, zo niet dan via algemene reserve!

S&B

PB18

Vermindering stadsdeelmanagers

200

200

200

200

Taakstelling reductie aantal managers Stadsdelen van 5 naar 3. Taakstelling is gehaald.

F&O

PB17

Herinrichting werkprocessen en digitalisering

300

300

300

300

Herinrichting werkprocessen en digitalisering Dienstverlening en Financieel Beleid - overig

F&O

PB13

Purchase to pay

200

200

200

200

Inkoopautomatisering. Implementatie Purchase to pay wordt vanaf 2019 gerealiseerd.

F&O

GB19

Inkomsten toeristenbelasting

90

90

90

90

 

F&O

GB19

Verhogen ozb

4.000

4.100

4.100

4.100

 

Concern

PB18

Netwerkstad

65

65

65

65

Omzetten naar inzet in natura. Beleidswijziging moet nog doorgevoerd worden. Het College heeft een besluit genomen om de bijdrage mbt Netwerkstad van 130.000 euro naar 65.000 euro te verlagen. Als dit voorstel overgenomen wordt, dan is dat vanaf het jaar 2020.

Concern

PB18

Netwerkstad

65

65

65

65

Een restant van 65.000 euro van de taakstelling kan niet ingevuld worden.

Concern

PB18

Loon- prijscompensaties subsidies gemeentebreed niet toekennen voor tranche 2017, gerealiseerd deel

775

775

775

775

 

Concern

PB18

Taakstelling organisatie, gerealiseerd deel

1.262

1.387

1.387

1.387

Adviesaanvraag is aan OR verstuurd en OR heeft positief geadviseerd. Taakstelling is administratief verwerkt en voor 1,387 miljoen structureel gerealiseerd.

Concern

PB19

Taakstelling organisatie, nog in te vullen

388

263

263

263

Invulling van het deel Beleidsinzet dat nog bij de Zomernota wordt ingevuld.

Concern

GB19

Generieke korting op subsidies

600

1.000

1.000

1.000

Een motie is aangenomen voor uitstel naar ingang vanaf 2021 aan de hand van een meetlat en participatie. In 2020 levert het incidenteel niet-verlenen van indexatie een besparing op van ongeveer 600.000 euro.

Concern

GB19

Generieke korting op subsidies

400

 

 

 

Restant van taakstelling op subsidies waarvoor in 2020 geen invulling gevonden kan worden.

Concern

GB19

Kleine gerealiseerde bezuinigingen GB'19

160

60

60

60

 

Concern

PB18

Overige bezuinigingen PB'18

7.578

5.553

5.553

5.553

Betreft vrijval van middelen, ontrekking uit reserves, etc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingevuld

24.699

23.234

23.634

23.634

 

 

 

In gang gezet

8.603

11.678

11.828

11.828

 

 

 

Extra maatregelen nodig voor realisatie

0

0

0

0

 

 

 

Onhaalbaar

465

205

205

205

 

 

 

Totaal

33.767

35.117

35.667

35.667

 

               

 

Geconstateerd wordt dat de bezuinigingen uit de begrotingen van 2018 en 2019 voor een groot deel zijn gerealiseerd. De groen gemarkeerde bedragen tellen op tot structureel 23 tot 24 miljoen euro.

Er is echter nog een pakket bezuinigingen van structureel 11,8 miljoen euro die nog ingevuld moet worden. Hiervoor zijn wel maatregelen in gang gezet, zoals in de transformatieagenda in het Sociaal Domein. Er is een risico dat de bezuinigingen niet volledig gehaald worden. Dit risico is in de paragraaf weerstandsvermogen meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.

2.8. Weerstandsvermogen

Op basis van het middelenkader 2020-2023 kan een prognose gemaakt worden hoe de weerstandsratio zich de komende jaren ontwikkelt.


Sociaal domein
Voor 2019 en 2020 verwachten we binnen het begrote budget te blijven voor het sociaal domein. De tekorten in de Jeugdhulp en Wmo-begeleiding vangen we op door een voordeel op Wmo-beschermd wonen, dat er is mede vanwege een vertraging in de realisatie van woonvoorzieningen.
Het jaar 2021 is een cruciaal jaar voor het sociaal domein. In dat jaar wordt naar verwachting het nieuwe verdeelmodel sociaal domein geïmplementeerd (naast de herziening van de algemene uitkering). Ook is dan naar verwachting duidelijker in welke mate de taakstellingen kunnen worden gerealiseerd. Daarbij spelen ook eventuele aanvullende middelen van het Rijk voor Jeugdhulp en de Wet verplichte GGZ een rol.
Het onderdeel Wmo-beschermd wonen maakt onderdeel uit van het nieuwe verdeelmodel sociaal domein en daarmee vervalt naar verwachting ook het huidige financiële voordeel.

De belangrijkste risico's in het sociaal domein betreffen:

  • Verdeelmodel Wmo-begeleiding, beschermd wonen & maatschappelijke opvang en doordecentralisatie centrumgemeentetaken: vooruitlopend op het algehele verdeelmodel sociaal domein (zie hierboven) is voor Wmo-begeleiding, beschermd wonen & maatschappelijke opvang een concept verdeelmodel vrijgegeven. De voorlopige uitkomsten van dit verdeelmodel zijn nadelig (10,6 miljoen euro voor de 8 onderliggende gemeenten, aandeel Enschede +/- 60%). Daarnaast geldt dat de middelen "doorgedecentraliseerd" worden naar de acht lokale gemeenten.
  • Woonplaatsbeginsel Jeugdhulp:In 2021 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel ingevoerd waarbij cliënten in een "residentiële instelling" niet meer bekostigd worden vanuit een historisch verdeelmodel, maar vanuit de gemeenten waar de cliënten vandaan komen. In het geval een gemeente relatief veel cliënten doorverwijst naar dergelijke voorzieningen, vallen de kosten hoger uit dan de beschikbare middelen vanuit het landelijke verdeelmodel. Eerste becijferingen geven voor Enschede een negatief effect van 3 miljoen euro.
  • Taakstellingen: de totale taakstelling in het sociaal domein is structureel 10,5 miljoen euro (zie paragraaf 2.7). Deze moeten nog wel gerealiseerd worden.
  • Taakstelling Ondersteuning huishouden in combinatie met de aanzuigende werking door de invoering van het abonnementstarief: -0,7 miljoen euro.
  • Effect uitname cliënten Wmo-beschermd wonen naar de Wet langdurige zorg (Wlz): in 2021 gaat een groep cliënten van Wmo-beschermd wonen over naar de Wlz. Op macroniveau is een uitname van budget berekend (495 miljoen euro), maar deze kan afwijken van de feitelijke kosten voor deze doelgroep.
  • Budgetcorrectie statushouders in de BUIG: naar verwachting komt er een correctie op de aantallen statushouders in de BUIG. Dit heeft een negatief effect op het BUIG-budget.
  • Overige risico's: dit heeft onder meer betrekking op de organisatie wijkteams en inkomensondersteuning.

De aanvullende rijksmiddelen uit de meicirculaire voor de Jeugdhulp, waarvan wordt verondersteld dat deze ook na 2022 beschikbaar zijn, worden voor een deel ingezet voor gemeentelijke middelenkader. Deze middelen worden niet gereserveerd als buffer voor de hierboven beschreven risico's en ook niet ingezet om lopende taakstellingen mee te vereffenen. 

 

Bovenstaande risico's zijn gekwantificeerd (met bandbreedtes) en in drie scenario's uitgewerkt.

  

Risico's 2021 I II III
1. Verdeelmodel sociaal domein -5 -10 -15
2. Taakstellingen sociaal domein 0 -2,5 -5
3. Taakstelling Ondersteuning huishouden 0 -0,5 -1
4. Uitname Wmo-beschermd wonen naar Wlz -0,4 -0,6 -0,8
5. BUIG, statushouders -0,5 -1,3 -2
6. Overig 0 -0,8 -1,5
TOTAAL -5,9 -15,6 -25,3

 

Bovenstaande tabel geeft de mogelijke tekorten in 2021 weer. Vervolgens is scenario II doorgerekend in het weerstandsvermogen/Naris. Het resultaat is in onderstaande tabel opgenomen in de tweede en derde rij.

 

 

Inschatting weerstandsratio 2019 2020 2021 2022 2023
Weerstandsratio bij Jaarrekening '18 1,37 1,57 1,78 2,17 2,56
Weerstandsratio conform Zomernota '19 voorkeursscenario  1,37 1,32 1,06 1,14 1,23
Weerstandsratio conform Zomernota '19, zonder stille reserves  0,98 0,93 0,74 0,84 0,96

 
Het effect van de risico's in het sociale domein blijkt uit de daling van de ratio van 1,32 in 2020 naar 1,06 in 2011. Dit betekent dat indien de risico's zich in het sociale domein voordoen en er geen aanvullende maatregelen worden getroffen, er in 2021 voor een bedrag van ongeveer 8 miljoen euro een beroep wordt gedaan op de algemene reserve.

 

Indien de stille reserves niet in de weerstandsratio meegeteld worden, komt de ratio volgens de huidige prognose in deze planperiode niet boven 1,0. Dat was wel een ambitie uit het coalitieakkoord.

2.9. Overige risico's

Ondersteuning Wmo-lokaal: toename GGZ

Er is een rijksakkoord met de GGZ-sector gesloten omtrent afbouw dure verblijfszorg en specialistische vakteams. Dit akkoord zorgt voor verlichting/besparing van kosten binnen de Wlz en Zorgverzekeringswet (Zvw), maar leidt tot hogere lasten bij gemeenten doordat cliënten langer en/of meer ondersteuning via de Wmo nodig hebben. Het rijk zal naar verwachting landelijk 50 miljoen euro in 2019 oplopend naar 95 miljoen euro in 2022 beschikbaar stellen. Formeel wordt dit duidelijk in de septembercirculaire.

 

Uitvoeringskosten WvGGZ

Begin 2020 gaat de nieuwe Wet verplichte GGZ (WvGGZ) in. Voor deze nieuwe taak worden gemeenten met extra uitvoeringskosten geconfronteerd. De compensatie door het Rijk is in de meicirculaire bekend gemaakt. Er wordt momenteel gewerkt aan een plan van aanpak. Hiermee wordt duidelijk in hoeverre deze compensatie toereikend is.

 

Vervangingsinvesteringen Sportaal

Bij de verzelfstandiging van taken naar Sportaal liet de prognose van het verloop van de reserve voor vervangingsinvesteringen met betrekking tot sportaccommodaties een negatief verloop zien. Sportaal brengt het meerjarige verloop van de toekomstige vervangingsinvesteringen met de dekkingsmogelijkheden momenteel in beeld. Over enkele maanden zullen de consequenties daarvan inzichtelijk zijn.

 

Uitspraak Centrale Raad van Beroep (CRvB), indiceren op basis van uren in plaats van resultaatgericht

De CRvB heeft eind 2018 en begin 2019 enkele uitspraken gedaan over de invulling van resultaatgericht indiceren. Een van deze uitspraken had betrekking op Enschede. De CRvB vindt dat naast taken, activiteiten en frequentie een resultaatgerichte indicatie ook voorzien moet zijn van een tijdsindicatie. Het Ministerie van VWS heeft een wetswijziging aangekondigd in de brief van 12 april 2019. We hebben de raad in april 2019 per brief (kenmerk: 1900037043) geïnformeerd over deze brief van VWS en de raad is eind mei 2019 nogmaals per brief (kenmerk: 1900053775) geïnformeerd over de aanpassingen in het uitvoerings(beleid) die we voornemens zijn door te voeren tot de wet gewijzigd is. Hieraan voorafgaand voeren we een juridische toets uit. Uiterlijk 1 juli 2019 leggen we een voorstel hiertoe aan de raad voor waarin ook incidentele uitvoeringskosten die hiermee gepaard gaan vermeld staan.

 

Herindicatie vervoer

In het derde kwartaal van 2019 geven we invulling aan herindicaties voor vervoer. Dit gaat naar verwachting leiden tot incidentele uitvoeringskosten als gevolg van een hoog percentage bezwaar en beroep. In 2017 is besloten een deel van de populatie niet te betrekken bij het herindicatietraject. Deze groep moet nu wel worden gezien, wat mogelijk leidt tot veel uitvoeringskosten in het kader van bezwaar en beroep, etc.

 

Financiële positie zorgaanbieders

Over de gehele linie blijkt uit risicoanalyses dat de financiële positie van zorgaanbieders aan het verslechteren is. Naast financiële risico’s -er wordt op een aantal grote zorgposten als beschikbaarheidsvoorzieningen en maatregelenhulp bevoorschot- ontstaan bij eventuele faillissementen ook extra uitvoeringskosten voor het omzetten en regelen van zorg bij andere zorgaanbieders.

 

Toename handhavingsonderzoeken zorgaanbieders

Gezien de actuele omvang van het aantal zorgaanbieders (330) van het Twentse Ondersteuningsmodel (TOM) en de uitvoering tvan de oetsing op het barrièremodel, is er een risico dat hieruit incidentele effecten voor de uitvoeringsorganisatie ontstaan.

 

Kosten bewindvoering

Een deel van de bewindvoerders heft ten onrechte nog geen 21% BTW op de dienstverlening. Dit kan leiden tot extra kosten voor de gemeente Enschede. Daarnaast laat de ontwikkeling van de afgelopen periode zien dat het aantal cliënten met bewindvoering verder toeneemt.

 

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI)

Landelijke ontwikkelingen en jurisprudentie maken het nodig de verlegregeling voor zover het ondergrondse hoofdnetten betreft (transportleidingen) aan te passen. Het verlengen van de afschrijftermijn van 15 naar 30 jaar en aanpassing van de staffeling van de nadeelcompensatie maakt dat de gemeente bij verleggingen op haar verzoek een hogere schadevergoeding aan het nutsbedrijf moet betalen. Dit maakt dat desbetreffende projecten aanzienlijk kostbaarder worden.

 

Bodem

Vanaf 2021 valt de huidige rijksbijdrage weg voor bodem en ondergrond van in totaal 7.884.750 euro (2016-2020 apparaatskosten en materieel budget). Vanaf 2021 is onduidelijk wat de bijdrage gaat worden vanuit het rijk voor bodem en ondergrond. Ook vanaf 2021 en verder zijn apparaatskosten noodzakelijk voor het regulier (gegevens)bodembeheer en voor inzet van beleidscapaciteit voor onderwerpen m.b.t. bodem en ondergrond. In 2020 volgt meer duidelijkheid.

 

Klimaatadaptatie

We moeten in 2020 klimaatbestendig handelen en vanaf 2050 klimaatbestendig zijn. Om deze doelstelling te behalen voeren we in 2019 stresstesten uit op het gebied van klimaatadaptatie (hitte, natte, droogte). Dit vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie. Op basis van de uitkomsten gaan we in 2020 een risicodialoog houden die leidt tot een maatregelenplan. Om de vanuit dit plan noodzakelijke maatregelen uit te voeren is vanaf 2021 een investeringsbudget nodig. In de zomernota van 2020/2021 is er meer duidelijkheid over de maatregelen en bijbehorende bedragen.

 

Droogteschade

In 2018 was het een extreem droog jaar. Als gevolg van deze extreme droogte is er in Enschede, net zoals in heel Nederland, droogteschade ontstaan aan het openbare groen.

 

Kosten dumpen drugsafval

De toenemende kosten voor het opruimen van drugsafval is een knelpunt dat niet te kwantificeren is omdat het niet bekend is waar en wanneer er illegaal gedumpt wordt.

Het is wel van belang om de problematiek blijvend te monitoren om te beoordelen of hier in de toekomst een structureel budget voor opgenomen moet worden.

 

Aanvullende desintegratiekosten ODT

Er bestaat een risico dat de ODT hun verdeelmodel niet aanpast en ongewijzigd doorberekend. In dat geval wordt het knelpunt hoger, namelijk 200.000 euro structureel vanaf 2020.

 

Accountantskosten

De kosten van de accountant liggen structureel hoger dan geraamd. Op dit moment loopt de aanbesteding van accountantswerkzaamheden voor de komende vier jaar. Op het moment dat de aanbesteding is afgerond zal een definitief bedrag worden opgenomen voor de accountantskosten.

2.10. Meicirculaire 2019

 

De doorrekening van de meicirculaire 2019 levert het volgende resultaat op:

 

Omschrijving (x 1.000 euro)   2019  2020  2021  2022  2023

Stand gemeentefonds meicirculaire 2019

375.514

379.829

382.855

388.756

396.779

Stand gemeentefonds decembercirculaire 2018

365.552

373.994

378.268

385.248

393.500

Bruto mutatie

9.962

5.835

4.588

3.508

3.278

           

Taakmutaties meicirculaire 2019

-12.806

-8.072

-8.225

-8.476

-8.374

Resultaat meicirculaire 2019

-2.844

-2.237

-3.638

-4.968

-5.096

           

Inzet middelen sociaal domein:

 

       

Bruto resultaat op taakmutaties en decentralisatie uitkeringen

3.117

       

Jeugdhulp, extra middelen

4.879

3.618

3.618

3.618

3.618

Verrekening Voogdij 18+

 

-801

-801

-801

-801

Effect op middelenkader

5.152

581

-820

-2.150

-2.278

 

Het negatieve resultaat uit deze circulaire is met name het gevolg van negatieve taakmutaties die groter zijn dan de stijging van het gemeentefonds in vergelijking met de vorige circulaire. Het rijk geeft hierbij aan dat dit het gevolg is van een lagere stijging van lonen en prijzen, zoals becijferd door het CPB, waardoor de gemeente trap-af gaat en een lagere uitkering uit het gemeentefonds zal ontvangen.

 

De onlangs toegezegde extra middelen (landelijk totaal 1 miljard euro) voor Jeugdhulp is in deze circulaire voor de jaren 2019, 2020 en 2021 opgenomen. In de circulaire wordt gemeld dat het kabinet de provinciale toezichthouders een richtlijn zal geven zodat gemeenten een meerjarendekking in de begroting kunnen opnemen voor de uitgaven jeugd. Navraag bij de toezichthouder leert dat deze er nog niet is. Het is aan het college om een besluit te nemen hoe met deze onzekerheid wordt omgegaan. In bovenstaande opstelling is de reeks structureel verwerkt.

 

Op de extra middelen voor de Jeugdhulp moet een tweetal negatieve posten die samenhangen met de Voogdij 18+ (zie in tabel verderop in deze memo met overzicht van de diverse taakmutaties) in mindering worden gebracht. Met de extra rijksmiddelen voor de Jeugdhulp kunnen we gemeentemiddelen, die afgelopen jaren zijn toegevoegd om tekorten in de Jeugdhulp af te dekken, vrijspelen voor het gemeentelijke middelenkader. Van het totale budget voor de Jeugdhulp in 2020 van 48,3 miljoen euro, is 45,8 miljoen euro rijksbudget en 2,5 miljoen euro gemeentemiddelen. We leggen dus nog steeds 2,5 miljoen euro toe op de Jeugdhulp.
De extra rijksmiddelen worden niet ingezet om de taakstellingen op de Jeugdhulp te verlichten. De bestaande taakstelling op de Jeugdhulp van 5,1 miljoen euro in 2020 oplopend naar 6,8 miljoen euro in 2022 blijft daarmee gehandhaafd.

 

Ook moet worden gerealiseerd dat bij de doorrekening van vorige circulaires nog enige marge is gehouden in toekomstige jaren om zo de eerste afwijkingen op de diverse maatstaven waarmee wordt gerekend, op te vangen. Deze marge is nu vrijwel geheel ingezet.

 

Nadere toelichting resultaat meicirculaire 2019

Bijzonderheden ten aanzien van het resultaat:

  • Voor 2019 is sprake van een positief accres ten opzichte van de septembercirculaire 2018 (in de decembercirculaire 2018 is het accres niet gewijzigd) omdat rijksuitgaven niet zijn gedaan in 2018 en zijn doorgeschoven. Over 2018 was de onderuitputting op de rijksuitgaven echter dusdanig fors dat de daarmee gepaard gaande daling van het accres de stijging voor 2019 teniet doet. Uiteindelijk is sprake is van een korting op het gemeentefonds.
  • In 2018 is gebleken dat er meer is gedeclareerd uit het BTW-compensatiefonds (over 2017) dan waarmee rekening was gehouden. Het verschil wordt alsnog in 2019 aan het gemeentefonds onttrokken.
  • Aan de budgetten van het sociaal domein wordt voor een laatste keer separaat de indexatie toegevoegd voor 2019. Vanaf 2020 is de indexatie onderdeel van het accres.

 

In de meicirculaire wordt melding gedaan dat de actuele maatstafgegevens voor de verdeelmodellen van Wmo, Jeugdhulp en re-integratie nog niet beschikbaar zijn. Dit betreft de onderdelen van het sociaal domein die zijn overgeheveld naar de algemene uitkering. Het Rijk geeft aan dat daarom mogelijk in de septembercirculaire 2019 sprake zal zijn van actuele gegevens met een grotere impact dan gebruikelijk aan de orde is in deze circulaire.

 

Taakmutaties

De budgettoevoegingen c.q. taakstellingen die via de decembercirculaire 2018 met de uitkering uit het gemeentefonds worden verrekend, worden vooralsnog gereserveerd bij het concern. Daar waar de invulling passend is in het al lopende beleid of al besluiten aan ten grondslag liggen, worden de budgetten overgeheveld naar het desbetreffende programma. De afspraken hierover zijn verankerd in de Financiële verordening waarmee de Raad heeft ingestemd op 12 juni 2017. De rekeningencommissie zal via een memo worden geïnformeerd over de uitkomsten van de circulaire. In dit memo worden ook alle taakmutaties technisch toegelicht.
 

Overige

De circulaire sluit af met een aantal overige mededelingen. Voor de gemeente zijn de volgende van belang:

  • Herijking verdeling gemeentefonds: Een tweetal onderzoeksbureaus zijn gestart met een onderzoek naar de verdeling van de algemene uitkering vs. de uitgaven van de gemeenten. Hierbij is ook specifiek aandacht voor het onderdeel sociaal domein dat is toegevoegd aan de algemene verdeling van het gemeentefonds. De resultaten worden verwacht in januari 2020 waarna in de meicirculaire 2020 mogelijke uitkomsten zullen zijn opgenomen.
  • Advies raming ruimte plafond BCF: De provincie heeft hierover onlangs aangegeven dat de ruimte onder het plafond BTW compensatiefonds zeer beperkt is en geadviseerd om voorzichtig om te gaan met het inzetten van deze ruimte in het middelenkader van de gemeente. Enschede handelt in die lijn door geen inkomsten vanuit het BTW compensatiefonds te ramen.