3. Middelenkader 2024-2027

 

In dit hoofdstuk wordt het middelenkader gepresenteerd voor de periode 2024 t/m 2027. Dit is de eerste zomernota van dit college. Direct staan wij daarbij voor een flink dilemma. Enerzijds willen we met volle vaart aan de slag met onze plannen en de opgaven in de stad. Tegelijkertijd worden we dit jaar geconfronteerd met enkele flinke financiële tegenvallers en verontrustende berichten vanuit het Rijk over de ontwikkeling van het gemeentefonds op de middellange termijn. We hebben hierin een balans gevonden.

 

Middelenkader 2024-2027 2024 2025 2027 2027
Saldo Gemeentebegroting 2023-2026 4,0 13,8 -14,1 -14,1
Gemeentefonds  8,7 19,0 21,5 13,2
Loon- en prijscompensatie 2024 -0,3 -0,2 0,1 -0,2
Knelpunten -23,6 -23,3 -23,7 -23,7
Prioriteiten -5,6 -9,3 -7,7 -8,1
Meevallers/scherpe keuzes 14,7 3,8 2,7 3,3
Lokale belastingen 2,4 2,4 2,4 2,4
Saldo middelenkader 2024-2027 0,4 6,3 -18,8 -27,1
Ratio obv actuele middelenkader 2024-2027 1,67 1,70 1,41 0,90

 

Voor 2024 en 2025 is sprake van een sluitende begroting waarbinnen ook ruimte is gevonden om met prioritaire beleidsonderwerpen aan de slag te gaan. Zo wordt geïntensiveerd op kansengelijkheid, ons groenambitieplan, evenementenbeleid, cultuur en verkeersveiligheid. Ook kiezen we ervoor budget vrij te maken voor maatschappelijke voorzieningen als de ijsbaan en de huiskamer van de stad. Aanvullend blijven we inzetten op investeringsprojecten die al op de strategische investeringsagenda stonden en hebben we er onlangs bij de actualisatie van de investeringsagenda ook 2 nieuwe projecten aan toegevoegd. Verder heeft het college in lijn met het coalitieakkoord besloten de OZB niet met het actuele inflatiepercentage te verhogen. In plaats daarvan een gemiddelde inflatie van de afgelopen jaren te hanteren. Het college ziet richting de begroting 2024 geen noodzaak om in te zetten op nieuwe bezuinigingen.

 

Voor 2026 en verder kiezen we er bewust voor om de begroting op dit moment niet sluitend te maken. Het tekort in deze jaren wordt grotendeels veroorzaakt doordat het Rijk vanaf 2026 een uitname uit het gemeentefonds heeft gedaan van omstreeks 3 miljard euro. Dat betekent voor Enschede dat we ongeveer 30 miljoen euro per jaar minder uitkering krijgen. Het college vindt het niet opportuun om op dit moment al ingrijpende maatregelen te nemen op de tekorten in 2026 en verder. Net als vrijwel alle andere gemeenten geven wij met deze zomernota een duidelijk signaal af naar de provincie en het Rijk. Aan de ene kant wordt van gemeenten verlangd dat ze steeds meer taken oppakken en aan steeds meer wettelijke verplichtingen voldoen. Aan de andere kant wordt het beschikbare budget voor gemeenten drastisch teruggeschroefd. Dit stelt gemeenten voor een onuitvoerbare opdracht. We gaan er vanuit dat het kabinet tot inkeer komt. Mocht daarvan onverhoopt geen sprake zijn beseffen we ons terdege dat bij de volgende zomernota wel andere afwegingen nodig zijn.

 

3.1. Gemeentefonds

Onderstaande tabel geeft de mutaties in het gemeentefonds weer sinds de begroting 2023-2026. Het gaat om de saldi van de afgelopen september-, december- en meicirculaire. Conform standaard werkwijze wordt uit het accres voor het laatste jaar in de planperiode (2027) een reservering gedaan om de loon- en prijsstijging in dat jaar op te kunnen vangen. In lijn met de financiële verordening houden we daarbij rekening met de gemiddelde prijs- en loonstijging over de afgelopen 20 jaren. In dit geval gaat het om 1,89% prijs- en 2,89% loonstijging waarvoor totaal een bedrag gereserveerd wordt in 2027 van 10,7 miljoen euro.

 

Gemeentefonds ontwikkeling (in 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
Septembercirculaire 2022   3.806  9.743  11.640  0
Decembercirculaire 2022 -2.374 -2.387 -2415 855
Meicirculaire 2023 7.282 11.611 12.251 23.040
Reservering ut accres voor loon-prijsstijging 2027         -10.727
Saldo accres gemeentefonds   8.714 18.967  21.476  13.168

  

Op basis van bovenstaande tabel kan de indruk ontstaan dat de ontwikkelingen in het gemeentefonds sterk positief zijn. Het is van belang te beseffen dat op een eerder moment forse uitnames uit het gemeentefonds zijn gedaan. Zo heeft het kabinet nog steeds de opschalingskorting van 1 miljard euro vanaf 2026 volledig in de begroting staan. Ook is bij het regeerakkoord door het kabinet een forse structurele uitname uit het gemeentefonds gedaan. Dit onder de noemer dat een nieuwe financieringssystematiek zou worden uitgewerkt. Totaal is vanaf 2026 sprake van een korting op het gemeentefonds van 4 miljard euro per jaar. Bij de septembercirculaire 2022 is een incidentele reparatie van 1 miljard euro toegepast voor 2026. In de meicirculaire 2023 heeft het kabinet besloten om deze 1 miljard euro structureel toe te voegen aan het gemeentefonds waardoor deze ook vanaf 2027 doorloopt. Per saldo komen gemeenten daarmee echter nog steeds structureel 3 miljard euro tekort. Voor Enschede vertaalt zich dat in een bedrag van omstreeks 30 miljoen euro per jaar. Dat is ongeveer gelijk aan het tekort in onze meerjarenbegroting voor 2027 en verder. In VNG verband wordt een sterke lobby richting het kabinet gevoerd om dit alsnog volledig gerepareerd te krijgen. Op het VNG congres van 14 juni is hiertoe een motie rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief voor gemeenten aangenomen met 97% van de stemmen.

 

Inmiddels heeft het Rijk wat meer duiding gegeven aan de nieuwe financieringssystematiek die ze wil invoeren. Insteek is om het gemeentefonds vanaf 2027 te indexeren op basis van de prijsindex BBP. Daarmee bewegen gemeenten dus niet meer trap-op en trap-af met het uitgaveniveau van het rijk zelf maar met de omvang van de economie. Het rijk meent hiermee een stabiele, solide en duurzame financiële basis te bieden aan gemeenten. De gereserveerde budgetten hiervoor (150 miljoen euro voor 2027 en 300 miljoen euro voor 2028) zijn echter niet ruim te noemen. Daarbij zien gemeenten hierin een groot risico gerelateerd aan vergrijzing. Als gevolg van stijgende zorgkosten door vergrijzing stijgt het uitgaveniveau van het rijk de komende jaren. Gemeenten zouden daarmee ook meer budget krijgen dat ook nodig is voor de eigen kostenstijging gerelateerd aan vergrijzing. Deze koppeling wordt nu echter losgelaten. Sterker nog, als gevolg van vergrijzing zou de omvang van de economie kunnen dalen waardoor gemeenten volgens de nieuwe volume-indexatie wellicht zelfs gekort worden. Dit risico wordt vanuit de VNG met het kabinet besproken.

 

 

Het kabinet kijkt bij de aanpassing van de financieringssystematiek ook naar een uitbreiding van het eigen belastinggebied van gemeenten. Daarmee wil ze de autonomie van gemeenten vergroten en de afhankelijkheid van het Rijk verkleinen. Op zichzelf is dat niet verkeerd. We zien echter wel het risico dat het kabinet niet inzet op verschuiving van belastingen maar dat sprake kan zijn van stijging van de belastingdruk die gemeenten uit moeten leggen aan de burger. Specifiek voor Enschede is er ook het risico dat de mogelijkheden om extra lokale belastingen op te halen beperkter zijn dan in gemeenten waar burgers meer welvarend zijn.

 

Per saldo is dus nog steeds sprake van een forse uitname door het kabinet uit het gemeentefonds vanaf 2026 en zien we ook aanvullende risico’s in het meerjarenbeeld. We kiezen ervoor daarop nu niet bij te sturen. Met andere gemeenten samen voeren we actief lobby richting het kabinet voor herstel van de onterechte uitname uit het gemeentefonds.

 

 

3.2. Loon- & prijscompensatie 2024

Bij het opstellen van de begroting voor 2024 moeten aannames worden gedaan met welke prijs- en loonkostenstijging rekening te houden. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe hoog deze zal zijn. We sluiten normaliter aan bij de inschattingen die in het Centraal Economisch Plan (CEP) in het voorjaar worden gedaan. Het Rijk hanteert dezelfde percentages om te bepalen welke prijsindexatie op het gemeentefonds toe te passen. Voor 2024 houdt het CEP rekening met 3,9% prijsontwikkeling en 5,2% loonontwikkeling. Dit jaar besluiten wij daar toch enigszins van af te wijken omdat we het niet opportuun vinden om op voorhand zo’n hoge loonontwikkeling te begroten. Vandaar dat is gerekend met 4,2% loonontwikkeling.

 

Elk jaar wordt ook vooraf een loon- en prijscompensatie aan Gemeenschappelijke Regelingen toegekend. Achteraf wordt obv de werkelijke loon- en prijsstijging een nacalculatie gedaan op basis waarvan dan een correctie (positief of negatief) wordt toegepast. Door de hoge inflatie van afgelopen jaar is dit keer sprake van een nadeel.

 

De dekking voor de loon- en prijscompensatie kan worden gevonden in de stelpost loon-prijscompensatie in de begroting. Daarin wordt elk jaar een reservering gedaan om inflatie effecten op te vangen (zie bijvoorbeeld in paragraaf 3.1 de reservering die we voor 2027 nu doen). Omdat de inflatie in 2024 aanzienlijk hoger uitvalt dan een aantal jaren terug was voorzien hebben we in de stelpost onvoldoende ruimte voorzien om deze inflatie effecten voor 2024 op te vangen. Dit kan echter worden opgevangen met de egalisatiereserve loon-prijs welke enkele jaren terug juist is ingesteld voor deze situaties. In jaren dat de inflatie laag is zetten we middelen opzij om nadelen op te vangen in de jaren met een hoge inflatie. Per saldo gaan we er vanuit dat met de stelpost in de begroting en de egalisatiereserve loon-prijs de komende jaren de loon- en prijsstijgingen zijn op te vangen. De aanname daarbij is dan wel dat de inflatie zich na 2024 weer normaliseert.

 

Loon en prijs ontwikkelingen 2024 (in 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
1. Prijs ontwikkeling 2024 (obv 3,9%) -6.630 -6.630 -6.630 -6.630
2. Loonkosten ontwikkeling 2024 (obv 4,2%) -10.920 -10.920 -10.920 -10.920
3. Pensioen premiestijging ABP (obv 0%) 0 0 0 0
4. Loon-prijscompensatie Gemeenschappelijke Regelingen -1.653 -1.653 -1.653 -1.653
5. Dekking uit stelpost loon-prijs voor LPO 2024 18.550 18.550 18.550 18.550
6. Treasury 380 430 790 490
Saldo  -273 -223 137 -163

 

 

Toelichting op loon- en prijsontwikkelingen 2024

1. Prijs ontwikkeling 2024

Het CPB gaat in de prognoses van het Centraal Economisch Plan uit van een inflatie van 3,9% in 2024 (prijs van de materiele overheidsconsumptie). Op basis van een beoordeling van alle prijsgevoelige begrotingsposten leidt dit tot een nadeel van 6,6 miljoen euro. 

 

2. Loonkosten ontwikkeling 2024

Het CPB gaat in de prognoses van het Centraal Economisch Plan uit van een loonstijging van 5,2% vanaf 2024. De CAO gemeenten voor 2024 moet echter nog worden vastgesteld en we vinden het niet opportuun om nu al te anticiperen op een dergelijke hoge loonstijging. Vandaar dat voor 2024 wordt gerekend met een loonstijging van 4,2%. Op basis van een beoordeling van alle loongevoelige begrotingsposten leidt dit tot een nadeel van 10,9 miljoen euro. Op basis van de daadwerkelijke CAO gemeenten zal bepaald worden of op een later moment een correctie nodig is.

 

3. Pensioenpremie stijging ABP

Voor 2024 wordt geen rekening gehouden met een stijging van pensioenpremies.

 

4. Loon- prijscompensatie Gemeenschappelijke Regelingen

De loon- prijs compensatie voor Gemeenschappelijke regelingen valt dit jaar hoog uit. Dit komt doordat obv nacalculatie nog een compensatie verrekend wordt over de hoge inflatie van afgelopen jaar. Gemeenschappelijke regelingen stellen al vroeg in het jaar hun begrotingen op. In 2022 hebben ze daardoor nog gerekend met een lage inflatie die naderhand aanzienlijk hoger uitviel. Conform de in Twents verband gemaakte afspraken over de loon- en prijsindexatie vindt achteraf een verrekening plaats op basis van een vergelijk tussen de begrote en werkelijke inflatie.

 

5. Dekking vanuit de stelpost loon-prijscompensatie

In de begroting 2024 wordt een last opgenomen van 18,55 miljoen euro op de stelpost loon-prijscompensatie. Dit om het grootste deel van de loon- en prijsontwikkeling in 2024 op te kunnen vangen. De stelpost die in 2024 nog beschikbaar is bedraagt slechts 14,2 miljoen euro. Dit verschil is op te vangen met de egalisatiereserve loon-prijs. Voor de jaren 2025, 2026 en 2027 blijft op deze manier voldoende financiële ruimte over in de stelpost en egalisatiereserve om een gemiddelde inflatie op te vangen. Aanname daarbij is dan wel dat de inflatie na 2024 weer normaliseert.

 

6. Treasury

Het positieve verschil t.o.v. de gemeentebegroting 2023-2026 ontstaat door verlaging van de verwachte herfinanciering. Wel wordt rekening gehouden met een stijging van de rente voor de nieuwe benodigde leningen in de komende jaren. De omslagrente is overigens ongewijzigd en blijft 1,5%. De gemiddelde rente van de leningenportefeuille blijft laag nu voorlopig geen nieuwe leningen aangetrokken zullen worden. De rentebaten vanuit de kapitaallasten zijn naar beneden bijgesteld nu blijkt dat de omvang van de activa lager is dan waarmee eerder rekening is gehouden. De investeringen blijven achter bij de prognoses mede vanwege de gestegen kosten door hoge inflatie alsook door het tekort aan personeel in vele sectoren.

 

 

 

3.3. Knelpunten 

 

Het college acht de onderstaande onderwerpen absoluut noodzakelijk om mee te nemen in

de financiële opgave. De onderwerpen zijn onder te verdelen in 4 categorieën:

  • Knelpunten die zijn ontstaan door de hoge inflatie van afgelopen jaren. De daadwerkelijke inflatie in 2022 en 2023 is aanzienlijk hoger uitgevallen dan waar bij de begroting rekening mee werd gehouden. Op de genoemde onderwerpen is dit niet op te vangen binnen bestaande budgetten.
  • Knelpunten gerelateerd aan volumeontwikkeling. Door een onontkoombare toename van het volume bij bijvoorbeeld jeugd of WMO nemen de kosten ook toe.
  • Knelpunten gerelateerd aan personeel. Het betreft uitbreiding van personeel die onontkoombaar is vanuit extra (wettelijke) taken of eerder genomen raadsbesluiten.
  • Overige knelpunten, waaronder digitalisering / IT en bij verbonden partijen.

 

 Programma Knelpunt (in 1.000 euro)   I/S 2024  2025  2026  2027
 V&S 1. Tariefstijging 2023 obv extra index 2022 OVA - Jeugd S  -490 -490 -490  -490 
 V&S 2. Tariefstijging 2023 vergoeding pleegzorg (2,45%) S  -25 -25  -25  -25 
V&S 3. Tariefstijging 2023 obv extra index 2022 OVA - Wmo (BG) S -170 -170 -170 -170
V&S 4. Tariefstijging Hulpmiddelen 2023 (CEP vs gemeentelijke indexatie) S -360 -360 -360 -360
V&S 5.  Loon- en prijsstijging Vervoer 2023 (NEA vs gemeentelijke indexatie) S -130 -130 -130 -130
V&S 6.  Loon- en prijsstijging Huishoudelijke Ondersteuning 2023 S -500 -500 -500 -500
V&S  7.  Aanbesteding Vervoer (zorgvervoer en CVV vervoer) -300 -300 -300 -300
V&S  8.  Aanbesteding Leerlingenvervoer -800 -800 -800 -800
V&S  9.  Energieprijzen Sportaal I  -113      
V&S 10. Herindicaties nieuwe inkoop Wmo-BG (nieuwe regionale inkoop per 1-1-2025) -250      
V&S  11. Herindicaties nieuwe inkoop Jeugd (nieuwe regionale inkoop per 1-1-2025) -250      
DWLW  12. Prijsstijging wegen en infrastructurele kunstwerken -1.030 -1.130 -1.230 -1.355
DWLW 13. Prijsstijging stadsdeelbeheer S -590 -590 -590 -590
DWLW 14. Prijsstijging openbare verlichting S -419 -319 -319 -319
S&B 15. VNG-GGU S -50 -50 -50 -50
S&B 16. Fraudebestrijding aan de balie S -32 -32 -32 -32
F&O 17. Indexatie Onderwijshuisvesting S 0 0 0 -250
F&O 18. Indexering licenties 2023 S -498 -498 -498 -498
F&O 19. Landmeetinstrumenten S -44 -44 -44 -44
  Totaal knelpunten inflatie voorgaande jaren   -6.051 -5.438 -5.538 -5.913
V&S 20. Structurele impact woonplaatsbeginsel S -3.500 -3.500 -3.500 -3.500
V&S 21. Autonome ontwikkeling Jeugdhulp: toename gemiddelde kosten per cliënt S -1.475 -1.625 -2.125 -2.125
V&S 22. Autonome ontwikkeling Jeugdhulp: toename volume 2e lijns zorg  S -1.325 -1.475 -1.975 -1.975
V&S 23. Volumegroei Wmo S -440 -440 -440 -440
DWLW 24. Areaaluitbreiding S -480 -480 -480 -480
F&O 25. Volume groei bedrijfsvoering S -1.594 -1.594 -1.594 -1.594
  Totaal knelpunten volume   -8.814 -9.114 -10.114 -10.114
V&S 26. Autonome groei Jeugd en Wmo op uitvoeringscapaciteit wijkteams S  -150 -200 -250  -300 
V&S  27. Clustermanager en afdelingshoofd  -268  -268 -268  -268
DWLW 28. Managementcapaciteit Stadsingenieurs en Gebieds- en Projectontwikkeling S -400 -400 -400 -400
DWLW 29. Ondergrondse infrastructuur S -300 -300 -300 -300
DWLW 30. Extra inzet in beleid en uitvoering ten gevolge van Nationale woon- en bouwagenda en daaruit volgende wetten en landelijk beleid S -500 -500 -500 -500
S&B 31. Coördinatie WOO en AVG verzoeken S -105 -105 -105 -105
S&B 32. Opleidingsbudget Juridische Zaken S -60 -60 -60 -60
S&B 33. KCC (Burgerzaken, Werk & Inkomen, Stadserfontheffing/parkeren/vergunningen) S -424 -424 -424 -424
F&O 34. Beveiliging mobiele hardware S -49 -49 -49 -49
F&O 35. Testcapaciteit implementatie software en applicaties I -190      
F&O 36. Datagedreven Werken S -311 -311 -311 -311
F&O 37. Uitbreiding capaciteit team Geoinformatie S -118 -118 -118 -118
F&O 38. Bridge S -900 -900 -900 -900
F&O 39. Inbesteding catering S -130 -130 -130 -130
Diverse 40. Decentrale Privacy Officers (DPO) S -315 -315 -315 -315
  Totaal knelpunten personeel   -4.220 -4.080 -4.130 -4.180
V&S 41. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - effect P*Q, implementatie nieuw normenkader S -1.100 -1.100 -1.100 -1.100
V&S 42. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - prijseffect harmonisering uurtarief S -950 -950 -950 -950
V&S 43. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - Herindicaties, projectbudget I -500 -500    
V&S 44. Wet op de lijkbezorging S -50 -50 -50 -50
V&S 45. Later realiseren taakstelling clustering sportparken I -61 pm pm pm
V&S 46. Bestrijding vogelgriep/vervoer gewonde/dode vogels I -50      
V&S 47. IJsbaan S -446 -494 -295 -250
V&S 48. Stadsbank dienstverleningsmodel S -550 -550 -550 -550
V&S 49. Gezamenlijke huisvesting armoedepartners S -100 -100 -100 -100
DWLW 50. Hogere bijdrage recreatieschap S -155 -155 -155 -155
DWLW 51. Uitwerken en uitvoeren urgentieverordening S -100 pm pm pm
DWLW 52. Partnerschap novel-t continueren I   -275 -275  
S&B 53. Gemeentelijke bijdrage Buurtbemiddeling I -69 -78 -81  
F&O 54. Disaster recovery S -250 -250 -250 -250
F&O 55. Arc GIS Software S -117 -117 -117 -117
  Totaal knelpunten overig   -4.498 -4.619 -3.923 -3.522
  Totaal alle knelpunten   -23.583 -23.251 -23.705 -23.729
F&O 56. Afronding realisatie platform Cloud en omzetten applicaties naar Cloudomgeving I Reserveoverboeking 1,2 miljoen euro in 2024 en 1,46 miljoen euro in 2025 van algemene reserve naar reserve transitiefonds IT

  

Toelichting op de knelpunten

 

1. Tariefstijging 2023 obv extra index 2022 OVA – Jeugd

Op basis van nacalculatie op de OVA 2022 is een regionaal besluit genomen om de tarieven met 0,76% extra te verhogen. Deze extra tariefstijging is niet verwerkt in de structurele begroting vanaf 2023 en kan niet worden opgevangen binnen de bestaande middelen.

 

2. Tariefstijging 2023 vergoeding pleegzorg (2,45%)

Op basis van landelijke wettelijke afspraken worden pleegzorgouders extra (2,45%) gecompenseerd voor de gestegen lasten. Dit kan niet worden opgevangen binnen de bestaande middelen.

 

3. Tariefstijging 2023 obv extra index 2022 OVA - Wmo (BG)

Op basis van nacalculatie op de OVA 2022 is een regionaal besluit genomen om de tarieven met 0,76% extra te verhogen. Deze extra tariefstijging is niet verwerkt in de structurele begroting vanaf 2023 en kan niet worden opgevangen binnen de bestaande middelen.

 

4. Tariefstijging Hulpmiddelen 2023 (CEP vs gemeentelijke indexatie)

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2023 was dit 2,3% (obv 100% prijsgevoeligheid). Aanvullend is er gecompenseerd voor de verwachte stijging van 10% in 2023. De feitelijke indexering is gekoppeld aan de CEP index September '22 (hulpmiddelen) en deze bedraagt ca. 15%. Dit tekort in percentage (5%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

5. Loon- en prijsstijging Vervoer 2023 (NEA vs gemeentelijke indexatie)

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2023 was dit 2,3% (obv 100% prijsgevoeligheid). Aanvullend is er gecompenseerd voor de verwachte stijging van 3,5%. De feitelijke indexering in 2023 is gekoppeld aan de NEA-index (hulpmiddelen) en deze bedraagt 13,7%. Dit tekort in percentage (7,9%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

6. Loon- en prijsstijging Huishoudelijke Ondersteuning 2023

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2023 was dit 2,3% (obv 100% prijsgevoeligheid). Aanvullend is er gecompenseerd voor de verwachte stijging van 5,76%. De feitelijke indexering in 2023 bedraagt 8,6% op basis van het normatieve kader voor de reële prijs. Dit tekort in percentage (2,84%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

7. Aanbesteding Vervoer (zorgvervoer en CVV vervoer)

De verwachting is dat de aanbesteding zal leiden tot ca 16,3% kostenstijging op basis van de eerder uitgevoerde marktconsultatie en het vorig jaar afgesloten vervoerscontract op "grote bussen". Dat is ruim hoger dan de gemeentelijke prijsindexatie. Dit tekort in percentage kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

8. Aanbesteding Leerlingenvervoer

Het vervoerscontract loopt in juni 2023 af. Aanbesteding loopt momenteel.

Inschatting op basis van eerdere gunning vervoerscontract 'grote bussen' (kostenstijging van 40% en NEA-index 2023 is 13,7%) leidt tot een kostenstijging van 800.000 euro.

 

9. Energieprijzen Sportaal

In de begroting 2023 was voor energiekosten Sportaal 500.000 euro opgenomen, obv nieuwe berekening is dit bijgesteld naar 613.000 euro. Het verschil van 113.000 euro is een knelpunt.

 

10. Herindicaties nieuwe inkoop Wmo-BG (nieuwe regionale inkoop per 1-1-2025)

Hierbij gaat het om projectbudget (extra uitvoeringsinzet) om in geval van lopende indicaties en eventuele overgang naar andere zorgaanbieder te herindiceren; de hoogte is afhankelijk van wel/geen keukentafelgesprek en/of administratieve omzetting. Deze kosten worden gedekt uit de investeringsreserve sociaal domein (zie meevallers).

 

11. Herindicaties nieuwe inkoop Jeugd (nieuwe regionale inkoop per 1-1-2025)

Hierbij gaat het om projectbudget (extra uitvoeringsinzet) om in geval van lopende indicaties en eventuele overgang naar andere zorgaanbieder te herindiceren; de hoogte is afhankelijk van wel/geen keukentafelgesprek en/of administratieve omzetting. Deze kosten worden gedekt uit de investeringsreserve sociaal domein (zie meevallers).

 

12. Prijsstijging wegen en infrastructurele kunstwerken

De beheer-, onderhouds- en vervangingskosten van wegen en infrastructurele kunstwerken stijgen fors door loon- en prijsstijgingen. Op basis van de CBS grond-, weg en waterbouw (GWW) is berekend wat de werkelijke prijsstijgingen zijn in de markt van 1 januari 2020 t/m 2023. Over deze periode is de GWW loon- en prijsstijging ruim 25% en het verschil met onze gemeentelijke prijscompensatie is ruim 18%. Er is dus vanaf 2024 ruim 18% meer budget nodig om onze wegen, fietspaden, trottoirs en infrastructurele kunstwerken op het afgesproken onderhoudsniveau te houden. We hebben daarvoor nodig:

  • stijging kapitaallasten (rente en afschrijving) voor vervanging van o.a. wegen, fietspaden en trottoirs (2024: 100.000 euro, 2025: 200.000 euro, 2026: 300.000 euro, 2027: 425.000 euro)
  • 850.000 euro voor groot en klein onderhoud van o.a. de wegen, trottoirs en fietspaden.
  • 80.000 euro voor beheer en onderhoud van de infrastructurele kunstwerken (o.a. bruggen).

13. Prijsstijging stadsdeelbeheer

We zien forse prijsstijging door hogere loon- en materiaalkosten en (stijgende) energieprijzen. Deze middelen zijn nodig om de kosten te compenseren en het beheer en onderhoud uit te kunnen blijven voeren. 590.0000 euro is als gevolg van loonstijgingen, dit is structureel.

 

14. Prijsstijging openbare verlichting

We zien een forse prijsstijging als gevolg van hogere loon- en materiaalkosten en (stijgende) energieprijzen. Deze middelen zijn nodig om de kosten te compenseren en het beheer en onderhoud uit te kunnen blijven voeren. 219.000 euro is als gevolg van stijgende energieprijzen in 2024 en in de jaren daarna structureel 119.000 euro. 200.000 euro is als gevolg van loon en materiaalkostenstijging.

 

15. VNG-GGU

Dit betreft een verhoging van de verplichte contributie aan de VNG m.b.t. de GGU (Gemeentelijke Gezamenlijke Uitvoering). Dit bedrag wordt bepaald o.b.v. aantal inwoners.

 

16. Fraudebestrijding aan de balie

Het knelpunt dat was opgenomen in de vorige begroting bleek niet voldoende. De opdracht is uiteindelijk iets duurder geworden door o.a. inflatie.

 

17. Indexatie Onderwijshuisvesting

O.b.v. eerdere afspraken worden conform voorgaande jaren de kapitaallasten van onderwijshuisvesting geïndexeerd. Op deze manier kan gegarandeerd worden dat er na afloop van de afschrijvingstermijn kan worden herbouwd. Tevens zijn deze middelen onderdeel van het door de Raad vastgestelde Integraal HuisvestingsPlan (IHP).

 

18. Indexering licenties 2023

De kosten voor licenties en software nemen aanzienlijk toe. De toegepaste indexatie bedroeg voor materiële kosten bedroeg slechts 2,3% in 2023. Gehanteerde indexcijfers door leveranciers voor licentiekosten liggen op 7% of hoger. De meerkosten hiervoor zijn 498.000 euro (incl. personeelsinformatiesysteem van P&O).

 

19. Landmeetinstrumenten

Landmeetkundige instrumenten van het team GEO informatie zijn sterk verouderd en moeten worden vervangen om de wettelijke taken te kunnen blijven uitvoeren. Vervangingsbudget is niet beschikbaar.

 

20. Structurele impact woonplaatsbeginsel

In 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel ingevoerd. Dat leidt tot een toename van het aantal cliënten Jeugdhulp voor Enschede. Enschede heeft hier ook budget voor gekregen maar de feitelijke gemiddelde prijs per cliënt ligt veel hoger dan dit budget.

 

21. Autonome ontwikkeling Jeugdhulp: toename gemiddelde kosten per cliënt

De gemiddelde kosten per cliënt zijn in 2022 sterk gestegen door toenemende zorgzwaarte en oplopende zorgduur. Deze stijging kan niet worden opgevangen binnen de bestaande structurele budgetten. Er is daarbij sprake van een oplopende reeks doordat in het budget de extra middelen vanuit de hervormingsagenda dalen.

 

22. Autonome ontwikkeling Jeugdhulp: toename volume 2e lijns zorg

In de laatste 3 jaren is het volume van Jeugdhulp (exclusief het woonplaatsbeginsel) met 6% gestegen, met name doordat de zorgduur is opgelopen en daardoor kinderen minder snel uitstromen. 6% volumestijging betekent +250 unieke cliënten tegen gemiddeld 12.500 per cliënt. Er is daarbij sprake van een oplopende reeks doordat in het budget de extra middelen vanuit de hervormingsagenda dalen.

 

23. Volumegroei Wmo

Het betreft de autonome volumestijging voor het beroep op de Wmo vanuit enerzijds de demografische ontwikkeling en anderzijds het daadwerkelijke beroep op zorg. Hierbij wordt de groei/daling per leeftijdsklasse over de afgelopen 5 jaar berekend en toegepast op het Wmo-volume voor die betreffende leeftijdsklasse. Het gaat hier niet om de effecten van volumegroei Wmo door gewijzigde externe omstandigheden.

 

24. Areaaluitbreiding

Betreft de jaarlijkse optelsom van uitbreiding en krimp van de openbare ruimte. De benodigde kosten voor beheer en onderhoud van alle assets betreffen materiële kosten, kosten inzet derden, kosten vanuit fte inzet eigen personeel en fte inzet vanuit Onderhoud Enschede BV. Door toevoeging van het areaal Vaneker, diverse herinrichtingen en inmeten speelplekken Zuid is het te onderhouden areaal van wegen en groen vergroot.

 

25. Volume groei bedrijfsvoering

De afgelopen periode is de organisatie gegroeid ruim 150 fte. De budgetten voor dekking van de uitgaven van ondersteuning en bedrijfsvoering voor deze medewerkers groeien nog niet automatisch mee. Dat zou wel moeten. Meer medewerkers betekent immers automatisch hogere kosten voor hardware (laptops, telefonie, i-pads, andere IT-voorzieningen), voor de thuis- of kantoorwerkplek als bureau en stoel, etc., voor softwarelicenties (w.o. Microsoft, beveiliging, etc.), en ook voor ondersteuning en opleidingen (salarisverwerking, inkoop, personeelsadvies, aansturing, etc.). Uw Raad heeft daarom in de Gemeentebegroting 2023-2026 via een actiepunt opgedragen om een financieringsmechanisme in te voeren, waarmee het budget voor bedrijfsvoering automatisch mee kan ademen met de omvang van de organisatie (bij groei en krimp). Dat wordt met ingang van deze zomernota via dit knelpunt ingevoerd. Een deel van dit budget wordt in deze zomernota daarnaast aangewend om een aantal specifieke knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen, te weten: uitbreiding directeur Bedrijfsvoering, uitbreiding Clustermanager IT/Interne Dienstverlening, capaciteit voor rechtmatigheidsverantwoording Inkoop en P&O en voor Contractmanagement Inkoop/IT (totaal circa 870.000 euro). Daarnaast is er in de periode 2010-2020 fors bezuinigd op de organisatie en is een inhaalslag nodig om de opgelopen werkdruk te beheersen (zie rapport Compact Flexibele Organisatie). In het belang van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en beheersbare werkdruk, zijn er afgelopen jaren al kosten gemaakt die als incidenteel via de jaarrekening zijn opgevangen, maar de facto structureel zijn, gegeven de groeiende omvang van de organisatie en de vraagstukken die voorliggen. Als dit knelpunt niet wordt toegekend dan leidt dat wederom tot een overschrijding op bedrijfsvoering budgetten van verschillende afdelingen. Dit is ongewenst. Zeker ook gegeven de gewijzigde regelgeving omtrent rechtmatigheidsverantwoording.

 

26. Autonome groei Jeugd en Wmo op uitvoeringscapaciteit wijkteams

De toegenomen groei van Jeugd en Wmo wordt niet "automatisch" vertaald in toegenomen capaciteit voor de wijkteams. Er is ingezet op procesoptimalisatie om zo efficient mogelijk te kunnen werken. Echter de populatie en vraag naar ondersteuning stijgt zodanig veel dat er geen inverdieneffecten meer mogelijk zijn.

 

27. Clustermanager en afdelingshoofd

Het overdragen van rijkstaken naar gemeenten heeft geleid tot een toename van 35% van het aantal beleidsmedewerkers. Het management is echter niet meegegroeid waardoor de span of care te groot is geworden. Om de span of care te normaliseren is een afdelingshoofd aangetrokken. Verder is enkele jaren geleden besloten om de functie van clustermanager Strategie Beleid Sociaal (SBS) niet in te vullen en deze te gebruiken voor het invullen van een personele taakstelling. Gelet op de groei van het aantal taken in en de verdere ontwikkeling van het cluster SBS is een clustermanager noodzakelijk voor de integrale afstemming en sturing binnen en buiten het sociaal domein voor de duur van 4 jaar. Na 4 jaar vindt een evaluatie plaats.  De kosten bedragen 122.000 euro structureel voor afdelingshoofd en 146.000 euro voor clustermanager (2024 t/m 2027).

 

28. Managementcapaciteit Stadsingenieurs en Gebieds- en Projectontwikkeling

De afdelingen Stadsingenieurs & Ontwerp (SIO) en Gebieds- en Projectontwikkeling (GPO) maken beide onderdeel uit van het fysieke domein, cluster Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer. Beide afdelingen groeiden de afgelopen jaren sterk door diverse in- en externe ontwikkelingen. SIO naar ruim 60 medewerkers en GPO naar bijna 100 medewerkers. Daarmee werd de span of care voor de afdelingshoofden te groot. In goed overleg met de medewerkers en rekening houdend met de sturingsfilosofie en het beleid van de gemeente is per afdeling gekozen voor een nieuwe passende aansturingsstructuur. Voor SIO betekende dit de opdeling van de afdeling per 1 januari 2023 in 2 afdelingen: de afdeling Ontwerp en de afdeling Stadsingenieurs. En daarmee een uitbreiding van 1 afdelingshoofd naar 2 afdelingshoofden. Voor GPO betekent dit de opdeling van de afdeling in 3 teams, waarvan 2 teams onder leiding van een teamleider komen. Zo wordt bij beide afdelingen ruimte gecreëerd voor sturing op het gewenste resultaat, de ontwikkeling van de afdeling en de aansturing en begeleiding van medewerkers. Voor de uitbreiding van managementcapaciteit met 1 afdelingshoofd en 2 teamleiders is structureel 400.000 euro nodig.

 

29. Ondergrondse infrastructuur

Door wetgeving (o.a. energiewet, avoi, warmtewet en de omgevingswet die er aan komt) en toenemende taken die erbij gekomen zijn op het gebied van ondergrondse infrastructuur door o.a. energietransitie en duurzaamheid moet Enschede regie nemen op de ondergrond en de ondergrondse infrastructuur om belangen veilig te stellen in ruimtelijke keuzes, projecten, beleid en operationele processen. Daarvoor moeten structureel een aantal nieuwe specifieke functies worden ingericht voor ondergrondse infrastructuur: een regisseur voor strategische afstemming en relatiebeheer met stakeholders, een senior technisch adviseur voor project-afstemming en de inhoudelijke kennis, een senior beleidsadviseur en een toezichthouder.

 

30. Extra inzet in beleid en uitvoering ten gevolge van Nationale woon- en bouwagenda en daaruit volgende wetten en landelijk beleid

De uitwerking van de nationale woon- en bouwagenda in wetten en beleid zorgt voor een stevige toename van diverse gemeentelijke werkzaamheden mbt "wonen", zowel in beleid als uitvoering. Denk aan de uitwerking van woondeals, de wet versterking regie volkshuisvesting en werkzaamheden mbt wonen en zorg (programma's "een thuis voor iedereen" en "wonen en ouderen"). Voor beleid is het knelpunt 240.000 euro per jaar, voor uitvoering in de vorm van account- en projectmanagement wonen en zorg en huisvesting aandachtsgroepen 260.000 euro jaarlijks. Tezamen: 500.000 euro. De uitvoeringskosten urgentieverordening zijn als apart punt hierboven opgenomen. Het gaat daarbij tevens om de samenhang met het op korte termijn versneld toevoegen van woningen (flexwoningen/modulaire woningen).

 

31. Coördinatie WOO en AVG verzoeken

De wetgeving rond AVG (en WOO) vereist veel meer van onze organisatie, dan we nu hebben georganiseerd. Dit speelt zowel voor de centrale coördinatie als voor de afhandeling binnen het primaire proces. Wat betreft het laatste wordt dit overgelaten aan de betreffende managers. (bij omvangrijke verzoeken kan inhuur zelfs noodzakelijk zijn). Het aantal AVG-verzoeken groeit erg hard. Coördinatie op centraal niveau op dit moment is hiervoor ontoereikend en extra capaciteit is noodzakelijk. Financiering vanuit het Rijk hiervoor ontbreekt. Het niet organiseren van deze coördinatie leidt tot het niet (adequaat) afdoen van privacy vraagstukken en WOO-verzoeken met alle juridische en financiële consequenties (boetes AP) van dien. Dit is onwenselijk.

 

32. Opleidingsbudget Juridische Zaken

Bijblijven op wet en regelgeving en andere actuele ontwikkelingen is een vereiste voor juridisch adviseurs binnen de Gemeente. De laatste drie jaren was het tekort op het opleiden van de medewerkers gemiddeld 90.000 euro per jaar. Taakstellend wordt het knelpunt vanaf 2025 met 30.000 euro verlaagd met de opdracht om in regionaal verband te kijken naar schaalvoordelen door opleidingen voor een grotere groep aan te bieden.

 

33. KCC (Burgerzaken, Werk & Inkomen, Stadserfontheffing/parkeren/vergunningen)

Het beleid is dat we 80% van onze telefoontjes binnen 30 seconden opnemen. Niet beschikbaar stellen van middelen betekent:

- Norm naar 60% binnen 30 seconden

- Lange wachttijden (van 1-12 naar 3-23 minuten)

 

34. Beveiliging mobiele hardware

Door Corona en de versnelling van de digitalisatie heeft iedereen nu mobiele devices. Hierdoor zijn beveiligingsvereisten verzwaard. De beheerlast is hierdoor toegenomen. Hiervoor is aanvullende capaciteit nodig.

 

35. Testcapaciteit implementatie software en applicaties

Niet (goed) testen van software of platformen veroorzaakt veel problemen m.b.t. bedrijfs-continuïteit. Daarnaast zijn de kosten van herstel hoog. Ongeteste functionaliteit kan en mag niet worden toegevoegd op de productie omgeving. Om dit goed en professioneel te organiseren is 2 fte nodig. Momenteel wordt hiervoor ingehuurd en ontbreekt het budget hiervoor bij IT. Voor 2024 wordt dit vanwege al lopende projecten voor het laatste jaar op centraal niveau afdekt. Voor 2025 en verder is het voorstel om bij nieuwe projecten het "dwingend testen" op te laten nemen in de projectplannen door de lijn (o.b.v. een opgave door IT). Financiering moet dan geregeld worden vanuit de beschikbare projectbudgetten. Dit vergt dan wel het goed vastleggen van deze afspraken. De benodigde bezetting wordt dan wel permanent aangetrokken, maar deze moeten zichzelf dan terugverdienen.

 

36. Datagedreven Werken

Datagedreven werken is eigenlijk al lang geen keuze meer, willen we mee kunnen met de ontwikkelingen in onze omgeving. We moeten steeds meer data gebruiken om de taken van de gemeente te verrichten en diensten te kunnen verlenen aan inwoners. Door analyse van data kunnen we dat gerichter. Daarnaast vragen medeoverheden ook steeds meer (verantwoordings-) data. Om dit te kunnen - in navolging van andere 100.000+ -gemeenten - verankert Enschede nu datagedreven werken in de organisatie.

 

37. Uitbreiding capaciteit team Geoinformatie

De backoffice heeft al lange tijd capaciteitstekort bij het team GI. Dit team is verantwoordelijk voor alle registraties rondom Geo informatie en doet werkzaamheden voor de gehele organisatie. Er is 0,5 FTE schaal 10 (44.000 euro) adviseur Geo Informatie die in 2023 incidenteel is gedekt vanuit CIO in het kader van datagedreven werken (satellietorganisatie), en moet voor 2024 en verder structureel gedekt worden. Daarnaast is er uitbreiding geweest met 1 FTE schaal 8 (70.000 euro) voor het uitvoeren van de wettelijke taak rondom BAG/BGT. Als laatste is er structureel budget (4.000 euro) nodig ter vergoeding van uren van een GIS-specialist die werkzaamheden verricht voor andere afdelingen binnen Enschede die niet te koppelen zijn aan een project. Hiervoor zijn geen middelen binnen de backoffice.

 

38. Bridge

Binnen Bridge lopen twee sporen. Enerzijds is dat het wegwerken van de achterstanden in de archivering (1.300 meter archief), anderzijds het inrichten van een lijnorganisatie voor informatiebeheer om te zorgen dat er geen nieuwe achterstanden ontstaan. Zolang de nieuwe lijnorganisatie niet staat, blijven de achterstanden bestaan of oplopen. Hiermee voldoen we niet aan de Archiefwet en bepalingen rond de Burgerlijke stand. Met de aangegeven middelen kunnen we starten met het inrichten van de lijnorganisatie op dit onderdeel, op basis van een extern ingewonnen advies. Vanuit praktische overweging (personele arbeidsmarkt) starten we met 50% van de normcapaciteit van het advies. Mede op basis van de ervaringen die we komende periode opdoen, moet blijken of en wat aanvullend nodig is. Eventuele vervolgacties en verdere investeringen volgen in een volgende begroting. Tegelijkertijd worden de achterstanden weggewerkt. Hierop wordt toezicht gehouden door de archiefinspectie. Dit wordt grotendeels uitbesteed, omdat de staande lijnorganisatie dat er niet bij kan doen. Dit brengt incidenteel extra kosten met zich mee, waarvan de omvang afhankelijk is van de snelheid waarmee de nieuwe lijnorganisatie wordt opgebouwd. Hier is dan ook sprake van een aflopende reeks. Deze extra kosten zijn nu nog niet exact in te schatten en worden zoveel als mogelijk opgevangen binnen de reguliere exploitatie. Een eventuele overschrijding zal betrokken worden bij de Tussenrapportage en Jaarrekening.

 

39. Inbesteding catering

De Raad heeft op 5 april jl een motie aangenomen waardoor het College de opdracht heeft gekregen het cateringpersoneel in vaste dienst te nemen. Momenteel onderzoeken we hoe we de catering vorm willen gaan geven. Over de uitvoering van de motie wordt de raad binnenkort geïnformeerd. Afhankelijk van deze keuze kan er een betere inschatting van de meerkosten gemaakt worden. In dit knelpunt is alleen een schatting opgenomen van de meerkosten van medewerkers en aansturing. Dat kan betekenen dat we de hoogte van het knelpunt moeten herzien, dit zal betrokken worden bij de zomernota 2024

 

40. Decentrale Privacy Officers (DPO)

Taken voor de AVG groeien enerzijds door verplichte wet- en regelgeving (maken dpia’s verwerkingsregister, bewerkersovereenkomsten e.d.) en anderzijds door een toenemende stroom inzageverzoeken van inwoners. Wettelijk gezien moeten we alle verzoeken afhandelen en DPIA ’s opstellen en controleren. Hiervoor is meer capaciteit benodigd. Niet uitvoeren zal bij controle door de AP leiden tot het opleggen van boetes.

 

41. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - effect P*Q, implementatie nieuw normenkader

De contracten voor ondersteuning huishouden lopen af per 31-12-2023. Op dit moment wordt geïndiceerd op basis van het normenkader 2017 (HHM). Per 01-01-2024 gaan de nieuwe contracten in. Volgens jurisprudentie moet bij het aangaan van nieuwe contracten het meest recente normenkader gehanteerd worden. Er zit een verschil in ureninzet voor de basismodule in deze normenkaders, namelijk een ophoging van 3 uren per jaar per cliënt.

 

42. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - prijseffect harmonisering uurtarief

Op dit moment worden er twee tarieven gehanteerd voor ondersteuning huishouden. Er wordt een ander tarief gehanteerd wanneer sprake is van regieproblemen bij de inwoner. Verondersteld werd dat er dan andere expertise/inzet noodzakelijk is. Omdat in de praktijk blijkt dat er geen ander soortige ondersteuning wordt ingezet, wordt in de nieuwe contracten 1 tarief afgesproken. Aangezien meer dan 90% tegen het lage tarief werd gecontracteerd leidt de harmonisatie van het tarief tot een extra kostenstijging die niet binnen de bestaande budgetten kan worden opgevangen.

 

43. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - Herindicaties, projectbudget

In de overeenkomsten is afgesproken dat iedere inwoner met een lopende indicatie op 01-01-2025 geherindiceerd is, dat wil zeggen volgens het normenkader 2019. Dit gebeurt gedeeltelijk via administratieve omzetting en gedeeltelijk via een nieuw onderzoek. Binnen de bestaande bezetting is hiervoor onvoldoende ruimte en daarom is extra capaciteit nodig.

 

44. Wet op de lijkbezorging

Er is minder betaalcapaciteit bij inwoners waardoor er meer beroep op gemeentelijke begrafenissen wordt gedaan.

 

45. Later realiseren taakstelling clustering sportparken

Ongeveer de helft van de besparingsopgaven kan gelet op de planning van de sluiting van de sportparken uit het raadsvoorstel wel gerealiseerd worden in 2024. De planning van het realiseren van de taakstelling vanaf 2025 is onzeker en hangt af van de uitkomsten van de haalbaarheidsonderzoeken en het vervolg daarop.

 

46. Bestrijding vogelgriep/vervoer gewonde/dode vogels

In de afgelopen periode heeft de dierenambulance veel extra werk verzet rondom het ruimen van dode vogels. Deze toename leidt enerzijds tot extra benodigde personele inzet die niet opgelost kan worden met meer vrijwilligers en anderzijds tot de inzet van extra materialen voor de aanschaf van speciale materialen en het vaker ontsmetten van de ambulance. Er is een incidenteel bedrag voor 2024 opgenomen. Voor de jaren daarna bekijken we hoe de vogelgroep zich verder ontwikkelt.

 

47. IJsbaan

Het externe onderzoek naar het naar het toekomstperspectief van de ijsbaan is onlangs afgerond. Op voorhand was duidelijk dat er een hogere bijdrage vanuit de gemeente moet komen voor een exploitant van de ijsbaan bij een sluitende exploitatie. Dat blijkt ook uit het externe onderzoek. Er is een meerjarenbegroting opgesteld waarbij is onderzocht welke interventies doorgevoerd kunnen worden voor een financiële verbetering van de exploitatie. Daarbij is een kostendekkende huur van het VFBE in de meerjarenbegroting verwerkt. Daaruit blijkt een aanvangstekort van 595.000 euro waarvan 100.000 euro reeds is gedekt in de begroting zodat een tekort resteert van 495.000 euro. Het tekort in 2024 is wat lager omdat een deel van dit tekort reeds meegenomen is in het raadsvoorstel (maart 2023) met betrekking tot de overbruggingsbijdrage voor het seizoen 2023-2024. Het externe bureau ziet mogelijkheden om komende jaren stapsgewijs tot verbeteringen te komen van de exploitatie. We nemen deze ingeschatte effecten over in onze meerjarenraming. We verwachten dat na inzet van de beschikbare dekking van 100.000 euro er sprake zal zijn van een resterend tekort van 250.000 euro in 2027. Als besloten wordt de ijsbaan niet verder te exploiteren dan zal het vastgoedbedrijf een afboeking moeten doen van circa 4,5 miljoen euro. Dit heeft een groot effect op de reserve die daarmee richting nul gaat. Dat legt ook druk op de uitvoering van de verduurzamingsopgave en nieuwe ontwikkelingen. Op het moment dat de reserve langere tijd negatief is dan kan het vastgoedbedrijf dat alleen voorkomen door óf de verduurzamingsopgave verder weg in de tijd te zetten (enige sturingsmogelijkheid binnen de reserve) óf doordat de vastgoedreserve aangevuld wordt vanuit de algemene middelen. Met een verdere exploitatie van de ijsbaan wordt deze miljoenen afboeking voorkomen en gaat de ijsbaan een nieuwe exploitatieperiode in die voor het vastgoedbedrijf kostendekkend is.

 

48. Stadsbank dienstverleningsmodel

Na een presentatie aan de raad over inhoud en meerkosten van het nieuwe dienstverleningsmodel in oktober vorig jaar, is dat op 1 januari 2023 van start gegaan. Het Rijk heeft landelijk gezien structureel 40 miljoen euro begroot voor Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en schulden. Voor 2023 is dit reeds verdeeld onder gemeenten en daarmee wordt dit knelpunt afgedekt. Voor 2024 en verder heeft het Rijk de begrote budgetten echter nog niet verdeeld. Ons is vanuit het ministerie toegezegd dat dit op een later moment alsnog gebeurd. Administratief kiezen we ervoor dit punt nu als knelpunt toe te voegen en gelijktijdig bij de meevallers een stelpost armoede en schulden op te nemen in dezelfde omvang om het knelpunt mee af te dekken (zie onder meevallers nr.8).

 

49. Gezamenlijke huisvesting armoedepartners

Door de ontwikkeling van het Diekman gebied moeten de Kledingbank en het meubeldepot verhuizen. Ook een aantal andere partijen staan de komende jaren voor de uitdaging nieuwe huisvesting te vinden. Dit komt omdat Stichting Leergeld en de Voedselbank op locaties zitten die op enig moment getransformeerd worden naar woningbouw. Dit knelpunt gaan we oplossen door ze gezamenlijk te huisvesten. Dit sluit aan bij de ambitie uit het Coalitieakkoord 2022-2026: “Bij ons armoedebeleid willen we op dezelfde manier werken, zodat op één plek alles samenkomt”. De gezamenlijke huisvesting, inclusief de flexplekken voor de andere maatschappelijke partners die niet permanent gehuisvest zijn, geeft invulling aan deze ambitie. Voor de gezamenlijke huisvesting loopt nu een haalbaarheidsonderzoek voor een specifieke locatie. Om dit knelpunt op te lossen is echter 100.000 euro structureel nodig. De partners leveren zelf ook een bijdrage aan deze verhuizing. Hierover zijn nog geen concrete afspraken gemaakt.

 

50. Hogere bijdrage recreatieschap

Deze bijdrage is ten opzichte van de gewijzigde begroting 2023 gestegen met afgerond 155.000 euro. De gemeentelijke bijdrage stijgt door een viertal ontwikkelingen (45.000 euro) die reeds allemaal door het bestuur vooraf zijn goedgekeurd. Dit betreft het opnemen van de rentelasten van de lening die is aangegaan ter financiering van de overgenomen activa van SamenTwente, inzet van een eigen externe accountant en lidmaatschappen van de werkgeversorganisatie Samenwerken Gemeentelijke Organisaties (verplicht) en Twentse Kracht. Deze zijn allemaal het gevolg van de ontvlechting van de regio. Daarnaast zijn de kosten voor de investeringen horende bij de visie Routenetwerken Twente voor het eerst in de begroting 2024 verwerkt, dit veroorzaakt een stijging van circa 110.000 euro. Hierover is door het BO Recreatieschap in december 2022 een besluit genomen.

 

51. Uitwerken en uitvoeren urgentieverordening

Door de nieuwe wet Versterking Regie Volkshuisvesting zijn we verplicht binnen enkele jaren een urgentieverordening op te stellen en uit te voeren. Mede door toenemende druk op de woningmarkt starten we in 2024 met het opstellen van de urgentieverordening en brengen we in beeld hoe we de uitvoering kunnen vormgeven en welke kosten hiermee zijn gemoeid. Er wordt momenteel landelijk onderzocht of en hoe gemeenten voor de extra werkzaamheden worden gecompenseerd. Wat dit gaat betekenen is nog niet duidelijk. De financiële vertaling van de structurele uitvoering wordt meegenomen bij de zomernota in 2024.

 

52. Partnerschap novel-t continueren

De huidige bijdrage aan het partnerschap met novel-t loopt per 2024 af. We zetten de samenwerking graag voort. De reeks is daarom verlengd tm 2026. Budget is excl indexering.

 

53. Gemeentelijke bijdrage buurtbemiddeling

Op 17 juli 2017 heeft de Gemeenteraad een motie aangenomen waarin zij het College o.a. opdraagt om buurtbemiddeling actief te ondersteunen om haar activiteiten (gefaseerd) in heel Enschede op te starten. Buurtbemiddeling ondersteunt buurtbewoners met een gezamenlijk conflict. Voor deze ondersteuning wordt gebruik gemaakt van speciaal getrainde vrijwilligers onder begeleiding van projectcoördinatoren. Voor de uitvoering van deze taak is samen met de partners (corporaties, Politie, SMD en gemeente) een nieuw convenant met nieuwe afspraken vastgelegd voor de periode 2022-2026. De afgelopen jaren is dit gedekt vanuit verschillende werkbudgetten die vanwege Corona niet volledig benut werden. De kosten voor de gemeente bedragen vanaf 2024: 69.397 euro (2024), 78.279 euro (2025) en 80.625 euro (2026) en moeten nu aan de voorkant afgedekt worden.

 

54. Disaster recovery

In verband met de herontwikkeling van de Spoorzone en de tijdelijke opvang van vluchtelingen in de Noordmolen is dit pand niet meer in gebruik voor ambtelijke huisvesting. Dit betekent dat het Rekencentrum van het IT-bedrijf op korte termijn verhuist. Vanaf de nieuwe locatie moet straks opnieuw een veilige op optimaal werkende "disaster recovery" faciliteit worden ingericht, een zogeheten DRAAS. Dit is de basisvoorziening van het platform die noodzakelijk is in het kader van bedrijfscontinuiteit om de IT omgeving te herstellen na een calamiteit (bijvoorbeeld datacenter volledig onbeschikbaar of ransomware) en waarbij de werking kan worden bewaakt en aangetoond. Deze voorziening wordt dan toekomstproof ingericht en is maximaal voorbereid op de beweging naar de cloud.

 

55. Arc GIS Software

ArcgisPro is de opvolger van ArcMap. Tooling wordt gebruikt voor meerdere GIS activiteiten die gemeentebreed worden ingezet. Urgentie van de inzet voor het vervangen is zeer hoog doordat we afhankelijk zijn van deze software voor het maken van alle kaarten die we als gemeente gebruiken. De oude software ArcMap wordt niet meer ondersteund door de leverancier en moet worden vervangen voor deze nieuwe, duurdere versie.

 

56. Afronding realisatie platform Cloud en omzetten applicaties naar Cloudomgeving

Dit betreft de afronding van het cloudready maken van onze hard- en software, waarover de Raad eerder besloten heeft. Hierop is al veel geinvesteerd en opgetuigd. Voor de noodzakelijke laatste fase is onvoldoende budget beschikbaar. Afronding van deze fase is noodzakelijk om de vervolgstap van het -veelal door software leveranciers verplicht - naar de cloud brengen van applicaties mogelijk te maken.

 

Aanvullend gaat het om het omzetten van bestaande applicaties naar cloudapplicaties in een veilige en voor Enschede beheersbare cloud omgeving. Momenteel wordt inzichtelijk gemaakt welke applicaties in welk jaar omgezet moeten worden. Om slagkracht te vergroten wordt dit bedrag gestort in de reserve IT-Transitiefonds, zodat besteding niet afhankelijk is van jaareinde-grenzen en middelen behouden kunnen blijven. In 2025, nadat deze applicaties over zijn gebracht naar de cloud, vindt evaluatie plaats en kan bepaald worden welk structureel effect dit heeft op de beheersorganisatie inclusief uitgaven.

 

 

3.4. Prioriteiten

 

In onderstaande tabel zijn de onderwerpen opgenomen die weliswaar geen knelpunt zijn (ze zijn niet onvermijdelijk en onuitstelbaar), maar die vanuit het college wel hoge prioriteit krijgen. Deze onderwerpen zijn meegenomen in het saldo middelenkader.  In de bijlage is een overzicht opgenomen van beleidswensen die niet meegenomen zijn in het middelenkader omdat daar op dit moment geen financiële ruimte voor is.

 

 

Programma Prioriteiten opgenomen (in 1.000 euro) I/S 2024 2025 2026 2027
V&S 1. Kansengelijkheid S -1.275 -3.000 -3.000 -3.000
V&S 2. Schuldhulpverlening jongeren - jongeren perspectief fonds S -85 -85 -85 -85
V&S 3. Pilot schuldhulpverlening in de stadsdeelketen I -85      
V&S 4. Aanvullende bijdrage clustering sportvelden S -50 -50 -50 -50
V&S 5. Aandachtsfunctionaris mensenhandel S -75 -75 -75 -75
S&B 6. Veiligheid vrouwen en meisjes op straat S -50 -50 -50 -50
DWLW 7. Cultuurnota I -1.000 -1.097 -1.097 -1.097
DWLW 8. Evenementenbeleid S -300 -600 -900 -1.181
DWLW 9. Middelen binnenstad I -200 -200    
DWLW 10. Tweede ontsluiting oost S     -280 -280
DWLW 11. Gratis grof vuil ophalen I   -650    
DWLW 12. Groenambitieplan S -393 -534 -428 -466
DWLW 13. Verkeersveiligheid (ambitiescenario) I -500 -500 -500 -500
DWLW 14. International Office / Duitslandagenda S -200 -200 -200 -200
DWLW 15. Uitvoering geven aan motie intensivering handhaving buitengebied S -180 -180 -180 -180
S&B 16. Verstevigen participatie (impuls samenlevingsgericht en stadsdeelgewijs werken) S -500 -500 -500 -500
S&B 17. Direct Duidelijk I -150 -150    
S&B 18. 700 jaar Enschede I -150 -1.000    
F&O 19. Huiskamer van de stad S -400 -400 -400 -400
  Totaal alle prioriteiten   -5.593 -9.271 -7.745 -8.064

  

Toelichting op prioriteiten

 

1. Kansengelijkheid

Kansengelijkheid is één van de speerpunten van het coalitieprogramma Samen trots op Enschede. Het college en de gemeenteraad wil dat ieder kind de kans heeft om zijn gaven en talenten tot bloei te laten komen. Hiertoe is de nota Kansrijk Enschede 2023-2033 opgesteld. Hierin zijn 13 activiteiten opgenomen die een bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van kansengelijkheid. De keuze is om gericht te investeren op die plekken waar het meeste effect en impact te maken is. De nota Kansrijk Enschede 2023-2033 richt zich op de leeftijd vanaf -9 maanden tot 27 jaar. Het is belangrijk om in een vroeg stadium te investeren in een goede start. Er ligt een extra focus op de verbetering van de omstandigheden in de eerste 5 levensjaren, de eerste 2000 dagen van het (ongeboren) kind. Om de activiteiten voor kansengelijkheid uit te kunnen voeren zijn extra investeringen noodzakelijk.

 

2. Schuldhulpverlening jongeren - jongeren perspectief fonds

Het Jongerenperspectieffonds is zeer succesvol gebleken in het laagdrempelig realiseren van meer deelname aan de schuldhulpverlening, meer afgeronde schuldtrajecten en minder bewindvoering bij jongeren. Evaluatie is gemaakt over de 62 jongeren die geholpen zijn en heeft uitgewezen dat t.o.v. de standaard schuldhulpverlening (123 jongeren bij de SON): méér schulden worden opgelost, minder jongeren in beschermingsbewind komen en bij meer jongeren het toekomstperspectief verbeterd is. En dit tegen lagere kosten.

 

3. Pilot schuldhulpverlening in de stadsdeelketen

Het Jongerenperspectieffonds is zeer succesvol gebleken in het laagdrempelig realiseren van meer deelname aan de schuldhulpverlening, meer afgeronde schuldtrajecten en minder bewindvoering bij Jongeren (meer resultaat tegen minder kosten). O.b.v. deze ervaring willen we een soortgelijke pilot (van 1 jaar) opzetten voor volwassenen in een van de stadsdeelketens van W&I. Op deze wijze kunnen we ervaren of deze laagdrempelige aanpak ook voor deze doelgroep werkt. Omdat dit een extra kop is op de nieuwe dienstverlening van de SON zijn er aan deze pilot kosten verbonden.

 

4. Aanvullende bijdrage clustering sportvelden

Een kunstgrasveld brengt 50.000 euro aan structurele lasten met zich mee. Het college heeft voor 1 kunstgrasveld geld opgenomen in het middelenkader. We zien lopende het haalbaarheidsonderzoek bij Scheurserve dat een kunstgrasveld daar gewenst zo niet noodzakelijk is, om de versnelde verhuizing van TVV en Phenix naar Schreurserve mogelijk te maken, conform voorkeursscenario van het college in de RVS clustering. Daarnaast ligt er op dit moment een raadsvoorstel met scenario’s voor SVV’91. Een van de scenario’s is dat een kunstgrasveld wordt aangelegd bij Wesselerbrink Midden. Dit is geen logisch dan wel wenselijk scenario voor het college. De onderbouwing hiervan leest u in het raadsvoorstel clustering.

 

5. Aandachtsfunctionaris mensenhandel

De uitwerking van de aanpak is een lokale aangelegenheid. Door de komst van het Kenniscentrum Mensenhandel Twente zien we dat de casuïstiek mensenhandel toeneemt. Althans we zien meer casuïstiek, die we eerder waarschijnlijk niet in beeld hadden. Dat kan op verschillende plekken consequenties hebben voor de uitvoering. Zo zijn er bij de Wijkteams Enschede (SMD) tijdelijk 2 aandachtsfunctionarissen voor mensenhandel aangesteld en willen we deze plekken graag structureel invullen. Ook bij toezicht en handhaving is de verwachting dat het meer zien van mensenhandel casuïstiek zal leiden tot meer werk. Dit kan betekenen dat er extra lokale middelen voor de aanpak mensenhandel moeten worden ingezet. We zullen de signalen en verwachte effecten hierin monitoren.

 

6. Veiligheid vrouwen en meisjes op straat

Voor het programma veilige steden is voor de jaren 2023-2026 opnieuw subsidie aangevraagd bij het Ministerie van OCW. Daardoor kan het programma Veilige Steden worden voortgezet. Eigen inzet van middelen is veelal essentieel voor het verkrijgen van subsidies. De 1e acties zijn uitgezet via Vizier waar ook het meldpunt is ondergebracht. Dit meldpunt wordt verder uitgebouwd om de bekendheid te vergroten. Daarnaast wordt er ingezet op straatacties om het bewustzijn bij inwoners en omstanders te organiseren. Professionals worden getraind om gastlessen te geven. Ook worden er door onze partners diverse activiteiten ingezet om seksuele intimidatie te bespreken en tegen te gaan.

 

7. Cultuurnota

De nota van uitgangspunten voor cultuur is in mei vastgesteld door de raad. Dit is de basis voor de uitwerking van het cultuurbeleid voor de periode 2024 - 2028. De prioriteit voor het inzetten van de middelen ligt bij het versterken van het middenveld, het stimuleren van talentontwikkeling en creatieve broedplaatsen. Dit gebeurt vanuit het perspectief van maatwerk en experimenteren. Met ruimte voor het eigen initiatief van makers. Hierbij is het belangrijk om Fair Pay in de culturele sector te stimuleren. Met als doel een aantrekkelijke stad. Een stad die ontwikkelingsmogelijkheden en inspirerende plekken biedt waardoor iedereen de kans krijgt hun talent te ontwikkelen. De capaciteit die nodig is om uitvoering te geven aan dit beleid blijft op peil

 

We investeren in de Cultuurregio Twente. In samenwerking met de 14 Twentse gemeenten geven we van 2023 tot 2028 uitvoering aan een gemeenschappelijk uitvoeringsprogramma, waarin Enschede een belangrijke trekkende rol speelt. In dat programma wordt geïnvesteerd in broedplaatsen, bibliotheken, erfgoed en jongerencultuur. Daardoor versterken we de aantrekkingskracht van de regio in Nederland.

 

8. Evenementenbeleid

De nota van uitgangspunten Evenementenbeleid is in mei vastgesteld door de Raad. Dit is de basis voor het nieuwe evenementenbeleid voor de periode 2024 – 2028. Het huidige evenementenbeleid richt zich op: veel evenementen, met weinig budget per evenement. Organisatoren van evenementen hebben te maken met sterk stijgende kosten. Ook wordt er steeds meer gevraagd van de professionaliteit van organisatoren. Dit is niet mogelijk binnen de huidige systematiek. Daarom is gekozen om meer te investeren in minder evenementen. Hierdoor worden evenementen professioneler, verbeterd de kwaliteit en worden evenementen duurzaam bestendig. Met het verstrekken van meerjarige subsidies geven we organisatoren zekerheid. Dit stimuleert investeringen door derden. De prioriteit ligt bij beeldbepalende evenementen die bijdrage leveren aan imago van de stad, met (boven) regionale uitstraling, die ontstaan/doorgroeien vanuit een lokale voedingsbodem.

 

9. Middelen binnenstad

Alleen met een divers aanbod van retail, horeca, recreatie, cultuur en evenementen blijft de binnenstad niet alleen aantrekkelijk maar ook levensvatbaar. Dit kan door grotere verscheidenheid en gevarieerdere economische dragers in de binnenstad. In 2023 is het ambitie- en actieplan binnenstad vastgesteld. Er is reeds 3x 700.000 euro in de begroting opgenomen (jaren 2023, 2024 en 2025). Met de partners in de binnenstad wordt nu gewerkt om te komen tot een Bedrijven Investeringszone. Doel is dat de ondernemers onder die BIZ gezamenlijk betalen voor werkzaamheden die het gebied verbeteren. Om te komen tot een BIZ met alle partners en om alle ondersteuning van de actielijnen in het actieprogramma vorm te geven, is nog aanvullend 2 keer 200.000 euro nodig. Als deze middelen niet beschikbaar komen gaat dit ten koste van een aantal in het actieprogramma binnenstad afgesproken lijnen zoals de beschikbare subsidies voor ondernemers.

 

10. Tweede ontsluiting oost

Gemeente, provincie en Rijk hebben met elkaar een verkennend onderzoek gedaan naar de te nemen maatregelen op de kruising Oostweg/N35. Doel is een ongelijkvloerse aansluiting te realiseren die geschikt is voor een eventuele doortrekking naar de zuidwijken van Enschede. Om de aanpak van deze kruising te versnellen sturen wij op een voorfinanciering vanuit Enschede. Vooralsnog gaan we daarbij uit van een takken theorie, dat wil zeggen dat de gemeente uiteindelijk 1 tak betaald. Hiervoor willen we in 2025 krediet aanvragen van 20 miljoen euro waarvan 13 miljoen euro wordt gedekt uit externe middelen (subsidies) en 7 miljoen euro uit interne middelen. De jaarlijkse structurele last van die interne middelen in de vorm van kapitaallasten is 280.000 euro vanaf moment van oplevering project, naar verwachting op z'n vroegst 2026.

Met het opwaarderen van deze aansluiting verbeteren we de bereikbaarheid van Glanerbrug en Enschede Oost. De tweede ontsluiting zien wij over de grens, hier is met een relatief kleine ingreep een nieuwe aansluiting mogelijk vanuit Glanerbrug naar de B70 (Amtsveenweg) en daarmee naar de B54/N.

 

11. Gratis grof vuil ophalen

In 2025 wordt een pilot gedaan om de haalbaarheid van deze beleidsmaatregel te onderzoeken. Het budget is gebaseerd op 2 keer ophalen van grof afval zonder dat er voorrijkosten in rekening worden gebracht inclusief een stukje flankerend beleid.

De pilot wordt gefinancierd vanuit algemene middelen. Bij het behalen van het gewenste resultaat (=verbetering van de beeldkwaliteit/straatbeeld),

valt de maatregel vanaf 2026 binnen de Afvalstoffenheffing (met als gevolg een verhoging van circa 9,50 euro per huishouden).

 

12. Groenambitieplan

Dit onderdeel is uitgewerkt conform de vaststelling van het Groenambitieplan Enschede "Enschede één groot groen park". Daarbij heeft de gemeenteraad besloten voor vijf onderdelen benodigde uitvoeringsmiddelen uit te werken. Ze vallen ook onder de investeringsambitie als genoemd in het gesloten coalitieakkoord. Concreet gaat het hier om:

A. Het optimaliseren van de boomverzorging:  optimalisatie van het beheer en onderhoud van bomen. Daarnaast zijn er bij dit onderdeel vanuit de "motie bomen beter beschermen" ook eenmalig aanvullende middelen opgenomen om de regels bomenbescherming te optimaliseren  (als verwoord op  www.enschede.nl/bomen). De reguliere kosten van  de regels bomenbescherming nemen we mee in het raadsbesluit rond dit traject.

B. Het vergroenen van de singels: betreft eenmalige middelen voor het vergroenen van de singels.

C. Vergroenen van de binnenstad (groenblauwere binnenstad):  middelen voor planvorming en het tijdelijk vergroenen van de binnenstad conform de motie van de gemeenteraad en middelen. Voor het uitvoeren van concrete projecten  rond het vergroenen van de binnenstad zijn aanvullende middelen, die we meenemen in het raadsbesluit rond dit traject.

D. Optimaliseren van de stadsparken:   Dit betreffen middelen om voor alle parken tot een plan te komen en middelen voor kleinschalige investeringen in de parken. De middelen voor een eventueel grootschalige aanpak zijn hierin niet meegenomen.

E. Opzetten meerjarenprogramma voor groen: dit betreft reguliere investeringsmiddelen  om structureel te investeren in het vergroenen vanuit het groenambtieplan.

 

13. Verkeersveiligheid (ambitiescenario)

In lijn met het verkeersveiligheidsplan Enschede willen we de verkeersveiligheid in Enschede verbeteren. Omdat het aantal ongevallen in Enschede toeneemt lijkt het huidige beleid en maatregelen niet voldoende te zijn. Met het basisscenario zetten wij extra in op

- Jaarlijks per stadsdeel een risicoanalyse uitvoeren;

- Ingrepen basis- en middelbare scholen langs 50-wegen;

- Op orde maken van bebording t.b.v. snelheidsherkenning in auto's;

- Voorzieningen blinden en slechtzienden verbeteren;

- Eenmalig op de markt onderzoek uitvragen om de geloofwaardigheid van onze weginrichtingen in kaart te brengen.

- We gaan proactief maatregelen (3x200.000 euro) uit de verschillende wijkverkeersplannen realiseren (nu liften verkeersmaatregelen uitsluitend mee met beheer en onderhoud)

 

14. International Office / Duitslandagenda

De samenwerking tussen Almelo, Hengelo en Enschede op lobbygebied voor stedelijke ontwikkeling geeft ons een sterke positie richting Den Haag. Deze samenwerking willen we ook doortrekken naar Brussel. We moeten weten wat er in Brussel speelt, net als in Den Haag, om goed voorbereid te zijn op nieuwe wetgeving, waar mogelijk invloed uitoefenen op nieuwe wetgeving en de lobby daar effectief te laten zijn. Om dit te realiseren is een permanente vertegenwoordiging, zoals regio Eindhoven en regio Groningen dit al succesvol doen, gewenst. Dit willen wij samen met Twenteboard, en zo mogelijk ook de UT, oppakken.

We trekken steeds meer samen op met partners uit euregio om belemmeringen te overwinnen en samenwerking te stimuleren, vooral ook tussen bedrijven en kennisinstellingen, om onze economische ‘cirkel’ te versterken. Zowel met Münster, de Euregio als in MONT verband. Met name de intensieve samenwerking met Münster op het gebied van bereikbaarheid is van belang voor de ontwikkeling van Enschede/Twente. Hiervoor was tijdelijke financiering en dit willen we omzetten naar structureel. Daarbij zal over 3 jaren een evaluatie plaatsvinden van onze aanwezigheid in Brussel.

 

15. Uitvoering geven aan motie intensivering handhaving buitengebied

Om uitvoering te kunnen geven aan de motie “bewaak kwaliteit van bestaande opstallen” is er structureel geld nodig. Als het toezicht en handhaving in het buitengebied wordt geïntensiveerd ontstaan er diverse vervolgacties en trajecten gericht op bestaande opstallen, maar bijvoorbeeld ook bij recreatiewoningen in het buitengebied. Om hier adequaat uitvoering aan te kunnen geven is er structureel 180.000 euro nodig. Dit bedrag is gebaseerd op 2 FTE (jurist en inspecteur). Gezien de grote opgaven in het landelijk gebied en de onmogelijkheid om te herprioriteren, wil het college hierop intensiveren. Herprioriteren is niet mogelijk aangezien de overige zaken bij handhaving op minimaal niveau worden uitgevoerd en dit heeft geleid tot een signaal vanuit de provincie om hier op bij te gaan sturen.

 

16. Verstevigen participatie (impuls samenlevingsgericht en stadsdeelgewijs werken)

Totaal is 500.000 euro/jaar nodig om participatie structureel te borgen. 450.000 euro voor het Participatieteam dat faciliteert, adviseert en organiseert bij participatievragen. 50.000 euro voor een digitaal platform (Stem van Enschede) waar inwoners kunnen meepraten en stemmen over initiatieven en beleid in Enschede. Het Participatieteam[1] heeft veel resultaat geboekt in het verder brengen van participatie met inwoners. O.a. het digitale platform Stem van Enschede, de participatieverordening en de methode “relevant gesprek” zijn geïmplementeerd. Ook is een expertteam gevormd dat met raad en daad faciliteert. De afgelopen 2 jaar is elk jaar 250.000 euro gefinancierd uit de begroting (impuls). Daarnaast was er 2x 250.000 euro incidentele financiering in fte’s uit afdelingsbudget van concernstaf, Strategie en Beleid Fysiek en stadsdeelmanagement. Uit interviews en gesprekken met inwoners en collega’s wordt de meerwaarde van het team onderschreven. Werkzaamheden van het team waarborgen in de lijn (AD-financiering) vraagt 450.000 euro structureel op jaarbasis. In de zomernota 2021 is dit ook zo vastgelegd: "We nemen 2 jaar de tijd om met behulp van een concrete uitvoeringsagenda (met bijbehorende toolbox) te experimenteren, te leren, te borgen en te bepalen of en hoeveel structurele middelen vanaf 2024 nodig zijn." De inbedding is ook gewenst vooruitlopend op de invoering van het Wetsvoorstel ‘Versterking participatie op decentraal niveau naar de Tweede Kamer’. En we zijn personele verplichtingen aangegaan (mensen in dienst genomen). Indien er geen structurele financiering komt worden de medewerkers van het participatieteam deels boventallig.

 

17. Direct Duidelijk

Direct Duidelijk is incidenteel gefinancierd. Er zijn al mooie stappen gezet, maar we zijn nog lang niet klaar. Sterker nog, belangrijke onderdelen als Wet Open Overheid, Menselijke Maat, gewenste ander manier van werken, vragen nog volop inzet. Het betreft deels inzet van het personeel, maar ook de kosten voor textmetrics (tool die we in word en outlook gebruiken) en wat voorlichting- en opleidingskosten.

 

18. 700 jaar Enschede

In 2025 vieren wij dat Enschede 700 jaar stadsrechten heeft. Tijdens het jubileumjaar zullen verschillende initiatieven georganiseerd worden. Iedereen is welkom om 700 jaar Enschede op zijn of haar manier te vieren. We willen graag dat het een feest van de stad voor de stad is. Van kleine buurt-initiatieven tot grote publieksevenementen. Het jubileumjaar moet iets nalaten aan de stad en haar inwoners. Uw raad heeft in uw raadsvergadering d.d 5 april jl hierover een besluit genomen. Onderdeel van dit besluit was dat bij de integrale afweging in de zomernota 1 mln euro wordt meegenomen om uitvoering te geven aan initatieven uit de samenleving voor de viering van 700 jaar Enschede. Deze is opgenomen in 2025. Aanvullend is er voor 2024 voor 150k uitvoeringsbudget gereserveerd.

 

19. Huiskamer van de stad

In 2017 besluit de gemeenteraad tot het realiseren van een Huiskamer van de Stad. Het is een gezamenlijke wens dat de betrokken culturele partners elkaar inhoudelijk versterken. Met de realisatie ontstaat een open en transparant gebouw, waar de (fysieke) barrières om gezamenlijk programmering te realiseren worden geslecht. Een laagdrempelig openbaar toegankelijke plek waar iedere inwoner in aanraking komt met, en mee kan doen met cultuur. In juni 2021 heeft de Raad krediet beschikbaar gesteld voor de realisatie. Op 20 december 2022 informeerden wij de Raad over de nieuwe Europese aanbesteding voor de Huiskamer van de Stad. Op 1 mei 2023 heeft Dura Vermeer zich ingeschreven om de Huiskamer van de Stad te realiseren voor een totale projectbegroting van 28,5 miljoen euro. De huidige stand van zaken is dat de aanbieding met een bezuiniging is teruggebracht naar een totale projectbegroting van 26,7 miljoen euro. Dit betekent dat er een dekkingstekort is ontstaan van 13,5 miljoen euro. Programmatisch is het huisvestingsontwerp hetzelfde gebleven. De voornaamste redenen voor het ontstane tekort zijn de gestegen bouwkosten als gevolg van hoge inflatie, energieprijzen en schaarste van grondstoffen, onderdelen en personeel. Dit is een landelijke ontwikkeling waar heel Nederland mee heeft te kampen. Het is niet aannemelijk dat hier op korte termijn verandering in komt. Dit betekent een hogere kostprijsdekkende huur van het VBE aan de hoofdgebruikers van de Huiskamer 400.000 euro. Die hogere huur kunnen deze partijen niet zelf dragen. Realisatie kan alleen indien de gemeente een hogere subsidie verstrekt ter dekking van de hogere huur. Als uw Raad kiest het project Huiskamer van de Stad te realiseren, dan zijn extra kosten onontkoombaar. Verdere bezuinigingen zijn niet door te voeren zonder het gewenste kwalitatieve concept van de Huiskamer van de Stad in stand te houden. De culturele partners kunnen niet bijdragen in dit tekort middels hogere huurlasten. Dit zou tot een ongewenste vergroting van hun exploitatielasten leiden. Dit zou gevolgen hebben voor hun inhoudelijke programma. Ook alternatieven voor het project Huiskamer van de Stad brengen hoge kosten met zich mee. Want op dat moment zou óf de bibliotheek aan de Pijpenstraat grootschalig gerenoveerd moeten worden óf een andere locatie gevonden moeten worden. Beide ontwikkelingen zouden grote investeringen met zich meebrengen waarbij de jaarlijkse exploitatielasten hoger zouden zijn dan de realisatie van de Huiskamer van de Stad. Daar is namelijk sprake van ‘inbreiding’; het concept van de bibliotheek wordt ingepast in het bestaande Muziekkwartier. Dit zorgt ervoor dat het gebouw veel efficiënter gebruikt gaat worden en dat alle partners per saldo een voordeel behalen op energie, schoonmaak, klein onderhoud, etc.

 

[1] * Een digitaal platform is in de huidige tijd niet meer weg te denken bij participatieprojecten. We werken sinds een jaar met Stem van Enschede. Een digitaal participatieplatform waar inwoners kunnen meepraten en stemmen over initiatieven en beleid in Enschede. De pilotfase is voorbij en laat goede resultaten zien. We hebben inmiddels 2.400 accounts en 38.000 bezoekers op het platform.

 

 

3.5. Meevallers/scherpe keuzes

In onderstaande tabel zijn de meevallers en scherpe keuzes opgenomen die als dekking worden ingezet ten behoeve van het middelenkader. 

 

Programma Meevaller/scherpe keuze (in 1.000 euro) I/S 2024 2025 2026 2027
V&S 1. Jeugd- Incidentele ruimte reserve Jeugdhulp I 6.300      
V&S 2. Incidentele extra middelen hervormingsagenda I   1.150    
V&S 3. Vrijval overgebleven middelen noodfonds I 1.200      
V&S 4. Kinderopvangcontroles onderwijs S 75 75 75 75
V&S 5. Dekking medewerkers opvang vluchtelingen I 800      
V&S 6. Onderuitputting sociale werkvoorziening I 500      
V&S 7. Onderuitputting Regiotaak Beschermd wonen I 2.500      
V&S 8. Stelpost middelen armoede en schulden S 550 550 550 550
V&S 9. Bijdrage uit investeringsreserve sociaal domein I 500      
S&B 10. Onderuitputting budgetten college B&W S 50 50 50 50
F&O 11. Normaliseren energieprijzen ambtelijke huisvesting I 200      
F&O 12. Voordeel uit omklap begroting 2027 S       634
F&O 13. Post onvoorzien schrappen S 2.000 2.000 2.000 2.000
  Totaal alle meevallers/scherpe keuzes   14.675 3.825 2.675 3.309

 

Toelichting meevallers / scherpe keuzes

 

1. Jeugd- Incidentele ruimte reserve Jeugdhulp

Het gaat hier om de vrijval van extra rijksmiddelen in de reserve ten behoeve van investeringen hervormingsagenda en egalisatie tekorten. Op basis van de actuele inschatting kan het verwachte tekort in 2024 (evenals 2023) opgelost worden vanuit de reserve. Daarna is reserve leeg.

 

2. Incidentele extra middelen hervormingsagenda

Op basis van het recente akkoord (voor de jaren 2024 en 2025) van de hervormingsagenda is een deel van de bezuinigingen incidenteel geschrapt. Daar staat echter ook een uitname voor investerings- en uitvoeringskosten voor de hervormingsagenda tegenover waardoor er alleen in 2025 een extra voordeel ontstaat.

 

3. Vrijval overgebleven middelen noodfonds

In september 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met het openstellen van een lokaal noodfonds. Hiervoor is ruim 2 miljoen euro beschikbaar gesteld. Van dit bedrag is 0,5 miljoen euro besteed. Onlangs is een motie aangenomen bij het besluit van de raad over de evaluatie en beëindiging van het noodfonds. De motie roept op om 100.000 euro van het noodfonds te behouden voor 2023 zodat de maatschappelijke partners binnen rondkomen met je inkomen inwoners kunnen helpen die geconfronteerd worden met een hoge eindafrekening. Rekening houdend met de aangenomen motie en de resterende uitvoeringskosten van de stadsbank is het voorstel om 1,2 miljoen euro in 2024 te laten vrij vallen in de algemene middelen.

 

4. Kinderopvangcontroles onderwijs

Het gaat hier om de inzet van het voordeel op kinderopvangcontroles uit product Onderwijs (lagere uitvoeringskosten van GGD-controles inzake toezicht / handhaving Kinderopvang ). Het bijstellen van het begrotingsniveau naar de actuele situatie vanuit GGD, betekent een structureel lager niveau van controles maar wel nog boven het wettelijk minimum. Dit is wel op basis van de huidige situatie. Eventuele nieuwe wetgeving rondom inspecties en kwaliteit van gastouders zal leiden tot nieuwe situatie/beoordeling.

 

5. Dekking medewerkers opvang vluchtelingen

Betreft een onttrekking aan het overschot 2022 rijksbijdrage Gemeentelijke Opvang Oekraïners. (Overschot was 2,4 miljoen euro groot.)

 

6. Onderuitputting sociale werkvoorziening

Op basis van de positieve jaarrekeningresultaten van afgelopen jaren op het product Sociale werkvoorziening en nieuw beschut is het mogelijk incidenteel 500.000 euro te laten vrijvallen.

 

7. Onderuitputting Regiotaak Beschermd wonen

Uit de resultaten van de afgelopen jaren blijkt een structureel voordeel op de taken van Beschermd Wonen. Er zijn diverse initiatieven in ontwikkeling die zullen leiden tot een afname van dit structurele voordeel (actieplan terugdringen wachtlijst, nieuw verdeelmodel en woonplaatsbeginsel vanaf 2025). Daarnaast moet dit voordeel enerzijds ook in samenhang gezien worden met de stijgende kosten op de lokale Wmo en anderzijds met de reeds in de begroting opgenomen stelpost op het sociaal domein van 3,5 miljoen euro. Voor 2024 is het incidenteel mogelijk om een bijdrage aan het middelenkader te doen.

 

8. Stelpost middelen armoede en schulden

Bij de knelpunten is een knelpunt opgenomen voor het nieuwe dienstverleningsmodel van de Stadsbank. Dit model is per 1 januari 2023 van start gegaan. Het Rijk heeft landelijk gezien structureel 40 miljoen euro begroot voor Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en schulden. Voor 2023 is dit reeds verdeeld onder gemeenten en daarmee wordt dit knelpunt afgedekt. Voor 2024 en verder heeft het Rijk de begrote budgetten echter nog niet verdeeld. Ons is vanuit het ministerie toegezegd dat dit op een later moment alsnog gebeurd. Administratief kiezen we ervoor dit punt nu als knelpunt toe te voegen en gelijktijdig bij de meevallers een stelpost armoede en schulden op te nemen in dezelfde omvang om het knelpunt mee af te dekken (zie onder knelpunten nr. 48).

 

9. Bijdrage investeringsreserve sociaal domein

De investeringsreserve sociaal domein kent nog een ongelabelde ruimte van 1,3 miljoen euro. Voorgesteld wordt om hiervan 0,5 miljoen euro te reserveren voor de noodzakelijke uitvoeringscapaciteit voor de herindicaties voor Jeugdhulp en Wmo-begeleiding bij de implementatie van de nieuwe inkoop, ingaande per 2025 (zie knelpunten 10 en 11).

 

10. Onderuitputting budgetten college B&W

De afgelopen jaren is het college terughoudend omgegaan met hun declaraties, mede als gevolg van het meer digitaal vergaderen, waardoor er ruimte is ontstaan op het budget van College B&W. Het voorstel is om deze lijn voort te zetten en structureel met 50.000 euro het budget te verlagen.

 

11. Normaliseren energieprijzen ambtelijke huisvesting

In de begroting 2023 is een compensatie toegekend voor gestegen energieprijzen voor ambtelijke huisvesting. Er wordt gewerkt met een contract waarin tarieven kunnen worden vastgeklikt. Inmiddels zijn de energieprijzen weer enigszins genormaliseerd en dat leidt tot een voordeel voor de contractprijzen voor komende jaren. Voor 2025 ev is dat voordeel door de raad reeds ingezet als dekking voor de kosten van het nieuwe zwembad. Voor 2024 kan echter wel een bedrag vrijvallen. Het gaat om een besparing van 200.000 euro.

 

12. Voordeel uit omklap begroting 2027

Voordeel uit omklap 2026 naar 2027 omdat budgetten eindigen in 2026.

 

13. Post onvoorzien schrappen

Enkele jaren terug is een structurele post onvoorzien van 2 miljoen euro in de begroting opgenomen. We hadden toen al een aantal jaren te maken met een flinke korting vanuit vanuit het Rijk op de gemeentefonds uitkering voor het lopende jaar. Dat maakte dat vaak in het lopende jaar nog bijgestuurd moest worden. Met deze post onvoorzien hadden we een eerste buffer om dergelijke tegenvallers op te vangen. Inmiddels is onze algemene reserve goed op niveau waarmee we daarin ook een buffer hebben om tegenvallers op te vangen. Vandaar dat we het verantwoord vinden om de post onvoorzien te schrappen.

 

 

3.6. Lokale belastingen

Elk jaar actualiseren we de geprognosticeerde inkomsten voor lokale belastingen. Aanvullend wordt de afweging gemaakt welke indexatie toe te passen op de lokale belastingen. Het college kiest ervoor de OZB inkomsten dit jaar niet met de werkelijke inflatie te indexeren. In lijn met het coalitieakkoord is gekeken naar de gemiddelde inflatie over de afgelopen jaren om zodoende de lastenverzwaring voor burgers en bedrijven beperkt te houden.

 

Programma Lokale belasting (in 1.000 euro) I/S 2024 2025 2026 2027
F&O 1. Indexatie OZB S 2.300 2.300 2.300 2.300
F&O 2. Precariobelasting (actualisatie) S 30 30 30 30
F&O 3. Toeristenbelasting (actualisatie) S 100 100 100 100
F&O 4. Vermakelijkhedenretributie S pm pm pm pm
  Totaal lokale belastingen   2.430 2.430 2.430 2.430

  

Toelichting lokale belastingen

 

1. Indexatie OZB

Normaliter wordt de OZB elk jaar geïndexeerd op basis van de inflatie die voorzien wordt in het Centraal Economisch Plan. Voor 2024 zou dat een indexatie van 5,9% betekenen. In het coalitieakkoord is opgenomen dat de gemeente terughoudend om wil gaan met belastingverhogingen. Daarom wordt indexatie gebaseerd op een langjarig gemiddelde van de inflatiecorrectie. De OZB wordt daarom geïndexeerd op basis van een gemiddelde inflatie over de afgelopen 4 jaren, zijnde 4,3%.

 

2. Precariobelasting (actualisatie)

Op basis van een actuele inschatting van de inkomsten precariobelasting (obv grotere terrassen) is het reëel om 30.000 euro per jaar meer te ramen.

 

3. Toeristenbelasting (actualisatie)

Naar aanleiding van de rapportage van het GBTwente, is er contact geweest over prognose realisatie toeristenbelasting 2022. Het ingewikkelde is namelijk, dat na de verhoging van de tarieven we te maken hebben gehad met corona. Het effect van de verhoging hebben we dus niet in beeld. Het GBTwente geeft nu aan, dat deze beweegt richting de 700.000 euro. Dat is een ton meer dan begroot.

 

4. Vermakelijkhedenretributie

In verschillende gemeenten in Nederland wordt een vermakelijkhedenretributie geheven. Ook in Enschede overwegen we dot in te voeren. Richting de begroting gaan de mogelijkheden om vermakelijkhedenretributie te heffen voor evenementen onderzoeken. Daarbij brengen we in kaart de maatstaf van heffing, de potentiële opbrengst en de bijkomende kosten.

 

3.7. Structureel saldo

In het kader van het financieel toezicht op de gemeente door de provincie wordt gekeken naar een structureel sluitende begroting (het structureel saldo baten en lasten; ook wel de structurele exploitatieruimte). Dat houdt in dat de jaarlijks terugkerende lasten zijn gedekt door de jaarlijks terugkerende baten. Alle incidentele baten en lasten worden hierbij dan buiten beschouwing gelaten. Bij de begroting van 2023 was sprake van een structureel sluitend saldo. Ook voor 2024 en 2025 blijft het structureel saldo sluitend. Daarbij gaan we er vanuit dat alle lopende taakstellingen worden gerealiseerd en er ook jaarlijks sprake is van een positief resultaat in het sociaal domein van 3,5 miljoen euro (zogenoemde stelpost sociaal domein). Door de teruggang in de rijksuitkering is vanaf 2026 geen sprake meer van een positief structureel saldo. Mocht het Rijk niet overgaan tot reparatie op de uitname die ze hebben gedaan uit het gemeentefonds vraagt dit komende jaren om bijsturing.  

 

Structureel saldo in miljoenen euro 2024 2025 2026 2027
Structureel saldo begroting 2023-2026 17,1 21,9 -6,7  
Structureel saldo huidig 13,7 19,2 -2,2 -9,0

 

3.8. Bezuinigingsmonitor

In het middelenkader, de doorrekening van het structureel saldo en de weerstandsratio gaan we ervanuit dat de eerder afgesproken taakstellingen en de stelpost sociaal domein worden ingevuld. In onderstaande tabellen zijn deze inzichtelijk gemaakt. Uit de 1e tussenrapportage van 2023 blijkt dat de stelpost sociaal domein en de taakstelling betaald parkeren FC Twente in 2023 vooralsnog niet gerealiseerd kunnen worden. Bij knelpunt 45 is ook reeds benoemd dat in 2024 de taakstelling clustering sportvelden voor 50% niet is te realiseren.

 

Taakstellingen (x 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
WMO: Ondersteuning huishouden 500 500 500 500
Sport: Clustering sportvelden 117 200 200 200
Parkeren: Betaald parkeren FC Twente 50 50 50 50
Totaal 667 750 750 750

 

Stelposten (x 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
Stelposten sociaal domein 3.500 3.500 3.500 3.500

 

3.9. Investeringsagenda

Sinds enkele jaren kent Enschede een Strategische Investeringsagenda. Deze is bedoeld om in goede én in slechte tijden te blijven investeren in de stad. De agenda richt zich op projecten die sterk bijdragen aan de strategische opgaven en daarmee de lange termijn ontwikkeling van de stad. Het gaat om grote gebiedsontwikkelingen (geen individuele voorzieningen) waarmee integraal wordt gewerkt aan verbeteren van aantrekkelijkheid, inclusiviteit en duurzaamheid in de stad. De keuze voor de betreffende gebiedsontwikkelingen komt voort uit de omgevingsvisie. Met de investeringsagenda borgen we langjarig een stabiel investeringsniveau in de stad en kunnen we subsidiekansen voor de stad verzilveren.

 

Zoals elk jaar wordt de investeringsagenda in het voorjaar geactualiseerd. Afgelopen jaar heeft de raad vanuit de investeringsagenda aan 3 projecten financiering beschikbaar gesteld: Leuriks, Cromhoff 1e fase en MFSA Diekman. Deze projecten worden nu opgepakt en daarmee afgevoerd van de agenda. De investeringsagenda blijft zich richten op de overige eerder opgenomen projecten. Aanvullend zijn 2 nieuwe projecten toegevoegd: Horstmanpark en Warenhuis (openbare ruimte). Daarmee bestaat de agenda nu uit de volgende projecten:

 

  1. Spoorzone centrumkwadraat 2e fase
  2. MFSA Zuid
  3. Kop Boulevard
  4. DIA Twekkelerveld
  5. DIA Zuid herstructurering
  6. Esmarkeveld
  7. Cromhoff 2e fase
  8. Diekman topsport campus
  9. Horstmanpark
  10. Warenhuis (openbare ruimte)
  11. Zwembad de Brug
  12. Kennispark

 

In de actualisatie is ook meegenomen dat de raad het college mandaat geeft om binnen afgesproken kaders vroegtijdig grondaankopen te kunnen doen. Daardoor kan de gemeente meer sturing en regie pakken op de stedelijke ontwikkeling. Marktpartijen investeren niet in gebiedsontwikkelingen als zij geen haalbare businesscase hebben of risico’s voor hen niet acceptabel zijn. Gevolg hiervan is dat marktpartijen alleen de “eenvoudige” locaties zelf ter hand nemen. Moeilijke plekken, bijvoorbeeld met versnipperd eigendom, blijven liggen. Ook het realiseren van een betaalbaar programma (sociale huur en betaalbare koop) wordt minder snel door ontwikkelaars opgepakt of alleen met woonproducten met weinig toekomstwaarde (kamerverhuur, kleine studio’s). Met het verwervingskrediet kan de gemeente op deze locaties toch de gewenste ontwikkeling tot stand brengen.

 

De kaders rondom het verwervingskrediet borgen dat de risico’s die aan grondverwerving verbonden zijn beheersbaar blijven. Zo mogen alleen verwervingen worden gedaan als:

  • Het gaat om gronden bij projecten die zijn opgenomen in de investeringsagenda,
  • Tot een maximum van 40 miljoen euro,
  • Alleen als er in de investeringsagenda dekking is voor de rentelasten en afboekingen
  • Alleen als de ratio weerstandsvermogen van het grondbedrijf boven de 1,0 blijft.
  • Daarbij moet in de reserve grondbedrijf ook minimaal 30% van de marktwaarde (excl landbouwgronden) als weerstandsvermogen worden aangehouden.

 

Als hier niet aan voldaan wordt zal een evt aankoop separaat aan de raad voorgelegd worden zodat deze dan de afweging kan maken tussen grip/sturing houden op ontwikkelingen versus beheersen van de financiële risico’s. Het college legt jaarlijks verantwoording af via het MPG.

 

3.10. Risico's

In deze zomernota zijn een aantal risico's geconstateerd. Het zijn onderwerpen waarvan het op dit moment nog onzeker is of ze zich voor gaan doen. En als ze zich voor doen, wat dan de financiële impact is. In onderstaand overzicht is, op basis van de huidige kennis, een zo realistisch mogelijk beeld van de risico's geschetst.

 

 

Programma Risico (in 1.00 euro) I/S 2024 2025 2026 2027
V&S 1. Strategische doorkijk DCW S pm pm pm pm
V&S 2. Implementatie kleinschalige woonvoorzieningen 3-milieus voorzieningen Jeugd S - 2.500 2.500 2.500
V&S 3. Taakstelling Rijkskorting Jeugdhulpmiddelen S - 5.835 5.835 5.835
V&S 4. Taakstelling Eigen Bijdrage Rijk - Wmo S pm 996 996 996
V&S 5. Loon- en prijsstijging Ondersteuning Lokaal (WMO) - Begeleiding, HO, Hulpmiddelen S pm pm pm pm
V&S 6. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - tarief miv 2024 S pm pm pm pm
V&S 7. Valpreventie - Wmo S 106 157 157 166
V&S 8. Impact van aanbestedingen op bronsystemen I pm pm - -
V&S 9. Bedrijfsvoering ROZ S pm pm pm pm
V&S 10. Inflatiecompensatie gesubsidieerde instellingen S pm pm pm pm
V&S 11. Wijkwijzers S pm pm pm pm
V&S 12. Wet voor Geestelijke Gezondheidszorg (WvGGZ) S 20 20 20 20
V&S 13. Aanpak armoede en schulden S 577 577 577 577
V&S 14. Uitkomsten onderzoek reële prijs – Jeugd en Wmo S pm pm pm pm
V&S 15. Inkoop Jeugdbescherming & Jeugdreclassering 2024 S pm pm pm pm
DWLW 16. Schadevergoeding tuinen n.a.v. sanering PFAS-vervuilde woonwijk Boekelo I 600 500 pm pm
F&O 17. Wet open overheid -verzoeken S pm pm pm pm
F&O 18. BRIDGE: Materiele kosten (uitbesteding deel opruimen fysieke archiefachterstanden) en Bewerking archiefstukken Burgerzaken weg I 800 400 200 0
F&O 19. Claims GR'en op invoering WOO S pm pm pm pm
F&O 20. Camerabeelden S pm pm pm pm
F&O 21. Grote kwetsbaarheid applicaties P&C (Coda, Tim, Daf, Kofax, Cognos, koppelingen) S pm pm pm pm
  Totaal alle risico's   2.103 10.985 10.285 10.094

 

Toelichting risico’s

 

1. Strategische doorkijk DCW

De samenstelling en de doelgroep wijzigen. De groepen beschut, deta, deta plus, beschut werken, rvu stromen langzaam uit. De groep nieuw beschut neemt toe. Indien de toename van nieuwe doelgroepen achterblijft bij de uitstroom en/of  de (rijks)dekking voor deze nieuwe doelgroepen ontoereikend is, kan dit leiden tot onvoldoende financiële dekking van de voorzieningen van de DCW.

 

2. Implementatie kleinschalige woonvoorzieningen 3-milieus voorzieningen Jeugd

Vanuit de landelijke (verplichte) lijn om bestaande 3-milieusvoorzieningen

om te bouwen naar kleinschalige woonvoorzieningen ontstaat een forse tariefstijging. Deze tariefstijging kan alleen worden opgevangen als er minder kinderen verwezen worden naar deze kleinschalige woonvoorzieningen. Als dit niet lukt ontstaat een maximaal extra nadeel van 2,5 miljoen euro.

 

3. Taakstelling Rijkskorting Jeugdhulpmiddelen                                                                                      In het regeerakkoord is een rijkskorting opgenomen op de Jeugdhulpbudgetten. Het Rijk staat "garant" voor deze korting maar het is zeer onzeker dat deze korting ook daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden. Voor 2024 is deze inmiddels vervallen, voor 2025 en verder gaat het om structureel ruim 500 miljoen euro landelijk.

 

4. Taakstelling Eigen Bijdrage Rijk – Wmo                                                                                               In het Coalitieakkoord is opgenomen dat dit kabinet werkt aan een aanpassing van de eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp in de Wmo. De komende periode wordt deze maatregel met cliënten, gemeenten en het Centraal Administratie Kantoor (CAK) uitgewerkt. De maatregel vraagt een wetswijziging en vergt een aanzienlijke implementatietijd waardoor de beoogde datum van inwerkingtreding op 1 januari 2025 is gesteld. De aanpassing dient vanaf 2025 te leiden tot een taakstellende besparing van 95 miljoen euro. De algemene uitkering wordt vanaf 2025 met dit bedrag verlaagd. Voor Enschede is dit een verlaging van het budget met 996.427 euro vanaf 2025.

 

5. Loon- en prijsstijging Ondersteuning Lokaal (WMO) - Begeleiding, HO, Hulpmiddelen                    Als werkelijke indexatie voor 2024 de reguliere loon- en prijscompensatie overstijgt kan dit niet vanuit bestaande budgetten worden opgevangen.

 

6. Aanbesteding Huishoudelijke Ondersteuning - tarief miv 2024                                                          De aanbesteding voor huishoudelijke ondersteuning kan tov de doorgevoerde wijzigingen in 2023 leiden tot een aanvullende tariefstijging. Als deze tariefstijging hoger ligt dan de reguliere gemeentelijke indexering op de budgetten kan dit tot een mogelijk knelpunt leiden.

 

7. Valpreventie – Wmo                                                                                                                      Het kabinet heeft valpreventie, als kostenbesparende preventiemaatregel, in het Coalitieakkoord opgenomen. Valpreventie draagt bij aan gezond ouder worden en leidt tot netto besparingen in de domeinen Zvw en Wlz. Er dient geïnvesteerd te worden in het opschalen van beweegprogramma’s, het uitvoeren van de multifactoriële interventie en de organisatie van opsporing en screening. De maatregelen die nodig zijn voor implementatie worden komende periode met alle relevante stakeholders, zo ook de gemeenten, uitgewerkt. Dit leidt vanaf 2023 tot een taakstellende besparing in het gemeentefonds: 10 miljoen euro in 2023, oplopend naar 16,667 miljoen euro structureel vanaf 2027. Voor Enschede is dit een taakstelling die oploopt van 105.000 euro in 2023 naar 166.000 euro in 2026.

 

8. Impact van aanbestedingen op bronsystemen                                                                                    
Zowel de aanbesteding Wmo-OH en Jeugd&Wmo-BG kunnen leiden tot wijzigingen in werkprocessen en/of registratievereisten. Dat kan leiden tot incidentele impact op bronsystemen.

 

9. Bedrijfsvoering ROZ                                                                                                                              
Bij veel gemeenten zien we een teruglopende omzet. Hetgeen wat ROZ tekort komt door deze teruglopende omzet wordt opgevangen door gemeente Hengelo en Enschede. Risico op hogere bijdrage Enschede.

 

10. Inflatiecompensatie gesubsidieerde instellingen                                                                     
De gesubsidieerde instellingen hebben te maken met hogere kosten door de sterke stijging van lonen en prijzen, waaronder de kosten voor energie. De gemeentelijke systematiek voor loon- en prijscompensatie sluit hier niet volledig bij aan omdat de percentages waarmee de subsidies geïndexeerd worden achterloopt op de werkelijke kostenontwikkelingen.  Dit kan ertoe leiden dat gesubsidieerde instellingen in de financiële problemen komen en aankloppen bij de gemeente.

 

11. Wijkwijzers                                                                                                                                             
De meerkosten van de wijkwijzer kunnen niet worden inverdiend. De ervaringen leren dat we meer inwoners bereiken die vragen hebben en een oplossing zoeken. We zien niet dat elders de vraag afneemt.

 

12. Wet voor Geestelijke Gezondheidszorg (WvGGZ)                                                                                         
Het aantal zogenoemde E33/E14 meldingen bij de politie (meldingen van overlast door (een) perso(o)n(en) met verward gedrag) is de laatste jaren toegenomen. De meeste van deze meldingen horen niet bij de politie thuis (meestal gaat het om een zorgprobleem zoals psychoses, dementie, verslaving e.d.), maar het kost wel veel tijd. Tijd die de politie vervolgens niet kan inzetten bij veiligheidsproblemen.

Landelijk is door de VNG in samenspraak met het ministerie van Justitie en Veiligheid en politie geïnitieerd dat de E33/E14 politiemeldingen gemeld kunnen worden bij het regionale meldpunt niet acuut. In Twente is GGD Twente de uitvoerder hiervan met het meldpunt zorgwekkend gedrag. In 2020 is dit meldpunt zorgwekkend gedrag gestart, voor niet acute meldingen.

 

13. Aanpak armoede en schulden                                                                                                                
In de meicirculaire 2023 zijn alleen voor dit jaar extra middelen opgenomen voor ‘Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en Schulden’ (577.000 euro). Het Rijk heeft deze middelen al wel structureel in de meerjarenbegroting opgenomen. Het is echter nog niet duidelijk wanneer deze middelen structureel worden vrijgegeven. We achten de kans zeer klein dat deze middelen voor 2024 e.v. niet worden vrijgegeven, gezien het Rijk de middelen al heeft gereserveerd. In het college is besloten om deze middelen voor 2024 e.v. wel te begroten en daarmee het structurele knelpunt van de Stadsbank (550.000 euro) te dekken. . Zie knelpunt nummer 48 en meevaller nummer 8.

 

14. Uitkomsten onderzoek reële prijs – Jeugd en Wmo

Bij de verlenging van de lopende regionale inkoopcontracten (Jeugdhulp en Wmo-begeleiding) heeft geen toetsing plaatsgevonden op de uitgangspunten die hieraan ten grondslag liggen (met name op tarieven). Juridisch is dit niet correct en na melding van meerdere (grote) zorgaanbieders is besloten tot het uitvoeren van een onderzoek of de tarieven reëel zijn. Mocht blijken dat dit niet het geval is dan zullen de tarieven met terugwerkende kracht (vanaf 1-1-2023) bijgesteld moeten worden

 

15. Inkoop Jeugdbescherming & Jeugdreclassering 2024

Voor de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is in 2023 voor 1 jaar een contract afgesloten. Vanwege de toenemende druk op deze organisaties en de noodzakelijke verlaging van de caseload van jeugdbeschermers zijn diverse landelijke onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken worden betrokken bij de contractering voor 2024 en verder, dat kan leiden tot extra tariefstijging boven het niveau van de reguliere gemeentelijke prijsindexatie.

 

16. Schadevergoeding tuinen n.a.v. sanering PFAS-vervuilde woonwijk Boekelo                                
In de Boekelose woonwijk de Stoomblekerij is vorig jaar ernstige pfas-vervuiling vastgesteld. 370 particuliere tuinen worden onderzocht en dienen bij een te hoog gehalte PFAS gesaneerd te worden op grond van onze wettelijke taken en in verband met gevaar voor de volksgezondheid. Deze saneringen brengen schade met zich mee waarvoor de eigenaar o.g.v. het Burgelijk Wetboek schadeloos gesteld moet worden. Het genoemde bedrag is een inschatting waarbij uitgegaan wordt dat 40% van de 370 tuinen gesaneerd moeten worden en een gemiddelde schade van 7.500 euro per tuin. We zitten nu nog in de onderzoeks-/meetfase dus niet alle resultaten zijn bekend. De definitieve lasten kunnen daardoor hoger of lager zijn. We verwachten het merendeel al in 2023/2024 te kunnen saneren, maar dit zal uitlopen naar 2025. Dit jaar proberen we hier SPUK gelden voor te verkrijgen.

 

17. Wet open overheid -verzoeken                                                                                                     
De wet openbaarheid van bestuur is overgegaan in de nieuwe wet open overheid (WOO). Binnen de afdeling subsidies, contracten en toezicht komen er veel aanvragen ten behoeve van toezicht. Dit vraagt veel capaciteit vanuit de afdeling en vanuit juridische zaken. Ook vindt gemeentebreed de implementatie van de wet plaats, wat de nodige tijd vraagt voor de afdeling. Dit gaat ten koste van de onderzoeken die de toezichthouders kunnen houden.

 

18. BRIDGE: Materiele kosten (uitbesteding deel opruimen fysieke archiefachterstanden) en Bewerking archiefstukken Burgerzaken weg

Als knelpunt is in het middelenkader opgenomen het inrichten van een lijnorganisatie voor informatiebeheer. Met als doel om de informatie al in het proces goed te archiveren cf wet- en regelgeving. Daarbij is ook aangegeven dat momenteel achterstand is ontstaan in archivering en deze momenteel wordt weggewerkt. Hiervoor worden kosten gemaakt die nu nog niet exact in te schatten zijn. Vanwege de wet- en regelgeving en het aangescherpte regime van de archiefinspectie is het geen optie om dit niet te doen. Mogelijk lopen de kosten dusdanig op dat deze niet op te vangen zijn in de reguliere beschikbare budgetten.

 

19. Claims GR'en op invoering WOO                                                                                 
Gemeenschappelijke Regelingen kunnen tot 31 maart een verzoek indienen betreffende het declareren van hun implementatiekosten in het kader van de Wet open overheid voor het jaar 2024 en verder. De vergoeding van deze kosten vallen niet binnen de scope van het programma WOO en dienen uit een ander budget te worden gefinancierd.

 

20. Camerabeelden                                                                                                                               
Voor het live uitkijken van de camerabeelden in de binnensteden van Enschede, Almelo en Hengelo heeft de Veiligheidsregio Twente een contract met een beveiligingsbedrijf. Het huidige contract loopt op 31 maart 2024 af en daarom is het moment gekomen om kritisch te kijken naar deze constructie. De politie heeft aangegeven de voorkeur te hebben voor BOA gecertificeerde observanten die de camerabeelden uitkijken. BOA’s zijn opsporingsambtenaren en daardoor zijn er meer mogelijkheden m.b.t. informatiedeling. Dit maakt het cameratoezicht effectiever. Daarom gaan we de komende periode verkennen wat de mogelijkheden zijn om de camera observanten binnen de BOA organisatie van Enschede onder te brengen en het uitkijken te organiseren voor Enschede, Hengelo en Almelo. Dit kan financiële risico’s met zich meebrengen.

 

21. Grote kwetsbaarheid applicaties P&C (Coda, Tim, Daf, Kofax, Cognos, koppelingen)

Het applicatielandschap voor de P&C-functie is kwetsbaar. Bij uitvallen of verstoorde dienstverlening zal de stuur- en verantwoordingsinformatie onder druk komen. Daarmee zullen er fors meer middelen moeten worden ingezet om (het minimale) te kunnen blijven voorzien voor bestuur, externe verantwoording en management.