3. Middelenkader 2025-2028

In dit hoofdstuk wordt het middelenkader gepresenteerd voor de periode 2025 t/m 2028. Deze zomernota staan we voor een enorme financiële opgave. Verreweg het meeste geld dat gemeenten krijgen komt vanuit het Rijk. Daarop wordt een forse korting doorgevoerd. Aanvullend hebben we te maken met sterk stijgend kosten voor Jeugdzorg en WMO. Ook zien we nadelen door hoge inflatie over de volle breedte van onze activiteiten.

Middelekader 2025-2028 (x miljoenen euro) 2025 2026 2027 2028
Saldo Gemeentebegroting 2024-2027 1,3 14,2 -16,8 -14,2
Gemeentefonds -6,0 3,2 8,7 13,6
Loon- en prijscompensatie 2025 -4,4 -2,7 -2,5 -1,7
Knelpunten -31,8 -31,7 -31,4 -31,9
Prioriteiten -0,2 -0,3 -0,6 -0,5
Meevallers/scherpe keuzes 27,6 16,5 18,5 20,4
Lokale belastingen 6,3 6,5 6,8 6,9
Saldo middelenkader 2025-2028 -7,2 -22,7 -17,3 -7,3
Structureel saldo 2025-2028 0,0 -16,5 -11,1 -7,2
Weerstandsratio o.b.v. actuele middelenkader 2025-2028 1,94 1,36 0,91 0,65

  

Bij de start van deze zomernota was de financiële opgave zo’n 40 miljoen euro per jaar. De focus lag daarna op het realiseren van een sluitende begroting in 2025. Dat is gelukt door een pakket aan dekkingsmaatregelen en door terughouden te zijn met beleidsintensiveringen. Voor 2025 komt het structureel saldo uit op 0. De Provincie kijkt met name naar dit kengetal om te bepalen of we onder toezicht komen. We verwachten hiermee geen verzwaard toezicht te krijgen. Wel resteert er nog incidenteel tekort van zo’n 7 miljoen euro. Dit komt voort uit de korting van 675 miljoen euro voor 2025 waar het Rijk ons dit voorjaar nog mee verraste. Het is niet reëel te veronderstellen dat we op deze korte termijn die bezuiniging nog in kunnen vullen. Zeker niet bovenop de grote opgave waar wij al voor stonden. Ook vinden we deze korting onrechtvaardig. Het is een uitruil geweest tegenover het afschalen van de opschalingskorting. Dat was een budgetkorting die eerder aan gemeenten was opgelegd waar ook geen grondslag onder zat.

Voor 2026 en verder kiezen we er bewust voor om de begroting niet sluitend te maken. Deze tekorten ontstaan door een korting van 3 miljard euro op het gemeentefonds door het Rijk. Dat betekent voor Enschede ongeveer 30 miljoen euro per jaar minder uitkering. Wij volgen het advies vanuit de VNG en presenteren deze tekorten. Dit om een duidelijk signaal af te geven naar de provincie en het Rijk. Aan de ene kant wordt van gemeenten verlangd dat ze steeds meer taken oppakken. En dat ze aan steeds meer wettelijke verplichtingen voldoen. We staan voor enorme opgaven op wonen, bestaanszekerheid, energietransitie en (jeugd)zorg. Aan de andere kant wordt het beschikbare budget voor gemeenten drastisch teruggeschroefd. Dit stelt gemeenten voor een onuitvoerbare opdracht. Enschede gaat voorop in de lobby richting het Rijk voor herstel van de balans tussen taken en middelen. Helaas is de regering nog niet tot inkeer gekomen. Mocht dit onverhoopt niet veranderen dan zijn bij de volgende zomernota ingrijpende bezuinigingen nodig. Die zullen vergaande gevolgen hebben voor de aanpak van onze grote maatschappelijke opgaven.

 

3.1. Uitgangspunten financieel beleid

Voor deze Zomernota 2024 zijn de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:

 

Omschrijving Grondslag
1. Lonen en sociale lasten - indexatie 2025 3,3%
2. Prijzen - indexatie 2025 2,2%
3. Algemene uitkering Meicirculaire 2024
4. Onroerendzaakbelasting 10% meer opbrengsten (41 euro p/j bij gem. WOZ)
5. Overige lokale heffingen:
    - Rioolheffing
    - Afvalstoffenheffing en overige heffingen


- 0% (compensatie woonlastenstijging)
- Kostendekkend, minder kwijtschelding variabel deel 

6. Omslagrente 1,5%

  

Toelichtingen:

 

1. en 2. Loon en prijs indexaties

We moeten rekening houden met de stijging van lonen en sociale lasten in 2025. Er is nog geen nieuwe CAO voor gemeenten afgesloten. Daarom maken we een inschatting. Normaal sluiten we aan bij inschattingen in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het voorjaar. Voor 2025 houdt het CEP rekening met 2,2% prijs- en 4,4% loonontwikkeling. Omdat de nu lopende CAO tot 1 april 2025 geen stijging vertoont over de eerste drie maanden van 2025 hebben we deze index met 25% gecorrigeerd tot 3,3% verwachte loonontwikkeling.

 

3. Algemene uitkering

Conform de financiële verordening is de begroting gebaseerd op de meicirculaire van dit jaar en alle circulaires daarvoor. De septembercirculaire 2023 wordt niet meegenomen en pas verwerkt bij de volgende zomernota. Hierdoor sturen we nog slechts 1 keer per jaar bij op het saldo van alle circulaires die in een jaar uitkomen. Dat geeft rust in het bestuurlijke proces.

 

4. Onroerendezaakbelasting

Normaliter wordt de OZB elk jaar geïndexeerd op basis van de inflatie die voorzien wordt in het Centraal Economisch Plan (gemiddelde inflatie over 4 jaren). Ondanks dat in het coalitieakkoord is opgenomen dat we terughoudend omgaan met belastingverhogingen zien we ons genoodzaakt om voor de OZB in 2025 de index van 10% te hanteren. De woonlastenstijging dempen we vervolgens door keuzes bij riool- en afvalstoffenheffing.

 

5. Overige lokale heffingen

De tarieven voor leges en retributies (onder andere afval en riool) worden bepaald op grond van de begrote kosten en de afgesproken 100% kostendekkendheid. Tariefaanpassingen zijn daarmee een resultante van kostenontwikkelingen. Voor rioolrechten wijken we hiervan in 2025 af. We verhogen in 2025 de tarieven voor rioolheffing niet. Aanvullend beperken we bij de afvalstoffenheffing het aantal ledigingen dat wordt kwijtgescholden van 9 naar 4. Dit vanuit de afweging dat ook huishoudens die het minder breed hebben een sterkere financiële prikkel voelen om hun afval goed te scheiden en de hoeveelheid te beperken. Hiermee dempen we de stijging van woonlasten voor alle burgers.

 

6. Omslagrente

Dit is de gemiddelde rente van leningen die we hebben aangetrokken en aan investeringen in rekening wordt gebracht. Deze kunnen we gelijk houden op 1,5%. Dit doordat de gemiddelde rente van onze leningenportefeuille laag is en voorlopig geen nieuwe leningen nodig zijn.

3.2. Gemeentefonds

 

Onderstaande tabel geeft de mutaties in het gemeentefonds weer sinds de vorige begroting. Het gaat om de uitkomsten van de afgelopen september-, december- en meicirculaire. Onze standaard werkwijze is dat we uit het accres voor het laatste jaar (dit keer 2028) een reservering doen om de loon- en prijsstijging in dat jaar op te kunnen vangen. Uiteraard weten we nu nog niet hoe groot deze dan zullen zijn dus we moeten een aanname doen. Daarbij kijken we naar de gemiddelde loon- en prijsstijging over de afgelopen 20 jaren. Zodoende reserveren we voor 2028 nu 2,07% prijs- en 3,06% loonstijging. Dat vertaalt zich in een bedrag van 11,7 miljoen euro.

Gemeentefonds ontwikkeling (in 1.000 euro) 2025 2026 2027 2028
Septemberciculaire 2023 2.641 2.416 9.086 9.086
Decembercirculaire 2023 -25 -25 -25 16.963
Meicirculaire 2024 -8.608 811 -376 -792
Saldo accres gemeentefonds -5.992 3.202 8.685 25.257
Reservering uit accres voor loon-prijsstijging 2028       -11.659
Saldo gemeentefonds -5.992 3.202 8.685 13.598

  

Bovenstaande cijfers wekken de indruk dat de ontwikkelingen in het gemeentefonds positief zijn. Het is echter van belang rekening te houden met het feit dat op een eerder moment een forse uitnamen uit het gemeentefonds is gedaan. Die zijn met bovenstaande mutaties bij lange na niet gerepareerd. We lichten dat hierna verder toe.

 

Eerdere mutaties

Zo heeft het kabinet Rutte-4 bij de start 4 miljard euro structureel vanaf 2026 uit het gemeentefonds gehaald. Dit bovenop de lopende bezuiniging van 1 miljard euro op Jeugdzorg. Totaal wordt hiermee ongeveer 10% gekort op het gemeentefonds. Daarbij moet bedacht worden dat zo’n 70% van de lasten van gemeenten voortkomen uit medebewindstaken. Dit zijn taken die ons door het Rijk zijn opgelegd en waar we werken vanuit wettelijke verplichtingen. Helaas gaat de budgetkorting niet gepaard met evenredige taakvermindering op die medebewindstaken. Sterker nog, het Rijk legt steeds meer taken bij gemeenten neer. Bijvoorbeeld op gebieden als zorg, bestaanszekerheid, sociale werkvoorziening, energietransitie en klimaatakkoord, wonen, asielopvang of de wet open overheid. We zien hierop zeker grote verantwoordelijkheid voor gemeenten. Maar kunnen die niet waarmaken zonder adequate financiering. Als de volledige korting op het gemeentefonds opgevangen moet worden in de beperkte vrije beleidsruimte van gemeenten dan heeft dat verstrekkende gevolgen. De VNG heeft een taskforce laten berekenen dat dit alleen mogelijk is door de OZB met 60% te laten stijgen of door 25% te bezuinigen op die beleidsterreinen waar gemeenten beleidsvrijheid hebben. Denk daarbij aan sport, cultuur, stedelijke ontwikkeling, mobiliteit, economische ontwikkeling of openbaar groen. Dat is hoogst onwenselijk zo niet onhaalbaar en zou grote impact hebben op onze samenleving.

 

Lobby gemeenten

Om deze redenen voeren gemeenten al enige tijd een flinke lobby. Enschede pakt daarin een voortrekkersrol. Lang was deze lobby gericht op het terugdraaien van de uitname uit het gemeentefonds. Het leek er even op dat we de goede kant op bewegen. Het demissionaire kabinet besloot bij de Voorjaarsnota 2023 structureel 1 miljard euro terug te storten. Vervolgens besloot ze ook bij de Voorjaarsnota 2024 de oploop van de opschalingskorting (675 miljoen euro structureel) te schrappen. En werd de toezegging gedaan voor een nieuwe indexatiesystematiek voor WMO kosten (300 miljoen euro structureel). Daarmee heeft het kabinet Rutte-4 uiteindelijk 2 miljard euro hersteld op de uitname van 4 miljard euro.

We hadden gehoopt dat de nieuwe regering het resterende deel zou repareren. Helaas zien we dat ze dit nalaten in het hoofdlijnenakkoord. Er zijn mooie woorden opgeschreven over dat gemeenten in staat moeten zijn om adequaat te functioneren. Echter op geen enkele wijze is sprake van herstel op het financiële ravijn waar gemeenten voor staan. Sterker nog, het lijkt erop dat gemeenten te maken krijgen met een nieuwe korting van 640 miljoen euro. Ditmaal op de specifieke uitkeringen. Per saldo kijken we daarmee nog steeds aan tegen een korting van 2,5 a 3 miljard euro per jaar vanaf 2026. Aanvullend staat in het hoofdlijnenakkoord ook dat de OZB stijging wordt gemaximeerd. Daarmee wordt de beleidsvrijheid van gemeenten nog verder ingeperkt. Ook wordt het klimaatfonds gekort met 1,2 miljard euro. En ontstaat er mogelijk extra druk op gemeentelijke subsidies door de BTW verhoging bij sport en cultuur. Daarmee laat de nieuwe regering zien de zorgen van gemeenten niet serieus te nemen. Net als bij het vorige kabinet lijkt het erop dat ook deze regeringsperiode weer een slechte start wordt gemaakt in de samenwerking tussen Rijk en gemeenten.

 

Takengesprekken VNG-Rijk

Het lijkt er dus steeds meer op dat het financiële ravijn onafwendbaar is. Als we het werkelijk met minder geld moeten doen dan is het niet meer dan reëel dat er ook keuzes worden gemaakt op taken die we uitvoeren. We hebben het voortouw genomen om de VNG hiertoe aan te sporen het gesprek met het Rijk aan te gaan. Dit met 2 bijna unaniem aangenomen moties bij de ALV van de VNG. Hiermee heeft de VNG de opdracht om per direct met het nieuwe kabinet in gesprek te gaan over de mate waarin de beoogde uitvoering van medebewindstaken en de realisatie van kabinetsambities nog mogelijk is. Dit met de insteek om de balans tussen taken en middelen bij gemeenten weer te herstellen. In de tussentijd hebben we de VNG opgeroepen geen nieuwe taken of uitbreiding in bestaande taken van gemeenten te accepteren. En in beeld te brengen in hoeverre bestuurlijke akkoorden nog kunnen worden uitgevoerd. Daarbij uiteraard zorg te dragen dat de meest kwetsbare groepen in onze samenleving hierdoor niet in de knel komen.

 

Het ravijn 2026 is al dichtbij. VNG en Rijk moeten vaart maken met het takengesprek. Bij de volgende zomernota moet duidelijk zijn wat dit oplevert. In de tussentijd bereiden we ook voorstellen voor hoe bij te sturen mocht er geen verbetering komen in financieel perspectief van gemeenten. Dit langs de BOB actielijnen die in het vorige hoofdstuk zijn benoemd.

3.3. Loon- & prijscompensatie 2024

 

We moeten nu aannames doen hoeveel de lonen- en prijzen in 2025 en verder zullen stijgen. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe hoog dat zal zijn. Door de aanhoudend hoge loonstijgingen is wel sprake van een knelpunt. Voor 2026 en verder rekenen we op dit moment weer met een loon- en prijsstijging die weer normaliseert rond het langjarig gemiddelde. Mede doordat de sterke loon- en prijsstijging van 2024 en 2025 ook doorwerkt naar de toekomst zien we dat in de stelpost onvoldoende geld gereserveerd is. Het gaat structureel om ongeveer 1,5 miljoen euro.

Loon- en prijsontwikkelingen 2025 (in 1.000 euro) 2025 2026 2027 2028
1. Verwerking CAO 2024 (tot 1 apeil 2025) -3.862 -3.862 -3.862 -3.862
2. Loonkosten ontwikkeling 2025 (o.b.v. 3,3%) -9.240 -9.240 -9.240 -9.240
3. Prijsontwikkeling 2025 (o.b.v. 2,2%) -3.300 -3.300 -3.300 -3.300
4. Loon- en prijscompensatie tekort Gemeenschappelijke regelingen -1.474 -1.474 -1.474 -1.474
Saldo loon- en prijscompensatie -17.876 -17.876 -17.876 -17.876
5. Dekking uit reserve loon- en prijscompensatie 2.919 - - -
6. Dekking uit stelpost loon- en prijscompensatie 10.552 15.159 15.373 16.212
Saldo loon- en prijscompensatie -4.405 -2.717 -2.503 -1.664

  

Toelichting op loon- en prijsontwikkelingen 2025

 

1. Verwerking CAO 2024

Voor 2024 is 4,2% looncompensatie toegekend in de Gemeentebegroting 2024. De CAO voor 2024 (met looptijd van 1 januari 2024 tot 1 april 2025) viel hoger uit. De budgetten vanaf 2025 worden verhoogd naar het niveau dat aansluit bij de daadwerkelijke loonstijging vanuit deze CAO-wijziging.

 

2. Loonkosten ontwikkeling 2025

Het CPB gaat in de prognoses van het Centraal Economisch Plan (CPB) uit van een loonstijging van 4,4% vanaf 2024. De huidige CAO gemeenten loopt tot 1 april 2025. Voor daarna is nog onbekend welke loonstijging in een nieuwe CAO (vanaf 1 april 2025) wordt overeengekomen. We hanteren de raming van het CPB als uitgangspunt maar omdat er over de eerste maanden van 2025 sowieso geen sprake van loonstijging corrigeren we hiervoor de verwachte loonontwikkeling over 2025 naar 3,3% nominaal over het gehele jaar bezien. Op basis van een beoordeling van alle loongevoelige begrotingsposten leidt dit tot een nadeel van 9,2 miljoen euro. Op basis van de daadwerkelijke CAO gemeenten zal bepaald worden of op een later moment een correctie nodig is.

 

3. Prijs ontwikkeling 2025

Het CPB gaat in de prognoses van het Centraal Economisch Plan uit van een inflatie van 2,2% in 2025 (prijs van de materiele overheidsconsumptie). Op basis van een beoordeling van alle prijsgevoelige begrotingsposten leidt dit tot een nadeel van 3,3 miljoen euro.

 

4. Loon-prijscompensatie Gemeenschappelijke Regelingen

Gemeenschappelijke Regelingen hebben ook te maken met loon- en prijsstijging. Zij stellen hun begroting voor volgend jaar eerder op dan ons. Daarom baseren zij zich op verwachtingen ten tijde van Prinsjesdag van vorig jaar. Destijds ging het CPB uit van 5,3% loonstijging in 2025. Inmiddels heeft het CPB de verwachtingen naar beneden bijgesteld en begroten wij zelf met 3,3%. Het lijkt er daarmee op dat deze partijen aan de voorkant een te hoge indexatie krijgen. Afspraak is dat achteraf op basis van de werkelijke loon- en prijsstijging verrekend wordt. Voor 2026 e.v. anticiperen we daarom op een meevaller van 500.000 euro, deze is opgenomen in de lijst met dekkingsmaatregelen in paragraaf 3.5. Over 2024 was aan de voorkant slechts 2% loonindexatie aan Gemeenschappelijke Regelingen toegekend. De lonen stegen echter met 6%.

 

5. Dekking uit egalisatiereserve loon-prijscompensatie

Omdat de inflatie jaar in jaar uit kan fluctueren werken we met een egalisatiereserve. In jaren dat we de stelpost loon- en prijscompensatie te ruim hebben begroot wordt het overschot in deze egalisatiereserve gestopt. Dan kunnen we de egalisatiereserve aanspreken om dat nadeel tijdelijk op te vangen. Omdat de loon- en prijsstijging al enige tijd hoog is resteert in die egalisatiereserve nog slechts 2,9 miljoen euro.

 

6. Dekking uit stelpost loon-prijscompensatie

Elk jaar reserveren we een bedrag om de loon- en prijsstijging op te vangen. Voor 2025 staat daar 10,5 miljoen euro op. Helaas vallen de loon- en prijsstijgingen in 2025 hoger uit dan waar we een aantal jaren terug mee hebben gerekend. Het nadeel voor 2025 zelf verwerken we door een onttrekking uit de egalisatiereserve en het opvoeren van het resterende bedrag als knelpunt in het middelenkader. De loon en prijscompensatie die zich in 2025 voordoet werkt ook door naar 2026 en verder. We onttrekken ook uit de bedragen die we voor die jaren in de stelpost hadden gereserveerd alvast een deel om de stijgingen uit 2025 mee op te vangen. Per saldo resteert per jaar echter nog steeds een tekort omdat we niet verder kunnen interen op die gereserveerde bedragen. Aanname is nu dat we uitgaan van dat in 2026 en verder de loon- en prijsstijging iets onder het gemiddelde niveau van de afgelopen 20 jaar zit. Mocht zich dat niet voordoen leidt dat tot knelpunten in volgende jaren.

3.4. Knelpunten 

Het college acht de onderstaande onderwerpen absoluut noodzakelijk om mee te nemen in de financiële opgave. De onderwerpen zijn onder te verdelen in 4 categorieën:

  • Knelpunten die zijn ontstaan door de hoge inflatie van afgelopen jaren. Op de genoemde onderwerpen is dit niet op te vangen binnen bestaande budgetten.
  • Knelpunten gerelateerd aan volumeontwikkeling. Door een onontkoombare toename van het volume bij bijvoorbeeld jeugd of Wmo nemen de kosten ook toe.
  • Knelpunten gerelateerd aan personeel. Het betreft uitbreiding van personeel die onontkoombaar is vanuit extra (wettelijke) taken of eerder genomen raadsbesluiten.
  • Overige knelpunten, waaronder digitalisering / IT en bij verbonden partijen.

 

 Programma Knelpunt (in 1.000 euro) I/S 2025  2026  2027  2028 
V&S  1. Landelijk tarief jeugdbescherming/reclassering  S -488  -488 -488 -488
V&S   2. Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Jeugd  S -2.450 -2.450 -2.450 -2.450
V&S   3. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp - tarief S -5.000  -5.000  -5.000  -5.000
V&S   4. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp - overig  S  -5.000  -5.000  -5.000  -5.000
V&S   5. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp - OJA  S  -935  -935  -935  -935
V&S   6. Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Wmo Begeleiding 2024  S  -725  -725  -725  -725
V&S   7. Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Wmo Huishoudelijke Ondersteuning 2024  S  -780  -780  -780  -780
V&S  8. Sportaal indexatie lonen  S  -209  -209  -209  -209
V&S  9. SES loon- en prijscompensatie S -70  -70  -70  -70
DWLW 10. Exploitatie Museumfabriek S -75 -75 -75 -75
DWLW 11. Indexatie samenwerkingspartners S -144 -144 -144 -144
DWLW 12. Gestegen elektriciteitskosten Openbare Verlichting S -290 -290 -290 -290
  Totaal knelpunten inflatie gerelateerd   -16.166 -16.166 -16.166 -16.166
V&S 13.  Autonome groei Jeugdhulp S  -4.085  -4.085  -4.085  -4.085
V&S  14. Stijging zorgkosten per client Ondersteuning Lokaal (Wmo) S  -2.513  -2.513  -2.513  -2.513
V&S 15. Volumegroei Ondersteuning Lokaal (Wmo) S -482 -482 -482 -482
V&S 16. Wijkteams personele inzet irt volumegroei S -450 -450 -450 -450
V&S 17. Sociaal-Medische Indicatie (SMI) S -200 -200 -200 -200
DWLW 18. Museum Buurtspoorweg matching I -77      
DWLW 19. Gestegen kosten onderhoud en schade/vandalisme, Openbare verlichting I -123 -123    
DWLW 20. Areaaluitbreiding Stadsdeelbeheer S -582 -582 -582 -620
F&O 21. Areaal Bedrijfsvoering S -1.070 -1.070 -1.070 -1.070
  Totaal knelpunten volume gerelateerd   -9.582 -9.505 -9.382 -9.420
DWLW 22. Wettelijke taak illegaal grondgebruik terugdringen S -250 -250 -250 -250
S&B 23. Uitbreiding wetgeving Burgemeestersbevoegdheid en WOO S -120 -120 -120 -120
F&O 24. Rechtmatigheidsverantwoording S   -150 -150 -150
  Totaal knelpunten personeel gerelateerd   -370 -520 -520 -520
V&S 25. Clustering sportparken later realiseren S -163 -128 -87  
V&S 26. Samen Twente : Informatieveiligheid GR S -294 -294 -294 -294
V&S 27. Samen Twente: Forensische dienstverlening I -114 -114    
V&S 28. Samen Twente: Woningvervuiling en Milieu en gezondheid I -51      
V&S 29. Stelpost onderuitputting Sociaal domein S -3.500 -3.500 -3.500 -3.500
DWLW 30. Exploitatiebijdrage Twente Airport S -52 -99 -360 -538
DWLW 31. Technische vervanging en onderhoud speeltoestellen I -176 -251    
S&B 32. Kennispunt S -75 -75 -75 -75
S&B 33. VNG-GGU S -110 -110 -110 -110
F&O 34. Vervanging NedBrowser & NedBGT S -160 -95 -95 -95
F&O 35. Licenties ArcGIS Pro S -80 -80 -80 -80
F&O 36. Vervanging financieel applicatie landschap; software / licenties S -300 -300 -300 -300
F&O 37. Vervanging financieel applicatielandschap; implementatie I -500      
F&O 38. Vervanging e-Suite door PodiumD S   -245 -220 -200
F&O 39. E-depot S -120 -200 -230 -380
F&O 40. Onderwijshuisvesting S       -200
  Totaal knelpunten overig   -5.575 -5.291 -5.121 -5.392
  Totaal alle knelpunten   -31.813 -31.682 -31.419 -31.878

   

Toelichting op de knelpunten

 

 1. Landelijk tarief jeugdbescherming/reclassering

Het knelpunt ontstaat door de invoering van landelijke tarieven voor de Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (JB/JR). De tarieven stijgen daarmee fors (gemiddeld 21%) en dat is bedoeld om de personele knelpunten op het gebied van caseload bij de gecertificeerde instellingen (GI's) te verlagen.

 

2. Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Jeugd

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2024 was dit 4% (op basis van 75% loon- en 25% prijsgevoeligheid). De feitelijke indexering in 2024 bedraagt 7,44% op basis van het normatieve kader voor de reële prijs. Dit tekort in percentage (3,4%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Jeugd worden opgevangen.

 

3. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp – tarief

Uit de impactanalyse van de regionale inkoop komt een gemiddelde stijging van 16% naar voren. Op basis van de onderliggende data kan hiervan de helft als tariefeffect worden beschouwd. Het gaat daarbij om de aanpassing van de "tariefparameters" zoals CAO, ziekteverzuim, overhead, productiviteit etc. Deze tariefparameters moeten worden aangepast conform de wettelijke vereisten van het hanteren van een "reëel tarief".

 

4. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp – overig

Uit de impactanalyse van de regionale inkoop komt een gemiddelde stijging van 16% naar voren. Op basis van de onderliggende data kan hiervan de helft als tariefeffect worden beschouwd. De andere helft ontstaat met name op het onderdeel "Wonen&Verblijf" waar landelijke afspraken gelden op de ombouw van woonvoorzieningen naar kleinschaligheid. Hiervoor zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld door het Rijk. Structurele effecten worden geacht terug verdiend te worden door ambulante alternatieven en kortere doorlooptijden van zorg.

 

5. Tariefeffect inkoop Jeugdhulp – OJA

De Onderwijsjeugdhulparrangementen (OJA) worden lokaal ingekocht maar volgen bij de tarifering en de indexatie wel de regionale uitgangspunten. De basisbudgetten voor OJA moeten derhalve verhoogd worden met de uitkomsten van de regionale tariefeffecten.

 

6. Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Wmo Begeleiding (BG) 2024

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2024 was dit 4% (op basis van 75% loon- en 25% prijsgevoeligheid). De feitelijke indexering in 2024 bedraagt 7,44% op basis van het normatieve kader voor de reële prijs. Dit tekort in percentage (3,4%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

7.  Niet gedekte loon- en prijsstijging tarieven Wmo Huishoudelijke Ondersteuning 2024

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2024 was dit 4% (o.b.v. 75%loon en 25% prijsgevoeligheid). De feitelijke indexering in 2024 bedraagt 8%. Dit tekort in percentage (4%) kan niet binnen de bestaande budgetten voor Wmo worden opgevangen.

 

8. Sportaal indexatie lonen

De indexatie van Sportaal is gebaseerd op het prijsindexcijfer nationale bestedingen. Dit is de afgelopen 3 jaar fors lager dan de feitelijke loon -en prijsontwikkeling. De loonstijging voor Sportaal in 2025 is 3,7% hoger dan het gecompenseerde indexcijfer van 2,8%. Dat leidt voor Sportaal tot een knelpunt van 209.000 euro.

 

9. SES loon- en prijscompensatie

Als gevolg van de loon- prijsontwikkelingen wordt de Stichting Enschedese Speeltuinen (SES) geconfronteerd met een knelpunt van 70.000 euro. De feitelijke kostenstijging bij de SES is hoger dan de gemeentelijke compensatie op het subsidiebedrag. De SES heeft geen mogelijkheden om deze extra kostenstijging zelf op te vangen. De SES is een kleine organisatie met veel welzijnsimpact waar nauwelijks tot geen ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen. Bezuinigen op onderhoud, beheer of activiteiten levert financieel slechts weinig, maar heeft vergaande gevolgen voor veiligheid, leefbaarheid en meedoen in de samenleving.

 

10. Exploitatie Museumfabriek

In 2015 besloot de raad om 600.000 euro te bezuinigen op De Museumfabriek (DMF). De bezuiniging was gericht op het efficiënter maken van de exploitatie door het verminderen van vaste lasten. Onderdeel hiervan was het aankopen van het pand, waarin DMF is gevestigd. In 2020 stemde de raad in met een garantstelling voor de aankoop van het pand voor een periode van 30 jaar.

 

Inhoudelijk ontwikkelt de Museumfabriek goed. Er zijn 150 vrijwilligers verbonden, de bezoekersaantallen liggen hoger dan voor corona en het aantal kinderen en jongeren dat via het onderwijs de Museumfabriek bezoekt groeit.

 

De ontwikkelingen van de afgelopen jaren (corona, de energiecrisis en de stijging loon- en prijscompensatie) hebben een structureel effect op de exploitatie van DMF. DMF is hierdoor kwetsbaar geworden. Om inzicht te krijgen in de exploitatie en mogelijke oplossingen heeft Berenschot in 2023 een onderzoek gedaan. Wat we nu voorstellen is een combinatieaanpak. We verhogen structureel de subsidie. Daarnaast investeren wij incidenteel via de transitievergoeding. Hierdoor ontstaat structureel ruimte. De incidentele investering in duurzaamheidsmaatregelen leveren naar verwachting 35.000 euro tot 40.000 euro structureel op. Dit betekent dat we minder structureel extra hoeven te investeren. Anders was het 75.000 euro plus 40.000 euro geworden. Als DMF de 75.000 euro niet jaarlijks ontvangt, dan zorgt dit voor een negatieve meerjarenbegroting. Met een negatieve begroting is het niet mogelijk om fondsen aan te vragen. Dit geldt ook voor de aanvraag voor de Basisinfrastructuur van het Rijk. De randvoorwaarde hierbij is dat DMF financieel gezond is. Er zijn dan geen middelen om nieuwe tentoonstellingen te ontwikkelen. Dat heeft effect op het aantal bezoekers en op de inkomsten.

 

11. Indexatie Samenwerkingspartners

Gemeente Enschede heeft een verplichting naar de samenwerkingspartners in het Recreatieschap (bestaande uit gemeente Enschede en de 13 andere Twentse gemeentes), om indexering toe te passen op de exploitatiebijdragen. In de jaarrekening 2023 is hiervoor een totale bijdrage uitbetaald van 789.000 euro. Hiervoor was een bedrag van 724.000 euro begroot. De begroting dient daarvoor structureel te worden verhoogd met 65.000 euro om de totale begrote bijdrage weer op afgesproken niveau te krijgen. Dit niveau is aangehouden als structurele verplichting vanaf 2024 boven op de reguliere loon en prijscompensatie.

 

Gemeente Enschede heeft een verplichting naar de samenwerkingspartner gebiedsorganisatie Kennispark om indexering toe te passen op de exploitatiebijdragen. De gebiedsorganisatie bestaat uit Universiteit Twente (UT), Vastgoed en Ondernemers Kennispark (VONK) en gemeente Enschede en zij dragen allen evenredig bij. In de jaarrekening 2023 is hiervoor een totale bijdrage uitbetaald van 169.000 euro. Hiervoor was een bedrag van 158.000 euro begroot. De begroting dient daarvoor structureel te worden verhoogd met 11.000 euro om de totale begrote bijdrage weer op afgesproken niveau te krijgen. Dit niveau is aangehouden als structurele verplichting vanaf 2024 boven op de reguliere loon en prijscompensatie.

 

Gemeente Enschede heeft een verplichting naar de samenwerkingspartner Novel-T om indexering toe te passen op de exploitatiebijdragen. In de jaarrekening 2023 is hiervoor een totale bijdrage uitbetaald van 303.000 euro. Hiervoor was een bedrag van 275.000 euro begroot. De begroting dient daarvoor structureel te worden verhoogd met 28.000 euro om de totale begrote bijdrage weer op afgesproken niveau te krijgen. Dit niveau is aangehouden als structurele verplichting vanaf 2024 boven op de reguliere loon en prijscompensatie. Novel-T bestaat uit vijf oprichters: Twente Board, UT, Saxion, provincie Overijssel en gemeente Enschede.

 

Afgelopen jaren is de prijsindexatie Twente Milieu op dit onderwerp niet doorgevoerd bij de knelpunten. Het betrof namelijk steeds een relatief klein bedrag. Inmiddels zien we dat de prijsindexatie behoorlijk is gestegen. Daarom wordt dit nu structureel opgevoerd met een post van 40.000 euro.

 

12. Gestegen elektriciteitskosten Openbare Verlichting

De gemeente heeft het stroomverbruik de afgelopen 4 jaar met 17% verlaagd. Dit komt onder andere door het dimbeleid en de vervanging met LED verlichting. Ondanks deze maatregelen wordt de gemeente geconfronteerd met hogere lasten. De elektriciteitsprijzen en de kosten van het netbeheer zijn gestegen.

 

13. Autonome groei Jeugdhulp

In 2023 zijn de "autonome kosten" voor Jeugdhulp verder opgelopen door enerzijds volumestijging (1,8%) en anderzijds een stijging van de gemiddelde zorgkosten per kind (los van tariefeffecten). De gemiddelde zorgkosten nemen toe door een combinatie van de gewijzigde mix van zorginzet (meer kinderen in duurdere zorgvormen), een oplopende zorgduur (meer kinderen langer in zorg) en een toename van de zorgintensiteit (met name in het geval van behandelproducten).

 

14. Stijging zorgkosten per client Ondersteuning Lokaal (Wmo)

In 2023 zijn de "autonome kosten" voor de Wmo verder opgelopen door enerzijds volumestijging (meegenomen onder punt van volumegroei) en anderzijds een stijging van de gemiddelde zorgkosten per cliënt (los van tariefeffecten). De gemiddelde zorgkosten nemen toe door een combinatie van de gewijzigde mix van zorginzet, een oplopende zorgduur (meer cliënten langer in zorg) en een toename van de zorgintensiteit.

 

15. Volumegroei Ondersteuning Lokaal (Wmo)

Het betreft de autonome volumestijging voor het beroep op de Wmo vanuit enerzijds de demografische ontwikkeling en anderzijds het daadwerkelijke beroep op zorg. Hierbij wordt de groei/daling per leeftijdsklasse over de afgelopen 5 jaar berekend en toegepast op het Wmo-volume voor die betreffende leeftijdsklasse. Het gaat hier niet om de effecten van volumegroei Wmo door gewijzigde externe omstandigheden.

 

16. Wijkteams personele inzet i.r.t. volumegroei

Autonome groei van de bevolking, vergrijzing en langer thuis wonen leidt tot meer complexe en dus meervoudige aanvragen. De beschikbare personele inzet is sinds 2020 niet meer gegroeid, terwijl er al een aantal jaren sprake is van een overschrijding. Een overschrijding die noodzakelijk was om wachttijden en risico's van procedures te voorkomen.

 

17. Sociaal-Medische Indicatie (SMI)

De SMI-regeling betreft de opvang van kinderen waarvan de ouder niet in staat is het kind adequaat thuis op te vangen. In de praktijk zijn 90% van de gevallen multi-probleem situaties. Het ministerie van SZW stort jaarlijks een bijdrage in het gemeentefonds voor de uitvoering van een SMI-regeling. De afgelopen jaren is het budget voor kinderopvang op basis van SMI telkens ruimschoots overschreden. Uit de analyse van de overschrijding in eerdere jaren blijkt vooral een verzwaring van problematiek.

 

18. Museum Buurtspoorweg matching

Enschede heeft samen met Haaksbergen een aantal jaren geleden steun uitgesproken voor de Museum Buurtspoorweg. Destijds heeft Enschede een structurele subsidie toegekend van 50.000 euro. Afgelopen jaar stond de subsidieverlening aan de MBS vanuit de politiek in Haaksbergen onder druk door een brede voorzieningendiscussie. In het kader van deze discussie is in opdracht van de gemeente Haaksbergen een onderzoek gedaan naar de toekomst van de MBS. De hoofdvraag was welk bedrag er nodig is om het museum toekomstbestendig te maken.

 

Daaruit kwam naar voren dat de MBS van beide gemeenten een structurele bijdrage nodig heeft van elk 127.000 euro. Nu heeft de gemeenteraad van Haaksbergen bij de afgelopen begrotingsbehandeling besloten om voor 2 jaar een bijdrage te doen van 127.000 euro. Deze bijdragen zijn verwerkt in de begroting van de gemeente Haaksbergen van 2024 en 2025. Daarmee ontstaat de verplichting voor de gemeente Enschede voor hetzelfde bedrag. Dus boven op de bestaande 50.000 euro is een extra bedrag opgenomen van 77.000 euro.

 

19. Gestegen kosten onderhoud en schade/vandalisme, Openbare verlichting

Het gaat om kosten die voortvloeien uit het onderhoudscontract. De vorige aannemer kreeg een vaste prijs voor het verhelpen van storingen. De nieuwe aannemer krijgt echter betaald voor elke opgeloste storing. Dit levert een beter resultaat/betere kwaliteit op in de openbare ruimte. Ook voor schade en vandalisme vallen de kosten hoger uit om o.a. diezelfde reden.

 

20. Areaaluitbreiding Stadsdeelbeheer

Betreft de jaarlijkse optelsom van uitbreiding en krimp van de openbare ruimte. De benodigde kosten voor beheer en onderhoud betreffen materiële kosten, kosten inzet derden, kosten inzet eigen personeel en inzet vanuit Onderhoud Enschede BV. Door toevoeging van het areaal Vaneker en diverse herinrichtingen is het te onderhouden areaal van wegen en groen vergroot. In 2023 is budget toegekend voor het Groenambitieplan. Dat budget was berekend op basis van de benodigde kapitaallasten voor de jaren 2024 tot en met 2027. Dit is een oplopende reeks, waarbij ieder jaar steeds meer budget benodigd is.

 

21. Areaal Bedrijfsvoering

Conform vastgestelde systematiek ademt budget voor bedrijfsvoering mee met de omvang van de organisatie. Vanwege toenemende taken is bezetting in 2023 toegenomen. Daarmee is extra budget nodig om de toegenomen ondersteuning te kunnen bekostigen (zoals laptops, telefonie, werkplek(middelen), licenties, opleidingen, P&O en Inkoopadvies, etc.).

 

22. Wettelijke taak illegaal grondgebruik terugdringen

De gemeente heeft een wettelijke taak om illegaal grondgebruik terug te dringen. Dat gebeurt vanaf 2015 met succes. Tot nu toe konden we dat bekostigen dankzij de separate wens van inwoners en bedrijven om aangrenzend groen te kopen. Daarmee waren personele kosten en opbrengsten met elkaar in evenwicht. Dat evenwicht is er nu om twee redenen niet meer:

  • Er ontstaat steeds meer “druk” op de openbare ruimte en dit heeft direct effect op hoeveel gemeentelijke gronden voor verkoop in aanmerking komen. Hierdoor verkopen we minder grond. Daarmee is het knelpunt ontstaan dat we de voor de wettelijke taak 200.000 euro niet meer kunnen dekken uit de opbrengst.
  • Daarnaast vraagt de regie op het grondgebruik ook een inzet van 100.000 euro. Deze regie is noodzakelijk voor de realisatie van onze eigen strategische opgaven (woningopgave, vergroening, klimaatadaptatie, mobiliteit en stedelijke ontwikkeling). Deze vragen een plek in de openbare ruimte. Ook derden claimen stukken grond in verband met hun opgaven (denk aan de netbeheerders en woningcorporaties. Regie houdt in) dat het beoordelen welke gronden verkocht kunnen worden, complexer wordt en meer inzet en kennis vraagt;

 

In totaal is er dus een knelpunt van 300.000 euro. Om dit knelpunt op te lossen vragen we:

  1. Structureel 250.000 euro.
  2. De resterende 50.000 euro proberen we te verhalen uit projecten waarin wordt geadviseerd.  

 

23. Uitbreiding wetgeving Burgemeestersbevoegdheid en WOO

De juridische capaciteit voor de inzet van burgemeestersbevoegdheden staat onder druk en vereist uitbreiding. Dit wordt veroorzaakt door de inzet voor afhandeling van WOO-verzoeken en voor tijdelijk huisverboden. De afhandeltermijnen voor de WOO moeten worden gehaald en niet behandelen is geen optie. Daarnaast zien we een duidelijke toename in het aantal demonstraties en een toename in inzet sluitingsbevoegdheden woningen (drugspanden en bij aantreffen wapens/-geweld).

 

24. Rechtmatigheidsverantwoording

De verplichte invoering van de rechtmatigheidsverantwoording heeft geleid tot extra inzet van P&C-capaciteit. Bij toekenning van de incidentele middelen door de Raad is afgesproken dat we na deze eerste fase van de nieuwe opzet van de rechtmatigheidsverantwoording een evaluatie doen op de structurele organisatie van de taken. Uit die evaluatie blijkt dat structureel extra inzet van de P&C-functie noodzakelijk is (circa 1,5 fte). Er is echter slechts incidenteel budget beschikbaar gesteld.

 

25. Clustering sportparken later realiseren

De taakstelling bedraagt 201.000 euro structureel. Momenteel is Diekman-west vrijgespeeld. Het Horstmanpark is vertraagd en volgt in 2026. De overige sportparken volgen in 2027 en 2028. Vanaf 2028 is de taakstelling gerealiseerd.

 

26. Samen Twente : Informatieveiligheid Gemeenschappelijke Regeling

SamenTwente is verantwoordelijk voor zeer privacygevoelige informatie. Systemen en processen zijn kwetsbaar geworden door een veranderend speelveld van continue veranderende wettelijke eisen. Voor de toekomst moet voorkomen worden dat ongewenste toegang verkregen kan worden tot deze systemen en data door hacks, datalekken of ransomware. Ook is sprake van een toename van wettelijke eisen waar SamenTwente als overheid en specifiek als zorgorganisatie aan moet voldoen. Het niet voldoen leidt ook tot bestuurlijke kwetsbaarheid door persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders (NIS2); in het verleden is enkel incidenteel geïnvesteerd. Er is een bestuurlijk besluit (AB 14 februari 2024) om dit te financieren.

 

27. Samen Twente: Forensische dienstverlening

Er is een tekort aan specialistische krachten bij GGD voor de beschikbaarheidsgarantie om code zwart (geen inzet bij bv dodelijk ongeval/misdrijf) te voorkomen. Er ligt een bestuurlijk besluit (GR, met instemming Enschede) om hierin actie te ondernemen voor 2024, 2025 en 2026.

 

28. Samen Twente: Woningvervuiling en Milieu en gezondheid

Uitbehandelde cliënten moeten naar huis, maar voorwaardelijk is dan wel dat het huis schoon en in orde is. Er is sprake van een verhoging van het aantal meldingen (4 tot 5x zo veel) t.o.v. voorgaande jaren. Dit heeft te maken met zware vervuiling en verwarde personen. Er is een bestuurlijk besluit genomen (GR, met instemming Enschede) om hierin actie te ondernemen voor 2024 en 2025.

 

Daarnaast zal er meer aandacht zijn voor een gezonde leefomgeving door o.a. het in werking treden van de Omgevingswet, het Gezond en Actief Leef Akkoord (GALA) en andere ontwikkelingen. (Er ligt een bestuurlijk besluit (AB 14 februari) om dit te financieren voor 2024 en 2025).

 

29. Stelpost onderuitputting Sociaal domein

Bij de Zomernota2021 is besloten om een stelpost onderuitputting Sociaal domein op te nemen. Deze stelpost is opgenomen op basis van de positieve resultaten bij de gemeenterekeningen binnen het Sociale domein in de jaren voorafgaand aan 2021. Gelet op het negatieve resultaat in 2023 en dat er de komende jaren geen substantiële positieve resultaten zullen worden verwacht is het niet gewenst deze stelpost te handhaven. Bovendien heeft de toezichthouder aangegeven deze stelpost niet meer te accepteren.

 

30. Exploitatiebijdrage Twente Airport

Twente Airport kent een bijzonder lage kostenstructuur. Desondanks is de exploitatie structureel verliesgevend. Vanwege hoge incidentele kosten (voor planontwikkeling en vanwege een conflict met hoge juridische kosten over parkeren vliegtuigen) bedroeg het tekort in de luchthavenbegroting over 2020 1,1 miljoen euro. Over 2021 bedroeg het tekort 1,1 miljoen euro en over 2022 en 2023 liggen de tekorten rond de 700.000 euro. Op grond van de concept-meerjarenbegroting 2025-2028 van de gemeenschappelijke regeling (GR) Technology Base komen we tot deze reeks. Het tekort in de reeks betreft 50%, omdat provincie en gemeente daar ieder voor 50% in deelnemen. Tot nu toe verrekenden de provincie Overijssel en Enschede het exploitatietekort in de jaarrekening.

 

31. Technische vervanging en onderhoud speeltoestellen

De middelen zijn nodig om te blijven voldoen aan het warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. Het zijn noodzakelijke middelen om de speeltoestellen in Enschede schoon, heel en veilig te houden. En deze toestellen aan het einde van de technische levensduur te kunnen vervangen. Zonder deze middelen kunnen we veel toestellen al op korte termijn niet meer veilig houden of vervangen. De enige optie is dan nog om toestellen te verwijderen om het risico op letsel en aansprakelijkheidsstelling te verkleinen. Het verwijderen van speeltoestellen heeft een negatief effect op de aantrekkelijkheid en gezondheid van de wijken en buurten in Enschede.

 

Achtergrond: uit een in 2023 extern uitgevoerde technische (veiligheids)inspectie blijkt dat alle speeltoestellen in Enschede (1.905) op dit moment nog veilig zijn. Maar deze veiligheid staat sterk onder druk. Een groot aantal toestellen (278) is uiterlijk 2027 al aan vervanging toe omdat ze aan het einde van hun technische levensduur zijn of daar zelfs al overheen zijn. Willen we de toestellen de komende jaren volgens de geldende wetgeving veilig houden, dan vraagt dit meer onderhoud- en vervangingsmiddelen. Dit komt onder andere doordat in 2013 is bezuinigd op de vervanging van speeltoestellen. Hierdoor is de balans tussen vervanging en door reparaties blijven opknappen van toestellen verschoven naar reparaties. Sindsdien zijn regelmatig speeltoestellen geplaatst met externe subsidies en bijdragen, die nu ook aan het einde van hun levensduur zijn. Om deze te kunnen vervangen is extra budget nodig wat niet kan wachten op de middelen die eventueel beschikbaar komen uit het preventieakkoord. Dit akkoord is gekoppeld aan het beleidskader Gezondheid dat net is vastgesteld door de Raad. Dit beleidskader moet nog vertaald worden in een uitvoeringsstrategie en uitvoeringsprogramma’s op wijkniveau. Daarbij worden samen met de partners pas in de komende jaren afspraken over de inzet van het budget gemaakt.

 

32. Kennispunt

Dit betreft een hogere bijdrage van Enschede aan het Kennispunt. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met de begroting 2024. Extra kosten ontstaan als gevolg van bovengemiddelde indexering CAO én organisatieversterking op AVG. Tevens zat er al een tekort in de begroting van Kennispunt, die nu ook wordt gecorrigeerd.

 

33. VNG-GGU

Dit betreft een vaste verplichte bijdrage in het VNG-fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering o.b.v. inwoneraantal en is vastgesteld in de ALV van de VNG.

 

34. Vervanging NedBrowser & NedBGT

De leverancier van NedBrowser (Geografisch informatiesysteem) stopt de ondersteuning en doorontwikkeling. Vervangende software is vereist. Structurele gelden zijn niet beschikbaar.

 

35. Licenties ArcGIS Pro

De structurele kosten voor software en implementatie zitten al in de begroting 2024. Kosten voor licenties volgen nu conform afspraak op basis van het werkelijk aantal gebruikers.

 

36. Vervanging financieel applicatie landschap; software / licenties

Ons financieel applicatielandschap is zeer kwetsbaar en ‘end of life’ in 2024 (Coda van Unit4 – financiële administratie) of ‘afterlife’ (DAF - factuurafhandeling). Om continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen is vervanging van de applicaties noodzakelijk. Momenteel worden verschillende scenario’s uitgewerkt voor vervanging, waarna aanbesteding volgt. Daarbij is het lastig om nu al een precieze inschatting van de structurele meerkosten te maken voor deze nieuwe software en benodigde licenties. Op basis van verkenning van de markt en recente ervaringen van andere gemeenten is een eerste raming opgenomen.

 

37. Vervanging financieel applicatielandschap; implementatie

Ons financieel applicatielandschap is zeer kwetsbaar en ‘end of life’ in 2024 (coda van Unit4 – financiële administratie) of ‘afterlife’ (DAF - factuurafhandeling). Om continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen is vervanging van de applicaties noodzakelijk. In 2024 wordt gestart met de voorbereiding voor de aanbesteding. De opzet, inrichting en implementatie leiden tot incidentele uitgaven die om aanvullend budget vragen. Op basis van verkenning van de markt en recente ervaringen van gemeenten is een indicatie van de kosten opgesteld.

 

38. Vervanging e-Suite door PodiumD

De bedrijfs-kritische applicatie E-Suite (digitale dienstverlening) is ‘end of life’. Daarvoor in de plaats komt vervangende software, het dienstverleningsplatform Podium D. Dat wordt samen met andere gemeenten via Dimpact ontwikkeld en afgenomen. Contracten hiervoor zijn gesloten. Dit nieuwe dienstverleningsplatform is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de (nieuwe) wetgeving (waaronder de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer en de Archiefwet). Daarnaast is dit platform nodig om uitvoering te kunnen (blijven) geven aan de digitale dienstverlening (conform de dienstverleningsvisie). PodiumD bevat ook een zaak-afhandel component dat noodzakelijk is voor het kunnen invullen van zaakgericht werken in Enschede. Voor de inrichting en het beheer van het platform en om uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe wetgeving is structurele uitbreiding van capaciteit vereist. Anderzijds is de verwachting dat er vanaf 2027 binnen een aantal werkprocessen efficiencyvoordelen ontstaan door o.a. zaakgericht te kunnen gaan werken, waardoor minder personele inzet nodig zal zijn. Per saldo gaat het om een noodzakelijke uitbreiding van 2 tot 3 fte.

 

39. E-depot

Het overbrengen van archieven naar een (digitale) archiefbewaarplaats is een wettelijke plicht op grond van de Archiefwet. Vanuit het Interbestuurlijke Toezicht (IBT) wordt hierop toegezien. Bij de laatste IBT-toetsing is het E-depot als actiepunt benoemd (scoort nu rood). Bij verzuim kunnen de Gedeputeerde Staten ingrijpen en de zogenaamde interventieladder beklimmen. De kosten hiervan zijn dan voor de gemeente. De E-depot-oplossing wordt in regio verband opgepakt (via het IT Platform Twente). Waarbij aangesloten wordt op het Drentse E-depot. Dat is al ontwikkeld en bespaart opstart- en ontwikkelkosten. Voor aansluiting en het gebruik kunnen maken van het centrale E-depot als ook voor het lokale structurele beheer en beschikbaar stellen van informatie uit dat archief (circa 1,5 fte) zijn aanvullende middelen nodig. De ingebruikname verloopt stapsgewijs.

 

40. Onderwijshuisvesting

Onderwijshuisvesting is een wettelijke plicht die Gemeenten hebben (Zorgplicht). Als het gaat om de verbouw of nieuwbouw van scholen werkt de gemeente volgens de vastgestelde Verordening Onderwijshuisvesting 2016. Op basis van die verordening verleent de gemeente subsidies voor (ver)nieuwbouwplannen die gebonden zijn aan de normvergoedingen die de VNG dwingend vaststelt. Met alle schoolbesturen zijn voor alle schoolgebouwen in 2019 afspraken gemaakt en vastgelegd in het Integraal onderwijshuisvestingsplan (IHP) inclusief en tijds- en financiële planning tot en met 2055. Vanaf 2020 zijn de wettelijk vastgestelde VNG-normvergoedingen jaarlijks fors gestegen. In de periode 2020-2024 alleen al met cumulatief 34%. Het beschikbare budget wordt hiervoor onvoldoende gecompenseerd. Dit moet worden bijgesteld om het met schoolbesturen overeengekomen programma te kunnen blijven uitvoeren en leidt tot een jaarlijks en structureel knelpunt van 200.000 euro. Vanaf volgend jaar zal dit budget jaarlijks worden geïndexeerd in de Zomernota.

 

3.5. Prioriteiten

 

Gezien de grote financiële opgave waar we voor staan is er terughoudend omgegaan met prioriteiten. In onderstaande tabel zijn deze opgenomen. Het betreft onderwerpen die strikt genomen geen knelpunt zijn (niet onvermijdelijk en onuitstelbaar), maar die vanuit het college wel hoge prioriteit krijgen. Deze onderwerpen zijn daarom wel meegenomen in het saldo van de zomernota.

Programma Prioriteiten opgenomen (in 1.000 euro) I/S 2025 2026 2027 2028
V&S 1. Clustering sportparken MFSA’s S     -393 -393
V&S 2. Rondkomen met je inkomen S 0 0 0 0
V&S 3. Uitvoering motie behoud Stichting 55+ Enschede I -30 -30 -30  
S&B 4. Verlenging cameratoezicht S -20 -140 -140 -140
S&B 5. Jongerenparticipatie I -150 -150    
  Totaal alle prioriteiten   -200 -320 -563 -533

  

Toelichting op prioriteiten

 

1. Clustering sportparken MFSA's

Het opgenomen bedrag betreft ongedekte lasten van de investeringen op de 3 clusterlocaties waar de raad toe heeft besloten. Het betreft de investering in 2 Multifunctionele Sport Accommodaties (MFSA’s) op het sportpark Schreurserve en het cluster Zuid/Wesselerbrink-Zuid. Daarnaast betreft het een investering in het cluster Enschede-Oost/Glanerbrug om de verhuizing van S.V. Sportlust naar GVV Eilermark mogelijk te maken. De structurele lasten vloeien voort uit investeringen in de 3 clusterlocaties en zijn gebaseerd op kengetallen op grond van het aantal leden van betrokken verenigingen. De structurele lasten die voortvloeien uit de investeringen in de accommodaties zijn niet volledig op te brengen door de betrokken verenigingen. Het aandeel dat dat de gemeente structureel moet bijdragen bedraagt 393.000 euro. De planning is gericht op realisatie in 2026 waarbij de structurele lasten in 2027 ingaan. De vereiste investeringen in openbare ruimte, infrastructuur en frictiekosten voor afkopen van opstallen e.d. zijn meegenomen in de Investeringsagenda. Over de voortgang van clustering van sportparken is de raad met de brief van 4 juni (kenmerk 2400016018) geïnformeerd.

 

2. Rondkomen met je inkomen

Uw raad heeft op 13 mei jl. besloten door te gaan met het huidige beleid van ‘Rondkomen met je inkomen‘ en de komende jaren ervoor te zorgen dat nog meer inwoners ondersteuning krijgen. Tevens hebt u besloten de met deze beleidsaanpassingen samenhangende kosten te dekken uit het product Inkomensondersteuning. Dat heeft uw raad gedaan onder voorbehoud van het maken van een integrale afweging bij de Zomernota over de financiële dekking van dit genomen besluit. Het college stelt nu voor om definitief in te stemmen met het raadsvoorstel. We kunnen dit financieren binnen reeds beschikbare middelen.

 

3. Uitvoering motie behoud Stichting 55+ Enschede

Tijdens de behandeling van de Zomernota 2023 is de motie ‘Behoud Stichting 55+’ door uw Raad aangenomen. In deze motie draagt de Raad het college op in de portefeuille van de wethouder te zoeken naar dekking voor de aan Stichting 55+ te verstrekken subsidie van 30.000 euro per jaar voor de jaren 2025, 2026 en 2027. Hieraan heeft het college invulling gegeven. Dekking is gevonden in het product algemene voorzieningen.

 

4. Verlenging cameratoezicht

De afgelopen jaren is cameratoezicht in de binnenstad uitgebreid, zowel het aantal camera’s als het aantal live uitkijkuren. De raad heeft hier voor de periode van 2023 t/m 2025 extra middelen beschikbaar gesteld. Om de kwaliteit en effectiviteit van cameratoezicht te kunnen blijven garanderen is het nodig dat deze extra middelen structureel ter beschikking komen. Indien deze middelen niet structureel worden gemaakt, is live uitkijken niet meer mogelijk. Live uitkijken is van groot belang voor de aanpak van de problematiek in de binnenstad.

Twee ontwikkelingen zijn hierbij van belang om te noemen. Vanwege het vertrek van de Regionale Meldkamer in Hengelo naar Apeldoorn moet er een nieuwe plek komen voor de Regionale Toezichtsruimte (RTR). Dit is de centrale regionale voorziening ten behoeve van het uitkijken van camerabeelden van alle deelnemende gemeenten. De nieuwe RTR zal gevestigd worden in de brandweerkazerne in Hengelo en dit zal extra kosten met zich meebrengen waardoor het bestaande budget niet meer voldoet. Daarnaast wordt voor het live uitkijken van de camerabeelden een beveiligingsorganisatie ingehuurd door de Veiligheidsregio Twente. Dit wil de gemeente Enschede per 31 maart 2025 echter zelf gaan organiseren door observanten onder te brengen bij team Handhaven Openbare Ruimte. Dit heeft veel voordelen in het kader van informatie uitwisseling en kwaliteit. Hierin wordt samengewerkt met de gemeenten Almelo en Hengelo en de kosten worden verdeeld.

 

5. Jongerenparticipatie

Afgelopen jaar is geëxperimenteerd met jongerenparticipatie. In het coalitieakkoord was het doel van een impuls op jongerenparticipatie ook opgenomen. Dat doel is om in 2026 een brede(re) afspiegeling van jongeren te bereiken en betrekken bij onderwerpen die voor hen relevant zijn. Deze jongeren hebben een stem binnen onze organisatie in de plannen die wij maken voor nu en de toekomst van onze stad. Ze worden gezien, gehoord en meegenomen in de afweging die we maken bij beleids- en besluitvorming. Het afgelopen jaar is een netwerk van jongeren opgebouwd en hebben eerste ‘experimenten’ met participatie van jongeren plaatsgevonden. De evaluatie hiervan heeft u onlangs met een raadsbrief ontvangen. Er zijn geen middelen in onze begroting beschikbaar om het experiment van het afgelopen jaar structureel in te bedden in de organisatie. Daarvoor zijn extra middelen noodzakelijk. Met de 150.000 euro die nu in het middelenkader zijn meegenomen willen we vervolg geven aan de stem van jongeren (input) door hier budget te reserveren uit de inhoudelijk opgave. Immers, participatie doen we op een inhoudelijk vraagstuk. Hierbij kan je denken aan de opgave inclusief Enschede, nota gezond Enschede (sport en ontspannen), drugsbestrijdingsfonds (veiligheid) en strategie duurzame jeugdhulp. Met het extra budget kan de procesbegeleiding worden gefinancierd en het onderhouden van het jongerennetwerk.

3.6. Meevallers/scherpe keuzes

 

In onderstaande tabel zijn de meevallers en scherpe keuzes opgenomen die als dekking worden ingezet ten behoeve van het middelenkader. Deze maatregelen zijn voortgekomen uit BOB actielijn 1 waarin de focus lag op het benoemen van dekkingsmaatregelen die op korte termijn inzetbaar zijn om de begroting in 2025 sluitend te krijgen. Ook is vanuit BOB actielijn 2 reeds een bezuiniging opgenomen op de Jeugdzorg.

 

De maatregelen zijn in te delen in de volgende categorieën:

  • Onderbestedingen afromen – Bij de jaarrekening hebben we geconstateerd dat er activiteiten zijn waar jaar in jaar uit een positief resultaat wordt behaald. Er is kritisch gekeken of hier sprake is van onderbestedingen die kunnen worden afgeroomd. In sommige gevallen zijn er weliswaar onderbestedingen maar zijn die ontstaan doordat het niet lukt de beoogde activiteiten volledig uit te voeren. Bijvoorbeeld op beschermd wonen zien we al jaren een voordeel dat ook ontstaat doordat het niet lukt om het aantal opvangplekken uit te breiden. Ons uitgangspunt is geweest dat we scherp begroten en ook op deze producten is daarom budget afgeroomd. Dat betekent niet dat we niet in blijven zetten op onze beleidsvoornemens. In het voorbeeld van beschermd wonen betekent dit dat als we er toch in slagen het aantal plekken uit te breiden in de komende jaren mogelijk een budgetbijstelling nodig is.
  • Loon- en prijscorrecties. Bij de knelpunten zijn diverse nadelen opgenomen als gevolg van inflatie effecten. Er zijn echter ook enkele meevallers op het gebied van inflatie die we op kunnen voeren. Feitelijk moet dit in samenhang worden beschouwd.
  • Beleidskeuzes. Er worden ook enkele beleidskeuzes aan de raad voorgelegd. Het betreft veelal onderwerpen waarop we afgelopen jaren extra middelen ter beschikking hebben gesteld waarbij het niet lukt deze (deels of volledig) aan te wenden. Aanvullend is door uw Raad het nieuwe beleid voor duurzame Jeugd vastgesteld. Rondom duurzame Wmo komen het college en de raad de komende periode nog met elkaar te spreken.
  • Organisatie. Met alle maatschappelijke opgaven waaraan we moeten werken is de druk op de organisatie hoog. Uit onderzoek blijkt dat bijna 1 op de 3 medewerkers de werkdruk als te hoog ervaart. Het ziekteverzuim is de laatste jaren ook opgelopen. De komende jaren zal een aanzienlijk deel van het personeel uitstromen met pensioen. Daarbij hebben we te maken met een krappe arbeidsmarkt. In deze context wordt het niet verstandig geacht om nu een taakstelling op de organisatie op te nemen. Er lopen diverse lijnen (BOB) die een nadere uitwerking behoeven en die wellicht een effect kunnen hebben op de organisatie. Deze zullen zichtbaar worden bij de zomernota van 2025, waarbij we in de begroting al wat richtinggevende uitspraken doen. Uiteraard wordt er kritisch gekeken naar noodzakelijkheid van vervanging als ook de inzet van externen.
  • Lokale belastingen. Deze zijn niet opgenomen in onderstaande tabel, maar in een aparte volgende paragraaf. Deze maken echter wel deel uit van het totaal aan dekkingsmaatregelen waarmee het tekort wordt teruggedraaid. 

 

 

Programma Meevaller/scherpe keuze (in 1.000 euro) I/S 2025 2026 2027 2028
V&S 1. Beschermd wonen S 4.500 4.500 4.500 4.500
V&S 2. Inkomensondersteuning S 900 800 700 700
V&S 3. AD middelen budget Algemene Bijstand LO S 433 433 433 433
V&S 4. Budget SW en Nieuw beschut S 1.500 1.500 1.500 1.500
V&S 5. Arbeidsmarktparticipatie S 1.000 1.000 1.000 1.000
V&S 6. Sport en gezondheid: ruimte voor CAO ontwikkelingen Sportaal S 96 96 96 96
V&S 7. Eenmalige Energie Toeslag (EET) I 3.400      
V&S 8. Oekraïne middelen I 4.000      
DWLW 9. Parkeerbeheer baten minder terughoudend ramen S 500 500 500 500
F&O 10. Inzet budget Noordmolen en efficiency processen en aanbestedingsvoordeel post S 600 600 600 600
F&O 11. Materiele kosten IT en doorbelasting aan derden S 320 470 470 470
F&O 12. Regionale dienstverlening doortrekken hogere baten S 200 200 200 200
S&B 13. Onderbesteding regionale samenwerking S 138 138 138 138
S&B 14. Onderbesteding College B&W S 100 100 100 100
DWLW 15. RBT afwikkeling XL Business Park 1 I 2.500      
  Totaal onderbestedingen afromen   20.187 10.337 10.237 10.237
V&S 16. Lagere kosten uitkomst onderzoek reële prijs S 1.200 1.200 1.200 1.200
V&S 17. Hulpmiddelen S 300 300 300 300
V&S 18. Eigen bijdrage huishoudelijke hulp S   210 210 210
F&O 19. Rente en treasury – verwacht resultaat 2025 S 735      
F&O 20. Rente en treasury – BTW compensatiefonds I 3.000      
Diverse 21. Stelpost correctie LPO GR’en S   500 500 500
  Loon en prijscorrecties   5.235 2.210 2.210 2.210
V&S 22. Duurzame jeugd S 1.186 2.820 5.328 7.232
V&S 23. Bijzondere bijstand inrichting woning S 140 140 140 140
DWLW 24. Temporiseren in gebiedsagenda's S 300 300 300 300
DWLW 25. Kapitaallasten huiskamer van de stad S 400 400 0 0
DWLW 26. Halvering frequentie monitoronderzoek economische ontwikkelingen S 35 35 35 35
DWLW 27. Eikenprocessierups S 150 150 150 150
  Beleidskeuzes   2.211 3.845 5.953 7.857
F&O 28. Sluiten receptie Noord S 0 85 85 85
Alle 29. Kritische toets bij openzetten vacatures en op inzet inhuur S 0 0 0 0
  Organisatie   0 85 85 85
  Totaal alle meevallers / scherpe keuzes   27.633 16.477 18.485 20.389

 Toelichting meevallers / scherpe keuzes

 

1. Beschermd wonen

Er is al aantal jaren sprake van een positief resultaat beschermd wonen. Het betreft een Wmo centrumtaak voor 8 gemeenten. Het voorstel is om het positief resultaat voor het aandeel van Enschede in de komende jaren structureel in te zetten als oplossing voor de tekorten elders in het sociaal domein.

 

2. Inkomensondersteuning

De afgelopen jaren is sprake van een - qua omvang - wisselend voordeel op het product Inkomensondersteuning. En dan met name op het onderdeel Bijzondere bijstand. Daarom wordt in lijn met realistischer/offensiever begroten bovenstaande reeks ingezet voor het middelenkader, waarbij het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. Het open einde karakter van de Bijzondere bijstand maakt een nauwkeurige prognose lastig. Bij een toenemend gebruik van Bijzondere bijstand (o.a. door extra statushouders en toenemende armoede) is er een risico dat het budget zal worden overschreden. Dit zal in het weerstandsvermogen worden meegenomen. We denken echter dat een structurele budgetverlaging van 0,7 miljoen euro mogelijk is.

 

3. AD middelen budget Algemene Bijstand LO

Dit product had de afgelopen jaren een voordeel. Daarbij wordt wel opgemerkt dat het resultaat per jaar kan fluctueren. Op grond van de voordelen van afgelopen jaren wordt 433k als structurele meevaller ingezet voor het middelenkader. Hierdoor lopen we een hoger risico op een overschrijding. Dit hoger risico wordt in het weerstandsvermogen opgenomen.

 

4. Budget SW en Nieuw beschut

Op dit product is in afgelopen jaren sprake van een voordeel door meevallers in de rijkssubsidie. Ook de komende paar jaar worden voordelen verwacht op de rijkssubsidie voor de SW. Daarom wordt er in lijn met realistischer/offensiever begroten structureel 1,5 miljoen euro ingezet voor het middelenkader, waarbij het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. Wel bestaat het risico dat de voordelen vanaf 2029 zullen afnemen en mogelijk vanaf 2031 tot nadelen zullen leiden. Dit zal in het weerstandsvermogen worden meegenomen. Indien het voordeel de komende jaren omslaat in een structureel tekort, zal dit in een Zomernota als knelpunt worden opgenomen.

 

5. Arbeidsmarktparticipatie

Op dit product is inde afgelopen jaren sprake van een voordeel. Daarom wordt er in lijn met realistischer/offensiever begroten structureel 1 miljoen euro ingezet voor het middelenkader, waarbij het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. De komende jaren lopen we risico dat het budget wordt overschreden als gevolg van o.a. intensievere begeleidingsbehoefte, toename van het aantal inburgeraars, meer gebruik van de Individuele Studietoeslag (IST), het wegvallen van incidentele budgetten en bijdrage aan het voorstel Rondkomen met je inkomen. Dit verhoogde risico zal in het weerstandsvermogen worden opgenomen. Indien in 2025 een overschrijding dreigt, zal dat in eerste instantie met mogelijke voordelen binnen het sociale domein worden opgevangen. Als er sprake is van een structurele overschrijding zal dit in de Zomernota 2025 als knelpunt worden opgenomen.

 

6. Sport en gezondheid: ruimte voor CAO ontwikkelingen Sportaal

Binnen het product sport en gezondheid is 96.000 euro dekking beschikbaar voor het knelpunt bij Sportaal voor CAO ontwikkelingen.

 

7. Eenmalige Energie Toeslag (EET)

De EET (2023) kon tot 1 maart 2024 worden aangevraagd. Dit is de reden dat we college en raad in november 2023 hebben laten besluiten om het bedrag in een reserve mee te nemen naar 2024. Expliciet is in dat besluit opgenomen dat een resterend saldo van deze reserve eind 2024 vrijvalt. Voorgesteld wordt dit bedrag mee te nemen naar 2025 en daar in te zetten als dekking in het middelenkader. Naar verwachting gaat het om 3,4 miljoen euro. Nadat de raad over de zomernota heeft besloten zal dit vervolgens ook verwerkt worden in de 2e tussenrapportage over 2024.

 

8. Oekraïne middelen

Zowel in voorgaande jaren alsook in 2024 zien we een voordelig saldo op de middelen die we voor opvang ontheemden ontvangen vanuit het Rijk. Dit komt grotendeels doordat wij opvang in een eigen gebouw realiseren. Met het voordelig saldo voor het lopende jaar 2024 zijn we voornemens het aantal opvangplekken uit te breiden. Dat willen we op zo’n manier doen dat we gelijktijdig werken aan een uitbreiding van de Enschede woningvoorraad. We komen hierover met een separaat voorstel naar uw Raad. Het voordelige saldo dat we verwachten voor 2025 zetten we in als dekking op de financiële opgave. Daarbij merken we op dat beleidswijzigingen vanuit de nieuwe regering of een beëindiging van de oorlog impact kan hebben op zowel de behoefte aan opvangplekken als de financiële prognose 2025.

 

9. Parkeerbeheer baten minder terughoudend ramen

Het parkeerbedrijf heeft over 2023 een positief saldo gerealiseerd van 1,1 miljoen euro. Dit door extra baten (inkomsten parkeerabonnementen, vergunningen en kaarten) en lagere onderhoudskosten. Voor 2025 en verder wordt er rekening mee gehouden dat, ondanks een aantal onzekerheden als gevolg van uitwerkingen vanuit de vastgestelde parkeervisie, een deel van deze voordelen een structureel karakter hebben. Waardoor er per saldo 500.000 euro per jaar extra rendement ontstaat, welke structureel ingeboekt kan worden.

 

10. Inzet budget Noordmolen en efficiency processen en aanbestedingsvoordeel post

Bij Huisvesting & Services ontstaat een overschot doordat de Noordmolen niet meer wordt gebruikt als werklocatie. Daardoor vervallen de nodige facilitaire kosten. Daarnaast heeft H&S ingezet op verdere efficiency van locatiebeheer en andere services en is een aanbestedingsvoordeel opgetreden op de post. Tezamen goed voor een voordeel van 600.000 euro structureel.

 

11. Materiele kosten IT en doorbelasting aan derden

Binnen de begroting van IT ontstaat ruimte door een aanbestedingsvoordeel op telefonie en print. Dit kan structureel worden ingezet. Mocht een volgende aanbesteding weer duurder uitvallen, dan zal dit als knelpunt opgevoerd worden. Daarnaast ziet IT ruimte om andere laptops aan te schaffen die goedkoper zijn en waarvan de technische levensduur verlengd kan worden. Tot slot zien wij de afgelopen jaren een toename van doorbelasting van materieel en werk voor derden. Voor al deze onderdelen kan de begroting aangepast worden.

 

12. Regionale dienstverlening doortrekken hogere baten

Op dit product zat de afgelopen jaren vrijwel elk jaar een voordeel vanwege extra, niet begrote, betaalde werkzaamheden voor derden. Wij veronderstellen dat dit voordeel nu structureel kan zijn.

 

13. Onderbesteding regionale samenwerking

Bij de ontvlechting van de Regio zijn taken en budgetten binnen Enschede herschikt. Er resteert een onverdeeld saldo dat vrij kan vallen.

 

14. Onderbesteding College B&W

Op dit product zit over de afgelopen jaren gemiddeld 100.000 euro voordeel. Dat komt hoofdzakelijk door lagere uitgaven voor wachtgeld en pensioenvoorziening van (oud-) wethouders. Wij veronderstellen dat dit voordeel nu structureel kan zijn.

 

15. RBT afwikkeling XL Business Park 1

Volgens de planning zal in 2024 het XL Business park 1 geliquideerd worden. Het voordelige saldo (aandeel Enschede) van de liquidatie zal in 2025 een eenmalig voordeel opleveren.

 

16. Lagere kosten uitkomst onderzoek reële prijs

Bij het eenzijdig verlengen van de huidige contracten voor de Jeugdhulp en Wmo heeft een bijstelling van de reële tarieven met terugwerkende kracht plaatsgevonden. Van deze effecten is een inschatting gemaakt in 2023 Het blijkt dat voor de Wmo het effect lager uitvalt door de definitieve vastgestelde tariefparameters. Daarmee ontstaat een structureel voordeel

 

17. Hulpmiddelen

Indexatie vindt plaats op basis van de gemeentelijke loon- en prijsindexatie. Voor 2024 is deze index 4% (op basis van 100% prijsgevoeligheid). De feitelijke indexering is gekoppeld aan de CEP index September '23 (hulpmiddelen) en deze bedraagt 0,2%. Daardoor ontstaat een voordeel in percentage van (3,8%).

 

18. Eigen bijdrage huishoudelijke hulp

Het kabinet is van plan om voor de huishoudelijke hulp een passende eigen bijdrage in te voeren. De ingangsdatum is verschoven van 1 januari 2025 naar 1 januari 2026. Inwoners betalen dan voor alle Wmo voorzieningen een eigen bijdrage, waarvoor nu het abonnementstarief geldt. De hoogte van die bijdrage is afhankelijk van inkomen. Het Rijk verwacht dat dit de druk bij gemeenten verlaagt op het gebruik van Wmo voorzieningen. En dat de Wmo daardoor langer betaalbaar blijft.

 

19. Rente en treasury – verwacht resultaat 2025

Bij rente & treasury verwachten we in 2025 niet te moeten lenen. Aanvullend zijn de rentestanden nog hoog waardoor er een voordeel zit op de rentebaten uit het schatkistbankieren. Hierdoor kan de omslagrente voor 2025 nog op 1,5% blijven en is aanvullend sprake van een batig saldo van 735.000 euro.

 

20. Rente en treasury – BTW compensatiefonds

We ramen voor 2025 met een onderuitputting in het BTW compensatiefonds (BCF). Dit fonds is in het verleden gevuld met een onttrekking uit het gemeentefonds. Als gemeenten gezamenlijk minder compensabele BTW declareren dan de hoogte van het plafond van dit fonds, wordt het restant door het rijk teruggestort in het gemeentefonds. De toezichthouder staat toe dat op basis van de meest recente afrekening alvast een bijdrage wordt geraamd. Voor 2025 is budget geraamd hiervoor op basis van het gemiddelde bedrag dat Enschede de afgelopen jaren heeft ontvangen vanuit de ruimte onder het plafond van het BCF.

 

21. Stelpost correctie LPO Gemeenschappelijke Regelingen

De gemeenschappelijke regelingen hebben hun begrotingen 2025 opgesteld en daarbij gerekend met de looncompensatie voor 2025 zoals voorspeld op Prinsjesdag 2023. Die bedroeg destijds 5,3%. Ondertussen zijn de prognoses voor de loonvoet overheid gedaald. De gemeente rekent zelf met een looncompensatie van 3,3% voor 2025. Aangezien de loon- en prijscompensatie wordt herrekend over vorige jaren, wordt naar verwachting 2% looncompensatie minder in rekening gebracht en dus dalen de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen hiermee. Deze nacalculatie over 2025 vindt per 2026 plaats.

 

22. Duurzame Jeugd

Het project duurzame jeugd focust zich op een duurzame uitvoering van de Jeugdwet voor de periode 2024-2028 waarbij de focus ligt op minder kinderen die jeugdhulp nodig, minder intensieve jeugdhulp nodig (minder lang, minder zwaar), betere betaalbaarheid (balans inkomsten/uitgaven). Dit moet uiteindelijk leiden tot een reductie in de kosten.

 

23. Bijzondere bijstand inrichting woning

Het college stelt voor de bijzondere bijstand voor het volledig inrichten van de woning vanaf 2025 te verlagen van 75% naar 50% van de Nibud Prijzengids. De reden hiervan is, dat in het kader van duurzaam hergebruik van meubels, een aantal goederen ook tweedehands kan worden aangeschaft. De besparing wordt geraamd op 140.000 euro vanaf 2025.

 

24. Temporiseren in gebiedsagenda's

De Gebiedsagenda Broekheurne is inmiddels vastgesteld. Voor uitvoering van de maatregelen is met ingang van 2024 150.000 euro aan cofinanciering jaarlijks beschikbaar. We werken al 1,5 jaar aan het opstarten van andere gebiedsprocessen. De reële verwachting is dat de opstart van deze gebiedsprocessen anders in tijd en in omvang zal plaatsvinden. In het Uitvoeringsprogramma Groen en Duurzaam hebben we de dekking vanuit de Klimaatmiddelen voor deze gebiedsprocessen voor 2024 al laten vervallen. Deels ook omdat we hopen en sturen op cofinanciering vanuit de provincie vanuit het PPLG. Voor de uitvoering verwachten we de komende jaren de inzet van 150.000 euro per gebied niet in te hoeven zetten. Reëel is de verwachting dat we toe kunnen met de middelen voor 2 gebieden voor de komende 6 jaar en vanaf 2030 de andere 2 gebieden. Omdat de uitvoering van alle gebieden tegelijkertijd op korte termijn niet te verwachten valt. Hiermee zou de helft van het budget van 600.000 euro kunnen komen vrij te vallen. Wat we wel zien is dat we aan de voorkant (veel) meer energie moeten stoppen om de gebiedsprocessen op te starten. Dit proces aan de voorkant gaat door en wordt zeker niet minder.

 

25. Kapitaallasten huiskamer van de stad laten vrijvallen

In de begroting 2024 is 400.000 euro structureel beschikbaar gemaakt om de realisatie van de huiskamer van de stad mogelijk te maken. Het project Huiskamer is stopgezet en financieel afgehandeld. In de raad is besloten om de reeks beschikbaar te houden voor de huisvestingsvraagstukken van culturele instellingen. De drie initiatieven Warenhuis, Muziekkwartier en Bibliotheek dienen hun plannen in september 2024 in. Voor de realisatie van de plannen is naast deze structurele middelen een incidentele bijdrage noodzakelijk. Mocht de raad instemmen met de plannen is de realisatie van de plannen in 2025 en 2026. De doorrekening van de kosten voor verbouwing in de huur zijn na de oplevering. Dit betekent dat de structurele reeks vanaf 2027 ingezet wordt voor extra kosten voor huur.

 

26. Halvering frequentie monitoronderzoek economische ontwikkelingen

Binnen het domein EZ laten we verschillende economische ontwikkelingen monitoren. Het budget daarvoor bedraagt 65.000 euro per jaar. Als we besluiten eens per twee jaar te gaan monitoren levert dit op: minder ambtelijke en bestuurlijke drukte en minder uitgaven.

 

27. Eikenprocessierups

Het budget voor de bestrijding van de eikenprocessierups wordt verlaagd. Met het resterende budget van 350.000 euro kunnen we de jaarlijkse bestrijding conform het huidige beheerplan continueren. Onderdeel van dit plan is het verantwoord afbouwen van de preventieve bestrijding. Deze afbouw leidt (nog) niet tot een verlaging van het benodigde budget doordat er tijdens het afbouwen een verschuiving ontstaat van relatief goedkopere naar duurdere werkzaamheden. Dus de 350.000 euro blijft de komende jaren nodig voor uitvoering van het huidige beheerplan.

Wat we na de verlaging van dit budget niet meer doen is de resterende middelen vanuit dit budget breder inzetten voor de verbetering van de biodiversiteit (lange termijn aanpak). Deze inzet blijven we wel doen vanuit het separate biodiversiteitsbudget van 300.000 euro per jaar.

 

28. Sluiten receptie Noord

In Stadsdeel Noord wordt locatie het Kompas geschikt gemaakt voor ambtelijke huisvesting en wijkactiviteiten. De verwachting is dat op 1 januari 2026 de receptie in Servicecentrum Noord niet meer nodig is en komt te vervallen. Deze functie zal in het Kompas worden ingevuld in de vorm van ‘huismeester/sociaal beheerders’ door vrijwilligers.

 

29. Kritische toets bij openzetten vacatures en op inzet inhuur

De komende 5 a 10 jaar gaat 1 op de 3 medewerkers met pensioen. Enerzijds zet dat de organisatie voor een enorme uitdaging om kennis en capaciteit te borgen. Daarvoor is het op plekken zelfs nodig om in het kader van een zorgvuldige overdracht tijdelijk dubbele bezetting op functies te hebben. Anderzijds zal er kritisch beoordeeld worden of 1-op-1 te vervanging noodzakelijk is. Daarbij nemen we ook andere oplossingen in overweging zoals automatisering of scherpe keuzes op uit te voeren taken. Hier wordt nadrukkelijk op gestuurd.

 

Enschede heeft in vergelijking met andere gemeenten relatief gezien minder inhuur. Ondanks dit gegeven blijven we kritisch beoordelen of vervanging daarvan door eigen personeel voordelen geeft. Bijvoorbeeld in termen van een verlaging van de kosten, meer betrokkenheid bij de opgaven in de stad en/of borgen van kennis in de organisatie.

3.7. Lokale belastingen

 

Inleiding

Elk jaar werken we de verwachte inkomsten voor lokale belastingen bij. Daarbij kijken we eerst naar de opbrengst die is gerealiseerd in het afgelopen jaar. Daarna maken we een afweging welke indexatie toe te passen voor komend jaar. Normaliter worden lokale belastingen alleen gecorrigeerd voor de actuele inflatie. De afgelopen jaren hebben we dat niet gedaan. De inflatie was in die jaren heel hoog. Dat zagen we als gemeente terug in financiële knelpunten waarmee we zelf te maken hadden. Maar we waren ons ook sterk bewust dat onze inwoners en ondernemers dit aan den lijve ondervonden. Daarom zijn we terughoudend geweest met het verhogen van lokale belastingen. Als gevolg daarvan is de belastingdruk in Enschede gedaald in vergelijking met andere gemeenten in Nederland. Jarenlang waren de woonlasten in Enschede zo’n 10% hoger dan het landelijk gemiddelde. Inmiddels zitten we in 2024 bijna op het landelijk gemiddelde. Dit door de lage verhogingen van de afgelopen jaren. We houden die lijn voor komend jaar ook vast, maar kiezen daarbij wel voor een gedifferentieerde benadering op OZB, riool- en afvalstoffenheffing.

 

Verdeling lokale en landelijke lasten

Voordat we dit in meer detail toelichten schetsen we eerst een breder beeld. De lokale belastingen zijn slechts een fractie van de totale belasting die Nederlanders betalen. Van alle belastingen die een Nederlander afdraagt is 95% opgelegd door de Rijksoverheid, 3% door gemeenten en 2% door provincies en waterschappen. De nieuwe regering heeft voor komend jaar belastingverlichtingen aangekondigd en zet in op het vergroten van de koopkracht. Zo hebben ze bijvoorbeeld gekozen om de inkomstenbelasting te laten dalen, worden toeslagen en het kindgebonden budget verhoogd, wordt kinderopvang gratis, wordt het eigen risico op de zorg verlaagd en wordt de aanpassing van de dubbele heffingskorting in de bijstand bevroren. Gemiddeld gaan huishoudens in Nederland er komend jaar 0,8% op vooruit. Ook ondernemers profiteren van een hogere winstvrijstelling en krijgen daarmee meer verdienvermogen. Aan de andere kant worden gemeenten en de rijksoverheid zelf de komende jaren fors gekort. Het kabinet maakt mooie sier en laat gemeenten in de kou staan.

 

Daarmee worden we ertoe aangezet om meer vrij besteedbare inkomsten binnen te halen via lokale belastingen. Het alternatief is dat we sterk moeten bezuinigen en drastisch moeten snijden in voorzieningen in de stad. Dat willen we niet. Om meer vrij besteedbare inkomsten uit de lokale lasten te halen moeten we met name kijken naar een bovengemiddelde OZB verhoging. Voor de riool- en afvalstoffenheffing geldt namelijk dat die maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Vanuit deze overweging stellen we een evenwichtig pakket op lokale belastingen voor waarmee de woonlasten per saldo niet bovenmatig stijgen. Dit doen we door aan de ene kant de OZB komend jaar wat sterker te laten stijgen, terwijl we aan de andere kant geen inflatiecorrectie toepassen op rioolheffing en het tarief voor afvalstoffenheffing drukken door een wijziging in ons kwijtscheldingsbeleid. We lichten dit toe.

 

Ontwikkeling belastingen / heffingen en lokale woonlasten

Voor de onroerende zaak belasting (OZB) rekenen we voor 2025 met 10% meeropbrengsten. Dat betekent niet dat het OZB tarief ook zo hard stijgt. We zien al enkele jaren dat er sprake is van sterke prijsstijgingen van vastgoed. We corrigeren het tarief daarvoor. Per saldo hebben vastgoedeigenaren het voordeel van flink oplopend vermogen via de waarde van hun vastgoed, daar staat tegenover dat de onroerende zaak belasting komend jaar ook harder stijgt dan normaal. Een woningeigenaar van een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in Enschede betaalt daardoor omstreeks 41 euro per jaar meer dan in 2024. Bij een reguliere inflatiecorrectie was dat 21 euro per jaar meer geweest. Met deze maatregel halen we zo’n 5,5 miljoen euro per jaar extra OZB op die als dekking ingezet wordt op de tekorten.

 

Voor de rioolheffing wordt komend jaar geen indexatie toegepast. Normaliter zouden door de indexatie alle huishoudens ongeveer 12 euro per jaar meer kwijt zijn. Die inflatiecorrectie passen we nu niet toe. Daarmee dempen we de woonlasten stijging. Dit betekent wel dat we binnen het water- en klimaatadaptatieplan 2022-2026 keuzes maken. Dit heeft mogelijk impact op de aanpak van locaties met een risico op (grond)wateroverlast. Het gaat dan om de GroenBlauw projecten. We onderzoeken of we dit kunnen opvangen door naar de toekomst toe het tariefsysteem voor rioolheffing te veranderen. Daarbij zien we ook dat in Enschede de post kwijtscheldingen zwaar drukt op het tarief. Andere gemeenten gebruiken andere tariefsystemen die per saldo leiden tot lagere rioolheffing. We zoeken uit of en hoe dit in Enschede toe te passen is en stemmen daarbij nadrukkelijk af met partners en GBT.

 

Bij de afvalstoffenheffing stellen we voor het aantal ledigingen die voor kwijtschelding in aanmerking komen terug te brengen van 9 naar 4. Op dit moment hoeven huishoudens die kwijtschelding krijgen voor het aanbieden van maximaal 2.160 liter fijn restafval per jaar niets te betalen. Dit komt overeen met 9 keer een minicontainer van 240 liter aanbieden. Daarmee is er bij de huishoudens die kwijtschelding krijgen, eigenlijk een minder sterke financiële prikkel om hun afval beter te scheiden en minder (rest)afval te produceren. Door het aantal ledigingen dat wordt kwijtgescholden terug te brengen naar 4 ontstaat die prikkel wel. We beseffen ons dat deze aanpassing impact heeft op inwoners die het financieel krap hebben. Tegelijkertijd is het voor deze inwoners ook mogelijk de lasten te drukken door meer te gaan scheiden en minder (rest)afval te produceren. Met deze maatregel wordt het bedrag aan kwijtschelding op het variabele deel van de afvalstoffenheffing teruggebracht. Hierdoor kan de stijging van het tarief voor het vaste deel van de afvalstoffenheffing voor alle huishoudens in Enschede met enkele euro’s per jaar dalen.

 

Met dit pakket aan maatregelen zorgen we er enerzijds voor dat er aanvullende dekking beschikbaar komt als oplossing voor de financiële opgave in 2025. We voorkomen hiermee dat we elders fors moeten bezuinigen. Tegelijkertijd weten we de woonlasten stijging voor inwoners in Enschede opnieuw beperkt te houden.

 

Programma Lokale belasting (in 1.000 euro) I/S 2025 2026 2027 2028
F&O 1. OZB ramen extra opbrengsten S 5.554 5.554 5.554 5.554
F&O 2. OZB volumeontwikkeling aantal woningen S 545 690 950 1.080
F&O 3. Precariobelasting meeropbrengsten S 100 100 100 100
F&O 4. Toeristenbelasting meeropbrengsten en verhogen tarief met 10% per 2026 S 120 200 200 200
F&O 5. Maximaliseren kostendekkende leges gemeentebreed S pm pm pm pm
  Totaal lokale belastingen   6.319 6.544 6.804 6.934

  

Toelichting lokale belastingen

 

1. OZB ramen extra opbrengsten

In 2023 lagen de gerealiseerde OZB inkomsten 700.000 euro boven de begroting. Deze kunnen sowieso doorgetrokken worden. Normaliter zouden we de OZB met 5% verhogen ( gemiddelde inflatie over de afgelopen jaren). Voor 2025 ramen we echter met 10% extra opbrengsten. We zien een beweging, dat het Rijk de lasten van inwoners verlichten, waarbij tegelijkertijd fors wordt gekort op gemeenten. Om de voorzieningen en ontwikkeling van de stad in stand te houden zijn extra vrij besteedbare inkomsten nodig. Deze zijn met name op te halen via de OZB, omdat heffingen op bijvoorbeeld riool en afvalstoffen maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Daarbij merken we op dat we deze woonlasten stijging dempen door keuzes op riool- en afvalstoffenheffing. Aanvullend vermelden we dat Enschede de afgelopen jaren terughoudend is geweest met het verhogen van de lokale lasten. Uit het meest recente COELO onderzoek blijkt dat Enschede hierdoor inmiddels qua woonlasten zo rond het landelijk gemiddelde zit. Voor de OZB zitten we onder het landelijk gemiddelde.

 

2. OZB volumeontwikkeling aantal woningen

Voor de komende jaren liggen er ambities en plannen om extra woningen toe te voegen. Extra woningen leiden ook tot extra OZB inkomsten. Op basis van de geplande nieuwbouwwoningen vanaf 2023 tot en met 2028 is een inschatting gemaakt van extra OZB die kunnen worden geraamd. Daarbij is voorzichtigheidshalve uitgegaan van 50% realisatie van de planning en tevens is een aanname gedaan dat eerst 30% woningen worden gesloopt. Tenslotte is gerekend met een gemiddelde WOZ-waarde van 320.000 euro per woning. Per saldo leidt dit tot de reeks die in het middelenkader is opgenomen. Opgemerkt wordt dat groei van het aantal woningen en inwoners ook effecten kan hebben op benodigde voorzieningen (scholen, sportvoorzieningen, wegen, etc.). Naar de toekomst toe zal bekeken worden op welke wijze extra OZB inkomsten uit uitbreiding van het aantal woningen gerelateerd kunnen worden aan investeringen in het voorzieningenniveau.

 

3. Precariobelasting meeropbrengsten

De hogere precario-opbrengst in 2023 (mede als gevolg van nieuw terrassenbeleid) wordt vanaf 2025 structureel in de gemeentebegroting verwerkt.

 

4. Toeristenbelasting meeropbrengsten en verhogen tarief met 10% per 2026

Afgelopen jaar hadden we omstreeks 70.000 euro meer opbrengsten dan begroot. Wij veronderstellen dat dit een structureel karakter heeft. Aanvullend zijn we voornemens ook toeristenbelasting te heffen bij festivalcampings, hetgeen ook bij andere festivals in het land gedaan wordt. Daarmee verwachten we aanvullend nog zo’n 50.000 euro extra opbrengsten te kunnen realiseren. Voor 2025 nemen we daarom totaal 120.000 euro extra inkomsten op.

 

Aanvullend blijkt uit het COELO onderzoek 2024 dat het naar inwoners gewogen gemiddelde voor het tarief toeristenbelasting 3,73 euro per nacht is. Daarmee is dit tarief afgelopen jaar 14 % gestegen. In Enschede is in 2024 het tarief 2,90 euro en hebben we afgelopen jaren slechts een inflatiecorrectie toegepast. Als het tarief in Enschede wordt opgehoogd naar het landelijk gemiddelde van 3,73 euro is dat een stijging van ongeveer 29% van het tarief. Zover willen wij niet gaan, maar wij achten een verhoging van 10% redelijk. Deze voeren wij in met ingang van 2026, zodat de ondernemers de tijd hebben om deze verhoging tijdig in hun tarieven door te voeren. Gezien de financiële situatie, ziet het college momenteel geen ruimte om invulling te geven aan de motie ‘Toeristenbelasting benutten om te investeren’. Indien de komende jaren de opbrengst toeristenbelasting toeneemt als gevolg van autonome ontwikkeling (groei aantal overnachtingen, mede door extra aanbod) wordt een afweging gemaakt of daarmee invulling aan de motie kan worden gegeven.

 

5. Maximaliseren kostendekkende leges gemeentebreed

Om een huidig knelpunt binnen het product vergunningen ter hoogte van 250.000 euro op te lossen en maximaal uitvoering te geven aan het uitgangspunt om legesproducten zoveel mogelijk kostendekkend uit te voeren, is het mogelijk de legesverordening aan te passen en de opbrengsten te maximaliseren. Dit wordt in de legesverordening verwerkt die Q4 2024 aan uw raad wordt aangeboden. Dit betekent op een aantal vergunningen een stijging van leges. Daarmee wordt het maximum bereikt van wat mogelijk is om kosten te dekken. Mocht dit extra dekking opleveren dan nemen we dat bedrag volgend jaar mee in de zomernota.

3.8. Structureel saldo

 

Onze financieel toezichthouder kijkt vooral naar het structureel saldo. Als er zogenaamd structureel evenwicht is krijgt de gemeente geen verzwaard toezicht. Dit houdt in dat de structurele (doorlopende) baten voldoende hoog zijn om de structurele lasten te dekken. Het structureel saldo is daarmee eigenlijk een indicator of de gemeente op lange termijn zijn uitgaven kan betalen. De provincie kijkt of het structureel saldo in het eerstkomende jaar positief is, of anders in het laatste jaar van de meerjarenbegroting weer positief wordt.

 

Met het dekkingspakket dat voorligt is het gelukt om het structureel saldo in 2025 positief te krijgen. Vanaf 2026 zien we wel een sterke daling. Dat komt doordat het Rijk dan een flinke greep in de gemeentekas doet. De lobby richting het Rijk voor extra geld of bijstelling in medebewindstaken loopt nog volop. Wij kiezen er dan ook bewust voor om hier nog niet op bij te sturen. Hiermee sluiten we aan bij het begrotingsadvies van de VNG. We geven zo een sterk signaal naar Den Haag dat gemeenten zonder bijsturing kopje onder gaan. Voor het geval het Rijk toch besluit gemeenten aan hun lot over te laten zijn we wel bezig met voorbereiden van aanvullende dekkingsmaatregelen. Dit langs de actielijnen 2 tot en met 6 vanuit het project BOB. Deze maatregelen zullen vergaande gevolgen hebben. We trachten daar bij de begroting al enig inzicht in te geven.

 

Structureel saldo (in miljoenen euro) 2025 2026 2027 2028
Structureel saldo begoting 2024-2027 9,7 -8,6 -12,5  
Structureel saldo huidig 0,0 -16,5 -11,1 -7,2

3.9. Bezuinigingsmonitor

 

 

In alle voorgaande cijfers gaan we ervanuit dat de nog openstaande taakstellingen worden gerealiseerd. In onderstaande tabel zijn deze inzichtelijk gemaakt. Opgemerkt wordt dat de stelpost sociaal domein hierin niet meer is opgenomen. Deze wordt met deze zomernota afgevoerd. Op basis van overschotten in het sociaal domein van 2018 tot en met 2021 leek het mogelijk te anticiperen op jaarlijkse voordelen. In 2022 en 2023 waren er echter tekorten in het sociaal domein en is het niet gelukt deze stelpost in te vullen. Ook heeft de toezichthouder aangegeven voor deze stelpost te corrigeren bij het bepalen van haar oordeel. Daarmee hebben we besloten de stelpost te schrappen. Dit is meegenomen als knelpunt.

Taakstellingen (x 1.000 euro) 2025 2026 2027 2028
1. Duurzame Jeugd 1.186 2.820 5.328 7.232
2. Sport: Clustering sportvelden 0 35 76 163
3. Parkeren: Betaald parkeren FC Twente 50 50 50 50
4. Stelpost nacalculatie LPO gemeenschappelijke regelingen 0 500 500 500
Totaal 1.236 3.405 5.954 7.945

 

 

3.10. Investeringsagenda

 

Sinds enkele jaren kent Enschede een Strategische Investeringsagenda. Deze is bedoeld om in goede én in slechte tijden te blijven investeren in de stad. De agenda richt zich op projecten die sterk bijdragen aan de strategische opgaven en daarmee de lange termijn ontwikkeling van de stad. Het gaat om grote gebiedsontwikkelingen waarmee integraal wordt gewerkt aan verbeteren van aantrekkelijkheid, inclusiviteit en duurzaamheid in de stad. De keuze voor de betreffende gebiedsontwikkelingen komt voort uit de omgevingsvisie. Met de investeringsagenda borgen we langjarig een stabiel investeringsniveau in de stad. En kunnen we subsidiekansen voor de stad verzilveren.

 

Elk voorjaar wordt de investeringsagenda geactualiseerd. Dit jaar zijn er geen nieuwe gebieden toegevoegd. Wel zijn enkele scope uitbreidingen in bestaande projecten opgenomen. Enerzijds omdat het pragmatisch en efficiënt is om deze werkzaamheden direct mee te nemen als we in een gebied aan de slag zijn. Anderzijds omdat we nieuwe subsidies vanuit medeoverheden hebben gekregen om aanvullende werkzaamheden in deze gebieden te doen. Voor de eigen cofinanciering was nog ruimte beschikbaar in de investeringsagenda.

 

Het betreft scope uitbreidingen bij de volgende projecten:

  • Centrumkwadraat: herontwikkeling ABN AMRO locatie stationsplein en Cultureel Vulpunt.
  • Dia Twekkelerveld: verbetering en verduurzaming van (particuliere) woningvoorraad. Hierop hebben een bijdrage vanuit het Volkshuisvestingsfonds gekregen.
  • Dia Zuid: verbetering en verduurzaming van (particuliere) woningvoorraad. Hiervoor hebben we een bijdrage uit het Volkshuisvestingfonds aangevraagd.
  • MFSA’s: het uitbreiden van de MFSA’s met Scheurserve en Glanerbrug.

 

 

De totale lijst van projecten op de agenda bestaat uit: 

  1. Centrumkwadraat
  2. Cromhoff
  3. De kop
  4. DIA Twekkelerveld
  5. DIA Zuid
  6. Diekman Topsportcampus
  7. Eschmarkerveld
  8. Glanerbrug Fysiek
  9. Horstmanpark
  10. Kennispark
  11. Sportclustering Zuid, Schreurserve en Glanerbrug (MFSA’s)
  12. Warenhuis (openbare ruimte)

 

Met deze projecten zijn de beschikbare middelen voor de investeringsagenda vrijwel volledig belegd. Tot circa 2033 is er geen ruimte meer om nieuwe projecten toe te voegen. We zien dat er tussentijds een tekort kan ontstaan als alle projecten conform planning uitgevoerd zouden worden. Tegelijkertijd constateren we ook dat we om verschillende redenen niet altijd de planning vast kunnen houden. Door externe ontwikkelingen zoals netcongestie en stikstof, maar ook door de ontwikkeling bij marktpartijen. Om ruimte te houden om flexibel in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen, kiezen veel gemeenten voor overprogrammering. Vanuit de gedachte dat je op voorhand al weet dat niet alles gerealiseerd gaat worden binnen de opgenomen jaarschijf. Die keuze maken wij als Enschede nu ook voor deze Investeringsagenda.

 

In totaal wordt op deze projecten in de komende 15 tot 20 jaar vanuit de gemeente circa 141

miljoen euro geïnvesteerd. De dekking daarvoor komt uit eerder door de raad gereserveerde middelen in de reserve strategische investeringsagenda en de structurele reeks die in de begroting is opgenomen om ook de komende jaren middelen beschikbaar te blijven maken. Op deze projecten zijn ook reeds 66 miljoen euro aan subsidies binnengehaald. Daarvan 42 miljoen euro voor projecten die nog in uitvoering gaan. We blijven ons actief inzetten om medeoverheden en externe partners te betrekken bij de ontwikkeling van de stad om daarmee de externe bijdragen verder op te laten lopen.

3.11. Risico's

 

In deze zomernota zijn een aantal risico's geconstateerd. Het zijn onderwerpen waarvan het op dit moment nog onzeker is of ze zich voor gaan doen. En als ze zich voor doen, wat dan de financiële impact is. In onderstaand overzicht is, op basis van de huidige kennis, een zo realistisch mogelijk beeld van de risico's geschetst.

Programma Risico (in 1.000 euro) I/S 2025 2026 2027 2028
V&S 1. Kader aanpak huiselijk geweld S pm pm pm pm
V&S 2. SPUK Sport BTW S pm pm pm pm
V&S 3. Uitvoering Kadernota Rondkomen met je inkomen S pm pm pm pm
V&S 4. Opvang slachtoffers mensenhandel met multiproblematiek (OMM) S pm pm pm pm
V&S 5. Personeelstekorten in de zorg S pm pm pm pm
V&S 6. Uitkomen met BUIG budget S pm pm pm pm
V&S 7. Energiekosten Sportaal S pm pm pm pm
V&S 8. Algemene voorzieningen: loon- en prijscompensatie S pm pm pm pm
V&S 9. Ontbrekende passende (betaalbare) woonvormen voor dak-thuisloze mensen. S pm pm pm pm
V&S 10. Regionale financiering Veilig Thuis Twente vanuit Wmo en Centrumgemeentemiddelen S 150 150 150 150
V&S 11. Begeleiding statushouders naar werk I 360 360 360  
V&S 12. Inzet instrumenten t.b.v. begeleiding statushouders naar werk S 900 900    
V&S 13. Sportaal: indexatie loon/prijs S 400 400 400 400
DWLW 14. Opstellen en uitvoering wijkuitvoeringsplannen S 500 500 500 500
DWLW 15. Procesbegeleiding t.b.v. continuïteit en opvolging proces strategische investeringsagenda naar een ruimtelijke investeringsstrategie S 180 180 180 180
F&O 16. Aanbesteding software S pm pm pm pm
  Totaal alle risico's   2.490 2.490 1.590 1.230

 

 

Toelichting risico’s

 

1. Kader aanpak huiselijk geweld

Met Kadera is de ontwikkeling ingezet naar meer ambulante begeleiding naast de reguliere vrouwenopvang. Tot nu toe is de ambulante hulpverlening via de Wmo gefinancierd. Deze tarieven zijn echter niet toereikend voor een specialistische aanbieder als Kadera. Er wordt nu onderzocht of we een pilot kunnen starten voor ambulante trajecten om zo de ambulante begeleiding te kunnen behouden en bij voorkeur uit te breiden. Op termijn verwachten we daarmee de reguliere opvang omlaag te brengen.

 

2. SPUK Sport BTW

De toekenning van de SPUK Sport BTW is mede afhankelijk van de omvang van de landelijke aanvragen. Bij een hogere landelijke realisatie wordt het toegekende bedrag per gemeente naar rato gekort. Voor 2025 is er sprake van een hoger risico in verband met de investeringen in de nieuwbouw van het zwembad.

 

3. Uitvoering Kadernota Rondkomen met je inkomen

Het versterken van het huidige beleid kan tot meer groei (gebruik) leiden dan ingeschat. We zetten bij bestaand beleid in op het vergroten van het bereik en bij nieuw beleid nemen we een aantal maatregelen waarvan we nu nog niet kunnen zeggen hoe succesvol deze zullen zijn en hoeveel mensen we bereiken. Er zit daarmee een onzekere factor in de ramingen; het risico bestaat dat meer mensen dan gedacht een beroep doen op de voorzieningen, waardoor de uitgaven hoger zijn dan geraamd. Door het periodiek volgen van het gebruik van maatregelen is de inschatting dat het geraamde budget wordt overschreden echter gering. Ten aanzien van de uitvoering van de verordening Sociaal Maatschappelijke Participatie jong volwassenen tussen de 18 en 23 jaar is er een campagne gestart om het niet gebruik van de regeling te verminderen. Daarnaast is het gebruik van de regelingen in 2024 bij de stichting Leergeld groter dan geraamd. Raming is dat de verhoogde kosten van de stichting Leergeld en de uitvoering van de verordening SMP binnen het product inkomensondersteuning van de gemeentebegroting kan worden opgevangen.

 

4. Opvang slachtoffers mensenhandel met multiproblematiek (OMM)

Dit is een landelijk project dat sinds 2019 loopt, aanvankelijk via een pilot, maar inmiddels wordt gekeken hoe dit structureel kan worden ingevuld. Landelijk zijn we met een groep van 6 gemeenten – samen met de VNG - aan het bekijken hoe we de OMM en de ‘reguliere’ opvang van slachtoffers mensenhandel (beter) kunnen organiseren. Complex vraagstuk waarvoor structureel te weinig budget wordt verstrekt door VWS. Het tekort van 60.000 euro is het verschil tussen de SPUK die we van VWS ontvangen en het subsidie dat we hiervoor aan het Leger des Heils betalen.

 

5. Personeelstekorten in de zorg

Het betreft een knelpunt dat breed in de samenleving speelt. Vanwege personeelstekort is het lastig om de noodzakelijke zorg te kunnen blijven bieden.

 

6. Uitkomen met BUIG budget

Het BUIG-budget dat aan Enschede wordt toegekend blijft lastig te voorspellen. We veronderstellen dat we met het BUIG-budget kunnen uitkomen zolang de ontwikkeling van ons bijstandsbestand gelijk of beter is dan landelijk. Momenteel doen wij het qua ontwikkeling iets beter dan de landelijke trend.

De 'buffer' in de vorm van AD-middelen die we bovenop het BUIG-budget hebben, laten we vrijvallen (zie onder Meevallers).

 

7. Energiekosten Sportaal

Op dit moment is er nog voldoende inzicht in het verloop van de energiekosten voor 2024 en de jaren daarna. We hebben gekozen om de huidige ramingen uit de gemeentebegroting 2024 te handhaven.

 

8. Algemene voorzieningen: loon- en prijscompensatie

Met de inflatie die we momenteel hanteren kunnen we de kosten voor deze voorzieningen niet dekken. De inflatiecorrectie moet reëel zijn én mee begroot worden. Daarnaast moet bekeken worden of inflatiecorrectie door bv. loonstijging al vanaf 2024 meerjarig is vastgelegd in de CAO’s. Dan stijgen de lonen in principe de eerste tijd niet verder.

 

9. Ontbrekende passende (betaalbare) woonvormen voor dak-thuisloze mensen

Vanuit de nieuwe wet Versterking regie op de Volkshuisvesting en de daaraan gekoppelde urgentieverordening, en vanuit het Nationaal actieplan tegengaan dakloosheid zijn we verplicht om dak- en thuisloze mensen met voorrang woonruimte te bieden, gespreid in de regio. De beweging is in gang gezet van maatschappelijke opvang naar wonen eerst. Hiervoor zijn passende (betaalbare) woonvormen nodig in Enschede en in de regio.

Dit geldt ook voor andere urgentiegroepen benoemd in de wet.

 

10. Regionale financiering Veilig Thuis Twente vanuit Wmo en Centrumgemeentemiddelen

VTT heeft voor 2025 bijna 1 miljoen structureel per jaar extra aangevraagd. Vanaf maart is er een kwalitatief onderzoek gestart die inzicht en antwoord moet geven op wat er vanaf 2025 nodig is. Daarom zijn de bedragen nog niet definitief in te vullen. Bij 2025 is uitgegaan van het bedrag dat we in 2024 als Twentse gemeenten hebben toegekend. Er is een bestuurlijk besluit (GR, met instemming Enschede) om hierin actie te ondernemen.

 

11. Begeleiding statushouders naar werk

Het aantal statushouders dat doorstroomt naar werk, blijft achter. Dit komt door de hoge administratieve last van de nieuwe wet en hoge caseload (70) bij het regieteam inburgering. Zowel voor extra fte’s als voor instrumenten om mensen naar werk te begeleiden, zijn op dit moment geen structurele middelen beschikbaar. Het doel van de nieuwe inburgeringswet is: statushouders zo snel mogelijk laten integreren in Nederland, liefst door betaald werk. De wet heeft een duaal karakter, dat wil zeggen dat inburgeraars tegelijk Nederlands gaan leren en aan het werk. Voor het gedeelte om de taal te leren en andere verplichte inburgeringsonderdelen krijgt de gemeente middelen van het Rijk. Voor het bemiddelen van statushouders naar werk moet de gemeente zelf vanuit de Participatiewet financieren.

 

12. Inzet instrumenten t.b.v. begeleiding statushouders naar werk

Om de hogere instroom van statushouders effectief te kunnen begeleiden naar werk, moeten er aanvullend arbeidsmarktinstrumenten worden ingezet. Indien onvoldoende wordt ingezet op de begeleiding (+instrumentarium) van statushouders naar werk zal dit leiden tot een verhoging van de instroom in de bijstand.

 

13. Sportaal: indexatie loon/prijs

Bij Sportaal is sinds een aantal jaren sprake van een mismatch tussen de gemeentelijke indexatie van de opbrengsten (lager) versus kosten (hoger). In de jaren 2023 en 2024 is daarbij een tekort opgevangen van respectievelijke 325.000 euro en 734.000 euro door een opbrengstenverhoging (m.n. verhuur voortgezet onderwijs) en kostenmeevallers (m.n. uitstel van investeringen/renovaties) en het sturen op kosten. Het risico is dat Sportaal dit niet kan blijven oplossen in de exploitatie in de komende jaren. Dit risico wordt ingeschat op circa 400.000 euro.

 

14. Opstellen en uitvoering wijkuitvoeringsplannen

Voor 2050 moeten 60 wijken in de stad een wijkuitvoeringsplan hebben m.b.t. de warmtetransitie Daarvoor moeten we de komende periode 4 wijken per jaar aanpakken. Minimale benodigde middelen is 500.000 euro per jaar.

 

15. Procesbegeleiding t.b.v. continuïteit en opvolging proces strategische investeringsagenda naar een ruimtelijke investeringsstrategie

De afdeling GPO voert de procesbegeleiding van de strategische investeringsagenda uit. Hiervoor is geen dekking, behalve deels vanuit de kerntaken. De strategische investeringsagenda, tezamen met de financiële doorvertaling van de omgevingsvisie en de uitwerking van Regionale Strategische investeringsagenda (RSIA) moet leiden tot een Ruimtelijke Investeringsagenda (RIA). Hiervoor is inzet op procesbegeleiding nodig.

 

16. Aanbesteding software

De contracten met VMWare en Microsoft lopen af en worden in 2024 aanbesteed voor hercontractering 2025. We hebben weinig tot geen keuzes in leveranciers, waarbij Microsoft de afgelopen jaren indexeert met percentages van 10-15%.