4. Paragrafen

Dit hoofdstuk bestaat uit 8 paragrafen. De onderwerpen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. Ze zijn om verschillende redenen opgenomen in de gemeentebegroting:

  • Het onderwerp heeft mogelijk een grote financiële impact;
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis;
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’s;
  • Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken.

Wat is het verschil tussen programma’s en paragrafen?
De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers, de paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering. 

 

Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht:

  1. Lokale heffingen
  2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  3. Onderhoud kapitaalgoederen
  4. Treasury
  5. Bedrijfsvoering
  6. Verbonden partijen
  7. Grondbeleid

Daarnaast zijn vier paragrafen opgenomen, omdat wij het van belang vinden om deze onderwerpen in samenhang te presenteren:

  • Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken
  • Openbaarheid
  • Subsidieverwerving
  • Investeringen

 

4.1. Lokale heffingen

 

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze heffingen zijn een van de inkomstenbronnen die vooral inwoners moeten opbrengen. De lokale belastingen onderscheiden we in heffingen waarvan de besteding gebonden is en in heffingen waarvan de besteding ongebonden is.

Ongebonden belastingen: Gebonden belastingen:
Hondenbelasting Afvalstoffenheffing
Onroerende- zaakbelastingen Bijdrage Bedrijven Investering Zone
Parkeerbelastingen Leges en Rechten
Precariobelasting Rioolheffing
Reclamebelasting  
Toeristenbelasting  

Ongebonden belastingen rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden belastingen verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen.

 

 

 

Inkomsten lokale heffingen

Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies betalen gaat in 2023 3,2% naar de gemeenten. De decentrale overheden nemen samen 4,6% voor hun rekening, de rijksoverheid 95,4%. Het aandeel van de gemeente Enschede aan ontvangen belastingen en retributies bedraagt in dit geheel 113 miljoen euro.

 

 

Omschrijving lokale lasten voor de burger bedragen in euro's Raming 2022 Realisatie 2022 Raming 2023 Raming 2024

 

       

Huwelijk en geregistreerd partnerschap

143.000

50.000  206.000  222.000 

Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen

1.443.000

1.614.000  1.760.000  3.066.000 

Uittreksel Burgelijke stand

40.000

37.000  35.000  33.000 

Verstrekken inlichtingen BRP

61.000 59.000  67.000  91.000 

Overige publiekszaken (VOG, Naturalisatie etc.)

440.000 404.000  609.000  238.000 

Overige verrichtingen archief

0

Leges telecommunicatie

113.000 101.000  115.000   

Vergunningen

4.571.000 4.450.000  4.728.000   4.391.000

Kort parkeren, garages, abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal)

9.028.000 8.121.000  8.676.000  8.970.000 

Fiscale vergunningen

806.000 819.000  830.000  856.000 

Fiscaal straat- en terreinenparkeren

3.200.000 2.982.000  3.300.000  3.400.000 

Fiscalisering (naheffing)

832.000 531.000  849.000  881.000 

Begraafrechten (exclusief onderhoud gedenkparken)

561.000 584.000  573.000  594.000 

Havengelden

47.000 49.000  47.000  48.000 

Marktgelden

264.000 249.000  270.000 

Afvalstoffenheffing (netto)

16.877.000 16.415.000  17.479.000 19.145.000

Afvalstoffenheffing - kwijtschelding

-2.400.000 -2.434.000   -2.400.000  -2.400.000

Afvalstoffen - oninbaar

-240.000 -256.000   -240.000  -240.000

Rioolheffing (netto, inclusief grootverbruik)

18.154.000 18.546.000  18.847.000  19.789.000

Rioolheffing - kwijtschelding

-2.676.000 -2.611.000  - 2.792.000  -2.881.000

Rioolheffing - oninbaar

-268.000 -214.000  - 276.000  -292.000

 

       

 

       

Hondenbelastingen

910.000 906.000  910.000  945.000 

Precariobelastingen

320.000 344.000  320.000  332.000 

Toeristenbelasting

600.000 401.000  600.000  700.000 

Reclamebelasting

200.000 168.000  190.000  197.000 

OZB woningen

22.708.000 23.165.000  23.370.000  24.400.000 

OZB eigenaar niet-woningen

17.184.000 17.076.000  17.184.000  17.923.000 

OZB gebruiker niet-woningen

12.355.000 12.043.000  12.355.000  12.886.000 

 


Beleid / ontwikkelingen ten aanzien van gemeentelijke heffingen

  

Hervorming lokaal belastinggebied

In 2015 kondigde het Rijk destijds een belastingherziening aan. Grote veranderingen in lokale heffingen hebben zich sinds die tijd niet voorgedaan en de richting is niet eenduidig: tegenover het verdwijnen van de macronorm voor de OZB (minder Rijksbemoeienis) staat het afschaffen van de precario op ondergrondse leidingen (verkleinen gemeentelijk belastinggebied). In het coalitieakkoord van het huidige kabinet is nu het volgende opgenomen: “Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de OZB en MRB in de beschouwing betrokken.” Daarmee is de discussie over een ruimer (lokaal) belastinggebied weer actueel. Uitbreiding kan echter in 2026 (inzet coalitieakkoord) slechts aan de orde komen als aan de geformuleerde randvoorwaarden is voldaan. Daarbij vormen met name ‘de financiële verhoudingen op orde’ en 'geen verhoging van de lastendruk’ harde ijkpunten.

 

Amendement Omtzigt

De Gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Eigenaren van woningen worden in de OZB-eigenarenheffing betrokken, de gebruikers van woningen betalen geen OZB en de eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen respectievelijk de OZB eigenaren niet-woning en gebruikersheffing niet-woning. Beide tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het eigenarentarief voor woningen. Sportvelden, dorpshuizen, sportkantines, dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden dienovereenkomstig in de belastingheffing betrokken.

Op 30 mei 2022 heeft minister Bruins Slot (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat een lager ozb-tarief voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere sociaal belang behartigende instellingen moeilijk is te realiseren via een wettelijke regeling. Uit overleg met gemeenten is geconstateerd dat er bij deze fiscale mogelijkheid zwaarwegende praktische uitvoerings- en toepassingsvraagstukken spelen, met betrekking tot de afbakening, die niet eenvoudig op te lossen zijn. Daarom geeft de minister opdracht tot een extern onderzoek. Aan dit onderzoek zullen het Rijk, de VNG en gemeenten deelnemen. Het college volgt de ontwikkelingen uiteraard met aandacht en zal op een later moment een afweging maken over de toepassing van de wettelijke mogelijkheden.  

 

No cure – no pay bij de uitvoering van de Wet WOZ wordt aangepakt

Gemeenten moeten een vergoeding betalen als via no cure – no pay bureaus (NCNP-bureaus) de WOZ -waarde van woningen en bedrijven wordt aangepast. Dat kan gebeuren wanneer NCNP-bureaus namens burgers een bezwaarschrift indienen bij de gemeente of door een beroep bij de rechter. Dat levert die bureaus zo veel geld op dat er sprake is van een verdienmodel. Inwoners profiteren daar niet van. Terwijl de regeling is bedoeld als kostenvergoeding voor Inwoners. De enorme toename van de bureaus heeft een aantal maatschappelijk ongewenste gevolgen:

1. De uitvoering van de Wet WOZ loopt vast.

2. De rechters komen te weinig toe aan andere zaken.

3. De relatie met de inwoners formaliseert.

4. Ontwikkeling kostenvergoedingen; in 2021 keerden gemeenten gezamenlijk € 18 miljoen uit aan kostenvergoedingen.

 

Naar aanleiding van deze maatschappelijk ongewenste gevolgen, hebben 15 uitvoeringsorganisaties, waaronder GBTwente, een brandbrief verstuurd naar staatssecretaris Fiscaliteit. De staatssecretaris kondigde vervolgens aan maatregelen te nemen. Dit heeft hij bij de VNG Belastingconferentie op 21 en 22 maart 2023 in Arnhem (Papendal) toegelicht. Inmiddels is een plan van aanpak naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin zijn een aantal maatregelen opgenomen die zich richten op het wegnemen van de financiële prikkel om namens belanghebbenden te procederen met alleen als doel een proceskostenvergoeding of een vergoeding van immateriële schade te krijgen.

 

Ontwikkeling tarieven algemeen

De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden in beginsel alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. In de gemeentebegroting wordt uitgegaan van een prijsindexatie van 3,9% en een loonindexatie van 4,2%. Dit is met uitzondering van die tarieven die het rijk heeft vastgesteld dan wel gemaximeerd en de OZB (zie OZB). De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking.

 

Omgevingswet en leges 

De Eerste Kamer is akkoord gegaan met de invoering van de Omgevingswet (Ow) en Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1-1-2024. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten genomen:

  • De legesverordening zal worden gebaseerd op de uitgangspunten zoals die zijn opgenomen in Ow/Wkb; We hanteren hiervoor de modelverordening van de VNG als basis.
  • Binnen het product Vergunnen wordt een maximale kostendekkendheid van 100% nagestreefd.
  • De invoering van de Ow maakt het (weer) mogelijk milieuleges te heffen. Hiervoor zijn regionale adviesafspraken vastgesteld door de Omgevingsdienst Twente en de 14 gemeenten.

Afvalstoffenheffing

De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. In de raadsvergadering van 18 april 2016 heeft de gemeenteraad besloten over te gaan tot tariefdifferentiatie (Diftar) op basis van een vast tarief en een variabel tarief. Tot en met 2016 werd tariefdifferentiatie gehanteerd op basis van het aantal personen per huishouden (één- en meerpersoonshuishouden). Vanaf 2017 betaalt elk perceel een vast bedrag met een opslag al naar gelang de grootte van de restcontainer en het aantal aanbiedingen. 

Het tarief advies voor 2024 is 310,78 euro. De definitieve tarieven voor 2024 en verder worden in december 2023 door de gemeenteraad vastgesteld in samenhang met het aantal aanbiedingen. 

 

Rioolheffing

De rioolheffing is een gebonden belasting (bestemmingsheffing). Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengst van de rioolheffing mag dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het rioolheffing tarief ligt in het door de Raad vastgestelde Water- en Klimaatadaptatieplan Gemeente Enschede 2022-2026, "Verder bouwen aan een groen-blauw Enschede". In dit plan staat dat de stijging van de rioolheffing vanaf 2023 2,6% (1,6% inflatie en 1%v onvoorzien externe factoren) per jaar bedraagt , inclusief  loon- en prijscompensatie. Echter momenteel is de inflatie hoger. Voor 2024 is in de Gemeentebegroting rekening gehouden met 3,9% inflatie en is de stijging van het tarief ook op 3,9% vastgesteld.

Het tarief voor 2024 is vastgesteld op 292,50 euro. 

 

Parkeren

De definitieve tarieven voor 2024 en verder worden uiterlijk december 2023 door de gemeenteraad vastgesteld.

 

OZB

In het coalitieakkoord is het uitgangpunt geformuleerd om bij de indexatie uit te gaan van het langjarig gemiddelde, om zo forse lastenstijgingen voor de inwoners te voorkomen. Op basis van de zomernota 2023 wordt hier een indexatie van 4,3% toegepast. Voor OZB-beschikkingen van 2024 wordt uitgegaan van de WOZ-waarde van 1 januari 2023.

 

Toeristenbelasting

Bij de behandeling van de zomernota is de motie ‘Toeristenbelasting benutten om te investeren’ aangenomen. De toeristenbelasting is een algemene belasting en daarmee niet één op één verbonden met de uitvoering van één of meerdere taken van de gemeente. Het nu inzetten van deze middelen voor investeringen in de vrijetijdseconomie levert een gat op in de meerjarenbegroting. Daarom komt het college in opmaat naar de zomernota 2024 met een voorstel of en hoe de toeristenbelasting kan worden aangewend voor investeringen in de vrijetijdseconomie.’ Op deze wijze kan het meelopen in een integrale afweging van het algemene middelenkader.  

 

Kostendekkendheid gebonden belastingen

Met ingang van 2017 moet conform de vereisten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) de totale omvang van overhead in een centraal taakveld worden opgenomen. Concreet betekent dit dat er geen rechtstreekse lasten van overhead zijn opgenomen in de kosten voor leges en tarieven. De BBV schrijft wel voor dat een verdeelsleutel moet worden bepaald, hoe overhead wordt toegerekend aan de gebonden belastingen. Dit is ook conform de financiële verordening 2017. In onderstaande tabel is per legescategorie inzichtelijk gemaakt hoe de tarieven voor de gemeente Enschede worden berekend en wat de kostendekkendheid van deze leges is. Voor het berekenen van het aandeel overhead hanteren wij de volgende uitgangspunten:

 

  • Het totaal aan overhead bestaat uit 3 categorieën (voor een verdere uitsplitsing zie paragraaf 5.2):

o   Facilitaire overhead (de PIOFACH-taken ten behoeve van het ondersteunen van de primaire processen);

o   Programmaoverhead, met name leidinggevende en ondersteunende functies binnen de verschillende programma's;

o   Bestuursondersteuning, de ondersteuning ten behoeve van het bestuur van de gemeente.

  • De kosten voor bestuursondersteuning kennen geen (indirecte) relatie met de verschillende activiteiten van de gemeente waar leges voor worden geheven en rekenen wij derhalve niet toe aan onderstaande activiteitgroepen.
  • Voor de kosten van facilitaire en programmaoverhead geldt de hoofdregel dat wij het totaal van deze kosten toerekenen aan alle activiteiten van de gemeente op basis van de 'apparaatskosten' (alle kosten die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de gemeente, met name personele inzet en directe materiële kosten);
  • Vervolgens zijn op basis van het aandeel apparaatskosten de overheadkosten toebedeeld aan de verschillende producten.

 In onderstaande tabel en bijbehorende toelichting, wordt inzicht gegeven in de toerekening van de overhead, de totale lasten en baten en de daaruit voortvloeiende kostendekkendheid per taakveld.

 

Activiteitgroep
Bedragen in 1.000 euro
Lasten Taakvelden Overhead BTW Totale lasten Heffingen (Baten) Overige Baten Totaal Baten Kosten- dekkendheid
Afvalstoffenheffing (afvalstoffenverordening) 17.537 223 3.154 20.914 21.784 1.529 2.313 100%
Kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing         -2.400   -2.400  
Rioolheffing 18.749 717 590 20.056 22.937  0 22.937 100% 
Kwijtschelding rioolheffing             -2.881  
Begraafplaatsrechten (exclusief onderhoud gedenkparken) 684 0 143 827 595 73 668 81% 
Subtotaal Heffingen  36.970  940  3.887  41.797  42.916  1.602 20.637   

 

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing valt (gesaldeerd) uiteen in de volgende taakvelden:

 

  • 7.3 Afval: -2.677.000 euro
  • 0.4 Ondersteuning: 223.000 euro
  • 2.1 Verkeer en vervoer: 54.000 euro
  • 6.3 Inkomensregelingen: 2.400.000 euro

 

Rioolheffing

 

De rioolheffing valt (gesaldeerd) uiteen in de volgende taakvelden:

  • 7.2 Riolering     -3.926.000 euro (betreft zowel de baten als de exploitatielasten, waaronder kapitaallasten, onderhoud, btw, etc.);
  • 0.4 Ondersteuning organisatie     717.000 euro (betreft facilitaire overhead en programma overhead);
  • 2.1 Verkeer en vervoer      327.000 euro (machinaal vegen); 
  • 6.3 Inkomensregelingen    2.881.000 euro (kwijtschelding).

 

Onderwerp legesverordening Bedragen in 1.000 euro Directe kosten Loonkosten Overhead Totale kosten Opbrengsten kostendekkendheid
Titel 1 - Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 - Burgerlijke stand 102 251 115 468 255 54%
Hoofdstuk 2 - Reisdocumenten 1.152 1.100 665 2.917 2.583 89%
Hoofdstuk 3 - Rijbewijzen 182 175 108 465 483 104%
Hoofdstuk 4 - Verstrekkingen uit de Basisadministratie Persoonsgegevens 14 69 42 125 91 73%
Hoofdstuk 5 - Overige publiekszaken 164 57 31 253 223 88%
Paragraaf 1.9, Bijzondere wetten, Leegstandswet 2 7 7 17 23 136%
Paragraaf 1.9, Bijzondere wetten, Wet op de kansspelen 0 2 0 2 2 91%
Paragraaf 1.9, Bijzondere wetten, Telecommunicatiewet 55 49 39 143 119 83%
Paragraaf 1.9, Bijzondere wetten, Wegenverkeerswet  1 2 1 4 14 350%
Hoofdstuk 15- Haven 335 0 0 335 48 14%
Paragraaf 1.10, Bijzondere wetten, Diversen  5 16 10 30 47 157%
             
Totaal titel 1 2.012  1.728  1.018  4.759  3.888 82%
Titel 2 - Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen
Paragraaf 2.2, Beoordeling conceptaanvraag 47 404 53 504 104 21%
Paragraaf 2.3 t/m 2.12, Omgevingsvergunning 576 2.533 397 3.506 4.071 116%
Totaal titel 2 623 2.937 450 4.010 4.175 104%
Titel 3 - Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1, Horeca 4 77 12 93 44 47%
Paragraaf 3.2, Seksbedrijven 1 9 2 12 9 75%
Paragraaf 3.3, Winkeltijdenw.  1 8 2 11 3 27%
Paragraaf 3.4, Evenementen 106 263 7 376 53 14%
Paragraaf 3.5, Standplaatsen  0  0 0%
Paragraaf 3.6, Huisvestingsw. 4 24 11 39 22 56%
Totaal titel 3  116 381 34 531 131 25%
Totaal  2.751 5.100  1.502 9.300  8.194 88%

 

 

Leges algemene Dienstverlening

De leges algemene dienstverlening bestaat voor het grootste deel uit het taakveld 0.2 Burgerzaken. Circa 70% van de inkomsten uit leges komen voort uit het verstrekken van paspoorten, ID kaarten en rijbewijzen. De leges hiervoor zijn door het rijk gemaximaliseerd waardoor de kostendekkendheid voor die producten lager is dan 100%.  

 

Leges vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (product Vergunnen)

 

De Eerste Kamer is akkoord gegaan met de invoering van de Omgevingswet (Ow) en Wet Kwaliteitsborging (Wkb) per 1-1-2024. De VNG heeft met het oog op de invoering van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging een nieuw adviesmodel legesverordening opgesteld. Dit model is in Enschede als uitgangspunt genomen.

 

De verwachting is dat het aantal (kleine) bouwaanvragen de komende jaren minder zal gaan worden. Daar zijn een aantal oorzaken voor:

  • de onzekere economische vooruitzichten en de aangescherpte regelgeving a.g.v. de stikstofproblematiek;
  • de krapte en prijsstijgingen in de bouw;
  • de verschuiving van de bouwtechnische toets van de gemeente naar de markt (kwaliteitsborger) voor bouwaanvragen in GevolgKlasse 1 (GK 1), waardoor naar verwachting de totale kosten voor de aanvrager significant hoger zullen gaan worden.

 

Daarnaast is door de invoering van de Wkb een significante daling van de legesopbrengsten te zien. De kosten blijven echter grotendeels in stand doordat de weggevallen taken worden gecompenseerd door nieuwe en gewijzigde taken. De kostendekkendheid binnen het product Vergunnen zal hierdoor dalen naar 93% ten opzichte van 101% in 2023. De prognose voor de “grote” bouwaanvragen is conform de meerjarenplanning van Enschede en kan slechts ten dele de lagere legesopbrengsten opvangen. Daarnaast heeft de Raad incidentele middelen voor 2024 beschikbaar gesteld voor de afhandeling van evenementenvergunningen en -meldingen in afwachting van het nieuwe evenementenbeleid.

 

De legesopbrengst voor 2024 zal hierdoor lager uitkomen dan in 2023. We hebben de begrote legesinkomsten 2024 verlaagd naar 4.391.000 euro (was 4.728.000 euro in 2023). Dit is verdeeld in (titel 1 = 85.000 euro; titel 2 = 4.175.000 euro; titel 3 = 131.000 euro). Titel 3 bevat onder meer de leges voor evenementenvergunningen.

 

 

Woonlastenontwikkeling

De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor 2023 en verder:

Woonlastenontwikkeling 2020 2021 2022 2023   2024 2025 2026 2027
OZB Eigenaar woning 298,58  301,57  305,79 310,07 323,40 337,30 351,80  366,90 
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) 274,08 281,28 288,92 297,84
310,781 

310,781

310,781 310,781 
Rioolheffing 257,40 270,60
274,40
281,50  292,50 300,10 307,90 315,90 
Totaal 830,06 853,45 869,11 889,41 926,68 948,18 970,48  993,58 
Ontwikkeling woonlasten (%) 2,6  2,8  1,8 1,3  4,1  0,8 0,8  0,8 
Inflatiecorrectie (gemeentebegroting) 1,4 1,6 1,4  2,3 3,9       

 

1 de opgenomen tarieven zijn voorlopige tarieven. Definitieve tarieven worden in de verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffing 2024 in december 2023 door de gemeenteraad vastgesteld.

Het verschil met de woonlasten voor Enschede in onderstaande tabel, wordt veroorzaakt door het feit dat Enschede een variabel en vast tarief kent voor de afvalstoffenheffing. Het COELO gaat hier in haar berekening anders mee om dan Enschede.

 

Vergelijking bruto lokale lasten Twentse gemeenten

Lokale lasten Twentse gemeenten (bedragen in euro's) Eén persoons huishouden 2022 Eén persoons huishouden 2023 Meer persoons huishouden 2022 Meer persoons huishouden 2023  % stijging  t.o.v. 2022 % stijging t.o.v. 2022
Almelo  943   967  986  1.011  2,5  2,5
Borne 884  936  914  967  5,9  5,8 
Dinkelland 879  862  908  890  -2,0  -2,1 
Enschede 927  938  962  966  1,2  0,5 
Haaksbergen 973  1.039  1.021  1.039  6,8  1,8 
Hellendoorn 902   937  902 937  3,9  3,9 
Hengelo 860  889  901  928  3,4  3,0 
Hof van Twente  ** 963   ** 1.003     
Losser 960  1.028  990  1.059  7,0  6,9 
Oldenzaal 828  856  864  892  3,4  3,2 
Rijssen-Holten 615  657  667  708  6,8  6,1 
Tubbergen 784  779  813  807  -0,6  -0,7 
Twenterand 916  940  957  981  2,6  2,6 
Wierden 863  890  892  915  3,2  2,6 
Overijssel 835  867  868  896 3,8  3,2 
Nederland 826  867  904  944  5,0  4,4 

**) niet opgenomen in COELO-ATLAS 2022 

 

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers in het volgende begrotingsjaar kunnen worden opgevangen cq er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Voor de berekening van de belastingcapaciteit worden de woonlasten (meerpersoons huishouden) van de gemeente Enschede afgezet tegen de gemiddelde woonlasten (meerpersoons huishouden) in Nederland.

 

Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten op het landelijk gemiddelde liggen. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de belastingcapaciteit weergegeven. De forse stijging van 2018 naar 2019 is het gevolg van de extra OZB verhoging uit het coalitieakkoord. Daarna vlakt de ontwikkeling van de belastingcapaciteit weer af en stijgt nu iets. Dat wordt deels veroorzaakt door een wijziging in definitie bij het Coelo. Met ingang van 2022 gaat het Coelo bij de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde en daarmee gemiddelde woonlast OZB uit van woningen in private eigendom. Dit heeft een iets opdrijvend effect voor Enschede, omdat sociale huurwoningen niet meer worden meegenomen in de berekening. De andere verklaring zit in het feit, dat de doorbereking van de inflatie hoger is dan voorgaande jaren. Deze is wel gedemd, omdat wij uitgaan van een meerjarig gemiddelde.

 

 

 

 

4.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Deze paragraaf gaat nader in op de financiële conditie van de gemeente. Eerst wordt ingegaan op de weerstandsratio. Dit is een kengetal welke wordt gebruikt om te bepalen of de gemeente voldoende in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Daarna wordt op basis van een bredere analyse van financiële kengetallen een oordeel gevormd over hoe de gemeente Enschede er financieel voorstaat.

 

Weerstandsratio

De weerstandsratio is een verhoudingsgetal tussen de financiële risico’s die de gemeente loopt en de financiële buffers die beschikbaar zijn om die op te vangen als ze zich voordoen. In de nota weerstandsvermogen zijn de uitgangspunten voor onze risicobeheersingsaanpak vastgesteld. Het gaat daarbij onder andere om:

  • stille reserves worden niet meer meegeteld
  • de reserve grondbedrijf telt mee tot het niveau van de ratio grondbedrijf van 1,0. Het surplus daarboven telt niet mee. Dit omdat die middelen niet bedoeld zijn voor het afdekken van risico’s buiten het grondbedrijf. Deze middelen zijn voor investeringen in het grondbedrijf en de strategische investeringsagenda.
  • Uitgangspunt is dat het grondbedrijf afdoende reserves aanhoudt om zijn eigen risico’s op te vangen. Daarom is een spelregel opgenomen dat de reserve grondbedrijf een minimale omvang heeft van 30% van het onderhanden werk in het grondbedrijf. Daarmee is altijd een stevige buffer beschikbaar om afboekingen zelf op te kunnen vangen.

Onderstaande tabel toont het verloop van de weerstandsratio en de verschillende componenten daarbinnen. Hierbij is rekening gehouden met het saldo middelenkader uit deze begroting.

 

Verloop 2022 2023 2024 2025 2026 2027

Ratio weerstandsvermogen

1,75

1,55

1,40

1,40

1,14

0,82

Beschikbare weerstandscapaciteit (mln. euro)

91,6

78,7

70,2

70,6

57,0

40,5

- Reserve weerstandsvermogen

76,7

61,8

55,3

55,7

42,1

 25,6 

- Reserve grondbedrijf (exclusief surplus)

14,9

14,9

14,9

14,9

14,9

14,9

- Stelpost onvoorzien

 

2,0

 

     
Benodigde weerstandscapaciteit (mln. euro) 52,3 50,8 48,8 48,8 48,8 48,8

- Risico's grondbedrijf

14,9 14,9 14,9 14,9 14,9 14,9

- Risico's overig

37,4 33,9 33,9 33,9 33,9 33,9

- Risico tegenvallers Algemene uitkering

  2,0        



De weerstandsratio eind 2023 is 1,55. Deze daalt de komende jaren door uitnamen uit de algemene reserve vanwege tekorten op het middelenkader. In de jaren t/m 2026 bevindt de ratio zich nog boven de ondergrens van de door de raad vastgestelde norm (1,0 - 1,4). In de ravijnjaren 2026 en 2027 zijn de uitnamen echter zo groot, dat de ratio uiteindelijk onder de ondergrens daalt. 

 

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt eind 2023 in totaal 78,7 miljoen euro en bestaat uit de reserve weerstandsvermogen van 61,8 miljoen euro, de reserve grondbedrijf van 14,9 miljoen euro en de post onvoorzien van 2 miljoen euro. Bij de jaarrekening 2022 bedroeg de beschikbare weerstandscapaciteit na toevoeging van het jaarresultaat nog 91,6 miljoen euro. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee ten opzichte van 2022 met 12,9 miljoen euro afgenomen. Deze afname in 2023 betreffen door de raad vastgestelde mutaties, waaronder de eenmalige onttrekking van 15 miljoen euro ten behoeve van de reserve strategische investeringsagenda. Daarnaast heeft de raad besloten om het spaarprogramma af te schaffen, waardoor jaarlijks niet langer 9 miljoen euro aan de algemene reserve wordt toegevoegd.

De reserve grondbedrijf bedraagt na de actualisatie van het MPG ultimo 2023 overigens 25,4 miljoen euro. Hiervan tellen we 14,9 miljoen euro mee in het weerstandsvermogen, zijnde het totaal van de risico's van het grondbedrijf. De overige 10,5 miljoen euro surplus is bedoeld voor investeringen in het grondbedrijf en de investeringsagenda. De stelpost onvoorzien telt in 2023 nog mee, maar wordt vanaf het jaar 2024 geschrapt. De afgelopen jaren bleek deze post niet nodig en deze financiële ruimte in de begroting is dan ook ingezet in het middelenkader.

 

De benodigde weerstandscapaciteit eind 2023 bedraagt in totaal 50,8 miljoen euro en is ten opzichte van de jaarrekening 2022 met 1,5 miljoen euro gedaald. Het betreffen de risico’s in het grondbedrijf en de overige risico's. De risico's in het grondbedrijf worden eenmaal per jaar geactualiseerd als onderdeel van het jaarlijks op te stellen MPG, laatstelijk bij het MPG 2023 (14,9 miljoen euro). Daarbij zijn alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en doorgerekend. Belangrijke wijzigingen in deze risico’s als gevolg van recente raadsbesluiten hebben zich niet voorgedaan. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid in de gemeenterekening 2022. De overige risico’s zijn met 3,5 miljoen euro afgenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het wegvallen van de risico's als gevolg van mogelijke nadelige effecten van het coronavirus en de oorlog in Oekraïne. Deze effecten, zoals die van stijgende energieprijzen, zijn zoveel waar nodig in de begroting verwerkt. Hieronder volgt de tabel met de 10 belangrijkste overige risico's en een korte toelichting.

  

Onderwerp (bedragen x 1 miljoen euro) Kans begroting 2024 Financieel gevolg begroting 2024 Kans jaarrekening 2022 Financieel gevolg jaarrekening 2022

 Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de
kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden. 

90%

15,5 

90%

15,5

 FC Twente

 30%

 20,5

 30%

 20,8

 Onvoorziene bijdragen aan de risico's van gemeenschappelijke regelingen
(ADT / RBT) en overige verbonden partijen

 90%

4,7

 90%

 4,7

Risico's van Jeugdhulp, Wmo en sport 

gediff. %

 19,0

gediff. %

 16,7

Calamiteiten binnen de gemeente 

 10%

15,0

10%

15,0

Overige onvoorziene risico's, waaronder de projectrisico's op het gebied van
aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten 

 50%

 2,5

 50%

2,5

Participatiewet (oa BUIG) / schuldhulpverlening 

  gediff. %

 5,4

   gediff. %

 4,5

Gewaarborgde geldleningen worden niet afgelost 

 10%

 4,3

 10%

4,7

 AVG

 50%

 0,7

 50%

 0,7

Onrechtmatige inkoop en aanbesteding 

30%

1,0

 30%

 1,0

  • Het conjunctuurrisico is gelijk gebleven. De geactualiseerde inschatting van het conjunctuurrisico is gemaakt aan de hand van de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën’ 2023 en CPB gegevens van maart 2023. Deze test van de VNG is een stresstest waarmee de ombuigingsopgave voor een gemeente in kaart kan worden gebracht, die nodig is bij een gestandaardiseerd slechtweer-scenario. In onze weerstandsratio houden wij er rekening mee dat het eerste jaar van een recessie opgevangen kan worden vanuit de financiële positie, waarbij na dit eerste jaar moet worden bijgestuurd;
  • Het risico van de verstrekte en gewaarborgde leningen FC Twente is met 0,3 miljoen euro gedaald ten opzichte van de jaarrekening 2022 door aflossing op de gewaarborgde geldlening van de Waterschapsbank. Voor de beoordeling van de kansinschatting wordt gebruik gemaakt van objectieve criteria gebaseerd op het financiële beoordelingssysteem van de KNVB (FRS) en het wel of niet voldoen aan de afgesproken financiële verplichtingen van de geldlening. De FRS-score wordt door de KNVB uitgevoerd op basis van door een accountant beoordeelde jaar- en prognosecijfers;
  • Het risico verbonden partijen betreft de risico’s van de gemeenschappelijke regelingen ADT. Dit risico is gelijk gebleven en is bepaald op basis van de actualisatie van de exploitatie ADT bij de jaarrekening 2022;
  • De risico’s omtrent jeugdhulp, Wmo en sport zijn van 16,7 naar 19,0 miljoen euro gestegen, waarbij de gedifferentieerde kansen per onderdeel ook zijn toegenomen. De stijging wordt vooral veroorzaakt door het risico op afwijking van de indexatiesystematiek. De lonen en tarieven in de sociale sector stijgen mogelijk harder dan waar in deze begroting rekening mee is gehouden. Daarnaast gelden nog risico’s die ook al eerder zijn geconstateerd, zoals open einde regeling, invoering AMVB tarieven, nieuwe aanbestedingen arbeidsmarktproblematiek, knelpunten ICT systeem en financiële positie partners;
  • Het risico van de Participatie is met 0,9 miljoen euro gestegen, terwijl de kans is afgenomen. Deze toename wordt met name veroorzaakt door onzekerheid over eerder aangekondigde extra middelen participatie en het risico op lage vergoedingen voor onderwijsroute inburgeringstrajecten;
  • Het risico op calamiteiten is gelijk gebleven. Recente ervaringen met cybercrime en hacks bij andere lokale overheden hebben laten zien, dat hiermee grote financiële gevolgen zijn gemoeid. Hiervoor was het risico al bij de jaarrekening 2021 opgehoogd;
  • De risico’s van gewaarborgde leningen zijn gedaald door jaarlijkse aflossingen.

Scenario’s

Ondanks een grondige aanpak blijft het inschatten van risico’s deels subjectief. Om een goed beeld te krijgen van de financiële weerbaarheid van de gemeente is het relevant te laten zien hoe de weerstandsratio zich ontwikkelt indien zich daadwerkelijk onverwachte grote tegenvallers voordoen. Denk daarbij aan mogelijke tegenvallers in de algemene uitkering of in het sociale domein. Of aan nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen, een onverhoopt faillissement bij FC Twente, waardoor de gemeente haar vordering geheel af moet schrijven of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit. Dit soort tegenvallers hebben invloed op de eerder gepresenteerde doorkijk. De gevolgen voor de algemene reserve en de ratio weerstandsvermogen zijn in onderstaande tabellen opgenomen om een beeld te geven hoe volatiel de weerstandsratio is. Daarbij zijn vier scenario’s doorgerekend: 

 

  1. Een incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2024
  2. Een incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2024
  3. Een structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2024
  4. Een structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2024

 

Ratio weerstandsvermogen 2023 2024 2025 2026 2027

Incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2024

1,55

1,20

1,21

0,94

0,61

Incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2024

1,55

1,00

1,01

0,74

0,41

Structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2024

1,55

1,30

1,21

0,84

0,41

Structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2024

1,55

1,20

1,01

0,54

0,01

 

Algemene reserve 2023 2024 2025 2026 2027

Incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2024

77

60

61

47

30

Incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2024

77

50

51

37

20

Structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2024

77

65

61

42

20

Structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2024

77

60

51

27

0

 

 

In bovenstaande tabellen is te zien dat incidentele tegenvallers, zoals bijvoorbeeld een faillissement bij FC Twente, in eerste instantie nog op te vangen zijn. Door de tekorten op het middelenkader in de ravijnjaren 2026 en 2027 en het schrappen van het spaarprogramma, daalt de ratio uiteindelijk fors onder de door de raad vastgestelde norm. Bij structurele tegenvallers, zoals bijvoorbeeld een daling van de algemene uitkering, komt de weerstandsratio nog dieper in een dalende trend. In beide gevallen is bijsturing noodzakelijk om de dalende trend te keren. 

 

Financiële kengetallen

In lijn met de nota risicomanagement en weerbaarheid beoordelen we de financiële positie van de gemeente door naar een bredere set kengetallen te kijken dan alleen de weerstandsratio. Deze staan in de tabel hieronder. Daarbij zijn ook de normen opgenomen die we in de nota weerstandsvermogen gebruiken voor een oordeel goed. Tezamen geven ze een volledig beeld van hoe de gemeente er financieel voorstaat.

 

   Financieel kengetal Signalering rek 2022 beg 2023 beg 2024 beg 2025 beg 2026 beg 2027

1

Weerstandsratio

< 0,8

1,75

1,55

1.40

1,40

1,14

0,82

2A

Netto schuldquote

> 130%

25%

40%

35%

44%

46%

43%

2B

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

 

21%

37%

33%

42%

44%

41%

3

Solvabiliteitsratio

< 20%

34%

29%

28%

29%

31%

30%

4

Grondexploitatie

> 35%

1%

2%

2%

2%

2%

2%

5

Netto investeringsquote

<0% of >5 %

-1,5%

1,4%

2,7% 4,9% 5,9% 2,7%

6

Structurele exploitatieruimte

< 0%

4,6%

1,0%

0,5%

1,1%

-1,0%

-1,5%

7

Belastingcapaciteit

> 105 %

107%

106%

107%

107%

106%

105%

 

Op basis van deze financiële kengetallen trekken we de conclusie dat Enschede er eind 2023 financieel gezien solide voor staat. Er zijn voldoende buffers om tegenvallers op te vangen. De schulden zijn laag. De solvabiliteitsratio is voldoende op niveau. Er zijn nauwelijks risico’s op grondposities. Het investeringsniveau is weer op peil gebracht. En de structurele baten en lasten zijn met elkaar in balans. Wel ligt de belastingdruk nog boven gemiddeld, waarbij wordt opgemerkt dat deze de afgelopen jaren wel enigszins is afgenomen. Vooruitkijkend zien we vanaf 2026 / 2027 wel een duidelijke verslechtering in de financiële positie. Door de terugval in het gemeentefonds en het daardoor ontstane begrotingstekort slaat de balans tussen structurele baten en lasten negatief uit. Zonder bijsturing of extra middelen vanuit het Rijk wordt vanaf dat moment dus elk jaar ingeteerd op de reserves. Daardoor daalt ook de weerstandsratio onder 1,0.

 

Hierna worden de individuele financiële kengetallen van nadere toelichting voorzien. Daarbij beoordelen we vooral de trendmatige ontwikkeling.

 

Netto schuldquote

De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle doorverstrekte leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de door de gemeente verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de voorbije periode tot 2022 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. Dit houdt vooral verband met de aflossingen van langlopende geldleningen en de toename van de eigen middelen (baten). De doorkijk van dit kengetal laat een positief beeld zien. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich alle jaren duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130% en ook onder de waarden van referentiegemeenten. Het beleid van de afgelopen jaren om schulden af te bouwen maakt dat in de begroting meer ruimte beschikbaar is om andere lasten op te vangen.

 

 

 

 

 

 

Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Enschede kent sinds de forse afboekingen op grondposities in 2012 een lage solvabiliteitsratio en heeft sinds die tijd met een spaarprogramma ingezet op verbetering van de algemene reserve en de solvabiliteit. Tevens is bewust gestuurd op het verlagen van de schuldpositie. Hierdoor is de solvabiliteit en de weerstandsratio weer goed op niveau. Inmiddels heeft de raad dan ook het spaarprogramma opgeheven. Vanaf 2026 zien we de solvabiliteitsratio wel dalen door het flinke tekort in het middelenkader.

 

 

 

Kengetal grondexploitatie

Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond (bouwgrond in exploitatie) is van belang, omdat deze waarde nog moet worden terugverdiend door verkopen. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat de gemeente in de toekomst nog inspanningen moet verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. De grafiek laat zien dat Enschede nog maar over een zeer beperkte grondpositie beschikt. Vanaf 2016 bevindt het kengetal zich nog slechts tussen 1 en 5%. Dit komt vooral doordat er sterk is ingezet op het verkleinen van de risico's en het verbeteren van de financiële positie. De raadsbesluiten Richting aan ruimte (heroverweging van projecten) en de Visie werklocaties (uitname van bedrijventerreinen) zijn hiervan het gevolg. De beperkte grondpositie, zeker in vergelijking met andere 100.000+ gemeenten, beïnvloedt wel de mogelijkheden om als stad naar de toekomst groei te realiseren. Dit kengetal zal de komende jaren kunnen gaan stijgen als gevolg van nieuwe grondexploitaties, Centrumkwadraat en Leuriks Oost in 2021, Versnelling Cromhoff en Velve Kleine Bouwplannen in 2022 en in de toekomst nieuw te openen grondexploitaties uit de strategische investeringsagenda.

 

 

 

Netto investeringsquote

De netto investeringsquote geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente investeert in activa. Activa zijn objecten die een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Denk aan gebouwen, sportaccommodaties, wegen, gronden, riolering, parkeergarages, aandelen/deelnemingen. Het kengetal bekijkt of de waarde van de activa die de gemeente bezit stijgt in vergelijking met enkele jaren terug. De uitkomst van de netto investeringsquote hoort normaal gesproken gematigd positief te zijn met een streefwaarde tussen 1% en 4%. Dit omdat de investeringen door inflatie duurder worden, maar ook doordat door economische groei en inwonersgroei jaarlijks meer publieke investeringen zoals wegen en scholen nodig zijn. In onderstaande grafiek is te zien dat Enschede de afgelopen jaren terughoudend heeft geïnvesteerd. Eigenlijk is vanaf 2010 al sprake van een negatieve score op de investeringsquote, terwijl vergelijkbare gemeenten in de klasse 150.000 tot 250.000 inwoners over de afgelopen periode veelal rond de 2,5 a 3% uitkomen. Om een aanvaardbaar voorzieningenniveau te behouden en om toekomstige groei van de stad mogelijk te maken is de afgelopen jaren ingezet op het op peil brengen van het investeringsniveau. Hiervoor is onder andere een strategische investeringsagenda ingesteld. Daarmee loopt de investeringsquote de komende jaren weer op.

 

 

 

Structurele exploitatieruimte

De netto schuldquote, solvabiliteitsratio en grondexploitatie zeggen vooral iets over de financiële conditie van de balans van de gemeente. Het is ook van belang om te kijken naar de financiële ruimte in de exploitatie, oftewel de structurele exploitatieruimte. Wanneer de structurele inkomsten niet groot genoeg zijn om de structurele lasten te dekken, zal de balans op termijn steeds verder verslechteren. Daarom is dit ook een kengetal waar de provincie in zijn rol als toezichthouder veel waarde aan hecht. Indien de structurele exploitatieruimte meerjarig negatief is kan dit voor de provincie aanleiding zijn om de gemeente onder preventief toezicht te plaatsen. In de grafiek is te zien dat in 2024 en 2025 sprake is van positieve structurele exploitatieruimte. Vanaf 2026 is echter sprake van negatieve structurele exploitatieruimte. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de sterke daling in de rijksmiddelen in 2026 en 2027. Op dit moment kiezen we ervoor hierop nog niet bij te sturen en in te zetten op een flinke lobby richting het Rijk om het ravijn in de rijksmiddelen in deze jaren te herstellen.

 

 

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde (=100%). Dit is een belangrijk kengetal, omdat het ook een indicatie geeft voor de financiële positie van de gemeente. Een gemeente met een hoge belastingdruk heeft die belastingen waarschijnlijk hard nodig om de exploitatie sluitend te krijgen. Het is voor zo’n gemeente vervolgens minder goed mogelijk de belastingen verder te verhogen in het geval zich financiële tegenvallers voordoen. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit in Enschede zit al jaren boven het landelijk gemiddelde. De laatste jaren is er echter sprake van een lichte daling. Dat komt doordat Enschede geen of slechts beperkte lastenverhogingen doorvoert terwijl dat in andere gemeenten wel het geval is. De dalende trend zet zich de komende jaren naar verwachting door, doordat Enschede er conform het coalitieakkoord voor kiest om de belastingen slechts behoudend en niet met de huidige hoge inflatiecijfers te verhogen. 

 

 

 

 

 

 

 

4.3. Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf gaan we in op de onderhoudstoestand en de kosten van kapitaalgoederen. Het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van onze begroting. Om de financiële positie van onze gemeente te kunnen beoordelen, is een goed overzicht dan ook van groot belang.

Wat betreft het beheer van de openbare ruimte is er een aantal kapitaalgoederen-categorieën waarop onderhoud van toepassing is:

  • wegen en infrastructurele kunstwerken
  • havens
  • riolering en water
  • groen
  • openbare verlichting
  • parkeervoorzieningen
  • vastgoed

Het onderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs en speciaal (voorgezet) onderwijs en van de sportaccommodaties zijn vanaf 1 januari 2015 respectievelijk 1 januari 2017 niet meer de verantwoordelijkheid van de gemeente.

Wegen en infrastructurele kunstwerken

Kerncijfers 2024

Wegen, verhardingssoorten M2
Asfalt 3.362.779
Elementen 4.467.044
Cementbeton 119.939
Onverhard 295.071
Totaal  8.244.833
 

 

Infrastructurele kunstwerken Stuks

Bruggen, viaducten, Sturen, geluidswallen e.a.

223 stuks
Wegbermsloten buitengebied 80 ha

 

Het beleidskader

Het beleidskader wordt gevormd door het Wegenbeleidsplan 2024-2027 “Samen blijven werken aan het zorgvuldige beheer en onderhoud van onze wegen en infrastructurele kunstwerken”. Dit beleid betreft op hoofdlijnen een voortzetting van het beleid in de periode 2020–2023. In de volgende paragraaf lichten we dit verder toe.

 

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties 

Het goed onderhouden van onze wegen, bruggen en tunnels (vanaf nu “wegen”): we moeten het én we willen het. In de wet staat dat we goed voor onze wegen moeten zorgen. Dat betekent dat ze regelmatig gekeurd, gerepareerd en vervangen moeten worden als dat nodig is. Daarnaast willen we graag een veilig, leefbaar en bereikbaar Enschede. Goede wegen horen daarbij. We houden hiervoor de wegen schoon, heel en veilig en op het met de gemeenteraad afgesproken kwaliteitsniveau.

 

Het huidige wegenbeleid is een vervolg op het beleid in de periode 2020- 2023. We keken wat goed werkte en wat minder goed werkte in die periode. De dingen die goed gingen nemen we mee in het nieuwe wegenbeleidsplan. Met dit plan zorgen we ervoor dat het onderhoud aan onze wegen, bruggen en tunnels bijdraagt aan de doelen van de stad. Dat betekent dat ze bijdragen aan een groene, bereikbare stad waarin iedereen kan meedoen. Vergeleken met het vorige wegenbeleidsplan hebben we de komende jaren extra aandacht voor de volgende onderwerpen:

  • We gebruiken graag grondstoffen en materialen die lang meegaan (duurzaam). Ook proberen we ze zo vaak mogelijk te gebruiken (circulair).
  • We sluiten zoveel mogelijk aan bij werkzaamheden van bijvoorbeeld energiebedrijven. Zo voorkomen we dubbel werk in een straat.
  • We onderzoeken geluidsoverlast in gebieden waar de maximumsnelheid 30 kilometer per uur is. Dat moet volgens een nieuwe wet.
  • Kunstschilderingen in tunnels: we controleren ze vaker en maken ze vaker schoon.
  • We gaan nog beter kijken hoe we onze tijd, geld en mensen zo goed mogelijk kunnen inzetten.
  • We laten onze borden en lijnen op de weg aansluiten bij de techniek van slimme auto’s.

Ook blijven we de omgeving betrekken bij wat we doen. Als het kan kunnen mensen meedenken.

 

Innovatieve en duurzame methodiek aanbesteding groot onderhoud asfalt in 2024

We gaan samen met de gemeente Losser het proces rondom groot onderhoud asfalt anders organiseren. Dit om de duurzaamheidsdoelstellingen als geformuleerd in het wegenbeleidsplan te behalen. Tegelijkertijd zetten we ook in op de andere strategische opgaven, zoals rond een aantrekkelijk en gezond Enschede. Daarvoor sluiten we gezamenlijk in 2024 een meerjarige raamovereenkomst af met marktpartijen. De overeenkomst loopt tot uiterlijk 2032. Samen verbeteren we daarbij de onderhoudsstrategie door meer datagedreven werken.

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

Het lastenbudget voor wegonderhoud (inclusief weginrichting zoals belijning en verkeersborden) is circa 10,8 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor circa 0,3 miljoen euro uit apparaatskosten, 2,6 miljoen euro uit kapitaallasten, circa 6,5 miljoen euro uit kosten voor (groot)onderhoud en voor circa 1,1 miljoen euro uit overige kosten. Voor de infrastructurele kunstwerken is het lastenbudget circa 0,3 miljoen euro voor onderhoudskosten.

 

Het jaarlijkse vervangingsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 2,4 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van tien jaar.

Voor de meerjaren doorkijk zie ook Hoofdstuk 6.4 Wat mag het kosten.

 

Havens

Kerncijfers 2024

Havens  
Havenonderhoud (inclusief rijkswateren) 2 havenarmen 
Damwanden, oevers en kades  6.300 meter 

 

Het beleidskader

Sinds 2015 werken de gemeenten Hengelo, Enschede, Almelo, Hof van Twente en Lochem samen in het Havenbedrijf Twente op basis van de (inmiddels geactualiseerde) samenwerkingsovereenkomst Gemeenschappelijk Havenbeheer Twentekanalen 2020. Onderliggende beleidsvisie is de "Binnenhavenvisie Twentekanalen 2017-2030" met bijbehorend uitvoeringsprogramma.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Vanuit de beleidsvisie en samenhangende afspraken zetten we in Enschede de komende tijd in op doorontwikkeling van het gemeenschappelijk beheer van de binnenhavens van de gemeenten Hengelo, Almelo, Enschede, Hof van Twente en Lochem) aan de Twentekanalen. Het op 14 december 2020 vastgestelde Meerjarenplan Onderhoud en Vervanging Haveninfrastructuur 2021-2024 (MJOV) omschrijft hoe wij het beheer en groot onderhoud van de infrastructuur (onder en boven water) in de haven van Enschede uitvoeren binnen de wettelijke en financiële kaders en de bestuurlijke doelen. Dit doen we om de economische functie van de havengebieden te faciliteren en vanwege de waterbergende functie. 

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

Het lastenbudget voor de havens is ongeveer 335.000 euro, bestaande uit 135.000 euro aan materiële kosten voor het dagelijks onderhoud van de havens en 200.000 euro voor groot onderhoud.

Hieraan gekoppeld is er een voorziening groot onderhoud Havens. 

Voor de meerjaren doorkijk zie ook Hoofdstuk 6.4 Wat mag het kosten.

Riolering

Kerncijfers 2024

Riolering                               Km 
Vrij-verval riolering 877 
Drukriolering 223 

 

Voorzieningen Stuks
Kolken 52.980 
Putten 21.080 
Randvoorzieningen (Bergbezinkbassins en bufferkelders) 20 
Pompunits 1.025 
Gemalen 79 

 

Het beleidskader

Het huidige beleidskader wordt gevormd door het in 2021 vastgestelde Water- en Klimaatadaptatieplan (WeK) 2022-2026, “Verder bouwen aan een groen blauw Enschede”.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

De opwarming van de aarde leidt tot extremer weer, met vaker en meer wateroverlast, droogte en hitte-stress tot gevolg. In het WeK hebben we beschreven hoe we ons hierop willen voorbereiden en hoe we willen werken aan een veilige, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Het WeK geeft inzicht in hoe de gemeente omgaat met de zorgplichten voor afvalwater, regenwater en grondwater. Zowel in het beheer, denk bijvoorbeeld aan rioolvervanging, als in de aanpak van (grond)waterknelpunten. En ook hoe zij wateroverlast, droogte en hitte-stress wil bestrijden om de gemeente klimaatbestendiger te maken.

 

We zetten in op klimaatadaptatie op openbaar èn op particulier terrein. Dit laatste door bijvoorbeeld communicatie, participatie, bewustwording en door onze subsidieregeling “groenblauw Enschede” voor o.a. afkoppelen en de aanleg van groene daken. Om onze werkzaamheden beter af te kunnen stemmen op andere ontwikkelingen werken we gebiedsgericht, onder anderen met het project “GroenBlauw Glanerbrug”. Met klimaatadaptatie zetten we ook in op ontharden en vergroenen en het versterken van de biodiversiteit. Zo maken we alle gebieden waar we aan de slag gaan klimaatbestendiger en leefbaarder. Naast onze eigen gemeentelijke inzet vraagt klimaatadaptatie om een gemeentegrens overstijgende aanpak. Daarom werken we aan verdere versterking van de samenwerking met o.a. het Waterschap Vechtstromen (o.a. door uitvoering van de gemeenschappelijke wateragenda), Provincie Overijssel en de Twentse gemeenten om zo samen meer te bereiken op dit gebied.

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

De instandhoudingskosten voor het rioleringssysteem worden gedekt door de inkomsten van de rioolheffing. Het tarief van de heffing nemen we op in deze gemeentebegroting 2024-2027. Daarna wordt de heffing verwerkt in de Belastingverordening 2024. 

Voor de meerjaren doorkijk zie ook Hoofdstuk 6.4 Wat mag het kosten.

Groen

Kerncijfers 2024

Groen  Ha

Openbaar groen

Wegbermen buitengebied

742 

137 

 

Het beleidskader 

Het Groenambitieplan Enschede “Enschede één groot groen park” vormt het beleidskader. De gemeenteraad stelde dit plan op 13 december 2021 vast. De mate van realisatie van de ambities uit dit plan is afhankelijk van de investeringsmiddelen die de gemeenteraad beschikbaar stelt, zoals in deze begroting.  

 

Voor het stadserf hanteren we als kwaliteitsniveau hoog en voor de rest van de stad kwaliteitsniveau basis.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Aan de hand van het groenambitieplan vergroenen we Enschede kwalitatief via drie (hoofd)principes: 

  1. BESCHERMEN: het bestaande groen en de natuur beschermen. Door bijvoorbeeld het groen goed te onderhouden en verzorgen. 
  2. BENUTTEN: het groen beter gebruiken (benutten) als bijvoorbeeld regenwater opvang, om de stad koel te houden in hete zomers of voor sporten, bewegen of als rust en stilteplek. 
  3. BOUWEN: groener bouwen door bijvoorbeeld groene daken en groene gevels en meer groen aanleggen bij nieuwbouw, natuurinclusief bouwen en verlaten terreinen (tijdelijk) vergroenen. 

Inzet op en middelen voor vijf prioritaire groene investeringen vanuit zomernota 2023 

Bij de vaststelling van het plan is door de gemeenteraad de prioriteit gelegd op de uitwerking van in elk geval vijf groene investeringen voor Enschede. Vervolgens zijn hier bij de Zomernota 2023 ook concrete middelen voor beschikbaar gesteld om bijvoorbeeld de nodige planvorming en voorbereiding vorm te geven. Concreet gaat het dan om: 

A.  Het optimaliseren van de boomverzorging: optimalisatie van het beheer en onderhoud van bomen. Daarnaast zijn er bij dit onderdeel vanuit de "motie bomen beter beschermen" ook eenmalig aanvullende middelen opgenomen om de regels bomenbescherming te optimaliseren (als verwoord op www.enschede.nl/bomen). De reguliere kosten van de regels bomenbescherming nemen we mee in het raadsbesluit rond dit traject.  

B.  Het vergroenen van de singels: betreft eenmalige middelen voor het vergroenen van de singels.  

C.  Vergroenen van de binnenstad (groenblauwere binnenstad): middelen voor planvorming en het tijdelijk vergroenen van de binnenstad conform de motie van de gemeenteraad en middelen. Voor het uitvoeren van concrete projecten rond het vergroenen van de binnenstad zijn aanvullende middelen nodig, die we meenemen in het raadsbesluit rond dit traject. 

D.  Optimaliseren van de stadsparken: Dit betreffen middelen om voor alle parken tot een plan te komen en middelen voor kleinschalige investeringen in de parken. De middelen voor een eventueel grootschalige aanpak zijn hierin niet meegenomen. 

E.  Opzetten meerjarenprogramma voor groen: dit betreft reguliere investeringsmiddelen om structureel te investeren in het vergroenen vanuit het groenambitieplan. 

 

Uitvoering 2024: uitwerking en investeren in een groen en biodivers Enschede 

In 2024 zetten we vanuit het Groenambitieplan Enschede onder andere in op:  

  • Planvorming voor en (deels) uitvoering van de vijf prioritaire groeninvesteringen, zoals in de paragraaf hiervoor beschreven en benoemd onder de acties in deze gemeentebegroting. We verwachten Enschede ook daadwerkelijk buiten te vergroenen op de Singels, door het optimaliseren van de boomverzorging, via groenprojecten of door tijdelijk groen in de binnenstad van Enschede. 
  • Vaststelling door de gemeenteraad van geoptimaliseerde regels voor de bescherming van onze bomen in Enschede.  
  • Vastgestelde normen en kaders voor groen en biodiversiteit voor alle ruimtelijke ontwikkelingen in Enschede. 
  • Het vergroten van de biodiversiteit via aanpassingen in (het beheer van) de openbare ruimte binnen en buiten de bebouwde kom, het natuurvriendelijker maken van gemeentelijk vastgoed, het werken aan een soortenmanagementplan, gedragsbeïnvloeding van onze inwoners, en samenwerking met partners.  
  • Het vergroenen van Enschede door acties met inwoners, ondernemers en instellingen, zoals via: 
    • Zo Groen Enschede als onderdeel van Groenblauw Enschede, 
    • Gerichte groenacties met partners en stichtingen, zoals met de Groene Loper Enschede, de IVN of de Stichting Natuur en Milieuraad Enschede. 
  • De aanpak van de eikenprocessierups. Waarbij we de lijn als verwoord in de Gemeentebegroting 2023 – 2026 (paragraaf kapitaalgoederen) doorzetten met ook inzet op lange termijn maatregelen (vergroten biodiversiteit en streven naar meer natuurlijk herstel). 
  • Het onderhouden van het gemeentelijk groen op de met de gemeenteraad afgesproken kwaliteitsniveaus. Bewoners, ondernemers en instellingen kunnen via participatie of eigen inzet zorgen voor een plus. Schoon, heel en veilig blijft daarbij altijd gelden als ondergrens voor het beheer en onderhoud van het openbare groen. 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

Het lastenbudget voor groenonderhoud is circa 11,1 miljoen euro, bestaande uit apparaatskosten (1,3 miljoen euro), kapitaallasten (0,4 miljoen euro) en uitbesteed werk (9,4 miljoen euro). 

Bij de zomernota 2023 zijn er middelen toegekend voor onder andere loon- en prijscompensatie en areaaluitbreidingen, maar ook voor de plannen uit het Groenambitieplan. De toegekende middelen hiervoor lopen ieder jaar op, vanwege de oplopende kapitaallasten. 

Voor de meerjaren doorkijk zie ook Hoofdstuk 6.4 Wat mag het kosten.

 

 

 

Openbare verlichting

Kerncijfers 2024

Openbare verlichting Stuks 
Lichtmasten 30.849 
Armaturen 33.037 
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, etc. 1.556 

 

Openbare verlichting GWh/jaar
Energieverbruik  4,3 GWh 

 

Het beleidskader

Het beleidsplan openbare verlichting 2022-2025 is in december 2021 vastgesteld. Het uitgangspunt van de beleidslijnen voor verlichting is “niet verlichten tenzij...”, om een teveel aan kunstlicht in de openbare ruimte en de natuur te voorkomen. Het “tenzij” wordt bepaald door het doel van de openbare verlichting: de verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid. Als wegbeheerder heeft de gemeente een wettelijke zorgplicht om de verlichting in een goede en veilige staat van onderhoud te houden.

Naast de veiligheid en leefbaarheid draagt openbare verlichting ook bij aan belangrijke ambities op het gebied van milieu en duurzaamheid. Lichtmasten vervangen wij als zij defect of onveilig zijn. Lichtasten hoger dan 6 meter krijgen hiervoor na het 40e levensjaar een 6-jaarlijkse stabiliteitstest.

Sinds 2016 vervangen we de oude lamp-armaturen bij een leeftijd van 20 jaar voor duurzamere dimbare ledarmaturen. De ledarmaturen worden allemaal om 22.30 uur gedimd, dan wordt de hoeveelheid licht met 30% verminderd. In het nieuwe beleidsplan is vastgesteld dat we met maatwerk in woonstraten de dimtijd vervroegen naar 20.30 uur.

 

Voor de binnenstad hanteren we als kwaliteitsniveau hoog en voor de rest van de stad kwaliteitsniveau basis.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

De armaturen worden na 20 jaar vervangen door armaturen met ledverlichting. Het armatuur wordt in de verkeersluwe tijd, tussen 22.30 en 06.00 uur, gedimd met 30%. Voor een woonstraat is dit van 3 Lux naar 2 Lux, tussen 20.30 en 06.00 uur. In bestaande en nieuwe situaties wordt zoveel mogelijk de landelijke richtlijn NPR 13201+A1 (2018) gevolgd. 

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

 

Het budget voor openbare verlichting, voor beheer en onderhoud bedraagt 2,36 miljoen euro per jaar. Dit is als volgt opgebouwd:

Het lastenbudget voor kapitaallasten is 373.000 euro, voor personeel 183.000 euro en voor materieel budget (regulier onderhoudsbudget, energie et cetera) 1,80 miljoen euro.

Voor de meerjaren doorkijk zie ook Hoofdstuk 6.4 Wat mag het kosten.

 

Vervangingsinvesteringen

Voor de vervanging van de armaturen (na 20 jaar) en lichtmasten (aan het einde levensduur) is een vervangingsplan voor 10 jaar opgesteld. Hiervoor is voor de periode 2022-2025 krediet vertrekt. Voor de voorziene vervangings-piekaantallen vanaf 2026 is de ‘Reserve kapitaallasten openbare verlichting’ ingesteld.

 

Parkeervoorzieningen

Kerncijfers 2024

Parkeervoorzieningen Stuks
Parkeergarages
Fietsenstallingen

 

Het beleidskader

We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018. De gemeenteraad heeft besloten om in de exploitatie van het parkeerbedrijf (Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf) jaarlijks geactualiseerde onderhoudslasten op te nemen voor garages en overdekte fietsenstallingen, vertaald in een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP).

 

Het onderhoud is als basisniveau gekwalificeerd op het uitgangspunt schoon, heel (functioneel) en veilig voor de gehele stad.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

De kosten van groot onderhoud van de parkeergarages en fietsstallingen worden ten laste van de voorziening onderhoud parkeergarages/fietsstallingen gebracht. Dit op basis van de meerjarenprognose parkeren (MJOP). Correctief en preventief onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de parkeerexploitatie gebracht, vervangingsinvesteringen worden geactiveerd.

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

De onderhoudsvoorziening heeft een begroot saldo van 2,4 miljoen euro per 1-1-2024. In 2024 wordt er voor een bedrag van 630.000 euro ten laste van de onderhoudsvoorziening gebracht. In 2024 is er een totaalbedrag voor onderhoud (correctief en preventief) in de begroting opgenomen van 1.022.000 euro. Voor vervangingsinvesteringen is in 2024 een bedrag van 111.850 euro begroot. Deze investeringen worden via activering ten laste van de parkeerexploitatie gebracht. 

 

Verwijzende link toelichting product parkeerbeheer bijlage 6.6. Meerjarenprognose Parkeerbeheer

Verwijzende link doelenboom: product parkeerbeheer onderdeel van Talent wordt aangetrokken, vastgehouden en ontwikkeld (De stedelijke voorzieningen zijn divers en attractief voor inwoners en bezoekers (nationaal en internationaal))

Vastgoed

Onderhoudsplan

Het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed wordt uitgevoerd door het Vastgoed & Facilitair Bedrijf Enschede (VFBE). Voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten wordt gewerkt met een onderhoudsvoorziening. In deze voorziening wordt jaarlijks vanuit de gebouwexploitaties een vaste bijdrage gestort. De onttrekking (uitgaven) uit deze voorziening geschiedt op basis van de daadwerkelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn voorzien in de meerjarenonderhoudsplanning (MJOP)

 

Het beleidskader/onderhoudssystematiek

In Enschede wordt het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen al enige jaren gepland en gepleegd volgens de zogenaamde NEN 2767-methode. Deze methode geeft de staat van de gebouwdelen weer. Naast technische aspecten, worden bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen.

 

Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:

  • Onderhoud aan het segment verkoop en nader uit te werken; Gezien het tijdelijke karakter worden deze gebouwen niet planmatig onderhouden maar afhankelijk van de beoogde toekomst van het pand (sloop, dan wel verkoop op korte termijn)
  • Planmatig onderhoud aan ambtelijk/beleidsondersteunend vastgoed; Deze panden, die doorgaans langere tijd (meer dan 10 jaar) in eigendom van de gemeente blijven, worden conform de hierboven beschreven NEN 2767 onderhouden. Met oog op de verduurzaming worden onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk geclusterd en in lijn gebracht met het verduurzamingsprogramma.

 

Programma van het begrotingsjaar

Totaal is 6,8 miljoen euro (incl BTW) aan onderhoud begroot voor 2024 voor 100 panden waar VFBE de onderhoudsverplichting heeft. Voor de te verduurzamen objecten in 2024 wordt ongeveer 3,2 miljoen aan onderhoud uitgegeven. Dit zijn onderhoudswerkzaamheden die slim gecombineerd worden met verdere verduurzaming. Aan de gebouwen voor de ambtelijke huisvesting is in totaal ongeveer 0,8 miljoen euro begroot aan onderhoudswerkzaamheden. De overige 2.8 miljoen wordt besteed aan gepland onderhoud van de rest van de gemeentelijke vastgoedportefeuille.

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

De geplande onderhoudsuitgaven, zoveel mogelijk in lijn gebracht met de verduurzamingsplanning, zijn hieronder grafisch weergeven.

 

 

 

 

 

Op basis van deze planning is de storting in de onderhoudsvoorziening bepaald. De lijn geeft de stand van de onderhoudsvoorziening weer. De afdeling vastgoed faciliteert de gemeentelijke organisatie en haar partners bij de uitvoering van alle opgaven. Daardoor is de afdeling niet aan specifieke doelen in de doelenboom te verbinden. Verdere informatie over de ontwikkelingen binnen de afdeling vastgoed zijn terug te vinden in de paragraaf bedrijfsvoering. 

 

 

Onderwijsgebouwen

Vanwege een wetswijziging is de gemeente met ingang van 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs. De schoolbesturen zijn hier nu zelf verantwoordelijk voor.

 

 

Sportaccommodaties

De gemeente is eigenaar van de sportaccommodaties en sportparken en verhuurt deze aan Sportaal. Sportaal heeft de opdracht de accommodaties te exploiteren en is verantwoordelijk voor het klein dagelijks onderhoud. Er is regelmatig afstemming over het opdrachtgeverschap richting Sportaal en over het door de gemeente uit te voeren groot onderhoud.

 

4.4. Financiering

In deze paragraaf staan de onderdelen die zijn vastgelegd in de financiële verordening van onze gemeente. Daarnaast rapporteren we, zoals voorgeschreven in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido), over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

 

Omslagrente
In de onderstaande tabel is de berekening van de omslagrente terug te vinden (conform de BBV-voorschriften):  

 

Omschrijving (in €) Begroting 2024 VA
Externe rentelasten korte en lange financiering 9.071.711
Externe rentebaten -187.452
Totaal door te rekenen externe rente  8.884.259
Rente aan grondexploitaties -1.018.114
Rente projectfinanciering (Van Heek parkeergarage) -1.505.141
Saldo toe te rekenen externe rente 6.361.004
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen 950.129
Toe te rekenen rente 7.311.133
Toegerekende rente aan boekwaarden -7.312.887
Resultaat omslagrente -1.753
Omslagrente - onafgerond 1,745%

 

Op basis van de bovenstaande berekening komt de omslagrente onafgerond uit op 1,745% voor de begroting 2024. Toegestaan is af te ronden naar dichtstbijzijnde 0,5%. De omslagrente blijft daarom gehandhaafd op 1,5% voor 2024.

 

Onderzocht is om nogmaals in 2023 een (relatief) dure lening vervroegd af te lossen. Het doel is om te zorgen dat de omslagrente zo lang mogelijk te handhaven op het huidige lage niveau. Een stijging van de omslagrente heeft een negatief effect o.a. op de hoogte van rioolheffing en stand van de reserves bij het vastgoed- en grondbedrijf. Ook stijgen de kapitaallasten van de investeringen waardoor meer dekking voor kapitaallasten benodigd is voor nieuwe investeringsprojecten. Toch is besloten om het beschikbare saldo bij de schatkist niet te benutten voor een nieuwe vervroegde aflossing maar beschikbaar te houden voor de verwachte stijging in investeringsuitgaven. Hiermee kan het aantrekken van nieuwe leningen worden uitgesteld tot 2025 en misschien zelfs tot 2026. De rente voor nieuwe leningen is flink gestegen in het afgelopen jaar waardoor het aantrekken hiervan niet aantrekkelijk is. De rentelasten en de gemiddelde rente van de gemeentelijke leningenportefeuille zouden stijgen en daarmee ook de omslagrente. Dit wordt voorkomen door het overtollige saldo bij de schatkist beschikbaar te houden en daarmee de noodzaak weg te halen voor nieuwe leningen op korte termijn. Op de middellange termijn wordt verwacht dat de rente weer zal dalen (zie rentevisie).

 

De rekenrente voor de grondexploitaties blijft 2,5% net als in de Gemeentebegroting 2023. Deze rente is hoger dan de omslagrente, doordat hiervoor een andere rekenmethode van toepassing is. Bij de renteverrekening op de Bouwgronden in Exploitatie is altijd sprake van een nacalculatie in de gemeenterekening op basis van de werkelijke rente.

 

Resultaat rente en treasury

Het totale verwachte resultaat op rente en treasury bedraagt € 927.000 in 2024. Het saldo verbetert ten opzicht van de raming voor 2024 uit de Gemeentebegroting 2023 doordat in 2024 geen nieuwe leningen aangetrokken hoeven te worden. Meerjarig wordt rekening gehouden met een hogere rente nu de marktrente zo is aangetrokken. Het saldo rentebaten wijkt af van het saldo in de tabel van de omslagrente omdat hier nog andere kosten in zijn opgenomen die geen deel mogen uitmaken van de berekening van de omslagrente.

 

Rentevisie 

De rente op geld- en kapitaalmarkten is flink gestegen nadat inflatie hoog opliep eerst door de hoge energieprijzen en daarna ook door loonontwikkeling.

 

De korte (3-maands) rente is sinds midden 2022 niet meer negatief en ligt momenteel zelfs op een hoger niveau dan de rente voor langlopende leningen. De voorspelling van de bankanalisten dat de 3-maands rente tussen 1,1% en 1,5% zou liggen per eind 2023, komt zeker niet uit (de rente bedraagt momenteel 3,7% nadat de ECB onlangs nogmaals de zogenaamde refirente heeft verhoogd vanwege de aanhoudende hoge inflatie). Tot eind 2024 wordt een daling verwacht als de inflatie uiteindelijk gaat dalen. De 3-maands rente zal naar verwachting zal uitkomen tussen 2,5% en 3,5%.  

 

De lange (10-jarige) rente is vanaf begin 2022 flink gestegen maar zit nu al langere tijd op eenzelfde niveau (dat dus lager is dan de korte rente). De rente zal wel hoger liggen dan de verwachte stand van ongeveer 2,5% per eind 2023 (momenteel rond 3,4%). Tot eind 2024 wordt een daling verwacht als gevolg van de stagnerende economie naar een niveau tussen 2,5% en 3%.

 

Kasgeldlimiet
In de Wet financiering decentrale overheden (Fido) is bepaald dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal aan kortlopende schulden mag hebben. De gemeente is verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling aan te houden tussen de korte en lange schulden. Onderstaande tabel laat de kasgeldlimiet voor de jaren 2024 tot en met 2027 zien.

 

 

Berekening kasgeldlimiet (x 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
1. Begrotingstotaal  848.775  850.445 841.803 841.397
2. Vastgesteld percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
3. Kasgeldlimiet (1. x 2.)  72.146 72.288 71.553 71.519

 

Het streven is om de kasgeldlimiet niet te overschrijden. Gezien het beschikbare saldo bij de schatkist zal naar verwachting pas in 2025 weer sprake zijn kortlopende schulden die echter niet dusdanig in omvang zullen zijn dat niet binnen de limiet wordt gebleven in deze begrotingsperiode.

 

Financiering en schuldpositie

 

Nu de korte rente niet meer negatief is, en zelfs op een hoger niveau ligt dan de rente voor langlopende leningen is de financieringsstrategie van de gemeente Enschede hierop aangepast. Er is namelijk voldoende saldo bij de schatkist beschikbaar zodat voorlopig geen nieuwe leningen nodig zullen zijn. Over het saldo bij de schatkist ontvangt de gemeente ook nog een rentevergoeding nu de korte rente niet meer negatief is. Daarmee worden de rentelasten van de gemeente geminimaliseerd.

 

Op basis van de meerjarige liquiditeitsplanning moet jaarlijks in 2025 tot en met 2027 wisselend tussen 15 miljoen euro en 20 miljoen euro worden geleend. In 2024 hoeft naar verwachting geen nieuwe financiering aangetrokken te worden. Deze financieringsbehoefte is verwerkt in het renteresultaat en in de onderstaande ontwikkeling van de leningenportefeuilles:

 

 

 

De gemeente streeft in het kader van het risico-reductieprogramma naar reductie van de schulden. Daarmee wordt ook de druk van rentelasten in de begroting verkleind. In de afgelopen jaren zijn de leningenportefeuilles gestaag gedaald, doordat minder is geïnvesteerd en diverse bezittingen (o.a. vastgoed en aandelen) zijn verkocht. De portefeuille met opgenomen geldleningen zal echter in de komende jaren weer stijgen als gevolg van de voorgenomen hogere investeringsuitgaven. In de bovenstaande grafiek zijn de verschillende onderdelen van de investeringsagenda niet meegenomen voor zover de besluitvorming door de raad niet is afgerond en er dus geen planning van de uitgaven bekend is.

 

De portefeuille met de verstrekte leningen daalt al enkele jaren gestaag door het beleid uit 2018 om in te zetten op het verstrekken van garanties/borgstellingen in plaats van leningen aan derden. Dit beleid is bestendigd in het Treasurystatuut 2023 waarmee de raad op 6 maart 2023 heeft ingestemd. Het vervroegd aflossen van leningen door derden wordt gestimuleerd. Zo is in 2022 de aan het MST verstrekte lening afgelost. Naar verwachting wordt in 2023 de andere lening door het MST afgelost naar aanleiding van de afgeronde mediation hierover. Deze aflossing is verwerkt in bovenstaande grafiek.

 

De portefeuille met uitstaande garanties is in afgelopen jaren gestegen vanuit het beleid om geen lening maar gemeentegaranties te verstrekken. Er wordt slechts ingestemd met nieuwe garantstellingen als duidelijk is dat deze geen risico vormen (bijvoorbeeld door afdoende onderpand) en geheel voldoen aan de beleidsregels voor leningen en garanties. Op deze wijze is geen weerstandsvermogen benodigd voor deze garantstellingen en hebben deze verstrekte garantstellingen geen invloed op de weerstandsratio. Vorig jaar was nog rekening gehouden met de garantstelling voor Sportaal voor de bouw van het nieuwe zwembad. De gemeente gaat nu het zwembad bouwen en verhuren. Daarmee vervalt deze toekomstige garantstelling.

 

Verstrekte lening en garantstelling FC Twente

Eén van de grote leningen en garantstelling in de leningenportefeuille betreft die van FC Twente. Deze lening en garantstelling is in het verleden voortgekomen uit de behoefte van de gemeente om het voetbalstadion uit de binnenstad te verplaatsen en een impuls te geven aan de ontwikkeling van het kennispark. FC Twente heeft een sportief en financieel goed seizoen 2022/2023 gehad. Het seizoen wordt afgesloten met een positief resultaat van ruim € 5 miljoen. Er wordt frequent afgestemd met FC Twente zodat we tijdig op de hoogte zijn van ontwikkelingen en de mogelijke impact hiervan op hun financiële positie.

 

De begroting van FC Twente voor seizoen 2023/2024 komt uit op een positief resultaat. Met ingang van 1 juli 2023 is FC Twente voornemens om de afspraken uit het herstructureringsplan over de netto transfer opbrengsten en de overtollige middelen, die ingezet worden als  aflossing van de achtergestelde lening, te herijken. De rekeningencommissie is enige tijd geleden al bijgepraat. FC Twente streeft ernaar later in 2023 een voorstel voor te leggen dat voldoet aan de vereisten van staatssteun en de gemeente een voordeel op kan leveren. Over het afgesloten seizoen 2022/2023 gelden nog de huidige afspraken en zal FC Twente conform aflossen. Voor einde jaar zal de aflossing worden gedaan zodat deze in de Gemeenterekening 2023 is verwerkt.

 

FC Twente heeft tot dusver in 2023 voldaan aan alle betaalverplichtingen en de verschuldigde 200.000 euro risicopremie tijdig betaald. Ook is de club vanaf 1 september 2023 weer aflossing en rente verschuldigd over de verstrekte lening.

 

De risico's voor de verstrekte lening en borgstelling zijn separaat opgenomen in Naris en zijn terug te vinden in de top 10 risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Uit de meest recente rapportages van FC Twente blijkt dat de kans op het voordoen van het risico kan worden gehandhaafd op 30%.

  

Renterisiconorm 

Vanuit de Wet Fido moeten we in deze begroting rapporteren over de renterisiconorm. Deze norm geeft een kader voor de spreiding van de looptijden in de leningenportefeuille. Dit kader wil voorkomen dat teveel leningen tegelijkertijd aflopen en moeten worden geherfinancierd waardoor de gemeente in een situatie van een sterk opgelopen rente ineens een flinke financiële tegenvaller heeft in de financieringslasten. Volgens de renterisiconorm mag in elk enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal geherfinancierd worden. Op die manier worden de renterisico’s op de vaste schulden over de jaren gespreid. Uit onderstaande tabel blijkt dat de norm in de jaren 2024 tot en met 2027 niet zal worden overschreden. Dit doordat we bewust beleid voeren op een goede spreiding van looptijden van aangetrokken leningen.

 

 

Berekening renterisiconorm (x 1.000 euro) 2024 2025 2026 2027
1. Begrotingstotaal 848.775 850.445 841.803 841.397
2. Vastgesteld percentage 20% 20% 20% 20%
3. Renterisiconorm (1. x 2.) 169.755 170.089 168.361 168.279
4. Aflossingen  18.259 2.801 2.951 18.111
5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.)  151.496 167.288 165.409 150.169

 

 

Beleidsvoornemens treasuryfunctie

In 2024 gaat de treasuryfunctie zich bezig houden met:

  • In het najaar van 2023 starten 2 trainees P&C met een onderzoek naar activa en kapitaallasten. Daaruit zijn mogelijk ook conclusies te trekken voor de investeringsuitgaven die van jaar op jaar achterlopen op de planningen. Hoe beter de ramingen van de investeringen zijn, hoe beter de financieringstrategie hierop afgestemd kan worden ter minimalisatie van de rentelasten van de gemeente.
  • Continuering van het meer actief beheer van de liquide middelen nu de rentekosten voor een negatief saldo flink zijn gestegen. Momenteel is sprake van een saldo bij de schatkist waarvoor de te ontvangen rente ook is gestegen. De rente-ontwikkeling wordt gemonitord en (een deel van) het saldo bij de schatkist wordt op een deposito gezet als hier mee hogere rentebaten kunnen worden gegenereerd.

 

Limieten 2024
In de financieringsparagraaf moeten jaarlijks de limieten worden vastgesteld voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college kan opereren.

 

 

Naam limiet Toelichting omvang limiet Omvang limiet 2024
Krediet in rekening-courant 110% van de kasgeldlimiet *)  79 miljoen euro
Uitzetten tijdelijk overtollige middelen Drempelbedrag schatkistbankieren 10,5 miljoen euro
Aantrekken langlopende leningen Verwachte financieringsbehoefte **) 25 miljoen euro

 

*) Deze limiet mag tijdelijk worden overschreden. In de Wet Fido staat dat de kasgeldlimiet twee kwartalen achtereen overschreden mag worden. Omdat de rentestanden voor kortlopende leningen zeer laag zijn, maken we daar maximaal gebruik van.

**) Naar verwachting zijn geen nieuwe leningen nodig in 2024 maar hiermee is er toch ruimte mochten deze toch aangetrokken moeten worden. Het kan ook zijn dat een mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een aantrekkelijke lening gedurende het jaar Hiermee kan daarvan gebruik worden gemaakt.

 

4.5. Bedrijfsvoering

 

Bedrijfsvoering

De gemeentelijke overheid Enschede staat voor vele uitdagingen zoals valt te lezen in H1 en H3. Dat gaat gepaard met veranderingen, nieuw beleid en nieuwe taken. Niet alleen vanuit onze gemeenteraad maar ook vanuit het Rijk en Europa. Denk aan de vele ‘digitaliseringswetten’ die op ons afkomen. Bedrijfsvoering verandert mee met de veranderopgaven in het openbaar bestuur; van eenzijdig en intern gericht bedrijfsmatig denken naar netwerken en responsiviteit tegen de context van de informatiesamenleving (strategische opgave Open Enschede). Dit vraagt innovatieve, digitale en soms ‘out of the box’ oplossingen die bijdragen aan de strategische opgaven en organisatiedoelen. Tegelijk verwachten we van Bedrijfsvoering oog voor efficiency en rechtmatigheid. De organisatie-inzet beweegt zich naar een steeds groter deel van de mensen en middelen die ingezet worden voor gedigitaliseerde diensten. Producten voor inwoners en digitalisering van de werkprocessen, van ondersteuning naar kernproces. Dit vergt een andere manier van organiseren. Inzet op direct contact tussen inwoners met professionals van de gemeente en gelieerde organisaties. Het rangschikken naar soort werkveld verschuift naar rangschikken digitaal of niet. Omdat dit anonimiseert is er een extra ingerichte "klanten” service nodig die inwoners helpt wanneer ze vastlopen in de digitale wereld van de overheid en een robuuste organisatie met deskundige medewerkers die dit allemaal kunnen waarmaken. Dit gaat gepaard met spanningen en vraagt om duidelijke keuzes. Het programma Open Enschede en een heldere bedrijfsvoeringsagenda dragen hieraan bij.

 

Belangrijke thema's binnen bedrijfsvoering

Op het terrein van terrein van bedrijfsvoering zien wij drie belangrijke thema's die de komende periode aandacht vragen, te weten: 1. versterken organisatie, 2. digitalisering en 3. open en transparante overheid

  1.  Versterken organisatie

De conclusies uit het Rekenkamerrapport Compacte Flexibele Organisatie (CFO-rapport) is dat het takenpakket van de gemeente (o.a. door overdracht van taken vanuit het rijk) is gegroeid en de omvang van het aantal medewerkers gelijk is gebleven. Dat medewerkers een hoge werkdruk ervaren is nog steeds van kracht. De afgelopen jaren zien we dat het aantal taken, zowel in omvang als intensiteit, is toegenomen. Oorzaken zijn; wet- en regelgeving, uitvoeren landelijke programma’s, organiseren opvangtaken vluchtelingen en eigen ambities op groei van de stad. Het resultaat is groei van de organisatie. Uit de benchmark die is uitgevoerd de motie ‘Benchmark 100.00+ gemeente’ en uit de personeelsmonitor van het A&O-fonds, komt naar voren dat wij als gemeente qua formatie en bezetting in vergelijking met 100.000-plus gemeenten dicht tegen het gemiddelde aanzitten. Hierbij de wetenschap dat in de cijfers voor Enschede o.a. ook medewerkers zijn meegenomen die werken voor de sociale werkvoorziening en voor derden (zoals gemeente Losser, Dimpact en GBTwente) en daarmee niet tot de kernformatie van de gemeente behoren. Daarbij liggen de kosten voor overhead en het aandeel inhuur voor de gemeente Enschede beneden het gemiddelde in vergelijking met 100.000-plus gemeenten. De totale bezetting in Enschede ligt dan onder het landelijk gemiddelde.

Daarnaast speelt nog steeds de grote uitstroom van personeel door pensionering en de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor veel collega’s uitstromen naar andere werkgevers, een rol. Dit verhoogt de toch al hoge werkdruk en is het lastiger om vacatures in te vullen en moeten we vaker mensen inhuren tegen hoge tarieven.

Voorgaande maakt dat de druk op de organisatie nog steeds hoog is, omdat we loyaal en plichtsgetrouw zijn en alles willen blijven oppakken en uitvoeren. Dit wordt bevestigd door de uitkomst van het verbeteronderzoek, dat in 2023 is uitgevoerd. We zien dat het niet meer houdbaar is om op deze manier verder te gaan en zullen keuzes moeten maken om de dienstverlening te kunnen blijven uitvoeren op het niveau dat wij willen.

Een van de oplossingsrichtingen die gekozen is om bezetting de afgelopen jaren op een beter niveau te krijgen is door meer mensen aan te trekken. Vanuit goed werkgeverschap zijn in de zomernota 2023 aanvullende personele uitbreidingen voorgesteld, inclusief de managementlaag. Om te voorkomen dat de bedrijfsvoering achterblijft bij de uitbreiding van taken in de lijn, is voorgesteld de bedrijfsvoering mee laten ademen via zogenaamde areaalmodel.

In de praktijk blijkt dat het op orde brengen van de bezetting niet voldoende is. De continuïteit van de dienstverlening van de gemeente Enschede komt steeds meer onder druk te staan. Daarin is Enschede niet uniek, ook andere gemeenten en organisaties (NS, Schiphol, Prorail, horeca) in Nederland hebben daar mee te maken. Als gevolg daarvan is het noodzakelijk om zeer goed te programmeren en prioriteren in ambities en bijbehorende werkzaamheden. Het college gaat t.b.v. de zomernota 2024 hierin een keuze aan de gemeenteraad voorbereiden om e.e.a. weer meer in balans te brengen.

De komende jaren blijven we investeren om medewerkers aan te trekken. Die investeringen gelden vanzelfsprekend ook voor de medewerkers die al in onze organisatie werkzaam zijn. In de Uitvoeringsagenda P&O zijn de onderwerpen benoemd die hier verdere invulling aangeven, waarbij -om deze goed uit te voeren- ook extra middelen noodzakelijk zijn. Deze worden ook bij de zomernota 2024 opgevoerd.

 

  1. Digitalisering

De digitalisering neemt een grote plek in hoe de inrichting van de organisatie wordt vormgegeven. Naast de grote technische veranderingen zoals de cloud-transitie en de digitalisering van de dienstverlening, vergt dit aanpassingen in de organisatie. We kunnen spreken van een organisatie transitie in de volle breedte. Het gaat om grote investeringen qua mensen en middelen om de organisatiedoelen te kunnen realiseren. We blijven qua technologie bij de tijd. Naast technologie is het versterken van de integrale samenwerking en daarmee het implementeren van veranderende rollen noodzakelijk. Ons streven is digitaliteit onderdeel te laten zijn van het denken en doen in de gehele organisatie. Informatietechnologie en – management is geen taak die we erbij doen. Als we er met elkaar in slagen om dit in ons DNA te verankeren wordt het aanpassen (digitalisering) van processen, keuzes maken in de digitaliseringsportfolio makkelijker.

De transparantie van de informatiehuishouding is en wordt geregeld in wetgeving. Dit in de praktijk waarmaken is een enorme uitdaging voor de gemeente (Analyse van 13 "nieuwe" wetten). Jaren van digitalisering van processen gericht op efficiëntie komen in een ander daglicht te staan nu gegevens toegankelijk moeten worden gemaakt voor raadpleging of ontsluiting. Onze processen worden opnieuw ingericht of aangepast om de toegankelijkheid van de gebruikte gegevens meteen te borgen. Hierin hebben we een achterstand op te lossen en weg te werken. Dit doen we met het programma Bridge en het inrichten van een organisatieonderdeel dat registratie, informatiebeheer en archivering verzorgd op een wijze die voldoet aan de wetgeving én de gewenste transparantie.

De druk van uit de digitaliseringswetten op inrichting en uitvoering is zeer kostbaar en moet tot nu toe betaald worden uit gemeentelijke middelen. Naast de wetten die gaan over transparantie en privacy zijn er een aantal die zich richten op deelname. Er zijn vereisten om met meer methoden naast DigiD en e-herkenning toegang te krijgen tot overheids- informatie of zaken te kunnen doen met de overheid. Denk hierbij aan inloggen m.b.t. bankpassen (Codes), iDIN of bijvoorbeeld rijbewijzen. Wij moeten deze methoden in onze processen inbouwen zonder daarvoor een vergoeding van het rijk te ontvangen.

De technologie beweegt zich op allerlei manieren naar cloud oplossingen en dienstenpakketten. Wij bouwen aan een technologisch platform dat ons voldoende in staat stelt om digitaal diensten te kunnen aanbieden aan inwoners en bedrijven en onze bedrijfsprocessen te kunnen uitvoeren. Voor nu en in de toekomst is schaalbaarheid (snel schakelen op benodigde rekenkracht of opslag) en beschikbaarheid (in tijd - 24x7- maar ook garanties tegen uitval) noodzakelijk. De benodigde kennis om dit te organiseren en door te voeren is schaars en kostbaar te verwerven. Voor een deel is dit door opleiding training op te vangen met eigen mensen. Toch blijft in toenemende mate inzet van specialistische mensen (bedrijven) van levensbelang om zo’n platform uit te bouwen en stabiel te houden en dienstverlening te kunnen garanderen.

Vertaald naar onze organisatie betekent dit om het waar te make; versterken wat goed gaat; namelijk inrichten van informatiefuncties in de domeinen, decentrale afstemming over prioritering van projecten met een IT component (I-kernteams) en verder bouwen aan de (IT) organisatie van de toekomst (o.a. architectuur- en datateams, cloud expertisecentrum, contractbeheersing) en de opzet van een toekomstbestendiger IT-organisatie).

 

  1. Open en transparant

Het vertrouwen in de overheid is de laatste jaren onderwerp van gesprek. We kennen termen als ‘afgehaakt Nederland’, de groeiende polarisatie en onderzoeken die spreken over afnemend vertrouwen in overheid en politiek. Ook voor Enschede is het blijvend werken aan Goed bestuur, aan een betrouwbare overheid een punt van bestuurlijke aandacht. We halen signalen op via onze inwoners (Enschedepanel, vertelpunt wijkteams en clienttevredenheidsonderzoeken), onze partners en ‘toezichthouders’ zoals de commissie bezwaarschriften en de Functionaris Gegevensbescherming. Deze signalen zijn als het ware onze hulplijnen Goed bestuur, waarvan we leren en ons beleid, de uitvoering en ons gedrag aanpassen. Een van de sleutels voor een betrouwbare overheid is een transparante, integere en open overheid. In ons handelen werken we aan onze integriteit, open informatie, open aanpak, open communicatie en open verantwoording. Het programma Open Enschede met daarbinnen onderwerpen als Wet open overheid, Direct duidelijk, Dienstverlening enzovoort draagt bij aan een integrale en actieve aanpak. De in 2023 vastgestelde Gedragscode integriteit en tools voor ambtenaren zijn daarbij steunend.

 

Bedrijfsvoering – hoofdlijnen per afdeling

Finance & Control

Ontwikkelingen

De planning & control functie in onze organisatie wordt steeds meer in de positie gezet om aan de organisatie, het bestuur aan te geven of onze organisatie integraal in control is en blijft. Daarnaast maakt de organisatie de beweging naar een netwerkmodel en opgavegericht werken vanuit gezamenlijke eindverantwoordelijkheid. Sturing en verantwoording richt zich steeds meer op multidisciplinair samenwerken aan strategische opgaven. De komende jaren gaan we de sturing en verantwoording daar verder op inrichten.

We gaan verder met vereenvoudigen, uniformeren en digitaliseren van onze processen om deze toekomstbestendig te houden. Dit is blijvend noodzakelijk omdat de planning & control-processen nog veel handmatig en tijdrovend werk vragen. Door het verder vereenvoudigen, uniformeren en digitaliseren van onze p&c-taken komt er meer ruimte en tijd voor tactische en strategische control- en advies werkzaamheden. Tevens zal de inrichting van de betreffende bedrijfsvoering applicaties hierop worden geactualiseerd.

Het traineeprogramma voor de P&C-functie zal worden gecontinueerd. Hiermee wordt ingespeeld op de uitstroom van collega’s als gevolg van mobiliteit en pensionering.

 

Personeel & Organisatie

Ontwikkelingen

De grote voorziene uitstroom en de krapte op de arbeidsmarkt maken dat we onze focus leggen op het zorgen voor aantrekkelijk werkgeverschap en een aantrekkelijke werkomgeving in alle facetten. We ondersteunen onze medewerkers maximaal in hun ontwikkeling en trekken nieuwe talentvolle medewerkers van buiten aan. Dit doen we door:

  • Uitvoering te geven aan de vastgestelde visie en beleid op duurzame inzetbaarheid en vitaliteit, waarbij ruim aandacht is voor het thema werkdruk.
  • Visie en beleid op diversiteit en inclusie te ontwikkelen.
  • Het invoeren en monitoren van effectieve onboarding van nieuwe medewerkers.
  • Het verder door ontwikkelen van onze arbeidsmarktcommunicatie door een meer dat gedreven en doelgroepgerichte campagnematige aanpak om zo nieuwe medewerkers goed te laten instromen.
  • Het bieden van een aantrekkelijke, veilige werkomgeving, waarin medewerkers zich gestimuleerd en ondersteund voelen om zich blijvend te ontwikkelen
  • Instrumenten te ontwikkelen ondersteunend aan het goed zicht houden op de toekomst en wat dit vraagt in het hier en nu.

 

Vastgoed & Facilitair bedrijf Enschede

Ontwikkelingen

We gaan verder met de verduurzaming van al onze panden. Hiervoor is er in 2022 een Europese openbare aanbesteding geweest en is krediet aangevraagd in de begroting 2022 en 2023.

Er wordt in 2023/2024 samen met stadsdeelmanagement gewerkt aan een visie op de gemeentelijke wijkvoorzieningen. Met de ontwikkeling van voorzieningen als De Magneet, De Boei en het Kompas wordt het wijkgericht werken versterkt.

Vanuit Onderwijshuisvesting wordt er medio augustus 2024 begonnen met de vernieuwbouw van het Bonhoeffer College - locatie Van der Waalslaan. Een deel van de 1.600 leerlingen wordt ondergebracht in vervangende huisvesting. Ook wordt er gestart met voorbereiding van de nieuw te bouwen sportaccommodatie.

 

 

CIO office

Ontwikkelingen

Toename van aantal en onderling samenhangende digitaliseringswetten die moeten worden vertaald naar lokaal beleid.

Vervlechting van de dienstverlening aan inwoners door digitalisering en maatschappelijke discussie omzetten in stedelijk-dienstverleningsbeleid en uitvoering om het in 1 keer goed te doen en de inwoner 1 (digitaal) loket aantreft.

De toenemende complexiteit van de gegevensveiligheid enerzijds en toegankelijkheid anderzijds vragen onverminderd aandacht.

Op het gebied van beleid gaat vooral de aandacht uit naar verfijning van digitaliseringswetten, architectuur, digitale veiligheid en ethiek.

 

 

IT bedrijf

Ontwikkelingen

Er is sprake van een flinke toename van projecten zowel voor diensten aan inwoners, ondersteuning afdelingen en technische ontwikkelingen. Dit veroorzaakt een toenemende scheefgroei tussen vraag en oplevering.

Het IT-bedrijf werkt aan een totaal nieuw technisch platform in de cloud, waarin de door ons gebruikte applicaties (gaan) "draaien".

Het beter en centraal beheersen van IT contracten(inventarisatie, contractmanagement en financiering).

Het inrichten van de eigen organisatie zoals een cloud expertise centrum, inbedden van datateams en een andere manier van werken volgens Agile methodieken.

Het leveren van diensten aan derden ( overheid gelieerd ) in een cloud omgeving op basis van vraag.

 

 

Juridische zaken

Ontwikkelingen

Landelijk: Home | Staatscommissie rechtsstaat en wetsvoorstel waarborg Awb.

Digitalisering proces bezwaar en beroep: efficiënter proces, tijdige afhandeling van bezwaren en sturingsgegevens (Motie 20% minder bezwaarschriften).

Strategische opgave Open Enschede:
Wet open overheid en aanverwante wetten als de Bekendmakingswet, de Wet hergebruik overheidsinformatie, de AVG en de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer: Positioneren Woo verzoeken coördinator, correcte en begrijpelijk publicatie van regelgeving.

Juridische kwaliteitszorg
Kwaliteit en inwonergerichte inrichting proces bezwaar en beroep – risicomanagement – lerende organisatie: meer data, rode draden en leerpunten van en naar primair proces en commissie bezwaarschriften als standaard onderdeel van het werkproces – bijdragen aan sterke juridische functie in sociaal domein.

Informele aanpak: We beschrijven hoe we in Enschede de informele aanpak hanteren - primair proces en bezwaarfase

 

 

Inkoop

Ontwikkelingen

Realiseren van de beleidsdoelen voor Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI). Het vernieuwde manifest MVOI is in 2022 ondertekend. In het manifest zijn ambities vastgelegd die verder gaan dan het toepassen van de minimumeisen en duurzaamheid alleen. Het nieuwe manifest richt zich op de zes thema's:

  • Milieu en biodiversiteit.
  • Klimaat en circulair.
  • Ketenverantwoordelijkheid.
  • Diversiteit en inclusie.
  • Social return.

Implementatie van concern breed contractmanagement.
We hebben een nieuwe en uniforme werkwijze ontwikkeld waarmee we invulling geven aan professioneel en strategisch opdrachtgeverschap, grip op en inzicht in onze contracten, leveranciers en samenwerkingsrelaties.

 

Opzetten van een traineeship voor inkoopadviseurs.
Samen met gemeente Hengelo, Waterschap Vechtstromen, Universiteit Twente en Saxion Hogescholen hebben we in 2023 een tweejarig traineetraject ontwikkeld. Het is een antwoord op de schaarste in de arbeidsmarkt en tekort aan gekwalificeerde inkoopadviseurs.

 

Intensivering samenwerking met verbonden partij Sportaal en Stadsbank Oost Nederland.

Doel: Grip en meer sturing op inkopen die we bij onze verbonden partij in regie naar de markt brengen.

 

Verbeteren rechtmatig inkopen
Om meer grip en borging te krijgen op rechtmatig inkopen in en door de organisatie worden activiteiten en projecten opgestart / afgerond die bijdragen aan de informatie, preventie- en de adviesrol van inkoop. Dit zijn bijvoorbeeld de oriëntatie en inkoop en voorbereiding tot een intakemodule waarin alle inkoopmeldingen en inkoopadviezen worden afgehandeld. Het organiseren van workshops inkopen & contracteren voor alle budgethouders in september en oktober 2023. Het organiseren van lunch & learns 3 x per jaar, toegankelijk voor alle medewerkers van gemeente Enschede en Losser. Het eerdergenoemde contractmanagement is ook van belang voor borging rechtmatig inkopen in de organisatie.

 

 

Communicatie

Ontwikkelingen

De vraag naar communicatiecapaciteit is enorm gegroeid. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • Door de coronacrisis is het belang van communicatie gegroeid en door het hybride werken is interne communicatie nog veel belangrijker geworden.
  • Visuele communicatie is veel belangrijker geworden. Het gebruik van visuals, infographics, iconen en filmpjes.
  • We hebben een nieuwe stijl van de stad ingevoerd en onze gemeentelijke huisstijl daaraan aangepast. We zijn afgestapt van de wildgroei aan logo’s en eigen campagne huisstijlen en streven ernaar alle campagnes en samenwerkingsverbanden in de stijl van de stad te laten communiceren.

We willen als één gemeente werken, door centrale regie op de communicatiecapaciteit én inkoop zorgen we voor het bewaken van de afgesproken kaders, onze huisstijl en voor één herkenbare werkwijze. Daarnaast toetst de afdeling Communicatie vragen om extra capaciteit aan het coalitieakkoord en de strategische opgaves en bewaakt dat de capaciteit effectief wordt ingezet.

 

Expertteams

Rond de reorganisatie van DFB in 2019 hebben we binnen de afdeling naast portefeuilleteams drie expertteams gevormd: Het Nieuwslab, het Webteam en het Servicepunt communicatie. Omdat de focus sterk is komen te liggen op digitale dienstverlening is het Webteam per 1 juli 2023 ondergebracht bij het cluster Dienstverlening.

Het Nieuwslab bestaat uit contentspecialisten/analisten en verzorgt alle interne en externe nieuwsberichten en plaatst de content op de gemeentelijke social mediakanalen. Daarnaast monitort het Nieuwslab de reacties daarop en de berichten in de media en op de sociale media die die de gemeente Enschede raken.

Het Servicepunt communicatie ondersteunt de adviseurs door alle inkoop op communicatiegebied te verzorgen en te coördineren, grafische vormgeving te verzorgen en de gemeentelijk huisstijl te bewaken. Het Servicepunt zorgt mede voor gemeentebrede inkoopafspraken op communicatiegebied en de bewaking daarvan.

 

Extra communicatiecapaciteit voor projecten

Sinds 2020 zijn er bij de afdeling Communicatie medewerkers in tijdelijke dienst genomen die gefinancierd werken uit projecten of specifieke opgaven (zoals klimaatadaptatie ,mobiliteit , energietransitie, Direct Duidelijk en de WOO). Voor grote en langjarige klussen werkt deze constructie naar tevredenheid.

 

Servicepunt Communicatie voorziet in (grote) behoefte

Dat Communicatie mensen in huis heeft die infographics en visuals kunnen maken en zelf opdrachten op het gebied van vormgeving kunnen uitvoeren wordt enorm gewaardeerd in de organisatie. Bovendien blijkt het goedkoper en efficiënter om dit – in ieder geval deels – in eigen huis te doen. De vraag is groter dan het aanbod, dus wat we niet intern kunnen doen wordt uitbesteed. Het aantal vormgevingsopdrachten is de laatste jaren enorm gegroeid van 49 (2018) naar 263 (2021) naar 512 (2022).

 

Intranet / digitale werkomgeving

In een hybride werkomgeving is een goed functionerend intranet het centrale communicatiemiddel. Voor zowel gemeente brede informatie als voor informatie op afdelings-, cluster- of taakniveau én om kennis te kunnen delen en op te halen is het van cruciaal belang. Het huidige intranet IntEns is onvoldoende geïntegreerd in onze nieuwe digitale werkomgeving. Er is een enquête gehouden onder de medewerkers en daaruit bleek dat het huidige IntEns beter gewaardeerd en gebruikt wordt dan verwacht. Daarom is besloten ons voorlopig te focussen op het verbeteren van de huidige situatie. Medio 2024 volgt een nieuw onderzoek. 

4.6. Verbonden partijen

Beleid verbonden partijen

 

Samenwerking en netwerksturing

De strategische opgave Open Enschede vraagt om een gemeente die zich kan aanpassen aan de opgaven uit de stad en kan samenwerken met de stad. De gemeente Enschede werkt, zoals veel andere overheden, in steeds meer dossiers in netwerkverbanden. Voorop staat dat wij sturen op het maatschappelijk rendement van onze verbonden partijen in die netwerken. Dit doen wij door het maken van duidelijke afspraken en het stellen van indicatoren in onze opdrachtgeversrol. Daarnaast investeren we meer in onze samenwerkingsrelatie met de verbonden partij en gaan we uit van de kracht en verantwoordelijkheden die passen bij de verbonden partij. In de rol van bestuurder/opdrachtnemer en aandeelhouder werken wij aan een solide organisatie die de taken van opdrachtgever zo efficiënt en goed mogelijk uitvoert. Doordat we verschillende rollen hebben, is dat soms uitdagend voor sturing en control. Wanneer laten we los in vertrouwen? Wanneer sturen wij actief (bij)? In 2024 blijven we inzetten op goed opdrachtgeverschap, accountmanagement, partnerschap en informatievoorziening met oog voor rolvastheid. 

 

Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Per 1 juli 2022 is de Wgr gewijzigd. Deze wijziging beoogt de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken. Hiertoe geeft de wet nieuwe instrumenten:

1. Versterken van de positie van gemeenteraden bij besluitvorming gemeenschappelijke regelingen door verruiming mogelijkheden zienswijzen, introductie gemeenschappelijke adviescommissie (facultatief), verplichte afspraken over Participatie (keuze om geen participatie toe te passen), actieve informatieplicht en de introductie van een vergoeding voor lidmaatschap gemeenschappelijke adviescommissies en adviseurs.

2. Aanvullende controle-instrumenten voor gemeenteraden door de introductie van een gemeenschappelijk onderzoeksrecht en verduidelijking van de onderzoeksbevoegdheid lokale rekenkamers richting bestuur gemeenschappelijke regeling.

3. Verbeteren van de positie van gemeenteraden met betrekking tot het functioneren van de regeling door verplichte afspraken over evaluatie, aanscherping afspraken uittreding en een betere aansluiting begrotingscyclus gemeenschappelijke regeling op gemeentelijke cyclus.

 

Deze wetswijziging leidt tot aanpassing van de teksten van de regelingen. Voor 1 juli 2024 dienen alle regelingen te zijn aangepast. Dat gaat lukken voor SamenTwente, Omgevingsdienst Twente, Veiligheidsregio Twente, Stadsbank Oost Nederland, Gemeentelijk Belastingkantoor Twente en Openbaar Lichaam Crematoria Twente. Voorstellen voor toestemming aan de wijzigingen ontvangt de gemeente in het eerste kwartaal 2024. Recreatischap Twente en Technology Base Twente volgen iets later. Regionaal Bedrijventerrein Twente start een proces van opheffing van de gemeenschappelijke regeling.

 

Wijzigingen en relevante ontwikkelingen verbonden partijen

 

Digitalisering

Vorig jaar werd al duidelijk dat de vele nieuwe wetten die zien op digitalisering ook gelden voor gemeenschappelijke regelingen. Denk aan de Wet open overheid, Wet modernisering elektronisch bestuur en de Wet digitale overheid. Dit betekent voor een aantal GR'en de komende jaren de basis op orde krijgen en dus ook hernieuwde processen, nieuwe functies en de daartoe benodigde capaciteit. De verwachting is dat dit extra kosten met zich brengt voor de deelnemers aangezien het Rijk de GR'en niet altijd compenseert. 

 

Verenigingen van Eigenaren: Bij de controle van de Gemeenterekening 2022 merkt de accountant op dat de verenigingen van eigenaren niet vermeld waren in de paragraaf verbonden partijen. Voor zover deze vallen onder de defintie, dus er sprake is van zowel een financieel als een bestuurlijk belang, zijn deze nu opgenomen in de lijst met verbonden partijen. Ook is de informatie over deze partijen opgenomen in het achtergronddocument.

 

Twentse Schouwburg: De aanbesteding van de verbouwing van het Muziekkwartier is afgerond. De gemeenteraad neemt naar verwachting in oktober 2023 een besluit over de verhuizing van de bibliotheek naar de Huiskamer van de Stad aan het Wilminkplein. Als de inhuizing van de bibliotheek niet doorgaat dan zal de Twentse Schouwburg een nieuw scenario ontwikkelen met de huidige partners Muziekkwartier eventueel aangevuld met een andere partij / partijen.

 

Regionaal Bedrijventerrein Twente: Een proces tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling zal in 2024 leiden tot liquidatie is de verwachting.

 

Technology Base Twente: De gemeenschappelijke regeling werkt een toekomstperspectief voor Twente Airport uit en legt dit voor aan de beide deelnemers, Enschede en Overijssel. De mogelijkheid en wenselijkheid van publiek-private samenwerking is daar onderdeel van.

 

Omgevingsdienst Twente: Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. De vorm en het proces behorende bij een aantal producten wordt ook anders (de milieuvergunning op grond van de Wabo wordt een “Omgevingswet vergunning MBA”). Processen en brieven moeten hierop worden aangepast. Verder gaat de samenwerking met de (keten)partners onder de Omgevingswet anders verlopen, nieuwe ICT-systemen en kortere beslistermijnen zorgen voor een nieuwe dynamiek onder de Omgevingswet. In het eerste jaar na inwerkingtreding zijn waarschijnlijk verbeteringen in het proces nodig. Hiervoor wordt capaciteit geraamd. Waarbij de arbeidsmarktkrapte ook hier een uitdaging vormt.

 

Recreatieschap Twente: Er wordt gewerkt aan een nieuwe visie op de recreatieparken (oplevering 1e kwartaal 2024). En er wordt een onderzoek gedaan naar de financieringssystematiek.

 

Dimpact: Dimpact is uitgegroeid van ‘slimme volger’ naar landelijk koploper in het gebruik en toepassen van Common Ground architectuur principes. Dit was een noodzakelijke, onoverkomen ontwikkeling, omdat componenten landelijk niet beschikbaar, schaalbaar en integreerbaar waren. Daardoor moet Dimpact de investeringen voor deze open source toepassingen gaan dragen. Dit brengt ontwikkelkosten, tijdelijke en extra integratie- en beheerkosten met zich mee. Over de verhoging van de kosten en wat dit betekent voor Enschede vindt nog overleg plaats. 

 

SamenTwente: 

GGD  

Het langjarig programma Bestuursagenda publieke gezondheid voor de periode 2020-2023 loopt ten einde.  In de afgelopen vier jaar heeft de Covid-19 pandemie haar spoor getrokken door de samenleving en de publieke gezondheid. Die ontwikkeling zal ook in 2024 de nodige aandacht vragen. Voor 2024 is het eerste jaar van de nieuwe Bestuursagenda en gaat onderdeel uitmaken van het 4-jarig werkprogramma van SamenTwente en zal deels voortbouwen op de voorgaande resultaten, maar ook herkenbaarder zijn voor het brede takenpakket van de GGD. 

 

OZJT

De Meerjarige Samenwerkingsagenda Jeugd vloeit voort uit de Regiovisie Jeugdhulp Twente die door alle Twentse gemeenten half maart 2022 is vastgesteld. De acht leidende principes in de Regiovisie zijn de kaders om in de samenwerkingsagenda gezamenlijk vanuit onderwijs, zorg en gemeenten te ontwikkelen op jeugdhulp in Twente. 

 

Samen 14

In 2023 zijn voorbereidingen getroffen om OZJT onder de vlag van Samen14 per 1 januari 2024 het contractbeheer, contractmanagement en de regiefunctie te voeren op Huishoudelijke Ondersteuning voor 12 Twentse gemeenten (excl. Gemeenten Almelo en Rijssen-Holten) voor de duur van het contract. 

 

Twentse Koers - Coalition of the Willing (CotW)

In 2023 is intensief gewerkt aan de totstandkoming van een samenwerkingsovereenkomst met de veertien Twentse gemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor Menzis, GGD Twente en provincie Overijssel. Er is een gedragen werkagenda voor de komende vijf jaar opgesteld op de thema’s jeugdhulp, schulden en armoede, ouderen, mentale gezondheid en preventie en gezondheidsbevordering. 

 

Kennispunt Twente - Coalition of the Willing (CotW)

Kennispunt Twente past haar organisatie aan de veranderende behoeften van regionale partners aan. Die partners, waaronder de gemeente Enschede, gaan steeds meer datagedreven werken en Kennispunt Twente ondersteunt en verbindt hen daarbij. De gemeente Enschede legt afspraken met Kennispunt vast over haar toekomstige rol in een nieuwe bestuursovereenkomst.

 

Stadsbank Oost Nederland: 

Nieuwe ontwikkeling bij de Stadsbank: “De Klantreis”

 Per 2023 is bij de Stadsbank het nieuwe dienstverleningsmodel ‘De Klantreis’ van start gegaan. Het model gaat over beter zicht krijgen op de zogenaamde klantreis en alle contactmomenten voor een inwoner daarin. In de Kadernota Rondkomen met je Inkomen (2020) staat nadrukkelijk beschreven dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor het feit dat ‘het hebben van schulden’ bij mensen voor veel stress zorgt. Dat vraagt om stress sensitieve dienstverlening. Ook daaraan komt het nieuwe model tegemoet. Het gaat over het signaleren en wegnemen van (fysieke en digitale) drempels en afhaakmomenten. Casemanagers van SON zullen vaker fysieke spreekuren houden in wijken, waardoor ze beter kunnen afstemmen met andere ondersteunend werkende organisaties rondom de inwoner. Het doel is om de oorzaken van schuldenproblemen aan te pakken, om persoonlijke en langdurige financiële stabiliteit te bewerkstelligen. Hiermee krijgen mensen weer ruimte voor bredere persoonlijke-, sociale- en gezondheids-ontwikkeling.

 

Landelijke ontwikkeling: verkorten van de aflossingsperiode wettelijke-en minnelijke schuldregeling

 Per 1 juli 2023 is de looptijd van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) en de  minnelijke schuldhulpverlening (Msnp) gehalveerd van drie naar anderhalf jaar. De aanpassing van de schuldsaneringstermijn van 36 naar 18 maanden heeft ook direct gevolgen voor een schuldregelingsaanbod en de saneringskredieten. Ook deze gaan van 36 maanden naar 18 maanden. Dit geldt alleen voor nieuwe trajecten. Dat betekent dat anderhalf jaar lang trajecten van 36 en van 18 maanden bestaan. De verwachting is dat door de verkorting van de termijn de drempel lager wordt voor toegang tot de schuldhulpverlening. In de aanloop naar de ingangsdatum van de nieuwe wettelijke termijn zag de Stadsbank een daling van het aantal schuldhulpverleningstrajecten. Na 1 juli 2023 hebben zich steeds meer inwoners bij de Stadsbank voor schuldhulpverlening aangemeld.

 

Twente Board: Deze stichting waarin overheden, bedrijven en onderwijssinstellingen samenwerken aan de sociaal-economische versterking van de regio, zal in 2024 nog meer zichtbaar zijn als aanvullende investeringskracht. In de jaarrekening van de gemeente 2023 gaan we uitvoeriger beschrijven aan welke doelen de verschillende projecten uit de Agenda voor Twente hebben bijgedragen. In onderstaande eenmalig uitgebreide informatie over Twente Board. In deze begroting en de toekomstige versies gaan we explicieter in hoofdstuk 3 opnemen op welke wijze Twente Board bijdraagt aan onze gemeentelijke beleidsdoelen.

 

Bestaansrecht en opdracht

Voor wat betreft de sociaaleconomische opgaven van de regio werken de 14 Twentse gemeenten, ondernemers, onderwijs en overheid samen. Op 7 juli 2021 hebben zij besloten om de samenwerking te formaliseren in de Twente Board. De Twente Board denkt mee met gemeenten en investeert in kansrijke en innovatieve projecten. Het uiteindelijke doel is een groene topregio waar het goed, wonen, werken en leven is. Oftewel Bruto Twents Geluk. Terugkomend in het strategisch plan van Twente Board Twente Board | Strategisch plan. Dit komt overeen met de gemeentelijke strategische opgaven Inclusief Enschede, Aantrekkelijk Enschede en Groen & duurzaam Enschede.

 

Governance

De Twente Board (stichtingsvorm) bestaat uit de Board zelf, Twente Board Development (kleine uitvoeringsorganisatie in BV vorm) en Young Twenteboard. Vanuit de Overheid, het Onderwijs en Ondernemers nemen per geleding drie vertegenwoordigers met stemrecht zitting in de Twente Board. Daarnaast zijn er een kwaliteitszetel met stemrecht die altijd wordt ingevuld door de gemeente Enschede en een advieszetel voor de Provincie Overijssel. De Twente Board wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Met de veertien gemeenten vindt afstemming plaats over verschillende onderwerpen en wordt ook de inbreng van de gemeente besproken in de Twenteboard. Hoe de inbreng tot stand komt, is beschreven in een bestuursovereenkomst (BOS).

 

Uitvoering & financiering

De Twente Board werkt samen aan een drietal hoofdthema’s:

Investeren---lobby---Twentebranding.

De projecten zijn onderverdeeld in twee programma’s:

  1. Innovatie & Techniek bestaande uit 15 projecten
  2. Talent bestaande uit 20 projecten

De voortgang van deze projecten wordt vermeld in voortgangsrapportages van de Twenteboard, direct in te zien via Twente Board | Voortgangsrapportage

 

Agenda voor Twente

Centraal staat de investeringsagenda (Agenda_voor_Twente_2023-2027_Investeringsagenda.pdf ). De gemeenteraad van Enschede heeft op 26 september 2022 de Uitgangspuntennotitie vastgesteld, die daar mede de basis voor is. De benodigde financiering vanuit de gemeente Enschede is opgenomen in de gemeentebegroting 2023-2026. De middelen waarmee Twente Board kan investeren in projecten zijn afkomstig vanuit de Regiodeal, Provincie Overijssel en de Agenda voor Twente. Dit bedrag met een totaal van 60 miljoen euro dient als vliegwiel voor een totale investering van 168 miljoen te realiseren voor projecten rondom onderwijs, ondernemers en overheid in Twente.

 

Regiodeals

In de nieuwe Regio Deal 2023-2027 staan drie grote opgaven centraal:

-          Druk op het regionale bedrijfsleven

-          Al het beschikbare talent is nodig

-          Toegankelijkheid van de zorg

Een budget is gehonoreerd voor een bedrag van maximaal 25 miljoen. Naar verwachting gaat deze regeling rond oktober 2023 open waarna partijen aanvragen kunnen indienen die aansluiten op de programma's beschreven in de Regio Deal. Die weer bijdragen aan de doelen in onze gemeentebegroting.

 

Elke regio telt

Twenteboard is initiatiefnemer om voor onze regio een kansenagenda op te stellen. Gericht op langjarige investering in de regionaal economische ontwikkeling.

 

Rol gemeenteraad

De gemeenteraad heeft budgetrecht en kan besluiten wel of niet middelen beschikbaar te stellen voor de investeringsagenda (Agenda voor Twente). Bij het vaststellen van de Uitgangspuntennotitie Investeringsagenda op 26 september 2022 heeft de gemeenteraad kaders meegegeven. Om te kunnen controleren hoe de investeringen maatschappelijk renderen, zijn voortgangsrapportages en jaarrekeningen een bron van informatie. Bij de komende jaarrekening zullen we ingaan op de resultaten van Twente Board in relatie tot onze strategische opgaven.

 

Beheer verbonden partijen

De risicoanalyse van de verbonden partijen is wederom uitgevoerd met behulp van het pakket Naris Self Assesment. Hierbij werken we samen met de gemeente Almelo, Dinkelland, Hengelo, Losser en Tubbergen. De risico's voor de verbonden partijen worden geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen worden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn: directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, opdrachtgeversrelatie, governance, control en kwaliteit. In het afgelopen jaar zijn een aantal vragen aangescherpt omdat een aantal vragen blijkbaar niet helemaal helder waren gezien de antwoorden die werden gegeven. Zo is bij een aantal financiele vragen nu sprake van een dropdown menu in plaats van een open invulveld. Dit heeft bij de uitvraag in 2023 geleid tot de goede antwoorden. Daarnaast is een nieuwe open vraag gesteld aan de gemeenschappelijke regelingen of en hoe zij voldoen aan de vereisten vanuit de archiefwet. Ook is er nog steeds aandacht voor de mogelijk extra risico's en/of nadelen hebben vanwege de aanhoudende hoge inflatie en gestegen lonen.

 

Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties. Zie hiervoor ook de informatie in de lijst met verbonden partijen verderop in deze paragraaf. Bij de berekening van het financieel belang in Naris Self Assement worden niet de benoemde bijdragen in geheel bij elkaar opgeteld. In geval van het meest negatieve scenario, een faillissement van de verbonden partij, moet de waarde van het aandelenkapitaal en de verstrekte leningen en garanties als verloren worden beschouwd (als niet sprake is van voldoende onderpand). Ook het begrote dividend zal niet worden gerealiseerd. De bijdrage aan de exploitatie (zijnde de inkoop van goederen en diensten door de gemeente) en de subsidie wordt echter in termijnen betaald door de gemeente. Daarvoor geldt dat het nog beschikbare resterende budget kan worden ingezet voor de inkoop van de benodigde goederen en diensten bij een andere organisatie. Als rekenregel wordt toegepast dat het verlies 50% van de begrote bijdrage is. In de onderstaande grafiek zijn de uit de vragenlijsten gekomen risicoscores opgenomen:

 


 

In de onderstaande tabel is het totale risico aangegeven met stoplichtkleuren. De kleuren geven aan of het risico van de desbetreffende verbonden partij laag, middel of hoog is. De uitkomst is de totale weging van het financieel belang en de risicoscore vanuit de vragenlijsten. Deze risico-inschatting correspondeert vervolgens met het toezichtsregime (zie ook de link met achtergronddocument die bij de lijst met verbonden partijen is opgenomen). De verbonden partijen staan op volgorde van hoogste naar laagste totale risico in de tabel.

 

 

De verbonden partijen met totaal risico hoog kwalificeren zich voor een meer indringend toezicht. Dit zijn ook meteen de partijen die doorgaans taken uitvoeren die niet slechts uitvoerend zijn, maar ook beleidsrijke c.q. geen strategische activiteiten in portefeuille hebben. Aan deze partijen wordt dan ook meer aandacht besteed in het komende jaar dan de partijen die een lagere score hebben. De partijen met een totaalscore laag behoeven maar weinig toezicht aangezien hierbij sprake is van relatief kleine financiële belangen. De gemeente bezit doorgaans ook maar een gering aandeel in deze partijen en heeft dus weinig zeggenschap. Ten opzichte van de vorige risicobepaling is het risico voor de Veiligheidsrisico als geheel niet aangepast maar wel is de risicoscore verlaagd van hoog naar gemiddeld. De VRT voldoet ondertussen weer aan de vereisten voor de weerstandsratio.

 

In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen. In de top tien van risico’s staat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een risico van € 4,7 miljoen opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen. Dat risico hangt samen met Techonology Base. Voor een verbonden partij wordt een financieel risico opgenomen als duidelijk is dat bijvoorbeeld een bezuinigingstaakstelling nog niet is ingevuld en wellicht tot nadelen leidt bij de gemeente, doordat een extra bijdrage moet worden betaald. Ook het niet voldoen aan de weerstandsnormen kan leiden tot het opnemen van een financieel risico voor een verbonden partij. Een organisatie bezit dan zelf niet voldoende middelen om haar risico's af te dekken. De gemeente kan ook hier worden gedwongen tot het doen van een extra bijdrage als meerdere risico's zich tegelijkertijd voordoen.

 

Lijst verbonden partijen

 

In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen van de Gemeente Enschede met de conform de BBV verplichte informatie. Verdere algemene informatie per verbonden partij is te vinden onder deze link.

 

Type *) Naam en vestigingsplaats Financieel belang gemeente 2024 Omvang eigen vermogen begin 2024 Omvang eigen vermogen eind 2024 Omvang vreemd vermogen begin 2024 Omvang vreemd vermogen eind 2024 Resultaat 2024
GR SamenTwente Enschede Bijdrage € 9,139 miljoen

€ 4,774 miljoen

Weerstandratio bedraagt  0,82 en ligt daarmee in afgesproken range van 0,8 tot 1,0.

€ 4,729 miljoen € 15,990 miljoen € 13,805 miljoen  52.821 euro
GR Stadsbank Oost-Nederland Enschede Bijdrage € 3,421 miloen. kapitaalinbreng € 171.000

 € 1,290 miljoen

 Weerstandratio bedraagt  1,03 en ligt daarmee in afgesproken range van 1,0 tot 1,2.

€ 1,290 miljoen  € 14,558 miljoen  € 5,766 miljoen nihil
GR Openbaar Lichaam Crematoria Twente Enschede
Begroot dividend bedraagt € 100.000.

€ 1,611 miljoen

Weerstandsvermogen is voldoende.

 € 1,611 miljoen  nihil  nihil  € 360.105
GR Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Hengelo Bijdrage € 4,804 miljoen

€ 668.000

Deelnemers hebben gekozen om zelf reserves aan te houden. GBTwente beschikt daarom niet over voldoende weerstandsvermogen om alle risico's mee op te vangen.

 € 692.000  € 7,528 miljoen  € 7,576 miljoen  nihil
GR Regionaal Bedrijventerrein Almelo Bijdrage nihil nu gemeente geen verliesvoorziening meer hoeft aan te houden.

€ 14,567 miljoen euro

€ 17,597 miljoen
€ 69,688 miljoen € 54,688 miljoen € 2,429 miljoen
GR Technology Base Enschede Verliesvoorziening van € 9,267 miljoen.  Beschikt niet over eigen vermogen. Deelnemers houden voldoende verliesvoorziening aan.  € 42,075 miljoen  € 46,239 miljoen 120.303 euro negatief
GR Veiligheidsregio Twente Enschede Bijdrage € 15,915 miljoen

€ 463.000

Weerstandsratio bedraagt 0,77 en ligt daarmee boven afgesproken minimum van 0,7.

€ 55.000 € 64,142 miljoen € 77,142 miljoen nihil
GR Omgevingsdienst Twente Almelo

Bijdrage € 2,025 miljoen

€ 1,089 miljoen

Weerstandsratio bedraagt 1,2 en ligt daarmee in de afgesproken range van 1,0 tot 1,2.

€ 1,089 miljoen  € 536.000  € 536.000  nihil
GR Recreatieschap Twente Enschede Bijdrage € 993.438

€ 870.835

Weerstandsratio bedraagt 1,01 per ligt op afgesproken niveau van 1,0.

€ 870.835  € 3,471 miljoen  € 3,645 miljoen nihil
NV Twentse Schouwburg Enschede Bijdrage € 7,144 miljoen , verstrekte lening  € 398.176 en 1 euro aandelenkapitaal.

€ 916.000 euro

Omvang eigen vermogen gedaald door gevolgen coronacrisis. Voldoet niet aan beoogde minimum.

 € 801.000 euro  € 4,520 miljoen euro  € 3,874 miljoen euro  € 115.000 euro negatief
BV Sportaal Enschede Bijdrage € 8,373 miljoen, verstrekte gemeentegarantie € 1,6 miljoen , 1 euro aandelenkapitaal

 n.n.b.

 n.n.b.  miljoen euro  n.n.b.  euro
BV Onderhoud Enschede Enschede € 14,7 miljoen inkoop, € 5,849 miljoen verstrekte garantstelling, 1 euro aandelenkapitaal 

 n.n.b.

 n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.
NV Twente Milieu Enschede € 16,953 miljoen inkoop, € 281.344 aandelenkapitaal  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  euro
BV Twence Hengelo € 8,614 miljoen inkoop (Inclusief communale samenwerking Münster), € 1,420 miljoen dividend, € 1 aandelenkapitaal   n.n.b. n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.
NV Bank Nederlandse Gemeenten Den Haag € 250.000 begroot dividend, € 454.558 aandelenkapitaal, ongeveer € 40.000 inkoop bancaire dienstverlening  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.  n.n.b.
NV Enexis, Den Bosch € 27.000 aandelenkapitaal n.n.b. n.n.b.      
  Voormalig Essent Den Bosch:            
BV Publiek Belang Elektriciteitsproductie € 43 aandelenkapitaal n.n.b. n.n.b n.n.b. n.n.b. n.n.b
 BV CSV Amsterdam € 43 aandelenkapitaal € 110.000 € 0  € 0 € 0  € 100.000 negatief
CO Dimpact Enschede

Bijdrage € 1,216 miljoen

€ 2,664 miljoen

Eigen vermogen is voldoende voor opvangen risico's.

€ 2,747 miljoen n.n.b. n.n.b. € 1.053 negatief
OV Euregio Gronau Bijdrage € 46.758 € 2,560 miljoen € 2,521 miljoen - - € 37.743 negatief
ST

Stichting Twente Board/

Bestuursovereenkomst 

Twentse samenwerking Enschede

Bijdrage € 1,439 miljoen n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
ST Stichting Gebiedsorganisatie Kennispark Enschede
Bijdrage € 150.000 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
VVE VVE Hermandad                         Bijdrage € 8.678 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
VVE VVE Winkelcentrum Irenepromenade Bijdrage € 9.502 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.

 

*) GR = gemeenschappeljke regeling, NV = Naamloze Vennootschap, BV- Besloten Vennootschap, CO = cooperatieve vereniging, OV = overige, ST = stichting, VVE = Vereniging van Eigenaren

4.7. Grondbeleid

 

In deze gemeentebegroting in hoofdstuk 3.2 Duurzaam wonen, leven, werken worden o.a. de door het grondbedrijf te bereiken doelen en de uit te voeren acties beschreven. Voor recente gedetailleerde informatie over het grondbeleid verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid in de gemeenterekening 2022.

Concrete acties inzake het grondbeleid die gepland staan voor in 2024:

  • De nota grondbeleid zelf is in 2021 geactualiseerd en zal aankomend jaar weer worden geactualiseerd.
  • De nota kostenverhaal zal ook herschreven worden.
  • Het grondbedrijf richt zich op de invoering van de Omgevingswet en de gevolgen daarvan voor het grondbeleid.
  • Het erfpachtinstrumentarium wordt aangescherpt om de startende midden-inkomens op de woningmarkt een grotere kans te geven om in te stappen in het koopsegment. Tevens wordt bezien op welke wijze het erfpachtinstrumentarium bij kan dragen aan sturing en grip op bedrijfsterreinen, nu en in de toekomst.

 

4.8. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

 De komende periode zal in overleg met de Raad de verordening213a GW worden herijkt. 

4.9. Openbaarheid

Voor het eerst treft u de ‘openbaarheidsparagraaf’ aan, voorgeschreven door de Wet open overheid (Woo: artikel 3.5). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. De Woo geeft een impuls in de ontwikkeling naar een transparanter opererende gemeente en sluit daarmee aan op de strategische opgave Open Enschede.

Visie en streven
De doelstelling van de Woo betreft het recht op informatie met als doel een transparante, controleerbare en leerbare overheid. Met name door informatie actief openbaar, vindbaar en goed toegankelijk te maken voor belanghebbenden. Actieve openbaarmaking wordt gefaseerd ingevoerd en biedt kansen, bijvoorbeeld om vooraf belangrijke dossiers open te stellen voor een ieder en herstelwerk achteraf te verminderen of te voorkomen.
In de uitvoering ligt de nadruk in eerste instantie op 1) de realisatie van een uitvoeringsplan ten behoeve van o.a. het actief publiceren van informatie en 2) het tijdig en volledig voldoen aan binnenkomende Woo- verzoeken. Op basis van een impactanalyse en een daarop aansluitend addendum van kwalitatieve interviews binnen de primaire processen is vastgesteld op welke aspecten binnen de business verbetering vereist is om vooruitgang te boeken in de uitoefening van de Woo. Deze aspecten raken zowel het passieve als het actieve Woo-proces. Op basis van de aspecten is het streven om:

  • Met alle aanbevelingen uit de impactanalyse aan de slag te gaan, maar temporiseren en maatwerk per eenheid op basis van de bevindingen van het addendum;
  • Uniformiteit en samenhang als basis te hanteren voor het uitvoeringsplan;
  • Perspectief op leefwereld als uitgangspunt te nemen voor de kwaliteitsslag op de informatiehuishouding.


Veranderopgave en uitvoering 2024
De veranderopgave die de Woo met zich meebrengt vertaalt zich in de uitvoering van diverse projecten en activiteiten die in samenhang worden bestuurd. Naast bewustwording, houding en gedrag is de kwalitatieve groei van de informatievoorziening een belangrijk speerpunt. De processen van passieve en actieve openbaarmaking worden stap voor stap ingericht tot een efficiënte keten. Bestaande voorzieningen zullen worden versterkt in het gebruik, onder meer door opleidingen en (uniforme) richtlijnen, gericht op alle gemeentelijke onderdelen en samenwerkingsverbanden. Aanvullende noodzakelijke functionaliteiten voor onder meer archiveren, zoeken, vinden, anonimiseren en publiceren vormen concrete, helpende stappen in de realisatie. Denk daarbij aan een (tijdelijk en structureel) publicatieplatform en anonimiseringssoftware. In hoofdstuk 3 van deze begroting staat de focus voor 2024 beschreven.

Financiële middelen
Door het Rijk zijn meerjarig middelen ter beschikking gesteld aan de gemeenten ten behoeve van de implementatie. Hier maakt Enschede in het kader van de Woo de komende jaren gebruik van. Daarnaast zijn er middelen voor wetgeving gereserveerd in de begroting van de gemeente Enschede Een deel daarvan is gereserveerd voor de Woo en de aansluiting op de Woo-verwijsindex Tezamen leidt dit tot het volgende inzicht:

Middelen incidenteel

Enschede

Incidentele rijksmiddelen (2022-2026)

€ 132.228

Incidentele wetgevingsreserve (tot 2023)

€ 100.000

Totaal

€ 232.228

 

Middelen structureel

Enschede

Structurele rijksmiddelen (beginnend in 2022, structureel v.a. 2026)

€ 111.916- € 223.558

Structurele wetgevingsreserve (i.v.m aansluiting Woo-verwijsindex)

€20.000

Totaal

€ 131.916- € 243.558

 

Aandachtspunt hierbij is dat de gemeente implementatiekosten (indirect) draagt voor onze gemeenschappelijke regelingen. Hiervoor zijn geen bijdragen begroot, aangezien de impact op deze gemeenschappelijke regelingen nog niet in beeld is. Het in beeld brengen van de impact en uitvragen van benodigde middelen is aan de gemeenschappelijke regelingen zelf.

 

Actief openbaar maken uit eigen beweging
In het overzicht hieronder zijn de 11 informatie categorieën genummerd weergegeven. De aanvullende tabellen geven inzicht in het artikel, lid en onderdeel uit de Woo, aangevuld met een korte omschrijving van het type informatie/document. Vervolgens wordt inzicht gegeven in (gemiddelde) aantallen en inzicht waar informatie openbaar gemaakt wordt.

Informatiecategorie

Wat

Aantallen

Openbaar

Enschede site

Openbaar

Landelijk

1 Wet- en regelgeving

Wetten en algemeen verbindende voorschriften, Overige besluiten van algemeen strekking, Ontwerpen van wetten, andere algemeen verbindende voorschriften en overige besluiten van algemene strekking waarover een externa advies is gevraagd, met inbegrip van de adviesvraag

+- 4000 (grotendeels vergunningen)

Ja

Ja

2 Organisatiegegevens

 

Organisatie en werkwijze

Algemene gegevens, continu bijgewerkt

Onbekend

onbekend

Bereikbaarheidsgegevens

 Algemene gegevens, continu bijgewerkt Ja Ja

3 Vergaderstukken decentrale overheden

 

Bij vertegenwoordigende organen ingekomen stukken

Onbekend

Nee

Nee

Openbare vergaderstukken, verslagen raad en organen

Onbekend

 

 
Ja Ja

4 Agenda's en besluitlijsten bestuurscolleges

Openbare agenda’s & besluitenlijsten van college B&W

40 agenda’s en besluitenlijsten, 750 bestuursvoorstellen

Nee & Ja [2]

Nee & Ja

5 Adviezen

Adviezen: 1) over de ontwerpen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, van adviescolleges of -commissies alsmede van andere externe partijen indien die om advies zijn verzocht, 2) over andere onderwerpen van adviescolleges of -commissies, alsmede de op dat advies betrekking hebbende adviesaanvraag, uitgezonderd adviezen die betrekking hebben op individuele gevallen

Onbekend

Onbekend

onbekend

6 Convenanten

Convenanten

+- 50

Gedeeltelijk

Nee

7 Jaarplannen en -verslagen

Jaarplannen en jaarverslagen van bestuursorganen inzake de voorgenomen uitvoering van de taak of de verantwoording van die uitvoering

Begroting, jaarrekening, tussenrapportages

Ja

Ja

8 Woo-verzoeken en- besluiten

De inhoud van de schriftelijke verzoeken op grond van artikel 4.1, van de schriftelijke beslissingen op die verzoeken en de daarbij verstrekte informatie

+- 70 verzoeken per jaar, gem. 50-100 documenten per verzoek.

Nee

Nee

9 Onderzoeksrapporten

Op verzoek van een bestuursorgaan ambtelijk of extern opgestelde onderzoeksrapporten die geen onderdeel vormen van de uitvoering van de taak van dat bestuursorgaan, die voornamelijk uit feitelijk materiaal bestaan en die betrekking hebben op: 1) de wijze van functioneren van de eigen organisatie, 2) de voorbereiding of de evaluatie van beleid, inclusief de uitvoering, naleving en handhaving

+- 20 per jaar

Gedeeltelijk

onbekend

10 Beschikkingen

Beschikkingen, met uitzondering van 21 categorieën

Bijlage in gemeentebegroting

Ja

Nee

11 Klachtenoordelen

Schriftelijke oordelen in klachtprocedures als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht

6 (2022-heden)

Gedeeltelijk

Nee

[2] Geconstateerd wordt hierbij dat Enschede vooralsnog lege besluitenlijsten zonder besluit online plaatst.


Passief openbaar maken op verzoek
In 2023 zijn tot nu toe 43 Woo-verzoeken als afgerond dossier verwerkt (t/m augustus 2023). Er wordt een toename in het aantal Woo-verzoeken waargenomen evenals een toename in complexiteit. In enkele gevallen bleek extra tijd nodig om het verzoek af te handelen. In overleg met de aanvrager werd dit vervolgens gerealiseerd. Twee- tot driemaal is tot ingebrekestelling overgegaan door de aanvrager, waarna binnen de wettelijk gestelde termijn van twee weken de informatie alsnog zoals gevraagd is aangeleverd.
Het inrichten van het Woo-verzoekenproces ter versnelling van de afhandelingstermijn is een van de trajecten die binnen het programma 2023-2024 is opgepakt. De behandeling van Woo-verzoeken wordt landelijk gemonitord via de openbaarheidsparagraaf. Onderstaande grafieken geven inzicht in de hoeveelheid Woo-verzoeken per organisatiedeel over de periode augustus 2022 tot augustus 2023.

 

Informatiehuishouding op orde
De Woo-processen zijn niet uitvoerbaar zonder een stevig fundament: informatie moet ontsloten worden en dat kan door de informatiehuishouding van de organisatie goed op orde te hebben én te houden. Hieraan wordt binnen het programma BRIDGE gewerkt, waarbij de samenhang met de implementatie van de Woo wordt gemonitord. Naast BRIDGE zijn er in het kader van de Woo ook aanvullende maatregelen nodig over hoe we zoeken en vinden in oude dossiers evenals maatregelen hoe we nieuwe dossiers snel publiceren.

4.10. Investeringen

Conform de financiële verordening nemen we sinds de gemeentebegroting 2023 een paragraaf ‘investeringen’ op. De gemeente zet haar middelen niet alleen in voor de uitvoering van beleidsprogramma’s maar ook voor het doen van investeringen. Jaarlijks investeert de gemeente voor miljoenen euro’s in onder meer infrastructurele projecten, onderwijshuisvesting, welzijns- en sportaccommodaties, herinrichting van de openbare ruimte en gemeentelijke huisvesting. Met deze investeringen werkt de gemeente eraan dat Enschede een inclusieve, aantrekkelijke, groene en duurzame stad is. Kenmerkend voor investeringen is dat ze leiden tot bezit en hun nut over meerdere jaren bewijzen. Daarom verdelen we de uitgaven die we doen voor een investering over de jaren dat we er profijt van hebben. Deze jaarlijkse lasten van een investering noemen we kapitaallasten en zijn onderdeel van de lasten in de beleidsprogramma’s. De bezittingen die voortvloeien uit de investeringen maken we zichtbaar op de balans (onder de materiele vaste activa).

 

In de tabel hieronder is te zien dat Enschede tot en met 2027 verwacht ruim 330 miljoen euro aan investeringen te doen. Daarbij brengen we als gemeente zelf ruim 242 miljoen euro in en dragen derden voor 88 miljoen euro bij.

 

 Totale investeringen (x 1.000 euro) Verwachte uitgaven en bijdragen van derden    
  2024 2025 2026 2027
Investeringen   300  300  300 300
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden   -  -
Totaal Vitaal en sociaal  300  300  300  300
Investeringen  47.182  56.466  53.299  47.299
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden   21.777  14.606  21.702  21.236
Totaal Duurzaam wonen, leven en werken 25.404 41.861  31.597  26.062
Investeringen 106  - -
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden -  -
Totaal Samenleving en bestuur 106 0  0  0
Investeringen  49.176  50.851  18.232  6.249
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden  5.100 4.050  -  -
Totaal Financiën en organisatie 44.076  46.801  18.232 6.249
         
Totaal Investeringen  96.763  107.617  71.831  53.847
Totaal Bijdragen derden  26.877  18.656  21.702  21.236

 

 

Het totaal aan investeringen is fors gestegen ten opzichte van de raming uit de vorige begroting. In de afgelopen periode zijn besluiten genomen over diverse grote investeringsprojecten zoals het nieuwe zwembad waardoor het volume flink stijgt. De besluitvorming voor een aantal nieuwe investeringen volgt nog binnen afzienbare tijd zoals o.a. het Wegenbeheersplan 2024-2027. Opgemerkt wordt dat in deze cijfers ook nog de investering in de Huiskamer van de Stad is opgenomen. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is de begroting niet meer aangepast op de meest recente ontwikkelingen bij dit project.

Voor een aanzienlijk deel stijgen de investeringsuitgaven ook vanwege het doorschuiven van investeringen vanuit vorige jaren naar 2024 e.v. Zo zijn de investeringen in 2022 flink achtergebleven bij de verwachting als gevolg van enerzijds gestegen prijzen maar vooral ook door gebrek van capaciteit bij opdrachtnemers. Ook in 2023 zal dit zeer waarschijnlijk het geval zijn. Veel uitgaven hieruit worden nu verwacht in 2023 of 2024.

 

Onderstaande grafiek toont het investeringsvolume van de gemeente in de afgelopen jaren en het verwachte volume voor de komende jaren:

 

 

In het vervolg van deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de concrete investeringsprojecten waaruit deze investeringsplanning is opgebouwd. Daarbij maken we een onderscheid tussen lopende en nieuwe investeringen. Dit zodat voor de Raad inzichtelijk wordt welke investeringskredieten reeds zijn geautoriseerd en welke nieuwe investeringskredieten zijn beoogd. Voordat een investering door een programma wordt uitgevoerd moet de raad instemming hebben verleend. Dat gebeurt door middel van het verstrekken van een krediet. Dat krediet kan slechts worden verleend als er dekking is voor de kapitaallasten en/of de investering (deels) wordt betaald via bijdragen van derden of via bijvoorbeeld de rioolheffing.

 

Lopende investeringen

Onderstaande tabel toont de lopende investeringen. De kredieten voor deze investeringen zijn eerder al verleend door de Raad. In sommige gevallen is echter een bijstelling van het krediet nodig. Dit kan gaan om zowel een verhoging als een verlaging van het benodigde krediet of een aanpassing in de termijnen waarvoor het krediet is verstrekt. Onder deze tabel wordt een toelichting gegeven op de investeringen waarvoor dit geldt.

 

In de tabel wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met economisch en maatschappelijk nut. Investeringen in activa hebben een economisch nut wanneer deze verhandelbaar zijn (er is een markt voor) en/of als ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Het gaat bijvoorbeeld om scholen of welzijnsaccommodaties maar ook om gemeentelijke riolering omdat daarvoor een heffing in rekening kan worden gebracht. Investeringen in activa met een maatschappelijk nut genereren geen inkomsten en vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, fietspaden, water en groenvoorzieningen.

 

Lopende kredieten (Bedragen in 1.000euro)

Totaal krediet

Verwachte uitgaven per eind 2023

Verwachte uitgaven




2024 2025 2026 2027 2028 e.v.
Economisch nut              
 Investeringsfondsen DCW 300 111 0 0 0 0 0
Totaal Vitaal en sociaal 300 111 0 0 0 0 0
Economisch nut              
 Kennispark/regio deal 8.526 1.148 945 6.433  0  0
 Kop Boulevard 15.737 6.516 500 4.283 3.883 555 0
 Centrumkwadraat 6.989 860 2.010 940 150  2.629 400
Pojecten locatie ontwikkeling 1.650 100 750 750 50 0 0
Parkeerbeheer 2.559 1.750 664 145 0 0 0
Water- en klimaatadaptatie 77.649 22.264 13.284 15.734 17.649 17.023  
Handhaving openbare ruimte 46 46 0 0 0 0 0
Maatschappelijk nut              
Mobiliteitsplan/visie  63.354  29.528  15.259  10.299  8.267  0  0
Herinrichting Gronausestraat 796 796 0 0 0 0 0
Overige projecten verkeer 4.706 402 1.358 1.340 1.105 500 0
Beheer wegen 8.000 8.000 0 0 0 0 0
Openbare verlichting 5.200 750 2.225 2.225 0 0 0
Stadsdeelbeheer   1.000  1.000          
Totaal Duurzaam wonen, leven en werken  196.212  73.160 36.995  42.150  31.105  20.707  400
 Economisch nut              
Publieksdienstverlening 473 367 106 0 0 0 0
Totaal Samenleving en bestuur 473 367  106 0  0  0  0
Economisch nut              
ICT-meerjarenplan  5.045 4.170  335 0 0  0  0
Huisvesting & services werkplekinrichting 1.264 1.033 102 0 0 0 0
Huisvesting & services raamkrediet 100 100 0 0 0 0 0
Strategische huisvesting 1.103 1.103 0 0 0 0 0
Huiskamer van de stad 13.164 0 13.164 0 0 0 0
Diekman Oost uitvoeringskrediet  250 0 250 0  0 0  0
Nieuwbouw zwembad 31.900  3.700  10.500  17.700  0  0 0
Verbouwing Kompas 3.268 0 2.190 1.078 0 0 0
Vastgoedbedrijf raamkrediet 1.100 1.100 0 0 0 0 0
Vastgoedbedrijf wettelijk en duurzaam 900 900 0 0 0 0 0
Vastgoedbedrijf duurzaamheid 8.000 6.043 1.957 0 0 0 0
Onderwijshuisvesting 32.878 10.650 11.702 10.526 0 0 0
Totaal Financiën en organisatie 98.972  28.799  40.200 29.304 0  0
               
Totaal investeringen - economisch nut 212.901  61.961  58.459 57.590  21.732  20.207  400
Totaal investeringen - maatschappelijk nut  83.056 40.477 18.842 13.864   9.373  500 0

 

Voor de volgende investeringen wordt om autorisatie door de raad gevraagd op aanpassing aan het oorspronkelijke verleende krediet:

  • Kennispark regiodeal: De hier gevraagd ophoging van het krediet bestaat uit 2 onderdelen waarbij het budget geheel wordt gedekt uit de extra bijdrage uit regiodeal green deal conform het bestedingsplan zoals opgenomen bij het collegevoorstel van 20 juni 2023:
  1. Institutenweg: verhoging krediet van 550.000 euro voor aanpassingen die de Institutenweg groener maken en passen binnen het verblijfs- en ontmoetingsconcept op het Kennispark.
  2. Slimme verbinding: Het krediet van 147.588 euro is voor het realiseren van een verbinding tussen de UT en het B&S park op het Kennispark.
  • Vervangingsinvesteringen Onderwijshuisvesting 2017-2020: Vanuit dit plan resteert nog een krediet van 500.000 euro. Deze uitgaven volgen nog tot en met 2024. De looptijd van het krediet wordt daarom verlengd tot en met 2026. De dekking van de kapitaalslasten is al opgenomen in de gemeentebegroting.

 

Toelichting op de overige investeringen:

  • Investeringsfonds DCW: Dit betreft het jaarlijkse budget voor benodigde vervangingen binnen het productiebedrijf Beschut werken.
  • Kop Boulevard: In 2018 heeft de raad een krediet vastgesteld van 15 miljoen euro voor de investeringen in infrastructuur in het plangebied Kop Boulevard en het omliggende gebied. Als onderdeel van de Kop Boulevard wordt ook een gedeelte van de investeringen in de Stadscampus uitgevoerd. Hiervoor is 0,7 miljoen euro krediet van de Stadscampus overgeheveld naar de Kop Boulevard.
  • Centrumkwadraat: In de zomernota 2021 heeft de raad voor de openbare ruimte Centrumkwadraat het krediet beschikbaar gesteld waarbij 1,2 miljoen euro wordt afgedekt uit een rijkssubsidie voor de woningbouwpuls en 1 miljoen euro uit de provinciale subsidie voor de stadsarrangementen. Daarnaast is aanvullend krediet verleend middels raadsvoorstel Herontwikkeling Stationsplein 1a-5 dat wordt ingezet voor de openbare ruimte Centrumkwadraat fase 1.
  • Projecten locatieontwikkeling: De investering is bedoeld als bijdrage aan de opnieuw aan te leggen openbare ruimte in Oost Boswinkel. Oost Boswinkel wordt herontwikkeld door Ons huis.
  • Parkeerbeheer: Het betreft vervanging van sprinklerinstallatie, verlichtingsarmaturen, betaalautomaten, brandmeldcentrale en verlichtingsarmaturen/vloerspots.
  • Water- en klimaatadaptie: De kosten voor deze investeringen worden afgedekt door de te innen rioolheffing. Over 2022-2026 is als gevolg van vertraging het totaalkrediet bijgesteld van 78 miljoen euro naar 69 miljoen euro.
  • Handhaving openbare ruimte: Het gaat hier om de kosten voor de aanschaf van bodycams.
  • Mobiliteitsplan/visie: De vermelde investeringen voor mobiliteit is het totaal van de nog uit te voeren uitgaven voor de jaren 2017-2023. Voor de kredieten uit de jaren 2017-2019 is al tussentijds ingestemd met verlenging van de looptijd van het krediet. Deze vervallen immers standaard na 4 jaren. Bij deze kredieten is vastgesteld dat het gaat om investeringen in maatschappelijk nut in plaats van economisch nut.
  • Overige projecten verkeer: Hierbij gaat het o.a. om investeringen in verkeersveiligheid alsook laadpalen voor elektrische auto’s.
  • Beheer wegen: Deze investeringen komen uit het Wegenbeheersplan 2020-2023.
  • Openbare verlichting: Dit zijn de investeringen vanuit het vastgestelde beleidsplan openbare verlichting 2022-2025.
  • Stadsdeelbeheer: Betreft vervangingsinvesteringen van jaarlijks 1 miljoen euro. Deze kredieten zijn overgezet naar investeringen met maatschappelijk nut nadat is vastgesteld dat het gaat om uitgaven voor groen, speltoestellen en hekwerken.
  • Publieksdienstverlening: Het gaat hier om investeringen in de Easy Cash Machine, de implementatie van iBurgerzaken, de Docudistry Machine en apparatuur ter voorkomen van identiteits- en documentatiefraude.
  • ICT-meerjarenplan: De uitgaven zijn voor vervangingsinvesteringen voor het rekencentrum, werkplekmiddelen voor medewerkers, scanners, telefooncentrale etc. Daarnaast worden de upgrades van software en implementatie van de nieuwe Dimpactomgeving hieruit bekostigd.
  • Huisvesting & services: Deze uitgaven zijn voor vervangingsinvesteringen voor werkplekken ambtelijk personeel, werkplekken vergaderzalen, communicatieapparatuur in vergaderzalen, thuiswerkplekken, vervoersmiddelen, keukeninventaris, etc. Het raamkrediet is bestemd voor vervangingsinvesteringen die niet van tevoren waren gepland maar toch noodzakelijk zijn.
  • Strategische huisvesting: Dit krediet uit 2020 kent de laatste uitgaven in 2023.
  • Huiskamer van de Stad: Bij de verbouwing van het Muziekkwartier worden bijdragen van de deelnemers ter grootte van 3,950 miljoen euro in mindering gebracht. Overigens is zoals gemeld in hoofdstuk 2 de begroting nog niet aangepast op de meest recente ontwikkeling dat de bibliotheek zich heeft teruggetrokken uit het project.
  • Diekman Oost Uitvoeringskrediet: deze uitgaven zijn verschoven van 2023 naar 2024.
  • Nieuwbouw Zwembad: Op 5 juni 2023 heeft de raad ingestemd met de bouw van een nieuw zwembad ter vervanging van het huidige Aquadrome.
  • Verbouwing Kompas: Op 26 juni 2023 heeft de raad ingestemd met deze verbouwing.
  • Vastgoedbedrijf raamkrediet: Dit krediet wordt in 2024 gebruikt voor het verwezenlijken van huurderswensen. De kosten hebben doorwerking in de huurprijs in het kader van de kostprijsdekkende huursystematiek.
  • Vastgoedbedrijf wettelijk en duurzaam: Dit krediet wordt in 2024 gebruikt voor het uitvoeren van werkzaamheden aan panden om te voldoen aan wettelijke normen en verduurzaming. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verwijderen van asbest.
  • Vastgoedbedrijf duurzaamheid: Het gaat hier om de investeringen voor 2022 en 2023 die voor een deel in 2024 worden gedaan.
  • Onderwijshuisvesting: De vermelde investering sluit aan bij het Integraal Huisvestingsplan (IHP). De Raad ontvangt eind 2023 het ‘programma en overzicht 2024 Onderwijshuisvesting’. Hierin staan de beoogde uitgaven in het kader van het IHP 2024 opgenomen.

 

Nieuwe investeringen

Onderstaande tabel bevat de welke nieuwe investeringen die de gemeente wil gaan doen. Het totale volume aan nieuwe investeringen voor 2024 bedraagt 20,2 miljoen euro. Er is ook een doorkijk gegeven van de verwachte uitgaven van deze investeringen voor 2025 en verder. Aangegeven is voor welke investeringen autorisatie in deze begroting wordt gevraagd. Bij goedkeuring van de begroting kan het college voor deze investeringen uitgaven doen.

 

Nieuwe kredieten (Bedragen in 1.000 euro)

Totaal krediet

Autorisatie krediet voor 2023

Verwachte uitgaven




2024 2025 2026 2027 2028 e.v.
Economisch nut              
 Investeringsfonds en DCW 300 jaarlijks  ja   300  300  300  300  0
Totaal Vitaal en sociaal      300  300  300  300  0
Economisch nut              
Parkeerbeheer   112 ja  112  0  0  0  0
Project Varvik-Diekman 3.049  ja 1.249 1.000 800 0 0
Afval   200 jaarlijks ja   200 0  0 0  0
Maatschappelijk nut              
Mobiliteitsplan/visie  86.665 nee  4.751  8.942  10.870  16.067  46.036
Tweede ontsluiting oost (kruising oostweg/N35) 20.000 nee 0 0 5.000 5.000 10.000
Beleidsplan openbare verlichting 2026 e.v. n.n.b. nee 0 0 1.300 1.300 0
Wegenbeheersplan 2024-2027 9.900 nee 2.475 2.475 2.475 2.475 0
Stadsdeelbeheer 1.000 per jaar ja 1.000 1.000 1.000 1.000 0
Groenambitieplan   2.800 ja   400  900  750  750 0
Totaal Duurzaam wonen, leven en werken      10.187  14.317  22.195  26.592  56.036
Economisch nut              
 -              
Totaal Samenleving en bestuur      0  0  0  0  0
Economisch nut              
ICT-meerjarenplan  9.826 ja   2.417  3.171  2.360  1.878  
Huisvesting en services werkplekinrichting 1.873  ja  484  644  710 35  
Huisvesting en services raamkrediet 100 jaarlijks  ja  100  100  100 100  100
Vastgoedbedrijf raamkrediet 550 jaarlijks  ja   550  550  550  550  550
Vastgoedbedrijf wettelijk en duurzaam 450 jaarlijks  ja   450  450  450  450  450
Vastgoedbedrijf duurzaamheid verschillend ja 4.574 5.705 3.136 3.236  
Onderwijshuisvesting 10.926 jaarlijks  ja   400 400   400  400  
Totaal Financiën en organisatie      8.975  11.020  7.706 6.649  1.100
               
Totaal investeringen - economisch nut      10.836  12.320  8.806  6.949  1.100
Totaal investeringen - maatschappelijk nut      8.626  13.317  21.395  26.592  56.036

 

In deze Gemeentebegroting 2024-2027 wordt expliciet instemming gevraagd op een aantal jaarlijkse kredieten voor vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2024. Er is dekking beschikbaar voor de kapitaallasten in de begroting. Het gaat om:

  • Investeringsfonds DCW: Dit betreft het jaarlijkse budget voor benodigde vervangingen binnen het productiebedrijf Beschut werken.
  • Parkeerbeheer: Het gaat om de volgende vervangingen:

o    28.055 euro speedgate Irenegarage

o    42.235 euro liften Mooienhofgarage

o    41.560 euro verlichtingsinstallatie G.J. van Heekgarage

  • Afval: Dit betreft de vervangingsinvesteringen (afvalcontainers) van jaarlijks 200.000 euro.
  • Stadsdeelbeheer: Hierbij gaat het om de vervangingsinvesteringen van jaarlijks 1 miljoen euro. Het gaat om uitgaven voor groen, speltoestellen en hekwerken.
  • ICT-meerjarenplan: De uitgaven zijn voor vervangingsinvesteringen voor het rekencentrum, werkplekmiddelen voor medewerkers, scanners,telefooncentrale. Daarnaast worden de upgrades van software en implementatie van de nieuwe Dimpactomgeving hieruit bekostigd.
  • Huisvesting & services: Deze uitgaven zijn voor vervangingsinvesteringen voor werkplekken ambtelijk personeel, werkplekken vergaderzalen, communicatieapparatuur in vergaderzalen, thuiswerkplekken, vervoersmiddelen, keukeninventaris, etc. Het raamkrediet is bestemd voor vervangingsinvesteringen die niet tevoren waren gepland maar toch noodzakelijk zijn.
  • Vastgoedbedrijf raamkrediet: Dit krediet wordt in 2024 gebruikt voor het verwezenlijken van huurderwensen De huurprijs stijgt hierdoor vanwege de kostprijsdekkende huursystematiek.
  • Vastgoedbedrijf wettelijk en duurzaam: Dit krediet wordt in 2024 gebruikt voor het uitvoeren van werkzaamheden aan panden om te voldoen aan wettelijke normen en verduurzaming. Denk hier bijvoorbeeld aan het verwijderen van asbest.
  • Duurzaamheidsinvesteringen 2024 vastgoedbedrijf: Er wordt 4,6 miljoen euro krediet gevraagd in deze begroting. Op 7 juni 2022 is door de raad ingestemd met het beleidskader vastgoed. In dit raadsbesluit is opgenomen dat het verduurzamingsprogramma van circa 3 miljoen euro per jaar wordt gedekt vanuit de budgetten bij het vastgoedbedrijf en dat in de begroting wordt aangegeven welke concrete investeringen zullen worden gedaan. De reeds aangevraagde kredieten zijn voor de 2024 voldoende vanwege vooruitgeschoven investeringen. Het nieuwe krediet dat wordt aangevraagd zal worden gebruikt voor de investeringen in het Kompas en voor de verduurzaming van de IJsbaan. De verduurzaming van het Kompas was geen onderdeel van het krediet dat op 26 juni 2023 is verstrekt door de raad (zie lopende investeringen). In dit voorstel is vermeld dat de benodigde duurzaamheidsuitgaven al onderdeel zijn van het raadsbesluit uit november 2021 voor verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed.
  • Onderwijshuisvesting: De vermelde investering sluit aan bij het Integraal Huisvestingsplan (IHP). De Raad ontvangt eind 2023 het ‘programma en overzicht 2024 Onderwijshuisvesting’. Hierin staan de beoogde uitgaven in het kader van het IHP 2024 opgenomen. De gelden worden ingezet voor uitbreiding en het herstel van constructiefouten van scholen voor primair, speciaal (voorgezet) en voortgezet onderwijs.

 

Daarnaast wordt instemming gevraagd op enkele andere kredieten waarvoor de dekking is vastgesteld:

  • Project Varvik-Diekman: Op 6 maart 2023 heeft de raad kennis genomen van de getekende exploitatieovereenkomst met woningcorporatie Domijn en een krediet vastgesteld voor de plankosten van 372.500 euro. In de exploitatieovereenkomst is de bijdrage van Domijn aan de werken in de openbare ruimte op hoofdlijnen opgetekend. In de loop van 2023 is de bijdrage van Domijn nader vastgesteld. Het overeengekomen bedrag van 3,049 miljoen euro zal dit najaar worden opgenomen in een addendum op de getekende exploitatieovereenkomst en in de periode 2024-2027 worden ontvangen en uitgegeven door de gemeente Enschede. De dekking van dit krediet komt uit de bijdrage van Domijn.
  • Groenambitieplan: Budget voor kapitaallasten voor het plan zijn opgenomen in de Zomernota 2023. Het gaat om reguliere investeringsmiddelen om structureel te investeren in het vergroenen vanuit het groenambitieplan.

 

Toelichting op de overige investeringen waarvoor geen autorisatie voor krediet wordt gevraagd in deze begroting:

  • Mobiliteitsvisie/plan: Voor mobiliteit wordt jaarlijks separaat een voorstel aan de raad voorgelegd met een toelichting op de projecten voor het eerstkomende jaar. Ook bij deze kredieten is vastgesteld dat het gaat om investeringen in maatschappelijk nut in plaats van economisch nut.
  • Tweede ontsluiting Oost (kruising Oostweg.N35): De autorisatie voor het krediet volgt bij jaarschijf budget mobiliteit 2025. De kapitaallasten zijn al geautoriseerd in Zomernota 2023.
  • Beleidsplan Openbare verlichting 2026 e.v.: Het beleidsplan vanaf 2026 wordt t.z.t. voorgelegd aan de raad.
  • Wegenbeheersplan 2024-2027: Het beleidsplan wordt in najaar 2023 aan raad aangeboden. In de zomernota 2023 zijn al extra middelen toegekend voor de oplopende kapitaallasten.