3. Paragrafen

Dit hoofdstuk bestaat uit elf paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting en jaarrekening opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen:

  • Het onderwerp heeft een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’s.
  • Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken.

Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De Programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering en programma-overstijgend zijn.

 

Welke paragrafen zijn er?
De volgende acht paragrafen zijn voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV):

  • Lokale heffingen
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Financiering
  • Bedrijfsvoering
  • Verbonden partijen
  • Grondbeleid
  • Openbaarheid

Daarnaast zijn drie paragrafen opgenomen, omdat wij het van belang vinden om deze onderwerpen in samenhang te presenteren:

  • Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken
  • Subsidieverwerving
  • Investeringen

3.1. Lokale heffingen

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze heffingen zijn één van de gemeentelijke inkomstenbronnen die vooral inwoners moeten opbrengen. De lokale heffingen onderscheiden we in heffingen waarvan de besteding gebonden is en in heffingen waarvan de besteding ongebonden is.

Ongebonden belastingen Gebonden belastingen

Hondenbelasting
Onroerendezaakbelastingen
Precariobelasting
Reclamebelasting
Toeristenbelasting

Parkeerbelastingen

Afvalstoffenheffing
Bijdrage Bedrijven Investering Zone

Rioolheffing
Leges en Rechten:
   - Leges algemene dienstverlening
   - Leges fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
   - Leges dienstverlening vallend onder Europese dienstrichtlijn.

   - Begraafplaatsrechten

 

Ongebonden belastingen rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden belastingen verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen.

 

Geraamde en gerealiseerde inkomsten

 

Heffingen Realisatie 2022 Raming 2023 Realisatie 2023 Raming 2024 Realisatie 2024
         
Huwelijk en geregistreerd partnerschap 50.000 206.000 211.000 222.000 174.000
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen 1.614.000 1.760.000 1.551.000 3.066.000 3.285.000
Documentatie bevolking 37.000 35.000 39.000 33.000 69.000
Verstrekken inlichtingen GBA 59.000 67.000 84.000 91.000 108.000
Overige publiekszaken 404.000 609.000 319.000 238.000 443.000
Overige verrichtingen archief

0

0 0 0 0
Leges telecommunicatie 101.000 115.000 107.000 119.000 399.000
Vergunningen 4.450.000 4.728.000 5.754.000 4.391.000 4.567.000
Kort parkeren, garages, abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal)* 8.121.000 8.676.000 9.328.000 8.865.000 9.709.000
Fiscale vergunningen* 819.000 830.000 1.032.000 900.000 704.000
Fiscaal straat- en terreinenparkeren* 2.982.000 3.300.000  3.302.000  4.183.000 3.995.000
Fiscalisering (naheffing)* 531.000 849.000 860.000 881.000 1.114.000
Begraafrechten (exclusief onderhoud gedenkparken) 584.000 573.000 533.000 583.000 537.000
Havengelden 49.000 47.000 42.000 47.000 50.000
Marktgelden 249.000 270.000 68.000 0 0
Afvalstoffenheffing (netto) 16.415.000 16.877.000 16.839.685 19.145.000 18.904.000
Afvalstoffenheffing - kwijtschelding -2.434.000 -2.400.000 -2.260.000 -2.400.000 -2.175.000
Afvalstoffen - oninbaar -256.000 -240.000 -231.315 -240.000 -331.000
Rioolheffing (netto, inclusief grootverbruik) 18.546.000 18.847.000 19.288.000 19.789.000 20.360.000
Rioolheffing - kwijtschelding -2.611.000 -2.792.000 -2.461.500 -2.881.000 -2.178.000
Rioolheffing - oninbaar -214.000 -276.000 -253.000 -292.000 -406.000
           
Hondenbelastingen 906.000 910.000 927.000 910.000 913.000
Precariobelastingen 344.000 320.000 494.000 350.000 425.000
Toeristenbelasting 401.000 600.000 927.000 700.000 913.000
Reclamebelasting 168.000 190.000 207.000 197.000 197.000
OZB woningen 23.165.000 23.370.000 23.450.000 24.390.000 24.468.000
OZB eigenaar niet-woningen 17.076.000 17.184.000 17.509.000 17.929.000 18.662.000
OZB gebruiker niet-woningen 12.043.000 12.355.000 12.646.000 12.890.000 13.186.000

 

Vergunningen

De werkelijke legesinkomsten voor 2024 zijn licht hoger dan de verwachting zoals die is opgenomen in de Gemeentebegroting 2024-2027. Het resultaat is ultimo 2024 4.567.000 euro ten opzichte van een begroting van 4.391.000 euro. De onzekerheid rond het stikstofdossier in combinatie met de stijging van de bouwkosten heeft vooralsnog niet geleid tot lagere legesinkomsten.

Daartegenover staat wel een stijging van de personeelskosten als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt (hogere tarieven inhuur) en extra inzet van capaciteit door de problemen met het nieuwe vergunningssysteem CLO. Hierdoor is het noodzakelijk om een onttrekking te doen uit de “egalisatiereserve bouwvergunning” van 313.000 euro.

 

Precariobelasting

Het voordeel op de precariobelasting is het effect van de terrassenvisie, die vergroting van de zomerterrassen mogelijk maakt. Dit levert meer inkomsten op. In de gemeentebegroting 2025 is het effect daarvan ook begrotingstechnisch verwerkt.

 

Toeristenbelasting

De begrote cijfers betreffen de voorlopige aanslag van het GBTwente. De definitieve realisatie van 2024 bestaat voor ca. 30% uit de definitieve aanslag toeristenbelasting 2023. De definitieve aanslag wordt aan de ondernemers opgelegd, nadat zij het definitief aantal overnachtingen hebben opgegeven.

 

OZB

De opbrengst OZB-eigenaren is praktisch conform begroting. Bij de niet-woningen (bedrijfspanden ea.) is sprake van een meeropbrengst. Deze wordt veroorzaakt door:

  • De WOZ-waardes die in de coronaperiode verlaagd moesten worden, omdat de objecten niet regulier gebruikt konden worden, zijn inmiddels weer op normaal niveau.
  • De afhandeling van bezwaar-/beroepschriften heeft invloed op de realisatie van de opbrengst, evenals nieuw- en verbouw.
  • Tenslotte loopt bij GBTwente de waardering van WOZ niet-woningen nog door, nadat het tarief voor het nieuwe belastingjaar is bepaald.

 

Afvalstoffen

De afvalstoffenheffing is een gebonden belasting (bestemmingsheffing). Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn.

 

De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. In de raadsvergadering van 18 april 2016 heeft de gemeenteraad besloten over te gaan tot tariefdifferentiatie (Diftar) op basis van een vast tarief en een variabel tarief. Door meer gescheiden (waardevolle) grondstromen (huis-aan-huis) in te zamelen wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen, maar worden ook de totale lasten voor de inzameling en verwerking verlaagd en de totale baten uit overige afvalstromen waar mogelijk verhoogd.

 

Tot en met 2016 hanteerden wij een tariefdifferentiatie op basis van het aantal personen per huishouden (één- en meerpersoons huishouden). Vanaf 2017 betaalt elk perceel een vast bedrag met een opslag al naar gelang de grootte van de restcontainer en het aantal aanbiedingen. Het gemiddelde aantal aanbiedingen bedraagt 7.

 

Riolering

De rioolheffing is een gebonden belasting (bestemmingsheffing). Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengst van de rioolheffing mag dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het rioolheffing tarief ligt in het door de Raad vastgestelde Water- en Klimaatadaptatieplan Gemeente Enschede 2022-2026, "Verder bouwen aan een groen-blauw Enschede". In dit plan staat dat de stijging van de rioolheffing vanaf 2023 2,6% per jaar bedraagt (1,6% inflatie en 1%v onvoorzien externe factoren), inclusief loon- en prijscompensatie. Echter in 2024 is de inflatie hoger, voor 2024 is het tarief ook op 3,9% vastgesteld. Het tarief voor 2024 is vastgesteld op 292,50 euro, indien er 500 m3 of minder wordt afgevoerd. Boven de 500 m3 is het tarief gestaffeld een variabel bedrag per m3 lozing.

 

Kostendekkendheid gebonden belastingen

In onderstaande tabel en bijbehorende toelichting, wordt inzicht gegeven in de toerekening van de overhead, de totale lasten en baten en de daaruit voortvloeiende kostendekkendheid per taakveld.

 

 

Activiteitgroep
Bedragen in 1.000 euro
Lasten
Taakvelden
Overhead BTW Totale
lasten
Heffingen
(Baten)
Overige
Baten
Totaal
Baten
Kosten-
dekkendheid
Afvalstoffenheffing (afvalstoffenverordening) 24.271 223 3.245 27.738 21.410 8.503 29.913 100%
Kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing         -2.175   -2.175  
Rioolheffing 18.883 717 760 20.360 22.539 0 22.539 100%
Kwijtschelding rioolheffing         -2.178   -2.178  
Begraafplaatsrechten (exclusief onderhoud gedenkparken) 945 0 81 1.026 537 88 625 72%
Subtotaal Heffingen 44.099 940 4.086 49.124 40.133 8.591 48.724  

Leges algemene Dienstverlening (Leges Titel 1 Legesverordening)

 

3.607 1.020 0 4.627 4.169 0 4.169 90%
Leges dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/vergunningen (Leges Titel 2 Legesverordening) 1.346 3.157 11 4.514 4.336 0 4.336 96%
Leges dienstverlening vallend onder Europese dienstrichtlijn (leges Titel 3 Legesverordening) 36 83 0 119 108 0 108 91%
Subtotaal Leges 4.989 4.260 11 9.260 8.613 0 8.613  
Totaal 49.088 5.200 4.097 58.384 48.746 8.591 57.337  

 

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing valt gesaldeerd uiteen in de volgende taakvelden:

  • 7.3 Afval -2.457.000 euro (betreft zowel de baten als de exploitatielasten, waaronder de lasten van inzameling en verwerking van afvalstromen, kapitaallasten, btw etc);
  • 0.4 Ondersteuning organisatie 223.000 euro (betreft facilitaire- en programma overhead);
  • 2.1 Verkeer en vervoer 59.000 euro (machinaal vegen);
  • 6.3 Inkomensregelingen, 2.175.000 euro (kwijtschelding, gemiddeld 32 euro per huishouden)

 

Rioolheffing

De rioolheffing valt gesaldeerd uiteen in de volgende taakvelden:

  • 7.2 Riolering                              - 3.223.000  euro (betreft zowel de baten als de exploitatielasten, waaronder kapitaallasten, onderhoud, btw, etc.);
  • 0.4 Ondersteuning organisatie       717.000 euro (betreft facilitaire overhead en programma overhead);
  • 2.1 Verkeer en vervoer                   327.000 euro (machinaal vegen);
  • 6.3 Inkomensregelingen              2.178.000 euro (kwijtschelding).

 

Leges algemene Dienstverlening

De leges algemene dienstverlening bestaan uit de volgende taakvelden: 0.2 Burgerzaken, 0.4 ondersteuning organisatie. Circa 80% van de inkomsten bestaat uit leges voor reisdocumenten en rijbewijzen en naturalisatie. De leges uit reisdocumenten zijn aanzienlijk toegenomen. Dit komt doordat de paspoortberg is begonnen in 2024. Deze loopt door tot en met 2028. De oorzaak van de paspoortberg is dat in 2014 de geldigheidsduur van een paspoort van 5 jaar naar 10 jaar is verlengt.

In 2024 was het voor woningzoekenden noodzakelijk om een uittreksel BRP aan te vragen, vanwege de eisen van woningcorporaties. Technisch was het niet mogelijk om dit geautomatiseerd uit te wisselen. Vandaar dat we een stijging hebben gezien. In 2025 is dit technisch wel mogelijk en verwachten we een afname. Het uittreksel BRP staat nog onder de oude naam verstrekking inlichtingen GBA.

We zien een aanzienlijke plus onder de Overige publiekszaken. Dit komt doordat het verwachte aantal naturalisaties te voorzichtig zijn begroot.

 

Leges dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Vergunningen bestaat uit de taakvelden 8.3 Wonen en bouwen en 7.4 Milieubeheer. Volgens de gemeentewet is kruissubsidiering tussen deze verschillende producten mogelijk met een maximum van 100% kostendekkendheid. Binnen de gemeente Enschede hanteren we, conform afspraak, dit wettelijk uitgangspunt voor deze taakvelden, ondanks dat de Hoge Raad in 2015 heeft bepaald dat kruissubsidiering binnen de hele legesverordening mogelijk is.

 

Dienstverlening vallend onder Europese dienstrichtlijn

Dit betreft de leges voor Evenementenvergunningen, Prostitutievergunningen en de Drank en Horecavergunningen.

 

Woonlastenontwikkeling

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling:

 

Woonlastenontwikkeling 2021 2022 2023 2024 2025 2026

OZB Eigenaar woning 1)

300,30 305,79 401,001) 417,48 455,40 465,62

Afvalstoffenheffing (meerpersoons)  

281,28 288,92 297,84 320,76 314,98 314,98
Rioolheffing 270,60 274,40 281,50 292,50 292,50 301,80
Totaal 852,18 869,11 980,34 1.030,74 1.062,88 1.082,4
Ontwikkeling woonlasten (%) 2,8 1,8   5,1 3,1 1,8
Inflatiecorrectie (gemeentebegroting) 1,6 1,4 2,3 3,9 2,2  

 

1) Met ingang van 2023 hanteert het Coelo voor deze gegevens alleen de woningen van particuliere eigenaren. Omdat de sociale woningvoorraad niet meer meetelt, ligt het bedrag van de gemiddelde OZB-beschikking hoger.
In verband met deze 'definitie' wijziging, is er geen indexatie van woonlasten aangegeven in 2024.

 

3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

 

Inleiding

Deze paragraaf gaat nader in op de financiële conditie van de gemeente. Eerst wordt ingegaan op de weerstandsratio. Dit is een kengetal welke wordt gebruikt om te bepalen of de gemeente voldoende in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Daarna wordt op basis van een bredere analyse van financiële kengetallen een oordeel gevormd over hoe de gemeente Enschede er financieel voorstaat.

 

Weerstandsratio

 

De weerstandsratio is een verhoudingsgetal tussen de financiële risico’s die de gemeente loopt en de financiële buffers die beschikbaar zijn om die op te vangen als ze zich voordoen. In de nota risicomanagement en weerbaarheid zijn de uitgangspunten voor onze risicobeheersingsaanpak vastgesteld. Het gaat daarbij onder andere om:

  • stille reserves worden niet meegeteld
  • de reserve grondbedrijf telt mee tot het niveau van de ratio grondbedrijf van 1,0. Het surplus daarboven telt niet mee, omdat die middelen niet bedoeld zijn voor het afdekken van risico’s buiten het grondbedrijf. Deze middelen zijn bedoeld voor investeringen in het grondbedrijf en de strategische investeringsagenda.
  • Het grondbedrijf houdt afdoende reserves aan om zijn eigen risico’s op te vangen. Daarom is een spelregel opgenomen dat de reserve grondbedrijf een minimale omvang heeft van 30% van het onderhanden werk en strategische grondvoorraad in het grondbedrijf. Daarmee is altijd een stevige buffer beschikbaar om afboekingen zelf op te kunnen vangen.

Onderstaande tabel toont het verloop van de weerstandsratio en de verschillende componenten daarbinnen. Hierbij is rekening gehouden met het saldo middelenkader uit de begroting 2025 tot en met 2028.

 

 

Verloop 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Ratio weerstandsvermogen na jaarrekening 2024* 1,73 1,83 1,63 1,15 0,76 0,58 
Beschikbare weerstandscapaciteit (mln euro)* 73,5 91,0 81,2 57,0 37,8 28,6
- Reserve weerstandsvermogen* 61,7 73,9 64,1 39,9 20,7 11,5
- Reserve grondbedrijf (excl. surplus) 11,8 17,1 17,1 17,1 17,1 17,1 
Benodigde weerstandscapaciteit (mln euro) 42,4 49,7 49,7 49,7 49,7 49,7 
- Risico’s grondbedrijf 11,8 17,1 17,1 17,1 17,1 17,1 
- Risico’s overig 30,6 32,6 32,6 32,6 32,6 32,6 

 

*  Bij deze cijfers is rekening gehouden met de onttrekking van het nadelig jaarresultaat 2024 aan de algemene reserve. 

 

De ratio weerstandsvermogen eind 2024 is 1,83. De ratio daalt de komende jaren door uitnamen uit de algemene reserve vanwege tekorten in het middelenkader. In de jaren t/m 2026 bevindt de ratio zich nog boven de ondergrens van de door de raad vastgestelde norm (1,0 - 1,4). Vanaf het ravijnjaar 2026 zijn de uitnamen echter zo groot, dat de ratio uiteindelijk onder de ondergrens daalt. Dit komt overeen met het beeld dat bij de gemeentebegroting 2025-2028 is geschetst. Bij de zomernota volgt een geactualiseerd beeld op basis van recente ontwikkelingen.

 

De beschikbare weerstandscapaciteit is afgelopen jaar met 17,5 miljoen euro toegenomen. Deze toename betreft door de raad vastgestelde mutaties, waaronder het besluit om de effecten uit de circulaires gemeentefonds direct te verrekenen met de reserve Weerstandsvermogen. In 2024 gaat het om een toevoeging aan de reserve van 15,8 miljoen euro. Verder is 14,4 miljoen euro toegevoegd vanuit de resultaatbestemming 2023. Ook is al rekening gehouden met een onttrekking van het nadelig jaarresultaat over 2024 van 16,3 miljoen euro.

Het deel van de reserve grondbedrijf dat meetelt als weerstandsvermogen is toegenomen met 5,3 miljoen euro. De reserve grondbedrijf bedraagt ultimo 2024 overigens 34,8 miljoen euro. Hiervan tellen we 17,1 miljoen euro mee, zijnde het totaal van de risico's van het grondbedrijf. De overige 17,7 miljoen euro surplus in de reserve grondbedrijf is bedoeld voor investeringen in het grondbedrijf, de investeringsagenda en een bijdrage Oekraïne.

 

De benodigde weerstandscapaciteit is in 2024 toegenomen met 7,3 miljoen euro. Voor 5,3 miljoen euro wordt dit veroorzaakt door toename van risico’s in het grondbedrijf, o.a. door toevoeging van de grondexploitatie de Eschmarke. Dit is de uitkomst van het MPG waarbij de risico’s van alle individuele grondcomplexen zijn geactualiseerd en samengebracht in één grote risicosimulatie. Daarbij is ook gerekend met een verzwaard worst case scenario, waarin de mogelijke effecten van een terugval van de vastgoedmarkt zijn meegenomen, zoals deze zich ook gedurende 2009-2013 heeft voorgedaan. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en het Meerjaren Perspectief Grondbeleid 2025. De overige risico’s zijn in 2024 toegenomen met 2,0 miljoen euro. Hieronder volgt de tabel met de 10 belangrijkste overige risico's en een korte toelichting. Opgemerkt wordt dat dit de stand eind 2024 is. Bij de zomernota volgt een actualisatie op basis van recente ontwikkelingen.

 

Onderwerp (bedragen x 1 miljoen euro) Kans jaarrekening 2024 Financieel gevolg jaarrekening 2024 Kans begroting 2025 Financieel gevolg begroting 2025
Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden. *) 90% 26,8 90% 21,6
Onvoorziene bijdragen aan de risico's van gemeenschappelijke regelingen (TecBT, RBT) en overige verbonden partijen  90% 3,1 90% 4,2
Risico's van Jeugdhulp, Wmo en sport gediff. (16%) 12,3 gediff. (25%) 11,4
Calamiteiten binnen de gemeente 10% 17,0 10% 15,0
FC Twente  10% 16,4 10% 16,4
Participatiewet (oa BUIG) / schuldhulpverlening) gediff. (61%) 2,5 gediff. (59%) 2,5
Overige onvoorziene risico's, waaronder de projectrisico's op het gebied  van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten 50% 2,5 50% 2,5
Onderwijs 85% 0,6 70% 0,6
AVG 50% 0,7 50% 0,7
Wegvallen werken voor derden 30% 1,0 30% 1,0

 

  • Het conjunctuurrisico is gestegen met 5,2 miljoen euro. Deze stijging houdt vooral verband met toenemende exploitatiebaten volgens onze begroting, waardoor een terugval ons extra raakt. De actuele inschatting van het conjunctuurrisico is gemaakt aan de hand van de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën’ 2025 en CPB gegevens van maart 2025. Deze test van de VNG is een stresstest waarmee de ombuigingsopgave voor een gemeente in kaart kan worden gebracht, die nodig is bij een gestandaardiseerd slechtweer-scenario. In onze weerstandsratio houden wij er nu rekening mee dat het eerste jaar van een recessie opgevangen kan worden vanuit de financiële positie, waarbij na dit eerste jaar moet worden bijgestuurd;
  • Het risico verbonden partijen betreft de risico’s van de gemeenschappelijke regeling TecBT. Dit risico is gedaald met 1,1 miljoen euro en is bepaald op basis van de actualisatie van de exploitatie TecBT bij de jaarrekening 2024. De daling wordt verklaard doordat het risico van een uitfasering van de uitgifte van kavels op het bedrijvenpark zich heeft voorgedaan. Het effect daarvan is in de grondexploitatie TecBT verwerkt;
  • De risico’s omtrent jeugdhulp, Wmo en sport zijn van 11,4 naar 12,3 miljoen euro gestegen. Deze stijging is vooral te verklaren door de bezuinigingsopgave centrumtaak MO en de verschuiving van de kosten die hiermee gepaard gaan. De vraag is of de activiteiten die onder de "reguliere Wmo" vallen gedekt kunnen worden door het beschikbare Wmo-budget. Daarnaast is het nog steeds een groot risico dat inspanningen ten aanzien van de strategieën duurzame Jeugd en Wmo, niet leiden tot beoogde besparingen;
  • Het risico op calamiteiten is verhoogd van 15 naar 17 miljoen euro. Dit op basis van een geactualiseerde berekening van de financiële gevolgen van cybercrime en hacks. De kans is gelijk gehouden;
  • Het risico van de verstrekte en gewaarborgde leningen FC Twente is gelijk gebleven ten opzichte van de laatste actualisatie volgens de begroting 2025. In die begroting is het risico naar beneden bijgesteld, met 2,6 miljoen euro en een aangepaste kans van 10%. Dit vloeit voort uit de herziening van de verstrekte achtergestelde lening aan FC Twente, waartoe de gemeenteraad in maart 2024 heeft besloten. Voor de beoordeling van de kansinschatting wordt gebruik gemaakt van objectieve criteria gebaseerd op het financiële beoordelingssysteem van de KNVB (FRS) en het wel of niet voldoen aan de afgesproken financiële verplichtingen van de geldlening. De FRS-score wordt door de KNVB uitgevoerd op basis van door een accountant beoordeelde jaar- en prognosecijfers;
  • Het risico op het product Arbeidsmarkt (Participatiewet) is gelijk gebleven. Dit risico wordt met name veroorzaakt doordat bij de zomernota 2024 in het kader van het realistischer/offensiever begroten er structureel 1 miljoen euro meer ingezet is voor het middelenkader. Terwijl het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd.

Scenario’s

Ondanks een grondige aanpak blijft het inschatten van risico’s deels subjectief. Om een goed beeld te krijgen van de financiële weerbaarheid van de gemeente is het relevant te laten zien hoe de weerstandsratio zich ontwikkelt indien zich onverwachte grote tegenvallers zouden voordoen. Denk daarbij aan mogelijke tegenvallers in de algemene uitkering of bij de transformatie in het sociale domein. Of aan nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen, een onverhoopt faillissement bij FC Twente waardoor de gemeente haar vordering geheel af moet schrijven of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit. Dit soort tegenvallers hebben invloed op de eerder gepresenteerde doorkijk. De gevolgen voor de algemene reserve en de ratio weerstandsvermogen zijn in onderstaande tabellen opgenomen om een beeld te geven hoe volatiel de weerstandsratio is. Daarbij zijn een viertal scenario’s doorgerekend:

  1. Een incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2025
  2. Een incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2025
  3. Een structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2025
  4. Een structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2025 

 

Ratio weerstandsvermogen 2024 2025 2026 2027 2028
Incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2024 1,83 1,43 0,94 0,56 0,37
Incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2024 1,83 1,23 0,74 0,36 0,17
Structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2024 1,83 1,53 0,94 0,46 0,17
Structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2024 1,83 1,43 0,74 0,16 -0,23

 

 

Algemene reserve 2024 2025 2026 2027 2028
Incidentele tegenvaller van 10 miljoen euro in 2024 91 71 47 28 19
Incidentele tegenvaller van 20 miljoen euro in 2024 91 61 37 18 9
Structurele tegenvaller van 5 miljoen euro vanaf 2024 91 76 47 23 9
Structurele tegenvaller van 10 miljoen euro vanaf 2024 91 71 37 8 -11

 

In bovenstaande tabellen is te zien dat incidentele tegenvallers, zoals bijvoorbeeld een faillissement bij FC Twente, in eerste instantie nog op te vangen zijn. Door de tekorten op het middelenkader vanaf het ravijnjaar 2026 en het schrappen van het spaarprogramma, daalt de ratio uiteindelijk fors onder de door de raad vastgestelde norm. Bij structurele tegenvallers, zoals bijvoorbeeld een daling van de algemene uitkering, komt de weerstandsratio nog dieper in een dalende trend. In beide gevallen is bijsturing noodzakelijk om de dalende trend te keren.

 

Financiële kengetallen
In lijn met de nota risicomanagement en weerbaarheid beoordelen we de financiële positie van de gemeente door naar een bredere set kengetallen te kijken dan alleen de weerstandsratio. Deze staan in de tabel hieronder. Daarbij zijn ook de normen opgenomen die we in de nota risicomanagement en weerbaarheid gebruiken voor een oordeel goed. Samen geven ze een volledig beeld van hoe de gemeente er financieel voorstaat.

 

    Signalerings- waarde 2023 2024 2025 2026 2027 2028
0 Weerstandsratio < 0,8

1,73

1,83 1,63 1,15 0,76 0,58
1A Netto schuldquote > 130%

18%

21% 30% 41% 52% 43%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen   17% 19% 29% 40% 51% 42%
2 Solvabiliteit < 20% 33% 34% 29% 24% 21% 21%
3 Grondexploitatie > 35% 0% 1% 1% 1% 1% 1%
4 Netto investeringsquote* < 0% of > 5% -1,2% 0,5% 2,1% 4,2% 6,6% 4,8%
5 Structurele exploitatieruimte < 0% 3,3% 2,5% 0,0% -1,9% -1,5% -0,7%
6 Belastingcapaciteit > 105% 108% 109% 107% 107% 106% 106%

 

Op basis van deze financiële kengetallen staat Enschede er eind 2024 financieel gezien solide voor. Er zijn voldoende buffers om tegenvallers op te vangen. De schulden zijn laag. De solvabiliteitsratio is voldoende op niveau. Er zijn nauwelijks risico’s op grondposities. Het investeringsniveau is weer op peil gebracht. En de structurele baten en lasten zijn met elkaar in balans. Wel ligt de belastingdruk nog boven gemiddeld, waarbij wordt opgemerkt dat deze de afgelopen jaren wel enigszins is afgenomen. Vooruitkijkend zien we echter vanaf 2026 een duidelijke verslechtering in de financiële positie. Door de terugval in het gemeentefonds en het daardoor ontstane begrotingstekort slaat de balans tussen structurele baten en lasten negatief uit. Zonder bijsturing of extra middelen vanuit het Rijk wordt vanaf dat moment dus elk jaar ingeteerd op de reserves. Daardoor neemt de solvabiliteitsratio af en daalt de weerstandsratio onder 1,0. 

 

Hierna worden de individuele financiële kengetallen van nadere toelichting voorzien. Daarbij beoordelen we vooral de trendmatige ontwikkeling. 

 

Netto schuldquote 

De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle doorverstrekte leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de door de gemeente verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de voorbije periode tot 2023 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. Dit houdt vooral verband met de aflossingen van langlopende geldleningen en de toename van de eigen middelen (baten). De doorkijk van dit kengetal laat een positief beeld zien. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich alle jaren duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130% en ook onder de waarden van referentiegemeenten. Het beleid van de afgelopen jaren om schulden af te bouwen maakt dat in de begroting meer ruimte beschikbaar is om andere lasten op te vangen.

 

 

 

 

 

 

 

Solvabiliteitsratio 

De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Enschede had sinds de forse afboekingen op grondposities in 2012 een lage solvabiliteitsratio en heeft sinds die tijd met een spaarprogramma ingezet op verbetering van de algemene reserve en de solvabiliteit. Tevens is bewust gestuurd op het verlagen van de schuldpositie. Hierdoor is de solvabiliteit en de weerstandsratio weer goed op niveau. Inmiddels heeft de raad dan ook het spaarprogramma opgeheven. Vanaf 2024 zien we de solvabiliteitsratio wel dalen door het flinke tekort in het middelenkader. 

 

 

 

Kengetal grondexploitatie

Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond (bouwgrond in exploitatie) is van belang, omdat deze waarde nog moet worden terugverdiend door verkopen. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat de gemeente in de toekomst nog inspanningen moet verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. De grafiek laat zien dat Enschede nog maar over een zeer beperkte grondpositie beschikt. Vanaf 2016 bevindt het kengetal zich nog slechts tussen 1 en 5%. Dit komt vooral doordat er sterk is ingezet op het verkleinen van de risico's en het verbeteren van de financiële positie. De raadsbesluiten Richting aan ruimte (heroverweging van projecten) en de Visie werklocaties (uitname van bedrijventerreinen) zijn hiervan het gevolg. De beperkte grondpositie beïnvloedt wel de mogelijkheden om als stad naar de toekomst groei te realiseren. Dit kengetal kan de komende jaren gaan stijgen als gevolg van nieuwe grondexploitaties, Centrumkwadraat en Leuriks Oost in 2021, Versnelling Cromhoff en Velve Kleine Bouwplannen in 2022, de woonwagenlocatie Twekkelerbeekweg in 2023, Eschmarkerveld in 2024 en in de toekomst nieuw te openen grondexploitaties uit de strategische investeringsagenda.

 

 

Netto investeringsquote

De netto investeringsquote geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente investeert in activa. Activa zijn objecten die een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Denk aan gebouwen, sportaccommodaties, wegen, gronden, riolering, parkeergarages, aandelen/deelnemingen. Het kengetal bekijkt of de waarde van de activa die de gemeente bezit stijgt in vergelijking met enkele jaren terug. De uitkomst van de netto investeringsquote hoort normaal gesproken gematigd positief te zijn met een streefwaarde tussen 1% en 4%. Dit omdat de investeringen door inflatie duurder worden, maar ook doordat door economische groei en inwonersgroei jaarlijks meer publieke investeringen zoals wegen en scholen nodig zijn. In onderstaande grafiek is te zien dat Enschede jarenlang terughoudend heeft geïnvesteerd. Eigenlijk is vanaf 2010 al sprake van een lage of negatieve score op de investeringsquote, terwijl vergelijkbare gemeenten in de klasse 150.000 tot 250.000 inwoners veelal rond de 2,5 a 3% per jaar uitkomen. Om een aanvaardbaar voorzieningenniveau te behouden en om toekomstige groei van de stad mogelijk te maken, is de afgelopen jaren ingezet op het op peil brengen van het investeringsniveau. Hiervoor is onder andere een strategische investeringsagenda ingesteld, maar we investeren bijvoorbeeld ook in onderwijshuisvesting en verduurzaming van eigen vastgoed. Daarmee loopt de investeringsquote de komende jaren weer op.

 

 

 

 

Structurele exploitatieruimte  

De netto schuldquote, solvabiliteitsratio en grondexploitatie zeggen vooral iets over de financiële conditie van de balans van de gemeente. Het is ook van belang om te kijken naar de financiële ruimte in de exploitatie, oftewel de structurele exploitatieruimte. Wanneer de structurele inkomsten niet groot genoeg zijn om de structurele lasten te dekken, zal de balans op termijn steeds verder verslechteren. Daarom is dit ook een kengetal waar de provincie in zijn rol als toezichthouder veel waarde aan hecht. Indien de structurele exploitatieruimte meerjarig negatief is kan dit voor de provincie aanleiding zijn om de gemeente onder preventief toezicht te plaatsen. In de grafiek is te zien dat in 2024 en 2025 nog sprake was van licht positieve structurele exploitatieruimte. Vanaf 2026 is echter sprake van negatieve structurele exploitatieruimte. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de sterke daling in de rijksmiddelen vanaf 2026. In de begroting 2025-2028 is besloten hierop nog niet bij te sturen en in te zetten op een flinke lobby richting het Rijk om het ravijn in de rijksmiddelen in deze jaren te herstellen. Mocht dit niets opleveren dan zijn bij de komende zomernota ingrijpende bezuinigingen nodig.

 

 

 

 

 

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde (=100%). Dit is een belangrijk kengetal, omdat het ook een indicatie geeft voor de financiële positie van de gemeente. Een gemeente met een hoge belastingdruk heeft die belastingen waarschijnlijk hard nodig om de exploitatie sluitend te krijgen. Het is voor zo’n gemeente vervolgens minder goed mogelijk de belastingen verder te verhogen in het geval zich financiële tegenvallers voordoen. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit in Enschede zit al jaren boven het landelijk gemiddelde. De laatste jaren is er echter sprake van een daling. Dat komt doordat Enschede geen of slechts beperkte lastenverhogingen doorvoert, terwijl dat in andere gemeenten wel het geval is.

 

 

 

3.3. Onderhoud kapitaalgoederen

Dit onderdeel gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen, riolering, gebouwen, infrastructurele kunstwerken en dergelijke. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie.

In relatie tot het beheer van de openbare ruimte is een aantal categorieën van kapitaalgoederen te onderkennen waarop onderhoud van toepassing is. Te weten:

  • Wegen en Infrastructurele kunstwerken
  • Havens
  • Riolering en water
  • Groen
  • Openbare verlichting
  • Parkeervoorzieningen
  • Vastgoed
  • Onderwijsgebouwen
  • Sportaccommodaties.

Wegen en infrastructurele kunstwerken

Kerncijfers 2024

Verhardingssoorten M2
Asfalt 3.412.125
Elementen 4.506.604

Cementbeton

Overige

110.312

295.252

Totaal 8.324.293

 

Infrastructurele kunstwerken Stuks/ha

Bruggen, viaducten, stuwen, geluidswallen, e.a.

Wegbermsloten buitengebied

223 stuks

78 ha

Totaal  

 

Het beleidskader

Het beleidskader wordt gevormd door het Wegenbeleidsplan 2024-2027 “Samen blijven werken aan het zorgvuldige beheer en onderhoud van onze wegen en infrastructurele kunstwerken”. Dit beleid betreft op hoofdlijnen een voortzetting van het beleid in de periode 2020–2023.

"We zetten daarmee de kwaliteitsafspraken van het vorige wegenbeleidsplan 2020-2023 voort. Dit doen we uit afweging van het gewenste beeld buiten, de strategische opgaven, veiligheid en financiële middelen.

Vertaald in een overzicht betekent dit dat we de wegen op de volgende kwaliteitsniveaus (blijven) onderhouden:

  • Stadserf - HOOG
  • Fiets en voetpaden - BASIS PLUS
  • Rest van de stad - BASIS
  • Uitzondering: Elementenverhardingen woonstraten (klinkers) - LAAG"

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Vanuit het wegenbeleidsplan hebben we ook in 2024 ingezet op:

  • Zorgvuldig wegbeheer, met veiligheid voor de weggebruiker en geen kapitaalvernietiging als basisuitgangspunten. Dit op de met de gemeenteraad afgesproken kwaliteitsniveaus voor de wegen, fiets-  en voetpaden.
  • >We gebruikten grondstoffen en materialen die lang meegaan (duurzaam). Zetten we in op hergebruik van deze materialen (circulair). Zo hebben we bij het asfaltonderhoud van de Strootsweg en Burgemeester Stroinkstraat in Twekkelo voor het eerst in Nederland een mobiele “crusher” ingezet. Deze krachtige machine kan te grote stenen, grof puin en oude fundering breken zodat deze hergebruikt kan worden als funderingsmateriaal. Hierdoor konden we de gehele fundering ter plekke hergebruiken. Door dit duurzame proces hebben we geen nieuw materiaal hoeven te gebruiken en bespaarde het 1244 transportbewegingen. Deze manier van uitvoeren leverde een CO2 besparing op van 145.000 kg.
  • We sloten zoveel mogelijk aan bij werkzaamheden van bijvoorbeeld netbeheerders. Zo voorkomen we dubbel werk in een straat. We zien wel dat de doorlooptijden van netbeheerders steeds verder toenemen tot in sommige gevallen twee jaar. Dit maakte de samenwerking wel uitdagender.
  • We hebben weer ingezet op participatie in projecten. Zoals bij de herinrichting van het kruispunt Schouwinkstraat- Oldenzaalsestraat.
  • Innovatieve en duurzame methodiek aanbesteding groot onderhoud asfalt.Samen met de gemeente Losser hebben we een meerjarige raamovereenkomst onderhoud asfalt afgesloten met marktpartijen, die loopt tot 2032. Samen met de gemeenten Losser en Enschede, Roelofs, NTP en de Universiteit Twente werken we hiermee aan projecten die bijdragen aan onze gezamenlijke doelen: volledig circulair en CO2-neutraal zijn in 2050 en het creëren van een gezonde, klimaatadaptieve leefomgeving.

Realisatie

De lasten voor wegonderhoud (inclusief weginrichting zoals belijning en verkeersborden) is circa 13,7 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor 1,1 miljoen euro uit apparaatskosten, 1,3 miljoen euro uit kapitaallasten, 10,6 miljoen euro uit lasten voor (groot)onderhoud en voor circa 0,7 miljoen euro uit overige lasten.

Het bestede investeringsbedrag 2024 voor reconstructiewerkzaamheden en vervanging aan wegen is circa 3,5 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van tien jaar. Daarvan is 2,9 miljoen euro in gebruik genomen in 2024.

 

Havens

Kerncijfers 2024

Havens  
Havenarmen 2 stuk
Damwanden, oevers en kades 6.300 m
Nieuwe kade -

 

Het beleidskader

De "Binnenhavenvisie Twentekanalen 2017-2030" met bijbehorend uitvoeringsprogramma geeft richting aan de ontwikkelingen van de binnenhavens aan de Twentekanalen. Visie en uitvoeringsprogramma zijn opgesteld door de Twentse havengemeenten. De betrokken gemeenten zijn ieder verantwoordelijk voor de financiering en uitvoering van het beheer en onderhoud van de eigen haven.

 

Op 9 december 2024 is het Meerjarenplan Onderhoud en Vervanging Haveninfrastructuur 2021-2024 (MJOV) met 2 jaar verlengd. Dit plan omschrijft hoe wij het beheer en groot onderhoud aan de haven van Enschede uitvoeren binnen de wettelijke en financiële kaders en de bestuurlijke doelen. Dit alles om het goederenvervoer via het water en de economische functie van de havengebieden te faciliteren.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Voor de bereikbaarheid van Enschede voor het goederenvervoer over water is een goed onderhouden haven van groot belang. Hiervoor is het nodig dat de nodige onderhouds- en vervangingsmaatregelen aan de damwanden, taludverdediging en steigers in de haven van Enschede worden uitgevoerd.

 

In het MJOV Haven is beschreven welke werkzaamheden we hadden voorzien in de periode 2021-2024. Dit betreft met name de vervanging van damwanden en taludverdedigingen. Door een aantal oorzaken zijn deze werkzaamheden nog niet uitgevoerd. De belangrijkste is het tot tweemaal toe teruggeven van de opdracht door externe ingenieursbureaus. Dit omdat men het vervangen van de damwanden te risicovol vond. Daarnaast was veel overleg en afstemming nodig met alle aan de haven gelegen bedrijven. Hierover is inmiddels overeenstemming bereikt en de betreffende werkzaamheden gaan we alsnog in de periode 2025-2026 uitvoeren. Voor de periode 2025-2028 is onderzocht welke beheer- en onderhoudswerkzaamheden we aanvullend moeten uitvoeren aan de haven.

 

Naast het uitvoeren van vervangingswerkzaamheden en dagelijks beheer en onderhoud, wordt de komende jaren onderzoek gedaan naar de toekomstige vervangings- en onderhoudskosten voor de haven (periode 2029-2079). Naast de financiële aspecten staan we stil bij onze ambities die we met de haven hebben en stellen we een businesscase voor de haven op.

 

Realisatie

De lasten waren in 2024 ongeveer 421.000 euro, bestaande uit 221.000 euro aan materiële kosten voor het dagelijks onderhoud van de havens en een dotatie aan de voorziening groot onderhoud van 200.000 euro. Daarnaast heeft er minimaal groot onderhoud plaats gevonden die ten laste van de voorziening is gebracht. De werkzaamheden zijn in voorbereiding conform het Meerjarenplan Havens.

 

Riolering

Kerncijfers 2024

Riolering km
Vrij-verval riolering 888
Drukriolering 205

 

 

Voorzieningen  St.
Kolken 52.017
Putten 21.413
Randvoorzieningen (Bergbezinkbassins en bufferkelders) 22
Pompunits 1.042
Gemalen 97

 

Het beleidskader

Het beleidskader wordt gevormd door het Water en Klimaatadaptatieplan 2022-2026, “Verder bouwen aan een GroenBlauw Enschede” (=WeK). Dit plan is ingegaan op 1 januari 2022.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

We zien door klimaatverandering steeds vaker extreem weer met wateroverlast, hitte-stress en droogte tot gevolg. Dit leidt tot risico’s voor o.a. de leefbaarheid, onze economie, onze gezondheid en onze veiligheid. Daarom is in ons WeK vastgelegd hoe we Enschede waterrobuust en klimaatbestendig willen maken voor 2050. En ook hoe we willen omgaan met onze zorgtaken voor de inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en grondwater. Naast klimaatadaptatie op openbaar terrein, moeten we ook inzetten op maatregelen op particulier terrein. Het WeK omvat de hoofdlijnen van ons riolerings- en klimaatadaptatiebeleid, onze doelstellingen, onze strategie en de investeringen die daarvoor nodig zijn. Uitgangspunt is verantwoord (riool)beleid, het blijven functioneren van de riolering en de watersystemen, en het beperken van de risico’s voor o.a. (grond)wateroverlast, droogte en hitte.

 

Klimaatadaptatie

In het WeK hebben we bepaald op welke locaties te hoge risico's zijn op hemelwater- en op grondwateroverlast. Afgelopen jaar hebben we in diverse straten en gebieden met een te groot risico op (grond)wateroverlast klimaatbestendige maatregelen uitgevoerd. Soms door deze als een zelfstandig project uit te voeren en vaak door mee te liften met andere werkzaamheden. Zoals de vervanging van riolering, de reconstructie van wegen, uitvoeren van mobiliteitsprojecten, de aanleg van warmteleidingen etc. Voorbeelden van projecten zijn de herinrichting van de Perikweg en Minister Loudonlaan. Daar realiseerden we extra waterberging, legden we groenblauwe structuren aan en ontharden & vergroenden we. Daarbij sloten we zoveel mogelijk aan bij het natuurlijke systeem door de sponswerking van de bodem te vergroten, en zijn we meer wijkgericht te werk gegaan en werkten we samen met onze inwoners, bedrijven, (water)partners en kennis- en onderwijsinstellingen.

 

Verder zijn we doorgegaan met toepassen van onze systematiek van ‘klimaatlabels’. Afhankelijk van de hoeveelheid waterberging en de hoeveelheid groen, krijgt een straat een hoger of lager klimaatlabel. Bij herinrichtingen in de openbare ruimte hebben we minimaal 10 mm extra waterberging (per m2 verhard oppervlak) toegevoegd en 5% meer groen aangebracht. Voorbeelden hiervan zijn de herinrichting van de Kerkstraat en de Fuchsiastraat.

 

Om maatregelen op particulier terrein te stimuleren, hebben we in 2024 weer meegedaan aan het NK Tegelwippen en zochten we bij onze projecten contact met de bewoners en ondernemers van aanliggende percelen om hen te bewegen zelf maatregelen te treffen, zoals het afkoppelen van de regenpijp. We hebben tot nu toe ervaren dat gemiddeld 80% van de bewoners hieraan meewerkt. Ook was de subsidieregeling ‘groenblauw Enschede’ weer beschikbaar. Dit voor o.a. regentonnen, groene daken en afkoppelen van de regenpijp.

 

Naast onze eigen gemeentelijke inzet vroeg klimaatadaptatie om een gemeentegrens overstijgende aanpak. Daarom werkten we verder aan de versterking van de samenwerking met o.a. het Waterschap Vechtstromen (o.a. door uitvoering van de gemeenschappelijke wateragenda), Provincie Overijssel en de Twentse gemeenten om zo samen meer te bereiken op dit gebied.

 

Hittestress

Samen met onze stakeholders hebben we een concept hitteplan opgesteld, waarin is beschreven hoe we met elkaar handelen tijdens perioden van hittestress. Op deze wijze willen we de effecten van hittestress zoveel mogelijk beperken. Door toepassing van onze klimaatlabels, waarmee we ontharden en vergroenen hebben we verder bijgedragen aan beperking van de hittestress.

 

Groenblauw structuurplannen

In onze groenblauwstructuurplannen (GBSP) wordt de visie voor een bepaalde buurt of wijk verbeeld, hoe we om willen gaan met het groen, biodivers, waterrobuust en klimaatbestendig maken van deze buurt of wijk. De informatie in het GBSP wordt gebruikt om bij toekomstige werkzaamheden het gebied groen, biodivers, waterrobuust en klimaatbestendig in te richten. Afgelopen jaar hebben we gewerkt aan GBSP-en voor Varvik-Hogeland, Centrum en Enschede-Noord.

 

Wateroverlast 12 en 21 juli 2024

De buien van 12 en 21 juli 2024 hebben tot veel wateroverlast en schade in Enschede geleid. Op 12 juli was dit vooral wateroverlast in de openbare ruimte en op 21 juli ook in woningen, winkels en bedrijven. Op 21 juli is met name in Pathmos en Stadsveld (en op 15 andere locaties in Enschede) veel schade ontstaan, doordat (afval)water woningen is binnengekomen. Hierdoor zijn veel woningen zwaar beschadigd. De meeste van deze woningen zijn in bezit van Woningbouwcorporatie De Woonplaats. Bewoners zijn de eerste weken opgevangen in o.a. hotels en veel van deze bewoners zitten nu nog in een wisselwoning. Uit onderzoek van De Woonplaats blijkt dat er aanzienlijke investeringen nodig zijn voor een grootschalig herstel. Ook krijgen bewoners van verzekeraars te horen dat ze de inboedel pas gaan verzekeren als er maatregelen zijn genomen om risico’s op wateroverlast te verlagen.

 

Onderzoek Pathmos-Stadsveld

In het bestuurlijk overleg van 2 oktober 2024 hebben wethouders Jeroen Diepenmaat, Marc Teutelink en bestuurder van de Woonplaats Leon Buiting besloten om te laten onderzoeken welke maatregelen nodig zijn (inclusief consequenties) om bij de volgende hevige neerslag de kans op schade aan woningen in de Warmoesstraat, Willem de Clerqstraat /Ververstraat en omliggende straten te beperken. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de cultuurhistorische status van deze wijk. Marc Teutelink is bestuurlijk opdrachtgever van dit onderzoek.

 

Onderzoek overige locaties

In 2024 hebben we een start gemaakt met het onderzoeken van diverse locaties waar op 21 juli water in woningen is binnengekomen, zoals de Theresastraat, de Sportlaan en Haverstraatpassage. Dit in samenspraak met bewoners en ondernemers. In de Haverstraatpassage hebben we, om het risico op wateroverlast te verlagen, een extra rioolbuis aan het ontwerp toegevoegd, die we in 2025 gaan uitvoeren.

 

Realisatie

De lasten voor riolering waren in 2024 afgerond 20,8 miljoen euro, bestaande uit 2,3 miljoen euro aan apparaatskosten (incl overhead), 3,9 miljoen euro kapitaallasten, 8,5 miljoen euro storting in de voorziening vervanging Riolering, 0,6 miljoen euro storting in de voorziening Riolering tarief en 5,5 miljoen euro aan materiële lasten voor dagelijks onderhoud van riolering.

In 2024 is er in totaal 20,0 miljoen euro uitgegeven aan investeringen waarvan 8,5 miljoen euro ten laste van de voorziening en 6,1 miljoen euro geactiveerd vanwege ingebruikname. De overige 5,4 miljoen euro is nog niet in gebruik genomen.

 

Groen

Kerncijfers 2024

Groen Ha

Openbaar groen

Wegbermen buitengebied

752

133

 

Het beleidskader

Het Groenambitieplan Enschede “Enschede één groot groen park” vormt het beleidskader. De gemeenteraad stelde dit plan op 13 december 2021 vast. De mate van realisatie van de ambities uit dit plan is afhankelijk van de investeringsmiddelen die de gemeenteraad beschikbaar stelt, zoals in de begroting 2024 - 2027. We hanteren daarbij voor het groenonderhoud kwaliteitsniveau hoog voor het stadserf en voor de rest van de stad kwaliteitsniveau basis.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Aan de hand van het Groenambitieplan Enschede “Enschede één groot groen park” werkten we aan het kwalitatief vergroenen van Enschede via drie (hoofd)principes:

  1. BESCHERMEN: het bestaande groen en de natuur beschermen. Door bijvoorbeeld het groen goed te onderhouden en verzorgen.
  2. BENUTTEN: het groen beter gebruiken (benutten) als bijvoorbeeld regenwateropvang, om de stad koel te houden in hete zomers of voor sporten, bewegen of als rust- en stilteplek.
  3. BOUWEN: groener bouwen door bijvoorbeeld groene daken en groene gevels en meer groen aanleggen bij nieuwbouw, natuurinclusief bouwen en verlaten terreinen (tijdelijk) vergroenen.

 

Met de extra middelen die bij de gemeentebegroting 2024 - 2027 beschikbaar zijn gesteld werkten we onder andere aan:

- De door de gemeenteraad vastgestelde prioritaire groene investeringen die ook als acties zijn opgenomen in de begroting, zoals:

  • Het optimaliseren van de regels bomenbescherming en de optimalisatie van het onderhoud van de bomen.
  • Het vergroenen van de singels.
  • Vergroenen van de binnenstad (groenblauwere binnenstad).
  • Optimaliseren van de stadsparken.
  • Opzetten van een meerjaren investeringsprogramma voor groen. 

- Daarnaast hebben we ingezet op:

  • Het ontwikkelen van een concrete groennorm voor Enschede.

De voortgang van de acties op deze onderwerpen is opgenomen in paragraaf 2.2 van deze gemeenterekening.

 

Uitvoering groenambitie

Binnen de reguliere budgetten voor beheer en onderhoud van het groen hebben we in 2024 in het bijzonder ingezet op:

  • Aanplant van een groot aantal bomen als onderdeel van het streven naar 170.000 bomen extra in Enschede Zie: Enschedese bomenteller.
  • Bescherming van bomen tijdens werkzaamheden.
  • Het opstellen van een soortenmanagementplan voor het stedelijk gebied van Enschede. Dit in samenwerking met woningbouwcorporaties.
  • Het verbeteren van het beheer van faunapassages.
  • Het verder beperken van het gebruik van preventieve middelen bij de aanpak van de eikenprocessierups. Ook zaaiden we bijvoorbeeld bloemenmengsels en plantten we bollen waarmee we werken aan het lange termijn herstel van het natuurlijk evenwicht. Dit in lijn met het meerjarige Plan van aanpak beheersing eikenprocessierups. Op die manier houden we de overlast onder controle, met respect voor mens, dier en milieu.
  • Het verder versterken van de biodiversiteit door projecten in het Wageler, uitbreiding van het ecologisch bermbeheer in het landelijk gebied, en uitdeelacties en campagnes voor inwoners (in samenwerking met Groene Loper Enschede).
  • Communicatie over dagelijks onderhoud en nieuwe groenprojecten zodat inwoners zien dat we bewust bezig zijn de stad te vergroenen. Aanvullend zetten we er op in dat inwoners weten wat ze zelf kunnen doen om bij te dragen aan een groenere en meer biodiverse stad. Zoals de verhuizing van de lindes van het stationsplein naar de boulevard.

 

Realisatie 

De lasten voor groenonderhoud in 2024 waren circa 10,5 miljoen euro, bestaande uit apparaatskosten en uitbesteed werk. Daarnaast is er voor ca. 0,9 miljoen euro besteed aan vervangingsinvesteringen in het groen. Het totaal is in 2024 hoger dan in het jaar ervoor door areaaluitbreiding en inflatie. 

 

Openbare verlichting

Kerncijfers 2024

Openbare verlichting  Stuks 
Lichtmasten 30.838
Armaturen 32.447
   
Energieverbruik (GWh/jaar) 3,9 GWh

 

Het beleidskader

Het beleidsplan openbare verlichting 2022-2025 is in december 2021 vastgesteld. Het uitgangspunt van de beleidslijnen voor verlichting is “niet verlichten tenzij...”, om een teveel aan kunstlicht in de openbare ruimte en de natuur te voorkomen. Het “tenzij” wordt bepaald door het doel van de openbare verlichting: de verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid. Als wegbeheerder heeft de gemeente een wettelijke zorgplicht om de verlichting in een goede en veilige staat van onderhoud te houden.

Naast de veiligheid en leefbaarheid draagt openbare verlichting ook bij aan belangrijke ambities op het gebied van milieu en duurzaamheid. Lichtmasten vervangen wij als zij defect of onveilig zijn. Lichtmasten van 6 meter en hoger krijgen hiervoor na het 40e levensjaar een 6-jaarlijkse stabiliteitstest.;

Sinds 2016 vervangen we de oude lamp-armaturen bij een leeftijd van 20 jaar voor duurzamere dimbare ledarmaturen. De ledarmaturen worden allemaal om 22.30 uur gedimd, dan wordt de hoeveelheid licht met 30% verminderd.

In het nieuwe beleidsplan is vastgesteld dat we met maatwerk in woonstraten de dimtijd vervroegen naar 20.30 uur in woonstraten en 30 km gebieden, met uitzondering van gebieden met verhoogd risico. In 2023 is dit geëvalueerd. Hieruit blijkt dat dit geen nadelig effect had op de verkeersveiligheid en sociale veiligheid.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Conform het beleidsplan is er verdere uitvoering gegeven aan het vervangen van lamp-armaturen door ledverlichting. In 2024 zijn bijna 5000 armaturen van led voorzien, dat is 15% van het areaal. Tot en met 2024 is inmiddels 60% van de armaturen vervangen door ledverlichting.

 

In 1000 armaturen is tevens slimme en adaptieve verlichting geplaatst. De verlichting dimt naar een veilig niveau en verhoogd de lichtintensiteit automatisch bij toenemend verkeer en slecht weer. Dit levert een combinatie op van verbeterde verkeersveiligheid, energiebesparing, leefbaarheid (minimaliseren van lichtvervuiling en lichthinder) en technologische flexibiliteit.

 

Het eenmalig aanpassen van de dimtijd in de bestaande ledarmaturen is inmiddels helemaal uitgevoerd.

 

Realisatie

De lasten voor onderhoud openbare verlichting 2024 zijn circa 1,4 miljoen euro, bestaande uit 0,4 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,8 miljoen euro materiële lasten (reguliere onderhoudslasten, excl. energie). In 2024 is er in totaal 1,6 miljoen euro uitgegeven aan investeringen.

 

Onderwijsgebouwen

Vanwege een wetswijziging is de gemeente met ingang van 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs. De schoolbesturen zijn hier nu zelf voor verantwoordelijk. 

Sportaccommodaties

De gemeente is eigenaar van de sportaccommodaties en sportparken en verhuurt deze aan Sportaal. Sportaal heeft de opdracht de accommodaties te exploiteren en is verantwoordelijk voor het klein dagelijks onderhoud. Er is regelmatig afstemming over het opdrachtgeverschap richting Sportaal en over het door de gemeente uit te voeren groot onderhoud.  

Parkeervoorzieningen

Kerncijfers 2024


Parkeervoorzieningen  Stuks 
Parkeergarages 4
Fietsenstallingen 5

 

Het beleidskader

We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018. De gemeenteraad heeft besloten om in de exploitatie van het parkeerbedrijf (Meerjaren Prognose Parkeerbedrijf) jaarlijks geactualiseerde onderhoudslasten op te nemen voor garages en overdekte fietsenstallingen, vertaald in een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP).

Het onderhoud is als basisniveau gekwalificeerd op het uitgangspunt schoon, heel (functioneel) en veilig voor de gehele stad.

 

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

De kosten van groot onderhoud van de parkeergarages en fietsstallingen worden ten laste van de voorziening onderhoud parkeergarages/fietsstallingen gebracht. Dit op basis van de meerjarenprognose parkeren (MJOP). Correctief en preventief onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de parkeerexploitatie gebracht, vervangingsinvesteringen worden geactiveerd.

 

Realisatie

In 2024 is 1.540.000 euro besteed aan materiële uitgaven voor onderhoud parkeergarages en fietsstallingen. Er is voor een bedrag van 956.000 euro besteed aan preventief en correctief onderhoud en 561.000 euro besteed voor groot onderhoud. In 2024 is 635.000 euro gestort in de voorziening (groot) onderhoud parkeergarages en is voor een bedrag van 23.000 euro geïnvesteerd.

 

Vastgoed

Onderhoudsplan

Het onderhoud van het gemeentelijke vastgoed wordt uitgevoerd door het Vastgoed & Facilitair Bedrijf Enschede (VFBE). Voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten wordt gewerkt met een onderhoudsvoorziening. In deze voorziening wordt jaarlijks vanuit de gebouwexploitaties een vaste bijdrage gestort.

De onttrekking (uitgaven) uit deze voorziening geschiedt op basis van de daadwerkelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn voorzien in de meerjaren onderhoudsplanning (MJOP).

 

Het beleidskader/onderhoudssystematiek

In Enschede wordt het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen al enige jaren gepland en gepleegd volgens de zogenaamde NEN 2767-methode. Deze methode geeft de staat van gebouwdelen weer. Naast technische aspecten, worden bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen.

 

Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:

  • Onderhoud aan het segment verkoop en nader uit te werken. Gezien het tijdelijke karakter worden deze gebouwen niet planmatig onderhouden, maar afhankelijk van de beoogde toekomst van het pand (sloop, dan wel verkoop op korte termijn)
  • Planmatig onderhoud aan ambtelijk/ beleidsondersteunend vastgoed. Deze panden, die doorgaans langere tijd (meer dan 10 jaar) in eigendom van de gemeente blijven, worden conform de hierboven beschreven NEN 2767-methode onderhouden. Met het oog op verduurzaming worden onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk geclusterd en in lijn gebracht met het verduurzamingsprogramma

Programma van het begrotingsjaar

Totaal was er 6,8 miljoen euro (incl BTW) aan onderhoud begroot voor 2024 voor de ongeveer 100 panden waar VFBE de onderhoudsverplichting heeft. Van dit bedrag heeft ongeveer 3,2 miljoen betrekking op onderhoudswerkzaamheden die slim gecombineerd worden met verduurzaming. Aan de gebouwen voor de ambtelijke huisvesting was ongeveer 0,8 miljoen euro begroot aan onderhoudswerkzaamheden. De overige 2.8 miljoen was begroot voor gepland onderhoud van de rest van de gemeentelijke vastgoedportefeuille.

 

Daadwerkelijk is er 6,9 miljoen euro (inclusief niet verrekenbare BTW) uitgegeven aan onderhoudsactiviteiten. Dit is onder te verdelen in 5,5 miljoen aan de maatschappelijke panden en 1,3 miljoen aan de gebouwen voor de ambtelijke huisvesting. Het restant van ongeveer 100.000 is uitgegeven aan de overige objecten. De uitgaven aan de ambtelijke huisvesting is meer dan begroot vanwege aanvullende werkzaamheden in de kelder van het stadhuis en extra onderhoudswerkzaamheden die zijn gecombineerd met de werkzaamheden aan de luchtbehandeling. Van het onderhoud aan de maatschappelijke panden is 2,4 miljoen uitgegeven aan onderhoudswerkzaamheden die zijn gecombineerd met verduurzamingswerkzaamheden bij onder andere de Pathmoshal, Sporthal de Brug en de Ijsbaan. Deze locaties zijn daarmee volledig klaar voor de toekomst. Dit is minder dan begroot doordat een aantal verduurzamingsprojecten nog doorlopen in 2025.

 

 

 

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

De geplande onderhoudsuitgaven voor de komende jaren zijn hieronder grafisch weergegeven (paars gearceerd). Op basis van deze planning is de storting in de onderhoudsvoorziening bepaald (geel gearceerd). De blauwe lijn geeft de stand van de onderhoudsvoorziening weer. De afdeling vastgoed faciliteert de gemeentelijke organisatie en haar partners bij de uitvoering van alle opgaven. Daardoor is de afdeling niet aan specifieke doelen in de doelenboom te verbinden. Verdere informatie over de ontwikkelingen binnen de afdeling vastgoed zijn terug te vinden in de paragraaf bedrijfsvoering. 

 

 

 

3.4. Financiering

 

In deze paragraaf zijn de onderdelen opgenomen zoals vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente. Daarnaast wordt gerapporteerd over de kasgeldlimiet en renterisiconorm zoals voorgeschreven in de wet financiering decentrale overheden.

 

Resultaat rente en treasury

Het resultaat van het product Rente en treasury is 2,6 miljoen hoger dan was begroot voor 2024. Deze is het gevolg van:

 

  • Een aanzienlijk voordeel (8,7 miljoen euro) door de hoge rentebaten over het aanzienlijke saldo bij het schatkistbankieren. Het hoge saldo is het gevolg van de vele vooruit betaalde uitkeringen door het rijk alsook door de achterblijvende investeringen.
  • Een nadeel (6,3 miljoen euro) omdat de omslagrente is verlaagd van 1,5% begroot naar 0% in realisatie. Zie voor de nadere toelichting op de omslagrente verderop in deze paragraaf.
  • Hogere rentevergoeding (380.000 euro) over de verliesvoorziening van het grondbedrijf door een hoger saldo per begin 2024 dan was begroot. Als tegenhanger heeft het grondbedrijf een hogere rentevergoeding (580.000 euro) betaald over de boekwaarden van de grondexploitaties.
  • Hogere kosten (230.000 euro) dan begroot voor inhuur adviseurs. Deze inhuur was nodig in 2024 voor het dossier herziening achtergestelde lening FC Twente en de aandelentransactie Twence. In dit nadeel is al meegenomen dat de gemeenten Hengelo en Losser een deel van de kosten voor hun rekening hebben genomen voor de ondersteuning bij de koop van de aandelen Twence.
  • De dividenduitkering van de BNG Bank en het OLCT waren hoger (225.000 euro) dan begroot.

 

Omslagrente

Vanuit de BBV-regelgeving voor rente moet worden vastgesteld in de jaarrekening of de begrote omslagrente niet te veel afwijkt van de realisatie. Een afwijking van maximaal 25% is toegestaan. Bij overschrijding hiervan dient de omslagrente herrekend te worden.

 

Al vroeg in 2024 was duidelijk dat de omslagrente over 2024 aanzienlijk lager zou worden dan de begrote 1,5% door de forse rentebate over het saldo bij het schatkistbankieren. Uiteindelijk bleken de totale rentebaten zo hoog dat de omslagrente zelfs naar 0% is gegaan. Dit betekent dat in 2024 voor de kapitaallasten geen rente is verrekend en slechts sprake was van de jaarlijkse afschrijving. Op die producten is sprake van een voordeel in de Gemeenterekening 2024. In het geval van de gesloten circuits zoals voor de riool- en afvalstoffenheffing alsook voor het vastgoedbedrijf betekent dit hogere dotaties aan de reserves en voorzieningen.

 

In de onderstaande tabel is de vergelijking tussen begroting en realisatie voor 2024 van de omslagrente terug te vinden:

 

Omschrijving Begroting 2024 Gemeenterekening 2024
Externe rentelasten korte en lange financiering 9.071.711 9.071.711
Externe rentebaten -187.452 -8.858.570
Totaal door te rekenen externe rente 8.884.259 213.141
     
Rente aan grondexploitaties -1.018.114 -1.597.885
Rente projectfinanciering (Van Heekgarage) -1.505.141 -1.505.141
Saldo toe te rekenen externe rente 6.361.004 -2.889.885
     
Rente over eigen vermogen 0 0
Rente over voorzieningen 950.129 1.329.829
Toe te rekenen rente 7.311.133 -1.560.056
     
Toegerekende rente aan boekwaarden -7.312.887 0
Resultaat omslagrente -1.754 -1.560.056
Omslagrente - onafgerond 1,745% 0%
     

 

Het totale resultaat voor de omslagrente komt uit op een negatief bedrag doordat de rente met het grondbedrijf alsook de projectrente voor de Van Heekgarage, zoals vanuit de BBV-regelgeving is voorgeschreven, zijn verrekend. Om op een renteresultaat van rond nul uit te komen zou de omslagrente negatief moeten zijn. De commissie BBV heeft hierover echter gesteld dat een negatieve omslagrente niet verrekend dient te worden maar dat in dit geval het renteresultaat wordt gepresenteerd bij rente en treasury.

 

De rekenrente voor de grondexploitaties is hoger dan de omslagrente omdat hiervoor in 2024 nog een andere rekenmethode van toepassing is. In de begroting 2024 was rekening gehouden met een rekenrente van 2,45%. Deze is over 2024 uiteindelijk uitgekomen op 2,42%. Vanaf de begroting 2025 gelden de gewijzigde BBV-regels waarmee vanaf 2025 ook de omslagrente geldt voor de Bouwgronden in Exploitatie.

 

Rentevisie

In de begroting werd per eind 2024 verwacht dat de lange (10-jarige) rente rond 2,5% tot 3% zou liggen. De rente was rond 3% per ultimo 2024 nadat deze gedurende het jaar gestaag is gedaald. Voor 2025 wordt een lichte daling verwacht in de eerste helft van het jaar en daarna een lichte stijging waarbij ultimo de rente op ongeveer het huidige niveau uitkomt.

 

Voor eind 2024 werd voor de korte rente een niveau voorspeld van 2,5% tot 3% en is deze uiteindelijk uitgekomen op 2,7%. De korte rente is gedurende het jaar gestaag gedaald door de renteverlagingen van de ECB. De ECB heeft de rente verlaagd omdat zij van mening zijn dat de inflatie voldoende is gedaald. Het ziet er naar uit dat in 2025 de ECB nog een aantal verlagingen zal doen waardoor de korte rente naar verwachting onder 2% zal uitkomen.

 

Met een lichte stijging van de korte en lange rente is rekening gehouden met het opstellen van de Gemeentebegroting 2025. Voorlopig is echter geen nieuwe financiering nodig omdat vooralsnog het positieve saldo bij de schatkist afdoende is om de uitgaven mee te kunnen doen.

 

Kasgeldlimiet

In de Wet financiering decentrale overheden (Fido) is bepaald dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal aan kortlopende schulden mag hebben. De gemeente is verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling aan te houden tussen de korte en lange schulden. De kasgeldlimiet bedroeg 72,146 miljoen euro in 2024. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2024 niet is overschreden:

 

Kasgeldlimiet (x 1.000 euro) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
1 Omvang begroting per 1 januari 2024 - grondslag 848.775 848.775 848.775 848.775
           
2

Toegestane kasgeldlimiet:

       
  - in % van de grondslag 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
  - omvang kasgeldlimiet 72.146 72.146 72.146 72.146
           
3 Toets kasgeldlimiet:        
  Gemiddelde overschot vlottende middelen 178.362 173.209 205.515 191.268
  Gemiddeld genomen vlottende schuld - - - -
  Toegestane kasgeldlimiet 72.146 72.146 72.146 72.146
  Ruimte/tekort onder kasgeldlimiet 250.508 245.355 277.661 263.414

 

In 2024 was, net als in vorige jaren, sprake van een ruim positief liquiditeitssaldo als gevolg van de achterblijvende investeringen door o.a. het tekort aan arbeidskrachten. Ook is het saldo nog steeds hoog door de door het rijk vooruitbetaalde grote specifieke uitkeringen (o.a. woningbouwimpuls) die pas op de lange termijn worden ingezet op projecten.

 

Renterisiconorm

De renterisiconorm geeft het kader aan voor de spreiding van looptijden in de leningenportefeuille. Vanuit de Wet financiering decentrale overheden moet over de renterisiconorm worden gerapporteerd in de jaarrekening. De norm bepaalt dat maximaal 20% van het begrotingstotaal in enig jaar geherfinancierd mag worden. Hiermee worden renterisico’s op de vaste schulden gespreid in de jaren. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2024 ruimschoots binnen de renterisiconorm is gebleven.

 

Berekening renterisiconorm Begroting 2024 Gemeenterekening 2024
1. Begrotingstotaal 848.775 848.775
2. Vastgesteld percentage 20% 20%
3. Renterisiconorm (1. x 2.) 169.755 169.755
4. Aflossing 18.259 18.259
5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.) 151.496 151.496

 

Financiering en ontwikkeling leningenportefeuilles

In hoofdstuk 7.10 is bij de toelichting op de balans de specificatie van de opgenomen geldleningen te vinden. In 2024 is geen nieuwe financiering aangetrokken. Naar verwachting zou 25 miljoen euro aan nieuwe geldleningen worden aangetrokken voor de herfinanciering van leningen die afgelost zijn in 2024. Deze herfinanciering bleek echter niet nodig te zijn door de achterblijvende investeringsuitgaven en vroegtijdige ontvangst van de rijksuitkeringen.

 

De portefeuille met langlopende geldleningen daalt van 235 miljoen euro per eind 2023 naar ruim 217 miljoen per eind 2024. Er was alleen sprake van reguliere aflossingen op de bestaande leningenportefeuille.

 

De kortlopende schulden zijn gedaald ten opzichte van eind vorig jaar. Hierdoor daalt de totale schuldpositie per eind 2024.

 

In de onderstaande grafiek is het verloop van de schulden te zien over de afgelopen jaren. Hieruit is op te maken dat de schuldpositie van de gemeente gestaag is gedaald in deze periode. Dit is o.a. het gevolg van een lager investeringsniveau.

 

 

Tegelijkertijd zijn de rentelasten ook gedaald in de afgelopen jaren. Zie de onderstaande grafiek:

 

In het Treasurystatuut 2023 is opgenomen over de rentelasten: Te bepalen dat de begrote (netto) rentelasten niet meer dan 3% van het begrotingstotaal bedragen. De definitie stelt dat het gaat om de rentelasten van de korte en langlopende financiering minus de rentebaten uit de verstrekte leningen. De hoge rentebaten die worden ontvangen over het saldo van de schatkist, worden hierin niet meegenomen. Anders zou sprake zijn van een nog lager percentage. Op basis van het bovenstaande kan worden vastgesteld dat de rentelasten ruimschoots binnen deze begrenzing vallen:

 

  2020 2021 2022 2023 2024
% begrotingstotaal 1,54% 1,44% 1,25% 1,18% 1,05%

 

De daling van de rentelasten is het gevolg van de verdere afname van de schuldpositie. Door de jarenlange daling zit een steeds minder groot deel van de begroting vast in financieringslasten en is daarmee anders in te zetten. Voorlopig is geen nieuwe financiering nodig dus zal de afgesproken grens van 3% niet worden overschreden.

 

In hoofdstuk 7.3 bij de toelichting op de balans is de specificatie van de verstrekte leningen aan derden opgenomen. De portefeuille is in omvang afgenomen van 14,6 miljoen euro per eind 2023 naar ruim 12,1 miljoen euro per eind 2024 door voornamelijk de aanzienlijke aflossing op de achtergestelde lening die aan FC Twente is verstrekt. Deze aflossing is conform de afspraken rondom overtollige middelen. FC Twente heeft voor het overige voldaan aan haar betaalverplichtingen.

 

De overige daling komt door de reguliere aflossing op de leningen alsook het vrijwel niet meer verstrekken van nieuwe leningen. In 2024 zijn geen nieuwe leningen verstrekt.

 

In hoofdstuk 7.13 is een toelichting te vinden op de door de gemeente gegarandeerde geldleningen. Deze zijn in deze jaarrekening opgenomen als niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Het totaal aan garantstellingen is gedaald naar 27,7 miljoen euro per eind 2024 (34 miljoen euro per eind 2023) door reguliere aflossing. Ook daalt de omvang door de aflossing door Het Stedelijk Lyceum van de lening verkregen bij het ministerie van financien waarvoor de gemeente garant stond. Er is in 2024 een garantie verstrekt aan EFC PW van 17.500 euro in 2024.

De risico’s van de verstrekte leningen en garanties zijn nader toegelicht in de paragraaf 3.2 weerstandsvermogen en risicobeheersing.

 

Verstrekte lening en garantstelling FC Twente

Na een langdurig traject heeft de raad op 13 mei 2024 ingestemd met wijziging van de aflossing van de achtergestelde lening die door de gemeente is verstrekt aan FC Twente. Hiermee zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • De overeenkomst van achtergestelde geldlening is beëindigd en daarvoor in de plaats en daarmee gelijktijdig wordt een nieuwe overeenkomst van geldlening met FC Twente aangegaan.
  • De restant hoofdsom van 5,177 miljoen euro per 1 juni 2024 van de achtergestelde lening wordt in de nieuwe overeenkomst van geldlening omgezet naar een opeisbare lening die niet meer achtergesteld is op concurrente schuldeisers.
  • Voor deze nieuwe lening geldt een vaste jaarlijkse aflossing gedurende 15 jaren waarbij de laatste aflossing plaats zal vinden op 31 december 2038.
  • De overeenkomst en afspraken ten aanzien van de inzet van overtollige middelen op aflossing van de achtergestelde lening zijn hiermee vervallen.

De risico's voor de verstrekte lening en borgstelling zijn separaat opgenomen en terug te vinden in de top 10 risico’s in paragraaf 3.2. Vanuit het genomen raadsbesluit is de kans op het voordoen van het risico verlaagd van 30% naar 10%. De kansbepaling is vanuit het raadsbesluit van 13 mei 2024 gedaald alsook is de omvang kleiner door de aflossing die door FC Twente is betaald vanuit de transferopbrengsten in 2024. Voor het overige heeft FC Twente in 2024 aan al haar betaalverplichtingen voldaan.

 

Beleidsvoornemens treasuryfunctie

De stand van zaken van de beleidsvoornemens voor 2024 van de treasuryfunctie is:

  • Het onderzoek van de 2 trainees P&C naar activa en kapitaallasten is afgerond in 2024. Het onderzoek is uiteindelijk beperkt tot de investeringsprogramma’s voor onderwijshuisvesting en wegen. Daaruit blijkt dat er nog werk te verrichten is om compleet inzicht te krijgen in de investeringen en bijbehorende lasten. Er wordt wel voortdurend gewerkt aan verbetering. Zie ook de paragraaf investeringen in de Gemeentebegroting 2025. Hoe beter de ramingen van de investeringen zijn, hoe beter de financieringsstrategie hierop afgestemd kan worden ter minimalisatie van de rentelasten van de gemeente.
  • Er is sprake van een meer actief beheer van de liquide middelen nu de rentekosten voor negatief saldo voor de gemeente flink zijn gestegen. Er wordt actief gemonitord of het noodzakelijk is om saldo van de schatkist over te boeken naar de lopende bankrekening om een negatief saldo en daarmee rentelasten te voorkomen. Overigens daalt de rentevergoeding op het saldo bij de schatkist ook nu de ECB de rente aan het verlagen is (zie ontwikkeling korte rente in onderdeel rentevisie in deze paragraaf).

 

Limieten 2024

In het in maart 2023 door de raad vastgestelde Treasurystatuut is vastgelegd dat geen kwartaalrapportages voor het college meer opgesteld worden. Er zou worden gerapporteerd aan de raad als sprake is van (bijna) overschrijding van limieten. De in de Gemeentebegroting 2024 vastgestelde limieten voor 2024 zijn niet overschreden zoals blijkt uit de onderstaande tabel.

 

 

Netto-vlottende schuld (x 1.000 euro) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - comform treasuryparagraaf Gemeentebegroting 2024 79.360 79.360 79.360 79.360
Gemiddeld vlottende schuld - - - -
Gemiddelde vlottende middelen 178.362 173.209 205.515 191.268
Ruimte onder limiet 257.723 252.570 284.875 270.629
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

 

 

Vaste schuld (x 1.000 euro) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - conform treasuryparagraaf Gemeentebegroting 2024 25.000 25.000 25.000 25.000
Opgenomen vaste schuld in kwartaal - - - -
Cumulatief opgenomen vaste schuld in jaar - - - -
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

 

 

Uitzettingen (x 1.000 euro) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Limiet - conform treasuryparagraaf Gemeentebegroting 2024 10.500 10.500 10.500 10.500
Totale omvang uitzettingen in kwartaal - - - -
Overschrijding limiet: ja/nee nee nee nee nee

 

 

 

3.5. Bedrijfsvoering

 

Bedrijfsvoering Enschede

We zijn een organisatie die werkt aan de opgaven in de stad. We leveren kwaliteit en ontwikkelen de organisatie. Dit is essentieel om te blijven voldoen aan onze doelen en uitdagingen. We organiseren de bedrijfsvoering van onze gemeente in relatie hiermee. We zetten bedrijfsmiddelen in om inwoners en ondernemers op een zo optimaal mogelijk manier van dienst te zijn. Daarbij speelt digitalisering een steeds belangrijkere rol. We hebben het afgelopen jaar ingezet op het behalen van de doelen en ambities voor de volgende speerpunten, die we toelichten in deze paragraaf.

 

Versterken organisatie

Ontwikkelingen, zoals krappe arbeidsmarkt en werkdruk, zetten ons voor scherpe keuzes om onze begroting en organisatie gezond te houden. Het vergt nadrukkelijk om een overkoepelende programmering en prioritering om op een geborgde en doelmatige wijze tot resultaten te komen. Meer nog dan in het verleden vraagt het een continue dialoog over de balans tussen ambities en middelen. In 2024 heeft dit dialoog organisatiebreed in het kader van het Begroting en Organisatie in Balans (BOB)-programma, intensief plaatsgevonden. Dit programma loopt in 2025 door met als doel om ook vanaf 2026 tot een structureel sluitende begroting te komen.

Een belangrijk aandachtspunt is de door medewerkers ervaren werkdruk. Dit kwam in 2024 naar voren uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Vanuit de afdeling P&O zijn afgelopen jaar diverse initiatieven gestart (trainingen, methoden, etc.), Deze zijn gericht op het ondersteunen van afdelingen en individuele medewerkers bij het verminderen van de werkdruk. Per september 2024 is een vitaliteitsadviseur gestart die zowel aan medewerkers als managers advies geeft over het verbeteren van de vitaliteit van medewerkers.

De krappe arbeidsmarkt zorgt voor een meerjarige uitdaging om medewerkers te binden aan onze organisatie en nieuwe medewerkers aan te trekken. In 2024 hebben we  extra inzet gepleegd op het verder ontwikkelen van onze wervingscampagnes en arbeidsmarktcommunicatie. Maar ook op het verbeteren van het onboardingsprogramma voor nieuwe medewerkers, het werven van nieuwe trainees en het verzorgen van diverse nieuwe trainingen via de Enschede Academie.

 

Digitalisering

We streven ernaar om digitaal werken, onderdeel te laten zijn van het denken en doen in onze gehele organisatie. We zetten stappen om dit in ons DNA te verankeren. Naast deze digitaliseringsbeweging bleven we aandacht houden voor diegenen die niet kunnen of willen meedoen in de wereld van digitalisatie.

 

We moeten flexibeler worden als overheid. Ook onze dienstverlening moet aansluiten bij wat inwoners verwachten. Transparant, open en helder. We moeten voldoen aan de wetgeving (EU/NL). Inwoners/ondernemers krijgen wat ze nodig hebben aan informatie, gegevens, producten, diensten en ondersteuning. In een mix aan dienstverlening via persoonlijk contact, de telefoon en online. Om dit te bereiken hebben we ingezet op nieuwe technologie en bouwen we dit uit. Die technologie is  flexibeler dan  we nu gewend zijn. Waar mogelijk gebruiken we wat anderen ontwikkeld hebben en vinden het wiel niet opnieuw uit. Dimpact is het samenwerkingsverband waarmee we een deel van die technologie gerealiseerd hebben. We hebben overzicht op onze digitaliseringsportfolio gerealiseerd waarmee we keuzes maakten in wat we als eerste aanpakken. Stapsgewijs werken we verder.

Digitalisering maakt het voor onze inwoners en ondernemers makkelijker om “producten” (bijvoorbeeld parkeervergunning, geboorteaangifte, verhuizing, enz) digitaal af te nemen. Inwoners hebben er baat bij wanneer zij niet in ieder contact met de gemeente al bekend zijne gegevens opnieuw moeten aanleveren. Een goede bedrijfsvoering voor deze processen is essentieel. Het vraagt om een veranderende organisatie die deze beweging kan opvangen.

Voor de interne ondersteuning is een toekomst bestendige administratie voor personele, inkoop technische en financiële zaken noodzakelijk. We hebben gekozen voor een aanpak waarin we als eerste stap alle processen met een financieel component samenbrengen en onderling met elkaar laten corresponderen. In 2024 is besloten om het applicatielandschap van bedrijfsvoerings  onderdelen te gaan vernieuwen. De Raad heeft hier in de zomernota middelen voor beschikbaar gesteld.

 

Open en transparant

De aandacht voor publieke waarden met de blik naar buiten krijgt vorm in de strategische opgave “Open Enschede”.  Onze dienstverlening is inclusief, onze communicatie direct duidelijk en publieke informatie is goed toegankelijk. Dit zijn de doelen voor het programma open Enschede. Dit heeft ook gevolgen in onze bedrijfsvoering. Namelijk in houding en gedrag. We vergelijken onze organisatiewaarden en gedrag met publieke waarden. Indien nodig passen we onze werkwijze in bedrijfsvoeringsprocessen daarop aan. Door betrouwbaar te zijn en open te staan voor inwoners, ondernemers en partners proberen we het vertrouwen in de overheid terug te winnen.

Binnen onze organisatie hebben we afgelopen jaar op diverse manieren aandacht gegeven aan ambtelijk vakmanschap. Dilemma gesprekken over integriteitskwesties zijn verplicht gemaakt voor al onze medewerkers.

Bij het indienen van een klacht is er met iedere indiener eerst persoonlijk contact. Tijdens de Week van Open Enschede hebben we op allerlei manieren de tijd genomen om samen stil te staan bij de veranderende samenleving en te leren over de veranderende rol van de overheid en wat dat voor ons als ambtenaar betekent.

 

Bedrijfsvoering – hoofdlijnen per afdeling

 

Finance & Control 

De planning & control functie in onze organisatie wordt steeds meer in de positie gezet om aan de organisatie aan te geven of onze organisatie integraal in control is en blijft. Het afgelopen jaar zijn verdere stappen gezet in het multidisciplinair samenwerken aan de gemeentelijke opgaven. Ons financieel applicatielandschap is zeer kwetsbaar en ‘end of life’ in 2024 (coda van Unit4 – financiële administratie) of ‘afterlife’ (DAF - factuurafhandeling). Om continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen is vervanging van de applicaties noodzakelijk.  Samen met het IT-bedrijf hebben we ter voorbereiding op de aanbesteding van ons financieel applicatielandschap, in 2024 de nodige voorbereidingen getroffen. Waaronder een marktconsultatie.

Daarnaast hebben we diverse processen vereenvoudigd, geüniformeerd en gedigitaliseerd. We hebben nog meer grip op onze processen en de externe dienstverlening naar burgers en bedrijfsleven is geoptimaliseerd.

Ondanks de nog altijd steeds zeer overspannen arbeidsmarkt is het gelukt om vacatures in de planning & control-functie grotendeels vervuld te krijgen.

 

Personeel & Organisatie 

De druk op de organisatie groot. Er zit spanning op de ambities en uit te voeren taken van de gemeenten versus de beschikbare middelen. Tegelijkertijd is er ook sprake van een krappe arbeidsmarkt en gaan de veranderingen in de maatschappij snel. De behoefte vanuit de organisatie aan ondersteuning vanuit P&O ten aanzien van deze opgaven neemt de toe en is in 2024 groter geweest dan de afdeling gegeven de beschikbare capaciteit kon bieden. Er is een plan gemaakt om de afdeling te versterken.

Thema's en projecten waar vanuit P&O in 2024 aan is gewerkt zijn o.a.:

  • Extra inzet op het werven van nieuwe medewerkers.  
  • Het vernieuwen van de ambtseed/belofte in lijn met die van de Rijksoverheid.
  • Europese Aanbesteding van een nieuwe Managed Service Provider. Voor de inhuur van extern personeel vanaf schaal 10 en hoger.

 

VFBE 

Duurzaamheid is een speerpunt binnen het Vastgoed & Facilitair Bedrijf. In 2024 hebben we verdere stappen gezet om de vastgoedportefeuille te verduurzamen en te versterken. Dit doen we aan de hand van de GPR-score, waarmee we duurzaamheid meten op de thema's energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Ons doel is om op het thema energie een score van 10 te behalen, wat staat voor volledig energieneutrale gebouwen zonder het gebruik van fossiele brandstoffen. In 2024 zijn de volgende verduurzamingsprojecten afgerond of in uitvoering:

  • Pathmoshal: De verduurzaming is voltooid.
  • Sporthal de Bug: De verduurzaming bevindt zich in de afrondende fase.
  • IJsbaan: De verduurzaming van de ijsbaan is bijna afgerond.
  • Bundelprojecten: De verduurzaming en renovatie van de gymzaal J.C. de Rijpstraat, kleedkamers DOS WK en kleedkamers LSV zijn in uitvoering.
  • Het Kompas: De renovatie en verduurzaming van Het Kompas, dat als nieuwe ambtelijke huisvesting in Noord gaat dienen in combinatie met maatschappelijke partners, is in volle gang.
  • We lopen bij de verduurzaming van onze vastgoedportefeuille tegen het landelijk bekende probleem van netcongestie aan. Dit betekent dat de capaciteit van het elektriciteitsnet niet altijd voldoende is om onze verduurzamingsambities te ondersteunen. We zijn hierover in gesprek met Enexis om bijvoorbeeld capaciteit tussen verschillende gebouwen uit te wisselen.

 

Juridische zaken

Juridische zaken ziet vanuit een kaderstellende en dienstverlenende rol toe op juridische kwaliteit van de gehele organisatie. Hiermee wordt bijgedragen aan een betrouwbare overheid. De inzet was (en blijft) erop gericht om bezwaarschriften zoveel mogelijk af te handelen binnen de daarvoor gestelde termijnen. En dat bij de behandeling daarvan altijd in eerste instantie persoonlijk contact wordt opgenomen met de indiener. Om ervoor te zorgen dat we onze doelstellingen halen, werken we meer data gedreven. Wij werken sinds oktober met een dashboard dat ons daarbij helpt!

 

Inkoop

Inkoop is binnen Enschede sterk in ontwikkeling. In 2023 is gestart met het project optimalisatie inkoop. Met als doel de grip te vergroten op recht- en doelmatig inkopen. Naar aanleiding daarvan is een onderzoek uitgevoerd dat heeft geresulteerd in een projectplan met concrete verbetervoorstellen.

 

Er is verder invulling gegeven aan het concernbreed contractmanagement. In 2024 is het nieuwe contractbeheersysteem geïmplementeerd, waarbij alle gemeentelijke contracten inmiddels centraal geregistreerd en inzichtelijk zijn. Daarnaast is er gestart met de uitrol van de gemeentebrede werkwijze rondom contractmanagement. Er is geïnvesteerd in een geautomatiseerde oplossing om beter zicht te krijgen op capaciteit op aanbestedingen en projecten. Dit maakt dat er beter zicht is op zowel korte als lange termijn. Het blijkt dat het stijgend aantal aanbestedingen en de lopende projecten veel capaciteit vragen. Deze capaciteit en daarmee samenhangende werkdruk blijft een aandachtspunt.

 

In 2024 is de samenwerking met Saxion Hogeschool, gemeente Hengelo, Twence, Waterschap Vechtstromen en de Universiteit Twente in het kader van het tweejarig inkooptraineeship gecontinueerd. Vanuit het traineeship zijn inmiddels 3 trainees ingestroomd in een reguliere baan bij één van de deelnemende organisaties.

 

Communicatie

Communicatie draagt bij aan het dichterbij elkaar brengen van onze organisatie met haar inwoners en ondernemers. We zorgen ervoor dat onze communicatie inclusief en voor iedereen begrijpelijk is. Het direct duidelijk schrijven van gemeentelijke brieven en digitale teksten is hier onderdeel van.

Er is een flinke toename in de vraag naar visuele communicatie. Zowel intern als extern. De afdeling communicatie neemt hierin het voortouw. Aandacht hebben we ook voor eisen die de overheid aan ons stelt op het gebied van digitale toegankelijkheid.

  

CIO Office

De landelijke standaarden digitalisering (Commonground) hebben we vertaald naar de eigen architectuur. Digitale veranderingen in Enschede passen in deze standaardisatie.

Het programma Bridge is in 2024 afgebouwd. Tegelijkertijd is gestart met de inrichting van een nieuwe informatiebeheer-organisatie die de reguliere taken hiervoor uitvoert. Er is gewerkt aan de basis voor de nota digitalisering gemeente Enschede (n.a.v de motie “Grip op Digitale Zaken”) waarvoor twee interactieve sessie gehouden zijn met leden van de raad.

 

Al enige tijd werken we aan een digitale MijnEnschede omgeving voor inwoners en ondernemers. Er is een nieuw systeem voor Meldingen openbare ruimte geïntroduceerd. Dit was de eerste stap in de verbetering van onze digitale dienstverlening binnen het MijnEnschede programma. In oktober is de volgende stap gezet.

 

Op het gebied van stedelijke dienstverlening is regie ingezet op de dienstverlening (digitaal en persoonlijk, vereenvoudiging en uniformering) volgens de uitvoeringsagenda van de visie op dienstverlening. Daarbij stuurden we op, onder andere direct duidelijke brieven en duidelijke teksten op bv de website.

 

Digitale veiligheid heeft ook in 2024 de nodig aandacht gevergd. Onder meer door monitoring en technische maatregelen hebben zich in 2024 geen grote incidenten voorgedaan.

 

Er is gewerkt aan de verdere vormgeving van het datagedreven werken en het opstellen van beleid.

 

IT bedrijf

Binnen het IT bedrijf is in 2024 gewerkt aan het Inrichtingsplan “IT Bedrijf 2025-2030” van de gemeente Enschede.

Dit plan beschrijft een herstructurering van het IT Bedrijf. Het doel is de organisatie beter te laten aansluiten op de toenemende interne en externe uitdagingen van informatietechnologie.

 

De herinrichting is nodig door:

  1. de groei van de IT-afdeling;
  1. de complexer geworden IT-omgeving;
  1. de toenemende vraag naar digitalisering van processen en diensten.

Het plan beoogt onder andere:

  1. de dienstverlening te verbeteren;
  1. grip te krijgen op de bedrijfsvoering;
  1. IT-diensten toekomstbestendig te maken.

 

Het team contract- en leveranciersmanagement is formatief op sterkte gebracht. Hier is specifieke kennis op contracteren en aanbesteden onder gebracht. Inmiddels is het overgrote deel van contracten met een IT component ondergebracht binnen het contractadministratie systeem.

In 2024 zijn al resultaten behaald. Zoals de betere samenwerking tussen IT en de vakafdelingen en het procesmatig opleveren van producten en diensten.

 

 

Rechtmatigheid 

Met ingang van het verslagjaar 2023 legt het college zelf een verantwoording af over de rechtmatige totstandkoming van in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten en de balansmutaties. Een belangrijke doelstelling van deze wetswijziging is te borgen dat colleges zich nog meer bewust zijn van hun verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goed financieel beheer, inclusief bijbehorende verordeningen.

De rechtmatigheidsverantwoording wordt opgenomen in de jaarrekening (zie hoofdstuk 9) en toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering. In de rechtmatigheidsverantwoording rapporteert het college aan de raad over geconstateerde afwijkingen voor zover deze de verantwoordingsgrens van 1% van het lastentotaal (inclusief toevoegingen aan reserves) overschrijden. Ook wordt het bedrag aan afwijkingen vermeld, dat acceptabel is op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken.

In de paragraaf bedrijfsvoering wordt een nadere toelichting gegeven op de afwijkingen die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen en de rapportagegrens overschrijden (10% van de verantwoordingsgrens). Hierbij wordt ook ingegaan op de maatregelen, die worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

De afspraken met de raad over de rechtmatigheidsverantwoording zijn vastgelegd in de financiële verordening (artikel 9 t/m 12).


Begrotingscriterium
De afwijkingen tussen de realisatie en begroting over 2024 zijn toegelicht in paragraaf 8.2 Analyse op afwijkingen tussen begroting en overzicht baten en lasten. De onrechtmatigheid op het programma Vitaal en sociaal van 7,7 miljoen euro en op het programma Samenleving en bestuur van 2,8 miljoen euro zijn toegelicht in paragraaf 8.4 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsonrechtmatigheden. 

Van het totaal aan begrotingsonrechtmatigheden van 10,5 miljoen euro past een bedrag van 0,6 miljoen euro niet binnen het vooraf vastgestelde beleid volgens artikel 11 lid 4 van de Financiële verordening en is daarmee niet acceptabel. Dit betreft de toevoeging aan de pensioenvoorziening wethouders. Deze onrechtmatigheid wordt veroorzaakt door het late moment waarop de berekening van de last gemaakt kan worden. Deze afwijking kon niet meegenomen worden in de tussenrapportage.

Voorwaardencriterium
De onrechtmatigheid op het voorwaardencriterium van 1,5 miljoen euro heeft betrekking op inkopen die onterecht niet Europees zijn aanbesteed. Deze afwijking betreft voor een deel inkopen van verschillende afdelingen binnen de gemeente die als één geheel hadden moeten worden aanbesteed. Na constatering heeft aanvullend onderzoek plaatsgevonden en worden gepaste acties ondernomen.

 

Daarnaast is één fout vastgesteld bij een contract aangegaan door een samenwerkingsverband onder verantwoordelijkheid van de gemeente Enschede. Deze inkoop is gedaan bij een andere crediteur dan via de Europees aanbestede raamovereenkomst. Dit wordt veroorzaakt door onvoldoende kennis over de raamovereenkomst.

 

Voor de onrechtmatigheden is direct actie ondernomen en zijn, waar mogelijk, lopende afspraken stopgezet en aanbestedingen gestart. Daarnaast is gestart met aanvullende kennisoverdracht vanuit de afdeling inkoop.
In de alinea over inkopen in deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op verbeteracties.


Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Er zijn geen afwijkingen geconstateerd. Er is een bedrag van 790.000 euro aan vorderingen opgelegd. Hierbij gaat het om invorderingen die betrekking hebben op teveel uitbetaalde verstrekkingen, in het kader van de participatiewet. Dit zijn vorderingen die betrekking hebben op het onrechtmatig gebruik maken van onze regelgeving. In lijn met de kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV wordt deze informatie in de paragraaf bedrijfsvoering opgenomen. 

 

 

3.6. Verbonden partijen

 

Beleid verbonden partijen

In het beleid verbonden partijen is sinds de vaststelling op 31 januari 2022 niks gewijzigd. Het beleidskader verbonden partijen moet in 2025 worden geactualiseerd en daarna worden vastgesteld door de raad.

 

Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen

In de beleidsprogramma's staat in hoeverre de verbonden hebben bijgedragen in 2024 aan de doelen van de gemeente. Onderstaand delen wij relevante wijzigingen en actualiteiten rondom de verbonden partijen zelf.

 

Bijdrage gemeenschappelijke regelingen aan ravijnjaar:

Bij de instemming op de concept-begrotingen 2025 is door de Twentse gemeenten aangegeven aan alle gezamenlijke gemeenschappelijke regelingen dat wij van hen ook verwachten een bijdrage te leveren aan het 'ravijn' vanaf 2026 in de gemeentebegrotingen. Gemeentelijk moeten er daardoor scherpe keuzes gemaakt worden.  Gemeenschappelijke regelingen voeren een substantieel deel van gemeentelijke taken uit. Daarom zijn de besturen van de gemeenschappelijke regelingen verzocht om relevante opties voor scherpe keuzes aan te gaan dragen, zodat de uitkomsten kunnen worden meegenomen bij de opmaat naar de begroting 2026. Wij verwachten van de gemeenschappelijke regelingen dat zij in hun Kaderbrieven in het voorjaar van 2025 anticiperen op de gemeentelijke bezuinigingsopgave en hierbij scherp kijken naar o.a. de risico’s, de benodigde weerstandscapaciteit in samenhang met de financiële positie. Daarnaast is op 9 december 2024 door de gemeenteraad een motie aangenomen over inhoudelijke grip op gemeenschappelijke regelingen. De raad ziet graag dat de gemeenschappelijke regelingen een productenboek opstellen zodat zij inhoudelijke keuzes kunnen maken bij de concept-begrotingen 2026 die in mei/juni 2025 voor zienswijzen aan de raad zullen worden aangeboden.

 

SamenTwente: Binnen de GR SamenTwente is, door de afname van rijksmiddelen enerzijds en grote maatschappelijke opgaven anderzijds, spanning ontstaan tussen ambitie en de inzet van middelen. Daarom heeft het algemeen bestuur van de GR in 2024 besloten om een discussie te gaan voeren over de kerntaken van SamenTwente. Met de kerntakendiscussie worden keuzes gemaakt om het juiste te blijven doen en te blijven zorgen voor kwalitatieve dienstverlening voor de inwoners van Twente op het gebied van Gezond, Veilig en Vitaal. Het gaat om focus, inzicht en diepgang op basis waarvan besluiten kunnen worden genomen. Bureau Lysias Advies begeleidt de kerntakendiscussie. De kerntakendiscussie wordt in april 2025 afgerond zodat de uitkomsten kunnen worden meegenomen bij de opmaat naar de begroting 2026.

 

Stadsbank:De schuldhulpverlening verkeert in een transitie. Waar voorheen uniformiteit, wetgeving en regels veelal centraal stonden, zien we nu meer preventie, maatwerk, werken vanuit vertrouwen en het uitbouwen van de financiële redzaamheid van inwoners. In de afgelopen jaren hebben we positieve ontwikkelingen gezien zoals de halvering van de aflossingsperiode en een stevige inzet op saneringskredieten en schuldenrust.  

Er zijn landelijke bestuurlijke afspraken gemaakt over de zogenoemde basisdienstverlening. De basisdienstverlening stelt hogere eisen aan schuldhulpverlening om het bereik en de kwaliteit te verhogen. De basisdienstverlening wordt (landelijk) dwingend ingezet. Gemeenten moeten alle onderdelen van de basisdienstverlening op dezelfde wijze uitvoeren. Financiële begeleiding is één van de kernelementen van de basisdienstverlening. In 2025 gaat de Stadsbank deze dienstverlening aanbieden en (door)ontwikkelen in de vorm van een pilot. Als de uitkomsten van de pilot positief zijn, dan volgt een voorstel voor definitieve implementatie.

Van gemeenten en gemeenschappelijke regelingen wordt aan de ene kant verlangd dat ze steeds meer taken oppakken en aan steeds meer wettelijke verplichtingen voldoen. Aan de andere kant schroeft het Rijk het beschikbare budget voor gemeenten terug. Gemeenten moeten daardoor scherpe keuzes maken voor 2026. Het budget voor de Stadsbank maakt onderdeel uit van deze (scherpe) keuzes die de gemeente(n) moet maken.

De verwachting is dat door een toename van de loon- en prijsindexatie de kosten van de Stadsbank in de komende jaren verder zal toenemen. Hoewel de jaarrekening 2024 van de Stadsbank nog niet is afgerond, wordt geen negatief resultaat over 2024 voor onze gemeente verwacht.

 

Regionaal Bedrijventerrein Twente: Het Algemeen Bestuur gaf in 2023 opdracht te starten met het proces van liquidatie van de GR, omdat de GR de gronden van het RBT vrijwel allemaal heeft uitgegeven. Het is de bedoeling dat de Gemeente Almelo het gebied en de resterende - meer beheersmatige - taken overneemt na liquidatie. Ook de parkmanagementorganisatie is in beeld voor overname van een aantal taken.

In de zomer van 2024 bleek dat de beoogde liquidatiedatum van 1 januari 2025 niet haalbaar is. Het AB prikte toen 1 juli 2025 als nieuwe liquidatiedatum. Vanwege discussie over de voorwaarden voor overname van onderdelen uit de boedel door de gemeente Almelo en de parkmanagementorganisatie, is echter opnieuw meer tijd nodig.  We voorzien nu besluitvorming in de raden en Staten in de zomer van 2025 (zienswijzeprocedure) en eind 2025 (over de vereiste toestemming tot liquidatie).

 

Technology Base Twente: De GR Technology Base ontwikkelt de voormalige vliegbasis Twenthe tot een gebied voor nieuwe natuur, wonen, evenementen, bedrijvigheid en de functie van luchthaven. Het nieuwe natuurgebied en de woonopgave zijn (vrijwel) afgerond. Na de vernietiging door de Raad van State van het bestemmingsplan voor het evenemententerrein en het naastliggende natuurgebied in 2023 staat de gemeente Enschede aan de lat een passende planologische regeling voor dit gebied te realiseren.

In 2024 hebben marktpartijen en de deelnemers in de GR de verkenning naar publiek-private samenwerking bij de exploitatie van de luchthaven afgerond. Met als conclusie dat hier kansen liggen. De GR startte in 2024 met voorbereidingen om tot een proces van concessieverlening voor die exploitatie te komen.

Voorts is Twente Airport bij Defensie in beeld voor medegebruik met jachtvliegtuigen. De GR vindt dat dit medegebruik moet passen binnen de kaders en Defensie gewezen op andere mogelijkheden voor medegebruik (innovatie, testen, experimenten, drones). Enschede wijst de komst van jachtvliegtuigen af, vanwege het verwachte effect op de verstedelijkingsopgave Twente. De ministerraad neemt in 2025 een ontwerpbesluit en vervolgens een definitief besluit.

Er vestigde zich een aantal kleinere nieuwe high-tech bedrijven op het bedrijventerrein. Alle voormalige F16-shelters zijn nu verhuurd. Uitgifte van kavels voor grotere bedrijven (met meer dan 25 werknemers) blijkt de komende jaren niet mogelijk vanwege netcongestie en het stikstofvraagstuk. Daarom vertraagt de uitgifte van grote kavels met vijf jaar (afronding grondexploitatie in 2036). Dat leidt tot een negatief effect in de grondexploitatie met 5,7 miljoen euro (netto contante waarde per 1 januari 2024). De dekking van ons aandeel daarin (50%) hebben we verwerkt in deze gemeenterekening 2024.

In 2024 troffen we in het watersysteem van de voormalige vliegbasis Twenthe PFAS-concentraties aan die hoger liggen dan de daarvoor geldende normen. We troffen vervolgens voorbereidingen voor nader onderzoek in 2025, samen met Landschap Overijssel, provincie Overijssel, het Waterschap, GGD en andere betrokken overheden.

 

Veiligheidsregio: Veiligheidsregio Twente heeft in 2024 uitvoering gegeven aan het bestedingsplan “versterking crisisbeheersing en informatievoorziening” dat eind 2023 is vastgesteld in het Algemeen Bestuur. Het traject ging gemoeid met een bredere organisatieaanpassing, die per 1 oktober 2024 van kracht is gegaan. Er is een team Crisisbeheersing opgezet en ingericht. Vanuit dit team wordt de inhoudelijke versterking en verdere professionalisering van het taakveld crisisbeheersing vormgegeven. Daarnaast is gewerkt aan het deel informatievoorziening. Het meest zichtbare resultaat hiervan is het veiligheidsinformatieknooppunt (VIK).
De samenleving- nationaal en internationaal- verandert in een hoog tempo en de uitdagingen waar we als samenleving voor staan zijn groot. Denk alleen al aan de geopolitieke ontwikkelingen die op verschillende delen van de wereld spelen. De opgave waar Nederland voor staat is het beschermen van nationale veiligheidsbelangen tegen een militaire dreiging en maatschappelijke ontwrichting als gevolg van een gewapende en/of een hybride aanvallen te voorkomen. Om dit te bereiken wordt landelijk gewerkt aan het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid. Hier is in 2024 een start mee gemaakt. Zo wordt landelijk gewerkt aan een crisisplan militaire dreiging. Het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid is één van de drie pijlers in de landelijke agenda crisisbeheersing en ook van de Twentse agenda crisisbeheersing die in ontwikkeling is. Dit uiteraard in afstemming met het Rijk, gemeenten en andere betrokken organisaties.

 

Omgevingsdienst Twente: Vanaf 2024 wordt gewerkt met een herijkte begroting waarin alle uitgangspunten in samenhang met het wettelijk vereiste regionale VTH-beleid en een actualisatie van het totale bedrijvenbestand in Twente zijn samengebracht. Deze uitgangspunten zijn na een intensief traject met alle deelnemers vastgesteld in het algemeen bestuur (AB) van december 2022. 

Vanuit pijler 1 van het Interbestuurlijk Programma (IBP) Versterking VTH zijn landelijke robuustheidscriteria opgesteld waar omgevingsdiensten aan moeten voldoen. Om robuust te kunnen zijn moet de OD Twente nog enkele stappen zetten. Die stappen zijn opgenomen in het verbeterplan dat in september 2024 door het DB is vastgesteld en is toegelicht in het AB.

Begin maart 2024 heeft de visitatiecommissie van Omgevingsdienst NL de OD Twente gevisiteerd. Dit is een onderdeel van het Interbestuurlijk Programma versterking VTH-stelsel. De uitkomsten van de visitatie zijn samengevat in sterke punten en aanbevelingen. Opgemerkt is onder meer dat de OD Twente een snelle ontwikkeling heeft doorgemaakt, dat de organisatiecultuur open is met korte lijnen en dat er vertrouwen is in de organisatie. Maar ook is aangegeven dat de Omgevingsdienst Twente een nieuwe fase in gaat; een belangrijke aanbeveling is om te werken aan een toekomstvisie. De eerste stappen hiertoe zijn al gezet. Het streven is om de Toekomstvisie 2030 voor de zomer van 2025 door het AB vast te laten stellen.

 

Recreatieschap Twente: Het recreatieschap is primair een uitvoeringsorganisatie voor de ontwikkeling en het beheer van de die recreatieparken en routenetwerken in Twente.  Daarnaast speelden er een aantal beleidsmatige, financiële, bestuursrechtelijke en andere juridische kwesties.

In 2024 stelde het bestuur de visie en de daarop gebaseerde koers vast voor de drie recreatieparken en de routenetwerken die onder het recreatieschap vallen. Daarin staat de bijdrage aan het Bruto Twents Geluk centraal.

In 2024 werkte het recreatieschap verder aan de nieuwe financieringssystematiek en het ‘Wgr’-proof’ maken van de GR-tekst, met name de uittredingsbepalingen. Dit is exercitie die  ingewikkeld is en  direct raakt aan de (financiële) belangen van alle veertien gemeenten in krappe tijden. Dit proces is daarom vertraagd. We voorzien besluitvorming in 2025. Verder vroeg de aansprakelijkheid voor de routewerken aandacht. Ook is de kwestie rond het afsluiten van de mountainbikeroute (MTB-route) in het Natura 2000-gebied  op de Sallandse heuvelrug nog niet afgerond. Deze zaak komt in 2025 voor bij de Raad van State. Dit kan grote (landelijke) gevolgen hebben voor de toekomstbestendigheid van MTB-routes.

 

Schouwburg: De verwachting is dat 2024 door de Schouwburg wordt afgesloten met een tekort. De oorzaak ligt onder andere in een tegenvallend aantal bezoekers van de voorstellingen. In 2024 ontving de Twentse Schouwburg N.V. een bijdrage voor transitiekosten. De bijdrage wordt in 2024 en 2025 besteedt. Deze bijdrage zet de Twentse Schouwburg in om de organisatie duurzaam om te vormen en om de structurele stijging van kosten op te vangen. Denk aan het herinrichten van het horeca-concept, de frontoffice, het invoeren van scanzuilen, uitbreiding van de opleidingsfunctie (leermeesterschap vrijwilligers en uitbreiden/verjongen vrijwilligerspool) en het opbouwen van businessclubs. Voor de toekomstige inhoudelijke programmering betekent dat: niet meer investeren/inzetten op voorstellingen en producties met een hoog risico. Een andere constructie/contract met de Theateralliantie (8 samenwerkende theaters) over de gezamenlijke producties, minder ruimte voor experiment en minder eigen producties.

Vooruitlopend op de huisvestigingsontwikkelingen voor het muziekkwartier heeft de Twentse Schouwburg N.v. als penvoerder een subsidie ontvangen ter activatie van het gezamenlijke programma en de exploitatie in voorbereiding op de realisatie van de plannen. Deze bijdrage mogen ze inzetten in de periode 2025-2028.

 

Onderhoud Enschede: In het voorjaar van 2024 is bestuurlijk opdracht gegeven om de Evaluatie Samenwerking Onderhoud Enschede in opdracht van de gemeente door een extern bureau uit te laten voeren. Dit vanwege vertraging op de (zelf)evaluatie vanuit Onderhoud Enschede. De oplevering van de evaluatie wordt in het 2e kwartaal van 2025 verwacht. Onderhoud Enschede heeft 2024 afgesloten met een tekort. Zowel op de vaste prijsafspraken als op de regiebestekken (voor rekening Stadsdeelbeheer) was sprake van forse overschrijding van de begroting. Beiden zijn deels veroorzaakt door weersomstandigheden waaronder de extreme wateroverlast in de zomer. u

 

Twence: In december 2024 heeft de raad ingestemd met de aankoop van 77.300 extra aandelen in Twence met een totale waarde van ruim 15,2 miljoen euro. Samen met de gemeenten Hengelo en Losser zijn de aandelen van de uittredende gemeenten Almelo, Oldenzaal en Twenterand overgenomen. Ook heeft Twence zelf een deel van de aandelen ingekocht. De zeggenschap van Enschede stijgt hiermee naar 24,2% naar 35,4%. Tegelijkertijd stijgen vanaf 2025 de dividendopbrengsten en toerekening van de duurzaamheidsprestaties. Aan de raad is toegezegd dat in overleg met hen gewerkt gaat worden aan de beheersing van de risico's nu op de gemeentebalans een aanzienlijke boekwaarde is opgenomen.

 

Voormalig Essent: In november 2024 is Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV definitief ontbonden. Daarmee is deze BV niet langer een verbonden partij van de gemeente. De geringe laatste uitkering was voldoende om de boekwaarde (van slechts 43 euro) af te boeken. CSV Amsterdam B.V. wordt naar verwachting eind april 2025 geliquideerd. Dan wordt het beschikbare agio uitgekeerd aan de aandeelhouders (voor Enschede een gering bedrag van minder dan 20.000 euro).

 

Dimpact: Dimpact is volop bezig in zijn rol als landelijk koploper in het gebruik en toepassen van Common Ground architectuur principes. Dit is een noodzakelijke en gewenste ontwikkeling, omdat componenten landelijk niet schaalbaar en integreerbaar zijn. Dimpact draagt de investeringen voor deze open source toepassingen. Dit brengt ontwikkelkosten, tijdelijk extra integratiekosten en beheerkosten met zich mee. Enschede gaat, als koploper A gemeente, integraal alle PodiumD producten in zijn IT landschap opnemen.

In 2024 zijn de eerste e-formulieren middels PodiumD Formulier gerealiseerd, daarna PodiumD Portaal met hierop dienstverlening van Werk en Inkomen. Podium D Contact en Zaak volgen vanaf 2025.

We zien landelijk meer aandacht voor Dimpact, ook vanuit andere partijen en organisaties die willen aansluiten voor de manier waarop Dimpact en Enschede samenwerken om met andere lidgemeenten een nieuw dienstverleningsplatform op te zetten. Hieraan zit ook een keerzijde qua zorgen over beheersbaarheid. Voor- en nadelen en de behoefte om PodiumD (eerst) af te maken alvorens verder op te schalen met meer leden worden in openheid met elkaar besproken. Dit geldt tevens voor keuzes die Enschede op lange termijn aangaat versus de vereniging als koploper.

 

Beheer verbonden partijen

De risicoanalyse van de verbonden partijen is wederom uitgevoerd met behulp van het pakket Naris Self Assesment. Hierbij werken we samen met de gemeente Almelo, Dinkelland, Hengelo, Losser en Tubbergen. De risico's voor de verbonden partijen worden geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen worden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn: directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, opdrachtgeversrelatie, governance, control en kwaliteit. Dit jaar is wederom een open vraag gesteld over de mogelijke gevolgen van het aanhoudende coronavirus bij de verbonden partij. In het afgelopen jaar zijn een aantal vragen aangescherpt omdat een aantal vragen blijkbaar niet helemaal helder waren gezien de antwoorden die werden gegeven. Zo is bij een aantal financiele vragen nu sprake van een dropdown menu in plaats van een open invulveld. Dit heeft bij de uitvraag in 2023 geleid tot de goede antwoorden. Daarnaast is een nieuwe open vraag gesteld aan de gemeenschappelijke regelingen of en hoe zij voldoen aan de vereisten vanuit de archiefwet. Ook is er nog steeds aandacht voor de mogelijk extra risico's en/of nadelen hebben vanwege de aanhoudende hoge inflatie en gestegen lonen.

 

Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties. Zie hiervoor ook de informatie in de lijst met verbonden partijen verderop in deze paragraaf. Bij de berekening van het financieel belang in Naris Self Assement worden niet de benoemde bijdragen in geheel bij elkaar opgeteld. In geval van het meest negatieve scenario, een faillissement van de verbonden partij, moet de waarde van het aandelenkapitaal en de verstrekte leningen en garanties als verloren worden beschouwd (als niet sprake is van voldoende onderpand). Ook het begrote dividend zal niet worden gerealiseerd. De bijdrage aan de exploitatie (zijnde de inkoop van goederen en diensten door de gemeente) en de subsidie wordt echter in termijnen betaald door de gemeente. Daarvoor geldt dat het nog beschikbare resterende budget kan worden ingezet voor de inkoop van de benodigde goederen en diensten bij een andere organisatie. Als rekenregel wordt toegepast dat het verlies 50% van de begrote bijdrage is. In de onderstaande grafiek zijn de uit de vragenlijsten gekomen risicoscores opgenomen:

 

 

In de onderstaande tabel is het totale risico aangegeven met stoplichtkleuren. De kleuren geven aan of het risico van de desbetreffende verbonden partij laag, middel of hoog is. De uitkomst is de totale weging van het financieel belang en de risicoscore vanuit de vragenlijsten. Deze risico-inschatting correspondeert vervolgens met het toezichtsregime (zie ook de link met achtergronddocument die bij de lijst met verbonden partijen is opgenomen). De verbonden partijen staan op volgorde van hoogste naar laagste totale risico in de tabel.

 

Naam verbonden partij Risicoscore Financieel belang Totaal risico
Technology Base Hoog Hoog Hoog
Veiligheidsregio Twente Midden Hoog Hoog
SamenTwente Midden Hoog Hoog
Twentse Schouwburg Midden Hoog Hoog
Sportaal Midden Hoog Hoog
Onderhoud Enschede Midden Hoog Hoog
Recreatieschap Hoog Laag Midden
Omgevingsdienst Twente Midden Gemiddeld Midden
Twence Laag Hoog Midden
Twente Milieu Laag Hoog Midden
Stadsbank Midden Gemiddeld Midden
GBTwente Midden Gemiddeld Midden
Regionaal Bedrijventerrein Midden Laag Midden
Twenteboard Hoog Laag  Midden
Dimpact Midden Laag Midden
Kennispark Midden Laag Midden
OLCT Midden Laag Midden
Euregio Midden Laag Laag
Enexis Laag Laag Laag
Bank Nederlandse Gemeenten Laag Laag Laag

 

 

De verbonden partijen met totaal risico hoog kwalificeren zich voor een meer indringend toezicht. Dit zijn ook meteen de partijen die doorgaans taken uitvoeren die niet slechts uitvoerend zijn, maar ook beleidsrijke c.q. geen strategische activiteiten in portefeuille hebben. Aan deze partijen wordt dan ook meer aandacht besteed in het komende jaar dan de partijen die een lagere score hebben. De partijen met een totaalscore laag behoeven maar weinig toezicht aangezien hierbij sprake is van relatief kleine financiële belangen. De gemeente bezit doorgaans ook maar een gering aandeel in deze partijen en heeft dus weinig c.q. zeggenschap. Ten opzichte van de vorige risicobepaling uit de Gemeentebegroting 2025 zijn er geen wijzigingen te melden. 

 

In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen. In de top tien van risico’s staat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een risico van 4,2 miljoen euro opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen. Dat risico hangt samen met Techonology Base. Voor een verbonden partij wordt een financieel risico opgenomen als duidelijk is dat bijvoorbeeld een bezuinigingstaakstelling nog niet is ingevuld en wellicht tot nadelen leidt bij de gemeente, doordat een extra bijdrage moet worden betaald. Ook het niet voldoen aan de weerstandsnormen kan leiden tot het opnemen van een financieel risico voor een verbonden partij. Een organisatie bezit dan zelf niet voldoende middelen om haar risico's af te dekken. De gemeente kan ook hier worden gedwongen tot het doen van een extra bijdrage als meerdere risico's zich tegelijkertijd voordoen.

 

 

Lijst verbonden partijen

In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen van de Gemeente Enschede conform de BBV per eind 2024. Verdere algemene informatie is te vinden onder deze link.

 

Nog niet alle verbonden partijen hebben de goedgekeurde jaarrekening 2024 gereed. Voor deze partijen zijn geen gegevens over het vreemd en eigen vermogen per eind 2024 opgenomen en ook geen resultaat over 2024.

 

 

Type Naam en vestigingsplaats Financieel belang gemeente 2024 Omvang eigen vermogen begin 2024 Omvang eigen vermogen eind 2024 Omvang vreemd vermogen begin 2024 Omvang vreemd vermogen eind 2024 Resultaat 2024
GR SamenTwente Enschede Bijdrage 9,294 miljoen euro

4,105 miljoen euro

De weerstandsratio bedraagt 0,84 per eind 2024 en ligt daarmee binnen de marge van 0,8 tot 1,0.

5,119 miljoen euro 20,789 miljoen euro 20,941 miljoen euro 1397 miljoen euro
GR Stadsbank Oost-Nederland Enschede Bijdrage 3,744 miljoen euro, 285.000 euro kapitaalinbreng

1,370 miljoen euro

 

De weerstandsratio bedraagt 2,14 per eind 2024 en is daarmee ruim boven de marge van 1,0 tot 1,4.

2,236 miljoen euro 12,765 miljoen euro 12,219 miljoen euro  656.800 euro
GR Openbaar Lichaam Crematoria Twente Enschede
146.553 euro dividend 2,081 miljoen euro 2,563 miljoen euro 5.262 euro  12.220 euro  917.948 euro
GR Gemeentelijk Belastingkantoor Twente 
Hengelo
4,822 miljoen euro bijdrage

1,652 miljoen euro

 

Het eigen vermogen is niet voldoende om de risico's mee af te dekken. De deelnemers hebben er echter voor gekozen om zelf weerstandsvermogen aan te houden.

2,866 miljoen euro 7,689 miljoen euro 10,118 miljoen euro 1,233 miljoen euro
GR Regionaal Bedrijventerrein/XL Park Almelo Bijdrage nihil nu gemeente geen verliesvoorziening meer hoeft aan te houden. 14,397 miljoen euro 18,255 miljoen euro 73,109 miljoen euro 54,570 miljoen euro 3,858 miljoen euro
GR Technology Base  Enschede Verliesvoorziening van 12,999 miljoen euro. Beschikt niet over eigen vermogen, deelnemers houden voldoende verliesvoorziening aan. 42,443 miljoen euro 42,650 miljoen euro 6,447 miljoen euro negatief
GR Veiligheidsregio Twente Enschede Bijdrage 15,557 miljoen euro

2,504 miljoen euro

 

De weerstandsratio bedraagt 0,82 en zit daarmee boven het minimale niveau van 0,7.

3,389 miljoen euro 71,827 miljoen euro 77,383 miljoen euro 1,223 miljoen euro
GR

Omgevingsdienst Twente Almelo

Bijdrage 2,308 miljoen euro

2,036 miljoen euro

 

De weerstandsratio bedraagt 1,24 per eind 2024 en ligt daarmee binnen de marge van 1,0 tot 1,4.

3,070 miljoen euro 3,977 miljoen euro 3,823 miljoen euro 1,893 miljoen euro
GR

Recreatieschap Twente Enschede

Bijdrage 955.077 euro

797.000 euro

 

De weerstandsratio bedraagt 0,79 per eind 2024 en ligt daarmee net onder het minimum van 0,8.

1,566 miljoen euro 3,734 miljoen euro 4,077 miljoen euro 152.000 euro
NV Twentse Schouwburg Enschede 7,061 miljoen subsidie, 40.000 euro evenementensubsidie, 557.806 euro bijdrage huiskamer van de stad, 355.000 euro bijdrage transitiekosten, 326.008 euro verstrekte lening, 1 euro aandelenkapitaal 1,243 miljoen euro   5,121 miljoen euro    
BV Sportaal Enschede 8,122 miljoen exploitatiebijdrage, 2,279 miljoen euro opdrachten, € 374.000 subsidie,€ 1,2 miljoen garantstelling, € 1 aandelenkapitaal 3,758 miljoen euro 3,914 miljoen euro 7,859 miljoen euro 7,579 miljoen euro € 156.192
BV Onderhoud Enschede Enschede 19,8 miljoen euro omzet, 5,782 miljoen euro garantstelling, € 1 aandelenkapitaal 2,204 miljoen euro   8,819 miljoen euro    
NV Twente Milieu Enschede 19,1 miljoen euro omzet, 281.344 euro aandelenkapitaal 12,660 miljoen euro   14,107 miljoen euro    
BV Twence Hengelo 11,6 miljoen euro omzet ( inclusief 7,5 miljoen euro communale samenwerking), 1,694 miljoen euro dividend, 15,211 miljoen euro aandelenkapitaal

169,261 miljoen euro

Twence beschikt over voldoende solvabiliteit.

166,2 miljoen euro 109,018 miljoen euro 121,319 miljoen euro 14,413 miljoen euro
NV Bank Nederlandse Gemeenten Den Haag 432.741 euro dividend, 455.000 euro aandelenkapitaal, 45.600 euro kosten betalingsverkeer 4.412 miljoen euro 4.468 miljoen euro 110.819 miljoen euro 123.164 miljoen euro 294 miljoen euro
NV Enexis Den Bosch 51.531 euro dividend, 27.000 euro aandelenkapitaal 5.320 miljoen euro 5.538 miljoen euro 5.140 miljoen euro 5.949 miljoen euro 254 miljoen euro
BV Voormalig Essent: Den Bosch:      
  CSV Amsterdam 43 euro aandelenkapitaal 84.349 euro  8.580.202 euro  64.446 euro  6.572 euro  8.095.853 euro 
CO Dimpact Enschede 1,982 miljoen euro bijdrage 2,991 miljoen euro

€ 702.863

4,587 miljoen euro 7,567 miljoen euro 2,289 miljoen euro negatief
OV Euregio Gronau 46.758,15 euro bijdrage lidmaatschap 2,577 miljoen euro 2,577 miljoen euro 29,943 miljoen euro 39,553 miljoen euro 37.088 euro negatief
 OV

Stichting Twente Board/

Bestuursovereenkomst 

Twentse samenwerking Enschede
Bijdrage 1,519 miljoen euro 24.122 euro    1 euro     
OV Stichting Gebiedsorganisatie Kennispark
 
Bijdrage 169.050 euro          
VVE VVE Hermandad 8.510 euro  36.999 euro  41.655 euro  74 euro  13.695 euro  10.552 euro 
VVE VVE Winkelcentrum Irenepromenade 19.265 euro jaarlijkse bijdrage, 9.198 euro eenmalige bijdrage 11.432 euro  14.328 euro  0 euro  1.369 euro  12.323 euro 

 

3.7. Grondbeleid

Grondbeleid; visie en uitvoering

In februari 2020 is de Nota Grondbeleid door de raad vastgesteld. Deze bevat het actuele kader voor de uitvoering van het grondbeleid. Uitgangspunt in deze nota is situationeel grondbeleid waarbij, afhankelijk van de locatie, het te voeren grondbeleid wordt bepaald.

 

In de Nota Grondbeleid is de actuele wet- en regelgeving rondom het grondbeleid verwerkt. Daarnaast maken een afwegingskader en een bestuurlijk afwegingsmodel gebiedsontwikkeling onderdeel uit van de nota. Met het afwegingskader kan bepaald worden in welke situatie welk type grondbeleid het meest kansrijk c.q. gewenst is. Met het bestuurlijk afwegingsmodel gebiedsontwikkeling kan inzicht worden verkregen in het financieel en maatschappelijk rendement van een gebiedsontwikkeling.

De laatste jaren volgde onze gemeente vooral een facilitair beleid, we lieten meer over aan de markt en ondersteunden particuliere initiatieven vanuit de samenleving maar hebben inmiddels ook gemerkt dat om doelen te bereiken ook actief beleid noodzakelijk is. Met de Nota Grondbeleid is het voor de gemeente ook mogelijk om in sommige situaties actieve ingrepen te doen als de markt de gewenste ontwikkelingen niet oppakt of regie vanuit de gemeente gewenst is.

 

Ontwikkelingen 2024

 

Resultaten

De ontwikkelingen in de wereld zorgen voor een onzeker verloop van de energieprijzen en inflatiecijfers. Hoewel de energiekosten t.o.v. vorig jaar zijn gestabiliseerd blijven ze onverminderd hoog. De hoge energieprijzen hebben weer doorwerking in levensmiddelen, grondstoffen en bouwmaterialen. Hierdoor blijft de inflatie hoog. De inflatie is weliswaar afgenomen naar 3,3% maar bevindt zich nog steeds fors boven de gestelde 2% doelstelling voor prijsstabiliteit van de Europese Centrale Bank (ECB).

 

Zowel de bouwkosten als de kosten Grond-, Weg en Waterbouw laten een lichte stijging zien, die voornamelijk wordt veroorzaakt door de toename van personeelskosten na de cao-loonsverhogingen die in 2024 hebben plaatsgevonden. Opmerkelijk is dat de materiaalkosten al een aantal achtereenvolgende kwartalen op totaalniveau gelijk zijn gebleven. Tussen de verschillende materiaaltypen vinden wel prijsfluctuaties plaats.

 

Gelijk aan voorgaande jaren neemt de vraag naar woningen en bouwkavels voor woningen en bedrijven niet af en neemt de residuele grondwaarde (de marktwaarde van de bouwgrond die we als gemeente verkopen) toe. Het woningaanbod van bestaande koopwoningen neemt af hetgeen prijsopdrijvend werkt. Een krappe markt heeft als gevolg dat overbieden steeds gebruikelijker wordt. De toename van de prijs van bestaande koopwoning in combinatie met toename van de leencapaciteit door lagere hypotheekrente en stijgende lonen zorgen er voor dat er ook weer wordt gekeken naar nieuwbouw woningen. Hetgeen mede tot gevolg heeft dat er in tegenstelling tot voorgaande jaren ook weer projectmatige woningbouwprojecten op de markt worden gebracht. Voor bedrijven en kantoren begint de netcongestie in steeds toenemende mate een belemmerende factor te worden.

 

In het MPG 2024 hebben wij aangegeven dat er in de opbrengsten van de grondexploitaties een tweespalt begon te ontstaan. Grondexploitaties van projecten met (bouw)kavels voor particulier opdrachtgeverschap stonden (nog) niet onder druk omdat de vraag onverminderd voortduurt en de voorraad te verkopen kavels beperkt is. Dit beeld is niet veranderd. Grondexploitaties van projecten met grond voor projectmatige woningbouw en dan met name de appartementen stonden wel onder druk. Ontwikkelaars gaven aan hun business-case niet sluitend te kunnen krijgen door stijgende rente en hoge bouwkosten. Dit leidt tot stijgende verkoopprijzen  en afnemende verkoopbaarheid. Dit beeld begint te veranderen: door de afvlakkende bouwkosten en dalende rente worden er weer projecten op de markt gebracht. Hoewel de nieuwbouwmarkt gespannen is, laat deze in 2024 duidelijk herstel zien (NVM, 2024c). Consumenten en marktpartijen uiten vertrouwen na een onzeker 2023: er worden meer nieuwbouwwoningen verkocht en minder projecten afgeblazen. Hierbij dient aangetekend te worden dat de middenhuur sector en het hoog stedelijk bouwen nog steeds financieel zeer moeizaam is.

 

Dit is terug te zien in de grondverkopen, woningbouwkavels voor particulier opdrachtgeverschap verliepen voorspoedig. Daar tegenover bleven grondverkopen voor projectmatige woningbouw en bedrijventerreinen achter en ook de verkoop van bouwgrond voor kantoren liet, evenals in vorige jaren, (nog) geen verbetering zien.

 

Gronduitgifte voor woningbouw

Doel voor 2024 was om grond voor 335 woningen te verkopen, er werd in totaal grond voor 133 woningen verkocht. De omzet van bouwgrond voor woningen bedroeg 4,4 miljoen euro, terwijl 7,2 miljoen euro was begroot. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van niet gerealiseerde verkopen naar 2025. De uitgifte van kavels voor particulier opdrachtgeverschap verliep zoals verwacht, bij projectmatige bouw bleef de realisatie achter. Daarnaast is er grond voor 23 woningen projectmatige bouw verkocht welke niet in de prognose was opgenomen omdat deze bij de uitwerking van de Stedelijke Koers in 2012 uit productie waren genomen.

 

Kavels voor bedrijven en kantoren

Bij de verkoop van bouwgrond voor bedrijven was de afzet beneden verwachting. Doel voor 2024 was om 1,9 hectare bouwgrond voor bedrijven te verkopen, er werd in totaal 0,1 hectare verkocht. De omzet van bouwgrond voor bedrijven bedroeg 0,14 miljoen euro ten opzichte van 2,7 miljoen euro begroot. Oorzaak van de tegenvallende verkoop komt o.a. door het hanteren van een reserveringstermijn van een jaar in combinatie met de regel dat er pas wordt overgegaan tot levering van de grond als er een omgevingsvergunning is verleend. Door de aanpassing van de uitgifte voorwaarden conform het Didam-arrest in 2023 heeft de verkoop van actief in verkoop zijnde gronden voor bedrijven in 2023 een half jaar stilgelegen. Dit in combinatie met de reserveringstermijn zorgt ervoor dat de daadwerkelijk uitgifte van grond voor bedrijven vertraagd is. De verwachting is dat de in de jaarschijf 2025 geprognosticeerde m2 gehaald gaat worden. Daarnaast is er een in 2023 verkochte kavel terug geleverd omdat niet voldaan kon worden aan de bebouwingsverplichting.

 

De uitgifte van bouwgrond voor kantoren bleef achter bij de prognose. Doel voor 2024 was om 1.582 m² BVO bouwgrond voor kantoren te verkopen, er werd in totaal voor 582 m² BVO verkocht. De omzet van bouwgrond voor kantoren bedroeg 0,1 miljoen euro ten opzichte van 0,3 miljoen euro begroot. Daarnaast is er een in 2023 verkochte kavel terug geleverd omdat niet voldaan kon worden aan de bebouwingsverplichting.

 

Voor bouwgrond voor overige bestemmingen was het doel om voor 6.718 m² BVO (science-bedrijven, parkeergarage, commerciële plint ) te verkopen, er werd in totaal 2.435 m² BVO verkocht. De omzet van bouwgrond voor overige bestemmingen bedroeg 0,4 miljoen euro ten opzichte van 0,9 miljoen euro begroot.

 

Winstneming over boekjaar 2024

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (afgekort: BBV) moet bij de winstgevende grondexploitaties de winst worden genomen op basis van de voortgang van het project. Voor de berekening van het percentage te nemen winst wordt uitgegaan van een percentage dat rekening houdt met de verhouding tussen gerealiseerde kosten en opbrengsten ten opzichte van de begroting, dus het voortgangspercentage. Op basis van deze methode wordt over 2024 2,8 miljoen euro aan winst genomen en toegevoegd aan de reserve Grondbedrijf.

 

Verliesneming

Een ander financieel effect betreft de verlieslatende grondexploitaties. De verlieslatende grondexploitaties zijn voor 3,7 miljoen euro minder verlieslatend geworden. Dit wordt met name veroorzaakt door de gewijzigde BBV voorschriften voor de te hanteren rente in de grondexploitaties. Voorgeschreven is de gemeentelijke omslagrente, welke lager ligt dan de eerder gehanteerde rekenrente. Daarnaast zijn over het algemeen de uitgifteprijzen verhoogd op basis van de hogere taxaties en de budgetramingen bijgesteld op basis van actuele inzichten. Ten slotte is in 2024 een nieuwe verlieslatende grondexploitatie toegevoegd: Topsportcampus Diekman met een tekort van 4,5 miljoen euro. Hierdoor is er per saldo meer voorziening nodig en dit heeft direct negatief effect op de reserve Grondbedrijf.

 

Reserve Grondbedrijf

De bovengenoemde aspecten hebben per saldo een positief effect op de ontwikkelingen binnen de Reserve Grondbedrijf en neemt in totaal toe met 7,8 miljoen euro tot 34,8 miljoen euro positief per 31-12-2024. Dit is mede het gevolg door de in de Reserve Grondbedrijf ontvangen bijdrage voor huisvesting Oekraïners van 6,5 miljoen euro. Hierna worden de resultaten van 2024 nader toegelicht. Tenslotte volgt een vooruitblik op het grondbeleid vanaf 2025 en verder.

 

Realisatie programma wonen, bedrijventerreinen en kantoren in 2024

Verkopen kavels woningbouw

In 2024 heeft de gemeente Enschede in totaal bouwgrond voor 133 woningen verkocht en geleverd. Hiermee is de prognose niet gehaald in het MPG 2024, namelijk 335 woningen. De verkoop van gronden voor woningbouw verliepen voor wat betreft de gemeentelijke kaveluitgifte voorspoedig. De geprognosticeerde projectmatige woningen in het project Kennispark (195 woningen), het project Woonwagenlocatie Twekkelerbeekweg (10 woningen) en het project Velve Kleine Bouwplannen (12 woningen) zijn in 2024 niet gerealiseerd en doorgeschoven naar 2025. Daarnaast is er grond verkocht en geleverd voor projectmatige bouw van 23 woningen in het project de Eschmarke (deelplan Eilermarke) welke niet voorzien waren. Het aantal opties en overeenkomsten laten, voor 2025 wederom, een positief beeld zien. In de hierna volgende tabel zijn de resultaten per project nader gespecificeerd.

 

Verkopen woningbouw (stand per 31-12-2024)

(weergegeven in aantallen woningen/appartementen)

 

Projectnaam Begroot MPG 2024 Uitgegeven 2024
Eschmarke 0 23
Brunink 4 2
Leuriks-Oost 9 8
Wowalo Twekkelerbeekweg 10 0
Binnenstad Roombeek 5 1
Kennispark 195 0
Zuiderval 1 0
Velve Kleine Bouwplannen 12 0
CK Molenstraat Zuidzijde 99 99
Eindtotaal 335 133

 

Door de grondverkopen slinkt de voorraad bouwrijpe grond. Om ook voor de toekomst het aanbod op peil te garanderen/houden is voor het project Eschmarkerveld in 2024 een nieuwe grondexploitatie geopend conform besluitvorming. Hiermee worden er 800 woningen aan de voorraad toegevoegd voor zowel particuliere kaveluitgifte als woningen voor projectmatige bouw.

 

Verkopen kavels bedrijventerreinen

De verkoop van gronden voor bedrijvigheid is vertraagd. De reden hiervoor is het hanteren van een reserveringstermijn van een jaar in combinatie met de regel dat er pas wordt overgegaan tot levering van de grond als er een omgevingsvergunning is verleend. Geprognosticeerd was afzet van 19.008 m² bedrijventerrein, uiteindelijk werd 1.100 m² bedrijventerrein verkocht. Naast de verkochte grond is er een in 2023 verkochte kavel (Josink Es) terug geleverd om dat er niet voldaan werd aan de bebouwingsverplichting.

Voor de specifieke onderverdeling binnen de verschillende grondexploitaties wordt verwezen naar de onderstaande tabel.

 


Verkopen bouwgrond bedrijventerrein (stand per 31-12-2024)

(weergegeven in m² uitgeefbaar)

 

Projectnaam Begroot MPG 2024 Uitgegeven 2024
Euregiopark II 5.365 1.100
Josink Es 4.354 -2.965
Ossenboer 3.724 0
Usseler Mors 1.932 0
Zuiderval 3.633 0
Eindtotaal 19.008 -1.865

 

Ook bij de bedrijventerreinen is – net zoals bij woningbouwkavels- de voorraad uitgeefbaar terrein in de afgelopen jaren sterk geslonken door verkopen. De verwachting is dat in het project Usseler Mors medio 2025 kan worden gestart met de uitgifte van de bedrijfskavels, afhankelijk van de ontwikkelingen rond netcongestie en stikstofregelgeving.

 

Verkopen kavels kantoren

Er zijn in 2024 twee uitgiftes van bouwgrond voor kantoren gerealiseerd. De geprognosticeerde uitgifte was 1.582 m² BVO, verkocht werd 580 m² BVO.

Alle op CeeCee (Roombeek) beschikbare gronden zijn onder optie/reservering. Naast de verkochte grond is er een in 2023 verkochte kavel (Kennispark) terug geleverd om dat er niet voldaan werd aan de bebouwingsverplichting. Deze grond is nu opgenomen in de voorraad te verkopen bouwgrond voor overige bestemmingen.

 

Verkopen bouwgrond kantoren (stand per 31-12-2024)

(weergegeven in m² bruto vloeroppervlak)

 

Projectnaam Begroot MPG 2024 Uitgegeven 2024
Binnenstad Roombeek 1.112 110
Zuiderval 0 0
Kennispark 0 -7.364
CK Molenstraat Zuidzijde 470 470
Eindtotaal 1.582 -6.784

 

 

Verkopen kavels voor overige bestemmingen

Er is in 2024 één uitgifte geweest voor grond voor Overige Bestemmingen. Er is een kavel verkocht voor de realisatie van een parkeergarage in het project Kennispark.

De geprognosticeerde uitgifte was 6.718 m² BVO, verkocht werd 2.435 m² BVO.

 

Verkopen bouwgrond overige bestemmingen (stand per 31-12-2024)

(weergegeven in m² bruto vloeroppervlak)

 

Projectnaam Begroot MPG 2024 Uitgegeven 2024
Kennispark (Science bedrijven) 3.833 0
Kennispark (Parkeergarages) 2.435 2.435
Kennispark (Comm. plint Domijngebouw) 450 450
Eindtotaal 6.718 2.885

 

Nieuwe grondexploitaties en afgesloten grondexploitaties in 2025

In 2024 zijn twee nieuwe grondexploitaties door de raad vastgesteld en aan het MPG toegevoegd: Eschmarkerveld en Topsportcampus Diekman.

 

Eschmarkerveld

Het project beslaat ongeveer 33 hectare tussen het dorp Glanerbrug en Enschede-stad. Het betreft een strook tussen de Euregioweg, de Gronausestraat, het spoor naar Duitsland en de Ecozone. In het gebied worden ca. 800 nieuwe woningen gerealiseerd. Hieronder ook ca. 40 (zorg) woningen/ appartementen in samenwerking met een zorgpartij die reeds in het gebied is gevestigd. De woningen in Eschmarkerveld zijn gemengd; projectmatige bouw, kavels, niches, sociale huur en middenhuur. Om het gebied te kunnen ontsluiten wordt er een aantakking gemaakt op de Gronausestraat, de Euregioweg en wordt de fietssnelweg F35 via de Euregiobrug door de wijk aangelegd. Het gebied is rijk aan water en groen en grenst aan het Twentse coulisselandschap de Hooge Boekel. Aangrenzende gebieden van Eschmarkerveld zijn Dolphia, de Ecozone en Bedrijvenpark Euregio. De grondexploitatie, welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 1 juli 2024, kent een positief saldo van 0,4 miljoen euro op netto contante waarde 1-1-2025.

 

Topsportcampus Diekman

Sinds 2021 onderzoeken we samen met FC Twente en andere partners de mogelijkheden voor de realisatie van een topsportcampus Diekman. Op deze locatie willen we een trainingscomplex van FC Twente realiseren met daarbij een Sportmedisch datacentrum waar kennis op het gebied van het verbeteren van sportprestaties, het bevorderen van gezondheid op basis van data-analyse opgedaan en gedeeld wordt en ook in de praktijk wordt gebracht. Deze ontwikkeling biedt gelijk de kans om een aantal doelstellingen uit ons klimaatbeleid te implementeren in het gebied. We geven de groenstructuur in het gebied een stevige impuls en leggen een bovenplanse duurzame wateropvang en -afvoer aan die waterstromen tussen de verschillende gebieden met elkaar verbindt. Ook de parkeerplaatsen en de openbare ruimte tussen de topsportcampus, het zwembad en de Diekmanhal richten we opnieuw in zodat het een aantrekkelijk gebied wordt met goede entrees naar de verschillende gebouwen. De grondexploitatie, welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 15 juli 2024, kent een negatief saldo van 4,5 miljoen euro op netto contante waarde 1-1-2025.

 

Per 31-12-2024 is 1 grondexploitatie afgesloten: Diekman S&L. Deze maakt dus geen onderdeel meer uit van het MPG 2025.

 

Diekman S&L (Sport & Leisure)

Het Diekmangebied ligt in het zuidoosten van Enschede, relatief dicht bij het stadscentrum. Het gebied wordt begrensd door de Kuipersdijk, J.J. van Deinselaan, Olympialaan, Sportlaan, Brinkstraat en de Rijksweg 35. Het plangebied Diekman Sport en Leisure beslaat het noordelijke deel van dit gebied. Het Diekmanterrein ligt aan de zuidkant van de wijk Varvik/Diekman die grotendeels is gebouwd in de jaren ‘50.Vanaf de jaren ’90 heeft het voormalige Diekman sportterrein ingrijpende veranderingen ondergaan, met name door het vertrek van FC Twente. Om bestaande en nieuwe initiatieven in goede banen te leiden is in 1997 de structuurvisie Diekmangebied vastgesteld met de ambitie om een unieke concentratie van sportieve en recreatieve voorzieningen te realiseren. Het daaruit voortvloeiende bestemmingsplan is in 1999 onherroepelijk geworden. Centraal in de plannen stond een kwalitatief hoogwaardig plein dat bekostigd diende te worden uit de grondopbrengst in het gebied. Private ontwikkeling was het uitgangspunt. Rond 2004 is een prijsvraag uitgeschreven voor de private ontwikkeling van het plan. Een drietal partijen schreven zich in, twee bleken uiteindelijk niet geïnteresseerd en de laatste diende een plan in. Eind 2004 besloot het college van B&W om programmatische redenen niet in te stemmen met het private plan en gaf het college opdracht te zoeken naar een alternatieve invulling van het gebied. Aangezien private ontwikkeling niet haalbaar bleek te zijn, heeft de gemeente de ontwikkeling van het plangebied zelf ter hand genomen. In 2006 resulteerde dit in een kadernotitie en grondexploitatie met een verwacht exploitatieresultaat van circa 0,8 miljoen euro positief. Welke grondexploitatie in 2009 geactualiseerd is met een verwacht tekort van 0,3 miljoen euro. Naast de hoofdfunctie sport en recreatie werd het bestemmingsplan verruimd met maatschappelijke functies en aan de randen wonen. In 2014 was inmiddels meer dan 90% van de werkzaamheden uitgevoerd en van de opbrengsten circa 79% gerealiseerd. Conform de toen geldende beheersregels is het project afgesloten en zijn de resterende gronden onder gebracht in Af te Sluiten Complexen (ATSC). In 2024 is de laatste kavel overgeboekt naar de nieuw geopende grondexploitatie Topsportcampus Diekman en kan de grondexploitatie definitief worden afgesloten. Het complex is per 31-12-2024 afgesloten en het voordelig resultaat van 0,5 miljoen euro is verrekend met het winstnemingscomplex.

 

Gemeentelijke grondexploitaties

Per 31-12-2024 kent het Grondbedrijf 23 lopende grondexploitaties met een begroot nadelig resultaat van per saldo 34,4 miljoen euro op netto contante waarde (NCW) 1-1-2025, waarvan:

  • 14 verliesgevende grondexploitaties met een gezamenlijk begroot tekort van 68,5 miljoen euro op NCW 1-1-2025. Hiervoor is een voorziening getroffen;
  • 9 winstgevende grondexploitaties met een begroot positief resultaat van 38,3 miljoen euro op eindwaarde (34,1 miljoen op NCW 1-1-2025). Daarvan is 28,1 miljoen euro al gerealiseerd en genomen. De begrote nog te realiseren winst bedraagt 10,2 miljoen euro op eindwaarde. Onder toerekening van rentekosten op het winstnemingscomplex (4,8 miljoen euro) wordt op termijn, op basis van de POC berekening (langjarig), 5,4 miljoen euro toegevoegd aan de Reserve Grondbedrijf.

 

Particuliere grondexploitaties

Onder particuliere grondexploitaties worden projecten verstaan waarbij de bouwgrond in bezit is bij een marktpartij (ontwikkelaar, bouwbedrijf). Wanneer deze initiatief neemt voor een nieuwe ontwikkeling en daarvoor planologische medewerking van de gemeente nodig heeft, is de gemeente op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in de meeste gevallen verplicht om de kosten die daarmee gemoeid zijn te verhalen op de betreffende partij, het zogenaamde kostenverhaal. De gemeente voert in deze gevallen niet zelf de grondexploitatie (dat doet de marktpartij), maar in plaats daarvan sluit zij met de initiatiefnemer een exploitatie-overeenkomst waarin o.m. het kostenverhaal, een ontwikkelkader en fasering zijn geregeld. In deze overeenkomsten worden afspraken gemaakt over het kostenverhaal van onder meer de gemeentelijke plankosten, bestemmingsplankosten en de bijdrage ruimtelijk ontwikkelingen.

 

In 2024 gesloten exploitatie overeenkomsten

In 2024 zijn voor totaal 67 woningen en 6.842 m² bedrijventerrein exploitatie-overeenkomsten afgesloten. Daarmee wordt de bouw van 19 grondgebonden woningen, 48 zorgwoningen en twee bedrijfsverzamelgebouwen mogelijk gemaakt.

 

Project Exploitant Wonen - Bedrijven zorg Gestapelde woningen Grondgebonden woningen m2 Bedrijventerrein
Groot Bruninkstraat 6 H. Wagener - - 2 -
Blekerstraat 83A Oude Egberink en partners BV - - 2 -
Gronausestraat tussen 11 en 25 Dhr. van Os - - 1 -
Lipperkerkstraat 206-224 Woningcorporatie de Woonplaats - - 14 -
Gronausestraat 752 Liberein 48 - - -
Deurningerstraat 356, 366-372 Steko Vastgoed B.V. - - - 6.842
Totaal   48 - 19 6.842

 

In 2024 verstuurde voorschotnota’s

Daarnaast zijn in het voorbereidingstraject voorschotnota’s verstuurd voor werkzaamheden van de ambtelijke organisatie vóór het sluiten van overeenkomsten. Dit betreft intentieovereenkomsten om gezamenlijk te onderzoeken of er voor deze projecten tot een haalbare ontwikkeling gekomen kan worden. Het gaat om 564 woningen, waarvan 397 gestapelde woningen (appartementen), 122 grondgebonden woningen en 45 zorgwoningen.

 

Financiële resultaten 2024

De resultaten ten aanzien van de financiële positie van het Grondbedrijf worden hierna toegelicht. Daarbij is de omvang van de Reserve Grondbeleid van belang.

 

De Reserve grondbedrijf wordt gevormd door:

  • Genomen winsten en getroffen verliesvoorzieningen behorend bij de lopende grondexploitaties;
  • De resultaten van de exploitatie van in erfpacht uitgegeven gronden en verkopen bloot eigendom;
  • Afwaardering van gronden waarvan de marktwaarde lager is dan de boekwaarde en die (nog) niet in exploitatie genomen zijn: de materiële vaste activa;
  • Afwaardering van gronden waarvan de marktwaarde lager is dan de boekwaarde en die niet meer nodig zijn voor exploitatie en kunnen worden verkocht: de voorraad handelsgoederen;
  • Overige ontvangen (interne) bijdragen aan projecten die niet rechtstreeks ten gunste van lopende grondexploitaties geboekt mogen worden;
  • Bij particuliere grondexploitaties worden voorschotnota’s in rekening gebracht. In incidentele gevallen kunnen niet alle kosten volledig worden verhaald en ontstaan er kleine tekorten op particuliere grondexploitaties welke dan ten laste van de Reserve grondbedrijf komen. De voordelige resultaten van particuliere exploitaties die zijn afgerond komen ten gunste van de reserve.

 

De complexen binnen het MPG 2025 laten per saldo een verbetering zien van 7,8 miljoen euro. Concluderend is het effect van het MPG 2024 op de Reserve grondbedrijf hierdoor als volgt:

 

Ontwikkeling reserve GB (bedragen in 1 miljoen euro)

 

Reserve per 31-12-2023

27,0

Effecten herziening

7,8

Reserve per 31-12-2024

34,8

 

Onderstaande tabel bevat het aandeel per (deel) complex in de mutatie van de Reserve Grondbedrijf:

 

    effect Totaal
1a BIE (bouwgrond in exploitatie: verlieslatend) 3.689.000
1b BIE (1 nieuwe grondexploitatie 2023: verlieslatend) -4.523.000
2 BIE (bouwgrond in exploitatie: winstgevend) 2.755.000
3 Gronden MVA (Materieel Vast Actief) -248.000
  Gronden VHG (Voorraad Handelsgoederen) -143.000
4 Erfpachtcomplex 642.000
5 Particuliere grondexploitaties -150.000
6a. Overige mutaties t.l.v. reserve (interne bijdragen) -423.000
6b. Overige mutaties t.l.v. reserve (interne bijdragen) 6.215.000
  Resultaat 7.814.000

 

Het voordelig resultaat van 7,8 miljoen euro komt ten gunste van de Reserve Grondbedrijf. De stand van de Reserve grondbedrijf is daardoor per 31-12-2024 verbeterd en bedraagt nu 34,8 miljoen euro positief.

 

De volgende mutaties verklaren deze verbetering:

  1. De verlieslatende grondexploitaties zijn voor 3,7 miljoen euro minder verlieslatend geworden. Dit wordt met name veroorzaakt door de gewijzigde BBV voorschriften voor de te hanteren rente in de grondexploitaties. Voorgeschreven is de gemeentelijke omslagrente, welke lager ligt dan de eerder gehanteerde rekenrente. Daarnaast zijn over het algemeen de uitgifteprijzen verhoogd op basis van de hogere taxaties en de budgetramingen bijgesteld op basis van actuele inzichten. Ten slotte is in 2024 een nieuwe verlieslatende grondexploitatie toegevoegd: Topsportcampus Diekman met een tekort van 4,5 miljoen euro. Hierdoor is er per saldo meer voorziening nodig en dit heeft direct negatief effect op de reserve GB.
  2. Een grote (positieve) mutatie in de reserve wordt veroorzaakt door het winstnemen. Volgens de BBV voorschriften moet er winst worden genomen conform de PoC-methode (Percentage of Completion). Daarbij  wordt winst genomen op basis van de voortgang van het project. Voor de berekening van het percentage te nemen winst wordt uitgegaan van de verhouding tussen gerealiseerde kosten en opbrengsten. Op basis van de PoC-methode moet er dit jaar 2,8 miljoen euro winst worden genomen. Dit bedrag bestaat uit de te nemen winst uit de lopende grondexploitaties plus het saldo van de te nemen winst en kosten van de afgesloten grondexploitaties. Omdat met de PoC-methode winst wordt genomen vóórdat het complex wordt afgesloten, bestaat er een risico op het later eventueel terug moeten storten van een deel van de genomen winst. Dit risico is daarom meegenomen bij de bepaling van de vereiste weerstandscapaciteit.
  3. De strategische grondvoorraad is onderverdeeld in Gronden MVA (Materiële Vaste Activa) en Gronden VHG (Voorraad Handelsgoederen). Het totaal van de beheerlasten en -baten alsmede de rentekosten en afwaardering als gevolg van waardevermindering (boekverliezen) bedraagt over 2024 totaal 0,39 miljoen euro. Het totaal van de beheerlasten en -baten mag niet als oplopende boekwaarde op deze complexen worden verantwoord omdat het geen bouwgrond in exploitatie betreft. Deze uitgaven komen daarom direct ten laste van de Reserve Grondbedrijf.
  4. Het Erfpachtcomplex laat een voordelig resultaat zien van 0,64 miljoen euro. Dit bestaat uit het exploitatiesaldo van 0,58 miljoen euro plus het resultaat van afgesloten projecten (verkoop van een blote eigendom) voor 0,06 miljoen euro. Dit resultaat komt ten gunste van de Reserve Grondbedrijf.
  5. Er is een aantal particuliere grondexploitaties afgesloten met een positief saldo van 0,05 miljoen euro. Daarnaast is het voorzienbaar tekort van een aantal exploitaties toegenomen met 0,20 miljoen euro. Per saldo leidt dit tot een positief effect van 0,15 miljoen euro ten laste van de Reserve Grondbedrijf.
  6. Er is een bijdrage ontvangen van 6,5 miljoen euro vanuit het Aandachtsgebied Sociaal(Gemeentelijke opvang Oekraïners) voor huisvesting Oekraïners, conform besluitvorming bij de gemeentebegroting. Deze bijdrage komt rechtstreeks ten gunste van de reserve Grondbedrijf en wordt hierin gelabeld voor de effecten van (nog te openen) onrendabele grondexploitaties Driehoek-Noord, Telgendijk en UT terrein. Op deze bijdrage is 0,29 miljoen euro in mindering gebracht voor het afwaarderen van de in 2024 gerealiseerde strategische aankopen in Driehoek-Noord. Het restant van deze bijdrage is derhalve 6,21 miljoen euro. Volgens de BBV voorschriften wordt deze interne bijdrage rechtstreeks ten gunste van de Reserve Grondbedrijf geboekt.

 

Vanuit de particuliere grondexploitatie Boddenkamp is er via de Reserve Grondbedrijf een bijdrage verleend van 0,42 miljoen euro aan het Mobiliteitsfonds ter dekking van de kosten voor het verleggen van de busbaan ter hoogte van de Deurningerstraat.

 

Winstneming

Voor 9 winstgevende grondexploitaties is in het boekjaar 2024 de tussentijdse winstneming berekend op 2,8 miljoen euro. Deze winstneming is gestort in de Reserve Grondbedrijf. In totaal is er nu 28,1 miljoen euro winst genomen. De nog te realiseren winst (in de toekomst toe te voegen aan de reserve) van 5,4 miljoen euro zal naar verwachting worden gerealiseerd uit de grondexploitaties van de volgende projecten.

 

  Woningbouw Eindwaarde* Voortgangspercentage Winst genomen t.g.v. reserve GB Restant toekomstige winst Jaar
A Brunink 8.878.000 95% 8.478.000 400.000 2026
B Eschmarkerveld 413.000 0% 0 413.000 2033
C Roombeek  Binnenstad 16.674.000 96% 15.960.000 714.000 2032
D BIW II 1.155.000 95% 1.101.000 54.000 2025
E Versneld Modulair Bouwen 1.492.000 83% 1.237.000 255.000 2025
  Totaal woningbouw 28.612.000   26.776.000 1.836.000  
  Bedrijventerreinen          
F Euregio Bedrijvenpark II 1.523.000 83% 1.270.000 253.000 2027
G Usseler Mors 3.224.000 0% 0 3.224.000 2033
H Moskee, Wethouder Beverstraat 108.000 46% 51.000 57.000 2027
I Kennispark 14.000 0% 0 14.000 2033
  Totaal bedrijventerreinen 4.869.000   1.321.000 3.548.000  
  Totaal 33.481.000   28.097.000 5.384.000  

*eindwaarde gecorrigeerd met rente winstnemingscomplex

 

De gerealiseerde winst komt voor in totaal 26,8 miljoen euro uit woningbouwprojecten (A t/m E) en
1,3 miljoen euro uit bedrijventerreinprojecten (F t/m I). Het aangegeven jaartal betreft het jaar waar in de restantwinst naar verwachting in zijn geheel zal worden toegevoegd aan de reserve grondbedrijf.

 

Risico's in relatie tot de reservepositie

De vereiste weerstandscapaciteit is in 2025 toegenomen van 11,8 miljoen euro naar 17,1 miljoen euro. Ten opzichte van vorig jaar is dit een verhoging met 5,3 miljoen euro. Naast het aanpassen van risicobandbreedtes is in 2025 wederom gerekend met het in 2022 voor het eerst toegevoegde verzwaarde worst case scenario. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijke financiële gevolgen van een terugval van de vastgoedmarkt. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per 31-12-2024 34,8 miljoen euro. De hierna volgende tabel bevat een overzicht van de reservepositie en vereiste weerstandscapaciteit bij het MPG 2025.

 

  Reservepositie en vereiste weerstandscapaciteit (bedragen x 1 miljoen euro) MPG 2025 MPG 2024 Verschil 2025-2024
a. Beschikbare weerstandscapaciteit = omvang van de Reserve Grondbedrijf 34,8 27,0 7,8
b. Restant in 2021 gelabeld voor de Strategische Investeringsagenda 1,2 5,7 -4,5
c. Restant gelabeld voor huisvesting Oekraïners 6,2 - 6,2
d. = a. -/- (b+c) beschikbare weerstandscapaciteit na aftrek reservering Strategische Investeringsagenda en bijdrage huisvesting Oekraïners 27,4 21,3 6,1
e. Vereiste weerstandscapaciteit = risico's MPG 2025 17,1 11,8 5,3
f. = a. -/- d. Surplus Grondbedrijf 17,7 15,2 2,5
g. = f -/- (b+c) niet gelabeld Surplus Grondbedrijf 10,3 9,5 0,8

bedragen X 1 miljoen euro

 

In de Nota Grondbeleid zijn beleidsregels opgenomen inzake de Reserve grondbedrijf en weerstandsvermogen en hoe om te gaan met de beschikbare middelen. Voor het Grondbedrijf geldt dat de Reserve Grondbeleid steeds van voldoende omvang moet zijn om de risico’s van het MPG zelfstandig te kunnen dragen. De mate waaraan aan dit criterium wordt voldaan komt tot uitdrukking in een verhoudingsgetal: de Grondbedrijf ratio. Deze wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de vereiste weerstandscapaciteit. In het MPG 2025 bedraagt de Grondbedrijf ratio 2,04. In het MPG 2024 was deze 2,29. Wanneer het restant van de voor de Strategische Investeringsagenda gelabelde bijdrage van 1,2 miljoen euro en de gelabelde bijdrage huisvesting Oekraïners van 6,2 miljoen euro in de bepaling van de Ratio Grondbedrijf wordt betrokken, bedraagt de ratio in het MPG 2025 1,60. Bij het MPG 2024 bedroeg deze 1,81.

 

Grondbedrijf ratio MPG 2025 MPG 2024 Verschil
Exclusief reserveringen Strategische Investeringsagenda + bijdrage huisvesting Oekraïners 2,04 2,29 -0,25
Inclusief reserveringen Strategische Investeringsagenda + bijdrage huisvesting Oekraïners 1,60 1,81 -0,21

 

Het bedrag dat overeenkomt met de waarde van de ratio groter dan 1 maakt op grond van de in 2022 vastgestelde Nota risicomanagement en weerbaarheid geen onderdeel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente. Dit (positieve) verschil tussen de aanwezige en benodigde weerstandscapaciteit wordt aangeduid als het surplus. Dit surplus is niet bedoeld voor het afdekken van risico’s buiten het Grondbedrijf, maar dient om investeringen en schommeling van resultaten van de grondexploitaties te dekken. Het surplus is een momentopname, jaarlijks worden de bijbehorende berekeningen daarom geactualiseerd op basis van voortschrijdend inzicht, de toevoeging van nieuwe projecten en actueel prijspeil. Vanuit dit surplus is in 2021 bij de vaststelling van de Strategische Investeringsagenda een bedrag van 5,7 miljoen euro gelabeld voor de hierin opgenomen projecten. In 2024 is de nieuwe grondexploitatie Topsportcampus Diekman geopend, welke onderdeel uit maakte van de projecten opgenomen op de Strategische Investeringsagenda. Het tekort van deze grondexploitatie groot 4,5 miljoen euro is in mindering gebracht op het hiervoor gelabelde surplus, zodat hiervoor nog 1,2 miljoen euro resteert. In de Nota risicomanagement en weerbaarheid is tevens opgenomen dat er binnen het Grondbedrijf voor risicoreservering een ondergrens van 30% van het onderhanden werk aanwezig moet zijn alsmede 30% van de strategische grondvoorraad (excl. Landbouwgronden) om tegenvallers op te vangen. Op dit moment heeft Enschede een onderhanden werk positie van 19,6 miljoen euro, een strategische grondvoorraad (excl. landbouwgronden) van 9,9 miljoen euro. De te hanteren ondergrens komt daarmee uit op 8,9 miljoen euro en de vereiste weerstandscapaciteit bedraagt 17,1 miljoen euro. Daarmee wordt aan de vereisten van de Nota Risicomanagement en Weerbaarheid voldaan.

 

Conclusie is dat het Grondbedrijf in staat is haar risico’s zelfstandig te dragen, mochten deze zich in volle omvang voordoen.

 

Overige ontwikkelingen rondom het grondbeleid in 2024 

Strategische Investeringsagenda

De gemeenteraad heeft op 15 juli 2024 de gewijzigde Strategische Investeringsagenda vastgesteld. De Strategische Investeringsagenda geeft aan op welke locaties de gemeente voornemens is om te gaan investeren om daarmee bij te dragen aan de realisatie van de strategische doelen van de stad. Binnen de Strategische investeringsagenda wordt gespaard voor de dekking van deze investeringen. Belangrijk hierbij is dat er binnen de investeringsagenda nog geen besluit genomen wordt over het beschikbaar stellen van het krediet voor het betreffende project. Het betreft een labeling van middelen in bestaande reserves en een kapitaalslastenbudget. De raad stelt middelen via een apart raadsbesluit voor het betreffende project beschikbaar als dekking. Op het moment dat er een concreet projectinhoudelijk besluit (wat gaan we doen) en kredietaanvraag (wat gaat het kosten) gedaan zijn, “schuift” het uitgewerkte project vanaf de uitvoeringsfase uit de investeringsagenda door naar het MPG. Voor investeringsprojecten is er dan sprake van een verplaatsing naar de betreffende eindproducten zoals locatie ontwikkeling, parkeren, wegen of riolering.

 

Reserve Gebiedsontwikkeling

De gemeente Enschede vraagt op dit moment bij particuliere grondexploitaties een “bijdrage ruimtelijke ontwikkeling” (ook wel RO-bijdrage genoemd). Op basis van het vastgestelde beleid in de nota grondbeleid wordt deze bijdrage aan particulieren gevraagd bij exploitatieovereenkomsten voor projecten die financieel haalbaar zijn. De gemeente zet deze bijdrage vervolgens weer in voor locaties die een financieel tekort hebben en belangrijk zijn voor de stad. De RO-bijdragen worden in de Reserve Gebiedsontwikkeling ondergebracht totdat de raad een besluit heeft genomen waar deze middelen aan besteed moeten worden. In het MPG wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over de omvang en mutaties in deze reserve.

 

Stand per 31-12-2023  1.845.000,--
Toevoeging bijdragen     262.000,--
Stand per 31-12-2024  2.107.000,--
   
Verwachte toevoeging 2025      179.000,--
Stand per 31-12-2025  2.286.000,--
   
Verwachte toevoeging 2026       55.000,--
Stand per 31-12-2026  2.341.000,--
   
Verwachte toevoeging 2027                0,--
Stand per 31-12-2027  2.341.000,--

 

Notitie van Uitgangspunten

Als basis voor het MPG 2025 is, net als in voorgaande jaren, gewerkt met een Notitie van Uitgangspunten. In deze notitie worden, aan de hand van een analyse van de marktsituatie, de rekenparameters voor de herziening van het MPG worden voorgesteld. Op 10 december 2024 heeft het College van B&W de Notitie van Uitgangspunten MPG 2025 vastgesteld. De hierna volgende tabel bevat de voor 2025 vastgestelde parameters. Naast de parameters zijn met de Notitie van Uitgangspunten ook het programma, planning en de grondprijzen vastgesteld.

 

Parameters herziening grondexploitaties

 

  2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 20232 2033
Kostenstijging 4,5% 2,5% 2,5% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
Opbrengstenstijging                  
- Woningen 0% 2,5% 2,5% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
- Bedrijventerreinen 0% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
- Kantoren 0% 1% 1% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
Rente                  
- Bouwgrond in exploitatie 1,5% 2% 2% 2% 2,5% 2,5% 3% 3% 3,5%
- Overige gronden 1,5% 2% 2% 2% 2,5% 2,5% 3% 3% 3,5%

 

Grondprijzen 2024

De taxatie van de woningbouw-, bedrijfs- en kantorenkavels is verricht door twee makelaars in loondienst bij de gemeente Enschede en aanvullend door externe onafhankelijke taxateurs. De strategische grondvoorraad van het Grondbedrijf bestaat uit de in het complex overige gronden opgenomen materiële vaste activa plus de voorraad handelsgoederen. In 2024 is 1/3 deel van deze totale voorraad extern getaxeerd. Op basis van deze taxatie zijn de waardes uit het taxatierapport door de interne makelaars vertaald naar het overige 2/3 deel van de portefeuille. Zowel de interne als de externe makelaar is in het bezit van de titel Register Taxateur (RT) of de titel Kandidaat Register Makelaar Taxateur (K-RMT) en is ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs of VastgoedCert. Daarmee is geborgd dat wordt voldaan aan vastgestelde kwaliteitseisen, wet- en regelgeving en dat bij de waardering gebruik is gemaakt van erkende waardebepalingen. Voor de gemeente Enschede is daarmee voldoende zeker gesteld dat de ingebrachte kennis en kunde van de benodigde hoge kwaliteit is en resulteert in deugdelijke grondslagen voor in de Notitie van Uitgangspunten van het MPG.

In september - oktober 2024 is een taxatie uitgevoerd van de nog te verkopen kavels van woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Hieruit zijn de grondprijzen voor 2025 voortgekomen. De langjarige ontwikkeling van de grondprijzen staat weergegeven in onderstaande grafiek.

 

 

Vooruitblik 2025 en verder

Na de voorafgaande toelichting op de in 2024 met de uitvoering van het grondbeleid bereikte resultaten, wordt in het vervolg van deze paragraaf grondbeleid vooruitgeblikt op het grondbeleid vanaf 2025. Eerst wordt kort een toelichting gegeven op de programmering en planning van de bouwgrond die de komende jaren met de in het MPG opgenomen projecten wordt geproduceerd.

Gedurende de laatste jaren is er veel bouwgrond verkocht, maar er zijn in dezelfde periode niet veel nieuwe complexen in exploitatie genomen. Ook wordt in de komende jaren een aantal bestaande projecten afgerond. Het gevolg is dat het grondbedrijf over enige tijd geen aanbod meer beschikbaar heeft. Om in de toekomst ook over voldoende bouwgrond te kunnen beschikken, is de in 2021 ingestelde Strategische investeringsagenda van groot belang. Met de hierdoor beschikbaar gekomen middelen kunnen nieuwe projecten worden gestart om bij te dragen aan de strategische doelen van de stad.

 

Programmering en planning

Programmering betreft de hoeveelheden bouwgrond voor woningbouw, hectares bedrijventerrein, m² bruto vloeroppervlakte kantoren en m² bruto vloeroppervlakte voor overige bestemmingen die binnen de looptijd van het MPG zullen worden geproduceerd. De planning betreft de fasering (totale hoeveelheden per kalenderjaar) van de aantallen woningen, uitgeefbare m² grond voor bedrijventerreinen, m2 bruto vloer oppervlakte voor kantoren en m2 bruto vloer oppervlakte  voor overige bestemmingen gedurende de resterende looptijd van de grondexploitatie. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de programmering en planning wordt verwezen naar het (vertrouwelijke) MPG 2025 deel 2.

 

Woningbouw 

Binnen het MPG 2025 is voor de periode 2025 tot 2033 uitgifte van grond voor 1297 woningen geprogrammeerd. Hierbij wordt in de periode 2025 t/m 2027 uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse gronduitgifte voor 240 woningen. Voor de periode 2028 t/m 2033 resteert binnen het huidige programma gemiddeld jaarlijks 96 woningen. Het gemeentelijk aanbod bevindt zich voornamelijk in de projecten Eschmarkeveld (800 woningen), Centrumkwadraat Molenstraat Zuidzijde (217 woningen) en Kennispark (maximaal 195 woningen). De overige gemeentelijke uitgifte is op dit zeer beperkt. De vraag is er wel degelijk, maar gedurende de laatste jaren is de voorraad bouwgrond voor woningen door uitgifte sterk afgenomen.

 

Bedrijventerreinen 

Grosso modo geldt voor het aanbod van bedrijfsterrein hetzelfde als bij woningbouw: het aanbod droogt als gevolg van uitgifte op, maar de vraag is nog steeds groot. Per 1-1-2025 is nog circa 15 hectare bedrijventerrein beschikbaar. Het grootste deel hiervan (69%) betreft de Usseler Mors (10,6 hectare), het Euregiobedrijvenpark (2,0 hectare) Josink Es (1,6 hectare) en de Ossenboer (0,6 hectare). In het MPG 2025 wordt uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de periode t/m 2027 van 2,6 hectare, in de periode 2028 t/m 2033 van 1,3 hectare. Het aanbieden van bouwgrond voor bedrijven in de gemeente Enschede dient verschillende doelen. Allereerst is de ambitie voor 10.000 extra arbeidsplaatsen. Qua stad heeft Enschede een beperkt aanbod banen (als vergelijkbare Nederlandse steden), zowel kwalitatief als kwantitatief. Met voldoende aanbod van bouwgrond kan hierop worden ingespeeld en kunnen extra banen worden gecreëerd. Daarnaast willen we onze bedrijven faciliteren in ontwikkelingen en ambities. Op dit moment is er een beperkt aanbod van bouwgrond, en is het zeer lastig om de bedrijven te faciliteren. De raad heeft daarom op 7 maart 2022 besloten om een zoekopdracht te starten naar (een) locatie(s) voor een nieuw duurzaam bedrijventerrein (32 ha. Netto). Hiervoor zijn 15 locaties binnen de gemeentelijke grenzen geselecteerd en beoordeeld. De uitkomsten hiervan zijn op 17 april 2023 met de raad gedeeld. Vervolgens zijn de 6 meest geschikte locaties verder onderzocht waarbij uiteindelijk 3 voorkeurslocaties zijn geselecteerd. Deze voorkeurslocaties worden medio april 2025 in de stedelijke commissie fysiek met de raad besproken. De beoogde uitkomst hiervan is het selecteren van één of meerdere potentiële locaties voor een nieuw duurzaam bedrijventerrein. Na instemming door de raad volgt in mei 2025 het aanwijsbesluit voor de locatie(s) nieuw bedrijventerrein. Het uiteindelijke besluit zal worden opgenomen in de Omgevingsvisie en ontwikkelstrategie van de stad.

 

Kantoren 

Het aanbod aan kantoorkavels van de gemeente bevindt zich op de Zuiderval en het Roombeek. De plancapaciteit in het MPG 2025 is ca. 25.100 m² bvo tot en met 2032. In het MPG 2025 wordt uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de periode t/m 2027 van 2.000 m² bvo per jaar, in de periode 2028 t/m 2032 van 3.800 m bvo per jaar.

 

Overige bestemmingen

Onder overige bestemmingen zijn de uit te geven gronden opgenomen welke vanuit hun functie niet onder de eerder genomen categorieën woningbouw, bedrijventerrein of kantoren vallen. De plancapaciteit in het MPG 2025 is ca. 194.000 m² bvo tot en met 2033. Het aanbod bevind zich in het Kennispark (42.000 m² bvo voor Science gerelateerde bedrijven, 2.100 m² bvo parkeergarage, 450 m² bvo commerciële plint onder woningbouw), Eschmarkeveld (85.000 m² bvo commerciële plint onder woningbouw) en Topsportcampus Diekman ( 64.000 m² bvo t.b.v. nieuwe trainingslocatie FC Twente). In het MPG 2025 wordt uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de periode t/m 2027 van 32.900 m² bvo per jaar, in de periode 2028 t/m 2032 van 15.800 m² bvo per jaar.

 

Overige gronden

Het totaal aan Overige gronden is in de tweede helft van 2024 opnieuw gewaardeerd. De daadwerkelijke uitgifteprijzen worden op bouwplanniveau bepaald op het moment dat een uitgifte concreet wordt en bekend is welke functie en oppervlak het betreft.

 

Verwachte nieuwe grondexploitaties 2025

Investeringsagenda

Op 6 juni 2023 heeft de gemeenteraad ook een strategisch verwervingskrediet van 40 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit betreft een aankoopkrediet voor locaties op de investeringsagenda. Doel hiervan is om grondposities te verkrijgen voor de uitvoering van de ambities. Uitgangspunt hierbij is dat deze aankopen plaatsvinden binnen de vastgestelde spelregels. Belangrijk hierbij is dat de initiële afboekingen en rentelasten in eerste instantie ten laste komt van de reserve investeringsagenda. Dit totdat een grondexploitatie geopend wordt. Op het moment dat de grondexploitatie geopend wordt, komt het krediet weer beschikbaar voor nieuwe aankopen. Wel dient er jaarlijks beoordeeld te worden hoeveel middelen er benodigd zijn voor de rentelasten en afboekingen. Dit vindt plaats bij de jaarlijkse actualisatie van de investeringsagenda.

 

De huidige investeringsagenda bestaat uit de volgende projecten:

  1. Kennispark
  2. Centrumkwadraat
  3. Kop Boulevard
  4. Cromhoff
  5. Eschmarkeveld
  6. Zwembad De Brug
  7. MFSA Oost en Zuid
  8. DIA Twekkelerveld
  9. DIA Zuid
  10. Diekman Topstort Campus
  11. Warenhuis
  12. Horstmanpark

In 2024 is voor de projecten Eschmarkerveld en Diekman Topsport campus krediet aangevraagd. Voor 2025 zal naar verwachting krediet worden aangevraagd voor de projecten Cromhoff, de MFSA’s, DIA Twekkelerveld en het Warenhuis.

In de afgelopen jaren is door het Rijk en de provincie aan Enschede verleend voor de uitvoering van gebiedsontwikkelingsprojecten. Het gaat daarbij om een totaalbedrag van  84 miljoen euro. Met deze bijdragen kunnen in de komende jaren circa 4.700 nieuwe woningen worden gerealiseerd, maar ook investeringen in mobiliteit, voorzieningen en herstructureringen.

 

Zonder toekenning van subsidies en de eigen middelen uit de investeringsagenda zou voor deze verlieslatende grondexploitaties een verliesvoorziening moeten worden ingesteld ten laste van de Reserve Grondbedrijf. Hoewel de omvang van deze reserve sinds 2018 sterk is toegenomen, was deze nooit voldoende geweest om de realisatie van deze projecten mogelijk te maken. Het belang van het verwerven van subsidies in samenhang met de middelen uit de gemeentelijke investeringsagenda om daarmee gemeentelijke beleidsdoelen als het toevoegen van 9.000 woningen mogelijk te maken is daarmee aangetoond.

 

Versnelling Cromhoff

De gemeente Enschede en de projectontwikkelaars BPD Ontwikkeling B.V. en Koopmans Projecten B.V. werken samen om het gebied Cromhoff te ontwikkelen tot een aantrekkelijk woongebied. Partijen zijn voornemens om middels een Publiek Private Samenwerking (PPS) samen te werken en risico’s te delen. Het bouwprogramma voor Cromhoff voorziet in de bouw van ruim 500 woningen. De woningen zijn verdeeld over verschillende woningtypes en prijsklassen. Ruim de helft van de woningen zijn sociale huurwoningen en betaalbare koopwoningen. Daarnaast is er circa 2.000 m² aan voorzieningen opgenomen, waaronder commerciële en culturele functies. In de eerste helft van 2025 zal naar verwachting de samenwerkingsovereenkomst tussen marktpartijen en gemeente afgerond worden. In het verlengde daarvan zal de samenwerkingsovereenkomst en de oprichting van de PPS ter besluitvorming aan de Raad voorgelegd worden. Dit zal onder andere betekenen dat de gemeentelijke gronden ingebracht gaan worden in de PPS. De gemeentelijke grondexploitatie Versnelling Cromhoff kan dan naar verwachting in 2026 afgesloten worden.

 

Bekspringhoek

Nadat een ontwikkelaar de school aan de Bekspringhoek 170 terug leverde, is de keuze gemaakt om dit gebied zelf te gaan ontwikkelen. Daarbij kwam uit een onderzoek naar de woningbehoefte van de wijk naar voren dat deze wijk meer behoefte had aan seniorenwoningen. Aan de hand van dit uitganspunt is een voorlopig ontwerp gemaakt waarin op de oude schoollocatie 12 senioren woningen worden gebouwd. Waarbij de gemeente de school sloopt en het terrein bouw en woonrijp maakt. Uit onderzoek blijkt dat in het plangebied  voorzieningen getroffen moeten worden voor de aanwezige flora en fauna. Naast het openen van de grondexploitatie worden de eerste stappen gezet in het wijzigen van het bestemmingsplan. De grondexploitatie wordt medio 2025 geopend. Het is de bedoeling dat voor de ontwikkeling een tenderprocedure wordt uitgeschreven. Nadat het bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen wordt de tenderprocedure opgestart. Begin 2026 zal de sloop van de school plaatsenvinden en medio 2026 kan de bouw van de woningen beginnen.

 

Bouwen in de Wijk III (BIW III)

Het project BIW is opgezet om kleine stukjes grond van de gemeente aan particulieren te verkopen voor woningbouw. Na de eerste 2 projecten onder de noemer BIW zijn we nu bezig met BIW III. Hieronder vallen de gemeentelijke percelen aan de Heersenkampweg, Klaaskateweg en Voortsweg. Gezamenlijk worden hier 10 kavels uitgegeven. Het voorlopige ontwerp van de Heersenkampweg is in de afrondende fase. Aan de hand van deze ontwerpen wordt medio 2025 de grondexploitatie geopend en kan ook het bestemmingsplan gewijzigd worden. Na het vaststellen van het bestemmingsplan zullen de 10 kavels worden uitgegeven.

 

Telgendijk

In het voorjaar van 2025 zal de grondexploitatie Telgendijk aan de raad worden voorgelegd. Eind september jl. heeft het college ingestemd voorbereidingen te treffen om de locaties Telegendijk en UT-campus in te zetten ten behoeve van de uitbreiding van de Enschedese woningvoorraad. Een deel van de nieuw toe te voegen woningen zal een tijdelijke periode worden ingezet voor de opvang van Oekraïense ontheemden.  De afgelopen maanden is samen met De Woonplaats gewerkt aan een plan voor de nieuwe woonwijk op de locatie Telegendijk. De gezamenlijke afspraken worden op dit moment vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Er zal een woonwijk gerealiseerd worden met een mooie mix aan woningen (max 230) in een groene omgeving: zowel sociale woningbouw voor 1- en 2 persoonshuishoudens en gezinnen, woningen voor starters en gezinnen in het koopsegment. De sociale huurwoningen worden gerealiseerd door de Woonplaats. Voor de verkoop van de grond van de koopwoningen zal een tenderprocedure worden uitgeschreven. De planning is om in het voorjaar van 2025 de grondexploitatie te openen, waarna vervolgens de Bopa procedure zal worden doorlopen. Afhankelijk van de impact van stikstof en de planning van de nutspartijen voor de aanleg van kabels en leidingen kan in 2027 gestart worden met de bouw van de woningen.

 

Beleidsproducten 2025

Nota grondbeleid

In januari 2020 is de nota grondbeleid vastgesteld door de gemeenteraad. In december 2021 heeft de gemeenteraad besloten over de Strategische Investeringsagenda en in januari 2022 is de actualisatie van de Financiële verordening en de Nota Risicomanagement en weerbaarheid vastgesteld. Vervolgens is in maart 2023 een wijziging op de Financiële Verordening doorgevoerd i.v.m. de rechtmatigheidsverantwoording. De huidige planning is dat we in de loop van 2025 gaan starten met de actualisatie van de Nota grondbeleid.

 

Nota kostenverhaal

Als bijlage bij de te actualiseren nota grondbeleid zal ook de nota kostenverhaal geactualiseerd worden. Deze wijziging is echter ook gekoppeld aan de invoering van de Omgevingswet. Dit, omdat het instrumentarium rondom het kostenverhaal bij faciliterend grondbeleid straks anders wordt ingevuld dan onder de huidige Wro. De Omgevingswet is per 1-1-2024 ingevoerd. Op basis van deze nieuwe wet zal de nota kostenverhaal in 2025 worden geactualiseerd.

 

3.8. Openbaarheid

 

De Wet open overheid (hierna de Woo) schrijft een openbaarheidsparagraaf voor. Het recht op informatie van burgers staat centraal in de Woo en wordt een kerntaak voor de gemeente. De wet wil overheden transparanter maken door overheidsinformatie beter vindbaar en digitaal toegankelijker aan te bieden. De Woo geeft mede invulling aan de strategische opgave Open Enschede, waarmee onze dienstverlening zich explicieter richt op tijdige, duidelijke en betrouwbare informatie voor iedereen in onze samenleving. In 2024 heeft Enschede in dit kader het volgende gerealiseerd:

 

Strategie en uitvoering

Er is een ambitieniveau vastgesteld waarmee wordt voorzien om de basis voortvarend in te richten voor de passieve en actieve openbaarmaking, maar waarbij nadrukkelijk kansen worden gezocht in de vrijwillige openbaarmaking.
Er is gewerkt aan versterking van het handelingsperspectief op de Woo bij bestuur en organisatie door awareness sessies, trainingen, evaluaties van Woo-verzoeken en communicatieaanpakken.

De implementatie van de Woo tot in de haarvaten van de organisatie is een lange termijn opgave. In dat licht is de meerjarige Woo- opgave 2025-2030 op ambtelijk niveau inzichtelijk gemaakt.

 

Tussen vertrouwelijkheid en transparantie is de zoektocht gaande hoe deze ook wel genoemde beleidsintimiteit vorm en inhoud te geven. Meer concreet betreft dat de omgang met geheimhouding, besloten vergaderingen en concept documenten in de fase van intern beraad.

 

Informatiehuishouding op orde

De Woo verplicht ons als gemeente om de informatiehuishouding op orde te brengen en houden. In dat licht is de samenwerking met het programma BRIDGE (2021-2024) en team Informatiebeheer versterkt die het op orde brengen van de informatiehuishouding primair als opdracht heeft. Eind 2024 is het programma BRIDGE officieel beëindigd en overgedragen aan de nieuwe lijnorganisatie Informatiebeheer.

 

Actief openbaar maken

Per 1 november 2024 is de 1e tranche voor verplichte actieve openbaarmaking in werking getreden. De openbaar te maken informatie over de organisatie, werkwijze en bereikbaarheid is tijdig gerealiseerd en is te vinden op www.enschede.nl en in de landelijke Woo-index. Er zijn voorbereidingen getroffen om voor de overige informatiecategorieën pilots te starten om ervaring op te doen voor een aanpak om informatie zo makkelijk mogelijk openbaar te maken. Belangrijke zoektocht hierin is hoe en welke informatie we digitaal toegankelijk openbaar kunnen maken.

 

Met Ibabs is een tijdelijke voorziening geregeld voor de actieve openbaarmaking van de Woo-verzoeken en -besluiten. In 2024 is gewerkt aan een structurele ICT-oplossing voor het publiceren van informatie in samenwerking met Dimpact die naar verwachting in de loop van 2025 beschikbaar komt.

 

Passief openbaar maken

In het afgelopen jaar zijn 56 Woo-verzoeken ingediend (tabel 1). Deze verzoeken zijn binnen de wettelijk gestelde beslistermijn of de wettelijk toegestane verdagingstermijn afgehandeld. .
Kwalitatieve analyse laat zien dat niet alleen het aantal Woo-verzoeken voor Enschede fors is gestegen, ook de complexiteit van verzoeken blijft toenemen. Zo’n 68% van de verzoeken landden in het fysiek domein, maar steeds meer afdelingen krijgen met Woo-verzoeken en -besluiten te maken. We hebben ervaren dat een aantal Woo-verzoeken een forse claim legt op de capaciteit in het primair proces.

 

Tabel 1: overzicht Woo-verzoeken en onderwerpen Enschede januari 2024-december 2024

Ingediend Aantal verzoeken
Ingediende Woo-verzoeken 56
Nog niet afgehandeld uit 2024 9
Afgedaan als Woo-verzoek 25
Wel afgedaan als Woo-verzoek, maar niet openbaren om wettelijke reden 4
Bij binnenkomst als informatieverzoek gekwalificeerd, niet meegenomen in totaal ingediende Woo-verzoeken 25
Tijdens het Woo-verzoek in overleg met verzoeker omgezet naar informatieverzoek 9
Bij binnenkomst als AVG-verzoek gekwalificeerd, niet meegenomen in totaal ingediende W00-verzoeken 8
Buiten behandeling gesteld, niet inhoudelijk behandeld, bijvoorbeeld door ontbreken vormvereisten 3
Zienswijze gevraagd aan ons als gemeente Enschede (als derde-belanghebbende) door andere overheidsorganen 10
Formele ingebrekestellingen wegens niet tijdig beslissen 0

* Sommige Woo-verzoeken verlopen over meerdere jaren. Met name bij beroepsprocedures is de looptijd langer. Momenteel lopen er 4 beroepsprocedures waarbij het originele Woo-verzoek van jaren terug dateert. Er lopen 3 bezwaren. Ook hierbij is het Woo-verzoek in een eerder jaar ingediend.

 

Het Woo-proces is in 2024 geactualiseerd en op enkele onderdelen aangescherpt. In het 4e kwartaal zijn voor het eerst Woo-verzoeken geëvalueerd voor wat betreft leerpunten bestuurlijk, ambtelijk en voor het Woo-proces in het bijzonder. De actualisatie loopt in 2025 door.

 

 3.9. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

 

Enschede heeft sinds 2014 een verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid. Daarin staat dat we iedere twee jaar een onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid uitvoeren. We zien dat dit de afgelopen jaren niet is gelukt. Dat wil niet zeggen dat er geen onderzoeken naar doelmatigheid of doeltreffendheid zijn geweest.

 

Het afgelopen jaar zijn oriënterende gesprekken gevoerd ter voorbereiding op de herijking van de verordening 213a GW. Hoewel er regelmatig beleidsevaluaties worden uitgevoerd, worden deze op dit moment niet in verband gebracht met de verordening uit 2014. Daarom is er een nieuwe verordening opgesteld met een andere manier van werken. Deze nieuwe verordening ‘Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur’ is op 3 maart 2025 door uw raad vastgesteld.

 

Volgens de nieuwe verordening werken we met de volgende uitgangspunten:

  • Bij ieder nieuw beleidsstuk hoort een onderzoek naar het oude beleid. De resultaten van dit onderzoek worden bijgevoegd en zijn input voor het nieuwe beleid.
  • We voegen een kop evaluatie toe aan bestuursvoorstellen waarin wordt opgeschreven wat het doel is van het beleid en hoe we later kunnen onderzoeken of we dat doel behaald hebben. Dit maakt onderzoek en evaluatie in de toekomst eenvoudiger omdat doelen vooraf zijn benoemd.
  • Bij de begroting zetten we alle onderzoeken die in het komende jaar gaan plaatsvinden op een rij en laten we zien hoe we die onderzoeken aanpakken. We stappen af van een bepaald aantal onderzoeken in het kader van 213a en maken onderzoek en evaluatie de norm bij nieuw beleid.
  • Wanneer het onderzoek klaar is worden de resultaten en aanbevelingen in principe openbaar en met de raad gedeeld.
  • Bij de jaarrekening zetten we op een rij welke onderzoeken het afgelopen jaar zijn afgerond, met een korte samenvatting van de conclusies en aanbevelingen

 

3.10. Subsidieverwerving

Inleiding

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in het aantal subsidietoekenningen in 2024 die middels Team Subsidieverwerving tot stand zijn gekomen en de relatie van deze subsidies met de opgaven van de stad. De subsidies zijn ingedeeld conform de doelenboom.

 

De rijksoverheid verstrekt veel middelen via specifieke uitkeringen (SPUK’s). Deze incidentele specifieke uitkeringen worden door Team Subsidieverwerving aangevraagd, beheerd en verantwoord. Deze uitkeringen zijn zeer uiteenlopend van aard en kunnen variëren van uitkeringen waarbij geen concurrentie van andere gemeenten is (deze bijdrage is op basis van een vooraf bepaalde verdeelsleutel) tot concurrentiegerichte regelingen waarbij gemeenten aanspraak kunnen maken op een deel van het totaal beschikbare Rijksbudget. Voor concurrentiegerichte regelingen zijn gedetailleerde plannen nodig. Aangezien elke specifieke uitkering unieke elementen bevat wordt per regeling afgestemd welke ondersteuning Team Subsidieverwerving geeft. Specifieke uitkeringen worden allemaal jaarlijks verantwoord in de SiSa-bijlage.

 

Team Subsidieverwerving is ook betrokken bij subsidieaanvragen die door partners van de gemeente Enschede worden aangevraagd. We werken als gemeente immers samen met anderen aan projecten om onze doelstellingen te realiseren. De betrokkenheid van Team Subsidieverwerving hangt af van de wijze van samenwerking. Wanneer de gemeente Enschede zelf niet aanvraagt, zijn deze subsidies niet opgenomen in onderstaande overzichten.

 

Aangevraagde subsidies

In 2024 zijn 44 subsidies aangevraagd die over de volle breedte bijdragen aan de opgaven van de stad. Van deze aanvragen is op 31 december 2024 37,3 miljoen euro toegekend, 0,4 miljoen euro afgewezen of lager toegekend en 17,6 miljoen euro in behandeling.

 

Jaar Aantal Aangevraagd subsidievolume
2020 52 28.868.851
2021 53 26.031.632
2022 58 29.720.424
2023 69 111.211.486
2024 44 55.279.073

 

Toegekende subsidies

In 2024 is ruim 43 miljoen euro aan subsidie toegekend. Hier zitten ook subsidies bij die al voor 2024 aangevraagd zijn. Van de ruim 43 miljoen euro aan subsidies is 4,7 miljoen euro afkomstig uit Europa, 32 miljoen euro vanuit het Rijk, 5,7 miljoen euro vanuit de provincie Overijssel en 1,4 miljoen euro overige. De Europese subsidies die verworven zijn, bestaan grotendeels uit middelen die de Europese Commissie beschikbaar heeft gesteld in het kader van het Europees Sociaal Fonds voor de Arbeidsmarktregio Twente.

Het exceptioneel hoge bedrag dat we in 2023 van het Rijk hebben ontvangen komt doordat in korte tijd door veel ministeries regelingen beschikbaar kwamen voor grote projecten. In 2024 was dit minder het geval.

 

Jaar Toegekend subsidievolume
2019 10.633.093
2020 26.921.213
2021 29.393.476
2022 33.540.715
2023 118.360.967
2024 43.858.880

 

Het toegekende subsidievolume in 2024 is als volgt onder te verdelen:

Instanties Samenleving en bestuur Duurzaam wonen, leven en werken Vitaal en sociaal Financiën en organisatie Eindtotaal
Centrum voor criminaliteit 25.000       25.000
Taalunie     6.500   6.500
ZonMw     1.422.720   1.422.720
Europa 24.915   4.637.121   4.662.036
Ministerie van KGG   1.208.829     1.208.829
Ministerie van BZK   6.423.820     6.423.820
Ministerie van I&W   1.560.354     1.560.354
Ministerie van OCW 158.111 234.670     392.781
Ministerie van VWS     2.225.220   2.225.220
Ministerie van J&V     259.113   259.113
Ministerie van VRO   19.974.704     19.974.704
Provincie Overijssel   5.697.803     5.697.803
Eindtotaal 208.026 35.100.180 8.550.674   43.858.880

 

Hieronder is de onderverdeling opgenomen van het toegekende subsidievolume naar de opgaven in de stad:

Opgaven Aantal projecten Toegekend bedrag Voorbeeld
Basis op orde 4 1.878.180 Bodemsanering, Sanering verkeerslawaai
Open Enschede 2 49.915 Zoek de grens op, lokale aanpak geldezels
Groen & Duurzaam Enschede 7 10.783.793 Dumava Het Kompas, lokale aanpak Isolatie, Soortenmanagementplan
Inclusief Enschede 11 8.550.674 ESF Sociale en Actieve inclusie, Vroegsignalering en opvolging in de wijk en bekostigingsregeling ontheemden Oekraïne
Aantrekkelijk Enschede 20 22.596.318 WBI Centrumkwadraat Noord, F35 Eschmarkerveld, Volkshuisvestingsfonds Twekkelerveld
Totaal 44 43.858.880  

 

Overzicht grootste toegekende SPUK’s in 2024:

  Rijk specifieke uitkering top 10 Bedrag Aanvraag in concurrentie
1. Volkshuisvestingsfonds Twekkelerveld 10.955.144 Ja
2. Lokale aanpak Isolatie (2e tranche) 8.272.897 Nee
3. Centrumkwadraat Noord (6e tranche) 6.028.836 Ja
4. SPORT BTW 2024 1.617.824 Nee
5. Bodem 2024 929.085 Ja
6. CDOKE zero-emissie zone 818.891 Nee
7. Soortenmanagementplan Enschede 535.175 Ja
8. Deelmobiliteitshubs 413.233 Ja
9. Sanering verkeerslawaai Hengelosestraat 396.000 Ja
10. CDOKE Enschede 383.641 Nee

 

3.11. Investeringen

Conform de financiële verordening wordt deze paragraaf ‘investeringen’ opgenomen in deze Gemeenterekening. De gemeente zet haar middelen niet alleen in voor de uitvoering van beleidsprogramma’s maar ook voor het doen van investeringen. Jaarlijks investeert de gemeente voor miljoenen euro’s in onder meer infrastructurele projecten, onderwijshuisvesting, welzijns- en sportaccommodaties, herinrichting van de openbare ruimte en gemeentelijke huisvesting. Met deze investeringen draagt de gemeente bij aan dat Enschede een inclusieve, aantrekkelijke, groene en duurzame stad is.

 

Totaal investeringen 2024

In de tabel hieronder is te zien welke investeringsuitgaven waren begroot en uiteindelijk zijn gerealiseerd 2024:

 

Totaal investeringen Verwachte uitgaven en bijdragen derden
(Bedragen in 1.000 euro)  Begroting 2024 Realisatie 2024
Investeringen gefinancierd door gemeente 300 63
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden    
Totaal Vitaal en Sociaal 300 63
Investeringen gefinancierd door gemeente 28.566 2.984
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden 21.777 18.677
Totaal Duurzaam wonen, leven, werken 50.343 21.661
Investeringen gefinancierd door gemeente 241 131
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden    
Totaal Samenleving en bestuur 241 131
Investeringen gefinancierd door gemeente 45.392 35.823
Investeringen gefinancierd door bijdragen derden 4.247 3.292
Totaal Financien en organisatie 41.144 32.531
     
Totaal gefinancierd door gemeente 74.499 39.002
Totaal gefinancierd door bijdragen derden 26.025 21.969
Totaal investeringsvolume *) 100.523 60.971

 

 

 

*) Het investeringsvolume in realisatie sluit niet aan bij de totale investeringen zoals gemeld in hoofdstuk 7.2 bij de toelichting op de balans. Dat komt o.a. doordat de investeringen van het grondbedrijf niet zijn opgenomen in de investeringsplanning. Hier wordt jaarlijks het MPG voor opgesteld en niet nogmaals verwerkt in deze investeringsplanning. Ook zijn de nog niet afgeronde projecten hier niet zichtbaar aangezien deze nog in het onderhanden werk staan.

 

Ten opzichte van de begroting valt het gerealiseerde investeringsvolume in 2024 lager uit. Ten opzichte van vorige jaren is echter wel sprake van een aanzienlijk hogere realisatiegraad. In de toelichting op de investeringen 2024, verder op in deze paragraaf, is te vinden op welke uitgaven de afwijkingen zijn ontstaan.

 

In onderstaande grafiek is het meerjarige gerealiseerde investeringsvolume getoond:

 

 

 

De grafiek toont de begrote investeringen uit de Gemeentebegrotingen versus de uiteindelijk geactiveerde investeringen op de gemeentebalans. Hier zit nog wel een deel van de investeringsuitgaven tussen die niet geactiveerd worden zoals die vanuit bijdragen derden worden gefinancierd of vanuit de voorziening riolering. Daarnaast zijn diverse projecten nog niet afgerond waardoor deze investeringsuitgaven op de balans in het onderhanden werk staan. Vanuit de programma’s is verder aangegeven dat voor in totaal bijna 11,4 miljoen euro[St1]  aan kredieten wordt afgesloten per eind 2024 en niet meer worden uitgegeven. Het gaat hierbij om restant kredieten ICT en mobiliteitsplan waarvoor ondertussen vervangende plannen zijn opgesteld en waarvoor in de Gemeentebegroting 2025 krediet ter beschikking is gesteld.

 

 

Toelichting investeringen 2024

In de onderstaande tabel is meer informatie opgenomen per programma over de diverse investeringen. Onder deze tabel wordt waar relevant een toelichting gegeven. In de tabel wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met economisch en maatschappelijk nut. Investeringen in activa met economisch nut zijn verhandelbaar (er is een markt voor) en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Het gaat bijvoorbeeld om scholen of welzijnsaccommodaties maar ook om gemeentelijke riolering omdat daarvoor een heffing in rekening kan worden gebracht. Investeringen in activa met maatschappelijk nut genereren geen inkomsten en vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, fietspaden, water en groenvoorzieningen.

 

 

Investeringen Geautoriseerd Krediettermijn Uitgaven Begrote lasten Uitgaven Restant krediet Realisatie binnen Begrote totale bijdragen Gerealiseerde bijdragen derden Begrote bijdrage Ontvangen bijdragen
(Bedragen in 1.000 euro)  krediet   tot 1 januari 2024 2024 2024 per eind 2024 krediettermijn derden tot 1 januari 2024 derden 2024 2024
 Economisch nut                      
 Investeringsfondsen DCW 300 2024 - 300 63 237 ja        
Totaal Vitaal en Sociaal 300   0 300 63 237   0 0 0 0
Economisch nut                      
Kennispark Regio Deal/Investering 8.526 2022-2027 956 1.643 1.253 6.318 ja 1.510 669 1.587 1.659
Kop Boulevard 15.737 2018-2026 6.378 500 148 9.211 ja 2.154 1.978 0 0
Project Varvik-Diekman 3.049 2024-2027   1.249 391 2.658 ja 3.049 0 1.249 391
Centrumkwadraat 6.989 2021-2031 752 2.010 534 5.703 ja 2.859 607 600 575
Projecten locatie-ontwikkeling 1.650 2021-2024 112 750 0 1.580 ja 0 42 0 0
Vervangingsinvesteringen parkeren 2.671 2022-2027 1.704 776 22 945 ja 0 0 0 70
Water- klimaatadaptatieplan 2022-2026 77.649 2022-2026 22.442 13.284 6.010 49.197 ja 77.649 27.547 8.500 8.500
Investeringen Afval 200 2024   200 93 107 ja        
                       
Maatschappelijk nut                      
Mobiliteitsplan 2017-2022 24.918 2017-2025 10.827 6.992 1.072 13.018 ja 9.338 5.677 6.542 237
Mobiliteitsvisie 2019-2023 34.549 div 19.735 5.357 3.147 11.667 ja 3.581 9.272 1.385 6.330
Mobiliteitsplan 2023 21.416 2023-2026 2.028 2.910 1.176 18.213 ja 9.514 733 0 100
Mobiliteitsplan 2024 19.003 2024-2027   4.751 1.283 17.720 ja 7.656 0 1.914 343
Vereffening 2.037 div 222 605 0 1.816 ja        
Verkeersveiligheid  2.000 2023-2026   500 0 2.000 ja        
Project laadpalen elektrische voertuigen 620 2022-2025   235 45 576 ja        
Parkeergarage en Fietsenstalling Centrumkwadraat 1.116 2024-2028   158 7 1.109 ja        
Beleidsplan openbare verlichting 2022-2025 5.200 2022-2025 582 2.250 1.651 2.967 ja        
Wegenbeheersplan 2020-2023 8.000 2020-2024 5.701 2.299 3.394 -1.096 ja 0 698 0 472
Wegenbeheersplan 2024-2027 9.900 2024-2027 0 2.475 540 9.360 ja        
Investeringen Stadsdeelbeheer 2024 1.000 2024 0 1.000 888 112 ja        
Groenambitieplan 2.800 2024-2027 0 400 8 2.792 ja        
                       
  249.030   71.437 50.343 21.661 155.974   117.310 47.224 21.777 18.677
Economisch nut                      
Voorkomen identiteits- en documentfraude 106 2023 0 106 0 106 ja        
Landmeetinstrumenten 135 2024 0 135 131 4 ja        
                       
Totaal Samenleving en bestuur 241   0 241 131 110   0 0 0 0
Economisch nut                      
ICT-meerjarenplan 14.871 2021-2027 1.680 2.805 1.599 11.114 ja        
Huisvesting & services 2021-2024 3.350 2021-2027 764 666 833 444 ja        
Raamkrediet Huisvesting & services 2024 100 2024-2027 0 20 14 6 ja        
Strategische huisvesting 1.103 2020-2023 525 0 0 578 ja        
Zwembad Diekman 32.650 2023-2026 2.697 10.500 7.068 22.885 ja 7.050 1.111 2.250 750
Het Kompas 7.012 2023-2026 0 5.934 785 6.227 ja 0 0 0 523
Vastgoedbedrijf - diverse projecten 10.772 2020-2027 4.131 5.129 5.475 1.166 ja 2.265 758 1.507 1.529
Vastgoedbedrijf  - raamkrediet 602 2022-2027 65 0 0 537 ja        
Verduurzaming IJsbaan 1.486 2024-2027 0 0 1.380 106 ja 490 0 490 490
Vastgoedbedrijf - wettelijk en duurzaam 205 2023-2027 35 0 4 166 ja        
Vastgoedbedrijf - duurzaamheid 478 2022-2027 5 1.957 5 468 ja        
Onderwijshuisvesting 2017-2026 43.804 2017-2027 10.287 22.628 22.181 11.337 ja        
Totaal Financiën en organisatie 116.434   20.190 49.639 39.344 55.034   9.805 1.869 4.247 3.292
                       
Totaal investeringen - economisch nut 233.446   52.532 70.591 47.989 131.100   97.027 32.712 16.183 14.487
Totaal investeringen - maatschappelijk nut 132.559   39.095 29.932 13.210 80.254   30.089 16.380 9.841 7.482

 

 

 

Hieronder wordt een toelichting gegeven op investeringen.

 

Toelichting Vitaal en Sociaal

  • Investeringsfonds DCW: Dit betreft het jaarlijkse budget voor benodigde vervangingen van productiemiddelen binnen het productiebedrijf Beschut werken. Het restant krediet vervalt aangezien in 2025 wederom een vervangingskrediet beschikbaar is.

 

Toelichting Duurzaam wonen, leven, werken

      • Kennispark regiodeal: Deze investering bestaat uit de onderdelen: parkeergebouw, Institutenweg en Slimme verbinding. De aanpassingen aan de Institutenweg maken deze groener en passen binnen het verblijfs- en ontmoetingsconcept op het Kennispark. De kosten voor de herinrichting institutenweg zijn substantieel hoger uitgevallen dan begroot. Binnen de regiodeal wordt gezocht naar middelen om dit te compenseren. De slimme verbinding is tussen de UT en het B&S park op het Kennispark.
      • Kop Boulevard: Het college van B&W heeft besloten tot het stopzetten van de onderhandelingen voor de deelplannen 2/3/4 en het ontbinden van de samenwerkingsovereenkomst met de ontwikkelaar. Vanwege deze ontwikkelingen zijn de begrote en gerealiseerde uitgaven van dit investeringsproject Kop in afgelopen boekjaar van geringe omvang.
      • Project Varvik-Diekman: Met woningcorporatie Domijn is een bijdrage overeengekomen voor de werkzaamheden in de openbare ruimte van de wijk Varvik-Diekman in de periode 2024-2027. De gerealiseerde uitgaven over boekjaar 2024 ten laste van dit krediet zijn lager dan begroot omdat het project vertraging heeft opgelopen vanwege het capaciteitsgebrek bij nutspartijen.
      • Centrumkwadraat<: In de zomernota 2021 heeft de raad een krediet beschikbaar gesteld van 6,3 miljoen euro voor de openbare ruimte Centrumkwadraat. Dit krediet is beschikbaar voor het ontwerpen en realiseren van de Stationspleingarage en omliggende openbare ruimte, de openbare ruimte voor het Stationsplein, de Deurningerstraat, de Wenninkgaarde en de Brandweerlocatie. In de begroting 2025 is de krediettermijn verlengt t/m 2031.
      • Projecten locatieontwikkeling: De investering is bedoeld als bijdrage aan de opnieuw aan te leggen openbare ruimte in Oost Boswinkel. Oost Boswinkel wordt herontwikkeld door Ons huis. In de Gemeentebegroting 2023 is de looptijd van het krediet verlengd tot 2026.
      • Vervangingsinvesteringen parkeren: Hiermee zijn brandmeld-, sprinkler- en ontruimingsinstallaties vervangen in gemeentelijke parkeergarages. De vermelde bijdrage is gedaan door Holland Casino.
      • Water- en klimaatadaptatieplan 2022-2025: De kosten voor deze investeringen worden afgedekt door de te innen rioolheffing. Een deel van de investeringen wordt direct bekostigd via een spaarvoorziening die gevoed wordt vanuit de rioolheffing. Het overige deel van de investeringen is indirect gedekt via bijdrage van derden doordat deze investeringen worden geactiveerd en daarna de kapitaallasten worden bekostigd vanuit de rioolheffing.
      • Investeringen afval: Er zijn minder ondergrondse containers geplaatst dan verwacht. Het restant van het krediet vervalt.
      • Mobiliteitsplan en -visie: De vermelde investeringen voor mobiliteit is het totaal van de nog uit te voeren uitgaven voor de jaren 2017-2023. Voor de kredieten uit de jaren 2017-2019 is al tussentijds ingestemd met verlenging van de looptijd van het krediet. In 2024 zijn uitgaven gedaan op o.a. HOV Noord Deurningerstraat-Kottendijk , project N18 oud, rotonde Stroink Knalhutteweg, fietsoversteek Auke Vleer, mobiliteitshub Noord, gedragscampagne fiets, duurzame gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid, innovaties, laadpalen en fietsparkeren.
      • Vereffeningop basis besluitvorming van de raad in 2006 worden mee-en tegenvallers verrekend met dit project Op basis besluitvorming van de raad in 2006 worden mee-en tegenvallers (zijnde het saldo van lagere en hogere kosten van projecten alsmede binnengekomen subsidies) verrekend met dit project. Het betreft niet de onderuitputting van kapitaallasten.
      • Verkeersveiligheid: Vanuit de zomernota 2023 zijn om extra middelen beschikbaar voor verkeersveiligheidsmaatregelen.
      • Project laadpalen elektrische : Op basis van de integrale laadvisie Enschede wordt gewerkt aan de uitbreiding van de oplaadpalen infrastructuur. Er wordt gewerkt aan een dekkend, veilig, toegankelijk en betaalbaar laadnetwerk voor alle (potentiële) elektrisch rijders. In de periode 2022-2025 groeien we 400 nieuwe oplaadpalen.
      • Parkeergarage en Fietsenstalling Centrumkwadraat: In 2024 heeft de raad een krediet beschikbaar gesteld om de haalbaarheid van een nieuwe ondergrondse parkeergarage en een fietsenstalling bij het station te onderzoeken. In 2024 zijn de voorbereidingskosten voornamelijk gedekt uit middelen die hiervoor beschikbaar middelen uit reserve Strategische Investeringsagenda voor de planvorming Spoorzone Centrumkwadraat waren binnen de 0-1 fase
      • Beleidsplan openbare verlichting 2022-2025: Betreft vervangingsinvesteringen die in het beleidsplan 2022-2025 zijn goedgekeurd. Voor de jaren 2026 en verder wordt een nieuw  beleidsplan opgesteld. De achterstand ten opzichte van de begroting heeft de volgende oorzaken: de lichtmasten van 6 meter en hoger worden niet meer standaard na 40 jaren vervangen, maar eerst constructie-technisch getest voor een periode van 5-6 jaren. Alleen bij afkeur worden ze vervangen, dit is nu circa 16% van het begrote areaal. Lage lichtmasten masten worden niet meer preventief vervangen. De markt van de openbare verlichting ondervindt problemen omdat aannemers een gebrek aan technische vakmensen hebben en er een hoog verloop is. Er is uitstel van vervanging geweest door een onverwachte Europese aanbesteding en het vaststellen van een nieuw standaard type led-armatuur en een duurzaam dynamisch lichtsysteem dat reageert op data en sensoren. De opgelopen achterstand wordt naar verwachting in 2025 ingelopen.
      • Wegenbeheersplan 2020-2023: Dit krediet is voor vervangingsinvesteringen die in het beleidsplan zijn goedgekeurd. De overschrijding van krediet wordt afgedekt door bijdragen derden/subsidies.
      • Wegenbeheersplan 2024-2027: Betreft vervangingsinvesteringen die in het beleidsplan zijn goedgekeurd. Voor de jaren 2024 e.v. is er een nieuw beleidsplan. De ontvangsten derden betreffen veiligheidssubsidies die niet van te voren in te schatten zijn.
      • Investeringen Stadsdeelbeheer 2024: Betreft vervangingsinvesteringen van jaarlijks 1 miljoen euro. Het gaat om uitgaven voor groen, speltoestellen en hekwerken.
      • GroenambitieplanIn 2024 is de uitvoering gestart van het groenambitieplan Enschede, met als uitgangspunt: Enschede als ‘één groot, groen park’. Het project is in 2024 opgestart vandaar dat de uitgaven nog laag waren.

 

Toelichting programma Samenleving en bestuur

      • Voorkomen identiteits- en documentsfraude: de aanschaf heeft niet plaatsgevonden in 2023 omdat kosten hoger uitvielen waardoor aanbesteding plaats heeft moeten vinden. Besteding zou in 2024 plaats vinden. Toestemming is gevraagd in 1e tussenrapportage 2024. Dit is echter niet opgestart vanwege mogelijke problemen rondom privacywetgeving
      • Landmeetinstrumenten: Dit betreft de vervanging van landmeetinstrumenten. Deze worden ingezet voor de basisregistratie van de ruimtelijke omgeving.

 

Toelichting programma Financiën en organisatie

      • ICT-meerjarenplan: De uitgaven zijn voor vervangingsinvesteringen voor het rekencentrum, werkplekmiddelen voor medewerkers, scanners, telefooncentrale etc. Daarnaast worden de upgrades van software en implementatie van de nieuwe Dimpact-omgeving hieruit bekostigd. Hiervoor is nog een restantkrediet van ruim 378.000 euro over dat in volgende jaren besteedt gaat worden. Een groot deel van de restant kredieten komt te vervallen.
      • Huisvesting & Services: Betreft vervangingsinvesteringen voor werkplekken ambtelijk personeel, werkplekken vergaderzalen, communicatieapparatuur in vergaderzalen, thuiswerkplekken, vervoersmiddelen, keukeninventaris, enz. Vanuit 2024 wordt het restantkrediet meegenomen naar 2025. De overige restanten vervallen.
      • Raamkrediet Huisvesting & Services 2024: Betreft jaarlijks krediet dat wordt aangevraagd voor opvangen van investeringen die niet zijn voorzien of eerder moeten plaatsvinden. Het restant wordt ingezet in 2025.
      • Strategische huisvesting: Dit krediet uit 2020 kent de laatste uitgaven in 2023 en is in 2024 afgesloten.
      • Zwembad Diekman: Op 5 juni 2023 heeft de raad ingestemd met de bouw van een nieuw zwembad ter vervanging van het huidige Aquadrome. Op 17 december 2024 is een brief aan de raad verstuurd met een toelichting op de stand van zaken van het project. Er is een onzekerheid of de vooraf berekende bijdragen derden waaronder de SPUK-subsidie gehaald wordt. Dit kan mogelijk opgevangen worden door de post onvoorzien. Bij afronding van het project kan bepaald worden of deze post toereikend is.
      • Het Kompas: Op 26 juni 2023 heeft de raad ingestemd met deze verbouwing. Vanuit duurzaamheidsinvestering jaarschijf 2024 is ruim 3,7 miljoen euro ingezet op dit project.
      • Vastgoedbedrijf - diverse projecten: Dit zijn diverse investeringen die zijn gedaan in de gemeentelijke bezittingen zoals het stadhuis, de begraafplaatsen en sportaccommodaties.
      • Vastgoedbedrijf - raamkrediet: Dit is het jaarlijkse budget dat beschikbaar is voor diverse vervangingen die niet tevoren gepland waren. Hierop zijn geen uitgaven gedaan in 2024.
      • Verduurzaming ijsbaan: Er is 830.000 euro overgedragen vanuit duurzaamheidsinvesteringen jaarschijf 2024.
      • Vastgoedbedrijf wettelijk en duurzaam: Dit is het restantkrediet van in totaal 450.000 euro per jaar dat niet is ingezet op bovenvermelde projecten.
      • Vastgoedbedrijf duurzaamheid: Het gaat hier om de investeringen voor 2022 en 2023 die voor het overgrote deel in 2024 worden gedaan. Het krediet voor 2024 is ingezet op de verbouwing van Het Kompas, de ijsbaan en de Pathmoshal. In de paragraaf bedrijfsvoering is een nadere toelichting te vinden.
      • Onderwijshuisvesting: De uitgaven 2024 zijn volledig voor het Bonhoeffer College - Van de Waalslaan.