3. Stand van zaken 2019
Inleiding
In de gemeentebegroting 2019-2022 hebben wij de plannen gepresenteerd voor de korte en de lange termijn, met daarbij een toelichting met de gevolgen voor de financiën van de gemeente. Bij behandeling van de Zomernota zijn we halverwege het begrotingsjaar 2019. In dit hoofdstuk geven we aan wat de stand van zaken is. Per programma wordt hier duidelijk wat de voortgang is op:
- De actiepunten 2019 zoals deze zijn opgenomen in de gemeentebegroting 2019.
- De financiën 2019. Hier gaan we in op verwachte jaarafwijkingen en risico's.
Bij het bepalen van de voortgang hebben we ons gebaseerd op de peildatum 31 maart 2019. Verder is met betrekking tot 2019 een aantal bijlagen bij deze Zomernota relevant:
- Bijlage 1 Beslispunten, met daarin een samenvatting van alle beslispunten uit hoofdstuk 3 (stand van zaken 2019) binnen de bevoegdheid van de raad.
- Bijlage 2 Technische wijzigingen. Deze begrotingswijzigingen zijn administratief-technisch van aard. De wijzigingen betreffen veelal een verschuiving van budget of een verhoging van het budget (door bijvoorbeeld toevoeging van rijksmiddelen) maar hebben geen effect op de aard van de output zoals opgenomen in de gemeentebegroting 2019. Of de wijzigingen betreffen een administratieve verwerking van een al eerder genomen besluit.
- Bijlage 3 Begrotingswijzigingen, waarin we inzicht geven in de financiële consequenties van de hierboven genoemde beslispunten op de doelenboom.
Wij stellen voor: |
1. |
Om akkoord te gaan met de technische wijzigingen zoals opgenomen in bijlage 2 en de begroting te wijzigen. |
Verwacht gemeente resultaat 2019
Voor 2019 is de tussenstand een verwacht positief bruto resultaat van 4,4 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door een positieve uitkomst voor 2019 in de meicirculaire van 5,2 miljoen euro. Gezien de omvang van het prognosticeerde eindejaarsresultaat 2019 is het mogelijk om enkele incidentele investeringen naar voren te halen. Het college doet daarvoor voorstellen van in totaal 2,4 miljoen euro naar voren te halen incidentele investeringen. Het verwachte netto resultaat voor 2019 bedraagt daarna nog ca 2,0 miljoen euro positief. Vooralsnog is het verstandig om deze middelen niet verder aan te wenden om enige ruimte aan te houden om een tegenvaller in de septembercirculaire op te kunnen vangen zonder op dat moment nog in allerijl bij te hoeven sturen. In het middelenkader zit verder voor de komende jaren een flinke uitname van de algemene reserve waardoor nu op voorhand ook al direct inzetten van de volledige positieve eindejaarsprognose niet verstandig is.
Programma (x 1.000 euro) |
Resultaat 2019 |
Programmaresultaat: |
Samenleving en bestuur |
-395 |
Duurzaam wonen, leven, werken |
+118 |
Vitaal en sociaal |
+350 |
Financiën en organisatie |
-808 |
Resultaat 2019 vóór meicirculaire |
-735 |
Effecten Meicirculaire 2019: |
Resultaat op accres inclusief naheffing 2018 |
-2.844 |
Bruto resultaat op taakmutaties en decentralisatie uitkeringen Sociaal domein |
+7.996 |
Totaal resultaat meicirculaire |
+5.152 |
Bruto resultaat 2019 vóór bestemming |
+4.417 |
Bestemmingsvoorstellen 2019: |
Diekman sportcampus |
450 |
MFA de Zweede |
690 |
Aanvullen reserve Sociaal fonds |
1.200 |
Museumbuurtspoorweg |
50 |
Totaal bestemmingsvoorstellen 2019 |
2.390 |
Netto resultaat 2019 ná bestemming |
+2.027 |
Toelichting:
Programmaresultaat (0,7 miljoen euro negatief)
Per programma zijn er zowel tegenvallers als meevallers te melden (situatie van voor bekend worden van de mei circulaire):
- Binnen Samenleving en bestuur verwachten we een tekort van bijna 0,4 miljoen euro.
- Bezwaar en beroep kent een nadeel van bijna 0,1 miljoen euro a.g.v. hogere proceskosten (volumegroei).
- College van B&W kent extra kosten voor de wachtgeldverplichting (bijna 0,1 miljoen euro).
- Op het product ondersteuning college en directie verwachten we extra uitgaven op materiele budgetten (o.a. accountantskosten,etc) van ca 0,1 miljoen euro.
- Op de producten regionale dienstverlening en verkiezingen verwachten we ook een tekort van ruim 0,1 miljoen euro (hogere bijdrage aan regio Twente en extra kosten i.v.m. het organiseren van twee verkiezingsmomenten in 2019).
- Het programma Duurzaam wonen, leven werken verwacht een voordeel van ruim 0,1 miljoen euro.
- Het voordeel bestaat enerzijds uit een voordeel van bijna 0,2 miljoen op het product beheer en onderhoud openbare ruimte en bestaat uit meerdere voor- en nadelen. Het grootste voordeel betreft de ruimte in investeringen met maatschappelijk nut a.g.v. gewijzigde regelgeving (0,5 miljoen euro). Nadelen betreffen teruglopende kermisinkomsten, plaagdierenbestrijding en gladheidsbestrijding (0,3 miljoen euro).
- Het product Bestemmen, vergunnen, toezicht en handhaving kent een tekort van bijna 0,1 miljoen euro voor omgevingsdienst dienst Twente (ODT).
- Het programma Vitaal en sociaal verwacht een voordeel van 0,35 miljoen euro.
- Het product Wmo-Ondersteuning lokaal kent een tekort van 1,1 miljoen euro als gevolg van tariefeffecten en volumegroei. Dit geldt ook voor het product Jeugdhulp met een tekort van 1,9 miljoen euro. In totaal gaat het om 3 miljoen euro.
- Op sport en gezondheid verwachten we een tekort van bijna 0,6 miljoen euro. Voornamelijk door effecten op de begroting van Sportaal (0,45 miljoen euro).
- Op het product Onderwijs verwachten we een voordeel van 0,45 miljoen euro als gevolg van een hogere rijksbijdrage voor onderwijsachterstandenbeleid.
- Binnen het product Wmo-Ondersteuning centrumtaken is er een onderbesteding van 4 miljoen euro mede door het uitblijven realisatie noodzakelijke voorzieningen in werkgebied Enschede en betreft het resultaat op Wmo-beschermd wonen.
- Bij de sociale werkvoorziening (SW) en nieuw beschut verwachten we een hogere uitstroom dan begroot, met als gevolg een voordeel van 0,6 miljoen euro.
- Bij de producten inkomensondersteuning, algemeen maatschappelijke voorzieningen en arbeidsmarktparticipatie verwachten we in totaal 0,7 miljoen euro voordeel.
- Op het product algemene bijstand levensonderhoud verwachten we een nadeel van 1,8 miljoen euro. Het nadeel is ontstaan doordat het Rijk aanpassingen heeft doorgevoerd in het verdeelmodel en het landelijke budget heeft verlaagd.
- Financien en organisatie verwacht een nadeel van ruim 0,8 miljoen euro.
- Binnen het product algemene inkomsten is er een tekort van 1,2 miljoen euro: verhoging van de pensioenpremies (1 miljoen euro), niet toegewezen centrale taakstelling en hogere uitgaven op personeel (0,2 miljoen euro).
- Het product interne en regionale dienstverlening komt uit op een tekort van 0,1 miljoen euro voornamelijk a.g.v. het project duurzaam deelvervoer en een project voor governance, risk en compliance. Regionale dienstverlening levert daarentegen een voordeel op.
- Het product treasury kent een voordeel van bijna 0,8 miljoen euro door hogere divendontvangsten en lagere rentelasten.
- Het product bedrijfsvoering laat een tekort van ruim 0,2 miljoen euro zien bij het domein fysiek a.g.v. bezuinigingen, ziekte en kosten voor het generatiepact.
Wij stellen voor: |
2. |
Om de verwachte tekorten in 2019 zoveel mogelijk te beperken. En de resterende tekorten en overige verwachte voordelen te betrekken bij de Gemeenterekening 2019.
|
Meicirculaire (5,15 miljoen euro positief)
De uitkomst van de meicirculaire bedraagt per saldo 5,15 miljoen euro positief en bestaat enerzijds uit een negatief accres waaronder een naheffing op 2018 o.a. als gevolg van onderuitputting rijksuitgaven (2,8 miljoen euro nadeel). Anderzijds zijn er extra middelen beschikbaar gesteld voor het sociaal domein (per saldo 8,0 miljoen euro voordeel). Deze extra middelen zijn bedoeld voor nieuwe taken cq. taakuitbreiding, of zijn bedoeld als compensatie voor gestegen kosten binnen het sociaal domein. Die toegevoegde middelen zijn nodig voor de bekostiging van de uitvoering. Dit geldt echter niet voor alle onderdelen. Tegenover sommige toevoegingen door het Rijk staan namelijk geen extra uitgaven, zoals de extra middelen voor Jeugdhulp of de subsidieverhoging van de sociale werkvoorziening (SW). Of budgetten zijn al aangevuld vanuit de algemene middelen of er is in de Zomernota voor 2019 al rekening gehouden met een nadeel als gevolg van gestegen lonen en prijzen. Hiervoor compenseert het Rijk nu alsnog, wat betekent dat deze middelen leiden tot een voordeel in 2019.
Wij stellen voor: |
3. |
Om de verwachte effecten uit de meicirculaire 2019 meerjarig te verwerken in de begroting.
|
Bestemmingsvoorstellen 2019 (2,4 miljoen euro)
De ruimte die ontstaat als gevolg van de meicirculaire willen we inzetten voor het naar voren halen van incidentele uitgaven. Dit geeft verlichting op het middelenkader voor 2020 en verder. Incidentele uitgaven die naar voren gehaald kunnen worden, zijn de realisatie van de sportcampus Diekman (450.000 euro), MFA de Zweede (690.000 euro), de aanvulling van de reserve Sociaal fonds (1.200.000 euro) en de Museumbuurtspoorweg (50.000 euro). Voor een verdere toelichting verwijzen we naar hoofdstuk 2.3 (reserve Sociaal fonds) en hoofdstuk 2.4 (Diekman, MFA de Zweede en Museumbuurtspoorweg).
Wij stellen voor: |
4. |
Om de voordelen uit de meicirculaire 2019 incidenteel in te zetten binnen het sociaal domein voor de sportcampus Diekman (450.000 euro), MFA de Zweede (690.000 euro), aanvulling reserve Sociaal fonds (1.200.000 euro) en de subsidie aan de Museumbuurtspoorweg (50.000 euro) en de begroting te wijzigen.
|
FC Twente / Bedrijventerreinen
De afwaardering van de lening (4,25 miljoen euro) aan FC Twente en de kwijtschelding van de vordering op FC Twente (750.000 euro bijdrage advieskosten) is geen onderdeel van deze Zomernota. De afwaardering ten laste van de algemene reserve heeft namelijk reeds plaatsgevonden middels
raadsbesluit Herstructureringsplan FC Twente dd 5 april.
Het financieel effect van de herprogrammering van bedrijventerreinen in onze gemeente is niet in het resultaat voor 2019 opgenomen. Er is in de ontwikkeling van de algemene reserve en de weerstandscapaciteit al rekening gehouden met deze afboeking voor een bedrag van 18 miljoen euro.