Inleiding
In de gemeentebegroting 2025-2028 zijn de beleidsplannen voor de periode tot en met 2028 gepresenteerd. Deze tussenrapportage geeft een update van de stand van zaken met peildatum 1 juni 2025. Conform de financiële verordening gaat deze tussenrapportage nader in op de afwijkingen tussen beleid en realisatie en tussen budget en prognose van realisatie. Kortom afwijkingen op inhoud en op geld. In de bijlagen is vervolgens opgenomen:
Wij stellen voor: | |
1. | Akkoord te gaan met de technische wijzigingen, zoals opgenomen in bijlage 2 en de begrotingswijzigingen. |
Verwacht resultaat 2025
Het verwachte jaarresultaat 2025 bedraagt -22,1 miljoen euro. (startsaldo -8,7 miljoen euro en programmaresultaat -13,4 miljoen):
Startsaldo -8,7 miljoen euro
De begroting 2025 is vorig najaar gestart met een negatief saldo van -8,7 miljoen euro. Daarnaast is (bij de vorige zomernota) voor zo’n 20 miljoen euro aan budget omgebogen. Hoofdzakelijk betrof dit scherp begroten, afromen van onderbestedingen, vrijval van reserves, vrijval van middelen voor beleidsintensiveringen die nog niet (volledig) opgepakt waren en verwachte besparingen als gevolg van het plan duurzame jeugdzorg.
Programmaresultaat -13,4 miljoen euro
Halverwege dit begrotingsjaar verwachten we een programmaresultaat van -13,4 miljoen euro. Nadere informatie vindt u per product verderop.
Effect circulaires op de algemene reserve +5,3 miljoen euro
Het circulaire-effect op 2025 wordt gedurende het jaar al toegevoegd aan de algemene reserve. Als het verwachte resultaat 2025 eind van het jaar ook verwerkt wordt met de algemene reserve zou deze reserve per saldo gemuteerd zijn met -16,8 miljoen euro (= het verwachte jaarresultaat van -22,1 miljoen euro + het accres van de sept, dec en meicirculaire ad +5,3 miljoen euro).
Programma (x 1.000 euro) | Resultaat TR 2025 |
Saldo begroting 2025 | -8.721 |
Programmaresultaat: | |
Vitaal en sociaal | -9.249 |
Duurzaam wonen, leven, werken | -5.117 |
Samenleving en bestuur | -910 |
Financiën en organisatie | +1.891 |
Verwacht resultaat programma’s | -13.385 |
Verwachte resultaat 2025 | -22.106 |
Effect circulaires voor 2025 op Algemene Reserve | +5.298 |
Verwachte mutatie algemene reserve over 2025 | -16.808 |
Afwijkingen tussen beleid en realisatie
Op enkele terreinen wordt beleidsmatig boven verwachting geleverd: uitgiftebeleid rond bedrijfskavels is bijvoorbeeld sneller dan verwacht gerealiseerd. Betere besluitvorming rond bezwaar en beroep (leidend tot minder proceskosten). Over het algemeen wordt het beleid gerealiseerd volgens verwachting.
Op het fysieke terrein, waar de grote transities momenteel plaatsvinden, zien we echter vertraging. Het betreft zowel nieuwe taken warmte/energie, bodem als reguliere taken zoals groen en bredere (samenhangende) ruimtelijke trajecten. Oorzaken zijn netcongestie, stikstof. Ook complexheid, onduidelijkheid over zowel financiën als van mede overheden (rijk, provincie) spelen parten. Per product volgt verderop verdere duiding.
Bijsturing
Onze reservepositie is robuust en een negatief saldo over 2025 is daarin op te vangen. Ook ons structurele begrotingssaldo is 2025 nog licht positief is. Het structurele begrotingssaldo laat alle incidentele baten en lasten buiten beschouwing en wordt als belangrijkste kengetal gebruikt door de provinciale toezichthouder.
Na verwerking van de storting in de algemene reserve staat de weerstandsratio eind 2025 op 1,29 en daalt vervolgens uiteindelijk in 2029 naar 0,9 (kwalificatie krap voldoende). Gegeven bovenstaande verwachte resultaat 2025 en verwachte mutatie in de algemene reserve blijven de reserves op krap voldoende niveau om risico’s zeker op korte termijn op te kunnen vangen. Wel zijn er in het meerjarenbeeld forse financiële uitdagingen die bij de zomernota 2025 de nodige bijsturing vereisen.
Wij stellen voor om op dit moment niet met nieuwe maatregelen bij te sturen op het lopende jaar. Wel om reeds geïnventariseerde maatregelen waar het kan al dit najaar te gaan implementeren.
Financiële verordening
Conform onze financiële verordening wordt deze tussenrapportage aangeboden aan de Raad.
Voortaan 1 tussenrapportage
De raad heeft op 3 maart jl. besloten om de reguliere twee tussenrapportages vanaf dit jaar terug te brengen naar één. Bij de 1e rapportage bleek dat er over de eerste drie maanden van het jaar vaak nog erg lastig was te voorspellen of inhoudelijke en financiële doelen zouden worden behaald. Bij de 2e werd enkel gefocust op een geactualiseerd financieel beeld over negen maanden, waarbij de rapportage gelijktijdig met de begroting eind oktober/begin november in de raad lag. Dit gaf nauwelijks nog een mogelijkheid om bij te sturen. Vandaar dat nu een tussenrapportage voor ligt over 5 maanden, die voor de zomer naar de raad verstuurd wordt en in september wordt gesproken. Dan hoeft één volledig IPC product niet opgesteld en behandeld te worden, dit is in lijn met ons streven om de werkdruk te verminderen (BOB lijn 6).
Reëlere jaarsaldo’s
Met ingang van vorig jaar worden effecten van circulaires op het lopende boekjaar zelf niet meer via de jaarrekening maar in plaats daarvan direct gedurende het jaar verwerkt als mutatie op de algemene reserve. Deze extra gelden, die gedurende het jaar door het rijk worden verstrekt voor datzelfde jaar, leidden namelijk veelal tot vertekende positieve jaarsaldo’s (omdat het geld niet altijd per direct uitgegeven kon worden). Vanaf 2024 kan dan ook een reëler beeld van de jaarrekening-uitkomst gepresenteerd worden.
Sturing op subsidies
In de begroting is eveneens de subsidiestaat vastgesteld met een maximum aan begrotingssubsidies van 124 miljoen euro voor 145 instellingen en diverse verzamel-subsidies. Om actueler te kunnen sturen worden vanaf deze tussenrapportage mogelijke wijzigingen eveneens meegenomen, bijvoorbeeld:
Wij stellen voor:
Het subsidiebedrag 2025 voor instelling A te verhogen met XX euro naar YY en tegelijkertijd het subsidiebedrag 2025 voor instelling B te verlagen met XX euro naar ZZ euro en deze wijziging te verwerken in de subsidiestaat. Deze wijziging vindt plaats binnen het product Inkomensondersteuning (BP-VS-XY).
Financiële trend
Zagen we in eerdere jaren de volgende financiële trend in de planning & control cyclus:
Deze trend van begroting via tussenrapportages naar de jaarrekening verliep dan van een sluitende begroting, waarbij de 1e tussenrapportage een negatief financieel beeld toonde, bij de 2e rapportage verbeterde dat beeld en bij de jaarrekening werd dat beeld nog positiever. Dit beeld zien we vanaf vorig jaar kantelen: de begroting startte met een negatief saldo, weliswaar positief bijgesteld in de 1e rapportage maar per saldo was de mutatie met de algemene reserve vorig jaar licht negatief: 0,5 mln. euro. |
Van de geprognosticeerde voordelen op onderdelen bij de programma’s zal ook een deel via bestemmingsvoorstellen doorgeschoven worden naar 2026. Deze financiële trendbreuk wordt mede verscherpt doordat in de lopende begroting diverse budgetten vanaf 2025 voor zo’n 20 miljoen euro structureel neerwaarts zijn bijgesteld (via het BOB traject). Bovendien is het jaar gestart met een negatief begrotingssaldo van -8,7 miljoen euro. Het risicoprofiel is daardoor eveneens verhoogd.
Provinciaal toezichthouder
De provincie Overijssel houdt toezicht op alle 24 gemeenten, dus ook op Enschede. Dit is een wettelijke taak, met toezicht op financiën, vergunningen, toezicht en handhaving, ruimtelijke ordening, huisvesting vluchtelingen met een status om hier te blijven, archief en erfgoed (monumenten).
De provincie duidt haar toezicht met kleuring. Deze heeft een signaalfunctie en is niet bedoeld als ‘goed’ of ‘fout’. Wanneer een domein oranje of rood kleurt, dan betekent dat dat de provincie risico’s ziet waarop actie nodig is. Groen betekent dat er wordt voldaan aan de wettelijke eisen, de provincie blijft toezichthouder op afstand. Bij oranje ziet de provincie risico’s waarop in haar ogen actie nodig is en waarover de provincie in gesprek gaat met de gemeente. Visueel voor onze provincie:
Bron: provincie Overijssel |
In 2024 kleurde Enschede nog oranje (vanwege Financiën, Wet ruimtelijke ordening en Informatie- en archiefbeheer). Voor 2025 is voor Enschede de kleur groen vastgesteld. Omdat het op meerdere terreinen goed gaat. De provincie ziet echter nog enkele risico’s m.b.t. financiën en archivering waarop acties nodig zijn. Deze beide thema’s worden hieronder verder uitgelicht. |
Financiën
Wat betreft het domein financiën zien we dat de begroting van de gemeente Enschede voor 2025 structureel en reëel sluitend is. De meerjarenraming is echter niet sluitend. Dit verklaart de oranje kleuring. In de begroting 2025 is het advies van de VNG gevolgd. Verder is ingezet op de lobby richting het Rijk waar het gaat om de financiële verhoudingen.
Inmiddels zijn er voor de jaren 2026 en 2027 extra middelen voor gemeenten beschikbaar komen voor de problematiek in de jeugdzorg via het gemeentefonds. Ook zijn flinke stappen gezet in de uitwerking van de opdracht ‘Begroting & Organisatie in Balans (BOB) met als doel de balans tussen taken, personeel en financiën te herstellen. De uitkomsten van de mei circulaire gemeentefonds en het BOB traject zijn in de zomernota 2025 meegenomen. Dit als opmaat voor de gemeentebegroting 2026-2029.
Informatie – en archiefbeheer:
Enschede heeft haar risico’s ten aanzien van de Archiefwet in beeld en deze worden met een planmatige aanpak beter beheerst. Wel constateert de archivaris nog weinig voortgang op enkele voorgenomen verbeteracties. Dit leidt op basis van het toetsingskader tot de kleur oranje omdat er nog sprake is van meerdere aandachtspunten. Enkele belangrijke verbeteracties die in 2024 zijn uitgevoerd, zijn:
Wij blijven ons onverminderd inzetten om de ingezette verbeteringen voort te zetten en het informatie- en archiefbeheer verder te professionaliseren, met als doel om op korte termijn de ‘groene’ beoordeling te realiseren. Hier blijft een structurele inzet van mensen en middelen voor nodig om dit te bereiken en vast te houden.
Huisvesting statushouders en Erfgoed (monumenten) Ruimtelijke ordening en Wabo kleuren groen. Voor deze domeinen geldt dat Enschede voldoet aan de gestelde criteria.
Grootste financiële afwijkingen
Om uw raad snel inzicht te geven is hieronder een tabel opgenomen met de grootste afwijkingen zowel positief als negatief (x 1.000 euro). Daarbij is een beknopte duiding gegeven met verklaring in miljoen euro’s. Meer duiding volgt bij de programmaverantwoording in de volgende hoofdstukken.
Plussen | Product | Voornaamste verklaringen |
2.022 | Rente en treasury | Hogere creditrente schatkistbankieren (3 mln.), -dividend opbrengst (1,38 mln.), -rentetoerekening -verliesvoorziening Grondbedrijf (-0,19 mln.). Nadeel door lagere omslagrente (-1,95 mln.) |
1.700 | Ondersteuning centrumtaken (wmo) | Het rijksbudget voor beschermd wonen is al enige jaren hoger dan de kosten voor de woonvoorzieningen. |
1.100 | Ondersteuning lokaal (wmo) | Er zijn minder woningaanpassingen en daling aantal cliënten CVV vervoer (0,9 mln.) Een verplichting Huishoudelijke Ondersteuning valt vrij ( 0,42 mln.) Niet gedekte tariefstijgingen en nieuw inkoop bij WMO Begeleiding & Dagbesteding (-0,19 mln.) |
700 | Sociale Werkvoorziening en Nieuw Beschut | Hogere omzet van de productie en detacheringen (0,2 mln.) Extra middelen septembercirculaire voor compensatie invoering forfaitaire loonkostensubsidie (0,5 mln.). |
664 | Algemene belastingen | Positief jaarresultaat GBTwente '24 (0,64 mln). Meeropbrengst OZB-niet woningen (2 mln), intentie om te hoge tarieven volgend jaar te corrigeren. |
450 | Onderwijs | Lagere omslagrente lasten |
250 | Openbare orde en veiligheid | Positief jaarresultaat Veiligheidsregio ’24 (0,35 mln.) Personeel boven sterkte (-0,1 mln.). |
165 | Onderwijshuisvesting | Lagere omslagrente lasten |
139 | Vastgoedbedrijf | Vanuit de opzet van het Makelpunt in ’24 is budget over in ’25. |
131 | Schuldhulpverlening | Lagere kosten Stadsbank Oost Nederland en minder subsidies armoedebeleid ‘Rondkomen met je inkomen’ en Vroegsignalering. |
125 | College B&W | Wachtgeldvoordeel |
100 | Bezwaar en beroep | Betere besluitvorming, minder procedures |
Minnen | Product | Toelichting |
-6.100 | Jeugdhulp | Autonome groei vanuit ‘24 doorwerkend (-6,5 mln.); Diverse andere factoren (0,4 mln.) |
-2.784 | Algemene bijstand levensonderhoud | Tekort BUIG en Loonkostensubsidie (-2,5 mln.) |
-2.500 | Versterken economische structuur | Incidentele bate afwikkeling deelname XL bedrijvenpark jaar later (’26). |
-2.096 | Arbeidsmarktparticipatie | Grote kostenstijging individuele studietoeslag en overschrijding van personeelslasten bij arbeidsmarktparticipatie (-1,5 mln.) Hogere personele lasten ten behoeve van de uitvoering Wet Inburgering (- 0,55 mln.) |
-1.600 | Opvang ontheemden | Verlaging rijksnormbedrag per Oekraïense ontheemde. Daardoor kan de maatregel Offensief begroten vanuit de Zomernota 2024 (4 mln.) niet volledig worden gerealiseerd. |
-1.017 | Bestemmen, vergunnen, toezichthouden, handhaving | Duurdere inhuur vergunningverlening, meer kosten bezwaar en beroep via externe bureaus, en niet-verrekenbare personeelslasten (-0,8 mln.) Diverse kleinere nadelen (-0,2 mln.) |
-1.250 | Beheer en onderhoud openbare ruimte | Piek groot onderhoud asfalt wegenbeheer (– 1 mln.) Meer meldingen verhardingen en zwerfvuil Onderhoud Enschede (-0,25 mln.) |
-750 | Ondersteuning wijkteams | Uitname decentralisatie uitkering jeugd middelen (- 0,8 mln.) Bedrag vanuit het Rijk toegevoegd aan spuk, taken/middelen worden nader onderzocht (zie ook knelpunt zomernota). |
-557 | Interne dienstverlening | Implementatie herinrichting IT bedrijf (-1,6 mln.) Werken voor derden (Dimpact 0,7 mln.) Aantal kleinere voordelen. |
-500 | Verkiezingen | Tweede Kamerverkiezingen, voorbereiding gemeenteraadsverkiezingen (-0,87 mln.) De landelijke overheid komt met een compensatie, deze is nog niet verwerkt. |
-467 | Bedrijfsvoering | Extra personeelskosten wegens inwerken van nieuw personeel / extra inzet in verband met urgentie, langdurige ziekte, overschrijding materieel budget en opname spaarverlof |
-300 | Locatieontwikkeling | Groot aantal initiatiefprojecten en De Kop opnieuw opgestart, hogere plankosten (-0,1 mln.). Met name Horstmanpark, Centrumkwadraat en SHE: hoge materiële kosten (-0,2 mln.) |
-300 | Publieksdienstverlening | Extra inzet van medewerkers om de paspoortenberg te verwerken. De reisdocumenten zijn niet kostendekkend (wettelijk maximumtarief). |
-220 | Ondersteuning college, directie | Negatief jaarresultaat Kennispunt, vervanging ziekte en inhuur. |
-190 | Stadsdeelgewijs werken | Extreme regenval 21 juli 2024 in Pathmos en Stadsveld (na-ijlende kosten 0,13 mln.). |
-100 | Raad en commissies | Aanpassing landelijke rechtspositiebesluit politiek ambtsdragers, waardoor de raadsleden-vergoeding hoger is dan t beschikbare budget. Vervanging bij ziekte, extra kosten. |
Correctie meeropbrengst OZB niet woningen
Bij de tussenrapportage is een meeropbrengst van de OZB niet woningen (eigenaren en gebruikers) van ca 2 miljoen euro geconstateerd. Dat is ruim 5 % meer dan begroot. Vorig jaar heeft GBTwente een kwaliteitsslag doorgevoerd in de waardering niet-woningen. Als gevolg hiervan is de WOZ-waarde van een aantal niet-woningen bovengemiddeld gestegen. Dit was eind 2024 bekend, toen de tarieven voor de OZB-verordeningen 2025 al waren vastgesteld. Was dit eerder bekend geweest, dan was de stijging van de gemiddelde WOZ-waarde niet-woningen gecorrigeerd in het tarief. Dit hebben wij nu niet kunnen doen. We kunnen stellen dat hier sprake is van een ‘ongewenste’ belastingheffing. Vandaar dat we nu het principebesluit voorleggen om de extra heffing van dit jaar voor volgend jaar te corrigeren. Dit kan door later dit jaar de tarieven voor deze belasting voor 2026 (voor één jaar) lager vast te gaan stellen.
Wij stellen voor: | |
2. | Akkoord gaan om de extra heffing van dit jaar volgend jaar terug te geven aan de eigenaren en gebruikers van niet-woningen. Dit kan door de tarieven later dit jaar voor 2026 (voor één jaar) lager vast te stellen. |
Meicirculaire 2025
De meicirculaire geeft over het lopende jaar een resultaat van +5,4 miljoen euro. Door:
+/+ | hoger accres (door een hogere prijsindex bbp) |
-/- | neerwaartse bijstelling van het plafond van het BTW compensatiefonds (lager te verwachten eindafrekening) |
-/- | nadeel door bijstellingen in hoeveelheden maatstaven (met name aantal inwoners, woonruimten en huishouden laag inkomen). Deze waren blijkbaar door het rijk te hoog ingeschat. |
+/+ | vrijval vanuit de behoedzaamheid die aangehouden wordt voor niet te voorspellen mutaties in accressen en maatstaven. |
Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we u naar de raadsbrief d.d. 16 juni 2025 inclusief memo mei circulaire.
Omschrijving (x 1.000 euro) | 2025 |
Stand gemeentefonds meicirculaire 2025 | 522.658 |
Stand gemeentefonds decembercirculaire 2024 | 505.203 |
Bruto mutatie | 17.456 |
Mutaties jeugd | -4.737 |
Taakmutaties mei circulaire | -7.345 |
Resultaat meicirculaire 2025 | 5.373 |
Resultaten uit circulaires tot vorig jaar stonden geparkeerd op een stelpost in de begroting. Aan het eind van het jaar werd deze stelpost dan verwerkt in het jaarrekening resultaat. Zoals aangegeven is vanaf 2024 deze werkwijze aangepast en worden de resultaten van circulaires (zowel positief als negatief) op het lopende jaar direct verrekend met de algemene reserve. Door tijdens het jaar het effect van de circulaires al met de algemene reserve te verrekenen laten we op deze manier beter zien wat het feitelijke resultaat op uitvoering van onze taken is.
Deze aanpassing leidt ertoe dat de volgende effecten worden verrekend met de algemene reserve:
Effecten circulaires op 2025 (x 1.000 euro) | 2025 |
Septembercirculaire 2024 effect voor 2025 | -1.010 |
Decembercirculaire 2024 effect voor 2025 | +935 |
Meicirculaire 2025 voor effect 2025 | +5.373 |
Mutatie algemene reserve | 5.298 |
Wij stellen voor: | |
3. | Om de effecten van de circulaires op het lopende begrotingsjaar 2025 te verwerken en daarbij het resultaat te verrekenen met de algemene reserve. |
Dit besluit leidt voor 2025 tot de verrekening met de algemene reserve van 5.298.000 euro (accres septembercirculaire 2024, decembercirculaire 2024 en meicirculaire 2025), bij alle drie de circulaires gaat het dan over de accresmutatie voor het jaar 2025.
Nadrukkelijk heeft demissionair premier Schoof bij de behandeling van de Voorjaarsnota van het Rijk aangegeven dat er richting Prinsjesdag nog zo’n 700 miljoen euro extra beschikbaar gesteld gaat worden voor compensatie jeugdhulp 2023 en 2024. Mocht dit doorgang vinden (en financiën niet als controversieel verklaard worden) dan zou in de septembercirculaire voor 2025 nog zo’n 7 miljoen euro voor Enschede beschikbaar gesteld worden.
Omslagrente
Onlangs is duidelijk geworden dat de interne omslagrente over 2025 is verlaagd van 1,5% naar 1,25%. De verrekening van deze lagere omslagrente vond vooraf aan de peildatum van deze tussenrapportage (1 juni) plaats. Gevolg is dat rentebaten bij rente & treasury dalen doordat er minder rente vanuit de kapitaallasten wordt voldaan. Daarentegen ontstaan bij de programma’s voordelen omdat hun kapitaallasten lager uitvallen. Hiermee is in de prognoses rekening gehouden.
Personele kosten
Het onlangs afgesloten CAO akkoord gemeenteambtenaren resulteert voor geheel 2025 in een loonstijging van bijna 2%, waarbij we in de begroting zijn uitgegaan van 3,3%. Dit akkoord impliceert wel een (uitgestelde) stijging van bijna 4% op jaarbasis, ook zijn er extra kostenposten vanaf 2026 te verwachten vanwege nieuw op te stellen beleid over reiskosten en de optie om studieschulden af te kunnen betalen via het IKB. Vandaar dat we voorstellen om het voordelige verschil van zo’n 2,1 miljoen euro in de reserve loon-prijs compensatie te gaan doteren.
Wij stellen voor: | |
4. | Om de effecten van het CAO akkoord over 2025 te gaan storten in de reserve loon-prijscompensatie. |
Hieronder vindt u per programma eerst de beleidsmatige voortgang op productniveau , vervolgens de financiële afwijkingen prognose versus begroting. Per programma zijn vervolgens de beslispunten opgenomen, in z’n totaliteit in bijlage 1.