Inleiding
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. In 2023 zijn geen wijzigingen in deze grondslagen opgetreden. Wel is een passage opgenomen in verband met de rechtmatigheidsverantwoording die in 2023 voor het eerst in de jaarrekening is opgenomen.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de september circulaire van het boekjaar.
Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2018 van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarstukken moeten noemen, ook al ligt de oorzaak niet bij de gemeente.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
Algemene grondslagen rechtmatigheid
In de rechtmatigheidsverantwoording verklaart het college in hoeverre de financiële regelgeving is nageleefd bij de totstandkoming van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties. De financiële regelgeving, met alle wetten en raadsbesluiten die een duidelijke relatie met het financiële beheer hebben, is vastgelegd in het door de raad op 5 april 2023 vastgestelde normenkader rechtmatigheid.
Balans
Vaste activa
Immateriële vaste activa
Algemeen
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid 2 BBV). Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate verantwoord.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Bijdragen aan activa van derden worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
Materiële vaste activa
Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, inclusief de direct te relateren salariskosten. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.
De systematiek van afschrijven is lineair (in enkele gevallen op annuïtaire basis), conform de Financiële verordening. Er wordt afgeschreven over deze waarde met ingang van het jaar volgend op de ingebruikname. Activa welke nog niet in gebruik zijn genomen per ultimo boekjaar, maar nog in uitvoering zijn, worden gepresenteerd onder de categorie materiële vaste activa waar ze na gereed melding worden geactiveerd.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Materieel vast actief | Afschrijvings termijn (jaren) |
Gronden en terreinen |
n.v.t. |
Gebouwen |
40 |
Verbetermaatregelen, maatregelen afkoppelen en bouwkundige constructies riolering |
30 |
Renovatie, upgrading |
25 |
Relining riolering |
20 |
Meubilair |
15 |
Machines, apparaten en installaties |
10 |
Transportmiddelen, gereedschappen, automatiseringsapparatuur |
5 |
Kosten onderzoek en ontwikkeling |
4 |
Kantoorautomatisering |
3 |
Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats als de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie. Als een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.
Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval of andere alsook voor rechten die op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2018 worden gedaan.
Door de invoering van de nieuwe systematiek blijven verschillen bestaan in de wijze waarop mag worden afgeschreven op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die vóór het begrotingsjaar 2018 zijn gedaan. Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek is in het verloopoverzicht in de toelichting op de balans aangeven welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.
In erfpacht uitgegeven gronden
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen voor voortdurende contracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vervallen naar rato van afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat.
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn – tenzij hierna anders is vermeld – opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid e BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Voorraden
Grond en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.
Onderhanden werk, gronden in exploitatie
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze, maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid en dient er winst te worden genomen:
Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Indien er sprake is van winst, wordt deze berekend op basis van de eindwaarde van het project, conform de notitie ‘Grondbeleid 2019’ van de commissie BBV. Als de berekening van de tussentijdse winstneming volgens de percentage of completion methode ertoe leidt dat in eerdere jaren teveel winst is genomen, dan neemt de gemeente de eerder teveel genomen winst terug.
Subsidiebaten en de daarbij behorende subsidiabele kosten bij grondexploitaties maken geen onderdeel uit van de tussentijdse winstneming en worden verantwoord op het moment dat de subsidie volgens de
subsidievoorwaarden is gerealiseerd.
Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. De verliesvoorziening wordt bepaald op netto contante waarde op basis van door het BBV voorgeschreven 2% disconteringsvoet. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waardecorrectie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht. Wanneer de verliesvoorziening groter is dan de boekwaarde van de betreffende grondexploitatie, dan wordt het restant van de voorziening dat niet gesaldeerd kan worden aan de passief zijde van de balans onder de voorzieningen gepresenteerd.
Gereed product
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
|
Toelichting
Deze activa betreffen investeringsbijdragen aan activa van derden zoals brede school Velve Lindehof, Stroinkslanden, Sportpark Boekelo, voorzieningencluster Roombeek. De reguliere afschrijving voor de bijdragen aan investeringen van derden bedroeg 0,2 miljoen euro.
|
Toelichting
De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Een bijzondere categorie betreft de in erfpacht uitgegeven gronden. Erfpacht is een beperkt recht, waarbij het eigendom in handen van de gemeente blijft, terwijl een aantal rechten die daar normaal gesproken bij horen in handen van een ander komen. Onderstaande tabel geeft inzicht in dit onderscheid.
|
Hieronder geven we per categorie inzicht in het verloop van de boekwaarde.
Investeringen met economische nut
|
Toelichting
De investeringen bedragen ongeveer 17 miljoen en bestaan uit :
De desinvesteringen bedragen 1,4 miljoen en betreft de verkoop onroerendgoed van Knalhutteweg-Stroink, Wethouder Nijhuisstraat, OBO de Helmerhoek en Windmolenweg.
De afschrijvingen bedragen ruim 15 miljoen voornamelijk conform reguliere afschrijvingstermijnen en bestaan uit:
Bijdragen van derden in bedrijfsgebouwen bedraagt 1,9 miljoen en betreft 1,1 miljoen aan zwembad en 0,8 miljoen aan Pathmoshal. De bijdragen aan grond, weg- en waterbouwtechniek bedraagt 1,1 miljoen en betreft subsidie voor metname Stationsplein, Green Deal en slimme oversteek.
Investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven
|
Toelichting
In 2023 is de boekwaarde van investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven licht gedaald. De daling in boekwaarde is het gevolg van hogere afschrijvingen en bijdragen van derden in relatie tot de gedane investeringen in de gronden en terreinenen en grond weg en waterbouwkundige werken.
De hoogte van de Investeringen met economisch nut bedroegen in totaal 4,2 miljoen welke nagenoeg toegerekend kunnen worden aan grond, weg- en waterbouwkundige rioleringswerken.
De afschrijvingen hebben plaatsgevonden conform de financiële verordening.
Investeringen openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
|
Toelichting
De boekwaarde is met ruim 4 miljoen toegenomen veroorzaakt door de forse investeringen in grond, weg- en waterbouwkundige werken van ruim 15 miljoen. Deze wordt deels gecompenseerd door de afschrijvingen en de forse bijdragen van derden.
De investeringen bedragen ruim 15 miljoen in grond, weg- en waterbouwkundige werken:
Afschrijvingen in grond, weg en waterbouwkundige werken ter waarde van 2,9 miljoen onder andere ten behoeve van vervanging meubilair en openbare verlichting t.b.v. sociale veiligheid, SW, VRI.
De bijdragen van derden in investeringen met een maatschappelijk nut bedragen 8 miljoen en betreffen onder andere (provinciale) subsidies voor infrastructurele projecten zoals F35 (6,2 miljoen), rotonde Knalhutteweg-Stroink (0,5 miljoen), VRI (0,5 miljoen) en diverse andere bijdragen van derden.
In erfpacht uitgegeven gronden
|
Toelichting
De boekwaarde van de in erfpacht uitgegeven gronden is in 2023 met 0,5 miljoen gestegen als gevolg van de investering in bedrijventerrein Woningstichting de Woonplaats ter waarde van 0,8 miljoen. Daarnaast zijn 3 van de aangekochte terreinen is in 2023 verkocht voor ruim 0,3 miljoen.
|
Toelichting
De financiële vaste activa bestaan uit kapitaalverstrekkingen en leningen. Deze activa nemen met 13,8 miljoen euro af van 31,5 miljoen naar 17,7 miljoen euro. Deze afname bestaat uit:
De investeringen van 0,9 miljoen euro bestaan uit verstrekte leningen aan:
Op de kapitaalverstrekkingen is circa 0,04 miljoen euro afgeschreven in 2023.
De aflossingen op de leningen van 14,6 miljoen euro zijn o.a. gedaan door:
Voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, eventueel (tijdelijk) afgewaardeerd wanneer de marktwaarde lager is. Een uitzondering hierop vormen de bouwgronden in exploitatie. Deze voorraden worden gewaardeerd tegen netto vervaardigingkosten: de historische kostprijs wordt verhoogd met de gemaakte kosten en verminderd met de opbrengsten uit gronduitgiften, subsidies en bijdragen. De kostprijs bestaat uit de directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en rente. Voor winstneming wordt overeenkomstig de BBV regels de Percentage of Completion (PoC) methode toegepast: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Dit is mogelijk wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen die aan het project zijn verbonden naar de gemeente zullen toevloeien. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen: 1) Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat én 2) De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht én 3) De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd). Bij de jaarlijkse herziening van het MPG wordt per grondexploitatie aan deze voorwaarden getoetst en winst genomen. Bij de bepaling van de te nemen winst wordt als grondslag de nominale waarde (=eindwaarde) gehanteerd. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. De verliesvoorziening wordt bepaald op netto contante waarde en bedraagt in totaal 66,4 miljoen euro. Op eindwaarde zou deze voorziening in totaal 73,1 miljoen euro bedragen. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waardecorrectie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht. Tenzij de boekwaarde van de betreffende grondexploitatie niet toereikend is, dan wordt het niet te salderen deel aan de passiva kant op de balans als voorziening gepresenteerd. 57,4 miljoen euro is in mindering gebracht op de voorraad handen werk en 9,0 miljoen euro is aan de passiva kant op de balans als voorziening gepresenteerd.
Grond- en hulpstoffen
|
Toelichting
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Bedragen x 1.000 Euro's | Balanswaarde 31-12-2022 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Boekwaarde 31-12-2022 | Vermeer-dering | Vermin-dering | Boekwaarde 31-12-2023 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Balanswaarde 31-12-2023 |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 13.416 | 54.539 | 67.955 | 14.959 | 16.886 | 66.028 | 57.374 | 8.654 |
Toelichting:
De daling van de balanswaarde met 4,7 miljoen euro van 13,4 miljoen euro naar 8,7 miljoen euro is het gevolg van diverse ontwikkelingen die zich in 2023 hebben voorgedaan:
1) 2,6 miljoen euro stijging als gevolg van meer kosten dan opbrengsten in de grondexploitatieprojecten. Diverse grondexploitaties hadden als gevolg van de ontwikkelfase van de projecten aanzienlijk meer lasten dan baten, namelijk Kansrijke Stedelijke Locaties, Centrumkwadraat Molenstraat-Zuidzijde, Versnelling Cromhoff, Velve Lindenhof, Zuiderval en Hornbach. Andere grondexploitaties hadden als gevolg van goede kavelverkopen aanzienlijk meer baten dan lasten, namelijk Leuriks Oost, Binnenstad-Roombeek, Versneld Modulair Bouwen en Moskee.
2) 4,5 miljoen euro daling door lagere boekwaarde van het winstnemingscomplex. Dit is het gevolg van 6,9 miljoen euro daling boekwaarde door afgesloten projecten, 1,6 miljoen euro stijging door de geboekte winst van 2023, 0,8 miljoen euro stijging door positief rente-effect.
3) 2,8 miljoen euro daling door hogere boekwaarde van de verliesvoorziening.
De waardering van de bouwgronden in exploitatie per 31 december 2023 is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties volgens het MPG 2024. Deze periodieke actualisatie kan in de toekomst - mede gezien de wisselende en onzekere marktomstandigheden – leiden tot een aangepaste waardering van de bouwgronden in exploitatie en de hiermee samenhangende voorziening voor negatieve grondexploitaties en het winstnemingscomplex voor de positieve grondexploitaties. Dit geldt ook voor de realisatie van de gehanteerde verkoopprijzen, welke mede op basis van jaarlijkse taxaties tot stand komen. Voor een gedetailleerde toelichting van de gehanteerde uitgangspunten alsmede risico’s en onzekerheden van grondexploitaties verwijzen wij naar paragraaf 3.8 grondbeleid en het MPG 2024.
Specifieke onzekerheid in het project Centrumkwadraat betreft het feit dat het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. De onzekerheid in het project Cromhoff heeft betrekking op het te realiseren programma dat zich richt op woningbouw, terwijl de huidige bestemming nog bedrijven is.
Bedragen x 1mln Euro's | Balanswaarde 31-12-2023 | Geraamde nog te maken kosten | Geraamde nog te realiseren opbrengsten | Geraamd resultaat (eindwaarde) | Geraamd resultaat (contante waarde) |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 8,6 miljoen euro | 54,4 miljoen euro | 60,2 miljoen euro | -/- 39,2 miljoen euro | -/- 36,5 miljoen euro |
Toelichting:
De totaal nog te maken kosten bedragen 54,4 miljoen euro en de nog te realiseren opbrengsten bedragen 60,2 miljoen euro. Met de huidige inzichten en rekening houdend met de reeds gedane investeringen (balanswaarde per 31-12-2023) wordt een resultaat verwacht van 36,5 miljoen euro negatief op contante waarde (39,2 miljoen euro negatief op eindwaarde). Op complexniveau zijn de voorziene negatieve saldi op grond van BBV 100% voorzien en daarmee afgedekt. Voor winstneming wordt overeenkomstig het BBV de Percentage of Completion (PoC) methode toegepast.
Voor inzicht in de uitkomsten van de risicoberekeningen en betekenis voor het weerstandsvermogen wordt verwezen naar de paragrafen 3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing en 3.8 Grondbeleid.
Gereed product en handelsgoederen
Bedragen x 1.000 Euro's | Balanswaarde 31-12-2022 | Investeringen | Desinvesteringen | Voorzieningen voor afwaardering en verplichtingen | Boekwaarde 31-12-2023 | Boekwaarde per m2 |
Gronden-VHG | 515 | 0 | 59 | 3 | 459 | €2,02 |
Overig gereed product | ||||||
Totaal |
Toelichting:
De gronden - VHG (voorraad handelsgoederen) betreffen de te verkopen gronden die de gemeente Enschede in verkoop heeft en conform de BBV als voorraad handelsgoederen op de balans worden gepresenteerd. De investeringen en desinvesteringen zijn in 2023 beperkt geweest.
Bedragen x 1.000 Euro's | Saldo per 31-12-2023 | Voorziening oninbaarheid | Boekwaarde 31-12-2023 | Boekwaarde 31-12-2022 |
Vorderingen op openbare lichamen | 2.492 | 0 | 2.492 | 2.082 |
Rekening courant verhoudingen niet financiele instellingen | 9.140 | 0 | 9.140 | 10.077 |
Overige uitzettingen |
28.995 |
15.491 | 13.504 | 14.360 |
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist < 1 jaar | 194.973 | 0 | 194.973 | 90.483 |
Totaal Uitzettingen < 1 jaar | 235.600 | 15.491 | 220.110 | 117.002 |
Toelichting
De vorderingen op de openbare lichamen bestaan uit diverse vorderingen op o.a. gemeenschappelijke regelingen (0,8 miljoen euro), gemeenten (1,6 miljoen euro) en provincie (23.000 euro).
De rekening courant verhoudingen met niet-financiële instellingen betreffen de SVN, ROZ, Stadsbank en het GBT respectievelijk t.b.v. het verstrekken van leningen voor verduurzamingsmaatregelen, het verstrekking van bijstand aan zelfstandig ondernemers en innen van aflossingen, het verstrekken van leningen in het kader van de energie-armoede en het innen van lokale heffingen. Deze bedragen respectievelijk 0,3 miljoen, 0,2 miljoen, 6.000 euro en 8,0 miljoen euro.
De overige uitzettingen van 29,0 miljoen euro bevat o.a. de zogenaamde 'sociale' debiteuren voor 21,2 miljoen euro en overige private vorderingen voor 7,8 miljoen euro. De voorziening voor oninbaarheid van 15,5 miljoen euro, die in mindering is gebracht op de vorderingen, bestaat voor 12,1 miljoen euro uit oninbare vorderingen op 'sociale' debiteuren, 0,4 miljoen euro uit oninbare GBT vorderingen en 3 miljoen voor private vorderingen.
Het saldo bij ’s rijks schatkist is per eind 2023 hoger dan per einde vorig jaar als gevolg van de achterblijvende investering door o.a. de inflatie en tekort aan arbeidskrachten. Daarnaast heeft het rijk in 2023 een aantal zeer grote specifieke uitkeringen (o.a. woningbouwimpuls) uitgekeerd die nog niet zijn ingezet in de bijbehorende projecten.
Schatkistbankieren
De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden. Het drempelbedrag bedroeg 10,528 miljoen euro over 2023. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2023 het drempelbedrag niet heeft overschreden. Bij een hoger saldo bij de BNG Bank dan het drempelbedrag wordt het meerdere automatisch overgeboekt naar de schatkist. Hier resteert per eind 2023 een vordering op het rijk dus een saldo, van 194,973 miljoen euro.
(x 1.000 Euro's) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen | 5.587 | 7.520 | 7.818 | 6.726 |
Toegestane drempelbedrag | 10.528 | 10.528 | 10.528 | 10.528 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 4.941 | 3.008 | 2.710 | 3.802 |
Overschrijding drempelbedrag | - | - | - | - |
|
Toelichting
Het banksaldo is in 2023 toegenomen met 4,3 miljoen euro.
Berekening EMU-saldo | Realisatie 2023 | Realisatie 2022 |
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan reserves | 17.228 | 20.952 |
-/- Mutaties (im)materiële vaste activa | 1.621 | -14.035 |
+/+Mutatie voorzieningen | 3.803 | 6.006 |
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -4.802 | -1.969 |
-/- Verwachte boekwinst/verlies bij verkoop financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede afwaardering van financiële vaste activa | ||
Berekend EMU-saldo | 24.212 | 42.962 |
|
Nog te ontvangen voorschotbedragen van overheidslichamen
Onder de overlopende activa zijn ook bedragen verantwoord die betrekking hebben op nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese of Nederlandse overheidslichamen, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Deze overlopende activa staan opgenomen in onderstaande tabel.
|
Toelichting
Vooruitbetaalde kosten | 2023 |
Software | 1.397 |
Uitgaven voor SPUK Energie armoede | 1.151 |
Jarabee | 808 |
Verzekeringen | 535 |
Particuliere grexen | 333 |
Contributies | 263 |
Leger des Heils | 200 |
Regio Twente | 106 |
Overige | 2.053 |
Totaal | 6.847 |
Overige nog te ontvangen baten | 2023 |
Te claimen BCF | 28.126 |
GBT Leges | 1.276 |
Afvalstoffenheffing | 3.147 |
Bouwleges | 747 |
Bestemmingsplannen | 255 |
Afwikkeling subsidievaststellingen | 1.057 |
Leges | 11 |
Overige | 3.825 |
Totaal | 38.444 |
|
Algemene reserve
Hiertoe behoren de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve van het grondbedrijf. Deze reserves hebben een bufferfunctie en zijn bedoeld om financiële tegenvallers op te vangen.
Bestemmingsreserve
Voor een aantal specifieke onderwerpen zijn bestemmingsreserves gevormd. Deze reserves hebben een bestedingsfunctie. Hierbij onderscheiden we de volgende categorieën:
Egalisatie reserve. Deze reserves worden gebruikt om pieken en dalen in inkomsten of uitgaven op een bepaald terrein af te vlakken. Door reservevorming wordt bijvoorbeeld voorkomen dat burgers met sterk schommelende tarieven voor afvalstoffenheffing en leges te maken krijgen.
Kapitaallasten reserve. Deze reserves zijn gevormd ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten. Veelal zijn deze gevormd vanuit incidenteel beschikbaar gestelde middelen. Een andere bestemming van deze reserves betekent een structureel nadeel in de exploitatie.
Overige bestemmingsreserves. Dit zijn door de raad gevormde reserves met specifieke bestedingsdoeleinden.
De reserves nemen in 2023 toe met 1,5 miljoen euro. De Algemene reserve daalt met 20,9 miljoen en de bestemmingsreserves stijgen met 22,4 miljoen euro Daarnaast is het eigen vermogen toegenomen met het positief jaarrekeningresultaat van 21,0 miljoen euro.
Het rekeningresultaat over 2022 bedroeg 6,4 miljoen euro en de verwerking van het raadsbesluit over de bestemming hiervan is in de tabel zichtbaar gemaakt. Een bedrag van 3,6 miljoen euro is overgeheveld naar bestemmingsreserves.Daarnaast is door de raad voor 10,1 miljoen euro aan bestemmingsvoorstellen goedgekeurd. Voor 2,8 miljoen euro zijn deze toegekend vanuit het gerealiseerd resultaat over 2022. Voor de overige 7,3 miljoen euro is een onttrekking uit de algemene reserve gedaan.
Voor meer inzicht in de reserves en mutaties wordt verwezen naar bijlage 9.1 Staat van reserves.
|
Toelichting
De stand van de voorzieningen is in 2023 toegenomen met 4,8 miljoen euro.
De grootste toename is te zien in de voorziening personeel en de voorziening vastgoed.
De vrijval van 1,3 miljoen euro bestaat uit:
1. Vrijval verliesvoorziening artuiculiere grexen van 114.000 euro
2. Vrijval voorziening oud wethouders van 279.000 euro
3. Vrijval voorziening MST van 931.000 euro
|
Toelichting
De aflossingen bedroegen 9,7 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2024 is opgenomen in het saldo per 31-12-2023 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden. In 2024 wordt een lening van 15 miljoen euro afgelost die onderdeel is van de stand van de onderhandse leningen openbare lichamen.
De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg 9,5 miljoen euro in 2023. Onder de kortlopende schulden is de verplichting van de in 2023 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal 4,8 miljoen euro.
|
Toelichting
Onder de overige kortlopende schulden zijn de overige verplichtingen < 1 jaar verantwoord. De grootste posten zijn:
Bedragen x 1.000 Euro's | 2023 | 2022 |
Vooruitontvangen baten Europese overheidslichamen | 0 | 2.823 |
Vooruitontvangen baten het Rijk | 92.017 | 45.592 |
Vooruitontvangen baten ov Nederlandse overheidslichamen | 13.154 | 11.128 |
Overige vooruit ontvangen bedragen en verplichtingen die in een volgend jaar tot uitbetaling komen | 25.718 | 22.538 |
Overlopende passiva | 130.889 | 82.080 |
Toelichting
Van overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.
Deze kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Omschrijving element 3 | Boekwaarde 31-12-2022 | Herrubricering |
Boekwaarde 01-01-2023 |
Afname 2023 | Toevoegingen 2023 | Boekwaarde 31-12-2023 |
EUR 2014EUSF2011967 | 200 | 0 | 200 | 200 | 0 | 0 |
EUR ESF Matchen op Werk | 1.593 | 0 | 1.593 | 1.593 | 0 | 0 |
React EU 2021EUSF20223 | 1.030 | 0 | 1.030 | 1.030 | 0 | 0 |
SW Duurzaam Inzet 2018EUSF2011739 | 0 | 249 | 249 | 249 | 0 | 0 |
Totaal - Europese overheidslichamen | 2.823 | 249 | 3.072 | 3.072 | 0 | 0 |
C9 RIJK woningbouwimpuls Binden van | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.477 | 3.477 |
C9 RIJK woningbouwimpuls Cromhoff | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.307 | 4.307 |
C105 Rijk SBI Tex Ledeboer | 0 | 0 | 0 | 0 | 548 | 548 |
C115 Rijk Flex City | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.640 | 8.640 |
C209 Rijk RHA Campus UT 117 woningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 994 | 994 |
C209 Rijk RHA Pakhuiskwartier | 0 | 0 | 0 | 0 | 833 | 833 |
C31 Ryk inhuisv kwetsbare groepen | 500 | 0 | 500 | 455 | 0 | 46 |
C9 RIJK Woningbouwimpuls- Boulv. zon | 3.044 | 0 | 3.044 | 0 | 0 | 3.044 |
C9 Ryk Woningbouwimpuls-Centrumkwadr | 3.000 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 3.000 |
Crisisdst.mid 20/21 | 515 | 0 | 515 | 178 | 0 | 338 |
E104 Rijk WOKT Centrumkwadraat | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.911 | 8.911 |
E104 Rijk WOKT Cromhoff | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.089 | 4.089 |
E20 Ryk Investeringsimpuls SPV | 987 | 0 | 987 | 0 | 0 | 0 |
F20 Impulsaanpak winkelgebieden | 0 | 0 | 0 | 0 | 809 | 809 |
H30 Rijk Brede SPUK | 0 | 0 | 0 | 0 | 500 | 500 |
H31 Rijk SPUK NEAS | 0 | 0 | 0 | 0 | 9 | 9 |
Min VRI 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 | 38 | 38 |
OCW D10 Educatie | 366 | 0 | 366 | 45 | 38 | 359 |
OCW D14 NPO | 1.132 | 0 | 1.132 | 138 | 0 | 994 |
Rijk Klimaatadaptie | 0 | 0 | 0 | 0 | 428 | 428 |
RIJK RMC | 48 | 0 | 48 | 0 | 0 | 48 |
Rijk SPUK Bodem | 3.280 | 0 | 3.280 | 3.280 | 12.288 | 12.288 |
Rijk SPUK CDOKE | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.639 | 1.639 |
RIJK SPUK Gez. leefstijl interv. | 4 | 0 | 4 | 4 | 0 | 0 |
RIJK SPUK Opzet Expert cent Jeugd | 451 | 0 | 451 | 451 | 0 | 0 |
Rijk Spuks Jongerencultuur D21 D23 en C92 | 490 | 0 | 490 | 180 | 453 | 763 |
Ryk BZK GSB III | 327 | 0 | 327 | 327 | 0 | 0 |
Ryk N18 Weg- en Waterbouwkundige wzh | 453 | 0 | 453 | 453 | 0 | 0 |
Ryk Reg Aanpak schoolverlaten | 116 | 0 | 116 | 0 | 0 | 116 |
Ryk RIEC Ministerie van Justitie | 5.773 | 0 | 5.773 | 2.155 | 4.185 | 7.803 |
Ryk Sanering verkeerslawaaai varviks | 46 | 0 | 46 | 0 | 0 | 46 |
Ryk SPUK | 24 | 0 | 24 | 24 | 0 | 0 |
Ryk VWS inzake vrouwenopvang | 195 | 0 | 195 | 0 | 8 | 203 |
SPUK energiearmoede | 5.712 | 188 | 5.900 | 0 | 439 | 6.339 |
Subsidie NIP/LAI | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.359 | 5.359 |
SZW G10 Inburgering | 1.007 | 0 | 1.007 | 0 | 502 | 1.509 |
SZW G13 Onderwijsroute | 52 | 0 | 52 | 52 | 0 | 0 |
VOB0023 Tijk OCW D8 Onderwijsachtbel | 821 | 0 | 821 | 222 | 0 | 599 |
VWS H14 SPUK Expertisecentra jeugd | 3.410 | 0 | 3.410 | 3.038 | 49 | 421 |
VWS H15 SPUK acute jeugd ggz | 383 | 0 | 383 | 227 | 0 | 156 |
VWS H20 SPUK Driemilieusvoorziening | 4.138 | 0 | 4.138 | 85 | 0 | 4.053 |
VWS H21 Cliëntondersteuning | 50 | 0 | 50 | 37 | 0 | 13 |
VWS H26 SPUK RFJ Expertisenetw jeugd | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.095 | 2.095 |
F35 Tubantiasingel | 471 | -471 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Pr. In- en Uit lopend Jaar | 2.319 | -2.319 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A13 Rijk-Naleving controle CTB 2022 | 428 | 0 | 428 | 428 | 0 | 0 |
C32 Rijk-ventilatien in scholen ESB | 150 | 0 | 150 | 150 | 0 | 0 |
C85 Rijk-stimulering flexwonen | 2.292 | 0 | 2.292 | 0 | 0 | 2.292 |
C9 Rijk-woningbouwimpuls Esmarkeveld | 3.039 | 0 | 3.039 | 0 | 0 | 3.039 |
E84 Rijk-investeringsimpuls SPV 2e t | 567 | 0 | 568 | 0 | 0 | 568 |
H32 MEOZ | 0 | 0 | 0 | 0 | 533 | 533 |
H12 Preventieakkoord | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 | 25 |
H4 SPUK Sport | 0 | 0 | 0 | 161 | 645 | 484 |
FIN B2 Toeslagenproblematiek | 0 | 209 | 209 | 0 | 52 | 261 |
Totaal - Het Rijk | 45.590 | -2.393 | 43.198 | 13.077 | 61.893 | 92.017 |
CK OR Herinrichting Deurningerstr | 63 | 0 | 63 | 45 | 0 | 19 |
Doorontw IT Platform Twente | 195 | 0 | 195 | 33 | 0 | 161 |
Doorontw Twentse Kracht | 229 | 0 | 229 | 0 | 94 | 323 |
duurzaam veilig 2022 | 142 | 0 | 142 | 142 | 0 | 0 |
EDL | 45 | 0 | 45 | 45 | 0 | 0 |
FIN B2 Toeslagenproblematiek | 209 | -209 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Herinvestering IT Platform Twente | 125 | 0 | 125 | 0 | 56 | 181 |
OCW D11 Extra middelen RMC | 96 | 0 | 96 | 96 | 0 | 0 |
Pr F35 Tubantiasingel | 3.322 | 471 | 3.793 | 3.793 | 0 | 0 |
Pr. In- en Uit lopend Jaar | 636 | 2.319 | 2.955 | 4.055 | 10.372 | 9.272 |
Pr. Programma Netwerkstad Twente | 987 | 0 | 987 | 363 | 0 | 624 |
Pr. Regio DeaL | 2.480 | 0 | 2.480 | 1.716 | 0 | 764 |
Pr. Stadsarangement stationspln Ens | 892 | 0 | 892 | 892 | 368 | 368 |
Pr. Werken in de logistiek | 134 | 0 | 134 | 0 | 0 | 134 |
PR.Haaksstr. (Europal-Usselerrweg) | 168 | 0 | 168 | 168 | 0 | 0 |
Prov F35 Oldenzaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 97 | 97 |
PROV f35 oostweg NERW telgendijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 306 | 306 |
PROV fietspad kottendijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 294 | 294 |
Prov gedragsbeinvl 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 57 | 57 |
Prov GHT 2022-2025 | 82 | 0 | 82 | 18 | 0 | 64 |
Prov klimaatadaptieplan | 0 | 0 | 0 | 0 | 47 | 47 |
Prov. Natuur voor Elkaar | 42 | 0 | 42 | 42 | 0 | 0 |
Prov.OV Hub P&R Zuiderval | 0 | 0 | 0 | 0 | 71 | 71 |
pv fietsinfra proj 2022 | 51 | 0 | 51 | 51 | 0 | 0 |
RIEC wijkaanp Glanerbrug | 200 | 0 | 200 | 166 | 45 | 79 |
VOB Havenbedrijf Twente | 564 | 0 | 564 | 436 | 0 | 128 |
VOB5051 | 0 | 0 | 0 | 0 | 116 | 116 |
SW Duurzaam inzet | 249 | -249 | 0 | 0 | 0 | 0 |
PUK Energiearmoede | 188 | -188 | 0 | 0 | 0 | 0 |
WUB-gelden Menzis | 29 | 0 | 29 | 29 | 0 | 0 |
Gemeenten.bijdr.ijsbaan | 0 | 0 | 0 | 0 | 49 | 49 |
Totaal - Overige Nederlandse overheidslichamen | 11.128 | 2.144 | 13.272 | 12.090 | 11.972 | 13.154 |
Totaal | 59.544 | 0 | 59.542 | 28.239 | 73.865 | 105.171 |
Overige vooruitontvangen bedragen
Onder de overige nog te ontvangen bedragen is vanuit het facilitaire grondbeleid als verhaalbare kosten opgenomen 333.345 euro.
Onder de overige vooruit ontvangen bedragen is vanuit het facilitaire grondbeleid als vooruit ontvangen bedragen opgenomen 2.393.191 euro.
Verplichtingen die volgend jaar tot betaling komen
Dit zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van de arbeidsgerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume (verlofuren). Hiervoor is in hoofdstuk 6.13 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen' een toelichting opgenomen. In 2023 bedragen de kortlopende verplichtingen 20,5 miljoen euro.
- Overlopende rente leningen OG 4,8 miljoen euro;
- Terugbetalingsverplichting van ontvangen gemeentefondsmiddelen van 2,8 miljoen euro;
- Correctie omzetbelasting Afval van 1,0 miljoen euro.
Gewaarborgde geldleningen
Omschrijving (bedrag x 1.000 euro) | Oorspronkelijke bedrag geldlening | Percentage borgstelling | Hoofdsom per 01-01-2023 | Nieuwe leningen | Aflossingen | Hoofdsom per 31-12-2023 |
Gegarandeerde geldleningen aan: | ||||||
- Bejaardenoorden | 20.462 | 100% | 9.478 | 0 | 750 | 8.727 |
- Onderwijs | 10.000 | 100% |
4.400 |
0 | 400 | 4.000 |
- Sport | 11.611 | 100% | 10.210 | 83 | 493 | 9.800 |
- Kunst/cultuur | 3.421 | 100% | 3.221 | 0 | 100 | 3.121 |
- Verbonden partijen | 12.165 | 100% | 8.726 | 0 | 872 | 7.854 |
- Overig | 925 | 100% | 557 | 0 | 84 | 473 |
Totaal | 58.584 | 36.592 |
83 |
2.699 |
33.976 |
Dit betreft voornamelijk leningen ter financiering van bejaardencentra, onderwijs, sport en de verbonden partijen. Bij deze leningen staat de gemeente voor 100% van het vermelde saldo garant. In 2023 is 1 nieuwe gemeentegaranties afgegeven aan de Tennisvereniging Glanerbrug.
Daarnaast heeft de gemeente nog verplichtingen op het gebied van de WSW en de WEW:
Arbeidsgerelateerde verplichtingen
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. Over 2023 bedraagt de waarde van de verlof saldi 5,6 miljoen euro per 31 december 2023.
Overige
Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich na het opmaken van de jaarrekening geen gebeurtenissen van betekenis voorgedaan die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum.