7. Toelichting op de balans

Inleiding

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

In 2024 is er een wijziging in de grondslagen opgetreden voor wat betreft de verwerking van de resultaten uit de circulaires Gemeentefonds. Resultaten uit circulaires werden voorheen geparkeerd op een stelpost in de begroting. Aan het eind van het jaar werd deze stelpost dan verwerkt in het jaarrekening resultaat. Vanaf de eerste tussenrapportage 2024 is besloten om deze werkwijze aan te passen en de resultaten van circulaires (zowel positief als negatief) op het lopende jaar direct te verrekenen met de algemene reserve. Daardoor ontstaat bij de jaarrekening een beter beeld van het feitelijke resultaat op de uitvoering van onze taken.

Vanaf de jaarrekening 2023 is een passage opgenomen in verband met de door het college af te leggen rechtmatigheidsverantwoording.

 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de september circulaire van het boekjaar.

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarstukken moeten noemen, ook al ligt de oorzaak niet bij de gemeente.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken.

 

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.

 

Algemene grondslagen rechtmatigheid 

In de rechtmatigheidsverantwoording verklaart het college in hoeverre de financiële regelgeving is nageleefd bij de totstandkoming van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties. De financiële regelgeving, met alle wetten en raadsbesluiten die een duidelijke relatie met het financiële beheer hebben, is vastgelegd in het door de raad op 29 januari 2024 vastgestelde normenkader rechtmatigheid

 

Balans

Vaste activa

 

Immateriële vaste activa

Algemeen

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid 2 BBV). Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate verantwoord.

 

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief

De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.

 

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Bijdragen aan activa van derden worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

 

Materiële vaste activa

Algemeen

Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, inclusief de direct te relateren salariskosten. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.

 

De systematiek van afschrijven is lineair (in enkele gevallen op annuïtaire basis), conform de Financiële verordening. Er wordt afgeschreven over deze waarde met ingang van het jaar volgend op de ingebruikname. Activa welke nog niet in gebruik zijn genomen per ultimo boekjaar, maar nog in uitvoering zijn, worden gepresenteerd onder de categorie materiële vaste activa waar ze na gereed melding worden geactiveerd.

 

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Materieel vast actief Afschrijvings
termijn
(jaren)

Gronden en terreinen

n.v.t.

Gebouwen

40

Verbetermaatregelen, maatregelen afkoppelen en bouwkundige constructies riolering

30

Renovatie, upgrading

25

Relining riolering

20

Meubilair

15

Machines, apparaten en installaties

10

Transportmiddelen, gereedschappen, automatiseringsapparatuur

5

Kosten onderzoek en ontwikkeling

4

Kantoorautomatisering

3

 

Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats als de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie. Als een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.

 

Investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.

Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

 

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval of andere alsook voor rechten die op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2018 worden gedaan.

 

Door de invoering van de nieuwe systematiek blijven verschillen bestaan in de wijze waarop mag worden afgeschreven op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die vóór het begrotingsjaar 2018 zijn gedaan. Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek is in het verloopoverzicht in de toelichting op de balans aangeven welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.

 

In erfpacht uitgegeven gronden

Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen voor voortdurende contracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vervallen naar rato van afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat.

 

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn – tenzij hierna anders is vermeld – opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid e BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

 

Vlottende activa

 

Voorraden

Grond en hulpstoffen

Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.

 

Onderhanden werk, gronden in exploitatie

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.

 

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze, maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid en dient er winst te worden genomen:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
  1. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
  1. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Indien er sprake is van winst, wordt deze berekend op basis van de eindwaarde van het project, conform de notitie ‘Grondbeleid 2019’ van de commissie BBV. Als de berekening van de tussentijdse winstneming volgens de percentage of completion methode ertoe leidt dat in eerdere jaren teveel winst is genomen, dan neemt de gemeente de eerder teveel genomen winst terug.
Subsidiebaten en de daarbij behorende subsidiabele kosten bij grondexploitaties maken geen onderdeel uit van de tussentijdse winstneming en worden verantwoord op het moment dat de subsidie volgens de
subsidievoorwaarden is gerealiseerd.

 

Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. De verliesvoorziening wordt bepaald op netto contante waarde op basis van door het BBV voorgeschreven 2% disconteringsvoet. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waardecorrectie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht. Wanneer de verliesvoorziening groter is dan de boekwaarde van de betreffende grondexploitatie, dan wordt het restant van de voorziening dat niet gesaldeerd kan worden aan de passief zijde van de balans onder de voorzieningen gepresenteerd. 

 

Gereed product

Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

 

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

 

Liquide middelen en overlopende posten

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

 

Vaste passiva

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.

 

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

 

Borg- en Garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

7.1. Immateriële vaste activa

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Kosten onderzoek & ontwikkeling00
Bijdragen aan activa van derden4.6624.982
Totaal immateriële vaste activa4.6624.982

Toelichting

Deze activa betreffen investeringsbijdragen aan activa van derden zoals brede school Velve Lindehof, Stroinkslanden, Sportpark Boekelo, voorzieningencluster Roombeek. De reguliere afschrijving voor de bijdragen aan investeringen van derden bedroeg 0,2 miljoen euro.

Daarnaast is de immateriële vaste activa nog afgenomen met 0,1 miljoen euro. Dit omdat voor de grond onder het zwembad de Brug een herrubricering naar de materiële vaste activa heeft plaatsgevonden.

7.2. Materiële vaste activa

Bedragen x 1.000 Euro's 2024 2023
Gronden en terreinen 68.613 63.926
Woonruimten 48 96
Bedrijfsgebouwen 218.343 198.766
Grond weg en waterbouwkundige werken 145.097 138.687
Vervoermiddelen 84 5
Machines apparaten en installaties 12.007 12.776
Overige vaste activa 4.635 4.353
Totaal  materiele vaste activa 448.827 418.608

Toelichting

De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Een bijzondere categorie betreft de in erfpacht uitgegeven gronden. Erfpacht is een beperkt recht, waarbij het eigendom in handen van de gemeente blijft, terwijl een aantal rechten die daar normaal gesproken bij horen in handen van een ander komen. Onderstaande tabel geeft inzicht in dit onderscheid.

 

Bedragen x 1.000 Euro’s 2024 2023
Investeringen met economisch nut 296.747 266.283
Investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven 89.717 84.590
Investeringen openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 44.010 48.895
In erfpacht uitgegeven gronden 18.352 18.840
Totaal materiele vaste activa 448.827 418.608

Hieronder geven we per categorie inzicht in het verloop van de boekwaarde. 

 

Investeringen met economische nut

Economische nut    Bedragen x 1.000 Euro's Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Herrubriceringen Afschrijvingen Correcties Bijdragen derden Boekwaarde 31-12-2024
Gronden en terreinen 44.980 6.129 0 -2.902 -52 2.105 0 50.260
Woonruimten 96 0 0 0 -48 0 0 48
Bedrijfsgebouwen 198.592 35.647 -36 -376 -9.244 -3.180 -3.220 218.183
Grond weg en waterbouwkundige werken 6.433 8.361 0 0 -550 -493 -1.162 12.589
Vervoermiddelen 5 37 0 0 -17 59 0 84
Machines apparaten en installaties 11.824 1.409 0 0 -3.315 1.116 -85 10.949
Overige vaste activa 4.353 1.653 0 0 -516 -856 0 4.634
Totaal materiele vaste activa -  Economisch nut 266.283 53.236 -36 -3.278 -13.742 -1.249 -4.467 296.747

Toelichting

De investeringen van 53,2 miljoen euro bestaan uit:

  • De investering in onderwijshuisvesting aan de Van der Waalslaan voor 21,3 miljoen euro;
  • De investering in het zwembad Diekman voor 7,2 miljoen euro;
  • De investering in het Centrumkwadraat van 4,8 miljoen euro;
  • Diverse investeringen van het Vastgoedbedrijf voor 4,8 miljoen euro
  • Investeringen in verbeteringen van de mobiliteit voor 4,4 miljoen euro;
  • Diverse investeringen in de openbare ruimte voor 3,5 miljoen euro;
  • De verduurzaming van de Pathmoshal voor 1,6 miljoen euro;
  • Diverse investeringen vanuit het IT-bedrijf voor 0,9 miljoen euro;
  • Diverse investeringen onderwijshuisvesting 0,9 miljoen euro;
  • Diverse investeringen van 3,8 miljoen euro.

 

De desinvesteringen bedragen 36.000 euro en betreffen voornamelijk het afstoten van grond op diverse locaties in Enschede.

 

In het verslagjaar is een bedrag van 3,2 miljoen euro aan herrubriceringen verwerkt. Dit betreffen gronden die in exploitatie zijn genomen en conform het BBV zijn overgebracht naar de post 'Voorraden'.

 

 

 

De afschrijvingen bedragen 13,7 miljoen euro. de afschrijving is verwerkt conform de reguliere afschrijvingstermijnen, zoals vastgesteld in de financiële verordening. De afschrijvingen van 13,7 miljoen zijn gedaan voor:

  • Onderwijshuisvesting voor 5,1 miljoen euro;
  • Parkeren voor 2,0 miljoen euro;
  • Gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals gebouwen voor huisvesting van ambtelijk personeel en maatschappelijke instellingen voor 2,0 miljoen euro;
  • IT-voorzieningen voor 1,8 miljoen euro;
  • Sportvoorzieningen zoals sporthallen, gymzalen en dergelijke voor 1,0 miljoen euro.
  • Overige afschrijvingen  voor 1,8 miljoen euro.

De bijdragen van derden bedragen 3,4 miljoen euro. Voor 1,7 miljoen zijn deze bijdragen gedaan aan bedrijfsgebouwen, waaronder het zwembad, de Pathmoshal en wijkgebouw Het Kompas.

De bijdragen van derden aan Grond weg en waterbouwkundige werken bedraagt 1,2 miljoen en is gedaan voor het Centrumkwadraat voor 580.000 euro, 390.000 miljoen euro voor de herontwikkeling van Varvik-Diekman en 230.000 euro voor investeringen in de slimme oversteek en Green Deal.

Investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven

Heffingen    Bedragen x 1.000 Euro's Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Correcties Bijdragen derden Boekwaarde 31-12-2024
Gronden en terreinen 106 0 0 0 -106 0 0
Bedrijfsgebouwen 173 0 0 -12 -0 0 160
Grond weg en waterbouwkundige werken 83.361 9.703 0 -3.943 0 -622 88.498
Machines apparaten en installaties 951 119 0 -118 106 0 1.058
Totaal materiele vaste activa -  Heffingen 84.590 9.823 0 -4.074 0 -622 89.717

Toelichting

In 2024 is de boekwaarde van de investeringen met economisch nut waarvoor een heffing wordt geheven met 5,1 miljoen toegenomen.

 

De investeringen van 9,7 miljoen bestaan uit investeringen in rioleringsprojecten en voor 0,1 miljoen euro aan investeringen in afvalcontainers.

 

De afschrijvingen hebben plaats gevonden conform de financiële verordening.

Investeringen openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

 

Maatschappelijk nut    Bedragen x 1.000 Euro's Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Correcties Bijdragen derden Boekwaarde 31-12-2024
Gronden en terreinen 0 0 0 0 0 0 0
Grond weg en waterbouwkundige werken 14.742 0 0 -916 0 0 13.825
34.152 4.210 0 -2.119 1.031 -7.091 30.184
Overige vaste activa 1 0 0 0 0 0 1
Totaal materiele vaste activa -  Maatschappelijk nut 48.895 4.210 0 -3.035 1.031 -7.091 44.010

Toelichting

De boekwaarde is in 2024 afgenomen, ondank een investering van 4,2 miljoen euro in verkeersinfrastructuur en wegen. De afschrijvingen hebben plaatsgevonden conform de gestelde regels in de financiële verordening. 

De bijdragen van derden bestaan uit subsidies van het Rijk en de Provincie.

 

In erfpacht uitgegeven gronden

Erfpacht    Bedragen x 1.000 Euro's Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Correcties Bijdragen derden Boekwaarde 31-12-2024
Gronden en terreinen 18.840 62 -550 0 0 0 18.352
Totaal materiele vaste activa -  Erfpacht 18.840 62 -550 0 0 0 18.352

Toelichting 

De boekwaarde van de in erfpacht uitgegeven gronden is in 2024 afgenomen. Reden is een desinvestering in de Josink Es en de Kalimantanstraat.

 

7.3. Financiële vaste activa

Bedragen x  1.000 Euro's Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Afschrijving / Aflossingen Boekwaarde 31-12-2024
Kapitaalverstrekking deelnemingen 281 15.211 0 0 15.492
Kapitaalverstrekking gemeenschappelijke regelingen 171 83 0 0 254
Kapitaalverstrekking overige verbonden partijen 929 0 0 -44 885
Leningen aan woningbouwcooperaties 0 0 0 0 0
Leningen deelnemingen 398 0 0 -72 326
Leningen overig 0 0 0 0 0
Overige langlopende leningen 14.322 5.725 0

-8.201

11.846
Overige uitzettingen >= 1 jaar 1.608 0 0 -639 969
Totaal financiële activa 17.710 21.019 0 -8.956 29.773

Toelichting

De financiële vaste activa bestaan uit kapitaalverstrekkingen en leningen. Deze activa nemen met 12,1 miljoen euro toe van 17,7 miljoen naar 29,8 miljoen euro. Deze toename bestaat uit:

  • investeringen van 15,9 miljoen euro, en
  • afschrijvingen op kapitaalverstrekkingen en aflossingen op leningen voor resp. -0,04 en -3,7 miljoen euro.

 

De investeringen van 21 miljoen euro bestaan uit kapitaalverstrekkingen en verstrekte leningen aan:

  • Twence, de aankoop van aandelen voor 15,2 miljoen euro
  • Stadsbank Oost Nederland. De deelneming is herzien en daarvoor is een investering van 83.000 euro gedaan.
  • Herziening en herfinanciering van de achtergestelde lening aan FC Twente van 5,169 miljoen euro (zie ook bij aflossingen).
  • Overige langlopende leningen, zijnde leningen aan personeel voor de aankoop van een fiets of duurzaamheidsmaatregelen (556.000 euro)

 

Op de kapitaalverstrekkingen is circa 0,04 miljoen euro afgeschreven in 2024. 

 

De aflossingen op de leningen van 8,9 miljoen euro zijn o.a. gedaan door:

  • Wilminktheater (72.000 euro).
  • De aflossing van de achtergestelde lening door FC Twente inclusief ruim 1,6 miljoen euro aflossing vanuit transferopbrengsten. Het restant van de lening (5,169 miljoen euro is weer verstrekt en is onderdeel van de investeringen).
  • Diverse aflossingen op de overige leningen die voornamelijk zijn verstrekt aan sportverenigingen en overige maatschappelijke organisaties ( 2,5 miljoen euro).
  • Werknemers van de gemeente Enschede voor fietsprivé (569.000 euro)
  • Aflossingen leningen verstrekt aan de SVN (440.000 euro)
  • Aflossingen van leningen verstrekt vanuit het Noodfonds (199.000 euro)

7.4. Voorraden

Voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, eventueel (tijdelijk) afgewaardeerd wanneer de marktwaarde lager is. Een uitzondering hierop vormen de bouwgronden in exploitatie. Deze voorraden worden gewaardeerd tegen netto vervaardigingkosten: de historische kostprijs wordt verhoogd met de gemaakte kosten en verminderd met de opbrengsten uit gronduitgiften, subsidies en bijdragen. De kostprijs bestaat uit de directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en rente. Voor winstneming wordt overeenkomstig de BBV regels de Percentage of Completion (PoC) methode toegepast: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Dit is mogelijk wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen die aan het project zijn verbonden naar de gemeente zullen toevloeien. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen: 1) Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat én 2) De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht én 3) De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd). Bij de jaarlijkse herziening van het MPG wordt per grondexploitatie aan deze voorwaarden getoetst en winst genomen. Bij de bepaling van de te nemen winst wordt als grondslag de nominale waarde (=eindwaarde) gehanteerd. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. De verliesvoorziening wordt bepaald op netto contante waarde en bedraagt in totaal 68,5 miljoen euro. Op eindwaarde zou deze voorziening in totaal 74,8 miljoen euro bedragen. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waardecorrectie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht. Tenzij de boekwaarde van de betreffende grondexploitatie niet toereikend is, dan wordt het niet te salderen deel aan de passiva kant op de balans als voorziening gepresenteerd. 55,3 miljoen euro is in mindering gebracht op de voorraad handen werk en 13,2 miljoen euro is aan de passiva kant op de balans als voorziening gepresenteerd.

 

 

Grond- en hulpstoffen

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie19.6268.654
Gereed product en handelsgoederen757490
Totaal voorraden20.3829.144
 

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

 

Bedragen x 1.000 Euro's Balanswaarde 31-12-2023 Voorziening voor afwaardering en verplichtingen Boekwaarde 31-12-2023 Vermeer-dering Vermin-dering Boekwaarde 31-12-2024 Voorziening voor afwaardering en verplichtingen Balanswaarde 31-12-2024
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 8.654 57.374 66.028 16.933 8.011 74.950 55.324 19.626

 

Toelichting:

De stijging van de balanswaarde met 10,9 miljoen euro van 8,7 miljoen euro naar 19,6 miljoen euro is het gevolg van diverse ontwikkelingen die zich in 2024 hebben voorgedaan:

1) 6,0 miljoen euro stijging als gevolg van meer kosten dan opbrengsten in de grondexploitatieprojecten. Diverse grondexploitaties hadden als gevolg van de ontwikkelfase van de projecten aanzienlijk meer lasten dan baten, namelijk Eschmarkerveld, Binnenstad-Roombeek, Versnelling Cromhoff, Kennispark, Usselermors, Zuiderval, Topsportcampus Diekman. Andere grondexploitaties hadden als gevolg van goede kavelverkopen en subsidiebaten aanzienlijk meer baten dan lasten, namelijk De Eschmarke, Leuriks Oost, CK Molenstraat-Zuidzijde.

2) 2,8 miljoen euro stijging door hogere boekwaarde van het winstnemingscomplex. Dit is het gevolg van de geboekte winst over 2024.

3) 2,1 miljoen euro stijging door lagere boekwaarde van de verliesvoorziening.  

 

De waardering van de bouwgronden in exploitatie per 31 december 2024 is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties volgens het MPG 2025. Deze periodieke actualisatie kan in de toekomst - mede gezien de wisselende en onzekere marktomstandigheden – leiden tot een aangepaste waardering van de bouwgronden in exploitatie en de hiermee samenhangende voorziening voor negatieve grondexploitaties en het winstnemingscomplex voor de positieve grondexploitaties. Dit geldt ook voor de realisatie van de gehanteerde verkoopprijzen, welke mede op basis van jaarlijkse taxaties tot stand komen. Voor een gedetailleerde toelichting van de gehanteerde uitgangspunten alsmede risico’s en onzekerheden van grondexploitaties verwijzen wij naar paragraaf 3.8 grondbeleid en het MPG 2025. 

Specifieke onzekerheid in het project Centrumkwadraat betreft het feit dat het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. Specifieke onzekerheid in het project Cromhoff heeft betrekking op het te realiseren programma dat zich richt op woningbouw, terwijl de huidige bestemming nog bedrijven is.

 

 

 

Bedragen x 1mln Euro's Balanswaarde 31-12-2024 Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbrengsten Geraamd resultaat (eindwaarde) Geraamd resultaat (contante waarde)
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 19,6 94,2 107,6 36,5 (neg) 34,4 (neg)

  

Toelichting: 

De totaal nog te maken kosten bedragen 94,2 miljoen euro en de nog te realiseren opbrengsten bedragen 107,6 miljoen euro. Met de huidige inzichten en rekening houdend met de reeds gedane investeringen (balanswaarde per 31-12-2024) wordt een resultaat verwacht van 34,4 miljoen euro negatief op contante waarde (36,5 miljoen euro negatief op eindwaarde). Op complexniveau zijn de voorziene negatieve saldi op grond van BBV 100% voorzien en daarmee afgedekt. Voor winstneming wordt overeenkomstig het BBV de Percentage of Completion (PoC) methode toegepast.

 

Voor inzicht in de uitkomsten van de risicoberekeningen en betekenis voor het weerstandsvermogen wordt verwezen naar de paragrafen 3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing en 3.7 Grondbeleid. 

 

Gereed product en handelsgoederen

 

Bedragen x 1.000 Euro's Balanswaarde 31-12-2023 Investeringen Desinvesteringen Voorzieningen voor afwaardering en verplichtingen Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde per m2
Gronden-VHG 459 292 0 0 751 3,08 euro
Overig gereed product            
Totaal 459 292 0 0 751  

 

 

Toelichting: 

De gronden - VHG (voorraad handelsgoederen) betreffen de te verkopen gronden die de gemeente Enschede in verkoop heeft en conform de BBV als voorraad handelsgoederen op de balans worden gepresenteerd. De investeringen en desinvesteringen zijn in 2024 beperkt geweest. 

 

7.5. Uitzettingen looptijd korter dan 1 jaar

Bedragen x 1.000 Euro's Saldo per   31-12-2024 Voorziening oninbaarheid Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Vorderingen op openbare lichamen 2.855 0 2.855 2.492
Rekening courant verhoudingen niet financiele instellingen 8.520 0 8.520 9.140
Overige uitzettingen 27.540 15.020 12.520 13.504
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist < 1 jaar 157.321 0 157.321 194.973
Totaal Uitzettingen < 1 jaar 196.236 15.020 181.216 220.110

Toelichting  

De vorderingen op de openbare lichamen bestaan uit  diverse vorderingen op o.a. gemeenschappelijke regelingen (1,4 miljoen euro), gemeenten (1,3 miljoen euro) en provincie (86.000 euro). 

 

De rekening courant verhoudingen met niet-financiële instellingen betreffen de SVN, ROZ, Stadsbank en het GBT respectievelijk t.b.v. het verstrekken van leningen voor verduurzamingsmaatregelen, het verstrekking van bijstand aan zelfstandig ondernemers en innen van aflossingen, het verstrekken van leningen in het kader van de energie-armoede en het innen van lokale heffingen. Deze bedragen respectievelijk 1,0 miljoen, 0,1 miljoen, 6.000 euro en 7,5 miljoen euro.

  

De overige uitzettingen van 26,7 miljoen euro bevat o.a. de zogenaamde 'sociale' debiteuren voor 18,3 miljoen euro en overige private vorderingen voor 8,4 miljoen euro. De voorziening voor oninbaarheid van 15,0 miljoen euro, die in mindering is gebracht op de vorderingen, bestaat voor 11,5 miljoen euro uit oninbare vorderingen op 'sociale' debiteuren, 0,3 miljoen euro uit oninbare GBT vorderingen en 3,2 miljoen voor private vorderingen.

 

Het saldo bij ’s rijks schatkist is per eind 2024 lager dan per einde vorig jaar als gevolg van hogere investeringsuitgaven in 2024 dan in vorige jaren. Ook is ruim 15 miljoen euro geïnvesteerd in aankoop van aandelen Twence.

 

 

Schatkistbankieren

De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden. Het drempelbedrag bedroeg 10,698 miljoen euro over 2024. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2024 het drempelbedrag niet heeft overschreden. Bij een hoger saldo bij de BNG Bank dan het drempelbedrag wordt het meerdere automatisch overgeboekt naar de schatkist. Hier resteert per eind 2024 een vordering op het rijk dus een saldo, van 157,321 miljoen euro.

 

(x 1.000 Euro's) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Buiten schatkist aangehouden bedragen 6.599 6.488 7.594 4.855
Toegestane drempelbedrag 10.698 10.698 10.698 10.698
Ruimte onder het drempelbedrag 4.098 4.210 3.104 5.842
Overschrijding drempelbedrag - - - -

7.6. Liquide Middelen

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Kas4219
Banken07.864
Totaal liquide middelen427.883

Toelichting 

Op 31 december 2024 was het banksaldo negatief. Het banksaldo staat opgenomen onder de netto vlottende schulden met een rente-typische looptijd korter dan 1 jaar.

 

 

Berekening EMU-saldo Realisatie 2024 Realisatie 2023
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan reserves 11.392 17.228
-/- Mutaties (im)materiële vaste activa 29.900 1.621
+/+Mutatie voorzieningen 9.890 3.803
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 11.238 -4.802
-/- Verwachte boekwinst/verlies bij verkoop financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede afwaardering van financiële vaste activa    
Berekend EMU-saldo -19.856 24.212

 

 

7.7. Overlopende activa

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Nog te ontvangen baten van de EU12551
Nog te ontvangen baten van het Rijk3.1761.439
Nog te ontvangen baten van overige NL overheidslich2.9852.004
Vooruitbetaalde kosten9.7766.848
Nog te ontvangen baten44.30238.444
Totaal overlopende activa60.36348.785

Nog te ontvangen voorschotbedragen van overheidslichamen

Omschrijving 
Bedragen x 1.000 euro
Boekwaarde 31-12-2023 Ontvangen bedragen  2024 Toevoegingen  2024 Boekwaarde 31-12-2024
Interreg EDL 51 0 74 125
Totaal - Europese overheidslichamen 51 0 74 125
Rijk Creatieve Broedplaatsen 0 0 64 64
SiSa C62 kwijtschelding toeslagen 40 7 0 34
SiSa B2 Toeslagenaffaire Onderl C 219 13 0 207
SiSa B2 Toeslagenaffaire Normbedrag 0 0 313 313
SiSa M16 POO Oekraïne uitvoering 23 389 271 0 119
SiSa M16 POO Oekraïne verstrekking 23 682 0 38 720
SiSa H4 SPUK Sport 0 0 1.619 1.619
Oekrainers opvang 0 0 0 0
Rijk F35 Spoordijkstraat 73 0 0 73
SZW G12 Kwijtschelding gedupeerden Toeslagenaffaire 35 6 0 29
Totaal - Het Rijk 1.438 297 2.034 3.176
Provincie Creatieve Broedplaatsen   0 0 90 90
COA Asielzoekers 6 6 0 0
COA Vliegveld 0 0 32 32
Euregionale Doorlopende leerlijn -20 0 20 0
F35 Spoordijkstraat 906 0 0 906
Gemeentelijk havenbedrijf 0 0 14 14
Samen Twente: IT Platform 122 122 0 0
Provincie Cultuurmakelaar 6 6 0 0
Project Stadsarrangement stationsplein 0 0 84 84
Provincie F35 Lonneker 0 0 1.107 1.107
Provincie F35 Voortsweg 0 0 305 305
Provincie Haaksbergerstraat fietspad 59 59 0 0
Provincie Kernkracht 31 0 18 49
Provincie Kottendijk busbaan 109 109 0 0
Provincie Oldenzaalsestraat schouwinkstraat Tichelerweg 0 0 278 278
Provincie Verkeersregelinstallatie 2023 24 24 0 0
Revitalisering Vakantieparken 4 0 0 4
Rotonde Stroink Knalhutteweg 429 429 0 0
SINGEL NW COMP 75 75 0 0
Samen Twente: Trainees 72 65 0 7
Twents Waternet 123 73 0 50
Provincie Voortsweg F35 60 0 0 60
Totaal - Overige Nederlandse overheidslichamen 2.006 968 1.948 2.985
Totaal 3.495 1.265 4.056 6.286

Toelichting

  

Vooruitbetaalde kosten 2024
Software  3.995
Subsidies jeugdhulp 1.794
Jarabee  635
Verzekeringen 575
Particuliere grexen 487
Contributies 268
Overige  2.022
Totaal 9.776

 

 

 

Overige nog te ontvangen baten 2024
Te claimen BCF  31.330
GBT Leges 6.379
 Afwikkeling subsidievaststellingen 1.977
Rente schatkistbankieren 1.476
Afval 831
Overig 2.309
Totaal  44.302

 

 

7.8. Eigen vermogen

Bedragen x 1.000 Euro's Stand 31-12-2023 Resultaat bestemming Dotatie Onttrekkingen Vermindering ter dekking van afschrijvingen Stand per 31-12-2024
Algemene reserve 88.708 14.421 37.344 15.439 0 125.035
Bestemmingsreserve - Egalisatie 9.995 0 13.582 13.774 0 9.803
Bestemmingsreserve - Kapitaallasten 16.532 0 8.247 505 4.847 19.427
Bestemmingsreserve - Overige 106.702 197 38.102 28.568 0 116.430
Gerealiseerd resultaat 2023 21.033 -14.617 0 6.416 0 0
Eigen vermogen 242.970 0 97.275 64.702 4.847 270.695
Gerealiseerd resultaat 2024                   -16.333
Totaal                254.362

De reserves nemen in 2024 toe met 27,6 miljoen euro. De Algemene reserve stijgt met 36,3 miljoen en de bestemmingsreserves dalen met 8,8 miljoen euro Daarnaast is het eigen vermogen afgenomen met het negatief jaarrekeningresultaat van 16,3 miljoen euro.

 

Algemene reserve
Hiertoe behoren de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve van het grondbedrijf. Deze reserves hebben een bufferfunctie en zijn bedoeld om financiële tegenvallers op te vangen.

De stijging van de Algemene reserve met 36,3 miljoen euro heeft voor 28,5 miljoen betrekking op de reserve Weerstandsvermogen en voor 7,8 miljoen euro op de reserve Grondbedrijf. De reserve Weerstandsvermogen laat een sterke stijging zien als gevolg van het besluit de effecten uit de circulaires niet meer vrij te laten vallen in het resultaat, maar bij ontvangst van de middelen te storten in de reserve Weerstandsvermogen. Dit heeft in 2024 voor een toename in de reserve Weerstandsvermogen van 15,8 miljoen euro gezorgd. Een bedrag van 14,4 miljoen euro is toegevoegd volgens de bestemming van het voordelig rekeningresultaat over 2023 van 21,0 miljoen euro. Daarnaast heeft de raad voor 6,6 miljoen euro aan specifieke bestemmingsvoorstellen goedgekeurd. 

 

Bestemmingsreserve
Voor een aantal specifieke onderwerpen zijn bestemmingsreserves gevormd. Deze reserves hebben een bestedingsfunctie. Hierbij onderscheiden we de volgende categorieën:

Egalisatie reserve. Deze reserves worden gebruikt om pieken en dalen in inkomsten of uitgaven op een bepaald terrein af te vlakken. Door reservevorming wordt bijvoorbeeld voorkomen dat burgers met sterk schommelende tarieven voor afvalstoffenheffing en leges te maken krijgen.

Kapitaallasten reserve. Deze reserves zijn gevormd ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten. Veelal zijn deze gevormd vanuit incidenteel beschikbaar gestelde middelen. Een andere bestemming van deze reserves betekent een structureel nadeel in de exploitatie.

Overige bestemmingsreserves. Dit zijn door de raad gevormde reserves met specifieke bestedingsdoeleinden.

 

Voor meer inzicht in de reserves en mutaties wordt verwezen naar bijlage 9.1 Staat van reserves. 

7.9. Voorzieningen

Bedragen x  1.000 Euro's Stand 31-12-2023 Toevoegingen Vrijval Aanwendingen Stand per 31-12-2024
Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico s 28.026 9.484 0 1.230 36.280
Voorziening ter egalisatie van de kosten 16.165 8.866 0 8.072 16.959
Voorziening voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen 4.887 9.342 0 8.500 5.729
Totaal 49.078 27.692 0 17.802 58.968

Toelichting

De stand van de voorzieningen is in 2024 toegenomen met 9,2 miljoen euro. 

De grootste toename is te zien in de verliesvoorziening Grondexploitaties en de voorziening ADT.

 

7.10. Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan 1 jaar

Bedragen x 1.000 Euro's Stand 31-12-2023 Vermeerderingen Aflossingen Overige mutaties Stand per  31-12-2024
Obligatieleningen 56 0 0 0 56
Onderhandse leningen binnenl. banken en overige fin. instell 171.296 0 3.259 0 168.037
Onderhandse leningen van buitenl. inst. fondsen, banken, etc 34.000 0 0 0 34.000
Onderhandse lening openbare lichamen cf art 1a wet Fido 30.000 0 15.000 0 15.000
Door derden belegd 1.026 0 23 0 1.003
Waarborgsommen 58 0 0 0 58
Totaal Schulden met rentetypische looptijd van > 1 jaar 236.437 0 18.282 0 218.154

Toelichting

De aflossingen bedroegen 18,2 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2025 is opgenomen in het saldo per 31-12-2024 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden. 
De grootste aflossing in 2024 betreft de aflossing van 15 miljoen euro aan de Provincie Gelderland.
De aflossing van 3,3 miljoen euro bestaat uit aflossingen aan banken.

 

De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg 9,2 miljoen euro in 2024. Onder de kortlopende schulden is de verplichting van de in 2024 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal 4,7 miljoen euro.

 

7.11. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Bank en girosaldi5.3400
Overig schulden67.48567.847
Totaal Schulden met rentetypische looptijd van < 1 jaar72.82567.847

Toelichting

Onder de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn de negatieve bankstand per 31-12-2024 en de overige verplichtingen < 1 jaar verantwoord. De grootste posten onder de overige schulden zijn: 

  • 15,2 miljoen euro crediteuren
  • 9,8 miljoen euro af te dragen loonheffing ambtelijk personeel
  • 2,6 miljoen euro voor verplichtingen TOZO
  • 5,2 miljoen euro voor verplichtingen regiogemeente
  • 2,2 miljoen euro af te dragen pensioenpremie ambtelijk personeel
  • 1,7 miljoen euro af te dragen loonheffing bijstand

7.12. Overlopende passiva 

Bedragen x 1.000 Euro's20242023
Vooruitontvangen baten het Rijk122.678100.798
Vooruitontvangen baten ov Nederlandse overheidslichamen3.9454.371
Overige vooruit ontvangen bedragen en verplichtingen die in een volgend jaar tot uitbetaling komen14.33425.719
Overlopende passiva140.956130.889

Toelichting

 

Van overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Deze kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Omschrijving element 3 Boekwaarde 31-12-2023 Herrubricering Boekwaarde 01-01-2024 Afname  2024 Toevoegingen  2024 Boekwaarde 31-12-2024
SISA A21 Voorkoming jeugscriminaliteit 0 0 0 0 940 940
SISA A40 Meten is weten 0 0 0 0 108 108
SISA B2 Gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenaffaire 261 0 261 261 0 0
SISA C31 Huisvesting kwetsbare groepen 46 0 46 46 0 0
SISA D8 Onderwijsachterstandenbeleid 599 0 599 0 792 1391
SISA D10 Educatie 359 0 359 2.945 3.087 501
SISA D11  RMC 48 0 48 48 0 0
SISA D12 Regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 116 0 116 116 0 0
SISA D14 NPO 994 0 994 938 0 56
SISA D21 D23 D28 C92 Jongerencultuur 763 0 763 873 549 439
SISA E3 Sanering verkeerslawaai Hengelosestraat 0 0 0 0 198 198
SISA E3 Sanering verkeerslawaai Varviksingel 46 0 46 0 0 46
SISA E44B Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie 428 0 428 428 0 0
SISA E83 Bodem 12.288 0 12.288 254 0 12.034
SISA E84 Stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 568 0 568 0 0 568
SISA E85 Intelligente verkeersinstallaties 38 0 38 38 0 0
SISA E104 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur Centrumkwadraat 8.911 0 8.911 4.735 9.180 13.356
SISA E104 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur Cromhoff 4.089 0 4.089 0 0 4.089
SISA F20 Impulsaanpak winkelgebieden 809 0 809 0 347 1.155
SISA G10 Inburgering/SISA G13 Onderwijsroute 1.509 0 1.509 2.639 4.674 3.543
SISA H1 Heroïnebehandeling 0 0 0 0 127 127
SISA H4 Stimulering sport 484 127 612 2.230 1.618 0
SISA H12 Preventieakkoorden 25 0 25 0 0 25
SISA H14 Expertisecentra 420 0 420 0 0 420
SISA H15 Vergroten beschikbare acute GGZ 156 0 156 0 0 156
SISA H20 Driemilieusvoorziening 4.053 0 4.053 761 0 3.292
SISA H21 Cliëntondersteuning 13 0 13 13 0 0
SISA H26 Randvoorwaardelijke functies jeugdhulp 2.095 0 2.095 2.501 2.095 1.689
SISA H30 Versterking sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 500 0 500 2.931 3.104 673
SISA H31 Noodfonds energie amateursportverenigingen 9 0 9 9 0 0
SISA H32 Meerkostenregeling energie openbare zwembaden 534 0 534 0 0 534
SISA H34 Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 203 0 203 203 0 0
SISA H41 Specialistische functies aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 0 0 0 0 215 215
SISA J9 Woningbouw impuls Esmarkerveld 3.039 0 3.039 0 0 3.039
SISA J9 Woningbouw impuls Cromhoff 4.307 0 4.307 0 0 4.307
SISA J9 Woningbouw impuls Binden talent 3.477 0 3.477 0 0 3.477
SISA J9 Woningbouw impuls Centrumkwadraat Noord 0 0 0 0 6.029 6.029
SISA J9 Woningbouw impuls Centrumkwadraat   3.000 0 3.000 1.459 0 1.541
SISA J9 Woningbouw impuls Boulevard 3.044 0 3.044 0 0 3.044
SISA J43 Regeling Reductie Energiegebruik 0 417 417 0 0 417
SISA J55 Energiearmoede 6.339 0 6.339 3956 0 2.383
SISA J56 Huisvesting aandachtsgroepen 0 360 360 0 0 360
SISA J85 Stimuleringsregeling Flex- en transformatiewoningen 2.292 0 2.292 2.268 0 24
SISA J94 Lokale aanpak isolatie 5.359 0 5.359 0 8.219 13.578
SISA J105 Startbouwimpuls Tex Ledeboer 548 0 548 548 0 0
SISA J109 Herstructurering volkshuisvesting Hanenberglanden 0 7.301 7.301 0 0 7.301
SISA J109 Herstructurering volkshuisvesting Twekkelerveld 0 0 0 0 10.955 10.955
SISA J115 Flex City 8.640 0 8.640 0 0 8.640
SISA J117B Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren 0 0 0 0 230 230
SISA J209 Meerjarige huisvesting aandachtsgroepen PAKHUISKWARTIER 833 0 833 833 0 0
SISA J209 Meerjarige huisvesting aandachtsgroepen CAMPUS UT 995 0 995 995 0 0
SISA K28 Capaciteit Decentrale Overheden Klimaat- en energiebeleid 1.639 0 1.639 1.639 2.749 2.749
CCV Geldezels 0 0 0 0 20 20
Creatieve broedplaatsen 0 251 251 532 281 0
Crisisdienstmiddelen 338 0 338 338 0 0
Maatwerkregeling Duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden 0 0 0 29 105 75
Stagefonds zorg 2021-2022 0 0 2 1 0 1
Subsidie De Lipper 0 0 0 0 8 8
Voorbereidingssubsidie Sanering verkeerslawaai 0 777 777 33 15 759
RIEC 7.803 0 7.803 6.433 6.814 8.183
Totaal - Het Rijk 92.017 9.233 101.253 41.033 62.459 122.678
Provincie Regiodeal 764 58 822 635 0 187
Provincie Stadsarrangement Stationsplein 368 0 368 368 0 0
Provincie Werken in de logistiek 134 0 134 134 0 0
Provincie F35 Oldenzaal 97 0 97 97 0 0
Provincie F35 Telgendijk 306 0 306 0 0 306
Provincie Fietspad Kottendijk 294 0 294 294 0 0
Provincie Gedragsbeïnvloeding 57 0 57 57 0 0
Provincie Gemeentelijk Havenbedrijf 64 0 64 102 38 0
Provincie Klimaatadaptatie 47 0 47 47 0 0
Provincie Zuiderval 71 0 71 71 0 0
Provincie Uitvoering weerbaarheid 116 0 116 112 0 4
Provincie Creatieve broedplaatsen 0 -17 -17 45 62 0
Provincie Herinrichting Deurningerstraat 19 0 19 7 0 12
Provincie Cultuurmakelaar 0 0 0 0 25 25
Provincie Cultuur aan de basis 0 0 0 0 74 74
Provincie Cultuurregio 0 0 0 0 74 74
Provincie P&R Zuid verbeterplan 0 0 0 0 71 71
Provincie Verneteren bushaltevoorzieningen 0 0 0 0 42 42
Provincie Verkeersveiligheid Gedragsbeïnvloeding 0 0 0 0 82 82
Provincie Mobiliteitshubs 0 0 0 0 243 243
Provincie F35 Oost Singel 0 0 0 0 28 28
Provincie F35 Eschmarkerveld 0 0 0 0 609 609
Provincie Fiets infrastructuur 0 0 0 0 188 188
Provincie Fietsroute Kottendijk 0 0 0 0 261 261
Provincie Fietspad Ter Kuilestraat 0 0 0 0 253 253
Provincie Vlierstaat fietsoversteek 0 0 0 0 20 20
Gemeente Hengelo Fietsmakelaar 0 0 0 0 12 12
Gemeentelijke bijdragen ijsbaan 49 0 49 49 0 0
Gemeentelijk Havenbedrijf Twente 128 0 128 61 0 67
RIEC wijkaanpak Glanerbrug 79 0 79 0 0 79
Projecten in- en uit lopend jaar 9.272 -9.272 0 0 0 0
Doorontwikkeling Twentse Kracht 323 0 323 48 107 382
IT Platform   161 0 161 0 73 235
IT Platform Twente 181 0 181 20 93 254
Netwerkstad Twente 624 0 624 424 0 200
G40 0 0 0 0 238 238
Totaal - Overige Nederlandse overheidslichamen 13.154 -9.233 3.923 2.571 2.593 3.945
Totaal 105.171 0 105.176 43.604 65.075 126.623

 

Overige vooruitontvangen bedragen

Onder de overige nog te ontvangen bedragen is vanuit het facilitaire grondbeleid als verhaalbare kosten opgenomen 487.284 euro. 

Onder de overige vooruit ontvangen bedragen is vanuit het facilitaire grondbeleid als vooruit ontvangen bedragen opgenomen 2.3 miljoen euro.

 

Verplichtingen die volgend jaar tot betaling komen

Dit zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van de arbeidsgerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume (verlofuren). Hiervoor is in hoofdstuk 6.13 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen' een toelichting opgenomen.

In 2024 bedragen de kortlopende verplichtingen miljoen euro.

- Overlopende rente leningen OG 4,7 miljoen euro;

- Nog te betalen aan het GBT voor het kwijtschelden van afvalstoffenheffing 611.000 euro.

 

 

7.13. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Gewaarborgde geldleningen

Omschrijving (bedrag x 1.000 euro) Oorspronkelijke bedrag geldlening Percentage borgstelling Hoofdsom per 01-01-2024 Nieuwe leningen Aflossingen Hoofdsom per 31-12-2024
Gegarandeerde geldleningen aan:            
- Bejaardenoorden 26.842 100% 8.727 6.379 7.153 7.953
- Onderwijs 4.000 100% 4.000   4.000 0
- Sport 11.628 100% 9.800 18 540 9.277
- Kunst/cultuur 3.421 100% 3.121   100 3.022
- Verbonden partijen 12.165 100% 7.854   872 6.982
- Overig 925 100% 473   49 424
Totaal 58.981   33.976 18 6.331 27.658

 

Dit betreft voornamelijk leningen ter financiering van bejaardencentra, onderwijs, sport en de verbonden partijen. Bij deze leningen staat de gemeente voor 100% van het vermelde saldo garant. In 2024 is 1 nieuwe gemeentegaranties afgegeven aan de EFC PW. Daarnaast is een financiering in het onderdeel 'bejaardenoorden' van Liberein geherfinancierd en overgegaan van de Rabobank naar de BNG Bank nadat het college hiermee heeft ingestemd. Deze staat vermeld onder de nieuwe leningen. De afgeloste lening in het onderdeel 'onderwijs' betreft de garantie afgegeven aan Het Stedelijk Lyceum voor een lening verkregen van het ministerie van financiën.

 

Daarnaast heeft de gemeente nog verplichtingen op het gebied van de WSW en de WEW:

  • Het WSW staat voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Bij deze leningen treedt de Gemeente Enschede op als achtervang die in totaal 1.421 miljoen euro per eind 2024 bedraagt. Dit betekent dat indien een corporatie niet aan haar betaalverplichtingen kan voldoen allereerst het WSW gehouden is om de betalingen te verrichten. Slechts indien het WSW niet in staat is om deze verplichtingen te voldoen zal de gemeente renteloze leningen aan het WSW moeten verstrekken zodat het fonds alsnog aan de claims kan voldoen. Overigens heeft het WSW momenteel de hoogst mogelijke kredietstatus (triple A) dus is het niet erg waarschijnlijk dat het WSW van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
  • Het WEW staat voor het Waarborgfonds Eigen Woningen. Dit betreft de Nationale Hypotheek Garanties die worden verstrekt aan particulieren. Hier gelden dezelfde regels als bij het WSW. De gemeente is slechts achtervang van de verstrekte garanties tot 1 januari 2011. Vanaf 2011 heeft het rijk de totale achtervang op zich genomen. Voor Enschede bedraagt de achtervang 549 miljoen euro per begin 2024. De stand per eind 2024 is pas bekend eind juni 2025.

Arbeidsgerelateerde verplichtingen

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen  van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. Over 2024 bedraagt de waarde van de verlof saldi 6,2 miljoen euro per 31 december 2024.

 

Overige

Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:

  • huurovereenkomsten;
  • onderhoud- en serviceovereenkomsten;
  • overige opdrachten die in 2024 aan derden zijn verstrekt en in 2025 en volgende jaren worden uitgevoerd.

Naast bovenstaande niet uit de balans blijkende verplichtingen is er een verplichting richting een ondernemer, waarvan de omvang op dit moment niet bekend is en moeilijk te schatten. Door de gemeente zijn in het verleden fouten gemaakt, waardoor hij schade heeft geleden. Direct na het aannemen van de motie 'orde op zaken in het stadhuis' op 1 juli 2024 zijn onder leiding van een onafhankelijk schade-expert gesprekken gestart met de ondernemer. De gesprekken hebben als doel te komen tot een passende financiële compensatie. De schade expert is in afwachting van stukken ter onderbouwing van de geleden schade. 

 

 

Gebeurtenissen na balansdatum