2.1 Vitaal en sociaal

.. Strategische opgave: Inclusief Enschede

 Doel
Subdoel Link
01. Elke inwoner heeft de mogelijkheid tot financiële zekerheid en stabiliteit

totale lasten (x 1.000 euro): 252.647,00
01.01 Iedere inwoner heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien. Indicatoren: 6
Aantal acties: 0
01.02 Iedere inwoner heeft een dak boven z’n hoofd Indicatoren: 3
Aantal acties: 0
02. Elke inwoner heeft de mogelijkheid om keuzes te maken die gezond leven makkelijker maken

totale lasten (x 1.000 euro): 32.884,00
02.01 Elke inwoner heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving Indicatoren: 2
Aantal acties: 0
02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan Indicatoren: 3
Aantal acties: 0
03. Elke inwoner heeft de kans zich optimaal te ontwikkelen

totale lasten (x 1.000 euro): 191.058,00
03.01 Iedere jeugdige groeit veilig en stabiel op Indicatoren: 5
Aantal acties: 0
03.02 Iedere inwoner neemt volwaardig deel aan de samenleving Indicatoren: 6
Aantal acties: 0
03.03 Iedere inwoner ontwikkelt zijn talenten (door) Indicatoren: 1
Aantal acties: 0

Wat hebben we bereikt?

In de opgave Inclusief Enschede staan drie doelen centraal: we werken aan bestaanszekerheid, maken gezond leven makkelijker en vergroten kansengelijkheid.

We doen dit integraal omdat deze drie thema’s niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het inzetten op en herstellen van bestaanszekerheid leidt voor inwoners tot een gezonder leven en het vergroot gelijke kansen. Gelijke kansen leiden tot meer bestaanszekerheid en door een gezonder leven kunnen inwoners makkelijker in hun eigen levensonderhoud voorzien, bijvoorbeeld omdat mentale klachten minder worden.

Deze inzet leidt tot een inclusieve en veerkrachtige samenleving. Een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft en volwaardig kan deelnemen.

Centraal in ons handelen staat menselijke waardigheid, duurzaam perspectief, doen wat nodig is en samenwerken vanuit de denk- en leefwereld.

 

Het programma Vitaal & Sociaal richt zich op de volgende terreinen: jeugd, onderwijs, werk, inkomen, gezonde leefstijl, Wmo, zorg & wonen en asiel & integratie.

 

Wat hebben we bereikt?

We kunnen vaststellen dat we het reguliere werk grotendeels voor zover mogelijk naast de extra opgaven adequaat hebben uitgevoerd. Voor zover mogelijk, omdat we in toenemende mate de gevolgen van de krappe arbeidsmarkt merken, net als de druk op de organisatie en blijven de budgetten ook op diverse onderdelen te krap. En dat is terug te zien in de resultaten.

 

De Visie Inclusief Enschede is in november door de Raad vastgesteld, daarmee is een meerjarig traject met de raad afgerond. De visie is de kapstok voor de nog op te stellen beleidskaders en de paraplu voor ons handelen.

Daarnaast zijn door de Raad vastgesteld:

- Nota Kansrijk Enschede 2023-2033

- Regiovisie Aanpak mensenhandel Twente

- Regiovisie aanpak huiselijk geweld & kindermishandeling 2023-2026

- Bestedingsplan POK-middelen

- Re-integratieverordening Participatiewet 2023

- Verordening Maatschappelijke Ondersteuning 2024

- Verordening Jeugdhulp Enschede 2024

- Realisatie van een meerjarige AZC in Enschede

- Nieuwbouw zwembad Het Diekman.

 

De opdracht Wijkwelzijn is na een aanbesteding gegund voor de periode 2024-2032. De Lokaal Educatieve Agenda (LEA) is vernieuwd voor de periode 2023-2026. Er is een plan van aanpak 2024-2027 voor de uitvoering van het GALA-akkoord opgesteld en goedgekeurd door het ministerie van VWS. De winternachtopvang is in de periode oktober 2022 tot 1 mei 2023 voor het eerst alle nachten open geweest.

Het huidige aanbod van informele gezinssteun in Enschede is verbreed met gastgezinnen (aanpak Kind aan Huis). En er is een driejarig project gestart om te komen tot een integrale aanpak voor het verminderen van de schadelijke gevolgen van scheidingsproblematiek voor kinderen. En de meerjarige Samenwerkingsagenda Jeugdhulp Twente is opgesteld, met de prioriteiten om te komen tot een verbetering van de Jeugdhulp in Twente.

Er zijn in 2023 op twee locaties vluchtelingen uit de Oekraïne opgevangen. Daarnaast zijn eind 2023 op verzoek van het COA 40 statushouders die aan Enschede zijn gekoppeld, versneld vanuit een AZC in een hotel geplaatst. Onder andere het regieteam inburgering heeft ervoor gezorgd dat deze groep snel kon starten met inburgeren. Ook heeft het regieteam deze zomer ervoor gezorgd dat 40 gezinsmigranten een goede start met hun inburgering konden maken, nadat ze in eerste instantie te horen hebben gekregen dat ze dat niet- inburgeringsplichtig waren.

De samenwerking met het ministerie OCW in het programma Regenboogsteden is verlengd voor de periode 2023 – 2026. En de samenwerking binnen Twentse Koers is geborgd en toekomstbestendig gemaakt.

En we hebben de gezamenlijke herhuisvesting van de armoedepartners, een toekomstscenario voor de IJsbaan Twente en de kandidaatstelling voor het WK vrouwenvoetbal 2027. En we zijn op initiatief van de Raad het vergrijzingsdebat gestart.

 

Jeugd

We zien een lichte stijging van nieuwe cliënten, die minder hoog is dan in voorgaande jaren. De grootste stijging in kosten wordt echter veroorzaakt doordat jeugdigen langer in zorg blijven en dan met name op de zwaardere zorgvormen (verblijf). We zien daarnaast dat het zorgveld kampt met financiële problematiek door toegenomen effecten van CAO’s en afnemende productiviteit door veel meer verloop en ziekte van personeel. Dat is in 2023 ook tot uiting gekomen door het met terugwerkende kracht moeten bijstellen van de tarieven voor zowel Jeugd als Wmo. Dit als gevolg van het eenzijdig verlengen van de bestaande inkoopcontracten onder dezelfde condities. Hierop is het onderzoek reële prijs uitgevoerd.

Daarnaast zijn we overgegaan tot een andere financiering van beschikbaarheidsvoorzieningen, zeg maar bedden die we beschikbaar moeten hebben in geval van crisis. En zijn we begonnen met de ombouw van groepsvoorziening naar kleinschalige driemilieusvoorzieningen.  

De zorgaanbieders hebben de benodigde beslommeringen, die de transformatie van het zorglandschap in de weg staan. Daarom zijn we eind 2023 gestart met het opstellen van een strategie duurzame jeugdhulp, gericht op een uitvoering nu en in de toekomst waarbij minder kinderen (intensieve) jeugdhulp nodig hebben en de betaalbaarheid ten opzichte van 2022 vergroot.

 

In 2023 hebben we een volgende stap gemaakt voor ondersteuning in de nabijheid van kinderen:

- meer praktijkondersteuners bij huisartsen;

- meer wijkteammedewerkers op scholen (IKC);

- meer jeugdhulp – zorg direct op school (Oja, Zio).

 

Werk & inkomen

De ketenaanpak is inmiddels stevig verankerd in het cluster Werk en Inkomen en heeft er toe geleid dat we de inwoners die op ons zijn aangewezen beter in beeld hebben en betere dienstverlening kunnen bieden. Het nieuwe kwijtscheldingsbeleid is geïmplementeerd. Het Programma Menselijke Maat Werk en Inkomen is opgesteld en volop in uitvoering.

Daarnaast hebben we grote ad hoc klussen als de Energietoeslag en de Begeleiding van de gedupeerden van de Kindertoeslagenaffaire uitgevoerd.

Financieel is alleen het ROZ budgettair niet binnen het kader gebleven. De doelstellingen bij de BUIG, de bijzondere bijstand en de Stadsbank zijn behaald.

 

Sociale werkvoorziening (SW)

De doelstellingen bij het onderdeel detacheringen zijn behaald. Ook de omzetdoelstelling voor het onderdeel beschut is behaald. Daarnaast is de taakstelling nieuw beschut ingevuld. Het aantal trajecten bij de Werkroute is flink gegroeid met ultimo 2023 zo'n 150 trajecten.

 

We hebben gewerkt aan een strategische doorkijk voor de komende 20 jaar SW/NB. Komend jaar wordt dit verder uitgewerkt naar verschillende toekomstscenario's. Daarbij wordt breed gekeken naar SW ((Nieuw)Beschut en Detacheringen), loonkostensubsidie (LKS), inzet Participatiebudget (re-integratie), Inburgering en Arbeidsmatige Dagbesteding. Dit is noodzakelijk omdat vanaf circa 2030 de instandhouding van een beschutte werkomgeving extra middelen vraagt. De huidige incidentele overschotten zullen dan namelijk omslaan in tekorten.

En er is een toekomstbeeld voor de transitie van de kwekerij opgesteld. De transitie van de kwekerij vraagt in de voorbereiding om investeringen (voorbereidingskosten voor bouwkundig advies en architect).

 

De aanpassingen van de Cao's SW en Aan de slag zijn op 14 december 2023 door de sociale partners goedgekeurd en met terugwerkende kracht ingevoerd. Structurele dekking van deze Cao’s moet nog verwerkt worden in de meerjarenbegroting. Vanuit van het Rijk verwachten we structurele dekking.

 

Wmo

Het aantal inwoners dat een beroep doet op ondersteuning stijgt, wat gezien de stijging van het aantal ouderen te verwachten is. Meer ouderen lukt het om langer zelfstandig thuis te wonen, al dan niet met de nodige ondersteuning van het eigen netwerk en voorzieningen in eigen wijk en buurt. We zien dat een groter aantal inwoners een beroep doet op ondersteuning in het huishouden, een hulpmiddel nodig heeft en of vervoer. We zien dat het beroep op vormen van dagbesteding en begeleiding afneemt. Dat kan ook het gevolg zijn van het gegeven dat de gemeente meer algemeen toegankelijke voorzieningen creëert zoals Pension Vredeberg, ontmoeting en dagbesteding bij diverse organisaties variërend van De Posten en Livio tot Leger des Heils.

De uitgaven stijgen door de toename van het aantal inwoners dat een beroep doet op de ondersteuning, door de langere duur waarop men zorg ontvangt en de hogere kosten die gepaard gaan met de ondersteuning. Daarom zijn we eind 2023 gestart met het opstellen van een strategie duurzame Wmo, gericht op minder (intensieve) zorg en minder kosten.

 

In het jaar 2023 hebben we de nieuwe verordening Wmo vastgesteld en hebben we de basis gelegd voor een andere uitvoering van de ondersteuning huishouden. De aanbesteding is gedaan op basis van financiering van de inspanning en de inwoner weet hoeveel tijd er aan ondersteuning wordt geleverd. Daarnaast wordt er bij de bepaling van de hoeveel benodigde tijd met een door de rechter aangegeven objectief normenkader gewerkt. Daarmee is concreet invulling gegeven aan de aanbeveling van de commissie Vonk n.a.v. het onderzoek menselijke maat. Aan de hand van het onderzoek naar de mogelijkheden van de inwoner zelf en in het eigen netwerk, en in de mogelijkheden in wijk en buurt aan voorzieningen wordt bepaald welke werkzaamheden moet worden uitgevoerd en bezien hoeveel tijd daarvoor nodig is. Het normenkader is daarbij behulpzaam.

 

Wijkteams/Wijkwijzer

We zien dat het Wijkteam, net als andere zorgaanbieders worstelt met een toenemend beroep op de

dienstverlening en een hoger ziekteverzuim. Desondanks zijn er veel inwoners ondersteund en geholpen. Dat zijn er meer dan de inwoners die een indicatie krijgen voor ondersteuning zoals beschreven bij Jeugd en Wmo.

 

De Wijkteams willen meer gebiedsgericht werken in kleinere teams, om zo meer verbinding te kunnen brengen tussen inwoners, collectiever te kunnen inzetten en te matchen met beschikbare voorzieningen en meer integraal te opereren. En daarbij de organisatie meer te richten op werken in de context, online hulpverlening en zorg & regie.

Daarnaast is er een onderzoek naar de opdracht aan de Wijkteams in het stelsel in uitvoering.

 

Financiën

Het positieve resultaat van onze activiteiten is 2,1 miljoen euro, dat is exclusief de stelpost onderuitputting Vitaal en Sociaal van 3,5 miljoen euro. Inclusief de stelpost betekent dit een totaal negatief resultaat van 1,4 miljoen euro.

Het nadelig resultaat wordt voor ca. 5,5 miljoen euro veroorzaakt door onvoldoende compensatie van loon- en prijseffecten en de effecten van reële prijs binnen Jeugd en Wmo. Uitgaven die we niet kunnen beïnvloeden.

Het totale tekort bedraagt 23,7 miljoen euro. Dit wordt vooral verklaard door de tekorten in de Jeugdhulp (15,0 miljoen euro) en bij de Ondersteuning lokaal (Wmo, 4,3 miljoen euro) en de stelpost onderuitputting (3,5 miljoen euro). Daar staan voordelen tegenover van in totaal 22,3 miljoen euro, met name bij de producten Algemene Bijstand en Levensonderhoud, Algemene maatschappelijke voorzieningen, Arbeidsmarktparticipatie, Inkomensondersteuning, Ondersteuning centrumtaken (Wmo), en Sociale werkvoorziening & Nieuw beschut.

 

Tot slot

In de volgende paragraaf komt naar voren dat verreweg de meeste acties uit de begroting 2023 zijn uitgevoerd, waarmee een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de realisatie van de doelstellingen in het sociale domein. Tegelijkertijd vergde dit een grote inzet van de medewerkers, wat dit bij sommige organisatieonderdelen leidde tot een hoge werkdruk.

 

.. Wat hebben we voor de Strategische opgave: Inclusief Enschede gedaan?

 
01. Elke inwoner heeft de mogelijkheid tot financiële zekerheid en stabiliteit
Bestaanszekerheid is niet alleen de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen. Ook de zekerheid van werk, van de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en van mee kunnen doen op alle leefdomeinen in de samenleving, vanuit een stabiele woonsituatie in een veilige en prettige omgeving.

 

01.01 Iedere inwoner heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien.

Een groot deel van de inwoners kan inkomen genereren via een baan. Voor de groep die dat niet kan, is er een vangnet nodig ten aanzien van toeleiding naar werk en het (tijdelijk) voorzien in een inkomen. Werk genereert niet alleen inkomen, maar er wordt ook in bepaalde mate een bestaansrecht aan ontleend: er toe doen, van betekenis zijn. Mensen die langere tijd moeten rondkomen van (te) weinig geld lopen kans om schulden op te bouwen. Vroegsignalering en schuldhulpverlening vormen hierbij het vangnet.
Rol van de gemeente: op basis van vertrouwen uitvoeren van wettelijke taken om ervoor te zorgen dat inwoners voldoende inkomen hebben (vangnet).
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk: voor het deel dat uitstroomt naar werk is het wenselijk dat dit een langdurige uitstroom is, in plaats van banen voor een korte periode afgewisseld met bijstand. Voor een deel zal de stap naar onbetaald (vrijwilligers)werk het hoogst haalbare zijn.
b. We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning: We hebben deels de wettelijke taak, maar ook de beleidsruimte om mensen een financieel steuntje in de rug te geven. Met onze inkomensondersteunende instrumenten bieden we meer stabiliteit, zodat inwoners zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen op alle leefdomeinen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk".
De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering: Bijstand Levensonderhoud, IOAW (oudere werklozen), IOAZ (oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (zelfstandigen).
De indicator geeft aan hoe het bijstandsbestand in Enschede zich ontwikkelt ten opzichte van twintig referentiegemeenten. Bij een score boven nul doen wij het beter en bij een score onder nul doen wij het slechter. Doelstelling is dat wij het minimaal net zo goed doen als die gemeenten. Door het beter te doen kunnen relatief meer inwoners zelfstandig in hun inkomen voorzien en komen we uit met de middelen die we van het Rijk ontvangen voor de uitkeringen.
De scores voor deze indicator zijn over de periode 2018 t/m 2022 herberekend. In de oude reeks was per abuis uitgegaan van de gemiddelde scores van alle maanden in het jaar. Uit nader onderzoek bleek echter dat de gemeenten waarmee wij vergelijken maandelijks een cumulatief cijfer aanleveren, waardoor de score in de maand december de definitieve score voor een jaar moet zijn.
Op 31-12-2023 betrof het aantal BUIG (bijstand, Ioaw en Ioaz) uitkeringen 5.623. Dat is een daling van 78 uitkeringen t.o.v. dezelfde peildatum in 2022. Met deze daling hebben we het in 2023 beter gedaan t.o.v. de twintig gemeenten waarmee we ons vergelijken en hebben we het streven, om het net ze goed te doen als de twintig gemeenten waarmee we ons vergelijken, in 2023 (ruimschoots) behaald met een score van 0,92%. Dit is tevens een aanzienlijke verbetering t.o.v. 2022 waarin we het slechter deden t.o.v. de twintig gemeenten waarmee we ons vergelijken (-0,87%). Een belangrijke factor in het resultaat voor 2023 is onze inzet op persoonlijke begeleiding, sinds eind 2022 met de ketenaanpak, die goed aansluit op de begeleidingsbehoefte van de huidige doelgroep bijstandsgerechtigden.

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk".
Sociale activering is voor een deel van onze inwoners een goede opstap in de ontwikkeling naar werk. In deze indicator wordt het percentage huishoudens met bijstand en sociale activering, ten opzichte van het totale aantal huishoudens met bijstand in beeld gebracht.
De score voor sociale activering in 2023 ligt met 20,8% dicht tegen de streefwaarde en is daarmee nagenoeg gehaald. De invoering van de ketenaanpak eind 2022 heeft tijdelijk een verschuiving van werkzaamheden (tot en met 2023) tot gevolg gehad. Hierdoor hebben we niet optimaal kunnen inzetten op sociale activering.
Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen). Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.

  
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk".
Een deel van het bijstandsbestand is niet in staat het wettelijke minimumloon te verdienen. Door het inzetten van het instrument loonkostensubsidie is het mogelijk om deze doelgroep bij reguliere werkgevers te plaatsen. Werknemers kunnen zich werkenderwijs doorontwikkelen en de werkgever krijgt het verschil tussen de loonwaarde en het daadwerkelijke loon gecompenseerd. Deze indicator laat de LKS contracten zien ten opzichte van de totale doelgroep die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Hoe hoger deze indicator, hoe meer mensen uit de doelgroep een stap maken in de keten van dagbesteding naar werk.
Eerder al hebben wij u laten weten dat de streefwaarden voor deze indicator te laag waren ingeschat. Wij hebben dit in de begroting 2024-2027 vanaf jaar 2024 kunnen herstellen. Om deze reden wordt de toelichting op de score over 2023 vooral afgemeten aan de score over 2022. Het percentage LKS contracten t.o.v. de totale doelgroep is in 2023 uitgekomen op 66%. Dit is een aanzienlijke stijging t.o.v. het percentage in 2022 (58%). Een belangrijke oorzaak van de stijging in 2023 is dat een deel van de doelgroep niet met behulp van het LKS-instrument kon worden geplaatst omdat zij de stap naar werk niet konden maken. Doordat de plaatsingen zijn gerelateerd aan een kleinere doelgroep, ontstond mede hierdoor een relatief hoog percentage voor 2023 t.o.v. 2022.
Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen)

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk".
De groep Beschut bestaat uit werkenden met een lagere loonwaarde (meestal ergens tussen de 20-40% van het minimumloon) die werkzaam zijn in een beschutte werkomgeving. Vaak is de werkplek bij het eigen gemeentelijke sociaal ontwikkelbedrijf DCW, maar indien mogelijk ook bij externe werkgevers. Het UWV geeft de indicatie voor Beschut werk af. Naast werkgever voor Nieuw beschut is de DCW ook werkgever voor WSW en aanbieder van trajecten voor diagnose, reïntegratie en inburgering (Z-route).
In de grafiek geeft de groene lijn aan hoeveel dienstverbanden van gemiddeld 31 uur per week er gerealiseerd zijn t.o.v. de wettelijke taakstelling (gele lijn).
Per ultimo 2023 waren er 130 medewerkers werkzaam met een indicatie Nieuw beschut. Dit zijn gemiddeld 117 dienstverbanden van gemiddeld 31 uur. Van de totale groep hadden 11 medewerkers een dienstverband bij externe werkgevers, 119 medewerkers hadden een dienstverband bij de DCW (gemeente Enschede). Daarmee is aan de wettelijke taakstelling voldaan.
Tegenover instroom in Nieuw Beschut staat uitstroom (pensionering, ziekte) uit de WSW. Het rijk onderzoekt een andere verdeling van de landelijke taakstelling over de gemeenten. Voor Enschede betekent dit waarschijnlijk dat de jaarlijkse taakstelling verhoogd gaat worden.
Bron: Cedris (taakstelling Rijk), SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en personeelsadministratiesysteem DCW.

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning".
De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het GarantVerzorgd-pakket. Alle Enschedese inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve Garant Verzorgd pakket 1, 2 of 3 aanmelden. In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal GarantVerzorgd pakketten ten opzichte van de totale doelgroep met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum in beeld gebracht.
De realisatiewaarde over 2023 was nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van de gemeenterekening. De verwachting is dat de realisatiewaarde voor de zomer wel beschikbaar is. In dat geval zal er over gerapporteerd worden in de volgende gemeentebegroting.
Bron: Menzis en CBS

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning".
De individuele inkomenstoeslag (IIT) is een toeslag voor minima die langer dan 5 jaar moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau, d.w.z. 100% van het Wettelijk sociaal minimum. De IIT maakt onderdeel uit van de bijzondere bijstand. Bij deze indicator wordt het bereik van de IIT binnen de doelgroep weergegeven.
De realisatiewaarde over 2023 was nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van de gemeenterekening. De verwachting is dat de realisatiewaarde voor de zomer wel beschikbaar is. In dat geval zal er over gerapporteerd worden in de volgende gemeentebegroting.
Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en GBTwente

Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 2

01. We voeren het beleidskader Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak uit aan de hand van het uitvoeringsprogramma 2023. 
 
02. We voeren het beleidskader ‘Rondkomen met je inkomen’ uit. 
 
Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


01.02 Iedere inwoner heeft een dak boven z’n hoofd

Het hebben van een dak boven je hoofd is een essentieel onderdeel voor de bestaanszekerheid. Een groot deel van de inwoners regelt hun woning zelf. Een kleine groep inwoners lukt dit om allerlei persoonlijke problemen op één of meer levensgebieden niet. Bijvoorbeeld door ouderdom, handicap, verslavingsproblematiek, echtscheiding of huiselijk geweld. Ondersteuning is dan nodig, voor het regelen van huisvesting en/of passende zorg en ondersteuning bij het zelfstandig wonen. Van wonen met (tijdelijke) begeleiding of ondersteuning tot beschermd wonen.
Rol van de gemeente: we ondersteunen inwoners en partners binnen de taken en mogelijkheden die we als gemeente hebben, in samenwerking met de regiogemeenten daar waar het centrumgemeentetaken betreft. We stimuleren ontwikkelingen en innovaties. We houden toezicht op een correcte uitvoering van taken van onze eigen organisatie en die van partners die we financieren.
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben. Streven is ‘meer wonen, minder zorg’ oftewel van op straat verblijven via beschermd wonen en/of wonen met begeleiding komen tot toekomstige zelfstandige huisvesting.
b. We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang (MO) en de Vrouwenopvang (VO) en het liefst zo kort mogelijk.
We bieden tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we onderdak met trajectbegeleiding (MO).
Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien (VO).
Om dit doel te bereiken, is het van belang voldoende en diverse opvangplekken en een mogelijkheid tot ambulante ondersteuning te hebben.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben".
Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding en is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten met beschermd wonen of hiervoor op een wachtlijst staan in het gehele centrumgemeentegebied Enschede.
De grote terugval in het aantal clienten met een indicatie voor Beschermd wonen vanaf 2021 is veroorzaakt door een wetwijziging in de Wet Landurige Zorg (Wlz). Door deze wetswijziging is een groot aantal clienten uit het Beschermd wonen doorgestroomd naar de Wlz. De streefwaardes zijn vanaf jaar 2024 gecorrigeerd naar het totaal aantal cliënten in een jaar in plaats van het aantal cliënten op een peildatum aan het einde van het jaar. Voor 2023 is dit niet mogelijk gebleken omdat eerder al de begroting voor dit jaar met dito streefwaarde was vastgesteld. Het aantal clienten met een indicatie Beschermd wonen is ten opzichte van 2022 (508) met 20 gestegen naar 528 clienten. De stijging is regelmatig verdeeld over de onderliggende zorgvormen. Met betrekking tot 2023 kan verder vermeld worden dat het aantal cliënten op de wachtlijst gedurende het jaar rond de 70 clienten voor de centrumgemeenteregio Enschede blijft schommelen. Er loopt op dit moment een proces in de centrumgemeenteregio om de wachtlijst terug te dringen. We verwachten daardoor de komende jaren een afname van de wachtlijst.
Bron: VIS2 registratiesysteem Beschermd wonen.

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang en de Vrouwenopvang en het liefst zo kort mogelijk".
Maatschappelijke opvang is een voorziening waar tijdelijk onderdak en begeleiding wordt geboden aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te redden in de samenleving. De begeleiding richt zich op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie en het weer zelfstandig kunnen wonen al dan niet met begeleiding. Met deze indicator wordt de gemiddelde verblijfsduur in maanden in de maatschappelijke opvang in beeld gebracht.
De gemiddelde verblijfsduur in de Maatschappelijke opvang (MO) is in 2023 uitgekomen op 8 maanden. DIt is een maand langer dan in 2022. Het verschil met 2022 is vooral veroorzaakt door een aantal cliënten die in 2023 zijn uitgestroomd naar de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Zij zaten langer in de MO dan gemiddeld (14,8 maand) omdat er gewacht moest worden op indicatie en plaatsing. Daarnaast zat een aantal mensen langer in de MO (12 maanden) in verband met de overgang naar een andere werkwijze rond de uitstroom (van twee naar één route Transferpunt) voor Enschede. De overige cliënten zaten gemiddeld 6,7 maand in de opvang. We verwachten in 2024 een lagere gemiddelde verblijfsduur met de nieuwe werkwijze voor de uitstroom MO naar een corporatiewoning (route Transferpunt) met directe bemiddeling door de corporaties.
Bron: VIS2 (Vangnet opvang).

  
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang en de Vrouwenopvang en het liefst zo kort mogelijk".
Vrouwenopvang biedt tijdelijk onderdak aan vrouwen en mannen met hun kinderen wanneer zij door huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet langer in hun thuissituatie kunnen blijven. De Vrouwenopvang biedt voor deze groep een veilige omgeving en begeleiding om weer zo snel mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Vrouwenopvang kent verschillende vormen van opvang, variërend van de kortdurende opvang op een noodbed (1-3 nachten) tot safehouses en intensieve zorg (gemiddeld 6-9 maanden).
Voor de indicator vrouwenopvang kiezen we voor de gemiddelde duur in de intensieve zorg. Dit is de meest voorkomende vorm van vrouwenopvang Twente, die samen met de gemeente Zwolle voor geheel Overijssel vorm wordt gegeven.
De gemiddelde verblijfsduur in de Vrouwenopvang is in 2023 gestegen t.o.v. 2022. Dit is in lijn met wat we hadden verwacht, maar de score voor 2023 blijft desondanks (ruim) onder de streefwaarde voor 2023. De stijging van de gemiddelde verblijfsduur in 2023 t.o.v. 2022 kan worden verklaard doordat het moeilijk is gebleken om woonruimte te vinden als mensen toe zijn aan uitstromen uit de Vrouwenopvang. We denken dat de dalende lijn in streefwaarden voor de komende jaren realistisch blijft. We hebben nieuwe afspraken gemaakt voor de uitstroom met het Transferpunt, waarin we samenwerken met de Maatschappelijke Opvang, en de eerste ervaringen zijn positief. Een tweede instrument om de gemiddelde verblijfsduur te verkorten, is het uitbreiden van de ambulante opvang. Of deze ontwikkeling haalbaar is, en in welke mate, moet in 2024 echter nog blijken.
Bron: Managementrapportages Kadera.

      
Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 6

01. De winternachtopvang gaat open van 1 oktober tot 1 mei. 
 
02. We gaan door met de in 2020 ingezette integrale aanpak 'Tegengaan dakloosheid'. 
 
03. We dringen de wachtlijst beschermd wonen terug. 
 
04. We evalueren het experiment ‘transferpunt maatschappelijke opvang’. 
 
05. We implementeren de nieuwe Regiovisie ‘Aanpak huiselijk geweld & kindermishandeling Twente’. 
 
06. We implementeren de nieuwe regionale aanpak mensenhandel. 
 
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

02. Elke inwoner heeft de mogelijkheid om keuzes te maken die gezond leven makkelijker maken
Dit doel stelt een betekenisvol leven van mensen centraal. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens. Het gaat om wie de mens is en niet om zijn/haar beperkingen of ziekte. Om gezonde keuzes te kunnen maken zijn vaardigheden, bereikbaarheid, toegankelijkheid en bewustzijn nodig. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen (door een basis te leggen om mee te kunnen doen).

 

02.01 Elke inwoner heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving

Een gezonde leefomgeving is een omgeving die als prettig wordt ervaren. De leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag. Zo nodigt het uit tot ontmoeting, bewegen, spelen en houdt rekening met de behoefte van de bewoners en specifieke bevolkingsgroepen. Dit vraagt om een gevarieerd aanbod van voorzieningen die toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar moeten zijn. Hiervoor is een goede basisinfrastructuur en een aantrekkelijke en gevarieerde openbare ruimte nodig, waar de gemeente samen met partners voor zorgt.
Rol gemeente: we maken afspraken met partners en stimuleren samenwerking. We zorgen voor een stimulerende omgeving en het onderhoud daarvan, bv. (sport)parken, speelplekken en fietssnelwegen. We organiseren dichtbij inwoners laagdrempelige plekken voor advies, steun en ontmoeting. En we vergroten de vindbaarheid en de mogelijkheid om in eigen leefomgeving zorg en ondersteuning te krijgen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag. Een gezonde inrichting van de leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag zoals wandelen, fietsen, spelen, ontspannen of elkaar ontmoeten. Een stimulerende omgeving wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid van voorzieningen, die aansluiten bij de behoefte van de inwoners. En ook door de bekendheid en vindbaarheid ervan, onbekend maakt immers onbemind. Een gebiedsgerichte aanpak is hierbij noodzakelijk.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag".
Centraal staat daarbij het aanbod van gezondheids/zorg-, welzijns-, speel- en sportvoorzieningen in de nabije omgeving: zijn de inwoners er tevreden mee cq. nodigt de inrichting van de leefomgeving uit tot gezond gedrag?
De streefwaarde in de grafiek is gebaseerd op een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners, basisjaar 2021).
- Bij de sportvoorzieningen lijkt de tevredenheid uit de coronadip te komen. De tevredenheid over de speelvoorzieningen is al jaren stabiel. We zien bij beiden dezelfde trend als sterk-stedelijk: in 2023 een lagere score t.o.v. 2021.
- Bij welzijnsvoorzieningen zien we een golvende lijn, waarbij de stijging in 2022 lijkt samen te hangen met het wel open zijn van de voorzieningen in de coronaperiode, terwijl de andere drie voorzieningen dicht moesten. De golvende lijn wijkt af van de sterk-stedelijke, die veel minder schommelingen laat zien.
- Bij zorgvoorzieningen zien we een daling in tevredenheid, conform de sterk-stedelijke trend.
- Bij welzijn, spelen en sporten hebben we het afgelopen jaar ingezet op ontmoeting.
Bron:Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.21

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag".
Naast leefstijl en eetpatroon is bewegen een belangrijke factor voor een ieders gezondheid. Deze indicator betreft de deelname aan sport (vaker dan één keer per week) , ongeacht de organisatievorm.
Als streven is derhalve gesteld om minimaal weer terug te komen op het gemiddelde niveau van de afgelopen 13 jaar (69%) en liefst het niveau van voor de coronapandemie (71%). In 2022 zagen we een duidelijke stijging (van 66% naar 73%) en uit de meting in 2023 blijkt dat dat geen eenmalige uitschieter was (72%). De daling door de coronapandemie is gecompenseerd. Daarbij zien we tussen 2022 en 2023 een verschuiving van wijze van sporten van ongeorganiseerd naar sporten bij een sportschool.
Bron: stadspanel - Kennispunt Twente

  
        
Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 14

01. We leveren het ambitiedocument ‘Gezond, gelukkig & vitaal’ op. 
Door personele wisselingen heeft de actie vertraging opgelopen. Gepland is dat de nota in het tweede kwartaal 2024 gereed is voor besluitvorming.
02. We vertalen de Lokale Werkagenda in concrete acties. 
Door personele veranderingen bij Menzis heeft deze actie vertraging opgelopen.
03. We bevorderen de gezonde leefstijl bij de jeugd via de JOGG-methodiek. 
 
04. We bevorderen een gezonde leefstijl bij de volwassen inwoners. 
 
05. We werken mee aan de terugdringing van het huisartsentekort. 
 
06. We borgen de inzet van de praktijkondersteuner jeugd in de huisartsenpraktijk. 
 
07. We voeren de nota ‘Vernieuwing van de toegang tot zorg en ondersteunen’ uit. 
 
08. We ontwikkelen de sociale basis in wijken en buurten verder door. 
 
09. We ontwikkelen de Welzijnskoers verder door. 
 
10. We bekijken met de SES waar haar plannen aansluiten op onze doelen. 
 
11. We werken aan een inclusief sportklimaat. 
 
12. We verkennen de mogelijkheden tot sport en bewegen in de openbare ruimte. 
Aan Regionetwerk Twente is opdracht gegeven om een kansenkaart op te stellen met voorstellen voor verbetering en/of uitbreiding. Dit proces wordt in de eerste helft van 2024 afgerond.
13. We werken verder aan de clustering van sportparken. 
 
14. We brengen toekomstscenario’s voor de ijsbaan in beeld 
 
Bijdrage verbonden partij: SamenTwente

Bijdrage verbonden partij: Sportaal BV
 
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan

Sociale netwerken zijn onmisbaar voor een gezond en betekenisvol leven. Een sociaal netwerk betekent: oog hebben voor elkaar, elkaar durven vragen en vertrouwen en elkaar willen helpen, oftewel noaberschap. Een sociaal netwerk bestaat uit mede-inwoners en organisaties/instellingen (onze partners). Samen versterken zij de sociale veerkracht.
Rol gemeente: we zijn opdrachtgever van onze partners en faciliteren onze partners om hun netwerk te bevorderen en te vergroten. Daarnaast zorgen we ervoor dat voorzieningen in stand gehouden worden en dat we hier met partners aanwezig zijn om laagdrempelig vragen op te vangen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners sociale steun ervaren. In perioden van zware tegenslag kan een sociaal netwerk ook betekenis hebben als vangnet van waaruit mensen opstaan die (tijdelijk) hulp en ondersteuning bieden. Denk aan familie, vrienden en buren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren".
Het sociaal vangnet staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt.
De streefwaarde in de grafiek is gebaseerd op een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners).
We zien een flinke groei bij burenhulp. Vraag is of dit een incidentele uitschieter is. Sterk-stedelijk is er geen sprake van een groei.
Bij familie en vrienden zitten we na een groei tussen 2020 en 2023 op de streefwaarde.
Bij onder andere welzijn, wijkteams en woningcorporaties is meer aandacht voor het sociale netwerk van inwoners. Daarnaast zien we dat door de pandemie meer mensen (noodgedwongen) thuis werkten, waardoor er meer contactmomenten waren met mensen in hun directe omgeving en daardoor men elkaar (beter) leerde kennen.
Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.17.

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren".
Waar het in de vorige grafiek ging om steun krijgen, gaat het in deze grafiek om steun geven.
Burenhulprelaties gaan over laagdrempelige en vrijblijvende –alledaagse- activiteiten in vriendschappelijke relaties onder invloed van fysieke nabijheid. De motieven om buren te helpen staan vaak los van de buurt als gemeenschap (w.o. verbondenheid van de buurt) en hebben vooral te maken met de persoonlijke relatie die men heeft met de ander, de sociale afstand en het wederzijds vertrouwen.
Naastenzorg betreft onbetaalde, niet-alledaagse zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of andere hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit een affectieve relatie. Meer intensieve vormen van naastenzorg worden vaak onder de term 'mantelzorg' geschaard.
De streefwaarde in de grafiek is gebaseerd op een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijk gemiddelde (100.000-300.000 inwoners; basisjaar 2021).
Net als de ervaren steun door buren is ook de steun aan buren flink toegenomen t.o.v. 2022. En die groei zien we ook bij de naastenzorg, waar de groei groter is dan sterk-stedelijk.

  
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners sociale steun ervaren".
Voor sommige mensen leidt een tekort aan betekenisvolle relaties snel tot gevoelens van eenzaamheid. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het negatief ervaren verschil tussen de gewenste en gerealiseerde relaties. Zowel het aantal sociale contacten als de ervaren kwaliteit van de sociale contacten zijn bepalend voor gevoelens van eenzaamheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Sociale eenzaamheid is een persoonlijke, subjectieve ervaring waarin iemand betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen zoals buren, kennissen of mensen met dezelfde belangstelling mist.
Streven is om in Enschede de eenzaamheidscijfers in elk geval terug te brengen naar die van sterk-stedelijk gemiddelde (100.000-300.000 inwoners) op korte termijn en de komende jaren hier zelfs onder te krijgen.
De score is beter dan in 2022, waarschijnlijk vlakt de impact van corona af. De mate van daling (5%) is gelijk aan de daling van het gemiddelde van sterk-stedelijke gemeenten. De actiecoalitie Samen1Enschede zet de in de afgelopen paar jaar ingezette lijn van lange adem verder voort, waarvan de resultaten in de komende jaren zichtbaar zullen worden.
Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.5 (score soms/vaak).

      
Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 3

01. Samen met partners blijven we inzetten op het tegengaan van eenzaamheid. 
 
02. We maken een bestedingsvoorstel voor het budget mantelzorg. 
 
03. We zetten verder in op de kracht van verenigingen. 
 
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

03. Elke inwoner heeft de kans zich optimaal te ontwikkelen
Het mag voor de ontwikkeling van inwoners niet uitmaken waar hun wieg heeft gestaan en hoe het leven de inwoner heeft gevormd. Iedereen moet de mogelijkheid hebben het beste en het mooiste uit zichzelf naar boven halen. Daarbij is het van belang om expliciet oog te hebben voor kansen(on)gelijkheid in onze stad. Gelijke kansen mag dus ook betekenen dat je ongelijke ondersteuning biedt. Want iedereen dezelfde uitgangspositie geven is onmogelijk, dus moet je bijsturen op wat er in basis is.

 

03.01 Iedere jeugdige groeit veilig en stabiel op

De basis voor je leven wordt gelegd in je jeugd. Daarom is er specifiek voor deze groep extra aandacht en inzet. We willen dat iedere jeugdige opgroeit in een stabiel gezin; speelt en deelneemt aan maatschappelijke activiteiten. En passende ondersteuning krijgt waar nodig. We zetten in op het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving. Zo krijgt hij/zij de kans een zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden.
Rol gemeente: we ondersteunen kind en gezin om veilig en gezond (kansrijk) op te kunnen groeien. Daarnaast ondersteunen we ouders bij het oplossen van opvoedproblematiek met aandacht voor alle leefdomeinen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek. Voor het grootste gedeelte van de jeugdigen en hun ouders is voor het gezond opgroeien van de kinderen een positief opgroei- en opvoedklimaat voldoende. Zij redden zich prima, onder andere door gebruik te maken van de basisvoorzieningen in de stad. Een kleinere groep jeugdigen en hun ouders heeft (tijdelijke) ondersteuning nodig in de vorm van een voorziening. Slechts voor een zeer kleine groep jeugdigen en hun ouders is ingrijpen door de overheid nodig. Dit is het geval als ouders er onvoldoende in slagen om hun opvoedverantwoordelijkheid waar te maken en hun kinderen in de ontwikkeling worden bedreigd, of wanneer een jongere een strafbaar feit heeft gepleegd . Streven is: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig.
b. Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien. Kinderen hebben baat bij een stabiele opvoedsituatie met toekomstperspectief. Echter: niet iedere jeugdige groeit door allerlei oorzaken op in een stabiel en veilig gezin. Sommige kinderen wonen, tijdelijk, in een pleeggezin binnen de familie, bijvoorbeeld bij een tante of bij opa en oma, ook wel netwerkpleegzorg genoemd. Andere kinderen wonen in een pleeggezin buiten de familie.
Kinderen kunnen ook geplaatst worden in een gezinshuis of een residentiële instelling. Ook deze kinderen moeten een duurzame plek hebben waar zij ’zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien: een pleeggezin of een gezinshuis.
c. Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen. Kinderen hebben recht op een toereikende levensstandaard, ook als er thuis weinig te besteden is. Onderzoek wijst uit dat kinderen en jongeren die opgroeien in armoede in hun ontwikkeling worden belemmerd. Nu investeren voorkomt problemen op latere leeftijd. Het helpt ook voorkomen dat kinderen de problemen van hun ouders erven, waardoor armoede overgaat van generatie op generatie. Wij willen dat elk kind ervaart dat hij of zij meedoet en erbij hoort; nú meedoen betekent straks meetellen. Activiteiten als sport, schoolreisjes en muziek horen bij de vorming van ieder kind.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 5
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek".
De indicator laat het percentage van de zware voorzieningen voor Jeugdhulp zien, ten opzichte van het totaal aantal voorzieningen. Onder zware voorzieningen voor Jeugdhulp valt het wonen en verblijf, maatregelhulp (jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugdzorg +), landelijk transitiearrangement (LTA) en beschikbaarheidsvoorzieningen zoals het Coördinatiepunt spoedhulp, crisisbedden en driemilieusvoorzieningen.
Het aandeel zware hulp t.o.v. het totaal aantal voorzieningen is in 2023 gedaald t.o.v. het jaar ervoor maar blijft hoog in vergelijking met andere sterk-stedelijke gemeenten (100.000 - 300.000 inwoners ). Het hoge aandeel zware hulp t.o.v. het totaal aantal voorzieningen werd nog eens bevestigd in de discussienota Strategie duurzame Jeugdhulp. Zware voorzieningen worden langduriger ingezet en zijn intensiever van aard. Het streven om deze tendens om te buigen naar een daling, is dus ingezet in 2023 en zal zich moeten doorzetten in 2024 en verder met de Strategie duurzame Jeugdhulp. Tevens zijn maatregelen om de residentiele zorg af te bouwen en zorg te dragen voor passende ambulante zorg opgenomen in de Regionale Samenwerkingsagenda, die in het najaar is vastgesteld.
Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams)

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien".
De indicator laat het percentage van het aantal unieke kinderen en jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van het totaal aantal cliënten met Jeugdhulp zien. Jeugdbescherming kan worden ingezet als de kinderrechter jeugdigen onder toezicht stelt wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige.
Het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen daalt in 2023 t.o.v. 2022. Er zijn verschillende maatregelen ingezet om deze verandering te bewerkstelligen, onder andere de inzet van jeugdbeschermingstafels heeft een positieve invloed. De Gecertificeerde Instellingen (uitvoerders van de jeugdbeschermingsmaatregelen) letten ook scherper op het tijdig beëindigen van de maatregelen en het overdragen naar het vrijwillig kader. Er is wel zorg om de categorie spoed jeugdbeschermingsmaatregelen (vots’en), binnen het totaal van jeugdbeschermingsmaatregelen. Deze daalt niet. Landelijk gezien is deze trend ook waarneembaar. Het is niet duidelijk of er een verband is met de daling van de reguliere maatregelen. Ook het aandeel jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van scheidingsproblematiek blijft groot. Met het realiseren van het Toekomstscenario kind – en gezinsbescherming wordt verder gewerkt aan het duurzaam veilig opgroeien van kinderen.
Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

  
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien".
In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal jongeren met pleegzorg of een plaatsing in een gezinshuis afgezet tegen het totaal aantal jongeren met Jeugdhulp wonen & verblijf.
Het aantal jongeren met plaatsing in pleegzorg of een gezinshuis t.o.v. het totale verblijf is in 2023 opnieuw gestegen en bijna uitgekomen op de streefwaarde. Dit is een goede ontwikkeling omdat plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis de voorkeur heeft boven andere verblijfsvoorzieningen. Maatregelen om nieuwe pleeggezinnen te werven, leiden niet tot een toename van het aantal pleegkinderen. Voor gezinshuizen is het beeld erg divers, van zelfstandige gezinshuizen tot gezinshuizen die uitgroeien tot kleine instellingen.
Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien".
Huiselijk geweld is geweld door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer, hierbij gaat het om geweld in afhankelijkheidsrelaties. Deze indicator omvat alle meldingen van de verschillende vormen Huiselijk geweld. Veilig Thuis Twente (VTT) werkt vanuit een regionale beleidsvisie en is actief voor geheel Twente. Deze indicator betreft derhalve het jaarlijkse aantal meldingen van huiselijk geweld in geheel Twente.
In 2023 is het aantal meldingen gestegen met 5% ten opzichte van 2022. Daarmee is 2023 het vierde achtereenvolgende jaar dat een toename van het aantal meldingen liet zien. Opvallend is dat deze groei in de eerste helft van het jaar sterker was dan in de tweede helft van het jaar. Voor het eerst sinds 2020 hebben we in het vierde kwartaal een lichte daling gezien ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder, het is afwachten of deze trend zich ook voortzet in het eerste kwartaal van 2024. Op dit moment is er geen direct aanwijsbare oorzaak voor de toename van meldingen. Wel zien we landelijk ook een stijging van meldingen bij Veilig Thuis organisaties. In Twente is besloten om per maart 2024 een kwalitatief onderzoek te laten uitvoeren, onderdeel hiervan is o.a. een analyse van de meldingen. Wij houden college en raad op de hoogte van de voortgang en uitkomsten.
Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt c. "Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen".
In deze indicator wordt het aantal unieke kinderen dat een verstrekking van de Stichting Leergeld heeft ontvangen weergegeven in een percentage ten opzichte van de totale groep kinderen van 4-18 jaar dat leeft in een gezin dat moet rondkomen met een inkomen onder 120% van het wettelijk sociaal minimum. De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen.
De realisatiewaarde over 2023 was nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van de gemeenterekening. De verwachting is dat de realisatiewaarde voor de zomer wel beschikbaar is. In dat geval zal er over gerapporteerd worden in de volgende gemeentebegroting.
Bron: CBS en Stichting Leergeld.

 
 
Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 5

01. We voeren de landelijke Hervormingsagenda 2022-2028 uit. 
De planning en implementatie van de hervormingsagenda is afhankelijk van het landelijke proces (eigen bijdrage, afwegingskader, en uitkomst discussie over de hoogte van de rijksbijdrage (terugdraaien korting)), dat door de kabinetsval is vertraagd.
Desondanks zijn we met de strategie duurzame jeugdhulp aan de slag met wat er lokaal en regionaal aan bijsturing en ingrijpen mogelijk is, binnen de mogelijkheden van de Hervormingsagenda (meer ambulante hulp, minder verblijf).

02. We ontwikkelen een toekomstscenario jeugd en gezinsbescherming. 
Het opgestelde plan was van een te abstract karakter. De geplande pilots zijn niet tot stand gekomen, omdat de ketenpartners vlak voor de start aangaven de mensen en middelen niet te hebben. In december 2023 vond een bestuurlijk overleg plaats om het proces verder in te richten en opnieuw een doorstart te maken. In februari 2024 is een nieuwe opdracht verstrekt.
03. We doen mee aan het landelijk actieprogramma 'Kansrijke start'. 
 
04. We verminderen de schadelijke gevolgen van complexe echtscheidingen voor kinderen. 
 
05. We zetten extra jongerenwerk in op scholen en in wijken. 
In de begroting van 2023 was voor het eerst een bedrag van € 320.000 opgenomen met als doel jongeren in kwetsbare posities en op bepaalde plaatsen, gericht te ondersteunen vanuit het jongerenwerk. In de uitwerking kwam al snel het inzicht dat het deels gaat om extra inzet van jongerenwerk in de wijken, op die plekken waar het nodig is. En deels om extra begeleiding voor jongeren op die schoollocaties waar die begeleiding het meeste impact heeft.
De verdere verkenningen en het bijbehorende overleg om te komen tot concrete plannen heeft veel meer tijd gekost dan gedacht. Hierdoor was in eerste instantie pas bij de start van het nieuwe schooljaar (september 2023) een eerste besteding voorzien. Door verschillende andere oorzaken (o.a. uitval door ziekte, wisselingen in de personele bezetting bij diverse samenwerkingspartners en een nog zoeken naar effectieve interventies) is de uitvoering nog niet gestart en is er sprake van een onderbesteding (zie hoofdstuk 7.4).
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


03.02 Iedere inwoner neemt volwaardig deel aan de samenleving

Afkomst, geslacht, milieu, opleiding en inkomen (bij jeugd van ouders), fysieke of verstandelijke beperking, bepalen nog te veel de invulling van talentontwikkeling, opleiding en werk. We maken van gewoon meedoen niet een individueel gevecht, maar een taak die we als samenleving hebben te vervullen. Hierbij letten we op een supporterende omgeving, voldoende passende plekken voor onze inwoners om mee te doen al dan niet via een passende plek op de arbeidsmarkt.
Rol gemeente: op basis van vertrouwen investeren in mensen door middel van het beschikbaar stellen van voorzieningen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten. Participatie, het meedoen en bijdragen aan de maatschappij, vertegenwoordigt voor een persoon allerlei positieve aspecten zoals zingeving, zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Maar participatie heeft in veel gevallen ook expliciete maatschappelijke relevantie en -baten. Bij dit subdoel ligt de focus op betekenisvolle participatie oftewel maatschappelijke inzet. Dit betreft vormen van actieve participatie die van belang zijn voor het individu, én tot doel hebben anderen te helpen of bij te dragen aan de leefomgeving of maatschappij.
b. Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren. Inwoners kunnen uiteenlopende uitdagingen ervaren die een hindernis vormen voor de gewenste mate van eigen kracht, zelfredzaamheid en het volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Beperkingen kunnen op fysiek, psychisch, taalvaardig en/of financieel gebied zijn.
c. We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat zijn thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning. Doel van de Wmo is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en deel te laten nemen aan het dagelijks leven, al dan niet met behulp van voorzieningen uit de Wmo. Dit sluit aan bij de wens van veel ouderen. Het stelt ze in staat om in de eigen vertrouwde omgeving met hun vertrouwde netwerk te blijven. Daarnaast geldt voor veel ouderen dat ze hun lage woonlasten behouden. Er kleven natuurlijk ook nadelen aan langer thuis blijven wonen, de woning moet toekomstbestendig gemaakt worden, sommige ouderen ervaren eenzaamheid en ondersteuning is vaak wenselijk. Het is belangrijk om per individu te blijven kijken naar de afweging tussen de voor- en nadelen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten".
Deze indicator is een totaalscore van het percentage inwoners dat zich inzet voor a. buren, buren in een zorgwekkende situatie (eenzaamheid, zelfverwaarlozing of andere probleemsituatie), verenigingsleven, vrijwilligerswerk en/of zorg aan een hulpbehoevende naaste (mantelzorg) in de afgelopen 12 maanden.
De streefwaarde in de grafiek is gebaseerd op de score van het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners) dat rond de 4,0 ligt.
De score 2023 is hoger dan in de periode van de coronapandemie, dat zien we ook bij sterk-stedelijke gemeenten en landelijk. Deze groei zien we bij alle onderliggende onderwerpen. Waarom de stijging zo sterk is, kunnen we niet duiden. Daarvoor hebben we de meting van 2024 nodig om te zien of het een eenmalige uitschieter is of een trend.
Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Waarstaatjegemeente.nl

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten" en is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet.
Het betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club.
De streefwaarde in de grafiek is gebaseerd op de score van het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeentegrootte 100.000-300.000 inwoners) in 2025.
De score is weer terug op het niveau van voor de coronapandemie. De realisatie in 2023 ligt boven de streefwaarde, waarmee de achterstand t.o.v. sterk-stedelijk ongedaan is gemaakt.
Bron: stadspanel Kennispunt Twente

  
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten" en is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet.
Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. We meten hier het vrijwilligerswerk met structureel karakter.
Op basis van ons beleid ten aanzien van vrijwilligerswerk streven we naar geleidelijke toename (gebaseerd op de scores voor 2018).
De score is weer terug op het niveau van voor de coronapandemie. In die periode hebben veel activiteiten bij Mpact om vrijwilligers te werven en te ondersteunen stilgelegen. Deze zijn in 2023 weer volledig opgepakt. Opvallend is dat we hierbij afwijken van de landelijke ontwikkeling, waar in de periode 2022-2023 geen sprake was van een toename.
In het nieuwe plan van aanpak sociale basis komt ook het stimuleren van vrijwilligerswerk aan bod, wellicht kan daardoor de achterstand op de streefwaarde worden ingelopen.
Bron: stadspanel Kennispunt Twente

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "We willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren".
Deze indicator is een optelsom (schaalscore) van zeven onderdelen: (algemene) lichamelijke gezondheid, fysiek functioneren (bewegen), geestelijke gezondheid, taal & cultuur, financieel, gevoel er niet bij te horen/niet thuis te voelen en anders.
De score is in 2023 gestegen t.o.v. 2022 en ligt nu op de streefwaarde en boven de score van sterk-stedelijke gemeenten. Op fysiek functioneren, geestelijke gezondheid en taal & cultuur en scoren we iets beter dan sterk-stedelijk en op de andere drie onderdelen scoren we hetzelfde. We zetten steeds meer de nadruk op preventie en leggen de nadruk op ‘positieve gezondheid’. De wijkwijzers en wijkteams spelen hier een belangrijke rol in. Tegelijkertijd is dit een aanpak voor de ‘langere adem’, het levert niet op hele korte termijn iets op.
Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.2 en 5.3

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt b. "Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren".
Een Wmo voorziening is ondersteuning binnen het kader van de Wet Maatschappelijke ondersteuning geleverd in de vorm van een product of dienst die is afgestemd op de wensen, persoonskenmerken, mogelijkheden en behoeften van een individu. In deze indicator wordt het aantal inwoners van Enschede (per 1.000 inwoners) in de eerste helft van een jaar getoond met een Wmo voorziening, te weten Ondersteuning thuis, Hulp bij het huishouden en Hulpmiddelen en diensten.
Het beroep dat de inwoners van Enschede doen op ondersteuning thuis en hulp bij het huishouden zit onder het streefgetal. Dat is positief. Aangenomen kan worden dat de inwoners óf minder ondersteuning nodig hebben en/of dat ze vaker eerst binnen hun sociale netwerk ondersteuning vragen en krijgen. De realisatie bij hulpmiddelen en diensten is gelijk aan het streefgetal.
Bron: Wmo voorspelmodel (vng.nl) en Dashboard - Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein - Enschede (waarstaatjegemeente.nl)

 

 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt c. "We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat zijn thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning". In deze indicator wordt het percentage zelfstandig wonende inwoners van Enschede van 70 jaar en ouder getoond. Dit wordt gemeten aan de hand van het aantal ouderen met een indicatie voor de wet langdurige zorg die niet zelfstandig wonen.
Sinds 2021 zien we een lichte daling in het aantal ouderen wat zelfstandig woont. De vergrijzing in Enschede speelt hierin een voorname rol. De gemeente is op verschillende manieren bezig om deze daling af te remmen. Bijvoorbeeld door in bestemmingsplannen verdere scheiding van wonen en zorg (extramuralisering) mogelijk maken. Ook is de woonzorgvisie ouderen in 2023 vastgesteld en zijn we begonnen met de uitvoeringsagenda wonen en zorg ouderen. Wat tevens bij kan dragen aan een opwaarts effect op het aantal ouderen dat zelfstandig woont, is dat het Zorgkantoor bezig is het aantal intramurale plekken in Enschede te beperken.
Bron: CBS, Monitor Sociaal Domein Wmo.

Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 6

01. We besteden de Wmo-dienstverlening aan. 
 
02. We voeren het beleidskader ‘Toezicht en handhaving Wmo en Jeugd’ 2022-2025 uit. 
 
03. We stellen een woonzorgvisie voor ouderen op. 
 
04. We maken inclusief beleid. 
Veel acties zijn uitgevoerd zoals emancipatie, LHBTI+ beleid, Pride- Netwerk en de tafel van Vrede. Vanuit het VN-verdrag is er een toegankelijkheidscommissie binnen de gemeente Enschede actief.
We hebben geconstateerd dat de verdere uitwerking rondom het VN-verdrag en de stadsgesprekken complexe opgaven zijn en samenhangen met diverse beleidsterreinen. De exacte uitvoering moet per beleidsterrein worden afgestemd en verschuift daardoor naar 2024. Dit werken we uit in een uitvoeringsprogramma.
05. We beëindigen de bed-bad-brood-regeling. 
 
06. We voeren de nieuwe Wet Inburgering uit. 
 
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


03.03 Iedere inwoner ontwikkelt zijn talenten (door)

We willen dat al onze inwoners hun talenten kunnen blijven doorontwikkelen, van jong tot oud. Hierbij willen we dat het milieu waarin je opgroeit (gezin, school, vereniging, buurt e.d.) geen rol speelt in de hoeveelheid kansen die je geboden krijgt. Daarbij begint het vanaf jonge leeftijd, waarbij er nauw samengewerkt moet worden met scholen. Maar zien we als gemeente ook een belangrijke rol in het klaarstomen voor de arbeidsmarkt voor al onze inwoners.
Rol gemeente: onze rol begint bij onze jeugd en jongeren. Hierbij sturen we op vroegtijdige preventie. Daarnaast sturen we op schoolgang en handhaven daar op. We zorgen dat er hulp komt voor jongeren met psychische problemen om toch door te kunnen met school en opleiding. We financieren het onderwijs om een breder aanbod te doen en het middenveld om veel jongeren te bereiken. Verder willen we dat ook als je ouder bent of nieuw bent in Nederland je kansen hebt om je verder door te ontwikkelen. We stimuleren een leven lang onderwijs.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben. Een schooldiploma vergroot de kans op participatie via betaald werk. Voor een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is een opleiding mbo2, havo-, vwo-, of hoger vereist. De inzet van de gemeente is om te voorkomen dat jongeren afhaken en om hen alsnog een diploma te laten behalen. Daarnaast ben je nooit te oud om te leren en zetten we in op een leven lang leren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1
 
 
Toelichting
Deze indicator heeft betrekking op het speerpunt a. "We willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben".
Het hebben van een startkwalificatie (een diploma mbo2, havo-, vwo-, of hoger) is enorm belangrijk om een zelfstandig leven op te bouwen en te leiden. Zonder startkwalificatie is de kans zes keer zo groot op maatschappelijke uitval. Als je geen startkwalificatie haalt is de kans één op drie dat je een participatiewet uitkering nodig hebt. Daarom willen wij dat zoveel mogelijk inwoners een startkwalificatie hebben.
We hanteren als streefwaarde de Europese doelstelling die groeit naar 80% in 2026.
We zitten in 2023 weer op het niveau van voor de coronapandemie. In 2021 zagen we een stijging naar 80%. In de schooljaren 2020 en 2021 waren de exameneisen aangepast waardoor er meer leerlingen slaagden. In 2022 zien we een daling naar 76%. Deels is dit te verklaren door de stijging van voortijdig schoolverlaters, die is veroorzaakt door enerzijds de vraag uit de arbeidsmarkt en de motivatie van leerlingen om aan het werk te gaan en anderzijds door toegenomen multiproblematiek a.g.v. corona. Via het regionaal programma De Twentse Belofte zetten we in op het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Bij de groep met multiproblematiek doen we dit via jongerencoaches. Voor de groep werkende jongeren gaan we regionaal onderzoeken naar welke sectoren zij vooral uitstromen en welke maatregelen dan passend zijn. In een volgende fase willen we werkgevers stimuleren om deze jongeren toch een diploma te laten behalen.
Bron: CBS-EBB

            
Acties 2023
TR23 JR23
Aantal acties: 8

01. We voeren het programma Kansengelijkheid 2023-2033 uit. 
 
02. Op het voortgezet onderwijs (VO) voeren we schoolaanwezigheidsbeleid uit. 
 
03. We voeren we de jongerenaanpak Twentse Belofte uit. 
 
04. We zorgen dat jongeren uit het VSO en PRO een goede en duurzame overstap maken naar de arbeidsmarkt of dagbesteding. 
 
05. We voeren de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) uit. 
 
06. We stimuleren de rijke schooldag. 
 
07. We stimuleren extra inzet op basisvaardigheden. 
 
08. We ontwikkelen door op het thema onderwijs-jeugdzorg: collectief arrangeren op de zorg-intensieve scholen en de focus op schoolaanwezigheid. 
 
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

 

Wettelijk verplichte indicatoren

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.

 

  Beleidsveld Naam indicator Eenheid Jaar Score Bron
17. 4. Onderwijs Absoluut verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar 2022  1,0  DUO/Ingrado
18. 4. Onderwijs Relatief verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar 2022  19  DUO/Ingrado
19. 4. Onderwijs Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs 2022 3,2% DUO/Ingrado
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters % 2022  44,4% Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen (GGD, CBS, RIVM)
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen 2022  1% CBS
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar 2022  9% CBS
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 2023  12,4% CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar 2023  1,8% CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar 2023 0,4% CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners  2022 1.060  CBS

.. Wat heeft het gekost?

In onderstaande taartdiagram zijn de gerealiseerde lasten per product weergegeven. 

Vitaal en sociaalBedragen x 1.000 eurosBegroting (primair)Begroting(na wijziging)RealisatieSaldo (- = nadeel)
Lasten424.692476.599476.485114
Baten125.309148.851151.1782.327
Gerealiseerde saldo van baten en lasten-299.384-327.748-325.3072.441
Storting reserves2.6416.26622.324-16.058
Onttrekking reserves2.12812.23024.45312.223
Gerealiseerde saldo van mutaties reserves-5125.9642.129-3.835
Resultaat-299.896-321.784-323.178-1.394

Toelichting

Het resultaat van Vitaal & Sociaal over 2023 is na de mutaties op de reserves uitgekomen op een resultaat van 1,4 miljoen euro negatief. 

In dit resultaat is de stelpost onderuitputting Vitaal & Sociaal (3,5 miljoen euro), waar niet op gestuurd wordt, in het resultaat verwerkt.

De belangrijkste producten die bijdragen aan dit resultaat zijn:

  • Jeugdhulp 15,0 miljoen euro nadeel: belangrijkste oorzaak betreft hogere uitgaven voor ingekochte vormen jeugdhulp door een hoger aantal cliënten, door een hogere inzet op duurdere verblijfsproducten en hoog specialistische hulp en meer uitgaven voor ambulante zorgproducten met name binnen de GGZ. Andere oorzaken zijn onder andere het nadelige effect van het woonplaatsbeginsel en de doorwerking van de stijging van de inkooptarieven op grond van het onderzoek naar reële prijzen. Vanwege het grote tekort vindt in 2023 geen dotatie aan de reserve Jeugdhulp plaats.
  • Ondersteuning Centrumtaken (Wmo) 8,3 miljoen euro voordeel: lagere uitgaven aan subsidies aan instellingen voor voorzieningen beschermd wonen dan het hiervoor beschikbare budget. Het budget is al een aantal jaren hoger dan de uitgaven voor woonplekken Beschermd wonen. Het streven is wel een groei van het aantal plekken teneinde de wachtlijst te verkleinen.
  • Ondersteuning lokaal (Wmo) 4,3 miljoen euro nadeel: dit wordt veroorzaakt door hogere uitgaven voor maatwerkvoorzieningen als gevolg van een volumegroei en meer inzet van specialistische begeleiding en daarnaast door de aanpassing van tarieven Wmo begeleiding vanuit het onderzoek reële prijs. Verder waren er hogere uitgaven door niet gecompenseerde tariefstijgingen en volumegroei bij de Huishoudelijk Ondersteuning;
  • Algemene bijstand levensonderhoud 2,1 miljoen euro voordeel: dit wordt grotendeels veroorzaakt door een lager aantal verstrekte uitkeringen, een hoger rijksbudget BUIG en hoge opbrengsten uit terugvordering en verhaal op bijstand- en BBZ-uitkeringen.
  • Sociale werkvoorziening & Nieuw Beschut 2,1 miljoen euro voordeel: dit wordt vooral veroorzaakt door lagere loonkosten van SW-medewerkers als gevolg van een hogere uitstroom van medewerkers en een hogere rijksbijdrage. Daarnaast zijn de opbrengsten voor de opdrachten bij beschut werk en uit gedetacheerd personeel hoger dan geraamd en is een ESF subsidie vrijgevallen.
  • Arbeidsmarktparticipatie 6,5 miljoen euro voordeel: dit wordt grotendeels veroorzaakt door lagere kosten voor maatschappelijke begeleiding voor inburgeraars conform de oude wet, lagere uitvoeringskosten voor inburgering en doorbelastingen van personeel naar het regionale arbeidsmarktbeleid, lagere kosten voor de uitvoering van arbeidsfittrajecten en trajecten Z-route en het saldo van regionale middelen voor de arbeidsmarkt, die de gemeente Enschede beheert als centrumgemeente.
  • Inkomensondersteuning 1,0 miljoen euro voordeel: het voordeel wordt met name veroorzaakt door lagere lasten op het onderdeel Bijzondere bijstand.
  • Algemeen Maatschappelijke Voorzieningen 1,1 miljoen voordeel: dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een voordeel op het onderdelen welzijn en mantelzorg als gevolg van de extra middelen vanuit de Brede SPUK GALA, Daarnaast een voordeel op de intensiveringen van het jongerenwerk en integratie omdat de bestedingsplannen meer tijd hebben gevergd.
  • Sport en gezondheid 0,8 miljoen euro voordeel: dit wordt vooral veroorzaakt door een lagere bijdrage aan Sportaal voor de compensatie van gestegen energiekosten. Hiervoor is compensatie vanuit het rijk gekomen. Daarnaast is sprake van een voordeel op de intensiveringsmiddelen van preventie en een nadeel op de bijdrage aan Samen Twente vanwege hogere loon-en prijscompensatie. 
  • Onderwijs 0,7 miljoen euro nadelig: dit nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere kosten van het leerlingenvervoer.
  • Schuldhulpverlening 0,4 miljoen euro voordeel: dit wordt vooral veroorzaakt door lagere kosten voor de dienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland
  • Stelpost onderuitputting 3,5 miljoen euro nadeel : deze stelpost heeft een negatief effect op het rekeningresultaat van Vitaal & Sociaal. Op deze stelpost wordt niet actief gestuurd.
  • Overige kleine verschillen 0,2 miljoen euro nadeel.

 Voor een nadere toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 7.2.