2.1 Vitaal en sociaal

.. Strategische opgave: Inclusief Enschede

 Doel
Subdoel Link
01. We werken aan bestaanszekerheid

totale lasten (x 1.000 euro): 268.686,00
01.01 Iedereen heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien Indicatoren: 6
Aantal acties: 3
01.02 Iedereen heeft een dak boven het hoofd Indicatoren: 3
Aantal acties: 3
02. We maken gezond leven makkelijker

totale lasten (x 1.000 euro): 32.339,00
02.01 Iedereen heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag Indicatoren: 2
Aantal acties: 8
02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan Indicatoren: 3
Aantal acties: 3
03. We vergroten de kansengelijkheid

totale lasten (x 1.000 euro): 216.475,00
03.01 Jeugdigen groeien veilig en stabiel op Indicatoren: 5
Aantal acties: 2
03.02 Iedereen neemt volwaardig deel aan de samenleving Indicatoren: 6
Aantal acties: 8
03.03 Iedereen ontwikkelt zijn talenten (door) Indicatoren: 1
Aantal acties: 2

Wat hebben we bereikt?

In de opgave Inclusief Enschede staan drie doelen centraal: we werken aan bestaanszekerheid, maken gezond leven makkelijker en vergroten kansengelijkheid. We doen dit integraal omdat deze drie thema’s niet los van elkaar gezien kunnen worden. Het inzetten op en herstellen van bestaanszekerheid leidt voor inwoners tot een gezonder leven en het vergroot gelijke kansen. Gelijke kansen leiden tot meer bestaanszekerheid en door een gezonder leven kunnen inwoners makkelijker in hun eigen levensonderhoud voorzien, bijvoorbeeld omdat mentale klachten minder worden. Deze inzet leidt tot een inclusieve en veerkrachtige samenleving. Een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft en volwaardig kan deelnemen. Centraal in ons handelen staat menselijke waardigheid, duurzaam perspectief, doen wat nodig is en samenwerken vanuit de denk- en leefwereld.

 

Het programma Vitaal & Sociaal richt zich op de volgende terreinen: jeugd, onderwijs, werk, inkomen, gezonde leefstijl, Wmo, zorg & wonen en asiel & integratie.

 

Wat hebben we bereikt?

 

Bestaanszekerheid

a. Iedereen heeft de mogelijkheid om in zijn levensonderhoud te voorzien

In de ontwikkeling van het aantal mensen in de bijstand blijven we iets achter bij andere gemeenten. Voor een deel heeft dat een positieve oorzaak, namelijk de verbetering van onze dienstverlening. Door het werken met de nieuwe digitale aanvraagprocedure, die uitgaat van vertrouwen en een daaraan gekoppelde meer ruimhartige en coulantere houding krijgen meer inwoners die dat nodig hebben sneller een uitkering. Een grove inschatting is dat we daarmee tot circa 0,5 miljoen euro aan extra bijstand uitkeren. Deze kosten zijn in 2024 opgevangen binnen het rijksbudget voor de BUIG.

 

Mensen die ondersteuning nodig hebben om weer mee te doen in de maatschappij kregen in het afgelopen jaar meer ondersteuning, tijd en aandacht. Dat hebben vooral de mensen gemerkt die voorlopig niet aan het werk kunnen en, eerst, de stap naar bijvoorbeeld vrijwilligerswerk zouden willen maken. Jongeren ondersteunen we ‘extra intensief’; voor hen is naar verhouding de meeste tijd vrijgemaakt. En bovendien willen we hen helpen op alle leefgebieden.

 

De goede economie en de krappe arbeidsmarkt zijn gunstig voor werkzoekenden. Bijna iedereen die kan werken, die heeft inmiddels een baan. De andere kant van dit verhaal is dat inwoners die nu nog in de bijstand zitten niet zomaar kunnen werken omdat er sprake is van allerlei, steeds complexere, problematiek. Het kost meer tijd en duurt langer voordat de stap naar werk gemaakt kan worden.

We passen als gemeente het evenredigheidsbeginsel breder toe in het kader van de Menselijke Maat. Er is meer onderzoek en belangenafweging nodig. Dat vraagt van de ambtelijke organisatie meer kennis en capaciteit. Dus dit leidt ook tot een grote investering in tijd per inwoner.

 

De DCW is voor steeds meer inwoners de plek om uit te vinden wat ze kunnen, te trainen, ervaring op te doen en (in sommige gevallen) een werkplek te vinden. Het is in 2024 gelukt om de doelen te halen op het gebied van detacheringen en nieuw beschut. Dat betekent dat mensen een werkplek hebben gevonden buiten en binnen de DCW. Er zijn ook steeds meer mensen die een traject volgen bij de DCW als stap naar werk, zoals mensen vanuit de bijstand of inburgeraars. Voor inburgeraars slagen we er nog niet voldoende in een werkplek buiten de DCW te vinden, wat zorgt voor stagnatie in de keten.

 

b. Niet iedereen heeft een dak boven zijn hoofd (wonen voor specifieke doelgroepen)

Er zijn en blijven veel inwoners op de wachtlijst voor beschermd wonen. Het is ons in het afgelopen jaar niet gelukt om in de regio voldoende voorzieningen te realiseren. Dit probleem laat zich ook niet op korte termijn oplossen.

 

In 2024 is een azc gerealiseerd. Een duurzame en vooral veel prettiger woonomgeving. We kunnen tevreden terugkijken op het proces en de uitkomst. Het is voor asielzoekers ook makkelijker geworden om de stap naar werk te maken. De pilot die we hierover in Enschede hebben uitgevoerd wordt nu in alle azc’s in de regio toegepast.

 

Gezond leven

In juni 2024 is nota Gezond Enschede door de raad vastgesteld. In deze nota zijn de doelen en het kader geschetst voor het gezondheidsbeleid voor de periode 2024-2040. De uitwerking hiervan in een uitvoeringsprogramma is daarna ter hand genomen, samen met inwoners en partners in de stad.

 

Binnen het sociaal domein bieden gemeente en partners een enorm scala aan diensten en ondersteuning. Inwoners hebben dan ook vele toegangen tot ‘het sociaal domein’. En inwoners, maar ook professionals, geven aan dat ze gebrek aan regie ervaren tussen de diensten en ondersteuning. Er is een roep om één coördinerende partij aan te wijzen die het netwerk draaiende houdt rondom de inwoner in kwestie. Er zijn vanuit het bestedingsplan pok-middelen al acties gestart en in beeld gebracht die hierin ondersteunend kunnen zijn. Verder zien we dat de ervaringen met het KCC Werk & Inkomen in de wijken voorziet in een behoefte van inwoners. En dat de Wijkwijzers dichtbij zijn en de mogelijkheid geven tot integrale(re) ondersteuning.

 

Kansengelijkheid

Er wordt over de volle breedte gewerkt aan het versterken van de kansengelijkheid in Enschede. Zo is het Familiehuis in Enschede-west in oktober 2024 van start gegaan. Ouders kunnen binnenlopen voor activiteiten en met grote en kleine vragen over zwangerschap en opvoeden. In 2025 zullen we het concept verder ontwikkelen en evalueren met het oog op een uitbreiding in andere stadsdelen.

Ook in 2024 is het aanbod van naschoolse programma op stoom gekomen op de vijf integrale kindcentra die we hebben aangewezen voor “plus-arrangementen”. Kinderen verbreden hun horizon dankzij een divers en verrijkend aanbod aan extra activiteiten. Op OBS De Spinner is in dat kader ook een “huiskamer” waar kinderen onder andere gezamenlijk eten na schooltijd. Verder kunnen we de intensieve inzet van IKC-wijkcoaches naar vrijwel alle scholen in Enschede dankzij de toegekende rijkssubsidie voor brugfunctionarissen.

 

Met de vaststelling van de nota’s ‘Onze jeugd, onze zorg’ en ‘Samen leven, samen zorgen’ is gestart met de uitvoering van diverse verbetermaatregelen. In de nota's is vastgesteld dat de wijkteams een grote rol en taak krijgen. Voor inwoners betekent dit dat zij vaker direct hulp krijgen van een wijkcoach en dus minder vaak doorverwezen worden. Wijkcoaches helpen inwoners met het leggen van verbindingen in eigen buurt en wijk. En ze zorgen er voor dat inwoners, samenwerken met welzijn- en zorgorganisaties. Om hier goed in vulling aan te geven. is er toegewerkt naar kleinere teams en zijn er nu veertien in plaats van negen wijkteams. Die daardoor meer focus hebben en beter in staat zijn om met de inwoners en partners in die wijken samen te werken.

 

Inwoners hebben voor de komende periode meer duidelijkheid over waar ze recht op hebben. De inkoop van onderwijsjeugdarrangementen (OJA), jeugdhulp en begeleiding & dagbesteding Wmo is afgerond. Daardoor kunnen we aangeven welke aanbod de komende periode beschikbaar is.

En eind december 2024 zijn ook de herindicaties voor de ondersteuning huishouden (OH) afgerond. Zorgpunt is dat er meer zorgpartijen in de jeugdhulp zijn die een signaal afgeven dat ze in financiële problemen komen. Het risico bestaat dat er aanbieders wegvallen. Daarnaast zien we wachttijden bij de aanbieders van OH door personele problemen/krapte. Het lukt ons hierdoor niet om te garanderen dat mensen tijdig en duurzaam de ondersteuning krijgen die nodig is.

 

Financiën

Het financieel resultaat op Vitaal & Sociaal over 2024 is 6,2 miljoen euro negatief, exclusief de stelpost van 3,5 miljoen euro. Dat maakt een totaal verwacht negatief resultaat van 9,7 miljoen euro.

We zien een fors tekort van in totaal 22,3 miljoen euro op de producten Jeugdhulp, Ondersteuning lokaal Wmo en Opvang Ontheemden, met name veroorzaakt door Jeugdhulp (18,9 miljoen euro).

Daar staan voordelen tegenover van in totaal 16,1 miljoen euro bij de producten Algemene Bijstand en Levensonderhoud, Algemene maatschappelijke voorzieningen, Inkomensondersteuning, Ondersteuning centrumtaken Wmo, Onderwijs, Sport & Gezondheid en Sociale werkvoorziening & Nieuw beschut.

De onderbouwing wordt toegelicht in de paragraaf “Wat heeft het gekost?”.

 

Tot slot

De spanningen op budgetten en personeel lopen in de hele samenleving op. In die context doen wij ons werk en zien we ook dat het lastiger wordt om onze doelen te bereiken. De financiële middelen in het sociaal domein staan onder druk. En we zien dat het lastiger is om personeel te vinden en/of te vervangen. En tegelijkertijd komen er, onverwachts – maar continu en met de nodige spoed, extra taken op ons af.

Ondanks deze omstandigheden hebben we het in 2024 goed gedaan. Het reguliere werk is grotendeels en voor zover mogelijk uitgevoerd naast de extra taken. Maar we kunnen niet alles waarmaken en zien dat we op enkele dossiers geld overhouden en onze doelen niet volledig bereiken. We verwachten dat de druk de komende jaren nog verder oploopt.

 

.. Wat hebben we voor de Strategische opgave: Inclusief Enschede gedaan?

01. We werken aan bestaanszekerheid
Iedereen heeft de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen en een dak boven het hoofd. Daarbij gaat het ook om de zekerheid van werk, van de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en van mee kunnen doen op alle leefdomeinen in de samenleving, vanuit een stabiele woonsituatie in een veilige en prettige omgeving.



01.01 Iedereen heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien

Een groot deel van de inwoners kan inkomen genereren via een baan. Voor de groep die dat niet kan, is er een vangnet nodig ten aanzien van toeleiding naar werk en het (tijdelijk) voorzien in een inkomen. Werk genereert niet alleen inkomen, maar er wordt ook in bepaalde mate een bestaansrecht aan ontleend: er toe doen, van betekenis zijn. Mensen die langere tijd moeten rondkomen van (te) weinig geld lopen kans om schulden op te bouwen. Vroegsignalering en schuldhulpverlening vormen hierbij het vangnet.
Rol van de gemeente: op basis van vertrouwen uitvoeren van wettelijke taken om ervoor te zorgen dat inwoners voldoende inkomen hebben (vangnet).
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk: voor het deel dat uitstroomt naar werk is het wenselijk dat dit een langdurige uitstroom is, in plaats van banen voor een korte periode afgewisseld met bijstand. Voor een deel zal de stap naar onbetaald (vrijwilligers)werk het hoogst haalbare zijn.
b. We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning: We hebben deels de wettelijke taak, maar ook de beleidsruimte om mensen een financieel steuntje in de rug te geven. Met onze inkomensondersteunende instrumenten bieden we meer stabiliteit, zodat inwoners zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen op alle leefdomeinen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6

 
Toelichting
De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering: Bijstand Levensonderhoud, IOAW (oudere werklozen), IOAZ (oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (zelfstandigen).
In deze grafiek wordt weergegeven hoe het bijstandsbestand in Enschede zich ontwikkelt ten opzichte van twintig referentiegemeenten. Bij een score boven nul doen wij het in de ontwikkeling beter en bij een score onder nul doen wij het slechter.

Streefwaarde: Wij willen het minimaal net zo goed doen als de referentiegemeenten. Door het beter te doen, kunnen relatief meer inwoners zelfstandig in hun inkomen voorzien en komen we uit met de middelen die we van het Rijk ontvangen voor de uitkeringen.

Realisatie: In Enschede zijn we aan het einde van 2024 uitgekomen op een bestandsomvang van 5.690 uitkeringen, 67 meer dan waar we in 2024 mee begonnen. Landelijk zien we, evenals in Enschede, een toename van de bijstand. Landelijk is die toename iets minder. In 2024 zijn we nog wel uitgekomen met het aan ons toegekende BUIG-budget.

Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en referentiegroep van Nederlandse gemeenten.


 
Toelichting
Sociale activering is voor een deel van onze inwoners een goede opstap in de ontwikkeling naar werk. In deze grafiek is het percentage huishoudens met bijstand en sociale activering, ten opzichte van het totaal aantal huishoudens met bijstand, in beeld gebracht.

Streefwaarde: Vanaf 2021 wordt extra ingezet op sociale activering. We willen dat meer mensen participeren in de maatschappij door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of mantelzorg en we helpen ze daarbij.

Realisatie: Met een score van 21,79% is het streefcijfer voor 2024 bijna gehaald. We zien dat er bij meer inwoners problematiek op meerdere leefgebieden speelt, waardoor het nog niet altijd mogelijk is om in te zetten op sociale activering.

Bron: SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen). Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.

  

 
Toelichting
Een deel van de bijstandsgerechtigden is niet in staat het wettelijke minimumloon te verdienen. Door het inzetten van het instrument loonkostensubsidie (LKS) is het mogelijk om deze doelgroep bij reguliere werkgevers te plaatsen.
In deze grafiek wordt het aantal LKS contracten getoond ten opzichte van de totale doelgroep die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Hoe hoger de waarde, hoe meer mensen uit de doel-groep een stap maken in de keten van dagbesteding naar werk.

Streefwaarde: Er is tijd nodig om klanten arbeidsfit te maken voor werkgevers. Daarom kiezen we voor een realistische ambitie van een jaarlijkse toename van 50 LKS-contracten. Het huidige beleid om de inzet van LKS te intensiveren, wordt daarmee gecontinueerd. Vanwege een wijziging in de berekening van deze indicator, besloten in de gemeentebegroting 2025-2028, is de streefwaarde voor 2024 komen te vervallen.

Realisatie: Landelijk zien we dat Enschede redelijk scoort (aantal loonkostensubsidies gedeeld door het aantal bijstandsgerechtigden) op het aantal LKS. Dit betekent dat we inwoners die niet in staat zijn het wettelijke minimumloon te verdienen, blijven ondersteunen om aan het werk te komen.
We hebben echter te maken met een groeiende groep met vaak multiproblematiek die meer aan-dacht nodig heeft om uiteindelijk te kunnen worden begeleid naar werk. Deze problematiek vertaalt zich in de resultaten waardoor we in 2024 ten opzichte van 2023 iets lager scoren.

Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen).


 
Toelichting
De groep Beschut bestaat uit werkenden met een lagere loonwaarde (meestal ergens tussen de 20-40% van het minimumloon) die werkzaam zijn in een beschutte werkomgeving. Vaak is de werkplek bij het eigen gemeentelijke sociaal ontwikkelbedrijf DCW, maar indien mogelijk ook bij externe werkgevers. Het UWV geeft de indicatie voor Beschut werk af. Naast werkgever voor Nieuw beschut is de DCW ook werkgever voor WSW en aanbieder van trajecten voor diagnose, re-integratie en inburgering (Z-route). In de grafiek geeft de groene lijn aan hoeveel dienstverbanden van gemiddeld 31 uur per week er gerealiseerd zijn t.o.v. de wettelijke taakstelling (gele lijn).

Streefwaarde: het Rijk heeft een taakstelling voor de realisatie van arbeidsplekken Beschut werk opgelegd, waarvoor ook begeleidingsmiddelen en LKS-middelen in het BUIG budget worden ontvangen.

Realisatie: per ultimo 2024 waren er 136,8 dienstverbanden van gemiddeld 31 uur per week. Het gemiddeld aantal dienstverbanden in 2024 blijft binnen de taakstelling van 128. We startten op 1-1-2024 met 117 en eindigden op 31-12 met 136,8. De stijgende vraag naar beschutte werkplekken vraagt om een uitbreiding van het aantal plekken. De Raad heeft besloten om in 2025 en 2026 extra werkplekken boven de landelijke taakstelling beschut werk beschikbaar te stellen. Dit biedt deze inwoners stabiliteit, voorspelbaar inkomen en de mogelijkheid tot maatschappelijke participatie.

Bron: Cedris (taakstelling Rijk), SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen) en personeelsadministratiesysteem DCW.


 
Toelichting
In deze grafiek is het percentage van het totaal aantal GarantVerzorgd pakketten, bij Menzis Zorgverzekeraar, ten opzichte van de totale doelgroep met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum in beeld gebracht.

Streefwaarde: Met de recente beleidswijzigingen gaan we ervan uit per 2023 pakketten te hebben die beter aansluiten bij de vraag van onze inwoners. In het najaar wordt campagne gevoerd voor de GarantVerzorgd-pakketten van 2024. Folders worden onder meer via de eerstelijnszorg verspreid. Daarmee verwachten we voor de komende jaren de daling te kunnen keren. In hoeverre de wijzigingen invloed hebben op het vergroten van het bereik is nu niet in beeld te brengen. Om die reden zijn de streefwaarden gelijk gesteld aan het bereik in 2021.

Realisatie: Het bereik van de collectieve zorgverzekering is licht gedaald. Het aanbod van de collectieve zorgverzekeringen is vooral financieel voordeliger voor mensen met een hoge zorgvraag. Voor mensen met een lage zorgvraag zijn de reguliere zorgverzekeringen in de markt goedkoper. In overleg met Menzis is voor 2025 een extra variant opengesteld voor inwoners van Enschede. Die richt zich meer op mensen met een lage zorgvraag.

Bron: Menzis en CBS.

 

 
Toelichting
In deze grafiek wordt het bereik van de Individuele inkomenstoeslag (IIT) binnen de doelgroep (mensen die langer dan vijf jaar moeten rondkomen van 100% van het wettelijk sociaal minimum) weergegeven.

Streefwaarde: Voor 2025 en verder worden de ambities bijgesteld op basis van de evaluatie van de kadernota ‘Rondkomen met je inkomen‘.

Realisatie: In 2023 was het aantal aanvragen voor IIT laag. Enschede heeft lage IIT-bedragen die al jaren niet zijn geïndexeerd. Inmiddels heeft de gemeenteraad besloten om vanaf 2025 de IIT wel te
indexeren. De afgelopen jaren hebben wij een onjuiste berekening gehanteerd om het bereik van de IIT te berekenen. Bij de oude berekening werden mensen die kwijtschelding kregen van gemeentelijke belastingen ook tot de potentiële doelgroep gerekend. In de praktijk voldoen deze mensen niet aan de strenge eisen van de IIT. Een grotere doelgroep betekent een laag bereik. Voor de nieuwe berekening wordt de doelpopulatie van de inkomenscijfers van de CBS Armoedescan gebruikt. Vanaf deze jaarrekening presenteren we nu de oude en nieuwe cijfers naast elkaar: de oude cijfers tot en met 2022, de nieuwe cijfers per 2023 en 2024. Met een bereik van 63% zitten we boven de streefwaarde van 2024. In 2025 proberen we het aanvraagproces eenvoudiger te maken om het bereik verder te verhogen en om ook de ambitie voor 2025 te behalen.

Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen) en GBTwente.

Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 3

01. We voeren het beleidskader Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak uit aan de hand van het uitvoeringsprogramma 2024. 

02. We geven de transformatie van de DCW naar sociaal ontwikkelbedrijf verder vorm. 

03. We voeren het beleidskader ‘Rondkomen met je inkomen’ uit.  

Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


01.02 Iedereen heeft een dak boven het hoofd

Het hebben van een dak boven je hoofd is een essentieel onderdeel voor de bestaanszekerheid. Een groot deel van de inwoners regelt hun woning zelf. Een kleine groep inwoners lukt dit om allerlei persoonlijke problemen op één of meer levensgebieden niet. Bijvoorbeeld door ouderdom, handicap, verslavingsproblematiek, echtscheiding of huiselijk geweld. Ondersteuning is dan nodig, voor het regelen van huisvesting en/of passende zorg en ondersteuning bij het zelfstandig wonen. Van wonen met (tijdelijke) begeleiding of ondersteuning tot beschermd wonen.
Rol van de gemeente: we ondersteunen inwoners en partners binnen de taken en mogelijkheden die we als gemeente hebben, in samenwerking met de regiogemeenten daar waar het centrumgemeentetaken betreft. We stimuleren ontwikkelingen en innovaties. We houden toezicht op een correcte uitvoering van taken van onze eigen organisatie en die van partners die we financieren.
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben. Streven is ‘meer wonen, minder zorg’ oftewel van op straat verblijven via beschermd wonen en/of wonen met begeleiding komen tot toekomstige zelfstandige huisvesting.
b. We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang (MO) en de Vrouwenopvang (VO) en het liefst zo kort mogelijk.
We bieden tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we onderdak met trajectbegeleiding (MO).
Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien (VO).
Om dit doel te bereiken, is het van belang voldoende en diverse opvangplekken en een mogelijkheid tot ambulante ondersteuning te hebben.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3

 
Toelichting
Toelichting
Beschermd wonen is wonen in een instelling met toezicht en begeleiding. Het is bestemd voor per-sonen met psychische of psychosociale problemen, die niet zelfstandig kunnen leven.
De grafiek toont het totaal aantal unieke cliënten met beschermd wonen of die hiervoor op een wachtlijst staan in het gehele centrumgemeentegebied Enschede.

Streefwaarde: Bij gelijkblijvend beleid verwachten we een lichte toename van het aantal mensen dat in de centrumgemeenteregio Enschede beschermd wonen nodig heeft. Dat baseren we op een wachtlijst die licht is toegenomen, terwijl er ook een aantal nieuwe plekken gerealiseerd is. Daar-naast zal er blijvende instroom in beschermd wonen zijn van mensen waarbij verder herstel ver-wacht wordt en toelating richting de Wet Langdurige Zorg (nog) niet aan de orde is.

Realisatie: Het aantal cliënten dat in 2024 gebruik heeft gemaakt van beschermd wonen ligt onder de streefwaarde voor 2024 en is bovendien lager dan het aantal in 2023. De oorzaak ligt waarschijn-lijk in het wegebben van het corona-effect dat in 2023 nog zichtbaar was; een hogere instroom door escalatie van problematiek (beperkte en/of uitgestelde behandelmogelijkheden en het ontbreken van dagstructuur en contacten) en een vertraging in de uitstroom. De laatste maanden van 2024 signa-leren we overigens een aanscherping in de beoordeling door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor GGZ-plekken in de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit gaat met name om cliënten met ver-slavingsproblematiek die herhaald de verslavingsbehandeling hebben afgebroken. De prognose is dat de aanmeldingen voor beschermd wonen plekken in 2025 daardoor zal toenemen.

Bron: PGaX registratiesysteem CIMOT.


 
Toelichting
Maatschappelijke opvang biedt tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen zonder thuis. De begeleiding helpt mensen om weer zelfstandig te kunnen wonen, al dan niet met begeleiding.
In deze grafiek wordt de gemiddelde verblijfsduur in maanden in de maatschappelijke opvang in beeld gebracht.

Streefwaarde: Met de structurele inzet van het Twentse transferpunt voor de uitstroom naar zelfstandig wonen in een corporatiewoning en met het realiseren van meerdere passende woonvormen streven we naar een verlaging van de gemiddelde verblijfsduur naar maximaal vijf maanden.

Realisatie: De score ligt in 2024 boven de streefwaarde. De doorstroming in de maatschappelijke opvang is in 2024 lager dan we nastreven, met als gevolg een verblijfsduur boven de streefwaarde. De toenemende krapte op de woningmarkt is merkbaar terwijl de druk op de MO hoog blijft. Bij de inzet van het Twentse transferpunt voor de uitstroom van mensen naar zelfstandig wonen in een corporatiewoning is deze krapte ook merkbaar. Verder moeten mensen in de MO vaak lang wachten op een plek in het beschermd wonen of in de Wet Langdurige Zorg (Wlz).

Bron: PGAx registratiesysteem CIMOT.

  

 
Toelichting
Vrouwenopvang biedt tijdelijk onderdak aan vrouwen en mannen met hun kinderen die door huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet thuis kunnen blijven. De Vrouwenopvang biedt voor deze groep een veilige omgeving en begeleiding om weer zo snel mogelijk zelfstandig te kunnen wonen.
In deze grafiek wordt de gemiddelde duur in de intensieve zorg van de Vrouwenopvang in beeld gebracht.

Streefwaarde: We streven naar meer ambulante ondersteuning, maar de opvang zal altijd nodig blijven en de opvangduur zal wat dalen. Veel korter dan 7 maanden zal het naar verwachting niet worden en daarom verwachten we vanaf 2026 een min of meer stabiele verblijfsduur.

Realisatie: De gemiddelde verblijfsduur is beduidend hoger dan in 2023 en daarmee ook boven de streefwaarde voor 2024 uitgekomen. De oorzaak hiervoor is dat in 2024 twee cliënten, na een (lang) tweejarig verblijf, zijn uitgestroomd. Voor die twee cliënten was langere tijd geen passende plek buiten de Vrouwen-opvang te vinden. We verwachten dat deze lange verblijfsduren in de toekomst minder vaak zullen voorkomen. Samen met de Maatschappelijke opvang zijn afspraken gemaakt met woningcorporaties. Als een cliënt er klaar voor is om uit te stromen, moet deze eerst een aantal maanden zelf reageren op een woning. Als dat na deze periode niet lukt, wordt de cliënt door een woningcorporatie actief bemiddeld naar een woning. Het resultaat is dat er zo sneller een woning wordt gevonden, dan wanneer de cliënt zelf moet blijven reageren.

Bron: Managementrapportages Kadera.

      
Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 3

01. We zetten in op 'Eerst een thuis'. 

02. We dringen de wachtlijst beschermd wonen terug. 

03. We herijken de nota "Decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang, visie en aanpak". 
Door beperkte capaciteit is deze actie doorgeschoven naar 2025.
.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

02. We maken gezond leven makkelijker
Iedereen kan keuzes maken die gezond leven makkelijker maken en leeft in een omgeving die dit bevordert.
Dit doel stelt een betekenisvol leven van mensen centraal. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens. Het gaat om wie de mens is en niet om zijn/haar beperkingen of ziekte. Om gezonde keuzes te kunnen maken zijn vaardigheden, bereikbaarheid, toegankelijkheid en bewustzijn nodig. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen (door een basis te leggen om mee te kunnen doen).



02.01 Iedereen heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag

Een gezonde leefomgeving is een omgeving die als prettig wordt ervaren. De leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag. Zo nodigt het uit tot ontmoeting, bewegen, spelen en houdt rekening met de behoefte van de bewoners en specifieke bevolkingsgroepen. Dit vraagt om een gevarieerd aanbod van voorzieningen die toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar moeten zijn. Hiervoor is een goede basisinfrastructuur en een aantrekkelijke en gevarieerde openbare ruimte nodig, waar de gemeente samen met partners voor zorgt.
Rol gemeente: we maken afspraken met partners en stimuleren samenwerking. We zorgen voor een stimulerende omgeving en het onderhoud daarvan, bv. (sport)parken, speelplekken en fietssnelwegen. We organiseren dichtbij inwoners laagdrempelige plekken voor advies, steun en ontmoeting. En we vergroten de vindbaarheid en de mogelijkheid om in eigen leefomgeving zorg en ondersteuning te krijgen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag. Een gezonde inrichting van de leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag zoals wandelen, fietsen, spelen, ontspannen of elkaar ontmoeten. Een stimulerende omgeving wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid van voorzieningen, die aansluiten bij de behoefte van de inwoners. En ook door de bekendheid en vindbaarheid ervan, onbekend maakt immers onbemind. Een gebiedsgerichte aanpak is hierbij noodzakelijk.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2

 
Toelichting
Centraal in een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag staat het aanbod van gezondheids/zorg-, welzijns-, speel- en sportvoorzieningen in de nabije omgeving. Zijn de inwoners er tevreden mee c.q. nodigt de inrichting van de leefomgeving uit tot gezond gedrag?

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk of hoger dan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners, basisjaar 2021).

Realisatie: de scores zijn stabiel gebleven t.o.v. 2023, met uitzondering van een stijging bij de speelvoorzieningen. In 2024 en 2025 werken we op basis van de Nota Gezond Enschede en de nota Bewegen-Spelen-Sporten de strategie uit om de voorzieningen te laten aansluiten bij de behoeften in de wijk.

Bron:Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.21


 
Toelichting
Naast leefstijl en eetpatroon is bewegen een belangrijke factor voor een ieders gezondheid. Deze indicator betreft de deelname aan sport (vaker dan één keer per week), ongeacht de organisatievorm.

Streefwaarde: ons streven is om minimaal weer terug te komen op het gemiddelde niveau van de afgelopen 13 jaar (69%) en liefst het niveau van voor de coronapandemie (71%).

Realisatie: de sportdeelname is licht gedaald en is vergelijkbaar met andere sterk-stedelijke gemeenten. De score ligt op het gemiddelde van de Twentse gemeenten (onderzoek april 2024). Uit het Kiss-onderzoek van de NOC*NSF blijkt dat de sportdeelname bij sportverenigingen ook stabiel blijft.

Bron: stadspanel - Kennispunt Twente

  
        
Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 8

01. We voeren het programma Preventie uit. 
De ambitienota is later vastgesteld dan oorspronkelijk gepland, het op deze nota volgende uitvoeringsprogramma is daarmee ook later tot stand gekomen en de uitvoering ook.
02. We gaan aan de slag met drugspreventie. 

03. We voeren het programma 'Sport, bewegen en spelen' uit. 
De nota Bewegen, Sport en Spelen ("Samen Spelen Samen Sporten") is niet in 2024 vastgesteld. De uitvoering daarvan start daarmee ook pas in 2025.
04. We werken verder aan de clustering van sportparken. 
Het opleveren van de drie haalbaarheidsonderzoeken is niet gerealiseerd in 2024, omdat in nauw overleg met de betrokken verenigingen is besloten de onderzoeken een kwaliteitsimpuls te geven ten aanzien van zorgvuldigheid en volledigheid. Daarmee kosten ze meer tijd om op te stellen.
05. We versterken het netwerk van buitensportroutes. 
Het uitvoeren van het onderzoek en het opstellen van een plan heeft een half jaar meer tijd gevraagd dan gepland. Daardoor is bestuurlijke besluitvorming doorgeschoven naar 2025.
06. We werken mee aan de terugdringing van het huisartsentekort. 

07. We versterken de samenwerking sociaal domein – huisartsen. 

08. We voeren de nota ‘Vernieuwing van de toegang tot zorg en ondersteunen’ uit.  

Bijdrage verbonden partij: SamenTwente

Bijdrage verbonden partij: Sportaal BV

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan

Sociale netwerken zijn onmisbaar voor een gezond en betekenisvol leven. Een sociaal netwerk betekent: oog hebben voor elkaar, elkaar durven vragen en vertrouwen en elkaar willen helpen, oftewel noaberschap. Een sociaal netwerk bestaat uit mede-inwoners en organisaties/instellingen (onze partners). Samen versterken zij de sociale veerkracht.
Rol gemeente: we zijn opdrachtgever van onze partners en faciliteren onze partners om hun netwerk te bevorderen en te vergroten. Daarnaast zorgen we ervoor dat voorzieningen in stand gehouden worden en dat we hier met partners aanwezig zijn om laagdrempelig vragen op te vangen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners sociale steun ervaren. In perioden van zware tegenslag kan een sociaal netwerk ook betekenis hebben als vangnet van waaruit mensen opstaan die (tijdelijk) hulp en ondersteuning bieden. Denk aan familie, vrienden en buren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3

 
Toelichting
Het sociaal vangnet staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt.

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners).

Realisatie: we blijven op schema. De ontwikkeling over de afgelopen jaren komt overeen met de ontwikkeling bij sterk-stedelijke gemeenten en Nederland.

Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.17.


 
Toelichting
Waar het in de vorige grafiek ging om steun krijgen, gaat het in deze grafiek om steun geven. Burenhulprelaties gaan over laagdrempelige en vrijblijvende –alledaagse- activiteiten in vriendschappelijke relaties in de fysieke nabijheid. De motieven om buren te helpen staan vaak los van de buurt als gemeenschap (w.o. verbondenheid van de buurt) en hebben vooral te maken met de persoonlijke relatie die men heeft met de ander, de sociale afstand en het wederzijds vertrouwen.
Naastenzorg betreft onbetaalde, niet-alledaagse zorg voor iemand die chronisch ziek, gehandicapt of anders hulpbehoevend is. Deze zorg komt door een persoonlijke band tussen mensen.

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijk gemiddelde (100.000-300.000 inwoners; basisjaar 2021).

Realisatie: beide scores zijn iets gestegen ten opzichte van 2023, maar ligt bij hulp aan buren nog onder de streefwaarde en bij naastenzorg er flink boven. Met de opdracht aan het wijkwelzijnswerk en de algemeen maatschappelijke voorzieningen hebben we en blijven we inzetten op het beter faciliteren van hulp aan buren en naastenzorg.

Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.7, 5.11 en 5.12

  

 
Toelichting
Voor sommige mensen leidt een tekort aan betekenisvolle relaties snel tot gevoelens van eenzaamheid. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het negatief ervaren verschil tussen de gewenste en gerealiseerde relaties. Zowel het aantal sociale contacten als de ervaren kwaliteit van de sociale contacten zijn daarbij bepalend . De indicator richt zich op sociale eenzaamheid: een persoonlijke, subjectieve ervaring waarin iemand betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen zoals buren, kennissen of mensen met dezelfde belangstelling mist.

Streefwaarde: Streven is om in Enschede de eenzaamheidscijfers in elk geval terug te brengen naar die van sterk-stedelijk gemiddelde (100.000-300.000 inwoners) op korte termijn en de komende jaren hier zelfs onder te krijgen.

Realisatie: We zien in 2024 een stijging ten opzichte van het jaar ervoor. Deze stijging is ook zichtbaar bij het sterk-stedelijke en het landelijke gemiddelde.

Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.5 (score soms/vaak).

      
Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 3

01. We komen met een plan van aanpak voor het versterken van de sociale infrastructuur in de wijken. 
De totstandkoming van de nota’s rond Gezond Enschede, Jeugdhulp en Wmo bleken in 2024 meer capaciteit te vragen dan eerder ingeschat. Maar hieraan is wel prioriteit gegeven, waardoor de activiteiten rond de sociale basis niet konden worden uitgevoerd. Dit wordt in 2025 alsnog opgepakt.
02. Samen met partners blijven we inzetten op het tegengaan van eenzaamheid.  

03. We gaan mantelzorgers extra ondersteunen bij het uitvoeren van hun zorgtaken. 

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

03. We vergroten de kansengelijkheid
Jeugdigen en volwassenen nemen volwaardig deel aan de samenleving, waardoor ze zelfredzaam, sociaal vaardig en gezond door het leven gaan.
Het mag voor de ontwikkeling van inwoners niet uitmaken waar hun wieg heeft gestaan en hoe het leven de inwoner heeft gevormd. Iedereen moet de mogelijkheid hebben het beste en het mooiste uit zichzelf naar boven te halen. Daarbij is het van belang om expliciet oog te hebben voor kansen(on)gelijkheid in onze stad. Gelijke kansen mag dus ook betekenen dat je ongelijke ondersteuning biedt. Want iedereen dezelfde uitgangspositie geven is onmogelijk, dus moet je bijsturen op wat er in de basis is.



03.01 Jeugdigen groeien veilig en stabiel op

De basis voor je leven wordt gelegd in je jeugd. Daarom is er specifiek voor deze groep extra aandacht en inzet. We willen dat iedere jeugdige opgroeit in een stabiel gezin; speelt en deelneemt aan maatschappelijke activiteiten. En passende ondersteuning krijgt waar nodig. We zetten in op het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving. Zo krijgt hij/zij de kans een zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden.
Rol gemeente: we ondersteunen kind en gezin om veilig en gezond (kansrijk) op te kunnen groeien. Daarnaast ondersteunen we ouders bij het oplossen van opvoedproblematiek met aandacht voor alle leefdomeinen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek. Voor het grootste gedeelte van de jeugdigen en hun ouders is voor het gezond opgroeien van de kinderen een positief opgroei- en opvoedklimaat voldoende. Zij redden zich prima, onder andere door gebruik te maken van de basisvoorzieningen in de stad. Een kleinere groep jeugdigen en hun ouders heeft (tijdelijke) ondersteuning nodig in de vorm van een voorziening. Slechts voor een zeer kleine groep jeugdigen en hun ouders is ingrijpen door de overheid nodig. Dit is het geval als ouders er onvoldoende in slagen om hun opvoedverantwoordelijkheid waar te maken en hun kinderen in de ontwikkeling worden bedreigd, of wanneer een jongere een strafbaar feit heeft gepleegd . Streven is: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig.
b. Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien. Kinderen hebben baat bij een stabiele opvoedsituatie met toekomstperspectief. Echter: niet iedere jeugdige groeit door allerlei oorzaken op in een stabiel en veilig gezin. Sommige kinderen wonen, tijdelijk, in een pleeggezin binnen de familie, bijvoorbeeld bij een tante of bij opa en oma, ook wel netwerkpleegzorg genoemd. Andere kinderen wonen in een pleeggezin buiten de familie.
Kinderen kunnen ook geplaatst worden in een gezinshuis of een residentiële instelling. Ook deze kinderen moeten een duurzame plek hebben waar zij ’zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien: een pleeggezin of een gezinshuis.
c. Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen. Kinderen hebben recht op een toereikende levensstandaard, ook als er thuis weinig te besteden is. Onderzoek wijst uit dat kinderen en jongeren die opgroeien in armoede in hun ontwikkeling worden belemmerd. Nu investeren voorkomt problemen op latere leeftijd. Het helpt ook voorkomen dat kinderen de problemen van hun ouders erven, waardoor armoede overgaat van generatie op generatie. Wij willen dat elk kind ervaart dat hij of zij meedoet en erbij hoort; nú meedoen betekent straks meetellen. Activiteiten als sport, schoolreisjes en muziek horen bij de vorming van ieder kind.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 5

 
Toelichting
De grafiek laat het percentage van de zware voorzieningen voor Jeugdhulp zien, ten opzichte van het totaal aantal voorzieningen. De grafiek zegt dus niets over de totale inzet van Jeugdhulp. Onder zware voorzieningen voor Jeugdhulp valt het wonen en verblijf, maatregelhulp (jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugdzorg +), landelijk transitiearrangement (LTA) en beschikbaarheidsvoor-zieningen zoals het Coördinatiepunt spoedhulp, crisisbedden en driemilieus-voorzieningen.

Streefwaarde: Dat we de laatste jaren een lichte stijging zien van het aandeel zware jeugdhulp t.o.v. het totaal aantal voorzieningen kan te maken hebben met corona, wachttijden en de krappe ar-beidsmarkt. De toename in 2022 heeft deels ook te maken met de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel op 1 januari 2022. Het streven is om deze tendens vanaf 2023 om te buigen naar een daling ten opzichte van het totaal aantal voorzieningen.

Realisatie: 2024 laat een verdere daling zien van het aantal zware voorzieningen in verhouding tot de lichte voorzieningen voor Jeugdhulp. Daarmee komen we net onder het streefcijfer voor 2024 uit.
In absolute zin zien we echter dat het totaal van alle ingezette voorzieningen voor Jeugdhulp is gestegen van 11.176 in 2023 naar 11.571 in 2024 (+3%). Dat ligt in lijn ligt met de stijging van het totaal aantal kinderen met Jeugdhulp: 4.704 in 2023 en 4.866 in 2024 (+3%). Deze stijging is veroorzaakt door de stijging van het aantal lichte voorzieningen voor Jeugdhulp (8.365 in 2023 en 8.804 in 2024 (+5%)), het aantal zware voorzieningen is licht gedaald (2.811 in 2023 en 2.767 in 2024 (-1,5%).

Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).


 
Toelichting
Jeugdbescherming kan worden ingezet als de kinderrechter jeugdigen onder toezicht stelt wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt.
De grafiek laat het percentage van het aantal unieke kinderen en jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van het totaal aantal cliënten met Jeugdhulp zien.

Streefwaarde: We streven er naar dat via vroegtijdig signaleren en hulp bieden in situaties waarin het welzijn of de gezondheid van kinderen bedreigd wordt, het aantal uithuisplaatsingen afneemt vanaf 2023.

Realisatie: Het percentage kinderen met jeugdbescherming ten opzichte van alle Jeugdhulp is in 2024 opnieuw gedaald. We blijven daarmee ook in 2024 onder de streefwaarde. Het aantal kinderen met jeugdbescherming in 2024 is in absolute aantallen licht gedaald ten opzichte van 2023 (van 614 naar 607). Een positieve ontwikkeling is dat het aantal kinderen met jeugdbescherming niet meegroeit met het totaal aantal kinderen en jongeren met Jeugdhulp (in 2023 4.707 tegenover 4.866 in 2024).

Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

  

 
Toelichting
In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal jongeren met pleegzorg of een plaatsing in een gezinshuis afgezet tegen het totaal aantal jongeren met Jeugdhulp wonen & verblijf.

Streefwaarde: We streven naar een duurzame woonsituatie voor kinderen die niet thuis kunnen opgroeien. Plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis heeft dan de voorkeur boven andere verblijfsvoorzieningen. Tussentijdse cijfers over 2023 laten een verbetering zien ten opzichte van 2022. Daarmee zet de in 2022 ingezette trend van een hogere verwachte aantal duurzame plekken in pleeggezinnen of gezinshuizen zich voort.

Realisatie: Het totaal aantal kinderen en jongeren met pleegzorg of gezinshuiszorg is in 2024 licht gedaald ten opzichte van 2023 (van 443 naar 433). Uit analyses blijkt dat de daling zich uitsluitend voordoet binnen de pleegzorg. We vinden het belangrijk dat kinderen en jongeren die niet thuis kunnen wonen toch in een gezin opgroeien. In de strategienota 'Onze jeugd onze zorg' is een maatregel opgenomen waarmee we het netwerk van bestaande pleegzorgouders gaan ondersteunen. Daarmee behouden we de bestaande pleegouders. We bekijken hoe dit nieuwe netwerk van bestaande pleegouders ons kan helpen bij het werven van nieuwe pleegouders.

Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).


 
Toelichting
Huiselijk geweld is geweld door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Het gaat om geweld waarbij iemand afhankelijk is van de ander.
in deze grafiek worden alle meldingen van de verschillende vormen van huiselijk geweld getoond. Veilig Thuis Twente (VTT) is actief voor heel Twente. De grafiek laat daarom het jaarlijkse aantal meldingen van huiselijk geweld in heel Twente zien.

Streefwaarde: Veilig Thuis-organisaties kampen met een toename van meldingen. Deze ontwikkeling geeft reden om te breken met de dalende ambitie en een hogere streefwaarde voor 2027 op te nemen. We streven uiteindelijk weer naar een afname en een verbetering van de veiligheid van onze inwoners in gezins- en thuissituaties.

Realisatie: Het aantal meldingen in Twente bij VTT is in 2024 ten opzichte van 2023 gestegen met 7% naar 4.501. Ruim tweederde van het aantal meldingen heeft als achtergrond kindermishandeling (41,6%) of (ex)partnergeweld (26,7%).

Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.


 
Toelichting
In deze grafiek wordt het aantal unieke kinderen dat een verstrekking van de Stichting Leergeld heeft ontvangen weergegeven in een percentage ten opzichte van de totale groep kinderen van 4-18 jaar dat leeft in een gezin dat moet rondkomen met een inkomen onder 120% van het wettelijk sociaal minimum.

Streefwaarde: In afstemming met de Stichting Leergeld is de doelstelling nu vastgesteld op een minimaal bereik van 85% in 2026 (niet als ondergrens, maar als realistisch streven).

Realisatie: Het bereik van Stichting Leergeld is in 2024 licht gedaald ten opzichte van 2023. De afspraak was juist een stijging van het bereik. Stichting Leergeld ondersteunt kinderen van 4 t/m 17 jaar. Kinderen die 18 worden stromen uit, kinderen die 4 jaar worden kunnen instromen. Stichting Leergeld heeft in 2024 een grotere uitstroom aan 18-jarigen gehad dan instroom van 4-jarigen. Dat heeft geleid tot een lager aantal kinderen die zij konden ondersteunen en daarmee een lager bereik. Samen met scholen gaat Stichting Leergeld aan de slag om hier de oorzaken van te vinden.

Bron: CBS en Stichting Leergeld.

 
 
Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 2

01. We stellen een Lokale strategie Duurzame Jeugdhulp Enschede op. 

02. We vertalen het Toekomstscenario jeugd en gezinsbescherming naar de praktijk. 

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


03.02 Iedereen neemt volwaardig deel aan de samenleving

Afkomst, geslacht, milieu, opleiding en inkomen (bij jeugd van ouders), fysieke of verstandelijke beperking, bepalen nog te veel de invulling van talentontwikkeling, opleiding en werk. We maken van gewoon meedoen niet een individueel gevecht, maar een taak die we als samenleving hebben te vervullen. Hierbij letten we op een supporterende omgeving, voldoende passende plekken voor onze inwoners om mee te doen al dan niet via een passende plek op de arbeidsmarkt.
Rol gemeente: op basis van vertrouwen investeren in mensen door middel van het beschikbaar stellen van voorzieningen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten. Participatie, het meedoen en bijdragen aan de maatschappij, vertegenwoordigt voor een persoon allerlei positieve aspecten zoals zingeving, zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Maar participatie heeft in veel gevallen ook expliciete maatschappelijke relevantie en -baten. Bij dit subdoel ligt de focus op betekenisvolle participatie oftewel maatschappelijke inzet. Dit betreft vormen van actieve participatie die van belang zijn voor het individu, én tot doel hebben anderen te helpen of bij te dragen aan de leefomgeving of maatschappij.
b. Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren. Inwoners kunnen uiteenlopende uitdagingen ervaren die een hindernis vormen voor de gewenste mate van eigen kracht, zelfredzaamheid en het volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Beperkingen kunnen op fysiek, psychisch, taalvaardig en/of financieel gebied zijn.
c. We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat zijn thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning. Doel van de Wmo is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en deel te laten nemen aan het dagelijks leven, al dan niet met behulp van voorzieningen uit de Wmo. Dit sluit aan bij de wens van veel ouderen. Het stelt ze in staat om in de eigen vertrouwde omgeving met hun vertrouwde netwerk te blijven. Daarnaast geldt voor veel ouderen dat ze hun lage woonlasten behouden. Er kleven natuurlijk ook nadelen aan langer thuis blijven wonen, de woning moet toekomstbestendig gemaakt worden, sommige ouderen ervaren eenzaamheid en ondersteuning is vaak wenselijk. Het is belangrijk om per individu te blijven kijken naar de afweging tussen de voor- en nadelen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6

 
Toelichting
Deze indicator is een totaalscore van het percentage inwoners dat zich inzet voor buren, buren in een zorgwekkende situatie (eenzaamheid, zelfverwaarlozing of andere probleemsituatie), verenigingsleven, vrijwilligerswerk en/of zorg aan een hulpbehoevende naaste (mantelzorg) in de afgelopen twaalf maanden.

Streefwaarde: we willen een score aan het sterk-stedelijke gemiddelde (100.000-300.000 inwoners) dat rond de 4,0% ligt.

Realisatie: de score 2023 leek een uitschieter, echter: de score 2024 laat zien dat er wel sprake is van een groei in score, al is deze minder hoog dan in 2023. In 2024 scoren we niet alleen hoger dan voor de coronaperiode, maar ook boven de streefwaarde.

Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Waarstaatjegemeente.nl


 
Toelichting
Deze indicator is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet. Het betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club.

Streefwaarde: we willen een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeentegrootte 100.000-300.000 inwoners) in 2025.

Realisatie: we blijven een stabiel patroon in de scores zien met lichte schommelingen. Daarmee volgen we de trend van sterk-stedelijke gemeenten.
Voor de berekening van de score is in 2024 een iets andere rekenmethode toegepast dan in de jaren ervoor. Daarom zijn de realisatiecijfers van 2019 tot en met 2023 herberekend. Dit betekent dat we de streefwaarden bij de eerstvolgende begroting moeten aanpassen aan de nieuwe berekeningsmethodiek..

Bron: stadspanel Kennispunt Twente

  

 
Toelichting
Deze indicator is een specificatie van de indicator maatschappelijke inzet. Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. We meten hier het vrijwilligerswerk met structureel karakter.

Streefwaarde: we willen terug naar de scores voor 2018 en liefst zien we een geleidelijke toename tot 30%.

Realisatie: de score is sinds 2020 stabiel. Daarmee scoren we gelijk aan het sterk-stedelijk gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners). Landelijk is sprake van een geleidelijke afname. Via de opdracht aan MPact werken we aan het ondersteunen en stimuleren van het doen van vrijwilligerswerk.

Bron: stadspanel Kennispunt Twente


 
Toelichting
Deze indicator is een optelsom (schaalscore) van zeven onderdelen: (algemene) lichamelijke gezondheid, fysiek functioneren (bewegen), geestelijke gezondheid, taal & cultuur, financieel, gevoel er niet bij te horen/niet thuis te voelen en anders.

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners, basisjaar 2021).

Realisatie: de score is lager dan de afgelopen jaren en komt overeen met de ontwikkeling bij sterk-stedelijke gemeenten en Nederland. De daling is vooral zichtbaar bij lichamelijke gezondheid en fysiek functioneren, conform sterk-stedelijk gemiddelde.

Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.2 en 5.3


 
Toelichting
In deze grafiek wordt het aantal inwoners van Enschede (per 1.000 inwoners) in de eerste helft van een jaar getoond met een Wmo-voorziening, te weten Ondersteuning thuis, Hulp bij het huishouden en Hulpmiddelen en diensten.

Streefwaarde: Door de versterking van de sociale basis is de verwachting dat de verwachte groei kan worden gestabiliseerd doordat we meer inzetten op algemene vrij toegankelijke voorzieningen in de wijken en buurten. Het Rijk is van plan om per 2027 de inkomensafhankelijke eigen bijdrage weer in te stellen door middel van een nieuw wetsvoorstel. Dit geldt voor alle Wmo-voorzieningen. De verwachting is dat na invoering van deze wet het beroep op Wmo-voorzieningen afvlakt, doordat inwoners met een hoger inkomen bij een nieuwe aanvraag afzien van de inzet via de gemeente om-dat de eigen bijdrage hiervoor hoger is dan wanneer de ondersteuning zelf wordt georganiseerd.

Realisatie: Het aantal inwoners met Ondersteuning huishouden en of begeleiding is in 2024 geste-gen ten opzichte van 2023. Het beroep van inwoners op de hulpmiddelen en diensten is stabiel ge-bleven. We blijven met alle scores echter ruim onder de streefwaarden voor 2024. Het beroep op Wmo-voorzieningen moet worden beperkt door het uitvoeren van de strategienota “Samen leven, Samen zorgen”.

Bron: Wmo-voorspelmodel (vng.nl) en Dashboard - Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein - Enschede (waarstaatjegemeente.nl).

 

 
Toelichting
In deze grafiek wordt het percentage zelfstandig wonende inwoners van Enschede van 70 jaar en ouder getoond. Dit wordt gemeten aan de hand van het aantal ouderen met een indicatie voor de Wet langdurige zorg die niet zelfstandig wonen.

Streefwaarde: De afgelopen jaren is het aantal ouderen wat zelfstandig woont stabiel gebleven. Dit beeld is in de streefwaarden doorgetrokken tot en met 2027. Het Zorgkantoor is bezig het aantal intramurale plekken in Enschede te beperken. Dit heeft als effect dat het aantal inwoners dat zelfstandig woont iets groter wordt. Dit effect zal worden gematigd door de toenemende vergrijzing. Het effect is naar verwachting een beperkte netto stijging van het aantal zelfstandig wonende 70-plussers per 2028.

Realisatie: Het percentage zelfstandig wonende 70-plussers daalt in 2024. Op basis van gegevens van het CIZ blijkt dat een belangrijke reden hiervoor een hogere instroom in de Wlz Verpleging en verzorging is. De hogere instroom is vooral zichtbaar in de leeftijdscategorie 75 jaar en ouder. De gemeente Enschede heeft geen invloed op deze indicator, anders dan vanuit o.a. het bestemmingsplan verdere scheiding van wonen en zorg (extramuralisering) mogelijk te maken.

Bron: CBS, Monitor Sociaal Domein Wmo.

Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 8

01. We stellen in 2024 een beleidskader Wmo op. 
We hebben prioriteit gegeven aan de strategienota Samen Leven, Samen Zorgen. Het beleidskader volgt in 2025.
02. We voeren het beleidskader ‘Toezicht en handhaving Wmo en Jeugd’ 2022-2025 uit.  

03. We komen met een kadernota “Platina Perspectief”. 

04. We voeren het inclusiebeleid uit. 
De opdracht rondom het thema inclusie wordt momenteel uitgewerkt. Door personele uitval is de uitvoering van de genoemde speerpunten vertraagd.
05. We zetten in het kader van de Wet Inburgering 2021 in op het sneller toeleiden naar werk. 
De in de actie genoemde punten liggen in opzet allemaal wel op koers, alleen ontbreekt het op dit moment aan de capaciteit in de uitvoering om alle statushouders op te pakken. Oorzaak is het toenemende aantal statushouders, het feit dat Inburgering conform de Nieuwe Wet meer uitvoeringscapaciteit vraagt en de uitstroom uit het nieuwe (3-jarige) traject pas vanaf eind dit jaar gaat starten (waardoor de caseload nu dus nog steeds toeneemt). Daarnaast is het inburgeringstraject intensief, waardoor de combinatie werken en inburgeren in veel gevallen niet haalbaar is.

06. We stellen een integraal meerjarig beleidsprogramma migratie & integratie op. 
Door de drukte rondom het realiseren van een azc en de uitbreiding van de opvang Oekraïners is dit programma niet in 2024 gerealiseerd. De eerste contouren van het integraal meerjarig beleidsprogramma staan. We verwachten in het tweede kwartaal van 2025 het programma op te leveren.
07. We openen een semipermanente locatie voor het AZC. 

08. We vangen Oekraïense vluchtelingen op.  

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


03.03 Iedereen ontwikkelt zijn talenten (door)

We willen dat al onze inwoners hun talenten kunnen blijven doorontwikkelen, van jong tot oud. Hierbij willen we dat het milieu waarin je opgroeit (gezin, school, vereniging, buurt e.d.) geen rol speelt in de hoeveelheid kansen die je geboden krijgt. Daarbij begint het vanaf jonge leeftijd, waarbij er nauw samengewerkt moet worden met scholen. Maar zien we als gemeente ook een belangrijke rol in het klaarstomen voor de arbeidsmarkt voor al onze inwoners.
Rol gemeente: onze rol begint bij onze jeugd en jongeren. Hierbij sturen we op vroegtijdige preventie. Daarnaast sturen we op schoolgang en handhaven daar op. We zorgen dat er hulp komt voor jongeren met psychische problemen om toch door te kunnen met school en opleiding. We financieren het onderwijs om een breder aanbod te doen en het middenveld om veel jongeren te bereiken. Verder willen we dat ook als je ouder bent of nieuw bent in Nederland je kansen hebt om je verder door te ontwikkelen. We stimuleren een leven lang onderwijs.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben. Een schooldiploma vergroot de kans op participatie via betaald werk. Voor een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is een opleiding mbo2, havo-, vwo-, of hoger vereist. De inzet van de gemeente is om te voorkomen dat jongeren afhaken en om hen alsnog een diploma te laten behalen. Daarnaast ben je nooit te oud om te leren en zetten we in op een leven lang leren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1

 
Toelichting
Het hebben van een startkwalificatie (een diploma mbo2, havo-, vwo-, of hoger) is enorm belangrijk om een zelfstandig leven op te bouwen en te leiden. Zonder startkwalificatie is de kans zes keer zo groot op maatschappelijke uitval. Als je geen startkwalificatie haalt, is de kans één op drie dat je een participatiewet-uitkering nodig hebt. Daarom willen wij dat zoveel mogelijk inwoners een startkwalificatie hebben.

Streefwaarde: we willen de Europese doelstelling die groeit naar 80% halen, vanaf 2026.

Realisatie: de stijging van de score 202e ten opzichte van de score 2022 zet zich in 2024 voort. Via het regionaal programma De Twentse Belofte zetten we in op het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Bij de groep met multiproblematiek doen we dit via jongerencoaches. Deze aanpakken laten goede resultaten zien: voortijdig schoolverlaters gaan of terug naar school of vinden passend werk.

Bron: CBS-EBB

            
Acties 2024
TR24 JR24
Aantal acties: 2

01. We voeren de nota Kansrijk Enschede 2023-2033 uit. 

02. We borgen de pilot jongeren met schulden en voeren de pilot jongeren & criminaliteit uit. 

.

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

Wettelijk verplichte indicatoren

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl. Cijfers waar een * achter staat zijn voorlopig.

 

  Beleidsveld Naam indicator Eenheid Jaar Score Bron
17. 4. Onderwijs Absoluut verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar 2023 2,7 DUO/Ingrado
18. 4. Onderwijs Relatief verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar 2023 19 DUO/Ingrado
19. 4. Onderwijs Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs 2023 3,0 DUO/Ingrado
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters % 2022 44,4 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen (GGD, CBS, RIVM)
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen 2023 1,0 CBS
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar 2023 9,0 CBS
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar 2024 12,8* CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar 2024 1,6* CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar 2024 0,5 CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners 2024 990 CBS

.. Wat heeft het gekost?

In onderstaande taartdiagram zijn de gerealiseerde lasten per product weergegeven. 

Vitaal en sociaalBedragen x 1.000 eurosBegroting (primair)Begroting(na wijziging)RealisatieSaldo (- = nadeel)
Lasten491.064509.832517.499-7.667
Baten158.638174.807176.8992.092
Gerealiseerde saldo van baten en lasten-332.426-335.025-340.600-5.575
Storting reserves1.83617.85640.011-22.155
Onttrekking reserves9.41617.47435.47818.004
Gerealiseerde saldo van mutaties reserves7.581-382-4.533-4.151
Resultaat-324.845-335.407-345.133-9.726

Toelichting

Het resultaat van Vitaal & Sociaal over 2024 is na de mutaties op de reserves uitgekomen op een resultaat van 9,7 miljoen euro negatief. In dit resultaat is ook de stelpost onderuitputting Vitaal & Sociaal (3,5 miljoen euro), waar niet op gestuurd wordt, verwerkt.

De belangrijkste producten die bijdragen aan dit resultaat zijn:

  • Algemeen Maatschappelijke Voorzieningen (0,5 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door onderbesteding op de intensiveringen voor jongerenwerk, lagere uitvoeringskosten bij de wijkwijzers en onderbesteding bij inclusief beleid en het bestedingsplan versterken sociale basis.
  • Algemene bijstand levensonderhoud (1,5 miljoen euro voordeel): het rijksbudget BUIG is hoger vastgesteld dan de feitelijk uitgaven voor uitkeringen en loonkostensubsidies.
  • Inkomensondersteuning (2,3 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door een lager beroep op de bijzondere bijstand, een extra rijksbijdrage in de december--circulaire voor de Eenmalige Energie Toeslag en lagere uitgaven bij Stichting Leergeld en de Collectieve Ziektekostenverzekering. 
  • Jeugdhulp (18,9 miljoen euro nadeel): dit wordt met name veroorzaakt door een hogere indexatie contractuele tarieven ten opzichte van de gemeentelijke index. Daarnaast is sprake van hogere uitgaven als gevolg van volumegroei en zorgverzwaring, hogere uitgaven door de ombouw van verblijfplekken voor Jeugdzorg-plus en drie-milieusvoorzieningen naar kleinschalig woonvoorzieningen en een toename van zorgintensiteit op verblijfsproducten en specialistische hulp.
  • Ondersteuning Centrumtaken (Wmo) (5,1 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven op het subsidiebudget voor plekken voor beschermd wonen en een opwaartse bijstelling van de Integratie-uitkering voor beschermd wonen.
  • Ondersteuning lokaal (Wmo) (2,6 miljoen euro nadeel): dit wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven voor maatwerkvoorzieningen als gevolg van een volumegroei en meer inzet van specialistische begeleiding; Daarnaast hogere uitgaven door niet gecompenseerde tariefstijgingen en volumegroei bij de Huishoudelijk Ondersteuning.
  • Onderwijs (0,5 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven op het budgetten voor de Lokale Educatieve Agenda, en het Onderwijsachterstandenbeleid en lagere uitvoeringskosten voor Leerplicht/RMC/VSV-taken.
  • Opvang Ontheemden (0,6 miljoen euro nadeel): dit wordt met name veroorzaakt door hogere vervoerskosten van naar IOK De Globe.
  • Sociale werkvoorziening en nieuw beschut (1,7 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door lagere loonkosten van SW-personeel door een hoger verloop, hogere baten uit de omzet bij beschut werk en detacheringen en een hogere bijdrage Lage Inkomens Vergoeding.
  • Sport & Gezondheid (4,4 miljoen euro voordeel): dit wordt met name veroorzaakt door een onderbesteding van het intensiveringsbudget voor preventie, voordelen door het toerekenen van kosten aan de Brede SPUK GALA ten gunste van de algemene middelen, een voordelige exploitatieresultaat van de ijsbaan, lagere energiekosten bij Sportaal en een voordeel op de loon- en prijsbudget van Sportaal dat vanaf 2025 wordt ingezet voor het nieuwe zwembad.
  • Overige producten (0,2 miljoen nadeel): op de producten Ondersteuning Wijkteams, Schuldhulpverlening en Arbeidsmarktparticipatie is sprake van kleinere afwijkingen.
  • Stelpost onderuitputting Vitaal & Sociaal (3,5 miljoen euro nadeel)
    D
    eze stelpost heeft een negatief effect op het rekeningresultaat van Vitaal & Sociaal. Op deze stelpost wordt niet actief gestuurd.

 

Voor een nadere toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 8.2.