2.2 Versterken economie

Doelenboom

Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven) 1. Versterken (internationaal) ondernemersklimaat Innovatie en ondernemerschap Lasten 376
Baten 0
Versterken economische structuur Lasten 2.628
Baten 1.032
2. Brancheaanpak en acquisitie Dienstverlening aan ondernemers Lasten 1.325
Baten 13
3. Verstreken groene groei Versterken groene groei Lasten 0
Baten 0
4. Faciliteren kansrijke economische projecten Projecten economische ontwikkelingen Lasten 976
Baten 564
5. Bereikbaarheid (fysiek en digitaal) Verkeersinfrastructuur en beleid Lasten 10.253
Baten 5.420
Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk 6. Vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede Algemene bijstand levensonderhoud Lasten 108.961
Baten 98.832
Arbeidsmarktparticipatie Lasten 18.989
Baten 2.781
Uitvoering WSW Lasten 48.185
Baten 11.873
7. Investeren in werkgelegenheid Investeren in werkgelegenheid Lasten 0
Baten 0
Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt 8. Onderwijs en talentontwikkeling Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Lasten 147
Brede talentontwikkeling Lasten 866
Kinderopvang Lasten 1.359
Baten 207
Leerlingenvervoer Lasten 1.580
Baten 24
Leerplicht / RMC / Onderwijskwaliteit Lasten 8.464
Baten 7.738

 

Wat hebben we bereikt?

2016 was in veel opzichten een positief jaar. Het aantal banen nam toe, het aantal vacatures steeg, veel ondernemers zochten een nieuwe plek op de toplocaties (binnenstad, Kennispark en Luchthaven), er werd veel geïnvesteerd door derden op die locaties en er is veel inzet gepleegd op het versterken van internationale banden met nadruk op de band met Duitsland. Hier tegenover stond een stabilisatie van de werkloosheid en een nog bescheiden groei in het aantal bijstandsgerechtigden. Deze groep heeft nog niet kunnen profiteren van de aantrekkende economie.

In de binnenstad hebben veel nieuwe formules hun deuren geopend of zijn verplaatst (Sostrene Grene, Hema, winkels in de Haverstraatpassage) en is bekend geworden dat Hudson Bay het voormalige V&D pand gaat invullen. Ook vonden er meerdere herontwikkelingen plaats om bijvoorbeeld plaats te gaan bieden aan een Zara Flagstore. De leegstand in de binnenstad is sterk gedaald en het aantal bezoekers nam flink toe. De positie van de binnenstad in de (Eu)regio werd steeds sterker.

Er was veel interesse van ondernemers om zich te vestigen op Kennispark. In december hebben Demcon, de UT, de Herstructureringsmaatschappij Overijssel en verschillende andere ondernemingen  plannen gepresenteerd voor vastgoedinvesteringen binnen het gebied ter grootte van ongeveer 100 miljoen euro voor de komende 3 tot 5 jaar. Hiervoor wordt een nieuw gezamenlijk visiedocument opgesteld. Met de Stichting Kennispark is een nieuw convenant vastgesteld.

In 2016 hebben de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente overeenstemming bereikt over een nieuwe grondexploitatie (waaronder het beschikbaar stellen van een investeringsbudget), versterking van de projectorganisatie en het wegnemen van planologische knelpunten. Daarmee is een goede basis gelegd voor de ontwikkeling van XL Businesspark.

Voor het noordelijk deel van de Luchthaven is in 2016 verder gewerkt aan de juridische procedures voor het bestemmingsplan en het luchthavenbesluit (Provincie). Belangrijkste ontwikkelingen qua bedrijvigheid waren Space53: de eerste nationale testlocatie voor drones en unmanned systems (en samenwerking met Nokia), de Twentse Safety Campus die steeds meer bedrijven uit de regio trekt voor het testen van nieuwe producten en opleiden van personeel en de voorbereidingen voor het starten van de proeffabriek voor AMM. Naast het daadwerkelijk vliegen is ook de belangstelling voor luchthaven-gebonden bedrijvigheid groot. AXL deed in januari 2016 de aankondiging van haar vestiging op TechnologyBase. Inmiddels is dit overgenomen door AELS.

In 2016 zijn grote stappen gezet in het uitbouwen van acquisitie. Dit gebeurde zowel in regionaal verband als binnen onze eigen organisatie. In regionaal verband zijn per september 2016 twee acquisiteurs werkzaam op HTSM. 

In oktober hebben wij een lange termijn ambitieniveau vastgesteld voor bereikbaarheid. Dat wil zeggen dat Arnhem, Zwolle en Münster met de trein binnen een half uur bereikbaar moeten zijn. Voor de treinverbinding naar Amsterdam hebben wij de ambitie vastgesteld op 1,5 uur. Ook is een plan van aanpak vastgesteld om voor de zomervakantie van 2017 te komen met een integrale bereikbaarheidsagenda, voor alle modaliteiten in alle windrichtingen. Aangesloten wordt bij de uitkomsten van het onderzoek Kracht van Oost-Nederland om daarmee een voldoende economische onderbouwing te hebben voor deze ambities. Deze bereikbaarheidsambities zijn ook opgenomen in de Duitslandagenda, de strategische samenwerkingsagenda onderwijspartners en de bilaterale samenwerking met Münster. In december heeft de regio Twente hetzelfde ambitieniveau en plan van aanpak vastgesteld. 

Het aantal mensen in de bijstand bleef ongeveer stabiel (stijging van 1%). Een uitzonderlijke prestatie als je dit afzet tegen de landelijke ontwikkelingen (een toename van 3,6%) en  bij andere grote gemeenten (2,9%). Het verschil tussen instroom in en uitstroom uit de bijstand was kleiner dan vorig jaar. De belangrijkste redenen van de kleine toename van het bestand waren de instroom van statushouders,  verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en  instroom van de nieuwe doelgroep die voorheen een beroep deed op de Wajong.

Voor het bijstandsbudget is gebruik gemaakt van het met ingang van 2015 ingevoerde verdeelmodel van het SCP met - naar aanleiding van diverse aangedragen verbeterpunten - aanpassingen voor 2016. Een deel van deze verbeterpunten is voor 2016 meegenomen. Een ander deel van de verbeteringen van het model wordt pas vanaf 2017 ingevoerd. Voor Enschede betekende dat in 2016 een verlaging van het bijstandsbudget ten opzichte van 2015.

De SW heeft in 2016 0,3 miljoen euro meer omzet gerealiseerd dan begroot. Hiervan is 0,2 miljoen euro gerealiseerd door bij werkgevers gedetacheerde SW-medewerkers en 0,1 miljoen euro binnen het Beschutte bedrijf (de DCW). Een behoorlijk deel van de omzetgroei bij de DCW komt uit omzet via opdrachten uit Duitsland. Daarnaast zijn de operationele kosten van de gehele SW ongeveer 0,8 miljoen euro minder dan begroot. Beide resultaten hebben er mede toe geleid dat er in 2016 een minder groot beroep op het Participatiebudget is gedaan.

De inzet op het gebied van onderwijs richtte zich in het kader van de LEA in 2016 vooral op de Duitse taal, programmeren en het verbinden van het onderwijs met de wijken. In 2016 is het project "spreek je buurtaal" gestart om de Duitse taal en cultuur een vaste plek te geven in het curriculum van scholen. Naar aanleiding van een werkreis naar Denemarken is een gezamenlijk ontwikkelkader opgesteld ten aanzien van de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdhulp. Ten aanzien van het Onderwijsachterstandenbeleid is in 2016 veel aandacht geweest voor onder meer collegiale consultatie in de voor- en vroegschool, de doorgaande leer- en ontwikkellijn en de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers. Op meerdere aspecten krijgt het Enschedese VVE-beleid het predicaat “voorbeeld voor andere steden".

Financieel resultaat
Het financieel resultaat is uitgekomen op een voordeel van 1,3 miljoen euro ten opzichte van de actuele begroting. Dit is 2,3 miljoen euro voordeliger ten opzichte van de prognose bij de Zomernota. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van het beeld van de Zomernota betreffen het voordeel van 0,7 miljoen euro bij het product arbeidsmarktparticipatie en een voordeel van 0,6 miljoen euro bij de Sociale Werkvoorziening. Daarnaast zijn er aanvullende voordelen ontstaan bij Kinderopvang van 300.000 euro en diverse kleinere voordelen op andere producten.

Indicatoren

Doelstelling A: Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven)

1. Aantal banen

 

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
Deze grafieken tonen de ontwikkeling van het aantal banen in Enschede en Twente. Het aantal banen is het aantal werkelijk ingevulde arbeidsplaatsen in Enschede en Twente. Het aantal arbeidsplaatsen zegt iets over de vitaliteit van de economie.

De streefwaarde is gebaseerd op de landelijke prognose van de banengroei door het UWV in 2015 (het moment dat de Programmabegroting 2016-2019 werd gemaakt).

De banengroei in Enschede en Twente lag in 2014 en 2015 aanzienlijk hoger dan landelijk. In 2016 stijgt het aantal banen met 1% in Enschede. Landelijk stijgt het aantal banen met 1,1%.  De banengroei in Twente stabiliseert  in 2016. Terwijl de banen in Enschede in 2015 in alle sectoren groeiden, zien we in 2016 ook sectoren met een daling in banen. In 2016 nemen de banen in Enschede het meeste toe in de sectoren "informatie en communicatie" en "horeca". De grootste daling in banen zit in de sectoren "maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting", "zorg/verpleging met overnachting" en "sport en recreatie".

2. Bruto Regionaal Product Twente per inwoner

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
Het Bruto Regionaal Product (BRP Twente) is de totale - toegevoegde - waarde van alles wat in Twente aan goederen en diensten wordt geproduceerd. Het zegt iets over de concurrentiekracht van een regio. In Twents verband zetten we in op toename van het BRP Twente. De streefwaarde is gebaseerd op de landelijke prognose van groei BRP. Het BRP voor Twente groeit en ontwikkelt zich in een gelijke lijn met Nederland gemiddeld. De cijfers van 2015 zijn de meest recente cijfers.

3. Waardering dienstverlening Ondernemersloket

 
 

Toelichting
We vragen de ondernemers hoe zij de dienstverlening door de accountmanagers van het Ondernemersloket hebben ervaren. Ook vragen we naar de tevredenheid over de informatieverstrekking door het Ondernemersloket.

Het cijfer is een gemiddelde van vier metingen in een jaar. Het gemiddelde ligt boven het streefcijfer van een 8.

4. Bereikbaarheid Enschede West en centrum (lager dan 100 betekent beter bereikbaar)

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
De bereikbaarheidsindicator is in 2011 gestart als een indexcijfer van de reistijden over een aantal invalswegen naar het centrum van Enschede. Een lagere waarde betekent dat de reistijd ten opzichte van 2011 verbeterd is. De totale waarde van de bereikbaarheidsindicator is in 2016 ten opzichte van 2015 heel licht gedaald (86,6 naar 85,3). Dit komt met name door de lagere reistijd die is gemeten op het Oost traject (Oostweg – Gronausestraat – Van Heek garage Oost ingang). Dit beeld is enigszins vertekenend aangezien er significante invloed is geweest van de langdurige werkzaamheden in Duitsland aan de B54. De weg is zelfs maandenlang afgesloten geweest. Hierdoor reed er veel minder verkeer van/naar Duitsland over de Oostweg. Verkeer is veelal verschoven naar de route Gronausestraat – Glanerbrug – Gronau – Ochtrup. Op dit traject zal de reistijd juist significant zijn toegenomen, en per saldo waarschijnlijk sterker dan de afname op het Oostweg deeltraject. Deze uitwijkroute zit echter niet in het reistijdmeetprogramma. Op de deeltrajecten West (Westerval – Parkweg) en Zuid (Zuiderval – Van Heekgarage) is de indicator en dus de reistijd nagenoeg constant gebleven. De meerjarige trend is dat na een aantal jaren van dalende reistijden, waarschijnlijk samenhangend met de economische crisis, sinds 2014 de reistijden gemiddeld gezien stabiliseren.

5. Energiebesparing bedrijfsleven (mutatie emissie CO2)
Gas:

 
 

Elektra:

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
In deze twee grafieken wordt het energieverbruik van de Enschedese bedrijven in kaart gebracht. Het streven is om het energieverbruik in 10 jaar tijd met 12% naar beneden te krijgen. Dit streven is vastgelegd in het actieplan Duurzaamheid van juni 2015. Dit betekent een afname van het verbruik van gas en elektriciteit van 1,2% per jaar (de streefwaarde in de grafieken). De streefwaarde gaat in vanaf 2016 (afname met 1,2% ten opzichte van het jaar ervoor). In 2016 zien we dat het verbruik van gas is toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor en het verbruik van elektriciteit is gedaald. De daling van het elektriciteitsverbruik is echter lager dan de streefwaarde.

De indicatoren geven met name de trend met betrekking tot energiebesparing aan. Een koude winter en nieuwe bedrijven beïnvloeden de uitkomst van deze indicatoren. In het actieplan duurzaamheid is vastgesteld welke maatregelen de gemeente zelfstandig of met partners neemt om energiebesparing te bevorderen. Nadrukkelijk is hier echter ook gesteld dat hierbij voor de gemeente geen resultaatverplichting kan gelden, maar een inspanningsverplichting. We blijven werken aan de aanpak en resultaten zoals geformuleerd in het actieplan.

6. Groene groei: aantal bedrijven dat deelneemt in een maatwerkconvenant op het thema groene groei

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
Deze grafiek laat zien hoeveel bedrijven deelnemen in een convenant 'groene groei' op basis van het Actieplan Duurzaamheid. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2016 getroffen. Kern van het convenant is de plaatsing van zonnepanelen. Eind 2016 is bekend geworden dat de SDE+ subsidie niet is toegekend, waardoor het convenant vertraging heeft opgelopen.

Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk

7. De netto participatiegraad

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
De netto participatiegraad geeft aan welk deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Vooral die laatste groep zien we graag kleiner worden.

Het streven in deze grafiek is gebaseerd op een eigen inschatting.

Na een stijging van de netto participatiegraad in 2015, daalt deze weer in 2016. Dit hangt samen met een afname van het werkende deel van de beroepsbevolking. De afnemende beroepsbevolking is ook de reden waarom de werkloosheid niet daalde in 2016: het aantal werklozen bleef gelijk in 2016, maar het aantal mensen dat werkte daalde waardoor het werkloosheidspercentage met 0,1% toenam tot 8,6% (het werkloosheidspercentage is het aantal werklozen/de totale beroepsbevolking).

 8. Aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) en aantal mensen met een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand/Participatiewet (WWB/PW)

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
Met deze indicator zien we hoeveel inwoners als niet werkende werkzoekende staan geregistreerd bij het UWV (mensen met een WW uitkering of een bijstandsuitkering, of mensen zonder een uitkering die weer aan de slag willen) en hoeveel huishoudens een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet hebben. Dit laatste gegeven beïnvloedt in hoge mate de gemeentelijke financiële positie.

Het streven in de grafiek is gebaseerd op de landelijke ontwikkeling in het jaar van realisatie. In 2016 is het aantal NWW'ers in Enschede gedaald met 10%. Landelijk lag de daling op 13%. De ontwikkeling van het aantal NWW'ers is dus minder gunstig verlopen in Enschede dan in Nederland.

In 2016 is het aantal Enschedese huishoudens met een bijstandsuitkering gestegen met 1%. Landelijk lag deze stijging aanzienlijk hoger: 3,6%. Dit is juist weer een gunstige ontwikkeling voor onze gemeente.

9. Onderwijsindex, bestaat uit: 
9A. Verdeling van leerlingen over niveaus voortgezet onderwijs (VO), volgens advies primair onderwijs (PO)

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
Deze indicator geeft een beeld met welk onderwijsadvies kinderen de basisschool verlaten. Dit zegt iets over het succes van het voortraject (VVE en basisschool) en over het percentage leerlingen voor wie MBO-niveau 3 haalbaar zou zijn. 

Analyse
De advisering richting het praktijkonderwijs blijft stabiel. Het aandeel VMBO stijgt iets ten opzichte van de deelname aan het HAVO/VWO. Nadere analyse laat zien dat de relatieve groei van het VMBO vooral bij de opleidingen K en T plaatsvindt. Kijkend naar de advisering over langere termijn valt op dat de advisering in Enschede lager is dan het landelijk gemiddelde, maar dat de laatste jaren het gemiddelde in Enschede licht stijgt. In de contacten met de onderwijsbesturen blijft dit thema op de agenda staan.

9B. Beroepsbevolking met opleidingsniveau MBO 2 en hoger

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt. Jongeren met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand. Het streven is om het aandeel MBO 2 en hoger in de beroepsbevolking te vergroten.

Analyse
De stijging van het opleidingsniveau in 2016 hangt samen met de daling van de beroepsbevolking, waarbij vooral laagopgeleiden zijn gestopt met werken en mensen tussen de 25 en 45 jaar (dus niet gepensioneerden). Anders gezegd: het absolute aantal mensen met MBO+ niveau is gelijk gebleven. Procentueel is het opleidingsniveau van deze groep echter toegenomen omdat de groep lager opgeleiden in absolute zin kleiner is geworden.

9C. Percentage VO-leerlingen met een technisch profiel (derde en vierde leerjaar)

 
 

 

9D. Percentage afgestudeerden MBO, HBO, UT met een technische studie

 
 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. 

Toelichting
De twee technische indicatoren 9C en 9D zijn gekozen, omdat voor de toekomst grote tekorten worden verwacht in technisch geschoold personeel. Daarom hebben jongeren met een technische opleiding meer kans om een baan te vinden.

De werkelijke cijfers in het VO liggen hoger dan de streefcijfers, waarbij de toename in het VMBO (41% naar 46%) opvalt. Beroepsgerichte opleidingen op VMBO niveau winnen weer aan populariteit. Nu de effecten van de economische crisis sterk afgenomen zijn, zit er in deze hoek weer beroepsperspectief waardoor jongeren eerder voor deze studierichting kiezen.

De cijfers bij het MBO, HBO en WO laten een vrij constant beeld zien. Studiekeuzes worden door meerdere factoren bepaald. Beïnvloeding hiervan vindt plaats in de voorafgaande jaren. Effecten hiervan zijn pas na enkele jaren zichtbaar.

Wat hebben we ervoor gedaan?

Doelstelling A: Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).

Actiepunten 2016 Status Zomernota Status 31/12/2016
Thema 1 en 2: versterken (internationaal) ondernemersklimaat  &  brancheaanpak en acquisitie.    
1. Er wordt een "rode loper"-aanpak ontwikkeld voor nieuwe bedrijven en bestaande bedrijven die willen uitbreiden of verplaatsen. Hieronder vallen: intensivering van de acquisitie en extra inzet op het wegnemen van belemmeringen.
2. De Twente Board, gemeenten, provincie, bedrijfsleven, Port of Twente, Kennispark, Oost NV, WTC en Twentebranding werken in een netwerkstructuur samen aan het aantrekken van nieuwe bedrijven en het faciliteren van het huidige bedrijfsleven in Twente. De actualiteit is hierbij leidend. De aansturing, bekostiging en werkwijze/aanpak van deze netwerkstructuur worden/zijn vanaf januari 2016 uitgewerkt en geïmplementeerd.  
3. Het sectoraal werken (branche aanpak) met regionaal bestuurlijke en ambtelijke trekkers per sector, dat in 2015 is gestart als pilot, wordt structureel ingebed.
4. In 2016 wordt de Twentebrede Visie Werklocaties opgesteld. Dit is een vervolg op de bedrijventerreinenvisie uit 2014.
5. De regionale samenwerking op economische zaken (een maandelijkse regionale EZ-dag) wordt gecontinueerd en daar waar mogelijk geïntensiveerd. In 2016 wordt het regionale ambtelijk overleg Economische Zaken en het regionale ambtelijk overleg Arbeidsmarkt op basis van een integrale agenda deels samengevoegd.
6. Er komt een internationaal beleidsplan ondersteunend aan en in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Thema 3: versterken groene groei.    
7. In lijn met het Actieplan Duurzaamheid dragen we bij aan groene groei en verdere verduurzaming van de regionale economie. Dit gebeurt langs twee sporen. Langs spoor één versterken we de kansen voor werkgelegenheid binnen het thema duurzaamheid voor de korte termijn (bijvoorbeeld energiebesparing gebouwde omgeving). Langs spoor twee versterken we de waardeketens rond het thema duurzaamheid voor de langere termijn (biobased economy, circulaire economie):    
7A. We sluiten drie maatwerkconvenanten met drie netwerken van bedrijven die op onderdelen van groene groei koploper willen zijn.  
7B. Daar waar in het tweede spoor kansrijke mogelijkheden worden geïdentificeerd voor de versterking van waardeketens voor bijvoorbeeld de regionale circulaire economie en biobased economy, worden die ook binnen de thema's 'ondernemersklimaat' en 'branche-aanpak en acquisitie' geagendeerd en opgepakt.  
Thema 4: faciliteren kansrijke economische projecten.    
8. Kennispark: de inzet is om het midden- en kleinbedrijf (MKB) beter te verbinden met het onderwijs en onderzoek (UT, Saxion en Kennispark). Op fysiek vlak zetten we samen met de provincie in op realisatie van fase twee van het masterplan Kennispark. Met deze middelen wordt de transformatie ingezet van een modern gemengde werklocatie naar een innovatieve campusomgeving met internationale allure. De kwaliteit van de openbare ruimte in het gebied wordt verhoogd en er wordt een innovatiepad aangelegd. Het doel is het vestigingsklimaat in het gebied dusdanig te maken dat de ondernemers verleid worden om daarna zelf het parkmanagement op te pakken. Daarnaast wordt ingezet op de realisatie van de tweede fase van de incubator The Gallery gecombineerd met de verhuizing van de huurders van het verouderde BTC-gebouw naar The Gallery. De locatie van het BTC-gebouw wordt door de provincie opgekocht om deze verhuizing mogelijk te maken en wordt vervolgens ingezet voor de realisatie van een centraal parkeergebouw gelegen aan het innovatiepad.  
9. XL Businesspark: het tweede deel van het terrein wordt in uitgave genomen en er vindt een doorontwikkeling plaats van de organisatie van het XL Businesspark. Op dit moment wordt bekeken hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. De huidige samenwerking kan worden gecontinueerd, maar een ontvlechtingsstrategie behoort ook tot de mogelijkheden. De opties worden in het najaar van 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht.   
10. Luchthaven (noordelijk deel): In 2016 zullen de juridische procedures voor het bestemmingsplan en het luchthavenbesluit worden afgerond. Ook vestigt in januari het eerste nieuwe bedrijf zich in het gebied. Het Kwaliteitsteam en het Topteam treden in alle processen op als adviseur en het Topteam werkt verder aan de concrete invulling van de TecBT. Na het wegvallen van het draagvlak voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven (medio 2014) vond er een heroriëntatie plaats. Na het advies van de Commissie van Wijzen om het gebied van de luchthaven te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een plan van aanpak opgesteld. Recent hebben de staten en de raad het plan aanvaard. De colleges van GS en B&W kregen vervolgens de opdracht het plan van aanpak uit te voeren. Eén van de opdrachten in het plan van aanpak is het onderzoeken van het ontvlechten van de woongebieden. Naast het bieden van planologische ruimte voor de ontwikkeling van Technology Base en het oplossen van de ruimtelijke en financiële effecten, gaat het hierbij om het ontvlechten van de woongebieden binnen de gebiedsontwikkeling. Eventuele (financiële) effecten kunnen we op dit moment nog niet weergeven.
Thema 5: bereikbaarheid (fysiek en digitaal).    
11. Het afronden van de aanleg van het laatste deel van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (tussen Goolkatenweg en Uranusstraat).  
12. De aanleg van de fietsbrug Auke Vleerstraat ter hoogte van het B&S-park.  
13. Een lobby op betere (inter)nationale verbindingen (onder andere via onderzoeksprojecten van de Euregio).  

Legenda: = niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


Toelichting

Actiepunt 4: in 2016 zijn in de regio Twente  goede stappen gezet in het formuleren van afspraken over de programmering van bedrijventerreinen. De afronding van een gezamenlijk voorstel volgt volgens de huidige planning begin 2017. Dit is later dan de oorspronkelijke planning. De discussie over de economische visie onder de visie werklocaties heeft langer geduurd dan verwacht. Een voorstel aan de afzonderlijke Raden en Staten is voorzien eind tweede kwartaal 2017. 

Actiepunt 7A: In 2016 is één groot maatwerkconvenant voorbereid met bedrijven en bedrijventerreinen. Deze wordt naar verwachting in de eerste helft van 2017 ondertekend. Het convenant is breed en omvat onderwerpen als energiebesparing, eigen opwek en bijvoorbeeld smart grid voor de Josink Es. We hebben gewerkt aan één convenant, omdat niet zozeer het aantal convenanten maar het aantal bedrijven leidend is geweest bij de voorbereiding. Het convenant heeft vertraging opgelopen omdat de ondertekening door partijen is gekoppeld aan het binnenhalen van een SDE subsidie voor zonne-energie op verschillende bedrijfsdaken. Deze subsidie is niet toegekend. Er wordt nu gewerkt aan een ontkoppeling van convenant en subsidie.

Actiepunt 10: Ondanks bijschakelen van extra inzet heeft het hele proces van juridische procedures meer tijd gekost dan voorheen ingeschat. Dit komt onder andere door de nieuwe regelgeving over stikstof depositie en ecologie, waardoor nieuwe onderzoeken op het gebied van flora en fauna nodig waren. Daardoor is de afronding van beide besluiten doorgeschoven naar 2017. Het Luchthaven besluit is in 2017 al vastgesteld, het bestemmingsplan nog niet.

Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk.

Actiepunten 2016 Status Zomernota Status 31/12/2016
Thema 6: vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede.    
14. De samenwerking met de uitzendbureaus die in 2015 is gestart, wordt gecontinueerd en waar mogelijk geïntensiveerd en uitgebreid.  
15. Met moderne digitale middelen ondersteunen we werkzoekenden, zodat zij op eigen kracht werk kunnen vinden. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen van het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt. Hierbij hebben we het plan om een pilot met digitale ondersteuning voor werkgevers te starten.   
16. Vanuit het Werkplein Twente hebben gemeenten en UWV één regionale werkgeversbenadering. Daarbij is sprake van een gezamenlijk, regionaal aanbod van werkgerichte arbeidsmarktinstrumenten. Daarnaast zorgen zij dat werkzoekenden die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen bemiddeld worden naar banen in het kader van 'de baanafspraak' met het Regionale Werkbedrijf.  
17. Participatiewet 2016: de drie decentralisaties van Jeugdzorg, de Wmo en Participatiewet vinden plaats in onderlinge samenhang en binnen de wettelijke kaders van het sociaal domein. De transitiefase is afgerond en de transformatiefase is gaande en loopt nog in 2016 door. Er wordt een 'Integraal gemeenschappelijk beleidskader sociaal domein' opgesteld en de afstemming in de uitvoering wordt verder doorontwikkeld.
 
18. De regionale samenwerking wordt verder geïntensiveerd om uitvoering te geven aan het arbeidsmarktbewerkingsplan. Het regionale Werkbedrijf stelde dit plan op om garantiebanen te realiseren in het kader van de afspraken in het sociaal akkoord.  
19. Sociale Werkvoorziening: in 2016 wordt de eerste jaarschijf van de maatregelen van de "Kadernota Werken naar vermogen en de ontwikkeling van de Sociale Werkvoorziening Enschede 2016-2020" uitgevoerd.  
20. In het kader van 'meer werk' wordt extra ingezet op Duitsland, wordt de aanpak van Direct Werk geïntensiveerd en gaan we door met innovaties in begeleiding van werkzoekenden. 


 

21. Door de herinvoering van de periodieke herbeoordeling van uitkeringsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ontstaat meer contact tussen de gemeente en de uitkeringsgerechtigden. Het contact is niet alleen gericht op het vaststellen van de rechtmatigheid van de uitkering, maar ook op het inventariseren en stimuleren van de maatschappelijke participatie.  
Thema 7: investeren in werkgelegenheid.    
22. Op basis van Twente Werkt! voeren we met collega's en partners in de regio acties uit op de terreinen: versterken van High Tech Systems and Materials, het stimuleren van de groei van het MKB, versterken van het vestigingsklimaat en acquisitie, een duurzame arbeidsmarkt en internationalisering.  
23. De voortzetting van het bestaande beleid op basis van de uitgangspunten: arbeidsvermogen en loonwaarde en 'alle arbeid is passend'.  
24. De kansen in Duitsland worden verder uitgewerkt langs de lijnen van bemiddelingen op vacatures, een Social Impact Bond, vergroten van het netwerk, intensivering van de samenwerking met Gronau, acquisitie en projecten. 
25. Het sectorplan Twente Werkt!, intersectoraal mobiliteitsplan 2015-2017.  

Legenda: = niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.


Toelichting

Actiepunt 15: de pilot "digitale ondersteuning voor werkgevers" is nog niet gestart in 2016 omdat er nog wat vraagstukken lagen. Deze vraagstukken betroffen: de aansluiting van systemen (met het UWV), afspraken die moeten worden gemaakt met de leverancier van het systeem en de wens om de resultaten van de digitale ondersteuning aan werkzoekenden (DIA) mee te nemen (die pas in 2017 bekend zijn).

Actiepunt 17: in 2016 is vooral aandacht besteed aan het afstemmen van processen binnen de uitvoering van de onderdelen van het sociaal domein. Het gemeenschappelijk kader volgt in 2017.

Actiepunt 20: gelijk aan de vermelding in de Zomernota 2016 geldt hier dat de inzet op meer uitstroom naar werk effect heeft, maar niet genoeg om met de uitgaven voor bijstand binnen de begroting te blijven.

Actiepunt 21: het project RAP (rechtmatigheid, aandacht, participatie) laat positieve effecten zien als gevolg van beëindigde of aangepast uitkeringen. Op basis van het project RAP is in 2016 1,4 miljoen euro bespaard.  Dit is een mooi resultaat, maar minder dan oorspronkelijk was ingeschat. De inschattingen worden daarom bijgesteld voor de komende jaren.

Doelstelling C: Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt.

Actiepunten 2016 Status Zomernota Status 31/12/2016
Thema 8: Onderwijs en talentontwikkeling.    
28. Op basis van de Lokale Educatieve Agenda werken we samen met de scholen aan de volgende thema's:    
      A. Invloed van jongeren op onderwijs, stad en hun toekomst. Dit realiseren we via een Jongerenberaad en een Jeugdlintje.  
      B. Ouders en scholen als partner: via ouderbeleidsplannen op elke school.  
      C. Focus op de groei van élk talent. Dit realiseren we als gemeente vooral via onze subsidieregeling Groei van Talent, waar scholen projecten voor indienen.  
      D. Veilige en ondersteunende leeromgeving: via OnderwijsAchterstandenBeleid, subsidieregeling voor scholen, VVE-beleid (voor- en vroegschoolse educatie), IKC-beleid (integrale kindcentra), Passend Onderwijs, Leerlingenvervoer en Leerplicht/RegionaleMeldCoördinatiefunctie.  
      E. Goed beeld van toekomstmogelijkheden: via beroepenoriëntatie en -excursies, jong ondernemerschap via de scholen, kennismaking met vrijwilligerswerk via maatschappelijke stage in het derde leerjaar voortgezet onderwijs, via Euregionale focus (stimuleren van onderwijs in de buurtaal en uitwisselingen tussen scholen in Enschede en Duitsland) en via internationale uitwisseling tussen scholen in Enschede en onze zustersteden Palo Alto en Dalian.  
      F. Wetenschap & technologie: via uitvoering Techniekpact Twente. In het Techniekpact Twente zitten de volgende onderdelen: 20 Days of Technology, internationale school en Twente goes Techno waarbij VO-leerlingen uit het tweede en derde leerjaar op  excursie gaan naar bedrijven in de techniek in november 2016.  
29. Internationale school: De stichting Consent en het Stedelijk Lyceum vormen samen de International School Twente (IST). In 2016 werken zij aan een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Het Stedelijk Lyceum werkt daarbij aan het International Baccalaureate Diploma Program.  
30. Leerlingenvervoer: In september 2016 wordt de aanpassing van de verordening leerlingenvervoer m.b.t. de maatregel om het SO gelijk te stellen aan het VO geëvalueerd. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en leerlingen uit het regulier voortgezet onderwijs worden op basis van deze regeling gelijkgesteld. Hierbij worden ook de uitkomsten van de op dit onderdeel ingevoerde inkomensafhankelijke tegemoetkoming en maatwerkmaatregelen (bijvoorbeeld pilot Go-OV) betrokken. Binnen het geheel van de regeling Leerlingenvervoer staat maatwerk steeds meer centraal.  
31. Voor- en vroegschoolse educatie: In 2016 blijven we de verbeteringen in het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en peuteropvang binnen de Integrale Kindcentra (IKC's) ondersteunen. Dit aanbod aan circa 1.600 peuters is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd. Daarnaast wordt deelname aan peuter- en VVE-arrangementen in 2016 goedkoper voor ouders, waardoor de toegankelijkheid verbetert. Daarmee krijgen meer peuters een betere start in het basisonderwijs. Met als uiteindelijk doel een startkwalificatie en zelfredzaamheid in de samenleving. Verder denken we actief mee met het ministerie van SZW om de bureaucratie rondom de inkomensvaststelling en eigen bijdragen terug te dringen. Tenslotte bereiden we in 2016 samen met de IKC-partners scherpe keuzes voor in het licht van de daling van deze budgetten na 2016.  

Legenda: = niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

 

Wat heeft het gekost?

In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.

 

Bedragen x 1.000 eurosVersterken economieBegroting (primair)Begroting(na wijziging)RealisatieSaldo (- = nadeel)
Lasten192.420200.696204.108-3.412
Baten112.400120.425128.4848.059
Gerealiseerde saldo van baten en lasten80.02080.27175.6244.647
Storting reserves2.1062.0052.625-620
Onttrekking reserves6.0896.3753.610-2.766
Gerealiseerde saldo van mutaties reserves-3.983-4.370-985-3.386
Resultaat76.03775.90174.6391.261

Toelichting

Het resultaat van het programma Versterken Economie is uitgekomen op een voordelig saldo van 1,3 miljoen euro. De belangrijkste onderdelen van dit resultaat zijn als volgt.
Bij het product Algemene Bijstand Levensonderhoud is sprake van een nadeel van 1,6 miljoen euro. Het totale tekort op de bijstandsuitgaven bedraagt 5,5 miljoen euro. We gaan er vanuit dat er via een vangnetuitkering van 3,9 miljoen euro gecompenseerd gaat worden. Ondanks een gunstigere bijstandsontwikkeling in Enschede ten opzichte van het landelijke beeld is er nog steeds sprake van een aanzienlijk tekort op het rijksbudget voor de bijstand. Op het deelproduct Kinderopvang is mede als gevolg van een lager beroep op deze regeling een voordeel van 0,8 miljoen euro gerealiseerd. Het Leerlingenvervoer is 0,3 miljoen euro voordeliger uitgekomen. Bij het product Brede Talentontwikkeling is sprake van een voordeel van 0,6 miljoen euro vooral als gevolg van een lagere invulling van het aantal combinatiefunctionarissen. Het product arbeidsmarktparticipatie is op een voordeel van 0,7 miljoen euro uitgekomen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een gunstiger bedrijfsvoeringsresultaat bij de Sociale Werkvoorziening. Daarnaast is bij de Sociale Werkvoorzienig sprake van een voordeel van 0,6 miljoen euro door vertraging van de herhuisvesting van de DCW. Deze kosten zullen worden gemaakt in 2017, hiervoor wordt separaat een bestemmingsvoorstel ingediend. De diverse andere producten leiden per saldo tot een voordeel van ongeveer 0,4 miljoen euro.