|
1. Jeugd groeit veilig op en ontwikkelt talenten Iedere jeugdige groeit gezond en veilig op, kan zijn/haar talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Hij/zij groeit op in een gezin; speelt en neemt deel aan sport en cultuur; gaat naar school en behaalt diploma’s en een startkwalificatie en krijgt passende ondersteuning waar nodig. Zo krijgt hij/zij de kans een (sociaal-economisch) zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden die zoveel als mogelijk zelfstandig kan wonen en leven en een goed perspectief heeft op de arbeidsmarkt.
|
1.01 De jeugd is gezond en actief Jeugdigen die gezond leven (eet- en beweeggedrag) zijn minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten lekkerder in hun vel. Via de jeugdgezondheidszorg (met de focus op preventie, vroegsignalering en lichte ondersteuning) en sport willen we een gezonde leefstijl bij de jeugd bevorderen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2  Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor jeugd (4-17 jaar). Oftewel minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij kinderen verlaagt bewegen eveneens het risico op depressieve symptomen, verbetert het de insulinegevoeligheid en botkwaliteit en verlaagt het bij kinderen met overgewicht en obesitas de BMI en vetmassa. Verder verbetert bewegen de fitheid en spierkracht. Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten. In 2021 worden nieuwe resultaten verwacht. In de nieuwe sportnota wordt hier nader op ingegaan.  Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, waarde 18,5-25: normaal gewicht, waarde >25: overgewicht en waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). De indicator geeft het percentage jeugd (0-17 jaar) met overgewicht en obesitas aan. De cijfers voor 2020 zijn nog niet beschikbaar, in de loop van 2021 wordt de nieuwe gezondheidsmonitor jeugd verwacht. De afgelopen jaren scoorde Enschede hoger dan het landelijk gemiddelde, maar volgde wel dezelfde trend. In het sport-, beweeg- en leefstijlakkoord zijn ook afspraken gemaakt over acties om de gezondheid te verbeteren. Ook in de regionale gezondheidsnota is een plan de campagne opgenomen. We verwachten dat de effecten de komende jaren zichtbaar worden.
|
1.02 De jeugd groeit thuis op en doet dat in een veilige thuissituatie Jeugd heeft een goede opvoeding en een stabiele en veilige omgeving nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het liefst door en bij de ouder(s).
Indicatoren Aantal indicatoren: 3  Toelichting De kinderrechter kan jeugdigen onder toezicht stellen wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige. De indicator betreft jeugdigen van 0 t/m 17 jaar. We zien een lichte daling van het aantal kinderen met een ondertoezichtstelling. Regionaal speelt deze trend ook. Vooralsnog is het onduidelijk wat deze daling veroorzaakt. We zijn in gesprek met aanbieders wat de eventuele oorzaken kunnen zijn van deze daling. Daarnaast is het onduidelijk welke rol de coronacrisis hier precies in speelt. Met eventuele effecten van de coronacrisis is dus nog geen rekening gehouden.  Toelichting Pleegzorg is zorg voor jeugdigen die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Het is een vorm van hulp waarbij een jeugdige tijdelijk in een ander gezin gaat wonen. Zeven dagen per week of af en toe een weekend of vakantie. Sinds 2018 hebben gemeenten ook de plicht om pleegzorg aan te bieden na de leeftijd van 18 (tot 21) jaar. Deze groep maakt geen onderdeel uit van de indicator om een vergelijkbare trendlijn van 2016 t/m 2022 mogelijk te maken. Het aantal kinderen met pleegzorg is nagenoeg stabiel gebleven. Deze indicator hangt nauw samen met het aantal kinderen dat uithuisgeplaatst is, dat in 2020 ook stabiel is gebleven. We hadden door de coronacrisis meer spanning in de thuissituatie verwacht met wellicht als gevolg een stijging van het aantal kinderen dat uit huis zou zijn geplaatst. Echter blijft deze tendens uit, waardoor het aantal kinderen met pleegzorg ook stabiel is gebleven. We zijn in gesprek met aanbieders wat de eventuele oorzaak kan zijn van deze stabilisatie. Toelichting Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder. Veilig Thuis Twente (VTT) is het advies- & meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in Twente. VTT is verantwoordelijk voor het herstel van de directe veiligheid van betrokkenen en voor het doorgeleiden naar adequate hulp. De indicator betreft jeugd van 0 t/m 17 jaar. Het cijfer om de score over 2020 (en 2019) te kunnen berekenen is nog niet beschikbaar vanwege systeemaanpassingen in het Regas systeem van VTT. Zodra de benodigde data door VTT kan worden geleverd, zal deze worden verwerkt in de eerst volgende gemeentebegroting of gemeenterekening.
|
1.03 Kinderen hebben geen taalachterstand Een goede taalontwikkeling is essentieel voor een kansrijke toekomst van kinderen. We willen alle kinderen hierin gelijke kansen bieden. Het grootste effect bereiken we door vooral vroegtijdig, bij kinderen op jonge leeftijd, te investeren.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting Jaarlijks worden in het primair onderwijs mediotoetsen van het CITO LOVS (waaronder Begrijpend Lezen) afgenomen, waardoor we inzicht verkrijgen in de stedelijke taal- en rekenprestaties van basisschoolleerlingen. Bij deze indicator zoomen we in op de leerlingen in groep 7. Het vaststellen van de vaardigheidsscores berust op percentielen: vijf gelijke groepen van elk 20%. Als de score van categorie 5 lager is dan 20% is dat een indicatie dat de score in Enschede gelijk of beter is dan het landelijk gemiddelde. In 2020 kon het jaarlijkse onderzoek niet worden uitgevoerd doordat in verband met de coronacrisis de citotoets niet is afgenomen.
|
1.04 De jeugd heeft zo min mogelijk tweedelijns jeugdhulp nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen op eigen kracht en/of binnen hun eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, de vereniging, kinderopvang en school). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis of school. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns jeugdhulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2  Toelichting Tweedelijns Jeugdhulp is hulp voor jeugd van 0 t/m 17 jaar van een (specialistische) hulpverlener waarvoor je een verwijzing nodig hebt. Naast de gemeente kan ook de huisarts, jeugdarts, medisch specialist of een gecertificeerde instelling een verwijzing afgeven. In tegenstelling tot onze ambitie zien we een stijgende trend. Dit komt overeen met de ontwikkeling die landelijk wordt gezien. We verwachten dat deze stijging samenhangt met het effect van de coronacrisis. Uit de cijfers blijkt dat zorgtrajecten langer duren. Dit in combinatie met de nieuwe instroom is waarschijnlijk tot stijging in het aantal jeugdigen met tweedelijns Jeugdhulp.  Toelichting Eerstelijns Jeugdhulp is Jeugdhulp (0-17 jaar) waarvan iedereen zonder verwijzing gebruik kan maken. De indicator richt zich op de hulp die een wijkcoach geeft. Naast preventie en ondersteuning biedt de wijkcoach ook lichte hulp naast of in plaats van gespecialiseerde tweedelijns- Jeugdhulp. Door de coronacrisis heeft de optimalisatie van de eerstelijns Jeugdhulp registratie waarschijnlijk geen aandacht gehad. Dit zien we terug in de registratie. Het aantal jeugdigen met eerstelijns Jeugdhulp is nagenoeg gelijk gebleven. Dit komt echter niet overeen met onze ambitie en de toename die we hadden verwacht op basis van de resultaten van transformatieprojecten.
Acties 2020
|
Aantal acties: 9
01. In de wijken creëren we en/of passen we collectieve en algemene voorzieningen voor de jeugd aan
|
 |
 |
02. We organiseren de toegang tot jeugd-zorg en -ondersteuning anders
De eerste helft van 2020 hebben we gezamenlijk met de welzijnspartners en medewerkers het Wijkteam knelpunten geïnventariseerd in de huidige toegang / Wijkwijzer Enschede. Tevens hebben we een gezamenlijke ambitie opgesteld die als voorlopige leidraad geldt voor de versnellingsopgave. De belangrijkste knelpunten zijn het gebrek aan uniformiteit, de aansturing en de relatie tussen de digitale, telefonische en fysieke Wijkwijzer. Op basis van deze inventarisatie is besloten tot het aanstellen van drie deelprojectleiders die de basis digitaal, fysiek en telefonisch op orde brengen. In de tweede helft van het jaar is de ambitie verrijkt door het uitvoeren van onderzoek door Kennispunt Twente en het bezoeken van andere gemeenten . Op dit moment zijn we aan de slag met het uitwerken van drie varianten over de toekomstige inrichting van de toegang die in het voorjaar van 2021 aan de raad worden voorgelegd. Sinds december 2020 nemen we deel aan het VNG/Movisie verbetertraject Toegang. Doel hiervan is te leren van best practices van andere gemeenten en de onderzoeksinstelling Werkplaats Sociaal Domein.
|
|
 |
 |
03. We zetten in op een collectief arrangement voor kwetsbare jongeren in de leeftijd 16-24 jaar
Het project heeft vertraging opgelopen door de coronacrisis. In 2020 zijn de knelpunten in de uitvoering bij de overgang van 18- naar 18+ geïnventariseerd. Gesprekken zijn gevoerd met belangrijke stakeholders om te verkennen welk draagvlak en mogelijkheden er zijn om een arrangement te ontwikkelen voor de meest kwetsbare groep jongeren. Elders in het land is gekeken naar wat werkt en niet werkt voor deze groep. Er is een duidelijke relatie/ samenhang met andere initiatieven/projecten voor jong volwassenen, zoals Woonstap, het programma dak- en thuisloze jongeren, het realiseren van passende woonruimte voor kwetsbare groepen en de Twentse Belofte.
|
|
 |
 |
04. We ontwikkelen een collectief aanbod voor dyslexie op scholen
Aan de hand van een nadere verkenning van het actiepunt is geconcludeerd dat deze actie vanwege het verwachte beperkte besparingspotentieel en onvoldoende draagvlak bij onderwijspartners geen prioriteit krijgt en daarom niet meer uitgewerkt wordt. Dit is ook in de jaarrekening 2019 vermeld.
|
|
 |
 |
05. We voeren de pilot Onderwijs-Jeugdhulp-Arrangement (OJA) uit
Op inhoud worden duidelijk positieve effecten ervaren. Leerlingen, ouders en scholen zijn tevreden met de korte lijnen, laagdrempelige manier van zorg vragen in een vertrouwde omgeving en de snelle inzet van hulp. Maar het is nog te vroeg (gebleken) om de financiële voordelen ook al zichtbaar te hebben en het inverdieneffect zien we nog niet gerealiseerd.
|
|
 |
 |
06. We voeren het Actieprogramma dak – en thuisloze jongeren uit
|
 |
 |
07. We zetten in op toezicht en handhaving bij de aanbieders in de jeugdhulp
Door de Coronacrisis konden de toezichthouders enkele maanden geen volledige onderzoeken doen, doordat ze hiervoor ook naar de zorgaanbieders gaan om de locatie en gegevens te controleren. Toch is het wel gelukt om meerdere onderzoeken dit jaar af te ronden, mede ook doordat de gemeenten/OZJT de extra inzet vanuit Enschede en Hengelo voor het barrièremodel verlengd hadden tot 1 januari 2021. Dit zorgde ervoor dat er met extra capaciteit onderzoeken konden worden uitgevoerd en is er het nodige deskresearch gedaan.
|
|
 |
 |
. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
|
|
1.05 Kinderen groeien niet op in armoede Alle jeugd moet kunnen meedoen, ook jeugdigen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Sport, schoolreisjes, muziek – het hoort bij de vorming en opvoeding van iedere jeugdige. Nu investeren in het kunnen meedoen van jeugd voorkomt problemen op latere leeftijd. Met de inzet van het Kindpakket bevorderen we de participatie van jeugdigen. Het Kindpakket maakt onderdeel uit van het brede palet aan inkomensondersteunende voorzieningen van de gemeente Enschede.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen. Voorbeelden van ondersteuning zijn het betalen van de kosten van schoolreisjes, ouderbijdragen, lidmaatschap van sportclubs, zwemlessen, dansles en kleding voor sport en fietsen. Vanuit het Kindpakket ontvangt zij hiervoor gemeentelijke subsidie. Deze indicator geeft het percentage kinderen in de leeftijd 4 t/m 18 jaar weer, waarvan de ouders een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm (circa 4.450 kinderen) en een aanvraag door Stichting Leergeld is gehonoreerd. De aantallen zijn inclusief de gehonoreerde aanvragen op basis van het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds. In tegenstelling tot onze ambitie, zien we een daling in het percentage kinderen dat gebruik maakt van Stichting Leergeld Enschede. In 2020 heeft de Stichting Leergeld 2675 kinderen bereikt. Deze daling in het bereik is toe te schrijven aan de gevolgen van de coronacrisis. Vergoedingen voor o.a. schoolreisjes, schoolbenodigdheden, fietsen, contributies en sportkleding zijn in veel mindere mate aangevraagd. Er is wel extra ingezet op laptop-verstrekkingen.
|
1.06 De jeugd heeft een passende opleiding (bij de potentie van de jeugdige) Het is belangrijk dat jongeren een goede keuze weten te maken als het gaat om een opleiding. Niet alleen moet een opleiding aansluiten bij hun talenten, maar er moet uiteindelijk ook een passende baan mee te vinden zijn.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting In groep 8 van het basisonderwijs krijgen de leerlingen een advies voor de vervolgopleiding op het voortgezet onderwijs (VO: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs). Jaarlijks (per schooljaar) wordt door onderzoeksbureau Babeliowski in opdracht van de gemeente Enschede nagegaan in hoeverre deze leerlingen in klas 3 van het VO het schooltype volgen dat ze is geadviseerd in groep 8. Per schooladvies is aangegeven naar welk schooltype leerlingen in klas 3 zijn doorgestroomd. Er zijn dan drie mogelijkheden: - de leerling zit in het schooltype dat hem/haar is geadviseerd: doorstroom - de leerling zit in een hoger schooltype dan geadviseerd: opstroom - de leerling zit in een lager schooltype dan hem/haar is geadviseerd: afstroom. De indicator geeft de doorstroom weer. De behaalde onderwijspositie in het derde leerjaar VO in Enschede laat zien dat de advisering in groep 8 en de doorstroom in de eerste twee leerjaren van het VO op het niveau van het landelijk gemiddelde is. Daarmee lijkt de advisering in het primair onderwijs op orde. Er zal altijd op- en afstroom zijn, omdat kinderen zich in een verschillend tempo ontwikkelen, je hebt vroeg- en laatbloeiers. Het onderwijssysteem biedt ruimte aan deze kinderen om via op- of afstroom in de schoolcarrière op het juiste niveau een plek te vinden.
|
1.07 De jeugd heeft een startkwalificatie Het hebben van een startkwalificatie is belangrijk voor een goede start in het arbeidzame leven. Jeugd zonder diploma loopt een verhoogd risico op maatschappelijke uitval. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk. Het gaat dan om een of MBO-(niveau 2, 3 of 4), Havo- of VWO-diploma.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting In deze grafiek wordt het aandeel Enschedese beroepsbevolking met MBO en HBO/WO opleiding getoond (Bron: CBS. MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt). Hoe hoger de opleidingsgraad, hoe groter de kans dat iemand aan de slag is (participatiegraad). Jeugd met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand. De Enschedese beroepsbevolking heeft in 2020 in 76% van de gevallen een MBO 2 of hogere opleiding genoten. Drie kwart van de Enschedese beroepsbevolking heeft dus een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt en kan daarmee (in principe) participeren via betaald werk. Als deze 76% wordt uitgesplitst naar MBO en HBO/WO dan zien we in 2020 een lichte toename in het deel MBO geschoolden (en daarmee een lichte afname van het deel HBO/WO geschoolden). Dit toename van het deel MBO geschoolden kan samenhangen met een toename in het aantal studenten op de Enschedese kennisinstelling in 2020 (iemand die studeert wordt geschaard onder MBO opgeleiden). Deze indicator hangt samen met de indicator “netto participatiegraad” (4.01).
|
|
2. Inwoners wonen langer zelfstandig Zelfredzaamheid betekent dat je zelf bepaalt hoe je je leven wilt inrichten: hoe je wilt wonen, leren, werken, recreëren, je kinderen wilt opvoeden of je van a naar b wilt verplaatsen. Het is goed als mensen daar de ruimte voor krijgen en daar in eerste instantie ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen. Het liefst op zo’n manier dat mensen ook dan zelf hun hulp kunnen organiseren en zeggenschap behouden. De ambitie is te investeren in tijdige, lichte ondersteuning en preventie, om daarmee onnodig zware zorg te kunnen voorkomen. Normaliseren in plaats van medicaliseren en ondersteuning dichtbij de leefwereld van de inwoner.
|
2.01 De inwoners zijn gezond en actief Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, zijn in staat zich aan te passen aan en zelf de regie te voeren over de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben en zetten in op het preventief bevorderen van de gezondheid en meer (sportief) bewegen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2  Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor volwassenen (19 jaar en ouder). Oftewel minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij volwassenen en ouderen verlaagt bewegen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en depressieve symptomen. Verder hangt veel bewegen samen met een lager risico op borst- en darmkanker en vroegtijdig overlijden. Bij ouderen verlaagt bewegen het risico op botbreuken en verbetert het de spierkracht en de loopsnelheid. Ook hangt veel bewegen bij deze groep samen met een lager risico op lichamelijke beperkingen, cognitieve achteruitgang en dementie. Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten. In de loop van 2021 worden nieuwe resultaten verwacht. In de nieuwe sportnota wordt hier nader op ingegaan.  Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, bij waarde 18,5-25: normaal gewicht, bij waarde >25: overgewicht en bij waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). Deze indicator geeft het percentage inwoners met overgewicht en obesitas aan. In 2020 zien we een daling van het aantal mensen met overgewicht en een stijging van het aantal mensen met normaal gewicht. De laatste jaren is samen met de zorgverzekeraars ingezet op een gezonde leefstijl, bijvoorbeeld via beweegmakelaars en leefstijlcoaches. In het sport-, beweeg- en leefstijlakkoord 2020 zijn ook afspraken gemaakt over acties om de gezondheid te verbeteren. En in de regionale gezondheidsnota is een plan de campagne opgenomen, die we in 2021 lokaal gaan vertalen. We verwachten dat de effecten de komende jaren zichtbaar worden.
|
2.02 De inwoners hebben een sterk persoonlijk netwerk Het hebben van een sociaal netwerk is belangrijk voor inwoners die ouder worden en/of die zorg nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarbij gaat het om familie, vrienden, kennissen, buren, collega’s, maar ook om sociale contacten bij de club, de kerk enzovoort.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting Sociale steun staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt. De score is in 2020 lager dan in 2019 en gelijk aan 2017 voor familie en vrienden. We vermoeden dat dit een effect is van de coronamaatregelen, waardoor de contactmogelijkheden beperkt werden. Een vergelijk met landelijk is niet beschikbaar over 2020 om dit vermoeden te staven.
|
2.03 De inwoners hebben zo min mogelijk tweedelijns zorg nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen van een inwoner op eigen kracht en/of binnen de eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, het werk, de vereniging). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns hulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3  Toelichting Een Wmo-maatwerkvoorziening is ondersteuning afgestemd op de individuele situatie. Voorbeelden daarvan zijn ondersteuning in het huishouden, individuele of groepsbegeleiding (dagbesteding), vervoersdiensten, hulpmiddelen en woningaanpassing. Deze voorziening is alleen toegankelijk na indicatie van de gemeente, beoordeeld en afgegeven door het Wijkteam. In de indicator zijn beschermd wonen en maatschappelijke opvang niet meegenomen, aangezien dit taken van de centrum gemeente zijn. In lijn met ons streven zien we een lichte daling in het percentage inwoners dat gebruik maakt van een Wmo-maatwerk voorziening. De oorzaak van deze daling is het meer beschikbaar stellen van collectief toegankelijke algemene voorzieningen. De coronacrisis heeft ook gevolgen. We zien dat er minder gebruik is gemaakt van geïndiceerde ondersteuning. Dit komt doordat dagbesteding vaker is uitgevallen, minder met de regiotaxi is gereisd en minder gebruik gemaakt is van huishoudelijke hulp. Dit is een gevolg van de maatregelen vanuit de Rijksoverheid, uitval door ziekte, maar ook doordat inwoners die vanuit angst voor besmetting minder in contact wilde komen met anderen.  Toelichting De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening die behoefte hebben aan permanent toezicht. Vanuit deze wet kunnen inwoners geïndiceerd worden voor zorg en ondersteuning met verblijf in een zorginstelling (intramurale zorg), waarbij thuis blijven wonen niet (langer) een optie is. Het betreft de groep inwoners van 65 jaar en ouder. Vanaf deze leeftijd neemt het risico op zware chronische zorg toe en kan de gemeente in een eerder stadium Wmo voorzieningen inzetten om thuis te kunnen blijven wonen. Vanwege problemen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is het op dit moment niet mogelijk om de realisatiewaarde te berekenen. Het CIZ heeft in de huidige databank de functionaliteit, om te selecteren op leeftijdsgroepen, verloren. Deze functionaliteit wordt vanaf het tweede kwartaal 2021 weer ingebouwd, maar was nog niet beschikbaar bij het opmaken van de gemeenterekening 2020. De score over 2020 wordt daarom in de volgende gemeentebegroting verwerkt. Toelichting Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. Beschermd wonen is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten in het gehele centrumgemeentegebied Enschede, bestaande uit: Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. De aantallen zijn zonder wachtlijst. Het aantal inwoners dat gebruik maakt van beschermd wonen is licht gestegen in 2020 vergeleken met de bezetting in 2019. Er wordt ingezet op het, gespreid over de verschillende regiogemeenten, aanbieden van plekken beschermd wonen. Eind 2020 staan er nog 123 personen op de wachtlijst (inclusief overbrugginszorg) voor een plek binnen beschermd wonen. Gedurende het jaar is de wachtlijst licht gedaald. Het aantal inwoners dat gebruik maakt is van beschermd wonen is hoger dan onze streefwaarde. Zoals toegelicht in de Gemeentebegroting 2021-2024 zijn deze streefwaarden niet actueel en kunnen we deze pas aanpassen als de nieuwe cliëntenpopulatie bekend is. Dit zal in de loop van het jaar 2021 zijn in verband met de toestroom in de Wlz.
|
|
3. Inwoners zijn financieel zelfstandig Mensen die financieel zelfstandig zijn, hebben de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen meedoen op alle leefdomeinen. De stress van het hebben van een beperkt budget en/of schulden leidt ertoe dat mensen, m.n. met een laag inkomen, minder goed in staat zijn om verstandige keuzes te maken. Daarom streven we ernaar om armoede zoveel mogelijk te voorkomen.
|
3.01 De huishoudens zijn niet afhankelijk van een bijstandsuitkering Het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud door werk is het beste medicijn tegen vele klachten. Bovendien zijn werkende ouders een belangrijk voorbeeld voor kinderen. Een plek vinden op de arbeidsmarkt is echter niet voor iedereen eenvoudig, daarom ondersteunt de gemeente bij het vinden van geschikt werk. Daarnaast zorgt de gemeente voor een uitkering (Algemene bijstand levensonderhoud) voor inwoners die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Met een bijstandsuitkering kunnen zij de periode overbruggen totdat zij weer betaald werk vinden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In deze indicator zijn uitkeringen van Bijstand Levensonderhoud, IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen), IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) opgenomen op huishoudensniveau. De peildatum voor het aantal huishoudens met een uitkering is de laatste dag van het jaar. We zien dat het percentage huishoudens met een bijstandsuitkering relatief gelijk is gebleven. Hoewel er een stijging van het aantal uitkeringen is, is er ook een stijging in het aantal huishoudens van de gemeente Enschede. Dit veroorzaakt het stabiele cijfer. De stijging in het aantal uitkeringen is een beginnend effect van de coronacrisis. Landelijk zien we dat het bijstandsbestand met 3,8% is gestegen. In de gemeente Enschede is het aantal uitkeringen met zo'n 1,4% gestegen (stand per eind 2020). De gemeente Enschede heeft ten opzichte van het landelijk aantal al enkele jaren minder huishoudens met een bijstandsuitkering. Deze ontwikkeling hebben we vooralsnog in de crisistijd vast weten te houden. In de loop van 2021 verwachten we een grotere toename in het aantal uitkeringen.
|
3.02 De huishoudens doen zo min mogelijk een beroep op inkomensondersteuning We streven ernaar dat zoveel mogelijk mensen in hun eigen inkomen kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Voor hen die dat niet kunnen kent de gemeente Enschede een gedegen aanbod van voorzieningen, waarmee de gevolgen van armoede voor inwoners kunnen worden gedempt. Dit aanbod bestaat uit gemeentelijke minimaregelingen en de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. We blijven o.a. met deze inzet een actief armoedebeleid uitvoeren en baseren ons daarbij op de schaarste-theorie.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3  Toelichting Bijzondere bijstand kan door de gemeente worden verstrekt aan inwoners met een laag inkomen (110% van het sociaal minimum) voor onvoorziene en noodzakelijke kosten of kosten door bijzondere of dringende omstandigheden. Bijvoorbeeld kosten voor rechtsbijstand, een kapotte wasmachine of noodzakelijke woninginrichting. Ook de individuele inkomenstoeslag (IIT) valt hieronder. Deze indicator toont het percentage huishoudens dat een of meer aanvragen voor bijzondere bijstand toegekend heeft gekregen, met uitzondering van de kosten voor bewindvoering (zie hiervoor indicator 3.3b 'percentage inwoners met bijzondere bijstand voor bewindvoering'). We zijn in het afgelopen jaar gestart met ons beleid om extra in te zetten op het verhogen van het bereik van onze inkomensondersteunende voorzieningen, met de verwachting dat daardoor het percentage huishoudens dat gebruik van de Bijzondere Bijstand zal stijgen naar 4,5% in 2024. Dit percentage is echter over het geheel van 2020 niet gestegen, maar licht gedaald. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: daar waar in 2019 de tegemoetkoming eigen risico nog onderdeel was van de bijzondere bijstand, is dat in 2020 niet meer het geval geweest (de regeling bestaat niet meer). Ook zien we een daling van het aantal aanvragen voor vervoersvergoedingen, gerelateerd aan de coronacrisis. Anderzijds zijn m.n. de verstrekkingen in het kader van de IIT (Individuele Inkomenstoeslag) juist toegenomen.  Toelichting Voor een toelichting van deze indicator zie indicator 3.02c 'Percentage inwoners tot 120 procent van het sociaal minimum dat betaald verzekerd is via Menzis GV3'. Toelichting De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het Garant Verzorgd (GV) pakket. Alle inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV1 of GV2 pakket aanmelden. Inwoners die hiervan gebruik maken, betalen een lagere premie en krijgen dan een gratis uitbreiding van het aanvullende verzekeringspakket voor ziektekosten. Daarnaast geeft deze uitbreiding voor bepaalde zorg hogere vergoedingen zonder extra kosten, afhankelijk van het gekozen pakket. Alle inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV3 pakket aanmelden. Bij dit pakket wordt ook het eigen risico van de inwoners verzekerd. In tegenstelling tot onze ambitie zien we nog geen stabiele cijfers. Ook dit jaar zien we de trend dat het percentage inwoners dat kiest voor het Menzis GV1+2 daalt en het percentage inwoners dat kiest voor het Menzis GV3 pakket stijgt. Dit jaar is er een onderzoek gestart naar de mogelijke oorzaken van deze trend collectieve verzekering. Daarin bekijken we ook deze trend. Voorlopig hebben we nog geen resultaten van dit onderzoek, waardoor deze trend nog niet te verklaren is. Het is vooralsnog onduidelijk welk effect de coronacrisis precies heeft op aantal inwoners dat betaald verzekerd is via een Menzis Garant Verzorgd pakket, daarom zijn met deze eventuele effecten op dit moment nog geen rekening gehouden.
|
3.03 De inwoners met een laag inkomen zitten zo min mogelijk in een schuldhulpverleningstraject We handelen preventief, voordat iemand in de schulden terechtkomt. Daar waar mensen toch in de schulden zijn gekomen en waar ze die niet kunnen oplossen, ondersteunt de gemeente Enschede deze inwoners. Dit doen we samen met diverse maatschappelijke organisaties (zoals bijvoorbeeld het Diaconaal Platform Enschede, Humanitas thuisadministratie, Alifa) en de Stadsbank Oost-Nederland. Ook de Wijkteams Enschede spelen hierbij een belangrijke rol.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2  Toelichting De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeente Enschede taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit. Elke inwoner met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank Oost Nederland. Het aantal inwoners met een schuldhulpverleningstraject zit onder onze streefwaarde. We zien in 2020 een daling in het percentage inwoners met een schuldhulpverleningstraject en verwachten dat dit een effect is van de coronacrisis. Afgelopen jaar is er minder fysiek contact geweest tussen inwoners en maatschappelijke organisaties. Het is bekend dat inwoners zich minder snel uit eigen beweging melden bij de Stadsbank. Vaak worden inwoners voorgedragen vanuit maatschappelijke organisaties. Doordat er minder fysiek contact is geweest tussen inwoners en maatschappelijke organisaties zijn er ook minder inwoners voorgedragen. Dit verklaart de daling in het percentage inwoners met een schuldhulpverleningstraject.  Toelichting Als iemand wegens omstandigheden niet goed voor zijn eigen financiën kan zorgen, kan de kantonrechter op verzoek een beschermingsmaatregel nemen. Als zo'n maatregel alleen over het beheer van de financiën gaat, is sprake van bewind. Deze indicator heeft alleen betrekking op inwoners die bijzondere bijstand krijgen voor de kosten voor bewindvoering. Het aantal inwoners met bewindvoering ligt onder onze streefwaarde. Wel zien we een lichte stijging in het percentage inwoners met bewindvoering ten opzichte van 2019. 2019 is uitschieter in de trendlijn omdat in dit jaar een eenmalige individuele inkomensbeoordeling heeft plaatsgevonden. Dit waren klanten van de Stadsbank Oost Nederland die van collectieve facturering zijn overgegaan naar een individuele inkomensbeoordeling. Het aantal inwoners met een bewindvoering in 2020 is stabiel vergeleken met de aantallen weergeven in de reeks van 2016-2018. Door in overleg te blijven met de rechtbank willen wij het percentage inwoners met bijzondere bijstand voor bewindvoering beperken en uitschieters in dit percentage voorkomen.
|
|
4. Inwoners participeren in de samenleving In een inclusieve samenleving is iedereen naar vermogen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en doet naar vermogen mee. Dat kan zijn via betaald werk danwel als vrijwilliger, mantelzorger, actief lid van een vereniging en/of andere non-profit-organisatie in Enschede en dergelijke.
|
4.01 De inwoners werken betaald naar vermogen Het welbevinden van mensen wordt mede bepaald door het gevoel 'er toe doen'. Het hebben van betaald werk is daar een belangrijke factor bij, ieder naar eigen capaciteiten. Het aandeel werkende Enschedeërs, de ‘arbeidsmarktparticipatie’, neemt toe en groeit richting het niveau van andere G40 steden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1  Toelichting De netto-arbeidsparticipatie is dat deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) dat daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. Het streven is om op lange termijn minimaal de waarde van de netto arbeidsparticipatie in het jaar 2015 te behalen (62,7%). Deze waarde is een ‘gemiddeld’ niveau, zonder economisch hoog- of laagtij. De netto arbeidsparticipatie in 2020 ligt op de streefwaarde. De participatiegraad lag in 2019 wel hoger. Deze is in 2020 weer gezakt omdat mensen zich in de coronacrisis voor een deel hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt. Mogelijk zijn deze mensen een studie begonnen (we zien namelijk ook een toename in het aantal studenten in het voortgezet onderwijs in 2020). Het aantal mensen dat daadwerkelijk aan het werk was in 2020 is ook iets gedaald (van 78.000 in 2019 naar 77.000 werkenden in 2020). In 2020 was er ondanks de coronacrisis geen sprake van een gebrek aan banen. De coronacrisis trof heel specifieke sectoren zoals de horeca en de cultuur, maar had minder invloed op andere sectoren. Er bleef wel perspectief op werk. De steunmaatregelen van de overheid hebben hier vast ook aan bijgedragen. Dus per saldo bleven (ondanks alles) veel mensen in Enschede aan het werk in 2020.
|
4.02 De inwoners doen actief mee in de samenleving via vrijwilligerswerk, mantelzorg, lidmaatschap verenigingen e.d. Meedoen in de samenleving kan naast een betaalde baan op diverse manieren. Via vrijwilligerswerk en/of mantelzorg: werk dat onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of (de kwaliteit van) de samenleving. En/of via een actief lidmaatschap van een vereniging of non-profit-organisatie danwel actief meedoen aan activiteiten die in de stad of eigen wijk worden georganiseerd bij en/of door verenigingen en non-profit-organisaties.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3  Toelichting Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. De meting in 2020 valt lager uit dan de voorgaande jaren. Dit kan een effect van corona zijn, waarbij in 2020 veel activiteiten stil kwamen te liggen en daarmee ook minder vrijwilligerswerk nodig was.  Toelichting Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: partner, familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om een langdurige zorg die onbetaald is en meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. De meting betreft de mensen die zowel intensief als incidenteel mantelzorg verlenen. Deze indicator wordt tweejaarlijks gemeten. We verwachten dat in 2020 door de corona meer mantelzorg is gegeven, doordat de kwetsbare groep meer thuisbleef om besmetting te voorkomen. Toelichting Deze indicator betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club. De score past in de stabiele lijn van de afgelopen tien jaar (tussen 59% en 63%) blijft zichtbaar, 2019 lijkt daarbij een eenmalige uitschieter te zijn geweest.
|
|