3.3 Vitaal en sociaal

Doelenboom

 Doel
Subdoel Link
1. Jeugd groeit veilig op en ontwikkelt talenten

totale lasten (x 1.000 euro): 76.709
1.01 De jeugd is gezond en actief Indicatoren: 1
Acties: 3
1.02 De jeugd groeit thuis op en doet dat in een veilige thuissituatie Indicatoren: 3
Acties: 5
1.03 Kinderen hebben geen taalachterstand Indicatoren: 1
Acties: 1
1.04 De jeugd heeft zo min mogelijk tweedelijns jeugdhulp nodig Indicatoren: 2
Acties: 9
1.05 Kinderen groeien niet op in armoede Indicatoren: 1
Acties: 1
1.06 De jeugd heeft een passende opleiding (bij de potentie van de jeugdige) Indicatoren: 1
Acties: 1
1.07 De jeugd heeft een startkwalificatie Indicatoren: 1
Acties: 1
2. Inwoners wonen langer zelfstandig

totale lasten (x 1.000 euro): 111.342
2.01 De inwoners zijn gezond en actief Indicatoren: 2
Acties: 4
2.02 De inwoners hebben een sterk persoonlijk netwerk Indicatoren: 1
Acties: 3
2.03 De inwoners hebben zo min mogelijk tweedelijns zorg nodig Indicatoren: 3
Acties: 11
3. Inwoners zijn financieel zelfstandig

totale lasten (x 1.000 euro): 117.922
3.01 De huishoudens zijn niet afhankelijk van een bijstandsuitkering Indicatoren: 1
Acties: 4
3.02 De huishoudens doen zo min mogelijk een beroep op inkomensondersteuning Indicatoren: 3
Acties: 3
3.03 De inwoners met een laag inkomen zitten zo min mogelijk in een schuldhulpverleningstraject Indicatoren: 2
Acties: 4
4. Inwoners participeren in de samenleving

totale lasten (x 1.000 euro): 84.319
4.01 De inwoners werken betaald naar vermogen Indicatoren: 1
Acties: 5
4.02 De inwoners doen actief mee in de samenleving via vrijwilligerswerk, mantelzorg, lidmaatschap verenigingen e.d. Indicatoren: 3
Acties: 7

Wat willen we bereiken?

Enschede wil een stad zijn waar je prettig op kunt groeien en waardig oud kunt worden. Waar mensen naar elkaar omkijken. Waar je de ondersteuning krijgt die nodig is.
In Enschede zijn al jaren meer mensen werkloos dan landelijk de trend is. Daarnaast hebben inwoners van Enschede relatief meer zorg en ondersteuning nodig. Meer dan eens ‘erven’ kinderen problemen van hun ouders. Het doorbreken van dit patroon is onze grootste uitdaging. De sleutel daartoe ligt in het bieden van perspectief, iets wat we in ons handelen als gemeente als uitgangspunt hanteren: de zelfredzaamheid van mensen. 
We werken in Enschede aan een duurzaam, solide en betaalbaar sociaal stelsel, met als inzet dat inwoners van Enschede naar vermogen kunnen deelnemen in de samenleving.

Van transitie naar transformatie
Gemeenten hebben de afgelopen jaren alle zeilen bijgezet om de transitie naar behoren vorm te geven. Net als in veel andere gemeenten hebben we de transformatie in gang gezet die moet leiden tot het duurzame, solide en betaalbaar sociaal stelsel. Door in te zetten op eigen kracht en regie bij onze inwoners door preventie, inclusie en ondersteuning dichtbij te organiseren vanuit de leefwereld van mensen. En in ons handelen rekening te houden met persoonlijke omstandigheden. Hierop ligt de komende jaren onze focus.

Inclusieve samenleving
We werken aan een stad waar mensen zichzelf kunnen redden en omkijken naar elkaar. Waarin eigen verantwoordelijkheid belangrijk is en iedereen mee kan doen. En waarin mogelijkheden, talenten en eigen regie centraal staan, in plaats van problemen, beperkingen en overheidsbemoeienis.
We zorgen voor een goede kwaliteit, spreiding en bereikbaarheid van voorzieningen op alle voor inwoners belangrijke terreinen: onderwijs, werk, vrijetijd, gezondheidszorg, armoede, schuldhulpverlening, veiligheid en leefbaarheid. Bovendien moeten het beleid en de daarop gebaseerde activiteiten zo veel mogelijk aansluiten bij de leefwereld van de inwoner. Dat betekent dat we waar mogelijk regels en systemen aanpassen en ons daar ook landelijk voor inzetten. En dat we samenwerken met partijen in de stad, want deze opgave kunnen we niet alleen. Voor wie de samenleving (te) complex is geworden, geven we een steuntje in de rug als dat nodig is en bieden een vangnet als het niet anders kan.

Het belang van preventie
Inwoners willen zo lang mogelijk eigen regie voeren over hun leven. We sluiten aan bij die wens en wegen daarbij de risico's af. We willen inwoners tijdig informeren en ondersteunen om de inzet van zwaardere zorg en ondersteuning te voorkomen. Preventie kan in praktische zaken zitten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van een bankje op de route tussen woning en winkelcentrum waardoor iemand langer zelfstandig thuis kan wonen. Het kan ook gaan om een investering in de taalontwikkeling van kinderen, zodat ze later meer kans op een zelfstandiger leven hebben. Daarom investeren we in de draagkracht van mensen, door bijvoorbeeld in te zetten op voorkomen en vroegsignalering van schulden en armoede.
Preventie vraagt aandacht voor achterliggende oorzaken van problemen die op het eerste gezicht eenvoudig op te lossen lijken. Preventie vraagt ook inzet om eenvoudige en bereikbare algemene voorzieningen te ontwikkelen. Daarom willen we  voorzieningen in de wijk toegankelijker maken om zo laagdrempelige ondersteuning dichtbij mensen te brengen.

Transformatie: Beter – Anders - Minder
De werkwijze die we hanteren om te transformeren, is in het kort:

  • Beter aansluiten bij wat echt nodig is.
  • Andere, nieuwe en innovatieve arrangementen ontwikkelen.
  • Met minder overheidsbemoeienis en minder uitgaven.

In een bestuursopdracht die we eind 2018 in samenspraak met de Gemeenteraad opstellen, werken we de transformatie van het sociaal domein verder uit. Preventie vormt de kern van de aanpak. Daarnaast hanteren we de volgende speerpunten: 

  • we houden de zorg betaalbaar;
  • we versterken de wijkteams;
  • we houden voorzieningen in de wijk toegankelijk;
  • we hebben oog voor mantelzorgers en vrijwilligers;
  • we bestrijden fraude en misbruik;
  • we investeren in meedoen en thuisvoelen;
  • we willen dat meer Enschedeërs aan het werk gaan;
  • we onderkennen de belangrijke maatschappelijke rol van het onderwijs;
  • we zoeken naar duurzame oplossingen voor schulden en armoede en helpen nieuwe problemen voorkomen.

Integraal
Van belang is dat we het sociaal domein als één geheel beschouwen, waarin we in staat zijn samen met inwoners en partners in de stad te bepalen welke vorm van ondersteuning het meest passend is als springplank naar een zo hoog mogelijke mate van zelfredzaamheid.
De kwaliteit van de uitvoering bepaalt het succes van dichtbij ervaren zorg en ondersteuning.
Om tot een duurzaam,solide en betaalbaar sociaal stelsel te komen, is het nodig om de komende periode op een aantal punten te intensiveren. Dit vereist voorfinanciering, want de kost gaat voor de baat uit.
Binnen de werkwijze van de gemeente vraagt dit een nauwere verbondenheid tussen afdelingen, geldstromen en mensen. In 2019 werken we het streven uit om tot een integraal budget voor sociaal domein te komen, om zo ontschotting vorm te geven. 

Financiële bijdrage van het Rijk
Het liefst zouden we werken aan een ambitie waarbij we uitkomen met de middelen voor het sociaal domein die we vanuit Den Haag krijgen. De praktijk is dat we dat niet kunnen, zonder daar zeer pijnlijke maatregelen aan te verbinden. Dat is voor ons niet acceptabel. Het zou ons belemmeren in doen wat nodig is. We moeten onze bestedingen in het sociaal domein terugdringen om zo de tekorten te verminderen en ruimte te houden om ook in andere, voor Enschede belangrijke thema’s, te kunnen oppakken. Enschede compenseert sinds jaar en dag structureel rijksbezuinigingen in het sociale domein. De noodzaak van de lobby naar het Rijk op dit punt blijft aanwezig. 

In dit hoofdstuk beschrijven we de doelen van het sociaal domein en de acties in 2019.

Wat gaan we doen?

 
1. Jeugd groeit veilig op en ontwikkelt talenten

Iedere jeugdige groeit gezond en veilig op, kan zijn/haar talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Hij/zij groeit op in een gezin; speelt en neemt deel aan sport en cultuur; gaat naar school en behaalt diploma’s en een startkwalificatie en krijgt passende ondersteuning waar nodig. Zo krijgt hij/zij de kans een (sociaal-economisch) zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden die zoveel als mogelijk zelfstandig kan wonen en leven en een goed perspectief heeft op de arbeidsmarkt.

 

1.01 De jeugd is gezond en actief
Jeugdigen die gezond leven (eet- en beweeggedrag) zijn minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten lekkerder in hun vel. Via de jeugdgezondheidszorg (met de focus op preventie, vroegsignalering en lichte ondersteuning) en sport willen we een gezonde leefstijl bij de jeugd bevorderen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2

Toelichting:
Deze indicator is nieuw en wordt in de stadspeiling 2018 voor het eerst uitgevraagd. Op basis van de uitkomsten worden de streefwaarden voor 2019 en 2022 bepaald. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde. De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor jeugd (4-17 jaar), oftewel elke dag minimaal een uur matig intensief bewegen.


Toelichting:
Deze indicator is nieuw en wordt uitgevraagd in de stadspeiling 2018. Op basis van de uitkomsten worden de streefwaarden voor 2019 en 2022 bepaald. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde.
De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, waarde 18,5-25: normaal gewicht, waarde >25: overgewicht en waarde >30: ernstig overgewicht. De indicator geeft het percentage jeugd (0-17 jaar) met normaal gewicht aan.

Acties 2019
Aantal acties: 3

01. We ontwikkelen samen met de GGD een langjarige aanpak op preventie en gezondheidsbevordering, gericht op de jeugd.

Deze aanpak sluit aan bij het nog op te stellen Nationaal Preventieakkoord. Ondertussen blijven we uitvoering geven aan de nota ‘Vitale coalities’ in samenwerking met de regio-gemeenten, de GGD Twente en lokale partijen zoals scholen, (sport)verenigingen en zorginstellingen.

02. We voeren het toekomstplan voor de doorontwikkeling van de speeltuinen SES uit.

In 2018 is samen met de Stichting Enschedese Speeltuinen (SES) een toekomstplan opgesteld voor de speeltuinen, die onder de SES vallen. Wij gaan samen met de SES, de speeltuinbesturen, professionals en betrokkenen in de wijk gericht aan de slag met de vertaling van de uitkomsten in een concreet stappenplan om de maatschappelijke waarde van de individuele speeltuinlocaties te vergroten. In 2019 is 80% van de concrete stappenplannen opgesteld.

03. We onderzoeken of het herinrichten van de budgetten voor het voorliggend veld bijdraagt aan integraler en duurzamer werken.

Het herijken van de subsidieverordening ‘Vrijwilligers Jeugd- en Jongerenwerk  1994’ maakt hier onderdeel van uit.  Dit doen we in het kader van het Nieuw Enschedees Welzijn.

Bijdrage verbonden partij: Regio Twente - GGD en OZJT

 

Regio Twente is een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten en voert taken uit op het gebied van vervoer & verkeer, economie, recreatie & toerisme en volksgezondheid. Dat laatste wordt gedaan door de onderdelen GGD en OZJT.

GGD  voert taken uit in het kader van de Wet Publieke gezondheid, zoals jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, opvoedondersteuning, rijksvaccinatieprogramma, inspecties kinderopvang), voorkomen en beheersen van infectieziekten, geven van reisadvies en inentingen, voorlichting over gezondheid en verzorgen van medisch spreekuur dak- en thuislozen. 

OZJT regelt de inkoop van tweedelijns jeugdhulp en Wmo –maatwerk voor de regio Twente en voert het contractmanagement voor de gesloten contracten met zorgaanbieders en doet dit voor die onderdelen waar we verplicht regionaal op moeten samenwerken.  Daarnaast is zij opdrachtgever voor Veilig Thuis Twente (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).

.

1.02 De jeugd groeit thuis op en doet dat in een veilige thuissituatie
Jeugd heeft een goede opvoeding en een stabiele en veilige omgeving nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het liefst door en bij de ouder(s).

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3
 

Toelichting:

De regio Twente heeft in verhouding een hoger aantal onder toezicht stellen (OTS) dan landelijk. Landelijk blijft dit aantal stabiel. Streven is daarom de lijn te stabiliseren en daarna een ombuiging richting het landelijk gemiddelde.
De kinderrechter kan jeugdigen die opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt, onder toezicht stellen. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige. De indicator betreft jeugd 0-17 jaar.




Toelichting:
De landelijke trend is dat er meer jeugdigen in een pleeggezin worden opgenomen dan in een instelling. Het streven gaat uit van het volgen van deze trend.
Pleegzorg is zorg voor jeugdigen die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Het is een vorm van hulp waarbij een jeugdige tijdelijk in een ander gezin gaat wonen. Zeven dagen per week of af en toe een weekend of vakantie. Sinds 2018 hebben gemeenten ook de plicht om pleegzorg aan te bieden na de leeftijd van 17 jaar. Deze groep maakt geen onderdeel uit van de indicator om een vergelijkbare trendlijn van 2016 t/m 2022 mogelijk te maken.




Toelichting:
Het is reëel te verwachten dat in de nabije toekomst het aantal meldingen kindermishandeling stijgt. Dit heeft onder andere te maken met de ontwikkelingen bij de landelijke Veilig Thuis (zie actie). Door het nieuwe afwegingskader wordt er beter gesignaliseerd en geregistreerd. Dit leidt tot een gerichtere inzet bij Veilig Thuis Twente (VTT)en dus streven we op de langere termijn naar een afname.
Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder. VTT is het advies- & meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in Twente. VTT is verantwoordelijk voor het herstel van de directe veiligheid van betrokkenen en voor het doorgeleiden naar adequate hulp. De indicator betreft jeugd 0-17 jaar.

Acties 2019
Aantal acties: 5

01. Januari 2019 start het regionale expertisecentrum duurzame gezinsvormen.

De werving, selectie en scholing van pleegzorgaanbieders en -voor zover relevant- van gezinshuizen wordt gebundeld. Verkend wordt of ook de matching tussen jeugdige en aanbieder plaats vindt in het expertisecentrum. Doel is om de jeugdigen zo veel mogelijk in een gezinssetting te laten opgroeien.

02. We ontwikkelen de ketenmonitor jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Dit doen we samen met de gecertificeerde instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming. Op basis hiervan kunnen de betrokken partijen gezamenlijk besluiten nemen die de wachttijden en doorlooptijden in de jeugdbeschermingsketen reduceren en in algemene zin de ondersteuning van jeugdigen in de jeugdbeschermingsketen verbeteren.

03. Het regionale Coördinatiepunt Spoedhulp is vanaf 2019 actief.

Resultaat moet zijn dat de crisis- en spoedhulpverlening aan jeugdigen verbetert, doordat eerder de juiste hulp wordt verleend. Doel is om uiteindelijk de situatie zo snel mogelijk te normaliseren.

04. We geven uitvoering aan de regionale invulling van het Landelijke Actieprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’.

Dit programma is gericht op het verder versterken ketensamenwerking. Streven is om eerder en beter  de problematiek en slachtoffers in beeld te hebben en geweldsituaties te stoppen en duurzaam op te lossen.
Het meldpunt voor signalen en crisis voor huiselijk geweld en kindermishandeling (HG & KM) is regionaal belegd binnen Veilig Thuis Twente. Per 1 januari 2019 is iedere organisatie verplicht te werken volgens het nieuwe afwegingskader Meldcode HG & KM. Lokaal bieden we hulp en begeleiding via het eerstelijns Team Huiselijk Geweld en vervolgens via de wijkteams.

05. We bieden hulp en begeleiding aan slachtoffers van loverboys, mensenhandel en prostitutie.

De coördinatie, uitvoering (meldingen/signalen) en preventie loverboys is net als hulp en begeleiding aan slachtoffers mensenhandel belegd bij het Meldpunt Loverboyproblematiek Twente. Dit Enschedese meldpunt krijgt in 2019 een regionale functie.  In 2019 herijken we (in ketensamenwerking Zorg, Veiligheid en Straf) de visie op mensenhandel (en vormen hiervan o.a. loverboys, prostitutie en uitbuiting). Ook gaan we onderzoek doen naar de legale en illegale prostitutie doelgroep in Enschede/Twente. En we starten -vanuit de Rupsgelden van het Ministerie VenJ- de pilot "Regionaal uitstapprogramma prostitutie",  met als brede doelgroep prostitutie, slachtoffers loverboyproblematiek en mensenhandel.

.
1.03 Kinderen hebben geen taalachterstand
Een goede taalontwikkeling is essentieel voor een kansrijke toekomst van kinderen. We willen alle kinderen hierin gelijke kansen bieden. Het grootste effect bereiken we door vooral vroegtijdig, bij kinderen op jonge leeftijd, te investeren.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1


Toelichting:
Bij de streefwaarden sluiten we aan bij de trend van de afgelopen periode: voor 2017 hoger dan landelijk (2014 24%, 2016 21%) en in 2017 conform landelijk gemiddelde. Jaarlijks worden in het primair onderwijs mediotoetsen van het CITO LOVS (waaronder Begrijpend Lezen) afgenomen, waardoor we inzicht verkrijgen in de stedelijke taal- en rekenprestaties van basisschoolleerlingen. Bij deze indicator zoomen we in op de leerlingen in groep 7. Het vaststellen van de vaardigheidsscores berust op percentielen: vijf gelijke groepen van elk 20%. Als de score van categorie 5 lager is dan 20% is dat een indicatie dat de score in Enschede gelijk of beter is dan het landelijk gemiddelde.

Acties 2019
Aantal acties: 1

01. We blijven actief inzetten op Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE).

In het kader van de VVE investeren we in een (nog) betere toegankelijkheid van voorschoolse educatie. We willen niet dat er financiële belemmeringen voor ouders zijn om gebruik te maken van een peuter- of VVE-arrangement. We verlagen daarom met ingang van 2019 de eigen bijdrage voor ouders aanzienlijk, vooral ten gunste van ouders uit de lagere inkomensgroepen. De financiering van deze aanpassing is mogelijk binnen de bestaande beschikbare financiële middelen.  We voeren daarnaast pilots uit met een intensivering van het aantal uren voorschoolse educatie, vooruitlopend op mogelijke landelijke regelgeving.

 

.
1.04 De jeugd heeft zo min mogelijk tweedelijns jeugdhulp nodig
Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen op eigen kracht en/of binnen hun eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, de vereniging, kinderopvang en school). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis of school. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns jeugdhulp ingezet.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2


Toelichting:
We zetten in op meer algemene voorzieningen. Streven is om de inzet van het aantal 2e lijns jeugdhulp allereerst te stabiliseren en daarna een verdere afname te realiseren.
Tweedelijns jeugdhulp is hulp voor jeugd 0-17 jaar van een (specialistische) hulpverlener waarvoor je een verwijzing nodig hebt. Naast de gemeente kan ook de huisarts, jeugdarts, medisch specialist of een gecertificeerde instelling een verwijzing afgeven.




Toelichting:
2017 is het eerste jaar dat de inzet van eerstelijns jeugdhulp door de wijkteams is geregistreerd. Daardoor is er nog geen goede inschatting te maken van de streefwaarden. Het beleid is gericht op een stijging, gekoppeld aan een verlaging van de tweedelijns jeugdhulp.
Eerstelijns jeugdhulp is jeugdhulp (0-17 jaar) waarvan iedereen zonder verwijzing gebruik kan maken. De indicator richt zich op de hulp die een wijkcoach geeft. Naast preventie en ondersteuning biedt hij ook lichte hulp naast of in plaats van gespecialiseerde -tweedelijns- jeugdhulp.


Acties 2019
Aantal acties: 9

01. In de wijken creëren we en/of passen we collectieve en algemene voorzieningen voor de jeugd aan.

In plaats van Individuele maatwerkvoorzieningen streven we naar collectieve en algemene voorzieningen waarin jeugd in de eigen omgeving en zo regulier als mogelijk ondersteuning krijgt als dat nodig is. In 2019 ligt daarbij de focus op ontwikkeling van nieuwe arrangementen voor begeleiding en dagbesteding in samenwerking met partners in de wijk. We starten in stadsdeel Zuid en aan de hand van de opgedane ervaringen verbreden we naar de andere stadsdelen.

02. We voeren de pilot Onderwijs-Jeugdhulp-Arrangement (OJA) uit.

In september 2018 is de pilot OJA gestart voor de duur van drie schooljaren. Zes scholen, twee jeugdhulpaanbieders en de gemeente hebben een innovatieve, gezamenlijke aanpak, waarmee zij de ondersteuning en hulp in nabijheid van het kind en de opvoeders brengen. De ondersteuning is groepsgericht en preventief waar het kan en individueel waar het moet en kan vroegtijdig, sneller en efficiënter worden aangeboden. Met de pilot is ten opzichte van de kosten voor jeugdhulp in 2016 voor de betreffende doelgroep een besparing opgenomen van 2,1% in 2018 oplopend tot 11% in 2021. Aan de hand van het monitoringsysteem gaan we de effecten van OJA volgen, kan evaluatie en bijsturing plaatsvinden en invulling gegeven worden op welke wijze op termijn de OJA uitgebreid kan worden. Streven is om in 2019 te komen tot gelijk danwel beter effect van de ondersteuning/hulp en 3,3% lagere kosten dan in 2016.

03. We gaan aan de slag met het meerjarig transformatieplan "Zorg voor de jeugd".

Dit plan is regionaal opgesteld en eind 2018 bij het Rijk ingediend voor subsidie. In het plan is aansluiting gezocht bij het landelijke ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’. Thema's voor het regionale plan zijn: inzet op duurzame gezinsvormen en ambulantisering waar mogelijk; robuuste ketensamenwerking in o.a. beschermd wonen; en Jeugd en Onderwijs versterken (o.a. 18-/18+). In 2019 stellen we per thema een concreet plan van aanpak op, dat in de periode 2019-2021 wordt uitgevoerd.

04. In 2019 werken we de afspraken met de externe verwijzers (huisartsen en de gecertificeerde instellingen) verder uit.

We zetten door middel van afspraken en gesprekken met de verwijzers meer in op het verwijzen naar algemene voorzieningen, het inschakelen van de wijkteams en daar waar kan alternatieve (lichtere) vormen van ondersteuning.

05. We zetten in op begeleiding en preventie bij complexe echtscheidingen.

Het tweejarig project complexe echtscheidingen is eind 2018 afgerond. In 2019 borgen we de uitkomsten, o.a. afspraken met de advocatuur en informatie via de website. Ook verkennen we in hoeverre tweedelijns interventies met betrekking tot echtscheidingsproblematiek voorliggend ingezet kunnen worden. Kinderen kunnen hiermee in een eerder stadium geholpen worden en het beperkt het gebruik van tweedelijns voorzieningen. 

06. We realiseren vanuit onze rol als centrumgemeente een voorziening van Kamer-Raad in Hengelo.

Kamer-Raad is een Woon-Werk-Leerhuis voor jongeren tussen de 18 en 26 jaar, die door een problematische thuissituatie niet goed met hun studie bezig kunnen en dreigen uit te vallen in het onderwijs. In deze voorziening kunnen –afhankelijk van de locatie- naar schatting 10 à 15 jongeren die naar het ROC in Hengelo gaan, begeleid op kamers wonen. Tijdens het verblijf krijgt hij of zij een begeleider toegewezen en wordt er gewerkt aan het zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren van de betreffende jongere.

07. We zetten in op toezicht en handhaving bij de aanbieders in de jeugdhulp.

We willen zo malafide aanbieders aanpakken, zodat cliënten de zorg krijgen (kwalitatief en kwantitatief) die zij toegewezen hebben gekregen. We participeren in de regionale werkgroep ‘Rechtmatig zorgveld in Twente’. Deze heeft als doel om een sluitende Twentse aanpak van malafide zorgaanbieders te ontwikkelen. De aanpak is gericht op de samenhang in de keten van preventie (inkoop/gunning/communicatie), controle (toezicht) en handhaving.    

08. Per 1 januari 2019 werken we met het nieuwe Twentse ondersteuningsmodel voor jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning.

Strategisch partnership is onderdeel van de huidige aanbesteding, die loopt voor een periode van vier jaar. We maken in dit verband regionaal met enkele grotere jeugdhulp- en Wmo-aanbieders specifieke afspraken om de gewenste verandering van het zorglandschap sneller door te voeren, waarbij het uitgangspunt is resultaatgericht werken.
In 2019 voeren we als gevolg van de invoering van het Twentse ondersteuningsmodel een herindicatieplan uit, waarbij alle cliënten voor 1 januari 2020  ondersteuning krijgen op basis van het nieuwe model.

09. We vereenvoudigen administratieve werkprocessen in de jeugdhulp en de maatschappelijke ondersteuning.

Om meer grip te krijgen op onze uitgaven zetten we in 2019 samen met aanbieders extra in op het verminderen van de administratieve lasten en het tijdig aanleveren van facturen door zorgaanbieders. Dit is één van de onderdelen uit het meerjarig transformatieplan. Doel is de administratieve werkprocessen zo eenvoudig mogelijk maken binnen de kaders van wat mogelijk is.

.
1.05 Kinderen groeien niet op in armoede
Alle jeugd moet kunnen meedoen, ook jeugdigen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Sport, schoolreisjes, muziek – het hoort bij de vorming en opvoeding van iedere jeugdige. Nu investeren in het kunnen meedoen van jeugd voorkomt problemen op latere leeftijd. Met de inzet van het Kindpakket bevorderen we de participatie van jeugdigen. Het Kindpakket maakt onderdeel uit van het brede palet aan inkomensondersteunende voorzieningen van de gemeente Enschede.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1


Toelichting:
Medio 2017 zijn de mogelijkheden voor verstrekkingen vanuit het Kindpakket verruimd. 2018 was het eerste volledige jaar van invoering van de verruiming van het kindpakket. We hebben in de afspraken met Stichting Leergeld een streefbereik van 2.800 kinderen (zijnde 58%) opgenomen, vanaf 2018. Samen met de stichting werken we aan een groeiend bereik.
De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen. Voorbeelden van ondersteuning zijn de kosten van schoolreisjes, ouderbijdragen, lidmaatschap van sportclubs, zwemlessen, dansles en kleding voor sport en fietsen. Vanuit het Kindpakket ontvangt zij hiervoor gemeentelijke subsidie. Deze indicator geeft het percentage kinderen in de leeftijd 4 t/m 18 jaar weer, waarvan de ouders een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm (circa 4.800 kinderen) en een aanvraag door Stichting Leergeld is gehonoreerd. De aantallen zijn inclusief de gehonoreerde aanvragen op basis van het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds.

Acties 2019
Aantal acties: 1

01. We continueren de inzet van het Kindpakket.

Met het Kindpakket willen we bijdragen aan het bieden van voorzieningen waardoor jeugdigen volop mee kunnen doen. De resultaten uit de evaluatie van de inzet van de middelen van het Kindpakket gebruiken we om het beschikbare budget zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten voor de jaren vanaf 2019 e.v. We monitoren het bereik van de inzet binnen het Kindpakket.

.
1.06 De jeugd heeft een passende opleiding (bij de potentie van de jeugdige)
Het is belangrijk dat jongeren een goede keuze weten te maken als het gaat om een opleiding. Niet alleen moet een opleiding aansluiten bij hun talenten, maar er moet uiteindelijk ook een passende baan mee te vinden zijn.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1

Toelichting:
We sluiten qua streefwaarden aan bij de trend van de afgelopen periode. Bij een gelijkblijvende doorstroom blijven de advisering van het basisonderwijs en de prestaties van de onderbouw van het voortgezet onderwijs op niveau. Bij significante wijzigingen moeten we nader inzoomen op de onderliggende factoren.
In groep 8 van het basisonderwijs krijgen de leerlingen een advies voor de vervolgopleiding op het voortgezet onderwijs (VO: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs). Jaarlijks (per schooljaar) wordt door onderzoeksbureau Babeliowski in opdracht van de gemeente Enschede nagegaan in hoeverre deze leerlingen in klas 3 van het VO het schooltype volgen dat ze is geadviseerd in groep 8. Per schooladvies is aangegeven naar welk schooltype leerlingen in klas 3 zijn doorgestroomd. Er zijn dan drie mogelijkheden:
- de leerling zit in het schooltype dat hem/haar is geadviseerd: doorstroom
- de leerling zit in een hoger schooltype dan geadviseerd: opstroom
- de leerling zit in een lager schooltype dan hem/haar is geadviseerd: afstroom.
De indicator geeft de doorstroom weer.


Acties 2019
Aantal acties: 1

01. Via de Lokaal Educatieve Agenda 2019-2022 (LEA) benoemen we samen met de onderwijsinstellingen de gezamenlijke activiteiten voor de komende vier jaar.

De LEA wordt vastgesteld in januari 2019. Via een Actieplan LEA bepalen we de gemeentelijke inzet van middelen en activiteiten.

.
1.07 De jeugd heeft een startkwalificatie
Het hebben van een startkwalificatie is belangrijk voor een goede start in het arbeidzame leven. Jeugd zonder diploma loopt een verhoogd risico op maatschappelijke uitval. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk. Het gaat dan om een of MBO-(niveau 2 of hoger), Havo- of VWO-diploma.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1


Toelichting:
Het streven is om het aandeel MBO 2 en hoger in de beroepsbevolking te vergroten.
MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt. Jeugd met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand.


Acties 2019
Aantal acties: 1

01.We herijken de RMC-aanpak in verband met nieuwe wetgeving in combinatie met de Twentse Belofte.

We maken regionale RMC-afspraken over: aansluiting gemeentelijke zorg op het onderwijs, bestrijden verzuim 18+ en begeleiding uitstroom kwetsbare jongeren. Tevens ondersteunen we jongeren die uitvallen/eerder zijn uitgevallen naar onderwijs of werk. We gaan de komende jaren aan de voorkant samen (vanuit RMC, onderwijs, werk en zorg) een integraal en sluitend plan van aanpak maken om de jongeren gelijke kansen op onderwijs en werk te bieden (overerfbaarheid tegen te gaan). Daarbij moeten we scherpe wettelijke regelingen durven loslaten om te kunnen kijken naar wat jongeren nodig hebben (en niet handelen vanuit de rechten die er zijn). Vanuit de Twentse Belofte verbinden we de  krachten van het onderwijs, werkgevers en gemeente aan elkaar. Dus niet het stokje doorgeven, maar de verschillende krachten meer parallel laten werken. Hoe eerder de preventie, hoe lichter de interventie kan zijn en hoe effectiever. De Twentse Belofte loopt tot 2020.

.
2. Inwoners wonen langer zelfstandig

Zelfredzaamheid betekent dat je zelf bepaalt hoe je je leven wilt inrichten: hoe je wilt wonen, leren, werken, recreëren, je kinderen wilt opvoeden of je van a naar b wilt verplaatsen. Het is goed als mensen daar de ruimte voor krijgen en daar in eerste instantie ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen. Het liefst op zo’n manier dat mensen ook dan zelf hun hulp kunnen organiseren en zeggenschap behouden. De ambitie is te investeren in tijdige, lichte ondersteuning en preventie, om daarmee onnodig zware zorg te kunnen voorkomen. Normaliseren in plaats van medicaliseren en ondersteuning dichtbij de leefwereld van de inwoner.

 

2.01 De inwoners zijn gezond en actief
Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, zijn in staat zich aan te passen aan en zelf de regie te voeren over de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben en zetten in op het preventief bevorderen van de gezondheid en meer (sportief) bewegen.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2

2.1a Percentage inwoners dat voldoet aan de beweegnorm

Toelichting:
Deze indicator is nieuw en wordt in de stadspeiling 2018 voor het eerst uitgevraagd. Op basis van de uitkomsten worden de streefwaarden voor 2019 en 2022 bepaald. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde.
De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor volwassenen (18 jaar en ouder), oftewel minstens vijf dagen per week minimaal een half uur matig intensief bewegen.
 
2.1b Percentage inwoners op gezond gewicht (BMI)

Toelichting:
Deze indicator is nieuw en wordt uitgevraagd bij de stadspeiling 2018. Op basis van de uitkomsten worden de streefwaarden voor 2019 en 2022 bepaald. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde.
De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, bij waarde 18,5-25: normaal gewicht, bij waarde >25: overgewicht en bij waarde >30: ernstig overgewicht. Deze indicator geeft het percentage inwoners met normaal gewicht aan.

Acties 2019
Aantal acties: 4

01. We ontwikkelen samen met de GGD een langjarige aanpak op preventie en gezondheidsbevordering, gericht op 20-60 jarigen

Deze aanpak sluit aan bij het nog op te stellen Nationaal Preventieakkoord. Ondertussen blijven we uitvoering geven aan de nota ‘Vitale coalities’ in samenwerking met de regio-gemeenten, de GGD Twente en lokale partijen zoals scholen, (sport)verenigingen en zorginstellingen.

02. We werken aan een plan voor het verbeteren van de integrale ouderenzorg.

Dit doen we in samenwerking met Menzis en gemeenten binnen de Regio Twente. In het plan gaat de aandacht o.a. uit naar beschikbaarheid van de acute zorgketen, versoepelen van de afstemming en overgang van zorg tussen wettelijke kaders en verbeteren van de samenwerking in de wijk. Het uitgewerkte plan vormt de agenda voor verdere regionale samenwerking met zorgverzekeraar Menzis.

03. We creëren een nieuwe centrale zwemvoorziening op het Diekman-terrein.

De vastgestelde zwembadvisie is de basis hiervoor.  In 2019 voeren we het besluit rondom het Programma van Eisen uit en start het aanbestedingstraject.

04. We zetten de sportaccommodaties effectiever en breder in.

We stimuleren meer samenwerking en efficiënter gebruik van de sportaccommodaties (clustervorming) en bredere inzet van de sportaccommodaties voor de behoefte en uitdagingen in de stad/wijk en als algemene voorziening. Door:

  • het ontwikkelen de open Sportcampus Diekman. Dit doen we door het verbinden van partijen en het uitwerken van de gezamenlijke visie naar een concreet stappenplan. 
  • het ondersteunen van initiatieven vanuit het sportveld;
  • het verplaatsen van verenigingen naar andere sportparken om efficiënter gebruik te krijgen van de accommodaties.
Bijdrage verbonden partij: Sportaal

 

Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan de ambities uit het vastgestelde beleid. Zo wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde leefstijl, het uitbouwen van de maatschappelijke functie van sport, het ontdekken en ontwikkelen van talenten en het versterken van de verenigingskracht.
Als Sportaal de taken niet naar behoren of niet uitvoert heeft dit consequenties voor de uitvoering van het sportbeleid en hiermee de sportstimulering en de exploitatie en onderhoud van de sportaccommodaties in Enschede. Door middel van een overeenkomst, opdracht en indicatoren zijn de afspraken met Sportaal vastgelegd

.

2.02 De inwoners hebben een sterk persoonlijk netwerk
Het hebben van een sociaal netwerk is belangrijk voor Inwoners die ouder worden en/of die zorg nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarbij gaat het om familie, vrienden, kennissen, buren, collega’s, maar ook om sociale contacten bij de club, de kerk enzovoort.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1

2.2a Percentage inwoners dat voldoende sociale steun ervaart

Toelichting:
Deze indicator is nieuw en wordt in de stadspeiling 2018 voor het eerst uitgevraagd. Op basis van de uitkomsten worden de streefwaarden voor 2019 en 2022 bepaald. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde.
Sociale steun staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt.

Acties 2019
Aantal acties: 3

01. We werken met kennisinstellingen samen op het verbeteren van het instrumentarium voor coaches.

Dit instrumentarium draagt bij aan het vergroten van de draagkracht van inwoners en het benutten van het persoonlijk netwerk.

02. We zetten in op mantelzorgondersteuning.

In het algemeen hebben mensen die langdurig en intensief zorg verlenen een vergrote kans op overbelasting. Om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken of zijn, zetten we in op mantelzorgondersteuning. In het Actieplan Mantelzorg is dit nader uitgewerkt (zie actie 02 bij subdoel 4.2).

03. We verkennen de mogelijkheden voor de invoering van de blijverslening, gefinancierd door derden.

We maken een afweging tussen onder andere het verwachte gebruik (op grond van ervaringen elders), de invoeringskosten en de bestaande mogelijkheden in de markt. Doel is dat ouderen bewust worden van de mogelijkheden die ze zelf hebben om aanpassingen in hun woning te doen, zodat ze zo lang mogelijk thuis in eigen omgeving en in de nabijheid van hun netwerk kunnen blijven wonen.

.

2.03 De inwoners hebben zo min mogelijk tweedelijns zorg nodig
Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen van een inwoner op eigen kracht en/of binnen de eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, het werk, de vereniging). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns hulp ingezet.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3


Toelichting:
We zetten in op verschuiving van maatwerk- naar algemene voorziening. Dit moet leiden tot een afname, waartegenover een mogelijke aanzuigende kracht komt te staan als het abonnementstarief eigen bijdrage door het Rijk wordt ingevoerd per 1-1-2019.
Een Wmo-maatwerkvoorziening is ondersteuning afgestemd op de individuele situatie, zoals huishoudelijke hulp, individuele of groepsbegeleiding (dagbesteding), vervoersdiensten, hulpmiddelen en woningaanpassing. Deze voorziening is alleen toegankelijk na indicatie van de gemeente. In de indicator zijn beschermd wonen en maatschappelijke opvang niet meegenomen, aangezien dit centrumgemeentetaken zijn.

2.3b Percentage inwoners dat intramuraal woont in het kader van Wlz en GGZ (Zvw)

Toelichting:
De gegevens zijn nog niet beschikbaar. Zodra we deze hebben, doen we een voorstel voor de streefwaarden voor 2019 en 2022.
De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening. Via de Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt de behandeling en herstel in het kader van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) geregeld. Vanuit deze wetten kunnen inwoners geïndiceerd worden voor zorg en ondersteuning met verblijf in een zorginstelling (intramurale zorg).



Toelichting:
Gelet op de in- en uitstroom en de nog te realiseren nieuwe voorzieningen is de verwachting dat het aantal unieke cliënten de komende jaren rond 675 mensen zal zijn. De ontwikkelingen ten aanzien van de overgang naar de Wlz en de decentralisatie van centrumgemeentetaken krijgen pas in de loop van 2021 hun weerslag op de aantallen.
Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten in het gehele centrumgemeentegebied Enschede, bestaande uit: Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.


Acties 2019
Aantal acties: 11

01. We stellen een Aanpak Top 100 gezinnen met de grootste en meest omvangrijke zorgvraag op.

We doen dit in samenwerking met Menzis. Deze aanpak richt zich op huishoudens die intensief gebruik maken van bijstand, zorg en ondersteuning vanuit meerdere (wettelijke) regelingen. Met een op maat gemaakt plan worden deze huishoudens op een meer effectieve en efficiëntere manier ondersteund in het herstellen van regie.  We starten in het vierde kwartaal 2018 met het benaderen van de eerste huishoudens.

02. In de wijken creëren we en/of passen we collectieve en algemene voorzieningen voor volwassenen aan.

In plaats van Individuele maatwerkvoorzieningen streven we naar collectieve en algemene voorzieningen waarin volwassenen in de eigen omgeving en zo regulier als mogelijk ondersteuning krijgen als dat nodig is. In 2019 ligt daarbij de focus op ontwikkeling van nieuwe arrangementen voor begeleiding en dagbesteding in samenwerking met partners in de wijk. We starten in stadsdeel Centrum met de extra inzet hierop en op basis van de opgedane ervaringen verbreden we naar de andere stadsdelen.

03. Met een aantal organisaties gaan we na hoe hun tweedelijns aanbod kan worden omgevormd tot een algemene voorziening.

Hier is in het verleden reeds op onderdelen van het aanbod van organisaties ervaring opgedaan. We breiden dit in 2019 uit met minimaal vier organisaties en een breder aanbod.

04. We stellen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang een visie en aanpak voor de decentralisatie op.

Enschede voert als centrumgemeente de taken Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang voor acht gemeenten uit. Het Rijk is van plan deze centrumgemeentetaken met ingang van 2021 te decentraliseren en alle gemeenten zelf verantwoordelijk te maken voor de uitvoering binnen het kader van regionale samenwerking. In de 'visie en aanpak 2018-2021 decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang´ staan afspraken met de regiogemeenten over:

  • de gewenste zorginfrastructuur en welke acties er nodig zijn om deze te realiseren
  • het organiseren van samenwerking (inclusief financiële verantwoordelijkheid en solidariteit)
  • de inzet van middelen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang
  • het vormgeven van de toegang tot beschermd wonen en maatschappelijke opvang.
05. We ontwikkelen nieuwe voorzieningen Beschermd wonen.

Samen met de gemeente Hengelo en Tactus realiseren we een woonvoorziening beschermd wonen in de verslavingszorg in Hengelo om zo in het werkgebied van centrumgemeente Enschede het tekort aan plekken te reduceren. Daarnaast zoeken we samen met de gemeenten Haaksbergen en Oldenzaal naar geschikte locaties voor beschermd wonen. Halverwege 2019 verwachten we duidelijkheid over locaties waar dit ontwikkeld kan worden.

06. We realiseren nieuwe vormen van opvang gericht op dak- en thuislozen.

Hierbij denken we aan een concept als ‘noaberhuuske’. Dit is een eenpersoonsovernachtingsmogelijkheid voor één of twee nachten, die ingezet kan worden als iemand direct een slaapplek nodig heeft en geen mogelijkheden in het eigen netwerk hiervoor heeft. Het nevendoel van een ‘noaberhuuske’ is dat hiermee mensen in beeld komen en toegeleid kunnen worden naar zorg.

07. We maken afspraken met leveranciers over hergebruik van woonvoorzieningen, bv. plafondlift, drempelhulp en dergelijke.

 Bij de overige Wmo-hulpmiddelen is al sprake van hergebruik en is dit onderdeel van de contractafspraken met de leveranciers.

08. We herijken afspraken met corporaties over woningaanpassingen en woonvoorzieningen.

De bestaande werkafspraken met de corporaties met betrekking tot woningaanpassingen en woonvoorzieningen worden geactualiseerd. Doel is om door duidelijke, structurele afspraken zoveel mogelijk individuele aanvragen voor woningaanpassingen te voorkomen.

09. We onderzoeken de mogelijkheden voor een depot voor gebruikte goederen (banken, tafels, koelkasten e.d.) voor inwoners met een minimum inkomen in Enschede.

Hierdoor kunnen goede, gebruikte goederen duurzaam hergebruikt worden. Door hergebruik van gebruikte goederen leveren we een bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstellingen in onze stad. Het depot is een aanvulling op de bijzondere bijstand. Als bijzondere bijstand niet mogelijk is, dan kan een gerichte verwijzing naar het depot een oplossing bieden.

10. In 2019 onderzoeken we of we één zorgaanbieder kunnen koppelen aan een specifieke wijk.

Hierbij is het uitgangspunt dat welzijn & zorg wordt gekoppeld aan het versterken van het voorliggend veld.

11. We zetten in op toezicht en handhaving bij aanbieders van Wmo-zorg.

We willen zo malafide aanbieders aanpakken, zodat cliënten de zorg krijgen (kwalitatief en kwantitatief) die zij toegewezen hebben gekregen. We participeren in de regionale werkgroep ‘Rechtmatig zorgveld in Twente’. Deze heeft als doel om een sluitende Twentse aanpak van malafide zorgaanbieders te ontwikkelen. De aanpak is gericht op de samenhang in de keten van preventie (inkoop/gunning/communicatie), controle (toezicht) en handhaving.    

.
3. Inwoners zijn financieel zelfstandig

Mensen die financieel zelfstandig zijn, hebben de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen meedoen op alle leefdomeinen. De stress van het hebben van een beperkt budget en/of schulden leidt ertoe dat mensen, m.n. met een laag inkomen, minder goed in staat zijn om verstandige keuzes te maken. Daarom streven we ernaar om armoede zoveel mogelijk te voorkomen.

 
3.01 De huishoudens zijn niet afhankelijk van een bijstandsuitkering
Het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud door werk is het beste medicijn tegen vele klachten. Bovendien zijn werkende ouders een belangrijk voorbeeld voor kinderen. Een plek vinden op de arbeidsmarkt is echter niet voor iedereen eenvoudig, daarom ondersteunt de gemeente bij het vinden van geschikt werk. Daarnaast zorgt de gemeente voor een uitkering (Algemene bijstand levensonderhoud) voor inwoners die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Met een bijstandsuitkering kunnen zij de periode overbruggen totdat zij weer betaald werk vinden.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1


Toelichting:
Het streven volgt tenminste de landelijke trend, zoals die wordt vertaald in het macrobudget dat het Rijk vaststelt. Dit betekent ook dat het streven is om de uitstroom uit de bijstand naar werk op landelijke niveau te houden. Met een steeds grotere mismatch tussen wat werkgevers vragen en wat er aan kandidaten beschikbaar is, is een aantal aanvullende acties nodig om het streven te kunnen realiseren.
Bijstand wordt door de gemeente verstrekt aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In deze indicator zijn uitkeringen van Bijstand Levensonderhoud, IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen), IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) opgenomen op huishoudensniveau. De peildatum voor het aantal huishoudens met een uitkering is de laatste dag van het jaar.

Acties 2019
Aantal acties: 4

01. We continueren de groepsgewijze ondersteuning van de vraag naar personeel via projecten bij grote werkgevers of sectoren.

Daarmee wordt de personele inzet voor werkgeverdienstverlening effectief georganiseerd. We zetten in op sectoren waar de baankansen voor de werkzoekende het grootst is, onder andere zorg en techniek.

02. We faciliteren werkzoekenden die in Duitsland aan de slag willen.

We bieden hen de mogelijkheid om bijscholing te volgen in taal, cultuur en vakinhoudelijke kennis. We continueren de lobby bij de betreffende Duitse en het Nederlandse ministeries om diplomaerkenning te bewerkstelligen en informeren de Raad hierover. Daarnaast presenteren wij een voorstel voor de structurele financiering van het kennis- en competentiecentrum grensoverschrijdende arbeidsmarkt ‘GrensWerk’.

03. We leveren een advies over de wijze waarop de teams Werk en Inkomen optimaal uitvoering kunnen geven op het verder beperken van instroom in en het bevorderen van uitstroom uit de uitkering.

Aspecten die daarin worden beoordeeld zijn onder andere de herindeling van teams, aansluiting op branches, wijken en de regionale aanpak in Werkplein Twente.

04. We evalueren de pilot Outsourcing Werk.

In de Pilot Outsourcing Werk wordt een groep van 150 werkzoekenden op dit moment - gedurende in eerste instantie een jaar - bemiddeld door een extern bureau. We onderzoeken of zij succesvoller zijn in het bemiddelen van werkzoekenden naar werk dan wijzelf.

.
3.02 De huishoudens doen zo min mogelijk een beroep op inkomensondersteuning
We streven ernaar dat zoveel mogelijk mensen in hun eigen inkomen kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen.
Voor hen die dat niet kunnen kent de gemeente Enschede een gedegen aanbod van voorzieningen, waarmee de gevolgen van armoede voor inwoners kunnen worden gedempt. Dit aanbod bestaat uit gemeentelijke minimaregelingen en de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. We blijven o.a. met deze inzet een actief armoedebeleid uitvoeren en baseren ons daarbij op de schaarste-theorie.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3


Toelichting:
In totaliteit streven we naar een verlaging van het aantal huishoudens dat de regeling nodig heeft. Maar we willen de groep die het wel nodig heeft, beter bereiken. Dit leidt ertoe dat we de komende jaren verwachten dat de indicator stabiel blijft.
Bijzondere bijstand kan door de gemeente worden verstrekt aan inwoners met een laag inkomen (110% van het sociaal minimum) voor onvoorziene en noodzakelijke kosten of kosten door bijzondere of dringende omstandigheden. Bijvoorbeeld kosten voor rechtsbijstand, een kapotte wasmachine of noodzakelijke woninginrichting. Deze indicator toont het percentage huishoudens dat een of meer aanvragen voor bijzondere bijstand toegekend heeft gekregen, met uitzondering van de kosten voor bewindvoering (zie hiervoor indicator 3.3b 'percentage inwoners met bewindvoering').



Toelichting:
Met de verwachting dat het aantal bijstandsgerechtigden afneemt, zal het aantal mensen dat in aanmerking komt voor de collectieve zorgverzekering afnemen. Maar door het afschaffen van de regeling tegemoetkoming eigen risico zorgverzekering zal een deel van de GV1+2 overstappen naar de GV3.
De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het Garant Verzorgd-pakket. Alle Enschedese inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve Garant Verzorgd pakket 1 of 2 aanmelden. Inwoners die hiervan gebruik maken, betalen een lagere premie en krijgen dan een gratis uitbreiding van het aanvullende verzekeringspakket voor ziektekosten. Daarnaast geeft deze uitbreiding voor bepaalde zorg hogere vergoedingen zonder extra kosten, afhankelijk van het gekozen pakket.




Toelichting:
Door de afschaffing van de tegemoetkoming eigen risico zorgverzekering is de verwachting dat een deel zal overstappen naar de Menzis GV3 (zowel vanuit Menzis GV1+2 als vanuit een andere zorgverzekeraar), vandaar dat in het streven sprake is van een toename.
De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het Garant Verzorgd-pakket. Alle Enschedese inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve Garant Verzorgd pakket 3 aanmelden. Inwoners die hiervan gebruik maken, betalen een lagere premie, krijgen een gratis uitbreiding van het aanvullende verzekeringspakket voor ziektekosten en verzekeren het eigen risico mee.


Acties 2019
Aantal acties: 3

01. We bedden de principes van de methodiek mobility mentoring in in onze dagelijkse werkwijze.

Dit is een methode voor armoedebestrijding met als uitgangspunt dat het wegnemen van stress een noodzakelijke voorwaarde is om blijvend uit armoede te komen. We rollen het opleiden van medewerkers (o.a. wijkcoaches) breed uit, zodat deze werkwijze een integraal onderdeel uitmaakt van de ondersteuning van de Stadsbank en de wijkteams. 

02. We onderzoeken de inzet van onze inkomensondersteunende maatregelen.

We monitoren de resultaten en maken daarbij een koppeling met de Nibud minima effect rapportage. Hierdoor kunnen we onze inzet richting inwoners zo effectief mogelijk vormgeven, met als uitgangspunt een maximalisatie van het rendement van de maatregelen.

03. We schaffen de regeling tegemoetkoming eigen risico af per 1 januari 2019.

Dit besluit heeft effect op het gebruik van de collectieve zorgverzekering minima. Daarnaast spelen er andere (landelijke) ontwikkelingen. We onderzoeken in 2019 hoe de collectieve zorgverzekering als instrument ter ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten duurzaam kan worden ingezet. De uitkomsten en eventuele daaruit voortvloeiende keuzes leggen we voor aan de Raad.

.
3.03 De inwoners met een laag inkomen zitten zo min mogelijk in een schuldhulpverleningstraject
We handelen preventief voordat iemand in de schulden terechtkomt. Daar waar mensen toch in de schulden zijn gekomen en waar ze die niet kunnen oplossen, ondersteunt de gemeente Enschede deze inwoners. Dit doen we samen met diverse maatschappelijke organisaties (zoals bijvoorbeeld het DPE, Humanitas thuisadministratie, Alifa) en de Stadsbank Oost-Nederland. Ook de Wijkteams Enschede spelen hierbij een belangrijke rol.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2


Toelichting:
We investeren in vroegsignalering, waardoor naar verwachting aanvankelijk het aantal toeneemt en op de langere termijn een daling wordt ingezet.
De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeente taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit. Elke inwoner met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank Oost Nederland.



Toelichting:
De rechter bepaalt wie in aanmerking komt voor de bewindvoering. We streven naar een stabilisatie en zijn in gesprek met de rechter over de aanpak.
Als iemand wegens omstandigheden niet goed voor zijn eigen financiën kan zorgen, kan de kantonrechter op verzoek een beschermingsmaatregel nemen. Als zo'n maatregel alleen over de financiën gaat, is sprake van bewind.

Acties 2019
Aantal acties: 4

01. We werken samen met onze partners aan een sluitende keten in de aanpak van financiële zelfredzaamheid en schuldenaanpak.

We werken aan een doorvertaling van het beleidskader schuldhulpverlening in een concreet uitvoeringskader schuldhulpverlening.

02. We starten activiteiten in het kader van vroegsignalering van schulden.

Met de Vroegsignalerings-aanpak, die we op dit moment ontwikkelen, werken we met de schuldeisers die vaste lasten innen samen aan de vroegsignalering van schulden. Het doel is het voorkomen van problematische schulden in gezinnen. Het niet-betalen van de vaste lasten is een eerste signaal van een zorgelijke financiële situatie. Door dit te onderkennen en er letterlijk vroeg op af te gaan, kunnen grotere problemen worden voorkomen. Bij vroegsignalering wachten we dus niet tot een inwoner zich meldt, maar gaan we actief op signalen van schuldeisers af.

03. In samenwerking met de rechtbanken werken we aan verbeteringen op het terrein van bewindvoering.

We zetten ons in om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen en het adviesrecht van gemeenten bij een aanvraag bij de rechtbank voor schuldenbewind in te voeren.

04. We nemen deel aan het Overleg Brede Schuldaanpak en Armoede.

Het kabinet heeft in 2018 de brede schuldenaanpak gepresenteerd. In het bijbehorende actieplan zijn de maatregelen uitgewerkt en gericht op het terugdringen van het aantal mensen met problematische schulden en op een effectievere dienstverlening aan mensen met schulden. Het gaat hier om een gezamenlijke aanpak van ministeries, gemeenten en andere betrokken partijen. Het jaar 2019 zal in het teken staan van de uitwerking en uitvoering van verschillende maatregelen. Enschede is hier nauw bij betrokken. Dit overleg is samen met de VNG, Divosa en diverse andere gemeenten. 

Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland

 

De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeentelijke taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit. Elke burger met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank.

.
4. Inwoners participeren in de samenleving

In een inclusieve samenleving is iedereen naar vermogen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en doet naar vermogen mee. Dat kan zijn via betaald werk danwel als vrijwilliger, mantelzorger, actief lid van een vereniging en/of andere non-profit-organisatie in Enschede en dergelijke.

 
4.01 De inwoners werken betaald naar vermogen
Het welbevinden van mensen wordt mede bepaald door het gevoel 'er toe doen'. Het hebben van betaald werk is daar een belangrijke factor bij, ieder naar eigen capaciteiten.
Het aandeel werkende Enschedeërs, de ‘arbeidsmarktparticipatie’, neemt toe en groeit richting het niveau van andere G40 steden.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1


Toelichting:
Streven is terug naar minimaal de waarde van het jaar 2015.
De netto-arbeidsparticipatie is dat deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) dat daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking.


Acties 2019
Aantal acties: 5

01. We implementeren een strategisch afwegingskader voor de inzet van de beschikbare voorzieningen in de keten dagbesteding - nieuw beschut - loonkostensubsidie - regulier werk.

Het grootste deel van de cliënten dat op dit moment bijstand ontvangt, heeft ondersteuning nodig om geheel of gedeeltelijk te gaan werken. Deze ondersteuning is complexer en vaak ook langduriger dan voorheen. De opeenvolgende ondersteuningsvoorzieningen moeten zo optimaal mogelijk op elkaar aansluiten.

02. We leggen in 2019 een voorstel voor een nieuw beleid op de arbeidsmarkt -de ‘Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak’- aan de Raad voor.

De achtergronden en uitgangspunten bij het huidige arbeidsmarktbeleid zijn achterhaald. Er lag de afgelopen veel nadruk op het realiseren van nieuwe banen in Enschede en het contact met werkgevers. Door de economische groei zijn er in Enschede veel nieuwe banen en weten werkgevers het Werkplein goed te vinden bij hun zoektocht naar personeel. Daardoor kan de focus in ons beleid verschuiven naar de matching van werkzoekenden naar banen. Daarbij gaan we ook in op de rolverdeling binnen de uitvoering in het Sociale Domein m.b.t. de participatie van inwoners met een grotere afstand arbeidsmarkt en het realiseren van een jaarlijks contactmoment voor alle uitkeringsontvangers. Op deze wijze geven we ook – zij het op een wat andere dan eerder aangegeven wijze – invulling aan de motie 'Aandacht vergroot de kansen van en voor mensen' van 13 november 2017.

03. In 2019 vullen we 57 banen in in het kader van de regeling Nieuw Beschut.

Nieuw Beschut is bedoeld voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. Mensen die alleen kunnen werken in een ‘beschutte’ omgeving, onder aangepaste omstandigheden. Zij hebben meer begeleiding en aanpassing van hun werkplek nodig dan van een reguliere werkgever is te verwachten.

04. We creëren in 2019 vier ‘garantiebanen’ voor mensen met een arbeidsbeperking binnen de gemeentelijke organisatie.

Dit doen we in het kader van de Wet banenafspraak.

05. We herijken contracten voor SW-medewerkers die zijn gedetacheerd bij bedrijven.

Dit doen we wanneer sprake is van tarieven die niet overeenkomen met de loonwaarde van de medewerkers.

Bijdrage verbonden partij: Stichting Werkgeverstaken Participatiewet Enschede (SWPE)

 

De gemeenten hebben met ingang van 1-1-2017 van het Rijk een taakstelling gekregen om beschutte banen in te vullen. Voor het uitvoeren van het werkgeverschap van deze banen is in 2017 de SWPE opgericht om de formele werkgeverstaken uit te voeren. Omdat de cao WSW niet van toepassing is voor de werknemers die een baan krijgen bij de DCW hebben Raad en College het arbeidsvoorwaardenpakket voor de “nieuw beschutte banen” vastgesteld. De DCW wordt ingezet als uitvoeringsorganisatie. Er wordt gebruik gemaakt van de infrastructuur gebouw, machines, werk aanbod, maar ook de aanwezige en goed toegeruste personele en loonadministratie en werkbegeleidingscapaciteit.

.
4.02 De inwoners doen actief mee in de samenleving via vrijwilligerswerk, mantelzorg, lidmaatschap verenigingen e.d.
Meedoen in de samenleving kan naast een betaalde baan op diverse manieren. Via vrijwilligerswerk en/of mantelzorg: werk dat onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of (de kwaliteit van) de samenleving. En/of via een actief lidmaatschap van een vereniging of non-profit-organisatie danwel actief meedoen aan activiteiten die in de stad of eigen wijk worden georganiseerd bij en/of door verenigingen en non-profit-organisaties.

Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3


Toelichting:
Het beleid is gericht op een hogere vrijwillige inzet van de inwoners.
Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club.





Toelichting:
Het beleid is gericht op minder professionele zorg en meer zorg vanuit de samenleving zelf. We streven naar een verdere groei van het aantal mantelzorgers.
Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: partner, familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om een langdurige zorg die onbetaald is en meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.




Toelichting:
Na een jarenlange stabiele lijn is er in 2017 sprake van een dip, onduidelijk is of dit een incident is. Dat wordt pas duidelijk bij de stadspeiling 2018. Het streven is derhalve voorlopig gebaseerd op een voortzetting van de stabiele lijn.
Deze indicator betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club.


Acties 2019
Aantal acties: 7

01. We ontwikkelen het actieplan Vrijwillige inzet verder door.

We leggen de verbinding tussen de mogelijkheden tot faciliteren en bevorderen van vrijwilligerswerk van MPact en de ontwikkeling van algemene voorzieningen en Wijkwijzer.

02. We voeren het actieplan Mantelzorg verder uit en ontwikkelen deze door.

Dit doen we vanuit het motto "vinden, versterken, verlichten en verbinden".

03. We voeren de nieuwe beleidsvisie LHBTI+ uit.

Enschede zet zich in voor een tolerante en open-minded samenleving met ruimte voor een diversiteit aan inwoners, waaronder homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, biseksuelen, transpersonen en personen met een interseksuele conditie (LHBTI+). De beleidsvisie LHBTI+ (najaar 2018) beschrijft het kader voor de gemeentelijke inzet. Jaarlijks bepalen we samen met de lokale partijen een thema, waaraan extra aandacht wordt besteed.

04. We komen met een voorstel voor het vervolg op het Actieplan Meedoen en Thuisvoelen.

Het actieplan Meedoen en Thuisvoelen loopt tot en met 2019. We leggen in 2019 aan de raad een voorstel voor over het vervolg op dit actieplan.

05. We houden de bed-, bad- en broodregeling (BBB) in stand en gaan dit vanaf 2019 nog kostenbewuster doen.

De duur en inhoud van de BBB hangt samen met de besluitvorming over de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV, zie actie 06).

06. We komen met een voorstel over een Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV) in Enschede.

We zijn in gesprek met de VNG en het Rijk over de ontwikkeling van LVV. Enschede is in beeld als een van de beoogde locaties. We verwachten dat er een landelijke samenwerkingsovereenkomst LVV komt in het vierde kwartaal 2018. Op basis hiervan komen we in 2019 met een voorstel aan de de raad vragen over het vestigen van een LVV in Enschede en de randvoorwaarden die daarvoor nodig zijn.

07. We innoveren de aanpak m.b.t. participatie van mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt.

Cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kunnen niet met één interventie naar werk worden geleid. Dat gebeurt met kleine stapjes en intensief contact. In 2019 gaan we nieuwe partnerschappen met maatschappelijke partijen en ervaringsdeskundigen aan die er toe leiden dat meer en intensiever contact mogelijk wordt voor mensen met een grote afstand tot arbeidsmarkt. We richten ons daarbij op het doorbreken van sociaal isolement en maatschappelijke activering.

.

Wettelijk verplichte indicatoren

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.

  Beleidsveld Naam indicator Eenheid Jaar Score Bron
17. 4. Onderwijs Absoluut verzuim Aantal per 1.000 leerlingen  2017  0,00 DUO
18. 4. Onderwijs Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen  2017 15,16  DUO
19. 4. Onderwijs Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs  2016 1,8% DUO
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters %  2016  47,7% Gezondheidsenquête (CBS, RIVM)
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen  2015  1,17% Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar  2015 11,58%  Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar  2017  10,7% CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar  2017  2,1% CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar  2017 0,9% CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners  2017  725 GMSD

 

Wat mag het kosten?

Om de gestelde doelen te bereiken zijn per doel lasten begroot voor 2019. Deze bedragen worden ingezet voor het realiseren van de acties (onder 'Wat gaan we doen') maar ook voor het realiseren van de reguliere werkzaamheden. Onderstaande grafiek geeft per doel inzicht in de beschikbaar gestelde budgetten.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de meerjarige ontwikkeling van de lasten, baten en reserve mutaties.

Vitaal en sociaal Bedragen x 1.000 euroBegroting  2018Begroting 2019Raming  2020Raming  2021Raming  2022
Lasten390.472390.291384.556381.977380.170
Baten125.136123.399123.603122.914123.003
Saldo van baten en lasten265.336266.892260.953259.064257.167
Storting reserves9662.779777
Onttrekking reserves7.0046.285999796
Resultaat259.299263.386260.862258.973257.078

Toelichting

De lasten dalen met een bedrag van 0,2 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken zijn een daling van 2,1 miljoen euro bij de Jeugdhulp. Dit komt door de opgelegde bezuinigingstaakstellingen, een doorwerking van de tussenrapportage 2018 en een aanpassing van het budget vanuit de meicirculaire. Daarnaast zien we een daling van de lasten bij de Sociale Werkvoorziening van 1,4 miljoen euro door een krimp van het personeelsbestand vanwege natuurlijk verloop. Bij het product Algemene maatschappelijke voorzieningen is sprake van dalende lasten ter grootte van 1,1 miljoen euro. Dit komt enerzijds door de incidenteel geraamde uitgaven vanuit de Transformatieagenda in 2018, anderzijds door intensiveringen uit het coalitieakkoord. De Wmo-centrumtaken laten een stijging zien van 3 miljoen door het beschikbaar komen van extra middelen uit de mei- en septembercirculaire. Tenslotte is per saldo nog een stijging van de lasten bij Onderwijs voor Onderwijsachterstandenbeleid en bij Sport.

De baten dalen in 2019 met ruim 1,7 miljoen euro als gevolg van de invoering van het abonnementstarief en een stijging van de rijksuitkering voor Onderwijsachterstandenbeleid.

Het saldo van stortingen en onttrekkingen op de reserves zorgt voor een positief effect van 2,5 miljoen euro. Dit is met name het gevolg van de intensiveringen uit het coalitieakkoord, de beëindiging van de LEA (periode 2014-2018) en de bijdrage vanuit de reserve beschermd wonen aan het middelenkader.

Meerjarige trendontwikkelingen zijn de lager begrote lasten bij de Jeugdhulp en in mindere mate bij Wmo-lokaal als gevolg van de te realiseren taakstellingen. Bij de Wmo is eveneens sprake van een stijging als gevolg van meerkosten als gevolg van hogere loonschalen bij de ondersteuning huishouden. De lasten dalen bij de Sociale Werkvoorziening door een verdere krimp van SW-medewerkers en uitvoeringskosten. Dit wordt gedempt door de groei van mensen in Nieuw Beschut.

Voor een verdere toelichting op de cijfers verwijs ik u naar hoofdstuk 6.4.

Meer info Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders Niels van de Berg, Eelco Eerenberg, Jurgen van Houdt, Arjan Kampman
Concerndirecteuren Djoerd de Vos Koelink (a.i.)