|
1. Jeugd groeit veilig op en ontwikkelt talenten Iedere jeugdige groeit gezond en veilig op, kan zijn/haar talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Hij/zij groeit op in een gezin; speelt en neemt deel aan sport en cultuur; gaat naar school en behaalt diploma’s en een startkwalificatie en krijgt passende ondersteuning waar nodig. Zo krijgt hij/zij de kans een (sociaal-economisch) zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden die zoveel als mogelijk zelfstandig kan wonen en leven en een goed perspectief heeft op de arbeidsmarkt.
|
1.01 De jeugd is gezond en actief Jeugdigen die gezond leven (eet- en beweeggedrag) zijn minder vaak ziek, kunnen zich beter concentreren en zitten lekkerder in hun vel. Via de jeugdgezondheidszorg (met de focus op preventie, vroegsignalering en lichte ondersteuning) en sport willen we een gezonde leefstijl bij de jeugd bevorderen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2 Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing. Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor jeugd (4-17 jaar). Oftewel minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij kinderen verlaagt bewegen eveneens het risico op depressieve symptomen, verbetert het de insulinegevoeligheid en botkwaliteit en verlaagt het bij kinderen met overgewicht en obesitas de BMI en vetmassa. Verder verbetert bewegen de fitheid en spierkracht. Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten. In 2022 worden nieuwe resultaten verwacht. In de nieuwe ambitiedocument 'gezond, gelukkig en vitaal Enschede' wordt hier nader op ingegaan. Bron: Gezondheidsmonitor Jeugd (2015 en 2019) Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, waarde 18,5-25: normaal gewicht, waarde >25: overgewicht en waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). De indicator geeft het percentage jeugd (0-17 jaar) met overgewicht en obesitas aan. Door corona kon de meting in 2021 net als in 2020 niet op de correcte wijze worden uitgevoerd. Bron: Twentse gezondheidverkenning (GGD Twente)
|
1.02 De jeugd groeit thuis op en doet dat in een veilige thuissituatie Jeugd heeft een goede opvoeding en een stabiele en veilige omgeving nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het liefst door en bij de ouder(s).
Indicatoren Aantal indicatoren: 3 Toelichting De kinderrechter kan jeugdigen onder toezicht stellen wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Het gezin krijgt te maken met een gezinsvoogd en krijgt hulp aangeboden. Ouders blijven zo veel mogelijk zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. De hulp is vooral gericht op het vergroten van de mogelijkheden van ouders om deze verantwoordelijkheid te dragen. De hulp kan ook gericht zijn op het vergroten van de zelfstandigheid van een jeugdige. De indicator betreft jeugdigen van 0 t/m 17 jaar. Het aantal jeugdigen onder toezicht gesteld is in 2021 opnieuw gedaald. Dit is een mooie trend. Dat er opnieuw sprake is van een daling zou er op kunnen duiden dat verbeteringen in de aanpak, zoals het inzetten van jeugdbeschermingstafels, hun vruchten nu structureel afwerpen. De daling is in 2021 wel minder dan in 2020. Jeugdbeschermingsinstellingen geven aan dat het aandeel onder toezicht stellingen in het kader van gezag en omgang (echtscheidingsproblematiek) groot is. Voor deze zaken is er nog een verbeterslag nodig samen met andere partners in de keten om een kentering te weeg te brengen. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams). Toelichting Pleegzorg is zorg voor jeugdigen die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Het is een vorm van hulp waarbij een jeugdige tijdelijk in een ander gezin gaat wonen. Zeven dagen per week of af en toe een weekend of vakantie. Sinds 2018 hebben gemeenten ook de plicht om pleegzorg aan te bieden na de leeftijd van 18 (tot 21) jaar. Deze groep maakt geen onderdeel uit van de indicator om een vergelijkbare trendlijn van 2016 t/m 2022 mogelijk te maken. Het percentage jeugd met pleegzorg daalt. Deze indicator moet in samenhang worden gezien met het aantal jeugdigen dat uit huis geplaatst wordt en met het aantal kinderen dat opgevangen wordt in een gezinshuis. Het hoofddoel is dat kinderen thuis veilig kunnen opgroeien. Eventuele ondersteuning wordt zoveel mogelijk in de eigen gezinssituatie aangeboden. Indien er toch sprake is van een uithuisplaatsing is in het in belang van het kind om dit gezinsgericht te doen, ofwel win een pleeggezin ofwel in een gezinshuis. Kinderen met complexe problematiek worden eerder in een gezinshuis geplaatst waar er sprake is van professionele begeleiding. Een daling in het percentage jeugd met pleegzorg hoeft geen zorgelijke ontwikkeling te zijn. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams). Toelichting Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder. Veilig Thuis Twente (VTT) is het advies- & meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in Twente. VTT is verantwoordelijk voor het herstel van de directe veiligheid van betrokkenen en voor het doorgeleiden naar adequate hulp. De indicator betreft jeugd van 0 t/m 17 jaar. In 2021 waren er 364 meldingen kindermishandeling in Enschede. Het aantal meldingen kindermishandeling is daarmee ten opzichte van 2020 toegenomen en ligt daarmee op het niveau van 2018 en 2019. Dit kan komen door corona maar ook doordat Veilig Thuis Twente (VTT) in 2020 een flinke wachtlijst heeft weggewerkt en is gestart met een nieuw dashboard om ontwikkelingen en cijfers beter in beeld te brengen. Doordat er bij VTT geen wachtlijst meer is, is mogelijk het vertrouwen bij melders toegenomen en daarmee de meldbereidheid. Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.
|
1.03 Kinderen hebben geen taalachterstand Een goede taalontwikkeling is essentieel voor een kansrijke toekomst van kinderen. We willen alle kinderen hierin gelijke kansen bieden. Het grootste effect bereiken we door vooral vroegtijdig, bij kinderen op jonge leeftijd, te investeren.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting Jaarlijks worden in het primair onderwijs mediotoetsen van het CITO LOVS (waaronder Begrijpend Lezen) afgenomen, waardoor we inzicht verkrijgen in de stedelijke taal- en rekenprestaties van basisschoolleerlingen. Bij deze indicator zoomen we in op de leerlingen in groep 7. Het vaststellen van de vaardigheidsscores berust op percentielen: vijf gelijke groepen van elk 20%. Als de score van categorie 5 lager is dan 20% is dat een indicatie dat de score in Enschede gelijk of beter is dan het landelijk gemiddelde. In 2021 kon (evenals in 2020) het jaarlijkse onderzoek niet worden uitgevoerd doordat in verband met de coronacrisis de Citotoets niet is afgenomen. Bron: Rapport Oberon “Enschedese Taal- en Rekenprestaties”.
|
1.04 De jeugd heeft zo min mogelijk tweedelijns jeugdhulp nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen op eigen kracht en/of binnen hun eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, de vereniging, kinderopvang en school). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis of school. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns jeugdhulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2 Toelichting Tweedelijns Jeugdhulp is hulp voor jeugd van 0 t/m 17 jaar van een (specialistische) hulpverlener waarvoor je een verwijzing nodig hebt. Naast de gemeente kan ook de huisarts, jeugdarts, medisch specialist of een gecertificeerde instelling een verwijzing afgeven. Door Corona is er vraagvermeerdering ontstaan, vooral bij de groep 12-18 jaar, en is de problematiek ook ernstiger geworden. Er is ook een wachtlijsteffect die aanleiding geeft tot vraagvermeerdering. Door uitval van zorg door besmettingen op de groepen en door uitval bij zorgprofessionals wordt zorg en therapie uitgesteld. Zorgaanbieders heralloceren personeel naar de meest ernstige doelgroepen, zoals eetstoornissen. Gevolg van beide factoren is dat meer jongeren op een wachtlijst geplaatst worden. Deze kunnen tijdens het wachten weer ernstiger problematiek ontwikkelen waarvoor tweedelijns zorg geïndiceerd is. Ernstiger problematiek in combinatie met door Corona veroorzaakte inperking van de behandelcapaciteit kan ook weer leiden tot minder snelle uitstroom. Een andere verklaring van het hogere gebruik van tweedelijns zorg is dat de normalisering te kortschiet door onvoldoende afstemming tussen huisartsen (medische verwijsroute) en sociaal domein. Daardoor worden kansen gemist om meer problematiek waarbij ook andere leefterreinen bepalend zijn, binnen het sociaal domein op te lossen. Ten slotte noemen we dat triage ondersteuning van wijkteams door de jeugd GGZ nog onvoldoende wordt ingevuld. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams). Toelichting Eerstelijns Jeugdhulp is Jeugdhulp (0-17 jaar) waarvan iedereen zonder verwijzing gebruik kan maken. De indicator richt zich op de hulp die een wijkcoach geeft. Naast preventie en ondersteuning biedt de wijkcoach ook lichte hulp naast of in plaats van gespecialiseerde tweedelijns- Jeugdhulp. Zoals reeds aangegeven in de Programmabegroting 2022-2025, wordt vanaf 2021 de hulp die door een wijkcoach wordt gegeven niet meer geregistreerd. Eerdere inspanningen om hier invulling aan te geven hebben niet het juiste effect gehad. De definiëring en wijze van registreren is te complex gebleken en vroegen daardoor een administratieve inspanning die niet in verhouding stond tot het doel van registratie. Met dit gegeven wordt rekening gehouden bij de ontwikkeling van de indicatoren in een begroting voor de nieuwe college- en Raadsperiode. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).
|
1.05 Kinderen groeien niet op in armoede Alle jeugd moet kunnen meedoen, ook jeugdigen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Sport, schoolreisjes, muziek – het hoort bij de vorming en opvoeding van iedere jeugdige. Nu investeren in het kunnen meedoen van jeugd voorkomt problemen op latere leeftijd. Met de inzet van het Kindpakket bevorderen we de participatie van jeugdigen. Het Kindpakket maakt onderdeel uit van het brede palet aan inkomensondersteunende voorzieningen van de gemeente Enschede.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting De Stichting Leergeld Enschede zet zich -naast andere partijen- in om te voorkomen dat kinderen die in armoede leven in een sociaal isolement terechtkomen. Voorbeelden van ondersteuning zijn het betalen van de kosten van lidmaatschap van sportclubs, zwemlessen, dansles en kleding voor sport en fietsen. Vanuit het Kindpakket ontvangt zij hiervoor gemeentelijke subsidie. Deze indicator geeft het percentage kinderen in de leeftijd 4 t/m 18 jaar weer, waarvan de ouders een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm (circa 4.450 kinderen) en een aanvraag door Stichting Leergeld is gehonoreerd. De aantallen zijn inclusief de gehonoreerde aanvragen op basis van het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds. In tegenstelling tot onze ambitie, zoals verwoord in de kadernota “Rondkomen met je inkomen’, zien we geen groei in het aantal daadwerkelijke reguliere toekenningen door de Stichting Leergeld. In 2021 heeft de Stichting Leergeld 2.633 kinderen bereikt. Het t.o.v. de ambitie achterblijvende bereik kan wederom voor een groot deel verklaard worden doordat activiteiten om corona gerelateerde redenen geen doorgang hebben gevonden. Vergoedingen voor o.a. schoolreisjes, sport- en cultuurabonnementen, zwemlessen e.d. konden niet worden toegekend. Een deel van de wel bij Stichting Leergeld bekende kinderen heeft daardoor in 2021 geen reguliere toekenning gehad. Samen met Stichting Leergeld en de andere partners in het Kindpakket zetten we stevig in op het bespreekbaar maken van de problematiek én op de verhoging van het bereik. Dit doen we o.a. met de campagne, #iederkinddoetmeeinenschede. Deze campagne is op 22 november 2021 gestart en herhalen we ook in 2022. Als onderdeel van deze campagne hebben de gezamenlijke Kindpakketpartners in december 2021 een Enschede cadeaukaart ter waarde van € 40, aan de kinderen uit de doelgroep aangeboden. De kaart is verstrekt aan alle kinderen van 0-18 jaar die ingeschreven staan in een huishouden met een bijstandsuitkering, aangevuld met alle kinderen die bekend zijn bij Leergeld. Bron: Stichting Leergeld.
|
1.06 De jeugd heeft een passende opleiding (bij de potentie van de jeugdige) Het is belangrijk dat jongeren een goede keuze weten te maken als het gaat om een opleiding. Niet alleen moet een opleiding aansluiten bij hun talenten, maar er moet uiteindelijk ook een passende baan mee te vinden zijn.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting In groep 8 van het basisonderwijs krijgen de leerlingen een advies voor de vervolgopleiding op het voortgezet onderwijs (VO: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs). Jaarlijks (per schooljaar) wordt door onderzoeksbureau Babeliowski in opdracht van de gemeente Enschede nagegaan in hoeverre deze leerlingen in klas 3 van het VO het schooltype volgen dat ze is geadviseerd in groep 8. Per schooladvies is aangegeven naar welk schooltype leerlingen in klas 3 zijn doorgestroomd. Er zijn dan drie mogelijkheden: - de leerling zit in het schooltype dat hem/haar is geadviseerd: doorstroom - de leerling zit in een hoger schooltype dan geadviseerd: opstroom - de leerling zit in een lager schooltype dan hem/haar is geadviseerd: afstroom. De indicator geeft de doorstroom weer. We sluiten qua streefwaarden aan bij de trend van de periode 2015-2017 en willen toegroeien naar het landelijk gemiddelde. De behaalde onderwijspositie in het derde leerjaar VO in Enschede laat in 2021 zien dat de advisering in groep 8 en de doorstroom in de eerste twee leerjaren van het VO hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Daarmee lijkt de advisering in het primair onderwijs op orde. De stijging ten opzichte van voorgaande jaren is waarschijnlijk veroorzaakt door het kansrijk bevorderen in het kader van corona. Bron: Bron: Rapport Babeliowsky, tabel 'Door-, af- en opstroom voor Enschede en Nederland'.
|
1.07 De jeugd heeft een startkwalificatie Het hebben van een startkwalificatie is belangrijk voor een goede start in het arbeidzame leven. Jeugd zonder diploma loopt een verhoogd risico op maatschappelijke uitval. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk. Het gaat dan om een of MBO-(niveau 2, 3 of 4), Havo- of VWO-diploma.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting In deze grafiek wordt het aandeel Enschedese beroepsbevolking met MBO en HBO/WO opleiding getoond. Hoe hoger de opleidingsgraad, hoe groter de kans dat iemand aan de slag is (participatiegraad). Jeugd met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand. Op het moment van ambtelijke oplevering van de gemeenterekening 2021 had het CBS geen score over 2021 beschikbaar. We nemen de score over 2021 op in de gemeenterekening 2022. Bron: CBS - MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt.
|
|
2. Inwoners wonen langer zelfstandig Zelfredzaamheid betekent dat je zelf bepaalt hoe je je leven wilt inrichten: hoe je wilt wonen, leren, werken, recreëren, je kinderen wilt opvoeden of je van a naar b wilt verplaatsen. Het is goed als mensen daar de ruimte voor krijgen en daar in eerste instantie ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen. Het liefst op zo’n manier dat mensen ook dan zelf hun hulp kunnen organiseren en zeggenschap behouden. De ambitie is te investeren in tijdige, lichte ondersteuning en preventie, om daarmee onnodig zware zorg te kunnen voorkomen. Normaliseren in plaats van medicaliseren en ondersteuning dichtbij de leefwereld van de inwoner.
|
2.01 De inwoners zijn gezond en actief Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, zijn in staat zich aan te passen aan en zelf de regie te voeren over de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben en zetten in op het preventief bevorderen van de gezondheid en meer (sportief) bewegen.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2 Toelichting De beweegnorm staat voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen / Beweegrichtlijnen voor volwassenen (19 jaar en ouder). Oftewel minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. Bij volwassenen en ouderen verlaagt bewegen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en depressieve symptomen. Verder hangt veel bewegen samen met een lager risico op borst- en darmkanker en vroegtijdig overlijden. Bij ouderen verlaagt bewegen het risico op botbreuken en verbetert het de spierkracht en de loopsnelheid. Ook hangt veel bewegen bij deze groep samen met een lager risico op lichamelijke beperkingen, cognitieve achteruitgang en dementie. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde. Ondanks de zeer lichte daling (naar 54%) scoort Enschede hoger dan landelijk (50%) en Twente (52%), de daling is ook minder dan landelijk en Twente. Omdat de indicator maar vierjaarlijks wordt gemeten, kunnen we niet bepalen of er sprake van een trend. Bron: Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 en 2020 Toelichting De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Bij een waarde < 18,5 is sprake van ondergewicht, bij waarde 18,5-25: normaal gewicht, bij waarde >25: overgewicht en bij waarde >30: ernstig overgewicht (obesitas). Deze indicator geeft het percentage inwoners met overgewicht en obesitas aan. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde. In 2021 zien we -net als voorgaande twee jaren- een lichte daling van het aantal mensen met overgewicht en een lichte stijging van het aantal mensen met normaal gewicht. De laatste jaren is samen met de zorgverzekeraars ingezet op een gezonde leefstijl, bijvoorbeeld via beweegmakelaars en leefstijlcoaches. Bron: Twentse gezondheidverkenning (GGD Twente)
|
2.02 De inwoners hebben een sterk persoonlijk netwerk Het hebben van een sociaal netwerk is belangrijk voor inwoners die ouder worden en/of die zorg nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarbij gaat het om familie, vrienden, kennissen, buren, collega’s, maar ook om sociale contacten bij de club, de kerk enzovoort.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting Sociale steun staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt. Streven is minimaal het landelijk gemiddelde. De scores voor ervaren sociale steun zijn in 2021 hoger dan in 2020. Ze zijn ongeveer net zo hoog als in 2019. Omdat landelijke gegevens (nog) niet beschikbaar zijn, is onduidelijk of dit in lijn is met de landelijke ontwikkelingen. We vermoeden dat 2020 een tijdelijk effect was van de coronamaatregelen, omdat de contactmogelijkheden beperkt werden en dat dit effect in 2021 minder sterk was waardoor er meer sociale steun werd ervaren. Een vergelijk met landelijk is (nog) niet beschikbaar om dit vermoeden te staven. Bron: Stadspanel Enschede, Waarstaatjegemeente.nl (landelijk)
|
2.03 De inwoners hebben zo min mogelijk tweedelijns zorg nodig Primair wordt ingezet op het oplossen van problemen van een inwoner op eigen kracht en/of binnen de eigen sociale omgeving (het gezin, de buurt, het werk, de vereniging). We zetten daarbij in op preventie en op collectieve, algemene voorzieningen dichtbij huis. Alleen waar het echt niet anders kan, wordt tweedelijns hulp ingezet.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3 Toelichting Een Wmo-maatwerkvoorziening is ondersteuning afgestemd op de individuele situatie. Voorbeelden daarvan zijn ondersteuning in het huishouden, individuele of groepsbegeleiding (dagbesteding), vervoersdiensten, hulpmiddelen en woningaanpassing. Deze voorziening is alleen toegankelijk na indicatie van de gemeente, beoordeeld en afgegeven door het Wijkteam. In de indicator zijn beschermd wonen en maatschappelijke opvang niet meegenomen, aangezien dit taken van de centrum gemeente zijn. De Enschedese samenleving is minder hard gegroeid dan het aantal mensen wat gebruik maakt van een individuele voorziening. Waar de samenleving met 0,08% is gegroeid, groeide het aantal gebruikers van een Wmo voorziening met 4,54%. Waardoor het aantal inwoners met een Wmo voorziening ten opzichte van de samenleving een sterke groei laat zien. De groei van het aantal gebruikers van een geïndiceerde Wmo voorziening kent een aantal oorzaken. Met name in de leeftijdsgroepen 65-74 jaar en 75 en ouder is de afgelopen jaren een sterke stijging zichtbaar. Verder heeft het in 2019 ingevoerde abonnementstarief geleid tot een groei van het aantal inwoners wat gebruik maakt van een Wmo voorziening en is de stijging met name te zien bij ondersteuning huishouden en woningaanpassingen. Ten slotte was door corona de bereidheid voor het gebruiken van collectieve, voorliggende voorzieningen laag. Bron: Kennispunt Twente en Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams). Toelichting De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening die behoefte hebben aan permanent toezicht. Vanuit deze wet kunnen inwoners geïndiceerd worden voor zorg en ondersteuning met verblijf in een zorginstelling (intramurale zorg), waarbij thuis blijven wonen niet (langer) een optie is. Het betreft de groep inwoners van 65 jaar en ouder. In de Programmabegroting 2022-2025 is reeds aangegeven dat door een wijziging in de online databank van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) het al langere tijd niet meer mogelijk is om het aantal aanspraken van inwoners boven de 65 jaar te bepalen. Deze functionaliteit zou vanaf het tweede kwartaal 2021 weer worden ingebouwd, maar was nog steeds niet beschikbaar bij het opmaken van de gemeenterekening 2021. Met dit gegeven wordt rekening gehouden bij de ontwikkeling van de indicatoren in een begroting voor de nieuwe college- en Raadsperiode. Bron: CIZ Databank. Toelichting Beschermd wonen is wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. Beschermd wonen is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (zoals gedefinieerd in de Wmo). De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten in het gehele centrumgemeentegebied Enschede, bestaande uit: Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. Het aantal cliënten dat op 31 december 2021 een beschermd wonen indicatie hebben is 399 (inclusief wachtlijst), dit is fors lager t.o.v. 2020 (796). Door de openstelling van de Wet Langdurige zorg (Wlz) per 1 januari 2021 voor mensen met een psychische grondslag is het aantal cliënten dat beschermd wonen nodig heeft, gefinancierd vanuit de Wmo, zoals verwacht gedaald. Deze cliënten beschermd wonen zijn in 2021 toegelaten tot de Wlz. In 2021 is met de regiogemeenten een dienstverleningsovereenkomst en centrumgemeenteregeling opgesteld, met afspraken over de governance, de financiering van de zorg en de bovenlokale toegang tot beschermd wonen. Hiermee is de regionale samenwerking voor beschermd wonen bekrachtigd en wordt ook na 2021 op regionaal niveau gekeken naar de benodigde uitbreiding plekken beschermd wonen. Op de wachtlijst voor beschermd wonen staan 78 cliënten (december 2021). Bron: VIS2 registratiesysteem Beschermd wonen.
|
|
3. Inwoners zijn financieel zelfstandig Mensen die financieel zelfstandig zijn, hebben de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen meedoen op alle leefdomeinen. De stress van het hebben van een beperkt budget en/of schulden leidt ertoe dat mensen, m.n. met een laag inkomen, minder goed in staat zijn om verstandige keuzes te maken. Daarom streven we ernaar om armoede zoveel mogelijk te voorkomen.
|
3.01 De huishoudens zijn niet afhankelijk van een bijstandsuitkering Het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud door werk is het beste medicijn tegen vele klachten. Bovendien zijn werkende ouders een belangrijk voorbeeld voor kinderen. Een plek vinden op de arbeidsmarkt is echter niet voor iedereen eenvoudig, daarom ondersteunt de gemeente bij het vinden van geschikt werk. Daarnaast zorgt de gemeente voor een uitkering (Algemene bijstand levensonderhoud) voor inwoners die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Met een bijstandsuitkering kunnen zij de periode overbruggen totdat zij weer betaald werk vinden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In deze indicator zijn uitkeringen van Bijstand Levensonderhoud, IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen), IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) opgenomen op huishoudensniveau. De peildatum voor het aantal huishoudens met een uitkering is de laatste dag van het jaar. Het percentage huishoudens met een bijstandsuitkering daalt gestaag. Dit komt met name door de verbeterde situatie op de arbeidsmarkt. De spanning op de arbeidsmarkt, de verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal werkzoekenden, is in 2021 namelijk toegenomen en ligt ver boven die van voor de coronacrisis. Vergeleken met begin 2020 telde Twente eind november 26 procent meer openstaande vacatures. In absolute zin is het aantal bijstandsuitkeringen in 2021 met 322 afgenomen. Dit komt onder andere door de intensivering van de ondersteuning van werkzoekenden door het verkleinen van de caseloads van onze werkzoekendenbegeleiders, jongerencoaches, regie-functionarissen en RAP-consulenten. Aandachtspunt is het feit dat het bijstandsbestand de eerste 3 kwartalen van 2021 sneller daalde dan landelijk, maar dat die voorsprong in het vierde kwartaal is afgevlakt. Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen).
|
3.02 De huishoudens doen zo min mogelijk een beroep op inkomensondersteuning We streven ernaar dat zoveel mogelijk mensen in hun eigen inkomen kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Voor hen die dat niet kunnen kent de gemeente Enschede een gedegen aanbod van voorzieningen, waarmee de gevolgen van armoede voor inwoners kunnen worden gedempt. Dit aanbod bestaat uit gemeentelijke minimaregelingen en de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. We blijven o.a. met deze inzet een actief armoedebeleid uitvoeren en baseren ons daarbij op de schaarste-theorie.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3 Toelichting Bijzondere bijstand kan door de gemeente worden verstrekt aan inwoners met een laag inkomen (110% van het sociaal minimum) voor onvoorziene en noodzakelijke kosten of kosten door bijzondere of dringende omstandigheden. Bijvoorbeeld kosten voor rechtsbijstand, een kapotte wasmachine of noodzakelijke woninginrichting. Ook de individuele inkomenstoeslag (IIT) valt hieronder. Deze indicator toont het percentage huishoudens dat een of meer aanvragen voor bijzondere bijstand toegekend heeft gekregen, met uitzondering van de kosten voor bewindvoering (zie hiervoor indicator 3.3b 'percentage inwoners met bijzondere bijstand voor bewindvoering'). In aansluiting op de nota Rondkomen met je inkomen verwachten we dat het percentage huishoudens dat gebruik maakt van de Bijzondere Bijstand zal stijgen naar 4,5% in 2024. In 2021 is dit percentage t.o.v. 2020 licht gestegen. We zien een toename in verstrekkingen in het kader van de IIT (Individuele Inkomenstoeslag), mede als resultaat van de vereenvoudigde wijze van aanvragen en toekennen. Ook toegenomen zijn verstrekkingen in het kader van overige woonkostenvoorzieningen en de individuele studietoeslag. Daarentegen is bijvoorbeeld het aantal verstrekkingen m.b.t. kosten voor inrichting en huisraad of overige algemene levensbehoeften juist afgenomen. We gaan er vanuit dat dit deels corona gerelateerd is, zo zijn er bijvoorbeeld minder verhuizingen geweest en hebben diverse activiteiten stilgelegen. Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen). Toelichting De gemeente Enschede heeft met Menzis Zorgverzekeraar een collectieve zorgverzekering afgesloten: het Garant Verzorgd (GV) pakket. Alle inwoners met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV1 of GV2 pakket aanmelden. Inwoners die hiervan gebruik maken, betalen een lagere premie en krijgen dan een gratis uitbreiding van het aanvullende verzekeringspakket voor ziektekosten. Daarnaast geeft deze uitbreiding voor bepaalde zorg hogere vergoedingen zonder extra kosten, afhankelijk van het gekozen pakket. We zien dat het aantal deelnemers aan GV1 en GV2 de afgelopen jaren daalt. Dit kan van meerdere factoren afhankelijk zijn. Wij hebben nog geen gegevens over waarom minder inwoners gebruik maken van GV1 en GV2. Wellicht speelt de coronacrisis hier ook mee. De cijfers van 2021 laten in ieder geval geen grote schommelingen ten opzichte van de voorgaande jaren zien. Binnenkort vindt een gesprek over dit onderwerp plaats met Menzis. In 2021 is een onderzoek naar de collectieve zorgverzekering afgerond. Uit dat onderzoek bleek o.a. dat de deelnemers passend verzekerd zijn en dat inwoners bij elk pakket een uitgebreide dekking hebben waardoor zij minder snel zorg zullen mijden. Verder is er een aantal aanbevelingen gedaan om de collectieve zorgverzekering nog effectiever te maken. Deze aanbevelingen worden aan de raad gepresenteerd. Bron: Kennispunt Twente en Menzis. Toelichting Voor een toelichting van deze indicator zie indicator 3.02b 'Percentage inwoners tot 110 procent van het sociaal minimum dat betaald verzekerd is via Menzis GV1+ GV2'. Alle inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum kunnen zich voor het collectieve GV 3 pakket aanmelden. Bij dit pakket wordt ook het eigen risico van de inwoners verzekerd. De afgelopen jaren zagen we de trend dat het percentage inwoners dat kiest voor het Menzis GV1+ GV2 daalt en het percentage inwoners dat kiest voor het Menzis GV3 pakket stijgt. Het grote voordeel van GV3 is dat het eigen risico meeverzekerd is. Dit jaar is er voor het eerst sprake van een lichte daling. Dit gegeven wordt meegenomen in een gesprek over de dalende aantallen deelnemers met Menzis. Net zoals bij de toelichting op GV1 en GV2 vermeld is, kan deze lichte daling van meerdere factoren afhankelijk zijn. Wij hebben hier nog geen gegevens over en wellicht speelt de coronacrisis hier ook mee. De aanbevelingen uit het onderzoek naar de collectieve zorgverzekering worden aan de raad gepresenteerd. Bron: Kennispunt Twente en Menzis.
|
3.03 De inwoners met een laag inkomen zitten zo min mogelijk in een schuldhulpverleningstraject We handelen preventief, voordat iemand in de schulden terechtkomt. Daar waar mensen toch in de schulden zijn gekomen en waar ze die niet kunnen oplossen, ondersteunt de gemeente Enschede deze inwoners. Dit doen we samen met diverse maatschappelijke organisaties (zoals bijvoorbeeld het Diaconaal Platform Enschede, Humanitas thuisadministratie, Alifa) en de Stadsbank Oost-Nederland. Ook de Wijkteams Enschede spelen hierbij een belangrijke rol.
Indicatoren Aantal indicatoren: 2 Toelichting De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeente Enschede taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening uit. Elke inwoner met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank Oost Nederland. Het aantal inwoners met een schuldhulpverleningstraject zit onder onze streefwaarde. We zien in 2021 een verdere daling in het percentage inwoners met een schuldhulpverleningstraject ten opzichte en verwachten dat dit een effect is van de coronacrisis. Afgelopen jaar is er (opnieuw) minder fysiek contact geweest tussen inwoners en maatschappelijke organisaties. Het is bekend dat inwoners zich minder snel uit eigen beweging melden bij de Stadsbank. Vaak worden inwoners voorgedragen vanuit maatschappelijke organisaties. Doordat er minder fysiek contact is geweest tussen inwoners en maatschappelijke organisaties zijn er ook minder inwoners voorgedragen. Dit verklaart waarschijnlijk de daling in het percentage inwoners met een schuldhulpverleningstraject. Bij nagenoeg alle Stadsbanken in Nederland is sinds twee jaar een dalende tendens waarneembaar van het aantal schuldhulpverleningstrajecten. Als er in het hele jaar 2022 geen coronamaatregelen zijn, wordt de werkelijke invloed van de coronamaatregelen duidelijk op het aantal schuldhulptrajecten bij de Stadsbank. Bron: Kennispunt Twente en Stadsbank Oost Nederland Toelichting Als iemand wegens omstandigheden niet goed voor zijn eigen financiën kan zorgen, kan de kantonrechter op verzoek een beschermingsmaatregel nemen. Als zo'n maatregel alleen over het beheer van de financiën gaat, is sprake van bewind. Deze indicator heeft alleen betrekking op inwoners die bijzondere bijstand krijgen voor de kosten voor bewindvoering. Het aantal inwoners met bewindvoering ligt onder onze streefwaarde. Wel zien we een lichte stijging in het percentage inwoners met bewindvoering ten opzichte van 2019. 2019 is een uitschieter in de trendlijn omdat in dit jaar een eenmalige individuele inkomensbeoordeling heeft plaatsgevonden. Dit waren klanten van de Stadsbank Oost Nederland die van collectieve facturering zijn overgegaan naar een individuele inkomensbeoordeling. Het aantal inwoners met bewindvoering in 2021 is nagenoeg stabiel vergeleken het jaar 2020 Bron: Kennispunt Twente en SSD (registratiesysteem afd. Werk & Inkomen).
|
|
4. Inwoners participeren in de samenleving In een inclusieve samenleving is iedereen naar vermogen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en doet naar vermogen mee. Dat kan zijn via betaald werk danwel als vrijwilliger, mantelzorger, actief lid van een vereniging en/of andere non-profit-organisatie in Enschede en dergelijke.
|
4.01 De inwoners werken betaald naar vermogen Het welbevinden van mensen wordt mede bepaald door het gevoel 'er toe doen'. Het hebben van betaald werk is daar een belangrijke factor bij, ieder naar eigen capaciteiten. Het aandeel werkende Enschedeërs, de ‘arbeidsmarktparticipatie’, neemt toe en groeit richting het niveau van andere G40 steden.
Indicatoren Aantal indicatoren: 1 Toelichting De netto-arbeidsparticipatie is dat deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) dat daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. Op het moment van ambtelijke oplevering van de gemeenterekening 2021 had het CBS geen score over 2021 beschikbaar. We nemen de score over 2021 op in de gemeenterekening 2022. Bron: CBS Statline.
|
4.02 De inwoners doen actief mee in de samenleving via vrijwilligerswerk, mantelzorg, lidmaatschap verenigingen e.d. Meedoen in de samenleving kan naast een betaalde baan op diverse manieren. Via vrijwilligerswerk en/of mantelzorg: werk dat onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of (de kwaliteit van) de samenleving. En/of via een actief lidmaatschap van een vereniging of non-profit-organisatie danwel actief meedoen aan activiteiten die in de stad of eigen wijk worden georganiseerd bij en/of door verenigingen en non-profit-organisaties.
Indicatoren Aantal indicatoren: 3 Toelichting Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. Het beleid is gericht op een hogere vrijwillige inzet van de inwoners. De score is terug op het niveau 2019, in 2020 zijn i.v.m. corona veel activiteiten stilgelegd, die in 2021 weer zijn opgepakt. Ook de door de gemeente gesubsidieerde partners hebben hun kernactiviteiten weer kunnen uitvoeren (zoals stimuleren en ondersteunen vrijwilligerswerk). Bron: Stadspanel Enschede. Toelichting Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: partner, familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de al bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om een langdurige zorg die onbetaald is en meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. De mantelzorg kan intensief (16,8% in 2019) of incidenteel (31% in 2019) zijn. Het beleid is gericht op minder professionele zorg en meer zorg vanuit de samenleving zelf. We streven naar een verdere groei van het aantal mantelzorgers. We zien over de afgelopen zeven jaar een licht golvende lijn met weinig uitschieters. Een eenduidige verklaring hiervoor hebben we niet. Bron: Waarstaatjegemeente.nl, de meting is tweejaarlijks. Toelichting Deze indicator betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club. Het streven is gebaseerd op een voortzetting van de stabiele lijn Er is al jaren een stabiele lijn, variërend tussen 59% en 63%, met een kleine positieve uitschieter in 2019 (66%) en nu in 2021 een kleine negatieve uitschieter. Mogelijk is dit een effect van corona. Bron: Stadspanel Enschede.
|
|