Het beeld van financiën en organisatie van Enschede kent 2 gezichten. Terugkijkend is de financiële positie het afgelopen decennium goed op orde gebracht. In 2012, na de financiële crisis moest fors worden afgeboekt op grondposities. Enschede stond er financieel gezien slecht voor. Jarenlang is een strak financieel beleid gevoerd gericht op het versterken van de financiële positie. Dit ging gepaard met bezuinigingen, een spaarprogramma en het terughoudend investeren. Enkele jaren terug was de financiële positie weer op orde. Het spaarprogramma kon worden afgebouwd en een strategische investeringsagenda en fonds konden worden opgezet. De arbeidsmarkt kende in het verleden een overvloed aan hoogwaardig gekwalificeerde medewerkers. Dat is steeds verder aan het teruglopen. De krapte op de arbeidsmarkt zorgt voor uitdagingen om goede medewerkers te werven. Dit is nodig om te werken aan de lange termijn strategische opgaven waar Enschede voor staat. Inmiddels wordt hiermee in de komende decennia voor tientallen miljoen euro geïnvesteerd op grotere ontwikkelingen in de stad. Doordat we goed uitgewerkte plannen en eigen financiële inbreng hebben slagen we erin om hierop cofinanciering van medeoverheden en strategische partners los te krijgen. Op het vlak van personeel investeren we in het binden, boeien en ontwikkelen van medewerkers en werken we in de regio samen. Op die manier wordt de investering in de stad verder vergroot.
De andere kant van het verhaal is dat er in onze meerjarenbegroting een groot tekort zit en de druk op de ambtelijke organisatie steeds verder toeneemt. De laatste jaren ziet de gemeente zich al geconfronteerd met forse financiële nadelen als gevolg van de sterk opgelopen inflatie. Verder zien we met name in het sociaal domein financiële knelpunten optreden. Dit ontstaat door volumeontwikkeling in de jeugdzorg, onder andere als gevolg van effecten uit de coronaperiode en bij WMO als gevolg van vergrijzing. Na 2026 loopt het begrotingstekort fors op doordat het Rijk voornemens is een fikse korting op het gemeentefonds door te voeren. Daarnaast zien we dat als gevolg van vergrijzing en een krappe arbeidsmarkt, het lastig is om ambtenaren te werven om extra taken van het rijk uit voeren. Dit raakt niet alleen Enschede. Alle gemeenten worden geconfronteerd met een steeds groter wordend takenpakket dat niet meer in verhouding staat tot de financiering die het Rijk daarvoor beschikbaar stelt. Er moet een oplossing komen voor dit begrotings- & personele tekort. Uit het in 2023 gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek komt naar voren dat de werkdruk voor medewerkers van de gemeente te hoog is en bijsturing noodzakelijk is.
We zijn daar op meerdere manieren mee aan de slag. Enerzijds zetten we volop in op de lobby richting het Rijk om het voornemen van een korting op het gemeentefonds terug te draaien. Middels een breed ondersteunde motie hebben we de VNG verzocht om “teruggeefgesprekken” te voeren met het Rijk in het geval de uitname uit het gemeentefonds niet wordt teruggedraaid. Daarin moet het gaan over welke taken gemeenten dan niet meer uitvoeren. Daarnaast zijn we ook gestart met een traject om richting de zomernota 2024 scherpe keuzes in taken, personeel & financiën in beeld te brengen die ertoe bij kunnen dragen dat de begroting en organisatie weer in balans komen. Kortom, de financiële huishouding in Enschede staat er op dit moment goed voor, maar aandacht is nodig om dit op middellange termijn ook zo te houden. De personele bezetting in relatie tot het totaal aan taken staat momenteel onder druk en vraagt volledige aandacht om de juiste (bestuurlijke) prioriteiten te stellen.
01. Enschede heeft een betrouwbare en voor lange termijn houdbare financiële huishouding en organisatie De afgelopen jaren zijn de schulden afgebouwd en de reserves versterkt. Er is een start gemaakt met het op peil brengen van de solvabiliteit. Het weerstandsvermogen om risico’s op te vangen is op goed niveau. De structurele begrotingsruimte (verschil tussen jaarlijks terugkerende baten en lasten) is nog wel beperkt. Het vraagt de komende jaren dan ook aandacht om het huishoudboekje op orde te houden. De rentelasten worden geminimaliseerd door de schulden te beperken en de financiering van de gemeente te optimaliseren. Een mogelijkheid hiertoe is de afkoop van hoogrentende leningen als de liquiditeitspositie van de gemeente dit toelaat. Tot slot is het afgelopen decennium weinig geïnvesteerd. Investeringen zijn noodzakelijk om het voorzieningenniveau en daarmee de aantrekkelijkheid van de stad overeind te houden. Daarom maken we gebruik van een strategische investeringsagenda en fonds waarmee we naar de toekomst borgen dat Enschede een aantrekkelijke stad blijft.
|
Wettelijk verplichte indicatoren
Op grond van het Besluit begroting en verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.
Beleidsveld | Naam indicator | Eenheid | Jaar | Score | Bron | |
1. | 0. Bestuur en ondersteuning | Formatie | Fte per 1.000 inwoners | 2023 | 8,47* | Eigen gegevens |
2. | 0. Bestuur en ondersteuning | Bezetting | Fte per 1.000 inwoners | 2023 | 10,7 | Eigen gegevens |
3. | 0. Bestuur en ondersteuning | Apparaatskosten | Kosten per inwoner | 2023 | 1.036,2 | Eigen begroting |
4. | 0. Bestuur en ondersteuning | Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 2023 | 13,05% | Eigen begroting |
5. | 0. Bestuur en ondersteuning | Overhead | % van totale lasten | 2023 | 7,9% | Eigen begroting |
35. | 8. Vhrosv | Gemiddelde WOZ waarde | Duizend euro | 2023 | 284 | CBS |
36. | 8. Vhrosv | Nieuw gebouwde woningen | Aantal per 1.000 woningen | 2022 | 7,9 | Basisregistratie adressen en gebouwen |
37. | 8. Vhrosv | Demografische druk | % | 2023 | 62,9% | CBS |
38. | 8. Vhrosv | Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden | In Euro’s | 2023 | 938 | COELO |
39. | 8. Vhrosv | Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden | In Euro's | 2023 | 966 |
COELO |
Het kengetal formatie* wijkt af van die van de bezetting.
Dit heeft vooral te maken met het toegenomen aantal intensiveringen en uitvoering van projecten (waaronder de verduurzamingsopgave, Stedelijke ontwikkelingsprojecten, uitvoering van de investeringsagenda, IT-transitie, uitbreiding capaciteit handhaving, etc.). De hiervoor ontvangen, vaak incidentele, projectgelden (van het Rijk) voor bekostiging van deze extra inzet, wordt vanwege het tijdelijk karakter niet omgezet in structurele formatieruimte, maar leidt wel tot een hogere bezetting.
Een lagere formatie betekent dus niet dat er geen budget voor personele inzet beschikbaar is. Dit is aanwezig in verschillende andere daarvoor bestemde (project)budgetten.
Voor uitbreiding van vast personeel wordt de formatie in de komende begroting aangepast. Momenteel loopt een project om de formatie op orde te brengen en het formatiebeheer te optimaliseren. Dit project strekt zich uit tot 2024, wat resulteert in een optimalere indicator vanaf de gemeenterekening van dat jaar.
Verloop BBV indicatoren (gemeenterekeningen)
Beleidsveld | Naam indicator | Eenheid | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | Bron | |
2. | 0. Bestuur en ondersteuning | Bezetting | Fte per 1.000 inwoners | 9,5 | 8,95 | 9,53 | 10,7 | Eigen gegevens |
3. | 0. Bestuur en ondersteuning | Apparaatskosten | Kosten per inwoner | 795 | 852,5 | 944,3 | 1.036,2 | Eigen begroting |
4. | 0. Bestuur en ondersteuning | Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 10,5% | 10,2% | 11,3%** | 13,05% | Eigen begroting |
5. | 0. Bestuur en ondersteuning | Overhead | % van totale lasten | 6,60% | 7,50% | 7,40% | 7,9% | Eigen begroting |
** In de Jaarrekening van 2022 is abusievelijk 10,8% opgenomen in plaats van 11,3%
In onderstaande taartdiagram zijn de gerealiseerde lasten per product weergegeven.
|
Toelichting
Het resultaat van dit programma bestaat uit diverse voor- en nadelen van verschillende producten. In hoofdstuk 7.2 is een uitgebreide toelichting opgenomen.
Het saldo van lasten en baten bedraagt ruim 34,5 miljoen euro positief. Dat wordt hoofdzakelijk verklaard door een aantal grote, veelal incidentele onderdelen:
De afwijking op de reservemutaties bedraagt per saldo 5,5 miljoen euro nadelig. Zoals hierboven weergegeven is dit met name het gevolg van een technische wijziging bij het Vastgoedbedrijf en vanwege de vertraging in de uitvoering van verschillende projecten waardoor minder onttrokken hoeft te worden ter dekking van de uitgaven.