Dit hoofdstuk bestaat uit 10 paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting en de gemeenterekening opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen in de Programmabegroting ende gemeenterekening:
Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De Programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht:
Daarnaast zijn de volgende drie paragrafen opgenomen, omdat wij het van belang vinden om deze onderwerpen in samenhang te presenteren:
Inleiding
Een gemeente kan lokale heffingen opleggen aan bewoners en ondernemers en daarmee eigen middelen verwerven. Deze middelen kunnen ingezet worden om uitgaven die de gemeente doet voor de uitvoering van de gemeentelijke taken te betalen. Het invoeren, wijzigen en intrekken van lokale heffingen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Hiervoor stelt de gemeenteraad jaarlijks de Belastingverordening vast.
Leeswijzer
In deze paragraaf beschrijven we eerst aspecten van beleid en uitvoering van de lokale heffingen in 2014. Vervolgens geven we een toelichting op de begroting en realisatie van de opbrengsten van de lokalen heffingen en lichten verschillen ten opzichte van de begroting toe. Tot slot gaan we in op overige relevante ontwikkelingen die afgelopen jaar op het terrein van lokale heffingen hebben plaatsgevonden.
Beleid en uitvoering 2014
Algemene uitgangspunten
Het opleggen van lokale heffingen is ook voor de gemeente Enschede een belangrijke dekkingsbron voor het uitvoeren van gemeentelijke taken. We willen de inwoners van onze stad echter niet meer laten betalen dan noodzakelijk. In het coalitieakkoord 2014-2017 Duurzaam, Samen, Sterker hebben we ten aanzien van lokale heffingen dan ook als uitgangspunt voor deze periode geformuleerd dat we de lasten voor de burgers niet willen verhogen (alleen indexatie: inflatiecijfer) en het 100%-kwijtscheldingsbeleid voor minima willen handhaven.
Macronorm
Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm voor het begrotingsjaar 2014 was 2,45%. De in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen afgesproken evaluatie van de systematiek van de macronorm is nog niet afgerond.
Samenwerking
In 2014 zijn besluiten genomen met vier andere gemeenten om samen te werken voor wat betreft het beheer van gemeentelijke havens gelegen aan de Twentekanalen. Dit heeft onder meer geresulteerd in een Havengeldverordening, die in alle gemeenten nagenoeg identiek is met in elk geval dezelfde tarieven.
Daarnaast is in 2014 de besluitvorming afgerond om het beheer van de dinsdagmarkt op het Van Heekplein over te dragen aan een private partij. Dit zal in de toekomst minder kosten en ook minder opbrengst marktgelden tot gevolg hebben.
Afvalstoffenheffing
In 2014 is nader invulling gegeven aan de eind 2011 vastgestelde Afvalbeleidsvisie dat uiteindelijk uitgaat van 'omgekeerd inzamelen'. Dit is gedaan door de herijking van de textielinzameling en kringloopbedrijvigheid en door de huis-aan-aan-huis inzameling van kunststofverpakkingsmateriaal (KVM). Het tarief voor de afvalstoffenheffing 2014 is hierbij reeds gebaseerd op een vierwekelijkse inzameling van restafval, in plaats van de bestaande tweewekelijkse inzameling.
Rioolheffing
In de rioolheffing worden kosten doorberekend die verbonden zijn met het uitvoeren van de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater en het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Omdat de rioolheffing een bestemmingsheffing is, mogen de opbrengsten van de rioolheffing niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing is in Enschede 100%.
Bij de vaststelling van het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2012-2015 is een maximale tariefstijging van 4% (incl. btw correctie 4,3%) per jaar, gedurende deze coalitieperiode vastgesteld.
Leges publiekzaken
De leges voor publiekszaken is voor een groot deel door het Rijk gemaximeerd. Alleen bij het uittreksel GBA, de huwelijksleges en de gehandicaptenparkeerkaart is dit niet het geval. Hier is een tariefsverhoging ingevoerd in 2014. In 2014 is ook de geldigheidsduur van paspoort en ID kaart verlengd. Het Rijk heeft daarvoor de rijksleges verhoogd maar het maximum tarief niet verhoogd. Tevens heeft het Rijk bepaald dat er geen vermissingsleges meer in rekening gebracht mogen worden.
Tariefsaanpassingen
Voor 2014 is voor de tariefstijgingen uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,5%. Een tweede uitgangspunt was dat de tarieven voor reinigingsrechten/ afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend zijn. Voor de afvalstoffenheffing betekent dit dat het tarief in 2014 ten opzichte van 2013 gelijk bleef en dat de rioolheffing werd verhoogd naar € 186,72.
Woonlastenontwikkeling
De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. De OZB-tarieven zijn reëel verhoogd met een inflatiecorrectie van 1,5%. De afvalstoffenheffing 2014 bleef 310,44 euro voor meerpersoonshuishoudens en voor éénpersoonshuishoudens 276,48 euro. De rioolheffing steeg naar 186,72 euro.
Woonlastenontwikkeling in Enschede
Als gevolg van voorgaande uitgangspunten ontstonden de volgende gemeentelijke woonlasten bij een woning met een gemiddelde woningwaarde (exclusief garages en woningen in aanbouw) in 2014 van 158.000 euro.
Bedragen in euro's | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
OZB eigenaar | 242,86 | 247,04 | 251,51 | 261,30 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) | 301,68 | 306,00 | 310,44 | 310,44 |
Rioolheffing | 165,00 | 171,60 | 179,04 | 186,72 |
Totaal | 709,54 | 724,64 | 740,99 | 758,46 |
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde.
Corrigeren voor extra geld van het Rijk ter compensatie van lage belastingcapaciteit?
De COELO-atlas maakt onderscheid tussen het perspectief van de belastingbetaler en dat van de gemeente(financiën). Bij het eerste perspectief gaat het erom hoeveel een huishouden in Enschede moet betalen aan belasting. In het tweede perspectief worden de woonlasten gecorrigeerd voor het feit dat gemeenten extra geld uit het gemeentefonds krijgen als ze een relatief lage waarde aan onroerende zaken hebben waarover ze belasting kan heffen.
Welke typen huishoudens?
Het COELO gaat in de belangrijkste vergelijkingen uit van meerpersoonshuishoudens. Bij gemeenten met tariefsdifferentiatie tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens kan het beeld daardoor afwijken ten opzichte van gemeenten die dat niet hebben. Enschede kent een goedkoper tarief voor eenpersoonshuishoudens bij de afvalstoffenheffing. Ook zijn er belangrijke verschillen, doordat er huishoudens zijn met een goedkope of dure eigen woning en huishoudens die hun woning huren. Die laatste betalen sinds 2006 geen OZB meer.
Vergelijking hoogte en ontwikkeling woonlasten Twentse gemeenten in euro’s
bruto woonlasten | stijging in % tov 2013 | |||||
éénpersoonshuishouden | meerpersoonshuishouden | 1-pers | meerpers | |||
2013 | 2014 | 2013 | 2014 | |||
Losser | 705 | 742 | 705 | 742 | 5,20% | 5,20% |
Haaksbergen | 681 | 715 | 730 | 764 | 5,00% | 4,70% |
Dinkelland | 677 | 699 | 737 | 759 | 3,20% | 3,00% |
Tubbergen | 649 | 669 | 693 | 713 | 3,10% | 2,90% |
Rijssen-Holten | 557 | 592 | 632 | 648 | 6,30% | 2,50% |
Borne | 745 | 762 | 745 | 762 | 2,30% | 2,30% |
Enschede | 707 | 725 | 741 | 758 | 2,50% | 2,30% |
Hellendoorn | 635 | 652 | 742 | 758 | 2,70% | 2,20% |
Almelo | 698 | 712 | 698 | 712 | 2,00% | 2,00% |
Hof van Twente | 727 | 738 | 778 | 787 | 1,50% | 1,20% |
Wierden | 672 | 680 | 725 | 733 | 1,20% | 1,10% |
Oldenzaal | 613 | 620 | 674 | 680 | 1,10% | 0,90% |
Hengelo | 617 | 615 | 694 | 699 | -0,30% | 0,70% |
Twenterand | 588 | 601 | 689 | 687 | 2,20% | -0,30% |
Nederland | 630 | 636 | 697 | 704 | 1,00% | 1,00% |
Overijssel | 643 | 653 | 700 | 710 | 1,60% | 1,40% |
Overzicht opbrengsten van de belangrijkste gemeentelijke belastingen | |||
Programma | Begroting | Realisatie | |
Afvalstoffenheffing | Leefomgeving | 20.031.942 | 20.023.150 |
Kwijtschelding | -2.500.000 | -3.040.031 | |
Oninbaar | -253.750 | -352.894 | |
Netto | 17.278.192 | 16.630.225 | |
Rioolheffing | Leefomgeving | 13.391.194 | 13.633.914 |
Kwijtschelding | -1.604.696 | -1.921.604 | |
Oninbaar | -339.978 | -234.758 | |
Netto | 11.446.520 | 11.477.552 | |
OZB (woning en niet-woning) | Bestuur en Middelen | 38.299.000 | 39.159.000 |
Hondenbelasting | Bestuur en Middelen | 810.000 | 787.000 |
Reclamebelasting | Bestuur en Middelen | 152.000 | 146.000 |
Precariobelasting | Bestuur en Middelen | 255.000 | 246.000 |
Leges (onder andere omgevingsvergunning) | Leefomgeving | 2.843.000 | 2.825.000 |
Rioolheffing
De realisatie 2014 is inclusief het grootverbruik voor belastingjaar 2013 en 2014.
Dit geeft een meeropbrengst ten opzichte van de begroting. De aanslagen rioolheffing grootverbruik 2013 zijn met dagtekening 30-9-2014 opgelegd.
Kwijtschelding en oninbaar
De trend voor zowel kwijtschelding en oninbaar is stijgend. Deze stijging komt nog niet helemaal tot uiting bij oninbaar, omdat oninbaar met enige vertraging in de tijd op de heffingsjaren tot stand komt.
In 2013 zijn de vermogensnormen voor kwijtschelding aangescherpt en is ambtshalve kwijtschelding voor alle WWB-ers ingevoerd met inachtneming van de verscherpte vermogensnormen. Daarnaast zet de economische crisis verder door waardoor de kwijtschelding een behoorlijke stijging laat zien ten opzichte van de begroting.
Leges publiekzaken
De leges voor publiekszaken zijn voor een groot deel door het Rijk gemaximeerd. Alleen bij het uittreksel GBA, de huwelijksleges en de gehandicaptenparkeerkaart is dit niet het geval. Hier is een tariefsverhoging ingevoerd in 2014. In 2014 is ook de geldigheidsduur van paspoort en ID kaart verlengd. Het rijk heeft daarvoor de rijksleges verhoogd maar het maximum tarief niet verhoogd. Tevens heeft het Rijk bepaald dat er geen vermissingsleges meer in rekening gebracht mogen worden. Samen met het teruglopen van het aantal huwelijken in Enschede en een verminderde afname van producten heeft dit geleid tot een nadeel in de opbrengsten voor leges publiekszaken van circa 140.000 euro.
Onroerende zaakbelasting
De meeropbrengst is te herleiden naar de areaaluitbreiding van met name niet-woningen in 2013 en 2014. Een aantal grote uitbreidingen in Enschede, bijvoorbeeld het MST, leidt tot extra inkomsten.
Reclamebelasting
De lagere opbrengst reclamebelasting is met name het gevolg van de leegstand in de binnenstad.
Precariobelasting
De leegstand in de binnenstad leidt ook tot vermindering van de precariobelasting.
Leges omgevingsvergunning
In 2014 was een voorzichtige stabilisering zichtbaar van de legesinkomsten. In voorgaande jaren zijn de legesinkomsten aanzienlijk gedaald door met name het wegvallen van de grote bouwaanvragen. Om dit weer in balans te brengen met de legesinkomsten hebben wij aanzienlijk in alle lasten (met name personele) gesneden. Hierdoor is in 2014 een balans gevonden tussen de lasten en de baten.
Inleiding
Het weerstandsvermogen is een belangrijk onderdeel van ons strategisch financieel beleid. Het is de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit leidt tot ombuigingen van bestaand beleid. Bij tegenvallers gaat het om externe risico’s die niet of slecht beïnvloedbaar zijn.
In het coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de financiële positie en het reduceren van risico’s. Onderdelen hiervan zijn het verbeteren van de financiële positie van het grondbedrijf, risicoreductie ten aanzien van ons vastgoed- en grondbezit, het sociaal domein, de verbonden partijen en het verlagen van het aandeel stille reserves binnen het weerstandsvermogen.
In deze paragraaf geven we aan hoe het weerstandsvermogen op dit moment is opgebouwd en wat de verwachte ontwikkeling voor de komende jaren is. Daarnaast is de indicatorentabel opgenomen. Deze tabel zegt iets over de financiële flexibiliteit en weerbaarheid van de gemeente. Hierin krijgen ook andere kengetallen naast het weerstandsvermogen nadrukkelijk aandacht. In 2015 komt het rijk via een aanpassing van de verslaggevingsvoorschriften met een beperkt aantal verplicht op te nemen kengetallen. Een aantal hiervan (o.a. schuldpositie) hebben wij al in onze tabel opgenomen. Zodra het BBV is aangepast, zullen wij deze kengetallen ook opnemen in onze P&C-producten.
Financiële status en weerbaarheid
Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:
Berekening weerstandsvermogen
Het verschil tussen de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiervoor is een norm gedefinieerd die de ratio van het weerstandsvermogen wordt genoemd en als volgt wordt berekend:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio weerstandsvermogen = ------------------------------------------
Benodigde weerstandscapaciteit
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandvermogen tussen de 1,0 en 1,4 na.
Ontwikkeling in weerstandvermogen
Periodiek wordt bij de jaarrekening en programmabegroting een risico-inventarisatie uitgevoerd en de beschikbare weerstandscapaciteit in beeld gebracht. Dit om na te gaan of de gemeente Enschede over voldoende weerstandsvermogen beschikt.
Voor deze jaarrekening is de benodigde weerstandscapaciteit berekend op 42,0 miljoen euro en bestaat uit de risico’s van het grondbedrijf voor een bedrag van 18,3 miljoen euro en de overige risico’s voor een bedrag van 23,7 miljoen euro.
Risico’s Grondbedrijf
Voor het Grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen Meerjaren Perspectief Grondbeleid (MPG). Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en in één grote risicosimulatie samengebracht. De risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf zijn per 31 december 2014 becijferd op 18,3 miljoen euro. Voor deze jaarrekening zijn de risico’s van het grondbedrijf gebaseerd op het MPG 2015.
Inventarisatie overige risico’s
Ten aanzien van de overige risico’s heeft er in het kader van de jaarrekening 2014 een actualisatie plaatsgevonden. Daarbij is de volgende werkwijze gevolgd.
Risico’s die meegenomen worden in de berekening betreffen incidentele gebeurtenissen die niet of zeer moeilijk zijn te beïnvloeden met beleid. Het gaat om externe factoren die wij moeilijk of in het geheel niet kunnen sturen dan wel beïnvloeden. Indien sprake is van structureel verminderde inkomsten, zoals bijvoorbeeld rijksbezuinigingen, leidt dit tot beleidsaanpassingen en niet tot beslaglegging van de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit voor de overige risico’s is becijferd op 23,7 miljoen euro en is ten opzichte van de 23,8 miljoen euro bij de programmabegroting 2015 per saldo bijna gelijk gebleven. De volgende risico’s zijn aangepast qua risicobedrag of risicokans:
Voor inzicht in de belangrijkste risico’s wordt verwezen naar de Tabel met risico's, financiële gevolgen en maatregelen verderop in deze paragraaf.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 45,0 miljoen euro, bestaande uit een algemene reserve van 24,7 miljoen euro en stille reserves van in totaal 20,3 miljoen euro.
Voorzichtigheidshalve en overeenkomstig onze beleidskaders en bovengenoemde inschattingen worden de overige (bestemmings)reserves, bezuinigingsmogelijkheden en de onbenutte belastingcapaciteit niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend.
De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen en de reserve grondbedrijf.
De reserve grondbedrijf is ten opzichte van het MPG 2014 verslechterd met 1,9 miljoen als gevolg van het resultaat van het MPG. Voor een nadere toelichting wordt naar de paragraaf Grondbeleid verwezen.
Stille reserves
De stille reserves zijn becijferd op 20,3 miljoen euro. Een stijging ten opzichte van de programmabegroting 2015 met 1,9 miljoen euro. Het betreffen de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf voor 9,1 miljoen euro en van de gronden van het grondbedrijf voor 11,2 miljoen euro. De stille reserves van het grondbedrijf zijn gestegen doordat de waarde van de overige gronden is gestegen. De stille reserve is het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde van een actief. Bij de berekening voor het weerstandsvermogen wordt de nodige voorzichtigheid betracht. Er wordt slechts een deel van de stille reserves tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend.
Bij objecten van het vastgoedbedrijf nemen we alleen de stille reserve van de objecten uit de categorieën redelijk en goed courant mee, en dan tegen een percentage van 50% respectievelijk 70% van de stille reserve. Ook bij de berekening van de stille reserves van panden van het grondbedrijf wordt voorzichtigheid betracht door slechts 60% van de taxatiewaarde in de berekening van de stille reserves voor het weerstandsvermogen mee te nemen.
Berekening weerstandsvermogen
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstands-capaciteit komen we nu uit op een ratio van afgerond 1,1.
45,0 miljoen euro
Ratio 1,1 = -------------------------
42,0 miljoen euro
De ratio bevindt zich hiermee binnen de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0-1,4. Om de ratio te verhogen is afgesproken om de algemene reserve in de komende jaren aan te vullen via het spaarprogramma. De dekking hiervoor is al in het structurele middelenkader verwerkt. In het coalitieakkoord is vervolgens afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. In onderstaand overzicht is het geprognotiseerd verloop van de ratio samengevat.
Eind |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
Ratio |
1,1 |
1,1 |
1,2 |
1,3 |
1,4 |
Wel is het van belang zich te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wiskunde. Tegenvallers in de grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen of dalende prijzen van ons vastgoed- en grondbezit hebben bijvoorbeeld een belangrijke impact op onze financiële positie. In dat geval moeten we onze ambities bijstellen om toch ons weerstandsvermogen op het gewenste niveau te houden.
Naast de verbetering van de financiële positie heeft bovenstaande ontwikkeling ook een gunstig effect op het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen. Het aandeel stille reserves in de totale beschikbare weerstandscapaciteit was 61% bij de jaarrekening 2013 en komt bij de jaarrekening 2014 uit op 46%. Met de geplande mutaties op de algemene reserve wordt het aandeel in 2018 geraamd op 34%.
Tabel met risico's, financiële gevolgen en maatregelen
Nr. | Onderwerp | Risico | Financieel gevolg | Klasse | Kans | Maatregelen |
1. | BUIG-MAU | Meerjarige Aanvullende Uitkering wordt niet meer toegekend, hetgeen niet direct is bij te sturen door aanpassen van beleid. |
€ 0 - €14.000.000 |
€ 0 - €10.300.000 euro | 5 | 2 |
2. | Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost | Het niet of niet tijdig ontvangen van aflossingen op verstrekte leningen. | € 0 - €9.800.000 | € 0 - €9.800.000 | 5 | 2 |
3. | Gewaarborgde geldleningen | Gemeente wordt door geldverstrekker als borg aangesproken i.v.m onvoldoende zekerheden. | € 0 - €8.700.000 | € 0 - €8.700.000 | 5 | 2 |
4. | Onvoorziene bijdragen | Onvoorziene bijdragen aan risico’s verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen. | € 0 - €7.850.000 | € 0 - €10.050.000 | 5 | 4 |
5. | Conjunctuur invloeden en daarmee samenhangende incidentele effecten | Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden. | € 0 - €5.000.000 | € 0 - €5.000.000 | 5 | 3 |
6. | Personele krimp | Het niet (tijdig) realiseren van de krimpopgave vanaf 2016. | € 0 - €1.500.000 | € 0 - €500.000 | 4 | 3 (was 5) |
7. | Majeure stedelijke investeringsopgaven (MSI) | Risico van het MSI-project revitalisering havengebied. | € 0 - €600.000 | € 0 | ||
8. | Overige onvoorziene bijdragen | Overige onvoorziene risico’s die leiden tot financiële schade, waaronder de projectrisico’s (exclusief MSI). Risico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen, rente effecten etc. | € 0 - €2.500.000 | € 0 - €2.500.000 | 5 | 3 |
9. | Risico decentralisaties | Risico Jeugdzorg, WMO en participatie | € 0 - €3.500.000 | € 0 - €3.500.000 | 5 | 3 |
10. | Calamiteit | Calamiteit binnen de gemeente wat leidt tot extra uitgaven. | € 0 - €5.000.000 | € 0 - €5.000.000 | 5 | 1 |
Legenda:
De gevolgschade wordt ingedeeld in vijf klassen. Afhankelijk van het ingeschatte financiële gevolg van het betreffende risico, wordt daar de bijbehorende klasse aan gekoppeld.
Klasse |
Bandbreedte |
Kans |
Omschrijving |
0 |
geen geld gevolgen |
1 (10%) |
Zeer onwaarschijnlijk, komt niet voor in de branche voor zover bekend |
1 |
< € 25.000 |
2 (30%) |
Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is binnen andere gemeenten wel eens voorgekomen (in de afgelopen vijf jaren) |
2 |
€ 25.000 - € 100.000 |
3 (50%) |
Komst zelden voor maar is wel al eens voorgekomen (in de afgelopen vijf jaren) |
3 |
€ 100.000 - € 500.000 |
4 (70%) |
Is verscheidene malen voorgekomen (3x of vaker in de afgelopen vijf jaren) |
4 |
€ 500.000 - € 1.000.000 |
5 (90%) |
Komt met enige regelmaat voor (1 of meer keren per jaar) |
5 |
> € 1.000.000 |
|
|
Financiële status en weerbaarheid
In deze paragraaf willen we door middel van indicatoren inzicht verschaffen in de financiële status (hoe financieel gezond is de gemeente) en weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden). Het is een set van indicatoren en normen die door een landelijke werkgroep van gemeenten is samengesteld.
De financiële status en weerbaarheid laat in één overzicht de financiële gezondheid van de gemeente zien op dit moment: zo staat de gemeente er financieel voor. Door deze stresstest jaarlijks toe te passen (bij begroting, jaarrekening en meerdere jaren achtereen) wordt ook inzicht gegeven in relevante trends voor het financiële en risico-beleid. Hiermee kan meer inzicht worden geboden in de sterke en zwakke punten van de financiële huishouding. Tegelijkertijd biedt het inzicht in de beschikbare bijsturingsmogelijkheden.
Samenvatting
Indicatorgroep |
Indicator |
Voldoende |
Neutraal |
Onvoldoende |
1. Lokale lasten |
1.1 Lokale lastendruk |
> 5% lagere lastendruk dan gemiddeld |
Gemiddelde lastendruk in Nederland |
> 5% hogere lastendruk dan gemiddeld |
|
1.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB |
Onbenutte belastingcapaciteit > 0,25% exploitatietotaal (voor mutaties reserves) |
Onbenutte belastingcapaciteit tussen 0,1% van exploitatietotaal in Enschede |
Geen onbenutte belastingdruk beschikbaar |
|
1.3 Derving OZB i.v.m. leegstand |
Derving OZB < 1% OZB opbrengst niet woningen |
1% <= derving OZB <= 5% OZB opbrengst niet woningen |
Derving OZB > 5% OZB opbrengst niet woningen |
|
1.4 Kostendekkendheid leges |
Extra ruimte > 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves |
Extra ruimte 0% tot 1% van exploitatietotaal voor mutaties reserves. Zeer gering voor Enschede, namelijk 0,15%. |
Geen ruimte in tarieven. |
2. Schuldpositie, vreemd vermogen |
2.1 Schuldratio |
< 50% |
50% tot 80% |
81% in Enschede per eind 2014 |
|
2.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote) |
85% in Enschede per eind 2014 |
90% tot 130% |
> 130% |
|
2.3 Netto schuld per inwoner |
< 20% lager dan gemiddelde van Nederland per eind 2012 |
Rond gemiddelde van Nederland per eind 2012 |
> 20% lager dan gemiddelde van Nederland per eind 2012 |
|
2.4 Schuldevolutie |
> 15% afname |
0,8 % afname in Enschede van 2013 naar 2014 |
> 15% toename |
|
2.5 Netto rentelasten / exploitatie |
< 1% van totale exploitatie |
2,9% in Enschede in 2014 |
> 3% van totale exploitatie |
|
2.6 Rentereserve |
Reserve voldoende om 2 jaren schommelingen op te vangen, in Enschede is rentereserve van 1 miljoen euro toegevoegd aan weerstandsvermogen |
Reserve voldoende om 1 jaar schommelingen op te vangen. |
Geen rentereserve. |
|
2.7 Omslagrente - werkelijke rente |
Werkelijke rente < omslagrente en nog niet ingezet in begroting. |
Werkelijke rente = omslagrente. |
Werkelijke rente > omslagrente |
3. Reservepositie, eigen vermogen |
3.1 Ratio weerstandsvermogen |
> 1,4 |
1,0 tot 1,4 |
< 1,0 |
|
3.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren |
Mogelijkheden om ratio te verbeteren tot > 1,4 |
Mogelijkheden om ratio te verbeteren tot 1,0 - 1,4 |
Geen verbetermogelijkheden |
|
3.3 Aandeel stille reserves in weerstandsvermogen |
<25% |
25%-50% |
>50% |
4. Leningen, garantstellingen en waarborgen |
4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen |
> 95% zekerheden |
90% tot 95% zekerheden (92,8% per eind 2014) |
< 90% zekerheden |
5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen |
5.1 Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesteringen |
geen extra budget nodig |
0 % <= extra benodigd budget <= 1% exploitatie voor mutatie reserves (lasten) |
Extra benodigd budget > 1% exploitatie voor mutaties reserves (lasten) |
6. Grondexploitaties |
6.1 Afhankelijkheid grondexpl. voor sluitende begroting |
Niet afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting |
|
Afhankelijk van grondexploitaties voor sluitende begroting. |
|
6.2 Winstverwachting grondexploitaties |
Positieve winstverwachting |
|
Geen positieve winstverwachting |
|
6.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's |
Reserve grondbedrijf > omvang risico's grondbedrijf |
Reserves grondbedrijf 98% tot 100% risico's grondbedrijf. |
Reserve grondbedrijf < 98% risico's grondbedrijf |
|
6.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie) |
toekomstige baten en lasten/ actuele boekwaarde BIE < 2 |
waarde tussen 2 en 3 |
> 3 |
|
6.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden) |
Exploitatielasten zijn structureel afgedekt |
Incidenteel afgedekt |
Exploitatielasten zijn niet afgedekt |
7. Financiële evenwicht |
7.1 Ombuigingen, taakstellingen |
< 1% van begrotingstotaal nog in te vullen |
1% tot 2% begrotingstotaal |
> 2% begrotingstotaal |
|
7.2 Verhouding Structureel / Incidenteel |
> 98% structurele lasten afgedekt met structurele baten |
96% tot 98% structurele lasten afgedekt met structurele baten |
< 96% structurele lasten afgedekt met structurele baten |
|
7.3 Meerjarig sluitende begroting |
Alle jaren sluitend |
1e of 4e jaar sluitend |
1e of 4e jaar niet sluitend, preventief toezicht |
Hieronder volgt een toelichting op de individuele indicatoren en normen. Waar mogelijk zijn ook de scores vermeld.
1. Lokale lasten
1.1 Lokale lastendruk
De lokale lastendruk is de druk van de lasten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB. Het gemiddelde van Nederland is 704 euro (COELO 2014). Enschede heeft een lastendruk van 757 euro en scoort daarmee onvoldoende. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter.
1.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Landelijk mag de OZB opbrengst jaarlijks voor alle gemeenten gezamenlijk een vastgestelde stijging laten zien. Voor 2014 is dit bepaald op 3% (macronorm). Het verschil ten opzichte van de tariefstijging is de onbenutte belastingcapaciteit. De score is voldoende bij een onbenut deel van meer dan 0,25% van het batentotaal, neutraal bij minder dan 0,25% en onvoldoende als er geen onbenut deel is. Een deel van de belastingcapaciteit (in 2014 0,1%) is nog niet benut. Hiermee is de score neutraal.
1.3 Inkomstenderving OZB door leegstand niet-woningen
Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers niet-woningen en leegstand. De score is neutraal bij een derving OZB tussen de 1% en 5% van de OZB-opbrengst n-woningen, neutraal bij minder dan 1% en onvoldoende bij groter dan 5%. De gemeente Enschede scoort net onvoldoende nl 6,28%.
1.4 Kostendekkendheid leges
Deze indicator geeft aan in hoeverre de lasten bij de leges worden gedekt door de baten. Als de kostendekkendheid lager uitkomt, is er mogelijk ruimte om meer baten te realiseren. De kostendekkendheid bij omgevingsvergunningen, algemene dienstverlening en marktgelden is lager dan 100%. Met 0,15% van het batentotaal is er slechts beperkt ruimte voor het verhogen van de baten. De score is neutraal.
2. Schuldpositie
2.1 Schuldratio
De schuldratio zegt welk aandeel van de bezittingen is belast met schulden. Deze ratio is de som van de kortlopende en de langlopende schulden gedeeld door het balanstotaal. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger dit is. We financieren dan immers meer met eigen vermogen. Een factor van 80% of hoger wordt gezien als een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Enschede heeft een schuldratio van 81% en scoort daarmee onvoldoende.
2.2 Netto schuld / exploitatie
De schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. De schuld als aandeel van de exploitatie is de som van de kortlopende schulden, de langlopende schulden en de crediteurenvorderingen minus de debiteurenvorderingen en de liquide middelen gedeeld door de totale inkomsten. De VNG geeft aan dat bij een score van meer dan 90% voorzichtigheid is geboden. Enschede heeft een verhouding van 85% en scoort nog net voldoende.
2.3 Netto schuld per inwoner
Deze indicator is de hiervoor beschreven netto schuld gedeeld door het aantal inwoners.
Binnen een afwijking van 20% van het gemiddelde in Nederland is de score neutraal, daarbuiten voldoende (-20%) of onvoldoende (+20%). Enschede scoort hierop met 26% afwijking onvoldoende.
2.4 Schuldevolutie
Deze indicator geeft de ontwikkeling van de schuld aan. Dit is het procentuele verschil tussen de netto schuld per inwoner op 31-12-2014 (3.012 euro) en de netto schuld per inwoner op 31-12-2013 (3.037 euro). Dat is een afname van 0,8%, de score is neutraal.
2.5 Netto rentelasten /exploitatie
Dit is het aandeel van de externe rentelasten (incl. financial lease) in de exploitatie. De indicator geeft aan welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente aan banken. Minder dan 3% van de exploitatiekosten zijn rentelasten. De score in 2014 is 2,9 en is daarmee neutraal.
2.6 Rentereserve
De rentereserve is een reserve om tegenvallers (risico's) op het renteresultaat te kunnen opvangen. Een dergelijke reserve biedt natuurlijk alleen maar soelaas voor incidentele tegenvallers en is in principe geen structurele oplossing bij oplopende renteniveaus. De buffer binnen de reserve weerstandsvermogen heeft voldoende omvang om 2 jaar renteschommelingen op te vangen (1 miljoen euro). De score is voldoende.
2.7 Werkelijke rente - omslagrente
De omslagrente wordt volgens vastgelegde uitgangspunten berekend. Als de werkelijke rente (gemiddelde actuele rentevoet van de portefeuille) afwijkt heeft dit invloed op de exploitatie. De omslagrente is hoger dan de werkelijke rente. Er blijft een klein renteresultaat over. Dit voordeel is niet ingezet in de begroting in 2014. De score is voldoende.
3. Reservepositie
3.1 Ratio weerstandvermogen
Het weerstandvermogen geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. De score bij de jaarrekening 2014 is 1,1 en daarmee neutraal.
3.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren
De algemene reserve en de stille reserves vormen ons directe weerstandvermogen, bedoeld om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandvermogen (spaarprogramma, onbenutte belastingcapaciteit en vrij te maken bestemmingsreserves die niet worden gebruikt ter dekking van kapitaallasten van investeringen met economisch nut). Deze kunnen worden gebruikt om de weerstandscapaciteit te verbeteren. De gemeente heeft deze mogelijkheden, de score is neutraal.
3.3 Aandeel stille reserve in weerstandsvermogen
Deze indicator geeft aan wat het aandeel stille reserves bedraagt ten opzichte van de totale beschikbare weerstandscapaciteit. Als het percentage minder dan 25 procent is dan is de score voldoende, tussen de 25 en 50 procent neutraal en hoger dan 50 procent onvoldoende. Enschede scoort in 2014 met 46 procent neutraal (2013: 61 procent).
4. Uitstaande leningen, garantstellingen en waarborgen
4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen
Met betrekking tot de leningen is geanalyseerd welke zekerheden zijn gesteld en welke positie de gemeente inneemt in geval de geldlener in gebreke blijft. Niet alleen de positie, ook het feit of zekerheden zijn gesteld (onderpand) bepalen het risicoprofiel voor onze gemeente. Indien geen onderpanden zijn verstrekt is het risico immers hoger (aangezien er geen aanspraak kan worden gemaakt op de waarde van enig onderpand). De score voor deze indicator is neutraal.
5. Meerjarig onderhoud
5.1 Toereikende onderhoudsbudgetten
Wij zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de kapitaalgoederen binnen onze gemeente. Veelal betreft dit kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, groen en civieltechnische kunstwerken. Uitgangspunt hierbij is of de budgetten toereikend zijn om het normniveau van een 6 te waarborgen (indien de kwaliteit zakt onder de 6 is sprake van kapitaalvernietiging met op termijn extra kosten). Enschede scoort hier neutraal (<1% van de exploitatielasten).
6. Grondexploitatie
6.1 Afhankelijkheid grondexploitatie voor sluitende begroting
Zodra in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten vanuit de grondexploitaties bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Het niet realiseren betekent immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. Lagere grondverkopen hebben dan direct effect op de reguliere exploitatie. In de meerjarenbegroting van Enschede zijn dergelijke winsten niet ingeboekt, zodat de score voldoende is.
6.2 Winstverwachting grondexploitaties
Op het moment dat er positieve resultaten uit de grondexploitaties worden gerealiseerd heeft de gemeente middelen die kunnen worden ingezet of gespaard voor moeilijke tijden. De meerjarige winstverwachting van de grondexploitaties is positief, zodat de gemeente op deze indicator voldoende scoort. Wel is de winstverwachting afgenomen.
6.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's
De algemene reserve grondbedrijf is om risico's van het grondbedrijf op te vangen. De reserve moet zodanig zijn dat de risico's kunnen worden opgevangen. Hierin zit bijvoorbeeld opgenomen of de meerjarig geplande woningproductie/uitgifte bedrijventerreinen wordt gehaald. De reserve grondbedrijf (negatief) is niet groot genoeg om alle risico’s op te vangen, waardoor de score onvoldoende is.
6.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie).
Deze indicator geeft aan wat nog aan kosten en opbrengsten moet worden gerealiseerd in relatie tot de actuele boekwaarde van de BIE (Bouwgronden In Exploitatie). Als dit te hoog is dan geeft dit aan dat er nog veel te verrichten inspanningen zijn met mogelijke
risico’s. Als de geraamde baten en lasten samen drie keer groter zijn dan de huidige boekwaarde dan is de score onvoldoende. Enschede heeft een score van 4,16 in 2014 en scoort daarmee onvoldoende.
7. Financieel evenwicht
7.1 Ombuigingen
We hebben diverse bezuinigingsmaatregelen ingezet. De daaruit voortvloeiende bezuinigingen zijn grotendeels gerealiseerd. Met een verhouding nog in te vullen ombuigingen van het begrotingstotaal van 0,5% in 2015 is de score voldoende.
7.2 Verhouding structurele lasten en structurele baten
Structurele lasten moeten worden afgedekt door structurele baten. Andersom mogen incidentele lasten worden afgedekt door incidentele baten. Meerjarig zijn de structurele lasten afgedekt met structurele baten en daarmee is de score voldoende.
7.3 Sluitende begroting
De begroting 2015 of uiterlijk het laatste jaar van de bijbehorende meerjarenraming 2016 t/m 2018 moet materieel sluitend zijn. In dat geval is de score neutraal. Als alle jaren sluitend zijn dan is de score voldoende. Voor Enschede moet de begroting uiterlijk vanaf het jaar 2016 in evenwicht zijn in verband met het niet sluitend zijn van de begroting 2013 en 2014. Met een materieel sluitende begroting in 2016 is de score voor Enschede neutraal.
Dit onderdeel gaat met name in op de onderhoudstoestand en de lasten van wegen, riolering, gebouwen, infrastructurele kunstwerken en dergelijke. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie.
In relatie tot het beheer van de openbare ruimte is een aantal categorieën van kapitaalgoederen te onderkennen waarop onderhoud van toepassing is.
Kerncijfers 2014
Verhardingssoorten | M2 |
Asfalt | 3.198.000 |
Elementen | 4.229.000 |
Cementbeton | 84.000 |
Onverhard | 395.000 |
Totaal | 7.906.000 |
Het beleidskader
In 2013 is het Wegenbeleidsplan 2014-2018 vastgesteld. Dit wegenbeleidsplan vormt de start van de zoektocht naar nieuwe methoden, werkwijzen en wegbeheer systematieken. Een zoektocht naar hoe we met de beschikbare middelen de wegen zo goed mogelijk kunnen beheren en onderhouden én hoe we het betaalbaar kunnen houden met de focus op veiligheid en de acceptatie van minder comfort en beeldkwaliteit. Uitgangspunt bij deze gezamenlijke zoektocht is onder andere dat er geen kapitaalsvernietiging mag optreden of onomkeerbare besluiten worden genomen. Deze zoektocht is nog in volle gang.
De basis van het wegenbeleidsplan bestaat daarbij uit wettelijke eisen, (eigen) onderhoudsnormen en financiële dekking. Aan de hand van het vastgestelde beleid wordt op basis van technische inspecties en in overleg met interne en externe betrokkenen een overzicht gemaakt van de noodzakelijke onderhoudsprojecten en werkzaamheden. Deze worden vervolgens weggezet in de uitvoering. Vanaf 2014 is de opdrachtverstrekking verbeterd door vooral een integraal programma van eisen op te stellen voor uitvoering van de opdracht. Dit houdt in dat we explicieter aandacht besteden aan duurzaamheid (mogelijkheden voor hergebruik) en water(problematiek).
Bij infrastructurele kunstwerken is er een meerjarig onderhoudsprogramma en wordt er jaarlijks een visuele inspectie gedaan.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Indien de kwaliteit van de wegen zakt, heeft dit consequenties voor onder andere de verkeersveiligheid, het gebruikerscomfort en de woonbeleving. Daarnaast kan een te grote afbreuk aan kwaliteit leiden tot juridische consequenties in de vorm van aansprakelijkheid.
Realisatie
De lasten voor onderhoud aan wegen (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden en infrastructurele kunstwerken) was in 2014 afgerond 8,6 miljoen euro.
Dit bestaat uit 1,7 miljoen euro aan apparaatskosten, 2,3 miljoen euro kapitaallasten, 3,8 miljoen euro aan lasten voor (groot)onderhoud en 0,8 miljoen euro aan overige lasten. Het investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 0,5 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van 10 jaar.
Kerncijfers 2014
Havens | |
Havenarmen | 2 |
Damwanden, oevers en kades | 5.820 meter |
Nieuwe kade | 495 meter |
Het beleidskader
In 2008 is naar aanleiding van de Binnenhavenvisie een meerjarige onderhoudsplanning voor groot onderhoud aan de havens opgesteld. Hiervoor is incidenteel geld beschikbaar gesteld, wat in het project 'Revitalisering Havengebied' is ingezet. Binnen dit project is onder andere het 'op diepte houden' van de vaargeul en het in stand houden van kades en oevers aangepakt.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het in het project uitgevoerde groot onderhoud zorgt ervoor dat de haven beter bereikbaar zal zijn voor grotere schepen en dat de haven daardoor aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich in Enschede te vestigen. In 2014 hebben we vooral gewerkt aan de kades en de oevervoorzieningen. De werkzaamheden voor de kades zijn voor ca. 80% afgerond, hetgeen 495 meter nieuwe laad- en loskades heeft opgeleverd. Het overige deel zal in de loop van 2015 gereed komen. De werkzaamheden voor het herstel aan de oever zijn dit jaar afgerond. We hebben ca. 400 meter damwanden vervangen. Daarnaast hebben we op ca. 33 locaties onderhoud gepleegd aan bestaande oeverconstructies en ongeveer 4.000 meter snoei- en maaiwerk verricht.
Realisatie
De lasten voor de havens buiten het project waren in 2014 afgerond 254.000 euro, bestaand uit 66.000 euro aan apparaatskosten, 85.000 euro aan materiële kosten voor dagelijks beheer en klein onderhoud van de havens en 103.000 euro aan storting in de reserve Havens. Vanuit de reserve is een bijdrage gedaan aan het project ‘Revitalisering Havengebied’.
Zodra het project is afgerond moet via een meerjaren onderhouds- en investeringsplan structureel geld beschikbaar komen voor de grotere onderhouds- en vervangingswerkzaamheden.
Kerncijfers 2014
Riolering | |
Vrij-verval riolering | 833 km |
Drukriolering | 145 km |
Voorzieningen | |
Kolken | 40.500 |
Putten | 2.090 |
Randvoorzieningen | 17 |
Pompunits | 1.005 |
Het beleidskader
In 2011 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2012-2015 vastgesteld. In dit GRP is vastgelegd hoe we omgaan met de wettelijke zorgplicht voor afval-, hemel- en grondwater, welke doelstellingen hierbij worden gehanteerd en de financiële inspanningen die daarvoor nodig zijn. Met name dit laatste aspect, het financiële kader, is van groot belang bij dit GRP. We hebben een gezamenlijke ambitie om de lastenverzwaring voor onze burgers zoveel mogelijk te beperken. Dit betekent dat we de rioolheffing zo laag mogelijk willen houden. De belangrijkste sporen die we hiervoor inzetten zijn: versoberen van onderhoud, introduceren van risicogestuurd rioleringsbeheer, samenwerking met partners, het kiezen van duurzame oplossingen en het doen van onderzoek en toepassen van innovaties. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd, conform afspraak met de Raad. De actualisatie 2014 is op 21 oktober 2014 door de Raad vastgesteld.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We kunnen niet voorkomen dat burgers te maken krijgen met een (beperkte) kostenstijging. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is na de oorlog aangelegd. Aangezien de gemiddelde technische levensduur van een riool circa 70 jaar is, is kostenstijging ten gevolge van het vervangen van riolering onvermijdelijk. Dat neemt niet weg dat we de stijging van de rioolheffing zoveel mogelijk proberen te beperken door ingrijpende versoberingsmaatregelen, waarbij met onderhoud of vervanging van rioleringen de grenzen meer worden opgezocht. Hoewel dit uitgangspunt bewust en gericht ingezet is, is niet te vermijden dat deze nieuwe benadering tot overlast in de openbare ruimte leidt. Uitgangspunt is wel dat de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk gewaarborgd blijven en dat de (hemel)wateroverlast beperkt blijft.
Realisatie
De lasten voor riolering waren in 2014 afgerond 11,4 miljoen euro, bestaand uit 1,1 miljoen euro aan apparaatskosten, 7,8 miljoen euro kapitaallasten en 2,5 miljoen euro aan materiële kosten voor dagelijks onderhoud van riolering.
Kerncijfers 2014
Groen | |
Openbaar groen | 694 ha |
Het beleidskader
Het beleidskader voor het groen is vastgelegd in verschillende documenten. De afgesproken kwaliteitsniveaus voor het beheer en onderhoud zijn vastgelegd in het Kwaliteitsplan Onderhoud Openbare Ruimte, dat in 2002 is opgesteld. De structuren zijn vastgelegd in het Groenstructuur Actieplan (GRAP). In 2013 zijn de 'Kaders voor het beheer en onderhoud van het openbare groen 2014-201' vastgesteld. Deze kaders betreffen op hoofdlijn, door samen met partners en bewoners in de buurten en wijken van Enschede:
1. | Differentiatie in onderhoudsniveaus te realiseren door: | |
- | Het onderhoudsniveau van de belangrijkste (hoofdstructuren) en het Stadserf op het huidige niveau te behouden. | |
- | Onderhoudsniveaus van woon-, buurt- en wijkgroen in overleg met bewoners partieel te verlagen. | |
2. | De inrichting van het bestaande openbare groen waar mogelijk te vereenvoudigen. | |
3. | Nieuw openbaar groen toekomstbestendig en functioneel in te richten. | |
4. | In te zetten op biodiversiteit, behoud natuurwaarden en duurzaamheid. |
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het beleidskader is vertaald in het groenbeheersysteem, waarin onder andere arealen, groensoorten, onderhoudsmaatregelen en begrotingen worden bijgehouden. Het afgesproken onderhoudsniveau is gedurende het gehele jaar gerealiseerd. Een eventuele verlaging van de kwaliteitsniveaus heeft een directe invloed op de vastgoedwaarde, de uitstraling en het vestigingsklimaat van de stad en is van invloed op het woongenot en welbevinden van bewoners. Om die reden is er in 2014 in het traject Veranderen en Bezuinigen Openbare Ruimte voor gekozen om niet de beeldkwaliteitniveaus in het geheel te verlagen, maar dit op een paar onderdelen te doen zoals bij het grasmaaien en het ruimen van blad. Zie www.enschede.nl/veranderingen in de openbare ruimte.
Realisatie
De lasten voor regulier onderhoud aan groen is circa 4,5 miljoen euro, bestaand uit afgerond 3 miljoen euro aan apparaatskosten (inclusief voertuigen, etc.) en 1,5 miljoen euro uitbesteed werk.
Vervangingsinvesteringen 2014
Voor noodzakelijke vervanging van het groen in de openbare ruimte was in 2014 incidenteel 300.000 euro beschikbaar. Dit is volledig besteed in 2014.
Kerncijfers 2014
Openbare verlichting | |
Lichtmasten | 30.700 |
Armaturen | 32.400 |
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, etc. | 2.000 |
Energieverbruik | 6,1 GWh/jaar |
Het beleidskader
Het beleidsplan Openbare verlichting 2014-2017 is in 2013 door uw Raad vastgesteld. We hanteren veiligheid en effectiviteit als uitgangspunten, wat inhoudt dat we in stand houden wat we hebben en ons richten op functionaliteit. Binnen de bebouwde kom zijn alle openbare wegen en hoofdfietspaden verlicht. In het buitengebied zijn de zeer gevaarlijke kruispunten verlicht en van oudsher een aantal buitenwegen. De veiligheid staat voorop, de lamp moet branden. Dat betekent dat we alleen die onderdelen vervangen of repareren die kapot zijn. De lichtmasten en armaturen vervangen we dus niet meer automatisch aan het einde van de afschrijvingstermijn (resp. 40 en 20 jaar).
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het ‘aanzien’ van openbare verlichting neemt iets af, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand.
Realisatie
De lasten voor onderhoud openbare verlichting is circa 1 miljoen euro, bestaand uit 0,4 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,4 miljoen euro materiele lasten (regulier onderhoudslasten, excl. energie, etc.).
Kerncijfers 2014
Parkeervoorzieningen | |
Parkeergarages | 4 stuks |
Het beleidskader
In de raadsvergadering van 18-12-2006 is besloten om vanaf 2007 in de begroting van het parkeerbedrijf jaarlijks onderhoudslasten op te nemen, gebaseerd op een meerjaren- onderhoudsprogramma (MJOP). Er is daartoe een voorziening ingesteld voor de onderhoudslasten van de parkeergarages. Deze voorziening wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie ad 540.000 euro, te dekken uit de exploitatie van het Parkeerbedrijf.
Binnen het onderhoud van het parkeerbedrijf wordt onderscheid gemaakt tussen correctief/preventief onderhoud en vervangend onderhoud. Correctief/preventief onderhoud komt ten laste van de jaarlijkse exploitatielasten van het parkeerbedrijf, vervangend onderhoud komt ten laste van de onderhoudsvoorziening. De stand van de voorziening per 31-12-2014 is 1,7 miljoen euro. De komende tien jaar is een onderhoudsprogramma voorzien van 7,8 miljoen euro waarmee de parkeergarages ook de komende jaren kunnen blijven voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het vervangend onderhoud is opgenomen in het MJOP dat een integraal onderdeel vormt van het jaarlijks in de programmabegroting opgenomen meerjaren perspectief parkeerbedrijf (MPP). In 2014 is een bedrag begroot van 740.983 euro voor de onderhoudswerkzaamheden in de parkeergarages stationsplein, Irene, H.J. van Heek en V&D.
Realisatie
In 2014 is voor een bedrag van 356.518 euro ten laste van het MJOP gebracht. Het verschil tussen de begrote onderhoudsposten en de gerealiseerde onderhoudsposten betreffen de volgende items:
Overige onderhoudsposten die in het verslagjaar zijn gerealiseerd: vervanging verlichting, vervanging ventilatoren en (her)schilderwerk.
Kerncijfers 2014
Onderwijsgebouwen | |
Openbaar onderwijs | 74 (inclusief 9 huursituaties) |
Speciaal onderwijs | 12 |
voortgezet onderwijs | 14 (inclusief 1 huursituatie) |
Het beleidskader
De verordening Onderwijshuisvesting vormt de leidraad. De verordening is in 2011 geactualiseerd en de beleidsregels in 2012. Vanwege de doordecentralisatie van het groot onderhoud van het primair onderwijs per 1 januari 2015 wordt er in 2015 een nieuwe verordening met bijbehorende beleidsregels opgesteld.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Vanuit het reguliere budget voor Onderwijshuisvesting worden huur, kapitaallasten, verzekering, onderhoud en gemeentelijke lasten bekostigd. Voor zaken als uitbreiding, nieuwbouw en Onderwijs Leer Pakketten / Meubilair worden kredieten aangevraagd, aangewend, afgewikkeld ('gesloten') en vervolgens over een termijn van meerdere jaren afgeschreven.
Zo is er in 2014 een krediet aangevraagd en beschikbaar gesteld voor de herhuisvesting van Het Maatman / Panta Rhei en Huizinghschool van 500.000 euro. Dit krediet is in 2014 aangewend en afgewikkeld. Voor het IKC Glanerbrug is met het programma 2014 een krediet van 700.000 euro aangevraagd en beschikbaar gesteld. Het totale budget voor deze school bestaat uit meerdere kredieten met een totaal van 3,1 miljoen euro. Tot en met 2014 is van deze 3,1 miljoen euro 95% aangewend (uitbetaald). Ten behoeve van rente onderhanden werk worden kleinere kredieten aangewend en afgewikkeld. Op het programma 2014 stond een krediet van 35.000 euro voor de Gerardusschool. Inclusief voorgaande jaren is er in totaal een krediet van 1,1 miljoen euro voor de Gerardusschool aangewend en in 2014 afgewikkeld. Ten aanzien van groot onderhoud zijn in 2014 onder andere de kredieten voor de daken van de Eschmarke en de Paulusschool aangewend en afgewikkeld. Beide kredieten waren aangevraagd met het huisvestingsprogramma van 2013.
Het investeringsplafond wordt in de jaren 2015 tot en met 2018 verlaagd van 6 naar 5 miljoen euro per jaar. Om het aantal aanvragen voor uitbreiding terug te dringen (dit in relatie tot de uitname van middelen uit het gemeentefonds vanuit de motie van Haersma Buma en de decentralisatie van buitenonderhoud van het primair onderwijs) zijn we met de 3 grote schoolbesturen in overleg om te kijken hoe het gebouwenbestand in Enschede verkleind kan worden.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten en vanuit de aanwezige egalisatiereserves voor onderwijshuisvesting binnen het programma. Als gevolg van de motie Haersma-Buma heeft de gemeente met ingang van 2015 circa 2,5 miljoen euro minder budget. Daarnaast wordt er circa 1,6 miljoen euro aan het gemeentefonds onttrokken als gevolg van de doordecentralisatie van het groot onderhoud primair onderwijs.
In 2014 is begonnen met het in beeld brengen van oplossingsrichtingen voor de financiële problematiek die het gevolg zijn van deze uitnamen uit het gemeentefonds. Zowel intern met diverse afdelingen als in overleg met de schoolbesturen. De Raad is hier in de zomer van 2014 per brief over geïnformeerd.
Kerncijfers 2014
Sportaccommodaties | |
Binnensportaccommodaties | |
Sporthallen | 5 |
Sportzalen | 3 |
Gymlokalen | 34 |
Buitensportaccommodaties | |
18 sportparken met daarbij: | |
Natuurgrasvelden | 55 |
Voetbalkunstgrasvelden | 16 |
Korfbalkunstgrasvelden | 4 |
Kunststof 400 meter atletiekbaan | 1 |
Honkbalveld | 1 |
Softbalveld | 2 |
Het beleidskader
De gemeentelijke sportvoorzieningen worden op een sobere en doelmatige wijze onderhouden (niveaubasis).
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Conform voornemen zijn er een natuurgrasveld (hoofdveld E.F.C. Prinses Wilhelmina), tribunes van de Diekmanhal en vier sportvloeren gerenoveerd. Daarnaast zijn diverse sportinventarissen, een schrobmachine, 612 m hekwerk, een bijmaaimachine, een tractor, een klepelmaaier, een verticuteermachine en twee kunstgrasreinigingsmachines vervangen.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten binnen het programma en vanuit de egalisatiereserve Sport.
Kerncijfers 2014
Vastgoed | ||
Ambtelijk vastgoed | 10 | stuks |
Maatschappelijk vastgoed | 100 | stuks |
Nader uitwerken / verkoop vastgoed | 37 | stuks |
Onderhoudsplan
Het onderhoud van het gemeentelijke vastgoed wordt uitgevoerd door Vastgoedbedrijf Enschede (VBE), waar deze gebouwen zijn ondergebracht. Voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten wordt gewerkt met een onderhoudsvoorziening. Deze wordt gevoed via een jaarlijkse vaste bijdrage uit de gebouwexploitaties.
De onttrekking (uitgaven) uit deze voorziening geschiedt op basis van de daadwerkelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn voorzien/gepland in een meerjaren onderhoudsplanning. Deze is leidend voor de uit te voeren onderhoudsactiviteiten van VBE.
Het beleidskader
In Enschede wordt onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen gepland en gepleegd volgens de NEN 2767 systematiek.
Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Voor 2014 is voor onderhoud 3,1 miljoen euro begroot. Daadwerkelijk is er 3,3 miljoen euro uitgegeven. Grote uitgaven zijn o.a. het vervangen van de regelinstallatie en zonwering op het Stadskantoor.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
De dekking van onderhoudswerkzaamheden vindt plaats uit een onderhoudsvoorziening. De storting in deze voorziening is gebaseerd op een onderhoudsplanning voor de komende 20 jaar. In onderstaande grafiek is het verloop van deze voorziening opgenomen. De voorziening is toereikend voor het plegen van het geplande onderhoud.
In deze paragraaf zijn de onderdelen opgenomen zoals vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente. Daarnaast wordt gerapporteerd over de kasgeldlimiet en renterisiconorm zoals voorgeschreven in de wet financiering decentrale overheden.
Resultaat rente en treasury
Het resultaat van het product Rente en treasury is ruim 1,7 miljoen euro hoger dan was begroot voor 2014. Het voordeel is voornamelijk ontstaan door:
Rente visie
De rente op geld- en kapitaalmarkten blijft in Nederland laag. Er worden voorlopig ook geen grote stijging verwacht door de renteanalisten.
In de vorige begroting werd per eind 2014 van 3,5% verwacht voor de lange (10-jarige) rente per eind 2014. De rente bedroeg echter maar 1,35%. Voor eind 2014 werd voor de korte rente een niveau voorspeld van 0,4%. De 3-maands rente was echter maar 0,08% per eind 2014.
Deze aanzienlijk lagere rentestanden dan verwacht hebben gezorgd voor een groot deel van het rentevoordeel in 2014.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedroeg 48,7 miljoen euro in 2014. De kasgeldlimiet is een wettelijke bepaalde grens voor de korte financiering zijnde 8,5% van het begrotingstotaal. De gemeente is verplicht te rapporteren over deze limiet in de jaarrekening. De kasgeldlimiet is ingesteld ter beperking van de renterisico’s van de gemeente. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling aan te houden tussen de korte en lange schulden.
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2014 slechts in het 1e kwartaal van 2015 is overschreden. Hiermee is binnen de wettelijke vereisten vanuit de wet fido gebleven.
(x €1.000) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Omvang begroting per 1 januari 2014 - grondslag | 572.933 | 572.933 | 572.933 | 572.933 |
Toegestane kasgeldlimiet |
|
8,5% 48.699 |
8,5% 48.699 |
|
Toets kasgeldlimiet: Gemiddeld overschot vlottende middelen Gemiddeld opgenomen vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet |
- 80.026 48.699 -31.327 |
- 48.242 48.699 457 |
- 11.184 48.699 37.515 |
- 4.011 48.699 44.688 |
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft het kader aan voor de spreiding van looptijden in de leningenportefeuille. Vanuit de Wet financiering decentrale overheden moet over de renterisiconorm worden gerapporteerd in de begroting. De norm bepaald dat maximaal 20% van het begrotingstotaal in enig jaar geherfinancierd mag worden. Hiermee worden renterisico’s op de vaste schulden gespreid in de jaren. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2014 binnen de renterisiconorm is gebleven.
Berekening renterisiconorm (x €1.000) | Begroting 2014 | Jaarrekening 2014 |
1. Begrotingstotaal | 572.933 | 572.933 |
2. Vastgesteld percentage | 20% | 20% |
3. Renterisiconorm (1. x 2.) | 114.587 | 114.587 |
4. Aflossingen | 22.725 | 22.687 |
5. Ruimte onder renterisiconorm (3.-4.) | 91.862 | 91.900 |
Financiering en ontwikkeling leningenportefeuille
In 2015 is uiteindelijk meer geleend dan was verwacht bij het opstellen van de programmabegroting 2014-2017. Naar verwachting zou maximaal 50 miljoen euro aan nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Dat is enigszins meer geworden, namelijk 52,5 miljoen euro doordat uitgaven die verwacht werden eind 2013 zijn doorgeschoven naar 2014. De financiering is echter tegen dusdanig lage rentepercentages aangetrokken dat het meer lenen dan verwacht geen negatieve gevolgen heeft gehad voor het renteresultaat. In de onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de ontwikkeling van de leningenportefeuilles in 2014:
Omschrijving (x €1.000) | Hoofdsom per 01-01-2014 | Nieuwe leningen 2014 | Aflossingen 2014 | Hoofdsom per 31-12-2014 | Rente 2014 |
Opgenomen geldleningen | |||||
Obligatieleningen | 57 | 0 | 0 | 57 | - |
Onderhandse leningen binnenlandse pensioenfondsen | 20.102 | 0 | 102 | 20.000 | 859 |
Onderhandse leningen binnenlandse banken | 418.537 | 37.500 | 22.584 | 433.452 | 17.432 |
Leningen overige binnenlandse sectoren | 4.750 | 15.000 | 0 | 19.750 | 131 |
Onderhandse leningen buitenlandse instellingen | 34.000 | 0 | 0 | 34.000 | 1.478 |
Totaal opgenomen geldleningen | 477.446 | 52.500 | 22.687 | 507.259 | 19.900 |
Verstrekte leningen | |||||
Leningen aan corporaties met WSW-achtervang | 17.496 | 0 | 827 | 9.960 | 379 |
Leningen aan verbonden partijen | 9.863 | 300 | 203 | 1.556 | 81 |
Leningen aan deelnemingen | 1.664 | 0 | 108 | 16.669 | 597 |
Overige langlopende leningen | 41.195 | 292 | 1.519 | 39.969 | 964 |
Totaal verstrekte geldleningen | 70.218 | 592 | 2.656 | 68.154 | 2.022 |
De portefeuille met gegarandeerde geldleningen is opgenomen in deze jaarrekening als niet uit de balans blijkende verplichting. De garantieportefeuille heeft zicht als volgt ontwikkelt:
Omschrijving (bedragen x € 1.000) |
Hoofdsom per 01-01-2014 | Nieuwe garanties 2014 | Aflossingen 2014 | Hoofdsom per 31-12-2014 |
Garanties | 42.886 | 0 | 2.666 | 40.220 |
In 2014 zijn slechts zeer sporadisch nieuwe leningen verstrekt. Dit past ook binnen het terughoudende beleid inzake het verstrekken van leningen en garanties door de gemeente aan derden. In 2014 zijn de beleidsregels inzake het verstrekken van leningen en garanties verder aangescherpt.
Schuldpositie
In het coalitieakkoord is opgenomen dat in het kader van het risicoreductie programma gestreefd wordt naar reductie van de schulden. Vanuit de gestelde grenzen aan het treasury beleid zoals opgenomen in het Treasurystatuut 2014 wordt de schuldpositie van de gemeente al beperkt. Deze spelregels zijn:
Wanneer de belangrijkste indicatoren van de schuldpositie, de schuldratio en netto-schuldquote, in samenhang worden bezien (JR14: 81% resp. 85%), dan scoort onze gemeente een voldoende. De ratio’s zijn ook opgenomen in het overzicht met kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
De stand van zaken van de beleidsvoornemen 2014 van de treasuryfunctie is:
Limieten 2014
Door middel van de onderstaande overzichten met de kwartaalrapportages is het college geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de in de programmabegroting 2014-2017 vastgestelde limieten voor 2014:
Netto-vlottende schuld | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2014-2017 | 53.600.000 | 53.600.000 | 53.600.000 | 53.600.000 |
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld in kwartaal | 80.026.000 | 48.242.000 | 11.184.000 | 4.011.000 |
Gemiddeld overschot vlottende middelen | ~ | ~ | ~ | ~ |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | ja | nee | nee | nee |
Vaste schuld | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2014-2017 | 50.000.000 | 50.000.000 | 50.000.000 | 50.000.000 |
Opgenomen vaste schuld in kwartaal | 20.000.000 | 32.500.000 | 0 | 0 |
Cumulatief opgenomen vaste schuld in jaar | 20.000.000 | 52.500.000 | 52.500.000 | 52.500.000 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | nee | ja | ja | ja |
Uitzettingen | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2014-2017 | 25.000.000 | 25.000.000 | 25.000.000 | 25.000.000 |
Totale omvang uitzettingen in kwartaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | nee | nee | nee | nee |
Inleiding
In 2014 hebben wij langs de strategische lijnen:
onderstaande projecten uitgevoerd die nodig zijn om in 2015 een compacte, flexibele en daarmee ‘wendbare’ organisatie te zijn:
Doelstelling: Overdragen van Taken |
|
Intergemeentelijke bedrijfsvoering organisatie (IBO) |
In december 2013 en maart 2014 hebben respectievelijk de colleges van Enschede en Borne, Almelo en Losser een voorgenomen besluit genomen om één bedrijfsvoeringsorganisatie (IBO) op te richten. Gaandeweg is gebleken dat het samenwerken vooral op maat moet worden aangepakt. |
Samenvoeging Vastgoed |
De financiële consequenties van de concentratie van vastgoed is opgenomen in de nieuwe strategie op vastgoed, met bijbehorende spelregels. |
Doelstelling: de gemeentelijke dienstverlening in de breedte verbeteren met een betrouwbare informatiehuishouding en daarbij zoveel mogelijk samenwerken en afstemmen met anderen binnen de overheid en derden |
|
Lean Werken |
De Taskforce Werkprocessen heeft in 2014 19% van de potentiële processen in scope, heeft daarvan 43% geïmplementeerd en 1 miljoen van de tot nu toe aangetoonde 1,8 miljoen aan structurele besparing gerealiseerd. Deze besparing is door de organisatieonderdelen zelf aan bestaande taakstellingen gekoppeld. |
Mobiliteit & krimp |
De gemeentelijke organisatie heeft tot opdracht de personeelslasten te reduceren. |
Huisvestingsvisie |
Wij groeien naar een kleinere organisatie. Daar werken minder ambtenaren, zijn ze meer aanwezig in de wijken en hebben ze vaker een werkplek bij maatschappelijke partners. In 2014 is hiertoe een huisvestingsstrategie ontwikkeld om te anticiperen op deze verminderde huisvestingsbehoefte. Dit scenario wordt geïmplementeerd en heeft er in ieder geval toe geleid dat in 2014 de Noordmolen grotendeels “vrijgespeeld” is. Verder vind er leegloop plaats in de Servicecentra, deze effecten zijn betrokken bij de financiële consequenties van het "samenvoegen van vastgoed" |
Leren in Enschede |
De Enschedese School ontwikkelt zich door naar het faciliteren van maatgerichte trainingen waarbij het leren in de praktijk centraal staat. Daarnaast is een ondersteuningsprogramma opgesteld dat gericht is op ontwikkeling in houding en gedrag om aan te sluiten bij wat nodig is in de stad. Leren maakt ook onderdeel uit van het regionale samenwerkingsverband Werken voor de Twentse Overheid. |
Herijking financiële kolom |
Wij hebben een onderzoek gedaan naar het herinrichten van de financiële functie waarbij de toekomstplaatjes geschetst zijn en gebleken is dat onze huidige inrichting grotendeels voldoet aan de wens en samen met de organisatie verder doorontwikkeld wordt. |
Doelstelling Veilige en Verbindende Informatievoorziening |
|
Bedrijfsvoeringsproject 8: CIO/IT bedrijf |
In het afgelopen jaar is de nota “Vorming van een IT organisatie in Enschede” richtinggevend geweest voor de ontwikkelingen op het gebied van de IT in de organisatie. Wij kennen nu organisatorisch gezien de concernfunctie van CIO (Chief Information Officer) en de CIO-office ter ondersteuning. De CIO vertegenwoordigt de organisatie naar het IT-bedrijf. Daarmee is een opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie ontstaan. |
Ondersteuning 3 D’s |
Enschede is in 2014 één van de vier Living labs geweest waarin overheid en partners samen werken aan in implementatie van de decentralisaties. Naast de vertaling van de informatiekundige vraag zijn ook andere terreinen (zoals inkoop, bezwaar en beroep en IT) binnen de bedrijfsvoering goed aangesloten bij de implementatie van de decentralisaties in het sociale domein. |
Doelstelling: Investeren met Maatschappelijke partners |
|
Social Return |
In 2014 zijn ca 250 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam (geweest) binnen de gemeentelijke organisatie. Daarvan hebben 226 een SW-indicatie en de rest valt onder de WWB. De uitkomsten van CFO hebben ook in 2014 geen nadelige gevolgen gehad voor het aandeel social return. In 2014 is een start gemaakt met de invulling van onze verantwoordelijkheid als gemeentelijk werkgever met betrekking tot de afspraken uit het Sociaal Akkoord over participatiebanen. |
Duurzaamheid |
Vanuit inkoop wordt strak gestuurd op het behalen van maximaal rendement op duurzaamheid. Bijvoorbeeld door partijen te verplichten een energiescan te laten uitvoeren voor die panden die ingezet worden bij het uitvoeren van de maatwerkvoorziening. Deze werkwijze stelt ons in staat om meer te doen dan het toepassen van de door de Rijksoverheid voorgeschreven duurzaamheidscriteria. |
Indicatoren bedrijfsvoering: “Van buiten naar binnen”
Via bijgaande link vindt u de meest actuele bedrijfsvoeringsindicatoren.
Bestuurskosten
Conform toezegging wordt jaarlijks in de gemeenterekening inzicht verstrekt in de bestuurskosten college die in het betreffende jaar zijn gemaakt. In onderstaand overzicht treft u de gegevens aan uitgesplist naar een aantal kostensoorten. Naast onderstaande bestuurskosten is er ook sprake van reguliere bedrijfskosten (zoals werkplek, ICT-apparatuur, mobiele telefoon, Ipad en ondersteunend personeel).
Soort onkosten (bedrag in hele euro's) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
Reis- en verblijfkosten binnenland | 1.163 | 9.574 | 6.211 | 17.178 | 13.865 |
Reis- en verblijfkosten buitenland | 1.104 | 6.808 | 2.267 | 7.117 | 1.562 |
Congressen, coaching en cursussen | 25.823 | 18.381 | 8.230 | 165 | 44.580 |
Lidmaatschappen en abonnementen | 24.782 | 22.090 | 34.978 | 32.450 | 14.605 |
Representatie- en vergaderkosten (incl. werk- en dinerafspraken) | 7.805 | 19.899 | 17.445 | 9.181 | 23.731 |
Vervoer (excl. OV) | 73.076 | 56.577 | 29.974 | 27.159 | 25.568 |
Diversen | 5.458 | 3.746 | 3.511 | 2.533 | 2.055 |
Declaraties | 823 | 1.139 | 1.050 | - | 97 |
Totaal | 140.034 | 138.215 | 103.666 | 95.783 | 126.062 |
Uit het overzicht blijkt dat sprake is van een stijging van de bestuurskosten in totaliteit. Dit is een gevolg van het aantreden van een nieuw college. Dit is voornamelijk te zien in de kosten voor Congressen, coaching en cursussen en de stijging van vergaderkosten. De daling van de lidmaatschappen en abonnementen is veroorzaakt door de bezuiniging op de bijdrage aan FC Twente.
Onder een verbonden partij wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente Enschede zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Een partij waaraan alleen een financieel risico kleeft, bijvoorbeeld een door de gemeente gesubsidieerde instelling, valt hier niet onder. Dat geldt ook voor leningen en garantstellingen. Daar haalt de gemeente juridisch verhaal als de partij failliet gaat.
Beleid verbonden partijen
Op 15 februari 2010 heeft de Raad ingestemd met het beleidskader verbonden partijen Enschede 2010. Het beleidskader verbonden partijen is vastgesteld voor de jaren 2010 tot en met 2014. Naar verwachting wordt in april 2015 het herziene beleidskader aan de raad voorgelegd. Hierin worden de aanbevelingen vanuit het rapport van de rekenkamercommissie over het toezicht op externe relaties opgenomen.
Op 1 december 2014 is in het randprogramma een toelichting gegeven op het te ontwikkelen 'souringskader'. In de begeleidende brief van 14 november 2014 aan de raad is aangegeven dat het herziene beleidskader verbonden partijen niet meer in 2014 aan de raad wordt aangeboden. De nota zal tegelijkertijd met het sourcingskader worden aangeboden aangezien de inhoud van beide documenten op elkaar inhaakt. De toegezegde evaluatie van de verbonden partijen is tegelijkertijd ook uitgesteld. Besloten is deze evaluatie uit te voeren op basis van het nieuw vastgestelde sourcingskader en beleid voor verbonden partijen. De evaluatie zal in juni 2015 aan de raad worden aangeboden.
In het herziene beleidskader verbonden partijen zal ook een voorstel zijn opgenomen voor een gewijzigde opzet van de paragraaf verbonden partijen. De huidige paragraaf is te omvangrijk en past niet in het beleid om te komen tot bondige IPC-producten. De informatie van de verbonden partijen waarbij nauwelijks sprake is van wijzigingen in beleid en omvang van risico's voor de gemeenten (veelal de deelnemingen waarin de gemeente slechts een gering aandeel bezit) zal in gecomprimeerde vorm als bijlage worden toegevoegd aan toekomstige IPC-producten.
Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen
In het beleidskader verbonden partijen is de standaardopzet van de paragraaf verbonden partijen vastgelegd. Aan dit format is extra (financiële) informatie toegevoegd, zodat we aansluiten bij de aangescherpte BBV-regelgeving voor verbonden partijen.
In deze jaarrekening moet aansluiting worden gezocht bij de informatie over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat uit de jaarrekeningen 2014 van de verbonden partijen. Niet alle verbonden partijen hebben echter hun jaarrekening 2014 tijdig gereed om deze informatie op te kunnen nemen in de gemeenterekening. In het BBV is hierover opgenomen dat voor zover dergelijke informatie niet beschikbaar is of kan worden verstrekt door de gemeente, het voldoende is om over de betreffende verbonden partij te vermelden dat geen informatie beschikbaar is op basis waarvan substantiële wijzigingen in resultaat en/of vermogen te verwachten zijn en kunnen in dat geval eerder gerealiseerde resultaten en eigen vermogen – respectievelijk vreemd vermogensposities – worden verstrekt. In deze gevallen is in de informatie per verbonden partij aangeven dat de vermelde standen die per eind 2013 zijn.
Beheer verbonden partijen
Onderdeel van het beleidskader is dat er een adequaat beheers-instrumentarium moet worden ontwikkeld om de rol van de gemeente ten aanzien van met haar verbonden partijen naar behoren te kunnen vervullen. Inzicht in de risico’s die de gemeente loopt ten aanzien van de verbonden partijen is een belangrijk vereiste om een adequaat beheers- instrumentarium te kunnen ontwikkelen. Overigens is voor deelnemingen nadrukkelijk gekozen voor een scheiding in het college van de diverse rollen ten aanzien van de verbonden partijen van de gemeente. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen de wethouder die de gemeente vertegenwoordigt als aandeelhouder en de inhoudelijke wethouder die doorgaans de rol van opdrachtgever vervult.
In 2011 is gestart met het inzichtelijk krijgen van de diverse benodigde toezichtregimes voor de verbonden partijen die het mogelijk moeten maken om de juiste prioriteiten te stellen in de toezichthoudende rol. In 2012 is de nulmeting ten aanzien van de toezichtregimes in de paragraaf verbonden partijen opgenomen. Daarnaast is eind 2012 inzicht gegeven in de gehanteerde toezichtregimes en een toelichting gegeven op hoe deze in de praktijk uitgevoerd worden. De toezichtregimebepaling is dynamisch. Dit betekent dat tussentijdse ontwikkelingen bijstelling tot gevolg kunnen hebben. Hierover rapporteren wij bij de jaarrekening en programmabegroting.
Risico-bepaling verbonden partijen
Voor de verbonden partijen (en gesubsidieerde instellingen) is een risico opgenomen in het gemeentebrede weerstandsvermogen. Het risico wordt twee keer per jaar (bij de programmabegroting en jaarrekening) geactualiseerd. Hierbij wordt per verbonden partij een inschatting gemaakt van het risico waarbij zowel financiële als niet-financiële informatie betrokken wordt.
In de top 10 van risico’s is een risico opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen van 7,850 miljoen euro. Hiervan is 5 miljoen euro risico voor het ADT. Voor dit risico beschikt de gemeente over een verliesvoorziening.
Het risico is gedaald ten opzichte van het risico dat opgenomen was in de jaarrekening 2013 (8,750 miljoen euro toen nog) omdat de risico's vanuit de verstrekte leningen aan verbonden partijen is overgeheveld naar de desbetreffende risicovaststellingen van leningen en garanties.
Wijzigingen verbonden partijen
In deze programmabegroting zijn geen nieuwe verbonden partijen toegevoegd. Wel is één verbonden partij afgevoerd. Het belang in Attero, het voormalige Essent Milieu, is in 2014 verkocht aan een private partij.
Regio Twente | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling |
3. | Doel | De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in deze regeling is bepaald, tot doel in de betreffende regio de volgende belangen te behartigen: volksgezondheid, milieu en afvalverwerking, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, sociaal- economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, grensoverschrijdende samenwerking, arbeidsvoorziening en grondbeleid. Bijna alle programma’s zijn betrokken bij dit samenwerkingsverband. |
4. | Partijen | 14 Twentse gemeenten |
5. | Bestuurlijk belang | De burgemeester en een collegelid (wethouder van Agteren) maken deel uit van de Regioraad en het dagelijkse bestuur. Daarnaast maakt een raadslid (de heer J. Kort) deel uit van de Regioraad. De stemverhouding in de Regioraad wordt bepaald door het aantal inwoners van de deelnemende gemeente. De burgemeester is, als burgemeester van de grootste gemeente in de regio, tevens onafhankelijk voorzitter van de Regioraad. |
6. | Financieel belang | In de begroting van de Regio Twente wordt het geraamde bedrag van de gemeente opgenomen en in de jaarrekening van de Regio Twente wordt het werkelijk verschuldigde bedrag van de gemeente vastgesteld. De bijdrage is voor een deel afhankelijk van het aantal inwoners en voor een ander deel wordt de bijdrage bepaald aan de hand van het aantal jeugdigen. De bijdrage in 2014 bedroeg 5,8 miljoen euro. |
7. | Prestaties - effecten | Veel (boven)gemeentelijke taken vragen een gezamenlijke en duurzame benadering. Gemeenten maken hierover afspraken met elkaar om die vervolgens in eigen huis verder vorm te geven. Ze bereiken daardoor een groter financieel en maatschappelijk rendement voor het gebied. De Regio Twente heeft in dit proces vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Ze brengt gemeenten samen, initieert, maakt verbindingen, stimuleert nieuwe initiatieven en ondersteunt de uitvoering. Daartoe onderhoudt ze nauwe relaties met de rijksoverheid, de provincie en Brussel. De Regio levert op verzoek van de gemeenten producten en diensten op de eerder genoemde gebieden. Daarmee leveren ze een bijdrage aan een vitaal Twente, een gebied waar het gezond en veilig wonen, werken en recreëren is. Wij ontvangen jaarlijks de begroting, een tussentijdse bestuursrapportage en de jaarrekening. |
8. | Voortgang | Op het niveau van de 14 regiogemeenten zijn trajecten gestart om te bezien op welke terreinen verdergaande regionale samenwerking mogelijk is onder meer in de vorm van shared services. In 2014 is samenwerking op het onderdeel Jeugdzorg voorbereid. Die samenwerking krijgt in 2015 vorm. |
9. | Risico's en kansen | De uitgaven voor de Regio Twente moeten in de pas blijven lopen met de gemeentelijke financiële mogelijkheden. In die zin zal de Regio Twente de komende jaren een stap terug moeten doen. Bij de behandeling van de begroting 2014 voor de Regio Twente is een substantiële bezuiniging ingeboekt, die doorloopt een bedrag van 1,6 miljoen euro in 2017 en die nog nader inhoudelijk geconcretiseerd moet worden. De jaarschijven 2014 en 2015 zijn van dekking voorzien. Voor de jaren 2016 en 2017 staat nog een restant taakstelling open van 303.000 euro. |
10. | Toezichtregime | Zwaar |
11. | Ontwikkelingen | Het huidige kabinet heeft een wetswijziging ingediend ter afschaffing van de zogenaamde WGR-plus regio’s waarvan de Regio Twente er één is. Deze wetswijziging is per 1 januari 2015 in werking getreden. Dit betekent onder meer dat de Regio Twente haar bevoegdheden met betrekking tot Verkeer en Vervoer is verloren. Deze gaan terug naar de provincie. Met de provincie zijn goede afspraken gemaakt over de taakoverdracht. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
8.446.273 euro 7.544.951 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
19,1 miljoen euro 13,1 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 665.000 euro |
Stadsbank Oost Nederland | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke Regeling |
3. | Doel | Schulddienstverlening aan burgers |
4. | Partijen | Gemeenschappelijke regeling samen met 21 andere gemeenten in Twente en in Oost-Gelderland. |
5. | Bestuurlijk belang | De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen bestuur en een zetel in het Dagelijks bestuur van de Stadsbank. Wethouder Welman is de vertegenwoordiger (wethouder Eerenberg is de plaatsvervanger) van de gemeente Enschede. De wethouder is tevens voorzitter van het AB van de Stadsbank Oost Nederland. Elk lid heeft in de vergadering van het algemeen bestuur één stem. |
6. | Financieel belang | De gemeente Enschede is de grootste afnemer van producten schuldhulpverlening van de gemeenschappelijke regeling. De gemeente Enschede neemt voor ruim 1/3 (dit is exclusief additionele dienstverlening, beschermingsbewind en kosten van de Formulierenbrigade) van de jaarlijkse exploitatie van de Stadsbank voor haar rekening. De aangesloten gemeenten zijn, overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling, gezamenlijk verantwoordelijk voor de overschotten en de tekorten van de Stadsbank Oost Nederland (SON). De bijdrage in 2014 bedroeg 2,4 miljoen euro. De deelname in de SON staat op de balans voor 179.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. Verder worden jaarlijks een voorjaars- en een najaarsnota opgesteld. |
8. | Voortgang | Volgen van de voortgang door maandelijkse managementrapportages. |
9. | Risico's en kansen | De gemeente is verantwoordelijk voor integrale schuldhulpverlening, waarbij zowel aandacht is voor preventie, vroegsignalering en nazorg. Een belangrijke rol binnen deze integrale schuldhulpverlening is weggelegd voor de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank is op verzoek van én in samenspraak met de aangesloten gemeenten bezig om te komen tot een ander dienstverleningsmodel. De bedoeling daarbij is om een aantal publieke (financiële) basistaken zoals kredietverstrekking en het daadwerkelijk regelen van schulden door de Stadsbank te laten uitvoeren en de gemeenten verder zelf vrij te laten in de beslissing om ook andere taken (als bijv. intake en budgetcoaching) bij de Stadsbank in te kopen. Voor een toekomstbestendige Stadsbank zal dan wel een nieuw financieel afsprakenkader moeten worden gemaakt. Daarbij moeten de individuele gemeenten flexibel kunnen zijn wat betreft in te kopen diensten, zonder dat de financiële stabiliteit en continuïteit van de Stadsbank in gevaar komt. |
10. | Toezichtregime | Zwaar |
11. | Ontwikkelingen | De vernieuwde dienstverlening van de Stadsbank Oost Nederland zal gevolgen hebben voor de bestuursvorm. Wanneer wordt gekozen voor voortzetting van de Gemeenschappelijke Regeling (waar op basis van onderzoek bij de aangesloten gemeenten draagvlak voor lijkt te bestaan) zal de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Stadsbank Oost Nederland moeten worden aangepast en gemoderniseerd. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermgen eind 2014 |
3.009.000 euro 1.740.100 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
14,8 miljoen euro 15,5 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 10.800 euro |
Crematoria Twente | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Gemeentelijke regeling |
3. | Doel |
Het stichten en expoiteren van één of meer crematoria |
4. | Partijen | 13 deelnemende gemeenten. |
5. | Bestuurlijk belang | Het college benoemt uit zijn midden één lid (wethouder Eerenberg) en één plaatsvervangend lid (wethouder Hatenboer) in het Algemeen Bestuur. |
6. | Financieel belang | Het jaarlijkse dividend wordt uitgekeerd naar rato van aantal crematies van ingezetenen. In 2014 is een dividend ontvangen van 291.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | De jaarrekening 2014 heeft een positief resultaat opgeleverd. Zoals afgesproken wordt niet de gehele winst uitgekeerd. Ter financiering van de voorgenomen investeringen vanuit de strategische verkenning zal een deel van het dividend worden ingehouden. Zo zijn de toekomstige financieringslasten beperkt en kan het crematorium eerder weer dividend uitkeren. |
8. | Voortgang | De activiteiten voor 2014 zijn geweest: • Starten met bouw van crematorium in Oldenzaal. • Uitvoering geven aan vastgestelde strategische verkenning. |
9. | Risico's en kansen | De risico’s inzake de Crematoria Twente zijn voornamelijk financieel. Voor de gemeente betekent een lagere winst van de Crematoria Twente dat een lager dan begrote dividenduitkering wordt ontvangen. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | De concurrentie op de markt voor crematies neemt toe, met name vanuit de uitvaartverzekeraars. De Gemeente Enschede is van mening dat de vraag gerechtvaardigd is of het beheren van crematoria als publieke taak te beschouwen is. De overige deelnemers delen echter dit standpunt niet. Derhalve is voorlopig besloten om deelnemer te blijven in de GR. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
1.594.837 euro 1.612.837 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
127.772 euro 164.519 euro |
14. | Resultaat 2014 | 909.000 euro |
Regionaal Bedrijventerrein Twente | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Almelo |
2. | Rechtsvorm | Openbaar lichaam |
3. | Doel | 'Hoofddoel van het Openbaar Lichaam RBT is het voorzien in de behoefte aan bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming, toegespitst op grote ruimtevragers'. (citaat jaarverslag) |
4. | Partijen | Provincie Overijssel, gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo en Borne |
5. | Bestuurlijk belang | het aanbieden van voldoende / goede werklocaties is voorwaarde voor het behoud en bevordering van werkgelegenheid |
6. | Financieel belang | De gemeente draagt 23% van het financiële resultaat, positief of negatief. |
7. | Prestaties - effecten | In 2014 is laad- en loskade gerealiseerd / meer algemeen geldt; - het verwerven van ruwe bouwgrond - het slopen van opstallen en het saneren van de ondergrond - bouw- en woonrijp maken (aanleg van civieltechnische voorzieningen) - planontwikkeling - het tijdelijk beheer van agrarische gronden, opstallen en bouwrijp opgeleverde bouwterreinen - verkoop van bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming en de voorbereiding daartoe |
8. | Voortgang | 13,5 ha uitgegeven, nog 109 ha te gaan - Er zijn gesprekken gaande met potentiele afnemers voor diverse locaties. Uitgifte stagneert o.a. door de economische crisis, procedures en financieringsmoeilijkheden voor bedrijven. |
9. | Risico's en kansen | Belangrijkste risico is uitgiftetempo. Nog 109 ha te te geven |
10. | Toezichtregime | gemeenschappelijke regeling met een DB / AB welke jaarlijks aan raden en staten rapporteert |
11. | Ontwikkelingen | Provincie Overijssel heeft de intentie uitgesproken om het belang van de andere deelnemers over te nemen. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
Het RBT beschikt zelf niet over eigen vermogen. De deelnemende partijen houden een verliesvoorziening aan vna afdoende omvang ter afdekking van de ingeschatte risico's. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
86,6 miljoen euro
|
14. | Resultaat 2014 |
GR Luchthaven Twente (Area Development Twente, ADT) | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling |
3. | Doel | De bestemming van het gebied van de voormalige luchthaven te wijzigen in toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie en leefbaarheid van de regio. De gebiedsontwikkeling moet bijdragen aan een economisch sterker en duurzamer Twente. Op basis van de goedgekeurde structuurvisie en het goedgekeurde Ontwikkelingsplan 2012 wordt gewerkt aan een integrale gebiedsontwikkeling met daarin ruimte voor een compacte luchthaven in het groen. Onderdeel hierbij is de aanbesteding van exploitatie van de luchthaven. |
4. | Partijen | De Gemeente Enschede en de provincie Overijssel, elk voor 50%. |
5. | Bestuurlijk belang | De burgemeester en de wethouders Welman maken deel uit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Wethouder Eerenberg is ook lid van het algemeen bestuur. |
6. | Financieel belang | Het aandeel in eventuele tekorten en risico’s bedraagt voor de gemeente Enschede 50%. |
7. | Prestaties - effecten | Ontwikkeling deelgebieden :
|
8. | Voortgang |
- Werkparken zijn verkocht aan Van Eck - Woonparken in ontwikkeling en eerste verkopen gerealiseerd - EHS wordt aangelegd en is al verkocht aan Provincie - Noordelijk deel onderwerk van pva Wientjes, Technology Base |
9. | Risico's en kansen |
Kansen: Iconische gebied en blijvende (zij het beperktere) vliegfunctie, uniek asset. Risico: niet tot ontwikkeling brengen TBT |
10. | Toezichtregime | Zwaar (ADT bestuurders zijn collegeleden GS en B&W) |
11. | Ontwikkelingen | Proces commerciële luchthaven is in 2014 gestopt |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
Het ADT beschikt zelf niet over eigen vermogen. De deelnemende partijen houden een verliesvoorziening aan van afdoende omvang ter afdekking van de ingeschatte risico's. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
27,3 miljoen euro (per 31-12-2013) 29,1 miljoen euro (per 31-12-2014) |
14. | Resultaat 2014 |
18.018 euro negatief |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Hengelo (Ov.) |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling |
3. | Doel | Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. |
4. | Partijen | De gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser en Oldenzaal. |
5. | Bestuurlijk belang | Wethouder Eerenberg maakt deel uit van het algemeen bestuur. De stemverhouding in het algemeen bestuur is verdeeld naar rato van het aantal deelnemers. Iedere deelnemer met meer dan 100.000 inwoners heeft drie stemmen, met meer dan 50.000 inwoners twee stemmen en met minder dan 50.000 inwoners één stem. In totaal heeft Enschede derhalve 3 stemmen van in totaal 11 beschikbare stemmen. |
6. | Financieel belang | De gemeente draagt naar rato bij in de kosten. De bijdrage 2014 bedroeg 3,3 miljoen euro. |
7. | Prestaties - effecten | De ambitie is om eind 2015 te functioneren op eenzelfde kostenniveau als vergelijkbare samenwerkingsorganisaties. |
8. | Voortgang | Het GBT heeft de ambitie om als modern Twentse overheidsorganisatie de taken uit te voeren voor overheden op het gebied van vastgoed, financiën en belastingen. Zij wil haar partners ontzorgen door deskundigheid in te brengen en beheertaken over te nemen. Op deze manier worden overheden in de gelegenheid gesteld om zich te richten op de ontwikkelingen van de Twentse samenleving. De kernwaarden hierbij zijn deskundig, ondernemend en slagvaardig. In 2014 zijn, zoals al verwacht, geen nieuwe toetredingen gedaan tot het GBT. In 2014 hebben gesprekken plaatsgevonden met zowel Twentse gemeenten als ook andere gemeenten in Oost-Nederland. De huidige schaalgrootte van het GBT maakt dat de dienstverlening ook door middel van een dienstverlenings- overeenkomst aangeboden kan worden. Dit biedt nieuwe kansen en mogelijkheden om de bedrijfsvoering nog efficiënter in te richten. |
9. | Risico's en kansen | De korte-termijn financiële en bedrijfsvoeringsrisico’s zijn gering. Het GBT beschikt over een reserve die dient als buffer om risico’s en knelpunten te kunnen opvangen alsmede voor innovatie van de dienstverlening. |
10. | Toezichtregime | Middel |
11. | Ontwikkelingen | Er wordt vooralsnog van uitgegaan dat er in 2015 geen nieuwe toetreders zullen zijn. Per 1 januari 2015 is toepassing van de werkkostenregeling verplicht. Wat de financiële gevolgen voor het GBT zijn is op dit moment van schrijven nog onduidelijk. Per 1 januari 2016 worden overheidsondernemingen Vennootschapsbelastingplichtig. Het GBT is daarom in december 2014 gestart met een onderzoek of zij al dan niet voor bepaalde activiteiten wordt belast voor Vennootschapsbelasting. Dit onderzoek doet zij gezamenlijk met alle Twentse gemeenten, de Veiligheidsregio, Regio Twente en de Stadsbank waardoor inhuur van professionele begeleiding over een groot aantal deelnemers verdeeld kan worden. Halverwege 2015 zal de financiële impact van deze nieuwe plicht inzichtelijk zijn. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
693.000 euro 1.030.000 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
3,1 miljoen euro 3,6 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 546.127 euro |
Veiligheidsregio Twente | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Gemeenschappelijke regeling |
3. | Doel | Belangen behartigen op het gebied van openbare orde en veiligheid. O.a. brandweerzorg, rampbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband. |
4. | Partijen | Gemeenschappelijke regeling samen met 13 andere gemeenten in Twente. |
5. | Bestuurlijk belang | De gemeente Enschede heeft een zetel in het algemeen en dagelijks bestuur, zijnde de voorzitter. De burgemeester van Enschede bekleedt deze functies qualitate qua. Besluitvorming in het algemeen bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid. Echter bij de vaststelling van de begroting en rekening beschikt het lid over het aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners. |
6. | Financieel belang | De aangesloten gemeenten betalen hun verplichte bijdrage naar verhouding van de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft. In 2014 is een bijdrage betaald van 12,2 miljoen euro. |
7. | Prestaties - effecten | De Raad ontvangt jaarlijks de ontwerpbegroting en de jaarrekening en het jaarverslag met de prestaties en effecten. |
8. | Voortgang | Via maandelijkse managementrapportages wordt de voortgang gemonitord. |
9. | Risico's en kansen | De bijdrage van de gemeente is afhankelijk van het behaalde resultaat bij de Veiligheidsregio. Wordt de taakstelling niet gehaald, dan kan dit van invloed zijn op de gemeentelijke bijdrage. |
10. | Toezichtregime | Zwaar |
11. | Ontwikkelingen | Het AB van de VRT heeft besloten dat de stijging van de loon- en prijsindex voor het jaar 2015 van in totaal 1,3 mln. euro binnen de begroting van de VRT opgevangen moet worden. Inmiddels heeft de VRT zelf structureel 0,4 mln. euro opvangen in de begroting en moet structureel 0,9 mln. euro gevonden worden. In de vergadering van 16 februari 2015 heeft het AB van de VRT besloten om de 0,9 mln. bij te stellen naar 0,8 mln., omdat het AB de multidisciplinaire evenementen advisering op het huidige niveau wil handhaven. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
4.932.276 euro 1.555.826 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
43,6 miljoen euro 46,7 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 306.000 euro |
Twentse Schouwburg | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Naamloze vennootschap |
3. | Doel | Het exploiteren en beheren van gelegenheden voor podiumkunst en andere ontspanning evenals het uitoefenen van een horecaonderneming. |
4. | Partijen | De gemeente Enschede bezit 100% van de aandelen. |
5. | Bestuurlijk belang | De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij deze vergaderingen. |
6. | Financieel belang | De gemeente is enig aandeelhouder en bezit 1.139.443 aandelen met een boekwaarde van 1 euro. Tevens ontvangt de Schouwburg jaarlijks een subsidie van 5.2 miljoen euro. Aan de Schouwburg is een lening verstrekt met een restant hoofdsom van 913.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | Afspraken omtrent aantal voorstellingen en bezoekers. Afspraken omtrent doelgroepen en programmering. Samenwerking met andere podia in de stad en regio. Wij ontvangen jaarlijks de volgende stukken: begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages. |
8. | Voortgang | Ook in 2015 richten de activiteiten zich op programmering van toneel, dans, muziek, cabaret, etc. |
9. | Risico's en kansen | Gevolgen van de economische recessie door onder meer achterblijvende sponsoropbrengsten en achterblijvende inkomsten uit commerciële activiteiten. |
10. | Toezichtregime | Zwaar |
11. | Ontwikkelingen | De bezuinigingen van het Rijk op cultuurinstellingen kunnen een nadelig effect hebben op de exploitatie van de Schouwburg. Ontwikkelingen hierop worden sterk gemonitord. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
378.383 euro 579.000 euro (Voorlopige nog niet geaccordeerde jaarcijfers) In de afgelopen jaren is door de Schouwburg hard gewerkt aan verbetering van het eigen vermogen. Hierdoor is geen sprake meer van een negatief eigen vermogen. Het eigen vermogen voldoet echter nog niet aan de vereisten voor een gezond weerstandsvermogen. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
4,2 miljoen euro 4,0 miljoen euro (Voorlopige nog niet geaccordeerde jaarcijfers) |
14. | Resultaat 2014 | 201.000 euro (Voorlopige nog niet geaccordeerde jaarcijfers) (220.646 euro over 2013). |
Enschedese zwembaden | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Naamloze vennootschap |
3. | Doel | Het beheren en exploiteren van zwembaden evenals al wat met een of ander verband houdt of daarvoor bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin. |
4. | Partijen | 100% en dus enige aandeelhouder. |
5. | Bestuurlijk belang | De bestuurders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Welman vertegenwoordigt de gemeente op de aandeelhoudersvergaderingen. |
6. | Financieel belang | Jaarlijks ontvangt de NV een exploitatiebijdrage van de gemeente. De boekwaarde van de aandelen zijn gewaardeerd op 1 euro. Daarnaast heeft de gemeente een aantal leningen verstrekt die per eind 2014 een omvang hebben van 643.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | Jaarlijks ontvangen wij de begroting, een tussentijdse rapportage en de jaarrekening. |
8. | Voortgang | De NV is onderdeel van het sportbedrijf in oprichting. Het definitieve besluit over de oprichting van het sportbedrijf is nog niet genomen. |
9. | Risico's en kansen | Het eigen vermogen is negatief. Dit brengt de continuïteit van de onderneming in gevaar. |
10. | Toezichtregime | Zwaar |
11. | Ontwikkelingen | Zie risico's en kansen. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
-32.467 euro Geen informatie beschikbaar, er worden geen substantiële verschillen verwacht.
|
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
1.220.503 euro Geen informatie beschikbaar, er worden geen substantiële verschillen verwacht. |
14. | Resultaat 2014 | 70.000 euro negatief (verwachting op basis van marap t/m 3e kwartaal 2014) |
Bank Nederlandse Gemeenten | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Haag |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap |
3. | Doel | Besluit begroting en verantwoording: verbonden partijen - BNG Bank |
4. | Partijen | Het Rijk bezit 50% van de aandelen. De overige 50% is in bezit van 11 provincies, 1 hoogheemraadschap en 416 gemeenten. |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van Enschede bedraagt 0,36%. |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 200.343 aandelen à 2,50 euro. De boekwaarde hiervan bedraagt 455.000 euro. In 2014 is een dividend ontvangen van 254.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | De BNG Bank heeft de stresstest van de ECB prima doorstaan. |
9. | Risico's en kansen | De BNG moet haar eigen vermogenspositie versterken als gevolg van de aangescherpte eisen voor het gehele bankwezen. De dividenduitkering staat daardoor onder druk. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | Zie voortgang en risico's en kansen. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
3.430 miljoen euro
3.582 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
127.721 miljoen euro
149.891 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 126 miljoen euro |
Enexis | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Bosch |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap |
3. | Doel |
De NV heeft ten doel:
|
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%. |
6. | Financieel belang | 323.314 aandelen à 1 euro. De boekwaarde bedraagt 41.000 euro. In 2014 is een dividendopbrengst ontvangen van 258.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | In 2014 is gestart met de invulling van het vastgestelde strategische plan waarbij veel aandacht is voor betrouwbaarheid van het netwerk en duurzaamheid. |
9. | Risico's en kansen | Zie bij voortgang. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | Zie bij voortgang. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
3.370 miljoen euro 3.516 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2013 Vreemd vermogen eind 2014 |
2.895 miljoen euro 2.900 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 265,5 miljoen euro |
Vordering op Enexis | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Bosch |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | Deze BV is in het leven geroepen om de aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf is, in het kader van de splitsing en de verkoop van het productiebedrijf aan RWE, door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De lening is opgedeeld in 4 deelleningen met verschillende looptijden waarvan de langste 10 jaren bedraagt. |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%. |
6. | Financieel belang | 0,216% van een totaal aandelenvermogen van 20.000 euro dus 43 euro. Per eind 2014 staan nog 2 leningen uit met een totale hoofdsom van 1,836 miljoen euro. Deze worden conform de gesloten overeenkomsten afgelost in 2016 en 2019. |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | - |
9. | Risico's en kansen | Het risico bestaat dat niet kan worden voldaan aan de rente- en aflossingsverplichtingen. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | - |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
82.250 euro 65.628 euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
862 miljoen euro 862 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 16.621 euro negatief |
Verkoop Vennootschap | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Bosch |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | Deze BV is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders van Essent N.V. Bij afronding van de verkoop heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst (escrow) gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening wordt aangehouden. Het beheer hiervan wordt gedaan door Verkoop Vennootschap. |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%. |
6. | Financieel belang | 0,216% van een totaal aandelenvermogen van 20.000 euro dus 43 euro. |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | Uiterlijk in het voorjaar van 2016 wordt de excrow (het achterhouden bedrag ter afwikkeling van fiscale en juridische claims) uitgekeerd aan de aandeelhouders. |
9. | Risico's en kansen | - |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | - |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
347 mijloen euro 363 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
98 miljoen euro 80 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 17,3 miljoen euro |
CSV Amsterdam |
Informatie |
|
1. |
Vestigingsplaats |
Den Bosch |
2. |
Rechtsvorm |
Besloten Vennootschap |
3. |
Doel |
Dit was voorheen de Claim Staat Vennootschap. In februari 2008 is Essent met toestemming van de toenmalige aandeelhouders een procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Zij willen dat een aantal bepalingen van Wet Onafhankelijk Netbeheer onverbindend zijn. Na de verkoop van de aandelen in Essent is deze procedure ondergebracht in deze BV. |
4. |
Partijen |
6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders. |
5. |
Bestuurlijk belang |
Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,21%. |
6. |
Financieel belang |
0,21% ter waarde van 1 euro. |
7. |
Prestaties - effecten |
- |
8. |
Voortgang |
Het betreft een slapende BV totdat een uitspraak wordt gedaan in deze procedure. De BV wordt feitelijk aangestuurd via de Verkoop Vennootschap. |
9. |
Risico's en kansen |
- |
10. |
Toezichtregime |
Licht |
11. |
Ontwikkelingen |
- |
12. |
Eigen vermogen |
|
13. |
Vreemd vermogen |
12.484 euro |
14. |
Begroot resultaat 2014 |
43.846 euro negatief |
Publiek Belang Electriciteitsproductie | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Bosch |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | Hier is het aandeel van 50% van Essent N.V. in de NV Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) opgenomen. EPZ is onder meer eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de rechter dat dit aandeel (voorlopig) niet mocht worden verkocht aan RWE. |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%. |
6. | Financieel belang | 0,216% ter waarde van 1 euro. |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | In 2011 is ingestemd met de verkoop van het aandeel in de kerncentrale aan deels RWe en deels aan Delta NV. De BV wordt opgeheven zodra de laatste zaken vanuit de verkoop definitief zijn geregeld. |
9. | Risico's en kansen | - |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | - |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
1,6 miljoen euro 1,6 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
111.272 euro 107.847 euro |
14. | Resultaat 2014 | 18.535 euro negatief |
CBL Vennootschap | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Den Bosch |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | In het kader van de transactie met RWE is een eventueel te verwachten claim in verband met de afwikkeling van de Cross Border Leases (CBL) en belastingclaims door Essent N.V. hierin ondergebracht. De doelstelling is de vertegenwoordiging van de verkopende aandeelhouders bij de afwikkeling van de claims. |
4. | Partijen | 6 provinciale en 130 gemeentelijke aandeelhouders |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,216%. |
6. | Financieel belang | 0,216% van 20.000 euro dus 43 euro |
7. | Prestaties - effecten | - |
8. | Voortgang | Uiterlijk in het voorjaar van 2016 wordt deze BV opgeheven. Eventuele opbrengsten zijn nog niet bekend. |
9. | Risico's en kansen | De gemeente heeft geen opbrengsten begroot vanuit deze deelneming. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | - |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
9,8 miljoen euro 9,8 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
103.000 euro 107.000 euro |
14. | Resultaat 2014 | 66.740 euro negatief |
Vitens | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Zwolle |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap |
3. | Doel | De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. |
4. | Partijen | 5 provinciale en 107 gemeentelijke aandeelhouders |
5. | Bestuurlijk belang | Het aandeel van de gemeente Enschede bedraagt 0,802%. |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 46.329 gewone aandelen à 1 euro nominaal. De boekwaarde bedraagt 11.000 euro. In 2014 is een dividend ontvangen van 126.000 euro |
7. | Prestaties - effecten | Het minimaliseren van de kosten van schoon drinkwater voor de afnemers. |
8. | Voortgang | - |
9. | Risico's en kansen | - |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | - |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
438,3 miljoen euro 421,2 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
1.273 miljoen euro 1292,5 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 42,1 miljoen euro |
Twente Milieu | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Naamloze Vennootschap. |
3. | Doel | Namens en ten behoeve van haar aandeelhouders in het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling van huishoudelijk afval, straatreiniging, rioolreiniging en gladheidbestrijding evenals op het gebied van andere milieuvelden, evenals het werkplaatsbeheer voor het onderhoud van gemeentelijke voertuigen en machines, een en ander in de ruimste zin. De omschreven doelstelling dient te worden bereikt tegen zo laag mogelijke kosten. |
4. | Partijen | Gemeenten Almelo, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal. In het najaar 2013 hebben de aandeelhouders ingestemd met toetreding van de gemeente Borne per 1 januari 2014. |
5. | Bestuurlijk belang | De gemeente heeft een zeggenschap van 29,9% in NV Twente Milieu. De directeuren en commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Welman vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 620 aandelen à 453,78 euro (1.000 gulden). De totale balanswaarde bedraagt 281.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | Twente Milieu werkt aan de efficiency van alle dienstverlening om zo de tarieven te kunnen minimaliseren. |
8. | Voortgang |
In 2014 is gekeken naar verdere uniformering van de dienstverlening richting de aangesloten gemeenten. Dit moet uiteindelijk bijdragen in een hogere efficiency en daarmee een lagere kostprijs. Gestreefd wordt naar een overeenkomst waar het resultaat centraal staat en niet langer de werkzaamheden om dat resultaat te bereiken. |
9. | Risico's en kansen |
Naast afvalinzameling heeft Twente Milieu ook steeds meer een rol in het beheer van de openbare ruimte en in gerelateerde dienstverlening zoals parkeren. Een en ander vereist mogelijk een structuurwijziging van het bedrijf, waar het zich momenteel op heroriënteert. In 2015 zal dit in een strategisch beleidsplan worden uitgewerkt. Daarnaast kan Twente Milieu mogelijk uitgroeien van inzamelaar naar afvalmanager voor de aandeelhoudende gemeenten. |
10. | Toezichtregime | Middel. |
11. | Ontwikkelingen | De wet- en regelgeving is sterk in beweging in de afvalsector. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
7.966.930 euro 8.281.000 euro (verwachting uit november 2014) |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
12.003.465 euro
|
14. | Resultaat 2014 | 875.000 euro (verwachting uit november 2014) |
Twence | Informatie | |
1. | vestigingsplaats | Hengelo |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap. |
3. | Doel |
Het doel van de vennootschap is:
|
4. | Partijen | 14 Twentse gemeenten, de gemeente Berkelland en het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen. |
5. | Bestuurlijk belang | Enschede bezit 24,2% van de gewone aandelen. De commissarissen worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Welman vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen. |
6. | Financieel belang | Enschede heeft in 2011 205.467 aandelen à 1 euro ontvangen. Deze aandelen hebben een boekwaarde van in totaal 1 euro. Er is in 2014 een dividend ontvangen van 193.000 euro. |
7. | Prestaties - effecten | Jaarlijks vinden twee aandeelhoudersvergaderingen plaats. De jaarrekening wordt vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering. Elke 4 jaren wordt een strategisch beleidsplan voorgelegd aan de gemeenteraad. |
8. | Voortgang |
Het huidige strategische beleidsplan loopt eind 2015 af. Dit betekent dat momenteel een nieuw strategisch beleidsplan (2016-2019) wordt voorbereid dat uiteindelijk aan de verschillende gemeenteraden zal worden voorgelegd. Voorafgaand aan uiteindelijke vaststelling zal uw Raad nader worden geïnformeerd over de inhoud en het proces. |
9. | Risico's en kansen | De afval- en reststoffenmarkt is aan snelle veranderingen onderhevig. Naast de grondstoffenpolitiek spelen daarbij ook nationale en internationale beleidswijzigingen en de economische situatie een rol. Ook is er een sterke concurrentie op de markt voor afvalverwerking. Door onder meer deze ontwikkelingen kan het zogenaamde superdividend voor de komende jaren ter financiering van de Agenda van Twente niet zeker worden gesteld. |
10. | Toezichtregime | Middel. |
11. | Ontwikkelingen | In 2014 is Attero (opvolger Essent Milieu) uitgetreden als aandeelhouder. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
122,6 miljoen euro 122,6 miljoen euro |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
177,4 miljoen euro 163 miljoen euro |
14. | Resultaat 2014 | 9.119.000 euro |
Enschedese Ontwikkeling | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | Het ontwikkelen en financieren van bedrijventerreinen, kantoorlocaties en woongebieden gelegen binnen het plangebied Zuiderval te Enschede voor eigen rekening, dan wel in samenwerking met of ten behoeve van een daarvoor opgerichte rechtspersoon. |
4. | Partijen | 100% aandeelhouder met aandelenkapitaal van in totaal 20.000 euro |
5. | Bestuurlijk belang | De directeuren worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 100% van de aandelen in Enschede Ontwikkeling met een totale nominale waarde van 20.000 euro. Enschede Ontwikkeling bezit 50% van de aandelen van Grondexploitatiemaatschappij Zuiderval Beheer BV. Genoemde Bv’s hebben met Bridico BV de CV Grondexploitatie Zuiderval opgericht. |
7. | Prestaties - effecten | De BV maakt jaarlijks een jaarrekening ten behoeve van de inschrijving voor de KvK. De CV levert ter goedkeuring in de AVA onder meer aan:
|
8. | Voortgang | In 2014 is nogmaals geconcludeerd dat de uitgifte van bedrijfs- en kantoorkavels stagneert en dat het plan voor het Janninkkwartier op dit moment niet realistisch is. In 2014 is wel gestart met de bouw van het hotel van Van der Valk. Voor de woningen in het Hofkwartier is in december 2014 door AM een nieuw bouwplan ingediend. De kavel aan de Kuipersdijk voor de bouw van 2 woningen is verkocht. Verder is voor de vrije kavels in Kotmanpark een overeenkomst gesloten met aannemer Hoek en die heeft voor een groot deel van de kavels een reservering. |
9. | Risico's en kansen | In de grondexploitatie van de GEM is een risicoparagraaf opgenomen waarin de risico’s van de GEM worden gekwantificeerd. Afdekking van de risico’s vindt plaats door garantiebedragen zoals vastgelegd in de overeenkomst. Voor risico’s boven de garantiebedragen is de gemeente allereerst verplicht een deel van de afgedragen STOG gelden in te zetten. Bij risico’s boven dit bedrag vindt overleg plaats tussen partijen. Binnen het weerstandsvermogen van de gemeente moet hiermee rekening worden gehouden. De risico’s zijn afgedekt bij het grondbedrijf (MPG) en ten aanzien van de financieringsconstructie gedeeltelijk op concernniveau. Op dit moment is sprake van een overschrijding van de contractueel overeengekomen kaders. Het is dan ook noodzakelijk nieuwe afspraken te maken tussen de contractpartijen. |
10. | Toezichtregime | Middel |
11. | Ontwikkelingen | Eind 2011 is de huidige overeenkomst tussen de Gemeente Enschede en AM verlengd met 4 jaar. In de ontwikkelings-overeenkomst wordt uitgegaan van een maximaal tekort. Duidelijk is dat we door de marktontwikkelingen over dit tekort heen gaan. Dat betekent dat er opnieuw afspraken moeten worden gemaakt. Inmiddels vindt hierover overleg plaats. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
n.n.b. n.n.b. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
n.n.b. n.n.b. |
14* | Resultaat 2014 | n.n.b. |
* | De laatst vastgestelde cijfers dateren uit 2012. Voor 2013 is uitstel aangevraagd en heeft geen vaststelling van de cijfers plaatsgevonden. Naar verwachting zal dit jaar uitsluitsel komen over het vervolg op de samenwerking. |
Innovatiefonds BV | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
3. | Doel | Het doen van investeringen in ondernemingen met innovatie oplossingen op het gebied van zorg, veiligheid en duurzaamheid om zo arbeidsgelegenheid te scheppen in Enschede. In het bijzonder richt men zich op innovaties gericht op maatschappelijke vraagstukken. |
4. | Partijen | 100 % aandelenbezit en dus enig aandeelhouder |
5. | Bestuurlijk belang | Het bestuur, zijnde de investeringscommissie, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Eerenberg vertegenwoordigt de gemeente bij de aandeelhoudersvergaderingen. |
6. | Financieel belang | De gemeente bezit 100 % van de aandelen met een totale nominale waarde van 20.000 euro. In totaal is voor 1,650 miljoen euro ingelegd in participaties. |
7. | Prestaties - effecten | De investeringscommissie vergadert minimaal 6x per jaar. De aandeelhoudersvergadering keurt investeringsvoorstellen goed. Tweemaal per jaar vergadert de investeringscommissie samen met de aandeelhoudersvergadering. |
8. | Voortgang | In juni 2014 heeft de BV de opdracht gekregen om het fonds af te wikkelen. Naar verwachting zal dit uiterlijk juli 2015 zijn afgerond. |
9. | Risico's en kansen | De afwikkeling en opheffing van de BV kan lager duren dan ingeschat. Dit brengt dan aanvullende kosten met zich mee. |
10. | Toezichtregime | Middel |
11. | Ontwikkelingen | Zie voortgang. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
De jaarrekening is nog niet voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
De jaarrekening is nog niet voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant. |
14. | Resultaat 2014 | De jaarrekening is nog niet voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant. |
Dimpact | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Enschede |
2. | Rechtsvorm | Coöperatie |
3. | Doel | Het ontwikkelen en leveren van een volledige en optimale oplossing voor de gemeentelijke digitale dienstverlening. De coöperatie heeft geen winstoogmerk. |
4. | Partijen | 34 leden, zijnde gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten. |
5. | Bestuurlijk belang |
Alle leden hebben een gelijke stem in de algemene ledenvergadering. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd door de ledenvergadering. |
6. | Financieel belang |
De gemeente Enschede is lid. De jaarlijkse bijdrage aan de coöperatie is 6.000 euro. De bijdrage over 2014 voor het gebruik van de producten van Dimpact is 3,60 euro per inwoner per jaar. |
7. | Prestaties - effecten | De gemeente krijgt een informatiesysteem ter beschikking voor de uitvoering van de digitale dienstverlening ten behoeve van burgers, bedrijven en instellingen. De gemeente ontvangt jaarlijks het bedrijfsplan, de begroting en de jaarrekening. |
8. | Voortgang |
Na aanbesteding in 2012 is een langlopend contract gegund aan Atos, leverancier van de software. In 2014 is een geheel nieuwe versie geleverd en ingevoerd. Vervolgens wordt 2 keer per jaar een nieuwe versie geleverd met nieuwe functies zodat steeds voldaan wordt aan de eisen en wensen van gemeenten. |
9. | Risico's en kansen |
De producten van Dimpact bieden de mogelijkheid het applicatielandschap te vereenvoudigen, applicaties uit te faseren en zo te besparen op de kosten daarvan. Door de nieuwe aanbesteding gaan we een verdere strategische verbinding aan die de zekerheid biedt van uitgebreidere functionaliteit tegen vaste lagere kosten. |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen |
Dimpact anticipeert en participeert waar mogelijk in landelijke ontwikkelingen zoals op het gebied van de invoering van de RUD’s, de decentralisaties en de modernisering van het GBA (mGBA). Waar nodig en mogelijk worden daarvoor aanpassingen aan het systeem gedaan. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
526.460 euro n.n.b. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
634.320 euro n.n.b. |
14. | Resultaat 2014 | n.n.b. |
Administratiekantoor Dataland | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Gouda |
2. | Rechtsvorm | Stichting |
3. | Doel | De Stichting Administratiekantoor Dataland heeft tot doel om aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap Dataland te houden. Dataland is het centrale loket voor gemeentelijke vastgoedinformatie. Namens de aangesloten gemeenten maakt Dataland deze gegevens toegankelijk voor het bedrijfsleven en de overheid. |
4. | Partijen | De meeste gemeenten in Nederland zijn aangesloten. |
5. | Bestuurlijk belang | Er is één maal per jaar overleg certificaathouders. Enschede is daar vaak niet bij vertegenwoordigd. |
6. | Financieel belang | De deelname van de gemeente Enschede heeft een omvang van 8.000 euro aan certificaten. |
7. | Prestaties - effecten | Het leveren van informatie uit de basisregistraties aan externe, landelijke organisaties en bedrijven. |
8. | Voortgang | Jaarlijkse rapportages over aantal deelnemende gemeenten, aantallen leveringen, de financiën leveringen en kwaliteit geleverde gegevens e.d. |
9. | Risico's en kansen | - |
10. | Toezichtregime | Licht |
11. | Ontwikkelingen | Dataland verstrekte al informatie over vastgoed aan de markt van de aangesloten gemeenten. Er vindt uitbreiding plaats waardoor meer gegevens via Dataland opgevraagd kunnen worden (zoals WOZ-waarden). |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
583 euro negatief n.n.b. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
4.678 euro n.n.b. |
14. | Resultaat 2014 | n.n.b. |
Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) | Informatie | |
1. | Vestigingsplaats | Almelo |
2. | Rechtsvorm | Samenwerkingsverband via een Bestuursovereenkomst . |
3. | Doel | Het doel van de RUD Twente is het door gestructureerde samenwerking leveren van goede adviezen aan de partners ten behoeve van vergunningverlening, toezicht en handhaving en daardoor een goede kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te Bevorderen. Dit doen we door het breed inzetten van kennis en kunde (kwaliteiten van medewerkers van deelnemende partners) ten behoeve van de partners, door middel van een netwerkorganisatie. |
4. | Partijen | 14 Twentse gemeenten en de provincie Overijssel. |
5. | Bestuurlijk belang | Het bestuur bestaat uit vijftien bestuursleden, zijnde vertegenwoordigers van het college van gedeputeerde staten en van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden van het bestuur hebben ieder één stem. |
6. | Financieel belang | De structuurkosten worden verrekend onder de partijen volgens een door het bestuur vastgestelde verdeelsleutel. |
7. | Prestaties - effecten | Met de NetwerkRUD Twente wordt een structuur geboden waarin de partners voldoen aan de wettelijke eisen van kwaliteit, effectiviteit en robuustheid voor de uitvoering van hun vth-taken (vergunningen, toezicht en handhaving). Tevens het realiseren van efficiencywinst, waarbij deze in de eerste plaats wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering (kostenneutrale kwaliteitsverbetering). |
8. | Voortgang | Matig, er worden voorzichtige stappen gezet maar deze zijn nog zeer gering |
9. | Risico's en kansen | Risico dat de netwerksamenwerking niet voldoet aan de eisen die landelijk worden gesteld aan een RUD. Dan moet alsnog een fysieke RUD worden gevormd via een Wgr constructie. Andere kant van de medaille is dat het model gaat slagen en we op geheel eigen wijze invulling weten te geven aan een kwaliteitsverbetering in vergunningen, toezicht en handhaving. |
10. | Toezichtregime | Licht. |
11. | Ontwikkelingen | Zie punt 7, voortgang. |
12. | Eigen vermogen begin 2014 Eigen vermogen eind 2014 |
n.n.b. n.n.b. |
13. | Vreemd vermogen begin 2014 Vreemd vermogen eind 2014 |
Geen. |
14. | Resultaat 2014 | n.n.b. |
Inleiding
In deze paragraaf gaan wij in op de resultaten van het in 2014 gevoerde grondbeleid. Het grondbeleid staat aan de vooravond van een transitie; grondbeleid nieuwe stijl. Hier zal nader op in worden gegaan bij een vooruitblik op het MPG 2016.
Conform artikel 16 van de BBV bevat deze paragraaf:
Grondbeleid; visie en uitvoering
In februari 2010 is de Nota Grondbeleid door de raad van Enschede vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat wordt ingezet op een actief grondbeleid, “tenzij”. In de praktijk betekent dit dat sprake is van “situationeel grondbeleid”. Per project wordt - op basis van een realisatiestrategie - gekozen uit de volgende grondbeleid strategieën: actief, passief of faciliterend grondbeleid. Naast het zelf actief realiseren van een nieuwe bestemming in het kader van het actieve grondbeleid – de gemeentelijke grondexploitaties -, is de gemeente ook financieel betrokken bij particuliere grondexploitaties (via exploitatieovereenkomsten), Publiek Private Samenwerkingsconstructies of (regionale) samenwerkingsverbanden.
De laatste jaren wordt echter nauwelijks nog grond gekocht en is sprake van een passief en/of faciliterend grondbeleid.
Naar aanleiding van de raadsenquête ‘Grip op grond” en de Stedelijke Koers 2012 zijn diverse verbeterslagen doorgevoerd om beter grip op grond te krijgen. Een aantal processen wordt nu jaarlijks doorlopen en zijn ook in 2014 uitgevoerd. Hieronder wordt dit kort toegelicht.
Notitie van Uitgangspunten voor het MPG
In 2013 is voor het eerst gewerkt een Notitie van Uitgangspunten opgesteld. Door in het begin van het MPG-proces de uitgangspunten ten aanzien van parameters, plankosten, programma, planning en prijzen (de 5 P’s) vast te stellen kunnen de grondexploitaties in één keer worden geactualiseerd (Lean-traject). In 2014 is opnieuw een Notitie van Uitgangspunten voor het MPG opgesteld.
Monitor Wonen en Werken
De raad heeft met het vaststellen van de Stedelijke Koers opdracht gegeven om jaarlijks te evalueren en te monitoren op het beleid met betrekking tot wonen, kantoren en bedrijven en vervolgens de programmering en fasering te actualiseren. Hiertoe is in oktober 2013 het Advies “Programmatisch sturen en monitoren” inclusief eerste monitor Wonen en werken - door B&W vastgesteld. De Monitor Wonen & Werken maakt een koppeling tussen de feitelijke marktsituatie, de bestaande programmering en trends. In tegenstelling tot de Stedelijke Koers gaat de Monitor behalve over koopwoningen ook over huurwoningen.
Opbouw parameters MPG en expertpanel
Eén van de moties die is aangenomen bij het rapport “Grip op Grond” heeft betrekking op de parameters. De raad heeft het college verzocht om de gebruikte parameters extern te laten toetsen en de overwegingen van keuzes inzichtelijk te maken. Het raadsvoorstel over de wijze van opbouw van de parameters is in het voorjaar 2013 in de raad behandeld. Eind 2014 is het expertpanel een aantal keren bijeen geweest om Enschede te adviseren over de parameters. Op basis van dit advies zijn de parameters voor het MPG 2015 bepaald.
Bestemmingsreserve Gronduitgifte
Met het vaststellen van de Nota Grondprijsbeleid is er een bestemmingsreserve Gronduitgifte van 2,5 miljoen euro ingesteld. Deze reserve is ingesteld om een stimulans te kunnen geven in de kaveluitgifte en meer maatwerk te kunnen leveren. Het college van B&W beslist hierover.
Het kan bijvoorbeeld gaan om een reststrook op een terrein of kavels die minder goed in de markt liggen. Sommige van deze bedrijfs- of woningbouwkavels liggen al jaren op een afnemer te wachten. Daarnaast kan het om unieke gevallen gaan waarbij van de afnemer een tegenprestatie wordt verwacht in de vorm van bijvoorbeeld onderscheidende duurzaamheidsmaatregelen of social return on investment.
Plankosten
De directeur SO heeft naar aanleiding van het coalitieakkoord de opdracht gekregen om (een deel van) de kosten in de grondexploitaties te verlagen en de project gefinancierde plankosten onder te brengen onder de Algemene Dienst. In de Programmabegroting 2015-2018 is ook aangegeven dat de kosten in de grondexploitaties moeten worden geminimaliseerd. Voor een duurzaam financieel beleid heeft de coalitie middelen vrijgemaakt om risico’s en schulden te reduceren. Door gerichte inzet van middelen op het beperken van plankosten in grondexploitaties, kan de reserve van het Grondbedrijf (MPG) verbeteren (7,4 miljoen euro in 2015).
Het uitnemen van de plankosten uit de grondexploitaties vanaf 2016 heeft tot gevolg dat de plankosten moeten worden opgevangen in de algemene dienst. In de programmabegroting is hiervoor een structureel bedrag opgenomen van 1,5 miljoen euro in 2016 en 2017 en 1 miljoen euro in 2018 en verder. Het streven is om in 2017 een (deels) structureel gefinancierde projectorganisatie te hebben.
Op basis van nadere analyses en rekening houdende met regels en voorschriften voor de gemeente begroting, is besloten de plankosten met ingang van 2016 niet integraal over te hevelen naar de Algemene Dienst maar eerst te werken met een tussenvariant. De directe plankosten blijven in de grondexploitaties en de indirecte plankosten worden met ingang van 2016 niet meer doorbelast naar het MPG. Bij de indirecte plankosten gaat het o.a. om de gemeentelijke facilitaire overhead, kosten voor communicatie, de stadsadvocaat en personele kosten die werden toegerekend in verband met het verrichten of ondersteunen van MPG gerelateerde werkzaamheden.
De dekking van deze indirecte plankosten vindt plaats op basis van de reeks die is opgenomen in de Programmabegroting voor risicoreductie van het MPG (1,5 miljoen euro in 2016 en 2017, 1 miljoen euro voor 2018 en volgende jaren).
Het uitnemen van de directe plankosten is in deze coalitieperiode nog steeds van toepassing en zal meelopen in het proces Richting aan Ruimte. Dit proces moet een strategie voor gebiedsontwikkeling nieuwe stijl opleveren. In een vooruitblik aan het einde van deze paragraaf zal dit nader worden toegelicht.
Ontwikkelingen in 2014 en prognose 2015
Woningbouw weergegeven in aantal woningen/appartementen
Projectnaam | Begroot MPG 2014 | Uitgegeven 2014 | Prognose 2015 | in optie |
De Eschmarke | 2 | 4 | ||
Diekman wonen | 1 | 1 | 1 | |
Brunink | 5 | 5 | 4 | |
Vaneker | 5 | 2 | 5 | 7 |
Geessinkweg Bijvank | 1 | 1 | 1 | |
Kansrijke stedelijke locaties | 2 | 4 | 4 | 9 |
Binnenstad Roombeek | 27 | 52 | 38 | 68 |
Muziekkwartier | 0 | 36 | ||
Hardick en Seckel | 10 | |||
Totaal gemeentelijke projecten | 43 | 95 | 68 | 89 |
De Laares | 47 | 26 | 47 | |
Bleekerij (voormalig Texoprint) | 10 | 10 | ||
Beekwoude | 0 | 10 | ||
Bothoven | 0 | 7 | ||
GEM Zuiderval | 4 | 3 | 9 | |
ADT | 0 | 0 | 8 | |
Totaal particuliere projecten | 61 | 29 | 91 | 0 |
Eindtotaal | 104 | 124 | 159 | 89 |
Voor het MPG 2014 is uitgegaan van 104 woningen. Hiervan hebben er 43 betrekking op gemeentelijke projecten, de overige 61 woningen komen uit de markt (woningbouwcorporaties en particuliere initiatieven). De prognose voor 2014 is overtroffen, hetgeen vooral door de gemeentelijke uitgifte komt. Voor 2015 is al een aanzienlijk aantal opties genomen.
Bedrijventerreinen (weergegeven in m²)
Projectnaam | Begroot MPG 2014 (in hectare) | Realisatie 2014 (in hectare) | Prognose 2015 (in hectare) | in optie |
Binnenstad Roombeek | 0 | 1.851 | 0 | 500 |
Euregiopark II | 7.437 | 3.249 | 6.849 | 8.000 |
Josink ES | 7.730 | 25 | 5.429 | |
Unisson bedrijvenpark | 3.071 | 172 | 0 | |
Westerval | 1.673 | 1.707 | ||
Twekkeleres (3e havenarm) | 3.744 | 1.700 | 5.596 | |
Hardick en Seckel | 2.344 | 394 | 1.856 | |
Totaal lopende projecten | 25.999 | 7.391 | 21.437 | 8.500 |
In 2014 is er 0,7 ha bedrijventerreinen verkocht. Hiermee is de prognose niet gehaald en zijn de opbrengsten verder uitgefaseerd. Voor 2015 en de komende jaren ligt de uitgifteprognose op circa 2 ha per jaar. Op de lange termijn gaan we uit van de in de Stedelijke Koers opgenomen jaarlijkse gemiddelde van 3,5 ha per jaar. Op dit moment is er voor 8.500 m² aan opties op de bedrijventerreinen.
In december 2014 heeft de raad besloten tot het afboeken van incourante kavels. In totaal is er 3,8 ha. bedrijventerreinen afgeboekt met een waarde van 3,6 miljoen euro, waarvoor een voorziening was gevormd.
Werken: kantoren(weergegeven in m² bvo)
Projectnaam | Begroot MPG 2014 | Realisatie 2014 | Prognose 2015 | in optie |
Binnenstad Roombeek | 529 | 529 | ||
B&S Valley | 6.628 | 12.500 | ||
GEM Zuiderval | 807 | 671 | ||
Totaal lopende projecten | 7.964 | - | 13.700 | - |
Af te sluiten projecten (B&S Park) | 4.000 | - | 4.000 | - |
Eindtotaal | 11.964 | - | 17.700 | - |
In 2014 zijn geen kantorenkavels verkocht. Er zijn momenteel ook geen opties op kavels.
De financiële resultaten van het MPG 2015
De reserve Grondbedrijf komt uit op 12,1 miljoen euro negatief. Dit is een verslechtering ten opzichte van vorig jaar met 1,9 miljoen euro (reserve was in 2014 10,2 miljoen euro negatief). Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een afwaardering van de strategische grondvoorraad met circa 800.000 euro. Hieronder is de verslechtering nader toegelicht (het verschil tussen 1,9 en 1,4 miljoen euro heeft te maken met rente). Er heeft een technische wijziging plaatsgevonden tussen het ACO en de lopende grondexploitaties. Per saldo blijft het resultaat gelijk.
Opbouw verslechtering MPG 2015:
1. | Lopende grondexploiaties: verlieslatend | 5.460.000 |
Lopende grondexploitaties: winstgevend | 167.000 | |
2. | Strategische grondvoorraad | -809.000 |
3. | Erfpachtcomplex | -45.000 |
4. | Af te sluiten complexen | -174.000 |
5. | ACO (Administratief Complex Overig) | -6.034.000 |
6. | Particuliere grondexploitaties | - |
7. | Overige mutaties t.l.v reserves | 3.000 |
Verslechtering reserve | 1.432.000 |
Onderbouwing winstneming
Op basis van de uitkomsten van het MPG 2015 worden de voorzieningen op het benodigde niveau gebracht. De voorzieningen worden getroffen ten laste van de reserve.
Daarnaast wordt er voortijdig winst genomen met betrekking tot die complexen waar (een deel van) de begrote winst als zeker bestempeld mag worden. Er wordt binnen het MPG – conform de BBV - winstgenomen indien de gemaakte kosten en ook de geraamde nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Elke volgende verkoop wordt dan gezien als gerealiseerde winst. Deze winstnemingen worden gestort in de reserve.
De nog te realiseren winst van 10,3 miljoen euro komt naar verwachting uit de grondexploitaties van de volgende projecten:
Woningbouw |
|
A. Diekman-wonen |
855.935 |
B. Brunink |
4.600.046 |
C. Vrijkomende locaties Brede School |
818.628 |
D. Twekkelerveld |
10.085 |
E. Bothoven |
9.513 |
F. Roombeek-Binnenstad |
755.041 |
G. Oost Boswinkel |
18.196 |
H. Velve Lindenhof |
1.395.581 |
Totaal woningbouw |
8.463.025 |
Bedrijventerreinen |
|
I. Euregiopark II |
1.052.439 |
J. B&S Valley |
258.135 |
Totaal bedrijventerreinen |
1.310.574 |
|
|
Totaal nog te realiseren winst | 9.773.599 |
In totaal 8,4 miljoen euro uit woningbouwprojecten (A t/m H) en 1,3 miljoen euro uit bedrijventerreinprojecten (I. en J.).
Bestemmingsreserve Gronduitgifte
Met het vaststellen van de Nota Grondprijsbeleid is er een bestemmingsreserve Gronduitgifte ingesteld. In 2014 is hier een bedrag van 100.000 euro uitgenomen.
Risico's in relatie tot de reservepositie
De vereiste weerstandscapaciteit wordt nu berekend op 18,3 miljoen euro. Dit is ten opzichte van vorige jaar een daling met 0,6 miljoen euro.
De beschikbare weerstandscapaciteit (inclusief stille reserves) bedraagt 0,9 miljoen euro (negatief):
Reserve Grondbedrijf 12,1 miljoen euro -/-
Stille Reserve 11,2 miljoen euro
Beschikbare Weerstandscapaciteit 0,9 miljoen euro
Op dit moment is er sprake van een negatieve weerstandscapaciteit, welke onderdeel uitmaakt van de totale weerstandscapaciteit van de gemeente.
Vooruitblik MPG 2016
Het grondbeleid is de laatste jaren ingrijpend veranderd en staat ook de komende tijd voor grote nieuwe uitdagingen. De tijden dat gemeenten een actief grondbeleid voerden en grondverkoop veelal geld opleverde zijn voorbij. De gemeente is nu veel minder aan zet en krijgt steeds meer een rol in het aanjagen van projecten en het verleiden van marktpartijen om in de stad te investeren. De grootste opgaven voor de komende jaren zijn binnenstedelijk en niet meer in uitleggebieden. Dit betekent een ander grondbeleid.
Het actieve grondbeleid is in Enschede al een tijd geleden losgelaten en omgezet in “nee, tenzij”. Dit situationele grondbeleid betekent dat per project een realisatiestrategie wordt gekozen: actief, passief dan wel faciliterend.
In het verleden heeft de gemeente grond aangekocht met het doel hier de behoefte aan woningen, kantoren en bedrijven op te realiseren. Nu de verwachtingen rond de groei van de economie niet zijn uitgekomen zijn er minder afnemers voor de aangekochte gronden. Jaarlijks betaalt de gemeente rente over de aangegane leningen waarmee de gronden zijn gefinancierd. Daardoor zijn de gronden een kostenpost op de gemeentelijk balans geworden. In de vorige collegeperiode is een stevig begin gemaakt met het oplossen van de grondproblematiek. Onder andere door een forse ingreep in de projectenportefeuille (Stedelijke Koers 2012). Het programma voor woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren is toen fors teruggebracht.
Het proces naar een solide grondbedrijf is daarmee echter nog niet afgerond. De gemeente heeft geen leidende rol meer, maar wil wel regie houden op gebiedsontwikkeling in een markt waarin het steeds minder eigenaar van de gronden is. De grote uitdaging voor de komende periode is dus te zorgen voor enerzijds een solide grondbedrijf, maar anderzijds ook de slag te maken naar een nieuwe vorm van gebieds- en locatieontwikkeling maken. In die nieuwe manier van werken hebben we een helder beeld welke waarden belangrijk zijn bij ruimtelijke plannen, stellen we ons uitnodigend op naar investerende partijen en beschikken we over instrumenten waarmee we gewenste initiatieven kunnen faciliteren en ongewenste projecten kunnen stoppen.
Deze transitieslag vindt plaats in het traject “Richting aan Ruimte”, een strategie voor gebieds- en locatieontwikkeling nieuwe stijl”. De ondertitel geeft de essentie aan waar deze koers voor staat. Concreet levert “Richting aan Ruimte” het volgende op:
Een van de belangrijkste doelen van “Richting aan Ruimte” is om de risico’s in de grondportefeuille verder terug te brengen en daardoor een nieuw perspectief voor gebiedsontwikkeling te creëren. De financiële effecten hiervan komen op zijn vroegst in het MPG 2016 en de programmabegroting 2017 terug.
In deze paragraaf blikken we terug op de mijlpalen en zichtbare resultaten die dit jaar bij de uitvoering van het duurzaamheidsbeleid zijn bereikt. Daarnaast wordt stilgestaan bij de voortgang bij het behalen van de huidige energie- en klimaatdoelstellingen. Deze paragraaf is gebaseerd op paragraaf 5.7 Duurzaamheid uit de programmabegroting 2014-2018 en de jaarrekening van 2013.
In ontwikkeling: visie en aanpak
2014 stond in het teken van de gemeentelijke verkiezingen. Het nieuwe coalitieakkoord “Duurzaam, samen, sterker!” stelt duurzame ontwikkeling centraal. We hebben op basis hiervan in 2014 een nieuwe visie en missie vastgesteld:
Visie: Duurzaam, samen, sterker! In de periode tot en met 2018 ontwikkelt Enschede zich als een stad waar duurzaamheid altijd onderdeel is van het afwegingskader. Voor welke vraagstuk of uitdaging wij ook staan, wij schuiven de rekening niet door naar volgende generaties. Dit uitgangspunt geldt voor de belasting van het milieu, maar ook op sociaal en financieel gebied.
Missie: Enschede ziet in duurzaamheid een grote kans om samen met inwoners, bedrijven en partners werkgelegenheid en betaalbaar wonen te realiseren en tevens te waarborgen dat ook toekomstige generaties in hun behoeften kunnen voorzien. Daarmee leggen we een fundament voor de toekomst van een innovatief, sterk en zelfredzaam Twente.
We vullen het begrip duurzaamheid breder in dan het thema energie, want duurzaamheid is meer dan alleen CO2-reductie. Het gaat ook om gedrag van mensen, de gemeentelijke bedrijfsvoering, verantwoord gebruik van grondstoffen en het hergebruik van afval.
In voorbereiding: actieplan Duurzaamheid
Om onze ambities waar te maken, hebben we onze partners en inwoners van de stad hard nodig. Daarom werken we sinds de herfst van 2014 aan een actieplan Duurzaamheid, waarin we samen de uitdagingen voor langere termijn vormgeven en aangaan. Dit actieplan richt zich, naast een reductie van de CO2-uitstoot, ook op thema’s zoals circulaire economie, klimaatadaptatie en groene groei. In voorjaar van 2015 wordt dit met uw raad besproken. Het actieplan is gebaseerd op de volgende principes en uitgangspunten:
Mijlpalen 2014: belangrijkste behaalde resultaten
De meeste onderstaande activiteiten zijn onderdeel van duurzaamheid bij de verschillende programma’s. Dit is een opsomming van de meest opvallende resultaten:
Gebouwde omgeving; woningen en instellingen
Vanwege de start en oprichting van Reimarkt, “de winkel waar je duurzaam wonen kunt kopen”, is er afgelopen zomer een groot symposium georganiseerd door Domijn, de Woonplaats en de gemeente. Onderwerp was het verduurzamen van 40.000 huurwoningen. Als slotakkoord verrichtte minister Blok de opening van de eerste vestiging van Reimarkt in Enschede. Reimarkt heeft inmiddels 4 energiezuinige voorbeeldwoningen gerealiseerd.
We hebben een viertal buurtenergieprojecten actief ondersteund en gefaciliteerd: Stichting Beien (Bewoners Initiatief Enschede Noord), Energiek Boekelo, Buurtenergiebedrijf Enschede-Zuid en een initiatief voor het realiseren van een zelfvoorzienende gemeenschap. Deze projecten hebben oa. geleid tot een drietal collectieve inkoopacties voor zonnepanelen, gezamenlijke moestuincomplexen en de organisatie van een aantal energievoorlichtingsavonden.
In de raamcontracten die we met zorginstellingen opstellen, zijn duurzaamheidseisen opgenomen. Hiermee wordt energie bespaard en op termijn buigen we de groeiende geldstroom voor energieverbruik, om naar nuttige uitgaven aan de zorg zélf! Ook met het Muziekkwartier zijn prestatieafspraken over duurzaamheid gemaakt.
Gebouwde omgeving; scholen
In 2014 zijn gesprekken gevoerd met alle schoolbesturen en is afgesproken meerjarenonderhoudsplannen te ontwikkelen. Daarin worden dan ook kansen en mogelijkheden voor verduurzaming opgenomen. In oktober 2014 werd de Sint Gerardusschool de eerste CO2-neutrale basisschool van de regio. Er werden in totaal 200 zonnepanelen geplaatst op deze school en het IKC Glanerbrug-Zuid. Daarmee zijn er vanaf 2011 in totaal 517 zonnepanelen geplaatst op 21 basisscholen. “Mijn Duurzame School” voor basisscholen is doorontwikkeld. Dit bestaat uit een lesprogramma, slimme meters, energiebeheer en aandacht voor een gezond binnenklimaat.
Nieuwbouw; stedelijke ontwikkeling
De wijk Bothoven is landelijk gepositioneerd als icoonproject in de “green deal smart energy cities”. Het voornemen is om een smart-grid, een slim interactief elektriciteitsnetwerk, te realiseren waarmee we landelijk een voorbeeld stellen en een belangrijke innovatieomgeving in Twente kunnen laten zien.
Gemeentelijke organisatie
Het project Aardevol heeft geleid tot een digitale infrabank en grondbank voor hergebruik materialen in de openbare ruimte. We gebruiken geen Round-up meer bij onkruidbestrijding.
Realisatie energie- en klimaatdoelstellingen (CO2-reductie)
Doelstellingen
We zijn onze ambitie opnieuw aan het vormgeven in het actieplan Duurzaamheid. Nationale en Europese doelstellingen zijn inmiddels bijgesteld en de gemeente oriënteert zich opnieuw op haar rol. In juni 2014 is het ‘Convenant of Mayors’ ondertekend. Deze overeenkomst is een initiatief van Europese steden om voor 2020 een CO2-uitstoot vermindering van minimaal 20 procent te realiseren. In de gemeentelijke organisatie, waarvoor we volledig verantwoordelijk zijn, geven wij volop uitvoering aan deze ambitie. Voor de rest van Enschede is onze rol beperkt tot stimulator en initiator en daar waar gewenst tot regisseur en facilitator. We zien een ‘Convenant of Enschede’ met bedrijven en instellingen (en mogelijk andere partners) als een interessant middel.
Resultaten
In deze jaarrekening rapporteren we nog aan de hand van de huidige doelstellingen uit de Nota Nieuwe Energie voor Enschede (2008) qua CO2-reductie:
Doel (nota Nieuwe Energie voor Enschede, 2008) |
Verwachting 2020 |
|
|
|
|
|
|
Tabel 3.8.1: Resultaten klimaat- en energieaanpak
Monitoring
Zowel voor de hele gemeente, met al haar bewoners, bedrijven en instellingen, als voor onze eigen gemeentelijke organisatie is het meten van de resultaten een lastige kwestie. Bij de monitoring van de resultaten van het duurzaamheidsbeleid maken we vanaf januari 2013 gebruik van de resultaten van de Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat. Deze informatie in deze monitor komt helaas met 1,5 jaar vertraging, maar is wel nauwkeurig en betrouwbaar. We maken ook gebruik van een instrument met recentere data, Energie in Beeld.
Hieronder volgt een duiding van de resultaten per doel aan de hand van deze gegevens van eind 2014.
Doel 1: CO2-reductie in de gemeente Enschede:
Grafiek 3.8.1: | Ontwikkeling CO2-uitstoot van de verschillende sectoren. Bron: Klimaatmonitor, Rijkswaterstaat (januari 2015) |
Grafiek 3.8.2: | Ontwikkeling CO2-uitstoot van particuliere en zakelijke energieverbruikers. Bron: Energie in Beeld (januari 2015) |
Uit de eerste bovenstaande grafiek kunnen we afleiden dat de CO2-uitstoot in 2012 weer licht is gestegen. Vanaf 2009 hebben we een trendbreuk gezien in de constante stijging vanaf 1990. We kunnen nu nog steeds constateren dat de emissie stabiliseert na 2009, maar ook dat dit niet toereikend is om de doelstelling te gaan halen. Uit de tweede grafiek blijkt dat de dalende trend in particulier energieverbruik is ingezet, maar dat dat van de zakelijke gebruikers nogal schommelt, zonder een duidelijke daling te vertonen.
In 2014 hebben we ons primair gericht op die sectoren in de samenleving waar onze invloed het grootst is, zoals de aanpak van de gebouwde omgeving, de uitstoot van ons bedrijfsleven en die van de eigen organisatie. In het actieplan Duurzaamheid, waar we in 2014 mee begonnen zijn, formuleren we nieuwe doelen en maken we samen met inwoners, bedrijven en instellingen afspraken over maatregelen.
Doel 2: aandeel duurzame energie in Enschede
Ook deze gegevens zijn grotendeels slechts tot en met 2012 bekend. De hernieuwbare energie die Twence opwekt is de grootste component. Hiervan mag Enschede een kwart voor haar rekening mag nemen, zo’n 520 Terajoule. (1 Terajoule is een maat voor energie, staat gelijk aan het gasverbruik van 15 gemiddelde huishoudens). De productie van Twence blijft groeien, de afgelopen jaren met meer dan 20% per jaar, en daarom stijgt ons totale duurzame opwekkingspercentage mee tot naar schatting iets boven de 7% (5,1% duurzame opgewekt door Twence; 1,9% uit overige bronnen, overeenkomend met 186 Terajoule).
Maar als we meer gedetailleerd naar de productie uit die overige bronnen kijken, zie grafiek 3.8.3, blijkt dat alleen zonnestroom stijgt (zie ook grafiek 3.8.4), en de rest stabiel is.
Grafiek 3.8.3 | Ontwikkeling hernieuwbare energie in Enschede, exclusief Twence (afvalverbrandingsinstallaties). Bron: Klimaatmonitor, Rijkswaterstaat (januari 2015) |
Grafiek 3.8.4: | Ontwikkeling van zonnestroom in Enschede. Bron: Klimaatmonitor, Rijkswaterstaat (januari 2015) |
Doel 3: gemeentelijke organisatie
Sinds 2013 kopen we klimaat neutrale stroom en gas in. Daarmee voldoen we aan de doelstelling van een klimaat neutrale organisatie in 2015. Wel blijven we in de gemeentelijke organisatie uiteraard stappen zetten om verder te verduurzamen:
Inleiding
In de programmabegroting 2014 hebben we aangegeven dat het College zich in 2014 heeft voorgenomen de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede’ te wijzigen. Dit heeft het College ook gedaan. De wijziging betreft de frequentie van de uit te voeren onderzoeken. Minimaal één keer per twee jaar zal een doelmatigheids- en/of doeltreffendheidsonderzoek worden uitgevoerd. Daarnaast zal binnen de gemeente Enschede ook op andere wijze aandacht zijn voor het verbeteren van de doelmatigheid en doeltreffendheid.
In 2014 heeft het College follow up gegeven aan de aanbevelingen van de doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken die in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd:
213a Onderzoeken | Status | Gereed |
Verstrekte subsidies | In uitvoering i.r.t. sourcen en regie voeren | NEE 1) |
Beheer wegen en wegenbeleidsplan | Geïmplementeerd, zie brief | JA |
Informele zorg | Geïmplementeerd, en meegenomen in onderzoek verstrekte subsidies | JA |
Gemeentelijk Contact Centrum | In bedrijfsvoering meegenomen | JA |
Particuliere pandverbetering | Niet meer actueel | JA 2) |
In de in 2014 opgestelde beleidsplannen worden afspraken vastgelegd inzake tussentijdse monitoring en evaluatie van het beleid na 4 jaar. Dit moet binnen de gemeente tot een cultuur van bewustwording leiden ten aanzien van doelmatigheid en doeltreffendheid. De Taskforce Werkprocessen geeft volgens de principes van lean sturing aan vernieuwde richting van werkprocessen binnen de gehele organisatie. Bij de procesdoorlichtingen is aandacht voor zowel doelmatigheid als doeltreffendheid. Zie het programma Dienstverlening.
Het College heeft daarnaast aanbevelingen die voortkomen uit de rekenkameronderzoeken die in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd geïmplementeerd.
Rekenkameronderzoeken | Status | Gereed |
Gemeentelijke relaties met externe partijen | In uitvoering i.r.t. sourcen en regie voeren | NEE 1) |
Vastgoed | Geïmplementeerd met raadsvoorstel strategie op vastgoed | JA |
In vervoering? Mobiliteitsbeleid in Enschede | Meer aandacht voor monitoring in informatievoorziening | JA |
De groei van het CJG; CJG-ontwikkeling in Enschede | In hoofdlijnen gerealiseerd | JA 3) |
Cultuurbeleid | Er wordt een vervolgonderzoek gedaan | NEE |
Doorwerking bijzondere bijstand | Gereed maar blijft actueel | JA |
1) Aanbevelingen zijn/worden opgepakt in samenhang met Sourcen en regie voeren (brief aan de raad van 14 november 2014). |
2) Er zijn geen nieuwe projecten opgestart voor particuliere pandverbetering. |
3) De aanbevelingen zijn op hoofdlijnen gehaald/gerealiseerd; Het CJG is geïntegreerd in de nieuwe lokale zorgstructuur rondom jeugd met de wijkteams, in het beleidsplan jeugdhulp 2014-2018 eb de bijbehorende beleidscyclus en monitoring. Er is gekozen voor het loslaten van het CJG en een integrale aanpak van preventie en zorg. |
In 2014 hebben we de aanbevelingen van de Rekenkamer ten aanzien van vastgoedbeleid nader uitgewerkt en samen met de financiële consequenties van de concentratie van vastgoed vertaald naar een nieuwe strategie op vastgoed, met bijbehorende spelregels. Dit voorstel is in november door het College vastgesteld en aangeboden voor besluitvorming aan de Raad.
Integraal portefeuillemanagement
Portefeuillemanagement sturen we op een efficiënte en effectieve vastgoedvoorraad. De integrale benadering is programma-overstijgend en vraagt om structurele afstemming over ontwikkelingen, vraag en aanbod. Het samenspel met programma’s en stadsdelen hebben we verwoord in het beleidskader en de werkwijze en maakt onderdeel uit van de nieuwe strategie op vastgoed.
De onttrekking uit de reserve vastgoed in 2013 van 1,64 miljoen euro en de opbrengstdoelstelling van 0,5 miljoen euro, als gevolg van bezuinigingen in het kader van de Stedelijke Koers, hebben geleid tot een verkoopopgave van vastgoed. Daarvan is inmiddels 1,1 miljoen euro feitelijk gerealiseerd in 2013 en 2014. Verwachte verkopen met een boekwinst van nog eens ruim 0,5 miljoen euro, feitelijk te realiseren in 2015, liggen momenteel vast in verkoopovereenkomsten.
Innovatie
Invoering van prestatiegerichte onderhoudscontracten is verder voorbereid en leidt tot een Europese aanbesteding in 2015.
Duurzaamheid
In 2014 is voor ca. 159 ton CO2 reductie gerealiseerd, hiermee lopen we nog steeds voor op onze doelstellingen. Dit is gerealiseerd door verduurzaming en verbetering van het binnenklimaat van het Stadskantoor en duurzame gebouwgebonden toepassingen (zoals HR ketels, beter isolatie, energiezuinige verlichting etc.).
Financiële positie
Vastgoed Bedrijf Enschede werkt ten behoeve van de gehele portefeuille (circa 160 panden) en bij nieuwe investeringen per pand met een kostendekkende huurprijssystematiek. De methodiek van de kostendekkende huur houdt in dat over een langere periode de huuropbrengsten gelijk zijn aan de kosten van huisvesting. In de VBE-systematiek is dekking meerjarig geregeld bij het nemen van investeringsbeslissingen door College en Raad. Naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek naar vastgoedbeleid hebben we in de nieuwe strategie op vastgoed een aanpassing op deze systematiek alsmede op de beheersing van risico’s voorgesteld.
De huidige financiële positie, exclusief de financiële gevolgen van concentratie vastgoed, is gezond te noemen, maar is onderhevig aan marktinvloeden.
Taxatie
Jaarlijks wordt de vastgoedportefeuille getaxeerd. De marktwaarde van het goed courante en redelijk goed courante vastgoed wordt bepaald door een externe taxateur op basis van de financieel meest optimale functie. De marktwaarde van het matig en slecht courante vastgoed wordt bepaald door een externe taxateur op basis van een geveltaxatie. Per object wordt - op basis van de courantheid, de status van het onderliggende huurcontract en het verwachte toekomstperspectief – de best passende taxatiemethode toegekend.
In de berekening van het aandeel van de stille reserve van de vastgoedportefeuille in het weerstandsvermogen van de gemeente Enschede hanteren we het volgende uitgangspunt:
Van de goed courante panden wordt 70% van de stille reserve meegenomen en 50% van de redelijk courante panden.
De waardedaling van de portefeuille bedraagt in 2014 ruim 20%; dit komt overeen met kengetallen over waardedaling uit de markt. De totale stille reserve van het VBE is eind 2014 bijna 20 miljoen. Daarnaast actualiseren we elke 3 jaar de herbouwwaarde (of verzekeringswaarde) van de vastgoedportefeuille; dit om onder- of oververzekering te voorkomen.
Reserve vastgoed
De reserve Vastgoed is voortdurend onderhevig aan mutaties door wijzigingen in de portefeuille (door verkopen en/of nieuwe projecten). De laagste stand van de geconsolideerde reserve vastgoed bedraagt 12,0 miljoen euro in 2019. De effecten vanuit de concentratie vastgoed zijn hierin nog niet meegenomen.
Door te verwachten boekwinsten op nog te verkopen vastgoed wordt de reserve in de komende jaren verder aangevuld. De egalisatiereserve vastgoed en de reserve kostprijsdekkende huur zijn reserves die een directe relatie hebben met de vastgoedexploitatie. Deze twee reserves hebben in 2020 de laagste stand van 6,4 miljoen euro. De bestemmingsreserve wettelijke en duurzame investeringen is een bestemmingsreserve voor het egaliseren van de kapitaallasten van investeringen in het kader van wettelijke maatregelen en duurzaamheid. Deze reserve loopt sterk op omdat jaarlijks gespaard wordt om de (gespreide) kapitaallasten van de investeringen te kunnen dekken. In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van de genoemde reserves in beeld gebracht.
Een deel van het vastgoed is aangemerkt als zijnde te verkopen en in die categorie is een drietal panden waarvan de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde. Om die reden wordt voor deze panden in de jaarrekening 2014 een totaalbedrag van 200.000 euro afgeboekt.
In onderstaande grafiek is het verloop van de reserve vastgoed weergegeven, dit is inclusief de hiervoor genoemde afboeking en gerealiseerde boekwinst.
In de begroting van 2013 is rekening gehouden met een leegstandspercentage van 5% ten opzichte van de huuropbrengsten. Hiermee bedoelen we echter de financiële leegstand ten opzichte van de begroting. Voor objecten die al een geruime tijd leeg stonden werd geen huur begroot, maar de lasten werden rechtstreeks ten laste van de egalisatiereserve gebracht. Dit is onder de huidige moeilijke omstandigheden op de vastgoedmarkt een te beperkte weergave van de werkelijkheid. Om deze reden hebben we voor de begroting 2014 een systeemwijziging doorgevoerd. Voor alle leegstaande objecten wordt vanaf 2014 een huuropbrengst begroot en het leegstandsbudget wordt hiermee verhoogd. Dit heeft dus geen effect op de reservepositie van VBE. Daarnaast hanteren we voortaan een tweetal extra parameters met betrekking tot leegstand. Te weten; leegstand in vierkante meters en leegstand in aantal gebouwen.
Werkelijke leegstand op basis van de nieuwe systematiek bedraagt in 2014:
Leegstand | 2012 | 2013 | 2014 |
Begroting leegstand (in %) | 2,30% | 6,50% | 7,00% |
Werkelijke leegstand (in %) | 1,30% | 4,00% | 5,34% |
Begroting leegstand (in euro's) | 364.711euro | 1.023.469 euro | 1.194.268 euro |
Werkelijke leegstand (in euro's) | 206.647 euro | 636.552 euro | 917.156 euro |
Aantal panden | 15 | 20 | 23 |
BVO (bruto vloeroppervlak) | 6.345 m2 | 13.202 m2 | 15.208 m2 |