3.1 Vitaal en sociaal

 .. Strategische opgave: Inclusief Enschede

 Doel
Subdoel Link
01. We werken aan bestaanszekerheid

totale lasten (x 1.000 euro): 271.378,00
01.01 Iedereen heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien Indicatoren: 6
Aantal acties: 2
01.02 Iedereen heeft een dak boven het hoofd Indicatoren: 3
Aantal acties: 1
02. We maken gezond leven makkelijker

totale lasten (x 1.000 euro): 36.772,00
02.01 Iedereen heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag Indicatoren: 2
Aantal acties: 4
02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan Indicatoren: 3
Aantal acties: 3
03. We vergroten de kansengelijkheid

totale lasten (x 1.000 euro): 219.529,00
03.01 Jeugdigen groeien veilig en stabiel op Indicatoren: 5
Aantal acties: 2
03.02 Iedereen neemt volwaardig deel aan de samenleving Indicatoren: 6
Aantal acties: 2
03.03 Iedereen ontwikkelt zijn talenten (door) Indicatoren: 1
Aantal acties: 2

 

 

 

 

Onze strategische opgaven zijn nauw verbonden met de Sustainable Development Goals (SDG). Dit zijn 17 doelen voor duurzame ontwikkeling, opgesteld door de Verenigde Naties. Samen vormen ze de wereldwijde duurzaamheidsagenda tot 2030.

 

Deze strategische opgave Inclusief Enschede draagt bij aan de volgende sustainable development goals (SDG's). Voor uitleg zie bijlage 6.8

 

Wat willen we bereiken?

Vanuit de Visie Inclusief Enschede werken we samen met inwoners en partners in de stad aan een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft en volwaardig kan deelnemen. En dat in een gezonde, uitdagende en groene leefomgeving, of je nu in de stad, de dorpen of het platteland woont.

Om zelfstandig, gelukkig en gezond te leven, is perspectief belangrijk. Daarvoor zijn bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezondheid heel belangrijk. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor primair bij de inwoners zelf ligt, heeft niet iedereen voldoende grip op zijn leven en is het onze taak onze inwoners hierbij waar nodig te ondersteunen. Grip op het leven betekent niet alleen mogelijkheden hebben, maar ook toegang hebben tot collectieve voorzieningen.

 

Daarom zetten we in op drie pijlers:
a)    we werken aan bestaanszekerheid,
b)    we maken gezond leven makkelijker,
c)    we vergroten kansengelijkheid.

 

Ad a) Het hebben van zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen en een dak boven het hoofd zijn basisbehoeften. Vanuit de beleidskaders “Meedoen naar vermogen” (Enschedese arbeidsmarktaanpak), “Rondkomen met je inkomen” en “Woonvisie” werken we hieraan.

Ad b) In het beleidskader “Gezond Enschede” streven wij naar gezonde inwoners. Met weerbare, gezonde mensen die kunnen opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving, en waarin sprake is van een sterke sociale basis. Maar niet iedereen is in staat om een gezond leven te leiden en daarvoor de beste keuzes te maken. Via een gebiedsgerichte gezondheidsaanpak gaan we per wijk met inwoners en partners bekijken wat nodig is om gezondheidsverschillen in de wijk te verkleinen.

Ad c) In ons programma “Kansrijk Enschede” gaan we voor gelijke kansen voor alle kinderen. We zetten in op een kansrijke start van het leven, voorschoolse educatie en het behalen van een startkwalificatie. We zien dat één op de zes kinderen aangewezen is op een vorm van Jeugdhulp en ook langer hulp nodig heeft. 

 

We zien ook dat meer inwoners een individuele maatwerkvoorziening ontvangen om zelfstandig thuis te kunnen wonen en mee te doen. Dat is één op de tien huishoudens. We hebben niet meer de middelen, zowel niet in arbeidskrachten als geld om dit te kunnen voortzetten in de gevraagde omvang. Met het vaststellen van de strategienota "Samen leven, samen zorgen" zetten we in op 18 voorstellen om verbeteringen en veranderingen door te voeren. In de strategienota “Onze jeugd, onze zorg” zijn 47 verbeteracties opgenomen, waaraan we de komende jaren werken. Daarbij wordt ook ingezet op preventie, via een gezondheidsaanpak, het verbeteren van de sociale basis en het impactgericht werken in het wijkwelzijnswerk (waarvan we conform de opdracht 2024 de kwaliteit monitoren via een cliënt- en partnertevredenheidsonderzoek).

We zien dat het tekort van huisartsen een groot vraagstuk is in Enschede en we onderzoeken op welke wijze gemeente belemmering voor vestiging kunnen wegnemen en waar we samenwerking kunnen bevorderen.

 

Uitgangspunten bij de uitvoering van Vitaal & Sociaal zijn:

  • Samen met inwoners en partners: als gemeente kunnen we dit niet alleen. We kunnen het alleen met betrokken inwoners, organisaties en partners in de stad. Onze rol is vooral faciliterend en regisserend.
  • Multidisciplinair samenwerken: de thema’s staan niet op zichzelf. De oplossing van problemen gaat vaak verder dan het thema zelf. De strategische opgaven rondom bestaanszekerheid, gezondheid, kansengelijkheid, ruimtelijke ontwikkeling en klimaat hangen nauw met elkaar samen. Een integrale aanpak is noodzakelijk, waarbij over de grenzen van deze opgaven wordt heengestapt.
  • Gebiedsgerichte aanpak: de opgaven verschillen per wijk. Het is belangrijk om bewust te zijn van de verschillende ervaringen en behoeften van individuen en groepen. We spelen hier op in, en hierop in via beleid, diensten en voorzieningen. Daarom bekijken we per buurt of wijk wat nodig is.
  • Keuzes maken: we zijn afhankelijk van de inbreng van de Rijksoverheid. Wanneer we onvoldoende middelen krijgen behorend bij de opdracht die we wettelijk hebben, dan vraagt dit keuzes. Keuzes waarbij we als overheid inwoners blijven ondersteunen, die zelf geen oplossing kunnen vinden.

 

De focus in dit hoofdstuk ligt bij de speerpunten in de strategische opgave Inclusief Enschede. In de volgende paragraaf staan onze acties voor 2025. Onze werkzaamheden zijn echter breder. Zo'n 80% is regulier werk, veelal uitgevoerd door de uitvoeringsclusters DCW, Werk & Inkomen en Wijkteams.

.. Wat gaan we doen voor de Strategische opgave: Inclusief Enschede

 
01. We werken aan bestaanszekerheid

Iedereen heeft de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen en een dak boven het hoofd. Daarbij gaat het ook om de zekerheid van werk, van de ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en van mee kunnen doen op alle leefdomeinen in de samenleving, vanuit een stabiele woonsituatie in een veilige en prettige omgeving.

 
01.01 Iedereen heeft de mogelijkheid om in z’n levensonderhoud te voorzien
Een groot deel van de inwoners kan inkomen genereren via een baan. Voor de groep die dat niet kan, is er een vangnet nodig ten aanzien van toeleiding naar werk en het (tijdelijk) voorzien in een inkomen. Werk genereert niet alleen inkomen, maar er wordt ook in bepaalde mate een bestaansrecht aan ontleend: er toe doen, van betekenis zijn. Mensen die langere tijd moeten rondkomen van (te) weinig geld lopen kans om schulden op te bouwen. Vroegsignalering en schuldhulpverlening vormen hierbij het vangnet.
Rol van de gemeente: op basis van vertrouwen uitvoeren van wettelijke taken om ervoor te zorgen dat inwoners voldoende inkomen hebben (vangnet).
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat bijstandsgerechtigden stappen zetten in de keten van dagbesteding naar werk: voor het deel dat uitstroomt naar werk is het wenselijk dat dit een langdurige uitstroom is, in plaats van banen voor een korte periode afgewisseld met bijstand. Voor een deel zal de stap naar onbetaald (vrijwilligers)werk het hoogst haalbare zijn.
b. We willen dat de mensen die daar recht op hebben gebruik maken van onze voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning: We hebben deels de wettelijke taak, maar ook de beleidsruimte om mensen een financieel steuntje in de rug te geven. Met onze inkomensondersteunende instrumenten bieden we meer stabiliteit, zodat inwoners zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen op alle leefdomeinen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6
 

Toelichting
De gemeente verstrekt een bijstandsuitkering aan inwoners van 18 jaar tot de AOW-leeftijd die niet genoeg geld hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering: Bijstand Levensonderhoud, IOAW (oudere werklozen), IOAZ (oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de regeling BBZ (zelfstandigen). De indicator geeft aan hoe het bijstandsbestand in Enschede zich ontwikkelt ten opzichte van twintig referentiegemeenten. Bij een score boven nul doen wij het in de ontwikkeling beter en bij een score onder nul doen wij het slechter. Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen) en referentiegroep van Nederlandse gemeenten.

Streefwaarde: Wij willen het minimaal net zo goed doen als de referentiegemeenten. Door het beter te doen kunnen relatief meer inwoners zelfstandig in hun inkomen voorzien en komen we uit met de middelen die we van het Rijk ontvangen voor de uitkeringen.

 


Toelichting
Sociale activering is voor een deel van onze inwoners een goede opstap in de ontwikkeling naar werk. In deze indicator wordt het percentage huishoudens met bijstand en sociale activering, ten opzichte van het totaal aantal huishoudens met bijstand in beeld gebracht. Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen). Registratie en meting vindt plaats vanaf 2022.

Streefwaarde: Er zijn geen beleidswijzigingen voorzien die zouden leiden tot hogere of lagere resultaten op het gebied van sociale activering. We houden daarom in 2028 dezelfde streefwaarde aan als voor 2027.

 


Toelichting
Een deel van de bijstandsgerechtigden is niet in staat het wettelijke minimumloon te verdienen. Door het inzetten van het instrument loonkostensubsidie is het mogelijk om deze doelgroep bij reguliere werkgevers te plaatsen. Deze indicator laat de LKS contracten (exclusief LKS Nieuw beschut) zien ten opzichte van de totale doelgroep die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen).

Streefwaarde: De doelgroep voor de inzet van het LKS instrument is uitgebreid. In de uitbreiding zit ook een substantiële groep waarvan we geen registraties hebben. Daardoor is het niet meer mogelijk om de totale LKS doelgroep nauwkeurig genoeg te bepalen en daarmee een relatief cijfer van het gebruik van LKS contracten voor de doelgroep te bepalen. De indicator is daarom aangepast naar het absoluut aantal in een jaar ingezette LKS contracten.
Er is tijd nodig om klanten arbeidsfit te maken voor werkgevers. Daarom kiezen we voor een realistische ambitie van een jaarlijkse toename van 50 LKS contracten. Het huidige beleid om de inzet van LKS te intensiveren wordt daarmee gecontinueerd.

 


Toelichting
De groep Beschut bestaat uit werkenden met een lagere loonwaarde (meestal ergens tussen de 20-40% van het minimumloon) die werkzaam zijn in een beschutte werkomgeving. Vaak is de werkplek bij het eigen gemeentelijke sociaal ontwikkelbedrijf DCW, maar indien mogelijk ook bij externe werkgevers. In de grafiek geeft de groene lijn aan hoeveel dienstverbanden van gemiddeld 31 uur per week er gerealiseerd zijn t.o.v. de wettelijke taakstelling (gele lijn). Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen) en personeelsadministratiesysteem DCW.

Streefwaarde: Het Rijk heeft een taakstelling voor de realisatie van arbeidsplekken Beschut werk opgelegd, waarvoor ook begeleidingsmiddelen en LKS-middelen in het BUIG-budget worden ontvangen. Daarom valt ons streven samen met de taakstelling. De wettelijke taakstelling wordt voor het komend jaar bepaald, de jaren erna zijn een raming.

 


Toelichting
In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal GarantVerzorgd pakketten, bij Menzis Zorgverzekeraar, ten opzichte van de totale doelgroep met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum in beeld gebracht. Bron: Menzis en CBS.

Streefwaarde: De ambitie blijft voor 2028 hetzelfde als voor 2027. Het beleid voor de collectieve zorgverzekering is met de nota Rondkomen met je inkomen vastgesteld tot en met 2027. Na de evaluatie hiervan stellen we de streefwaarde voor 2028 op.

 


Toelichting
De individuele inkomenstoeslag (IIT) is een toeslag voor mensen die langer dan vijf jaar moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau. Dat wil zeggen 100% van het Wettelijk sociaal minimum. De IIT is onderdeel van de bijzondere bijstand. Bij deze indicator wordt het bereik van de IIT binnen de doelgroep weergegeven. Bron: SSD (registratiesysteem Werk & Inkomen) en GBTwente.

Streefwaarde: De streefwaarden over de periode 2024 tot en met 2027 zijn in deze begroting aangepast zodat deze aansluiten op het bijgestelde beleid uit de kadernota 'Rondkomen met je inkomen'. De ambitie blijft voor 2028 hetzelfde als voor 2027. Het beleid voor de IIT is met de nota Rondkomen met je inkomen vastgesteld tot en met 2027. Na de evaluatie hiervan stellen we de streefwaarde voor 2028 op.

Acties 2025
Aantal acties: 2

01. We voeren het Beleidskader "Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak" uit aan de hand van het uitvoeringsprogramma 2025.

In 2019 is het Beleidskader 'Enschedese Arbeidsmarkt Aanpak' (EAA) vastgesteld. Jaarlijks vertalen we dit kader in een uitvoeringsprogramma, nu voor 2025. Belangrijke accenten in 2025 zijn:
a. we zien een groei van het aantal mensen met multiproblematiek in de bijstand. Bij deze groep zetten we meer in op participatie en op werk met loonkostensubsidie (LKS) in plaats van op uitstroom naar werk. De effecten van deze aanpak zijn breder dan werk. Met onze ondersteuning dragen we bij aan het opbouwen van een sociaal netwerk en het verbeteren van de gezondheid, de beheersing van taal en de financiële situatie (zie doelen 2 en 3.2);
b. we zien ook een grote instroom statushouders in de bijstand. Aan de hand van een specifieke aanpak begeleiden we deze mensen richting werk.
We informeren de raad hierover via de evaluatie van het Uitvoeringsprogramma EAA.

02. We geven de transformatie naar sociaal ontwikkelbedrijf verder vorm.

De speerpunten voor 2025 hierin zijn:
- we leveren een meerjarenstrategie op voor het sociaal ontwikkelbedrijf (inclusief exploitatie);
- we presenteren een toekomstplan voor de locatie Kwekerij;
- we verstevigen de regionale samenwerking en maken efficiënt gebruik van de bestaande infrastructuur.

Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland

Maatschappelijk rendement:
De Stadsbank Oost Nederland (SON) voert de gemeentelijke taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit. Elke inwoner met problematische schulden kan een beroep doen op de Stadsbank. De SON is een Gemeenschappelijke Regeling van 21 gemeenten in Twente en de Achterhoek.

.
01.02 Iedereen heeft een dak boven het hoofd
Het hebben van een dak boven je hoofd is een essentieel onderdeel voor de bestaanszekerheid. Een groot deel van de inwoners regelt hun woning zelf. Een kleine groep inwoners lukt dit om allerlei persoonlijke problemen op één of meer levensgebieden niet. Bijvoorbeeld door ouderdom, handicap, verslavingsproblematiek, echtscheiding of huiselijk geweld. Ondersteuning is dan nodig, voor het regelen van huisvesting en/of passende zorg en ondersteuning bij het zelfstandig wonen. Van wonen met (tijdelijke) begeleiding of ondersteuning tot beschermd wonen.
Rol van de gemeente: we ondersteunen inwoners en partners binnen de taken en mogelijkheden die we als gemeente hebben, in samenwerking met de regiogemeenten daar waar het centrumgemeentetaken betreft. We stimuleren ontwikkelingen en innovaties. We houden toezicht op een correcte uitvoering van taken van onze eigen organisatie en die van partners die we financieren.
Vanuit deze rol hebben we twee speerpunten:
a. We willen dat er voldoende specifieke passende woonvormen zijn voor de mensen die deze nodig hebben. Streven is ‘meer wonen, minder zorg’ oftewel van op straat verblijven via beschermd wonen en/of wonen met begeleiding komen tot toekomstige zelfstandige huisvesting.
b. We willen dat er minder mensen gebruik hoeven te maken van de Maatschappelijke Opvang (MO) en de Vrouwenopvang (VO) en het liefst zo kort mogelijk.
We bieden tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we onderdak met trajectbegeleiding (MO).
Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien (VO).
Om dit doel te bereiken, is het van belang voldoende en diverse opvangplekken en een mogelijkheid tot ambulante ondersteuning te hebben.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3
 

Toelichting
Beschermd wonen is wonen in een instelling met toezicht en begeleiding. Het is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet zelfstandig kunnen leven. De indicator betreft het totaal aantal unieke cliënten met beschermd wonen of die hiervoor op een wachtlijst staan in het gehele centrumgemeentegebied Enschede. Bron: PGaX registratiesysteem CIMOT.

Streefwaarde: Tot en met 2026 verwachten we nog een lichte toename van het aantal mensen dat in de centrumgemeenteregio Enschede beschermd wonen nodig heeft. Vanaf 2027 verwachten we een stabilisatie door de effecten van de maatregelen die in gang zijn gezet en zijn gericht op de beperking van de instroom en het bevorderen van door- en uitstroom.

 


Toelichting
Maatschappelijke opvang biedt tijdelijk onderdak en begeleiding aan mensen zonder thuis. De begeleiding helpt mensen om weer zelfstandig te kunnen wonen, al dan niet met begeleiding. Met deze indicator wordt de gemiddelde verblijfsduur in maanden in de maatschappelijke opvang in beeld gebracht. Bron: PGAx (registratiesysteem CIMOT).

Streefwaarde: We streven naar een gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang van vijf maanden. Dit doen we met de aanpak van het Twentse experiment transferpunt uitstroom maatschappelijke opvang (MO), het realiseren van meerdere passende woonvormen en het wegwerken van de wachtlijst beschermd wonen.

 


Toelichting
Vrouwenopvang biedt tijdelijk onderdak aan vrouwen en mannen met hun kinderen die door huiselijk geweld en/of kindermishandeling niet thuis kunnen blijven. De Vrouwenopvang biedt voor deze groep een veilige omgeving en begeleiding om weer zo snel mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Met deze indicator wordt de gemiddelde duur in de intensieve zorg van de Vrouwenopvang in beeld gebracht. Bron: Managementrapportages Kadera.

Streefwaarde: We zetten de komende jaren meer in op ambulante ondersteuning bij huiselijk geweld. Dat kan leiden tot een kortere gemiddelde verblijfsduur in de opvang. Slachtoffers blijven dan kort of helemaal niet meer in de opvang. Meer ambulante zorg kan er ook toe leiden dat vooral mensen met complexere problemen in de opvang verblijven. Daardoor kan de gemiddelde verblijfsduur juist hoger worden. Omdat nu nog niet voldoende duidelijk is welke kant het precies op zal gaan, kiezen we voor 2028 dezelfde streefwaarde als voor 2027.

Acties 2025
Aantal acties: 1

01. We herijken onze visie en het regionaal beleidskader voor decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

We verstevigen het voorzieningenaanbod voor beschermd wonen en willen dit verankeren in het herziene beleidskader. We koppelen hieraan een regionale uitvoeringsagenda. Basis hiervoor zijn de zes actielijnen van het Nationaal Actieplan tegengaan dakloosheid “Eerst een Thuis”. De prioriteiten zijn:
- elke inwoner kan in het levensonderhoud voorzien (actielijn Versterken financiële bestaanszekerheid),
- niemand hoeft op straat te slapen en niemand wordt meer dakloos (actielijn Preventie),
- als iemand toch dakloos wordt staat de vraag naar huisvesting voorop in plaats van de vraag naar opvang (actielijn Wonen Eerst: uit onderzoek blijkt dat  juist een eigen thuis het beste startpunt is voor het werken aan herstel en het opbouwen van een (nieuwe) toekomst).
Dit herijkte beleidskader leggen we aan de raad voor.

.
02. We maken gezond leven makkelijker

Iedereen kan keuzes maken die gezond leven makkelijker maken en leeft in een omgeving die dit bevordert.
Dit doel stelt een betekenisvol leven van mensen centraal. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens. Het gaat om wie de mens is en niet om zijn/haar beperkingen of ziekte. Om gezonde keuzes te kunnen maken zijn vaardigheden, bereikbaarheid, toegankelijkheid en bewustzijn nodig. Als mensen daar alleen of met hulp van buren, vrienden en familie niet in slagen, kan de overheid ondersteunen (door een basis te leggen om mee te kunnen doen).

 
02.01 Iedereen heeft toegang tot een stimulerende leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag
Een gezonde leefomgeving is een omgeving die als prettig wordt ervaren. De leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag. Zo nodigt het uit tot ontmoeting, bewegen, spelen en houdt rekening met de behoefte van de bewoners en specifieke bevolkingsgroepen. Dit vraagt om een gevarieerd aanbod van voorzieningen die toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar moeten zijn. Hiervoor is een goede basisinfrastructuur en een aantrekkelijke en gevarieerde openbare ruimte nodig, waar de gemeente samen met partners voor zorgt.
Rol gemeente: we maken afspraken met partners en stimuleren samenwerking. We zorgen voor een stimulerende omgeving en het onderhoud daarvan, bv. (sport)parken, speelplekken en fietssnelwegen. We organiseren dichtbij inwoners laagdrempelige plekken voor advies, steun en ontmoeting. En we vergroten de vindbaarheid en de mogelijkheid om in eigen leefomgeving zorg en ondersteuning te krijgen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. We willen een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag. Een gezonde inrichting van de leefomgeving nodigt uit tot gezond gedrag zoals wandelen, fietsen, spelen, ontspannen of elkaar ontmoeten. Een stimulerende omgeving wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid van voorzieningen, die aansluiten bij de behoefte van de inwoners. En ook door de bekendheid en vindbaarheid ervan, onbekend maakt immers onbemind. Een gebiedsgerichte aanpak is hierbij noodzakelijk.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 2
 

Toelichting
Centraal in een stimulerende leefomgeving die uitdaagt tot gezond gedrag staat het aanbod van gezondheids/zorg-, welzijns-, speel- en sportvoorzieningen in de nabije omgeving. In de grafiek geven we weer in hoeverre inwoners tevreden zijn met het aanbod van deze voorzieningen Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.21.

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners, basisjaar 2021).
Bij de sportvoorzieningen is na een daling tussen 2019-2022 (gevolg van Corona) in 2023 weer sprake van een stijging. We willen nu terug naar het hoge niveau van vóór Corona, het niveau van 2019.
De tevredenheid over de speelvoorzieningen is al jaren stabiel.
Bij welzijnsvoorzieningen zien we tot nu toe een golvende lijn. Met de nieuwe opdracht welzijnswerk (‘de sociale basis zó inrichten dat inwoners zich kunnen redden zonder specialistische hulp te hoeven vragen’) die is gestart op 1-1-2024, verwachten we dat de tevredenheid geleidelijk zal toenemen.
Bij zorgvoorzieningen tenslotte zien we de laatste twee jaar een daling in tevredenheid, conform de sterk-stedelijke trend. We willen deze daling tegengaan, en daarom zetten we met het gezondheidsbeleid in op een terugkeer naar het niveau van 2021. 


 


Toelichting
Naast leefstijl en eetpatroon is bewegen een belangrijke factor voor een ieders gezondheid. Deze indicator betreft het percentage inwoners (18 jaar en ouder) dat deelneemt aan sport (vaker dan één keer per week), ongeacht de organisatievorm. Bron: stadspeiling - Kennispunt Twente.

Streefwaarde: ons streven bij het begin van deze begrotingscyclus was terug te komen op het niveau van voor de coronapandemie (71%). Dat lijkt te zijn gelukt. Met de ambities in de nieuwe nota Bewegen, spelen, sporten verwachten we verder door te groeien.

Acties 2025
Aantal acties: 4

01. We vertalen het Beleidskader "Gezond Enschede" naar uitvoeringsprogramma’s op wijkniveau.

In 2024 is het Beleidskader “Gezond Enschede” vastgesteld. Dit beleidskader biedt richting en inspiratie om als gemeente een gezond leven gemakkelijker te maken voor onze inwoners. Belangrijkste speerpunt in 2025 is het opstellen van een uitvoeringsprogramma in 2 à 3 wijken, waarbij we aansluiten bij bestaande initiatieven

02. We gaan aan de slag met de uitvoering van de nota “Bewegen, spelen, sporten”.

De nota bevat de ambities en actielijnen voor de komende jaren. Na vaststelling ligt in 2025 de focus op:
- opstellen van een uitvoeringsprogramma sportaccommodaties;
- inrichten van de openbare ruimte die uitdaagt tot bewegen;
- actualiseren van het subsidiestelsel sport (inclusief verordening).
Deze nota bieden we ter vaststelling aan de Raad aan. 

03. We gaan uitvoering geven aan de clustering van sportparken.

We stellen drie businesscases op voor de mogelijke clusters Schreurserve, Enschede-Oost/Glanerbrug en Enschede-Zuid. In de Investeringsagenda 2024 en in de zomernota 2024 hebben we middelen gereserveerd voor deze drie clusters. We komen met een voorstel voor het beschikbaar stellen van een krediet voor uitvoering.
De voetbalclub SVV’91 verhuist in najaar 2024 naar Enschede-Zuid, EV Phenix  verhuist in zomer 2025 naar Scheurserve en SV Sportlust Glanerbrug verhuist in zomer 2025 naar Enschede-Oost/Glanerbrug.. Daarmee vallen de sportparken Phenix en Bultserve vrij.

04. We voeren de kansenkaart in ter versterking van routenetwerken.

We zetten de Kansenkaart in bij ruimtelijke gebiedsontwikkelingen ter versterking van de routenetwerken (fiets- en wandelroutes en MTB- en ruiterpaden). We gaan aan de slag met een uitvoeringsagenda samen met externe partners. We classificeren de kansen naar fasering en haalbaarheid. Onderdeel van de uitvoeringsagenda vormt een financiële paragraaf. Hierin zal nadrukkelijk ook worden gekeken naar externe financieringsbronnen. De uitvoeringsagenda leggen we in het kader van het besluitvormingsproces ‘Zomernota 2025’ voor aan de raad.

Bijdrage verbonden partij: SamenTwente

Maatschappelijk rendement:
SamenTwente is een gemeenschappelijke regeling (GR) van de veertien Twentse gemeenten. Het voert taken uit op het gebied van volksgezondheid, jeugdhulp & maatschappelijke ondersteuning. Het omvat de onderdelen:
- Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD): voert taken uit in het kader van de Wet Publieke gezondheid, zoals jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau, opvoedondersteuning, rijksvaccinatieprogramma, inspecties kinderopvang), voorkomen en beheersen van infectieziekten, geven van reisadvies en inentingen, voorlichting over gezondheid en verzorgen van medisch spreekuur dak- en thuislozen.
- Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT): regelt de inkoop en het contractmanagement van tweedelijns jeugdhulp en Wmo –maatwerk voor de regio Twente.
- Veilig Thuis Twente (VTT): voert de wettelijke taak uit van advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
Daarnaast is SamenTwente gastheer voor Twentse Koers: een (vrijwillige) samenwerking tussen de veertien Twentse gemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor Menzis, GGD Twente en provincie Overijssel op het snijvlak van zorg, welzijn en wonen, met als doel de zorg beschikbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden.

Bijdrage verbonden partij: Sportaal BV

Maatschappelijk rendement:
Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan de ambities uit het vastgestelde sportbeleid, onder andere door te zorgen voor veilige en schone sportaccommodaties en sportstimuleringsactiviteiten te organiseren. De afspraken met Sportaal zijn vastgelegd in een overeenkomst en een opdracht met indicatoren. De gemeente is tevens enig aandeelhouder van Sportaal BV.

.
02.02 Inwoners kijken naar elkaar om en dragen mede zorg voor elkaars welzijn en bestaan
Sociale netwerken zijn onmisbaar voor een gezond en betekenisvol leven. Een sociaal netwerk betekent: oog hebben voor elkaar, elkaar durven vragen en vertrouwen en elkaar willen helpen, oftewel noaberschap. Een sociaal netwerk bestaat uit mede-inwoners en organisaties/instellingen (onze partners). Samen versterken zij de sociale veerkracht.
Rol gemeente: we zijn opdrachtgever van onze partners en faciliteren onze partners om hun netwerk te bevorderen en te vergroten. Daarnaast zorgen we ervoor dat voorzieningen in stand gehouden worden en dat we hier met partners aanwezig zijn om laagdrempelig vragen op te vangen.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners sociale steun ervaren. In perioden van zware tegenslag kan een sociaal netwerk ook betekenis hebben als vangnet van waaruit mensen opstaan die (tijdelijk) hulp en ondersteuning bieden. Denk aan familie, vrienden en buren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 3
 

Toelichting
Het sociaal vangnet staat voor de mate waarin mensen kunnen terugvallen op vanzelfsprekende verbanden, zoals familierelaties, vrienden/kennissen en relaties in de buurt. Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.17.
Streefwaarde: we willen een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners). Bij alle drie aspecten ligt Enschede sinds 2023 nagenoeg gelijk.

 


Toelichting
Deze indicator omvat de burenhulp en de naastenzorg. Burenhulprelaties gaan over laagdrempelige en vrijblijvende –alledaagse- activiteiten in vriendschappelijke relaties in de fysieke nabijheid. De motieven om buren te helpen staan vaak los van de buurt als gemeenschap (w.o. verbondenheid van de buurt) en hebben vooral te maken met de persoonlijke relatie die men heeft met de ander, de sociale afstand en het wederzijds vertrouwen.
Naastenzorg betreft onbetaalde, niet-alledaagse zorg vooriemand die chronisch ziek, gehandicapt of anders hulpbehoevend is. Deze zorg komt door een persoonlijke band tussen mensen. Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.7, 5.11 en 5.12

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijk gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners; basisjaar 2021).
Net als de ervaren steun door buren (zie indicator 02.02.1a) is ook de steun aan buren flink toegenomen t.o.v. 2022. En die groei zien we ook bij de naastenzorg, waar de groei groter is dan sterk-stedelijk.

 


Toelichting
Voor sommige mensen leidt een tekort aan betekenisvolle relaties snel tot gevoelens van eenzaamheid. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het negatief ervaren verschil tussen de gewenste en gerealiseerde relaties met een bredere groep mensen zoals buren, kennissen of mensen met dezelfde belangstelling mist. . Zowel het aantal sociale contacten als de ervaren kwaliteit van de sociale contacten zijn daarbij bepalend. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl), tabel 5.5 (score soms/vaak).

Streefwaarde: we willen de eenzaamheidscijfers in Enschede op korte termijn terugbrengen naar die van sterk-stedelijk gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners) en de komende jaren zelfs hieronder krijgen. De piek van 2022 is in 2023 alweer afgevlakt, maar nog steeds zien we een stijgende lijn in de periode 2015-2023. Gelet op de landelijke trend is het streven zoals bepaald bij de begroting 2023 voor de komende jaren niet haalbaar. Daarom gaan we op basis van de huidige cijfers uit van een streven van 19% in 2028. Daardoor gaan we eenzelfde daling van 5% (als bij de aangegeven streefwaarden 2023-2027) realiseren, maar met een hogere uitgangswaarde.

Acties 2025
Aantal acties: 3

01. We voeren de nota sociale basis uit.

Doel is om sociale steun te vergroten, gemeenschappen te versterken en de sociale infrastructuur te verstevigen. Hiervoor gaan we aan de slag met de volgende ontwikkellijnen:
- bewonersinvloed vergroten
- ontmoetingsplekken beter benutten en waar nodig nieuwe ontwikkelen
- verstevigen algemene voorzieningen
- evaluatie en herinrichting welzijnswerk.
We informeren de raad over de voortgang.

02. We onderzoeken “75+ huisbezoeken”.

We gaan na of het haalbaar is om huisbezoeken aan inwoners van 75 jaar en ouder uit te voeren binnen onze gemeente. De resultaten van dit onderzoek koppelen we terug aan de raad.

03. We gaan in gesprek over de “Nota Dierenwelzijn”.

De raad heeft een motie aangenomen om de nota Dierenwelzijn bij te stellen. We gaan met de raad in gesprek hoe hier invulling aan te geven.

.
03. We vergroten de kansengelijkheid

Jeugdigen en volwassenen nemen volwaardig deel aan de samenleving, waardoor ze zelfredzaam, sociaal vaardig en gezond door het leven gaan.
Het mag voor de ontwikkeling van inwoners niet uitmaken waar hun wieg heeft gestaan en hoe het leven de inwoner heeft gevormd. Iedereen moet de mogelijkheid hebben het beste en het mooiste uit zichzelf naar boven te halen. Daarbij is het van belang om expliciet oog te hebben voor kansen(on)gelijkheid in onze stad. Gelijke kansen mag dus ook betekenen dat je ongelijke ondersteuning biedt. Want iedereen dezelfde uitgangspositie geven is onmogelijk, dus moet je bijsturen op wat er in de basis is.

 
03.01 Jeugdigen groeien veilig en stabiel op
De basis voor je leven wordt gelegd in je jeugd. Daarom is er specifiek voor deze groep extra aandacht en inzet. We willen dat iedere jeugdige opgroeit in een stabiel gezin; speelt en deelneemt aan maatschappelijke activiteiten. En passende ondersteuning krijgt waar nodig. We zetten in op het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving. Zo krijgt hij/zij de kans een zelfredzame, sociaal vaardige en gezonde inwoner te worden.
Rol gemeente: we ondersteunen kind en gezin om veilig en gezond (kansrijk) op te kunnen groeien. Daarnaast ondersteunen we ouders bij het oplossen van opvoedproblematiek met aandacht voor alle leefdomeinen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen ouders zo vroeg mogelijk ondersteunen bij opvoedproblematiek. Voor het grootste gedeelte van de jeugdigen en hun ouders is voor het gezond opgroeien van de kinderen een positief opgroei- en opvoedklimaat voldoende. Zij redden zich prima, onder andere door gebruik te maken van de basisvoorzieningen in de stad. Een kleinere groep jeugdigen en hun ouders heeft (tijdelijke) ondersteuning nodig in de vorm van een voorziening. Slechts voor een zeer kleine groep jeugdigen en hun ouders is ingrijpen door de overheid nodig. Dit is het geval als ouders er onvoldoende in slagen om hun opvoedverantwoordelijkheid waar te maken en hun kinderen in de ontwikkeling worden bedreigd, of wanneer een jongere een strafbaar feit heeft gepleegd . Streven is: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig.
b. Wij willen dat kinderen ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien. Kinderen hebben baat bij een stabiele opvoedsituatie met toekomstperspectief. Echter: niet iedere jeugdige groeit door allerlei oorzaken op in een stabiel en veilig gezin. Sommige kinderen wonen, tijdelijk, in een pleeggezin binnen de familie, bijvoorbeeld bij een tante of bij opa en oma, ook wel netwerkpleegzorg genoemd. Andere kinderen wonen in een pleeggezin buiten de familie.
Kinderen kunnen ook geplaatst worden in een gezinshuis of een residentiële instelling. Ook deze kinderen moeten een duurzame plek hebben waar zij ’zo thuis mogelijk’ kunnen opgroeien: een pleeggezin of een gezinshuis.
c. Wij willen het bereik van onze voorziening in het kader van kinderarmoede bij de Stichting Leergeld verhogen. Kinderen hebben recht op een toereikende levensstandaard, ook als er thuis weinig te besteden is. Onderzoek wijst uit dat kinderen en jongeren die opgroeien in armoede in hun ontwikkeling worden belemmerd. Nu investeren voorkomt problemen op latere leeftijd. Het helpt ook voorkomen dat kinderen de problemen van hun ouders erven, waardoor armoede overgaat van generatie op generatie. Wij willen dat elk kind ervaart dat hij of zij meedoet en erbij hoort; nú meedoen betekent straks meetellen. Activiteiten als sport, schoolreisjes en muziek horen bij de vorming van ieder kind.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 5
 

Toelichting
De indicator laat het percentage van de zware voorzieningen voor Jeugdhulp zien, ten opzichte van het totaal aantal voorzieningen. Onder zware voorzieningen voor Jeugdhulp valt het wonen en verblijf, maatregelhulp (jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugdzorg +), landelijk transitiearrangement (LTA) en beschikbaarheidsvoorzieningen zoals het Coördinatiepunt spoedhulp, crisisbedden en driemilieusvoorzieningen. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

Streefwaarde: Tot 2028 is er ingezet op een daling. Vanaf 2028 willen we deze dalende lijn bestendigen om ervoor te zorgen dat deze daling duurzaam is. In de strategienota ‘Onze jeugd, onze zorg’ en de inkoop van 2025 staat dat we willen dat kinderen zoveel mogelijk thuis opgroeien, met inzet van ambulante ondersteuning in plaats van verblijfshulp.

 


Toelichting
De indicator laat het percentage van het aantal unieke kinderen en jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van het totaal aantal cliënten met Jeugdhulp zien. Jeugdbescherming kan worden ingezet als de kinderrechter jeugdigen onder toezicht stelt wanneer zij opgroeien in een situatie waarin hun welzijn of gezondheid bedreigd wordt. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

Streefwaarde: Het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen is in de periode 2020-2023 gedaald (in 2022 was een stijging vanwege de verandering in het woonplaatsbeginsel). De verwachting is dat de daling zal stabiliseren. Omdat het aantal maatregelen hoger is in vergelijking met de rest van Nederland zien we ruimte voor verbetering. Ook zullen landelijke besluiten (onder andere inrichten regionaal veiligheidsteam) leiden tot een daling van het aantal maatregelen.

 


Toelichting
In deze indicator wordt het percentage van het totaal aantal jongeren met pleegzorg of een plaatsing in een gezinshuis afgezet tegen het totaal aantal jongeren met Jeugdhulp wonen & verblijf. Bron: Gidso Regie (registratiesysteem Wijkteams).

Streefwaarde: Ondanks de nog steeds stijgende lijn houden we vast aan de meerjarige streefwaarde van 62%. In de strategienota ‘Onze jeugd, onze zorg’ staan maatregelen die bijdragen aan ons doel om meer jeugdigen meer thuis in de eigen omgeving te laten opgroeien. Daarnaast wordt de Jeugdhulp in 2025 opnieuw ingekocht, waarbij er ook aandacht is voor ‘wonen en verblijf’. Een voorbeeld hiervan is het inkopen en ontwikkelen van ambulante alternatieven.

 


Toelichting
Huiselijk geweld is geweld door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Het gaat om geweld waarbij iemand afhankelijk is van de ander. Deze indicator omvat alle meldingen van de verschillende vormen van huiselijk geweld. Veilig Thuis Twente (VTT) is actief voor heel Twente. Deze indicator betreft daarom het jaarlijkse aantal meldingen van huiselijk geweld in heel Twente. Bron: registratiesysteem Veilig Thuis Twente.

Streefwaarde: De verwachting is dat de toename aan meldingen zich nog zal voortzetten. We willen ons niet focussen op het aantal meldingen maar vooral op de aanpak van die meldingen. Daarnaast is een toename van het aantal meldingen niet persé negatief; het is juist wenselijk dat we alle signalen van huiselijk geweld in beeld krijgen zodat de juiste hulp en ondersteuning aan inwoners kan worden geboden. We investeren ook in bewustwording en preventie met als doel huiselijk geweld te stoppen en te voorkomen.

 


Toelichting
In deze indicator wordt het aantal unieke kinderen dat een verstrekking van de Stichting Leergeld heeft ontvangen weergegeven in een percentage ten opzichte van de totale groep kinderen van 4-18 jaar dat leeft in een gezin dat moet rondkomen met een inkomen onder 120% van het wettelijk sociaal minimum. Bron: CBS en Stichting Leergeld.

Streefwaarde: De streefwaarden over de periode 2024 tot en met 2027 zijn in deze begroting aangepast zodat deze aansluiten op het bijgestelde beleid uit de kadernota 'Rondkomen met je inkomen'. De ambitie blijft voor 2028 hetzelfde als voor 2027. Het beleid voor Stichting Leergeld is met de nota Rondkomen met je inkomen vastgesteld tot en met 2027. Na de evaluatie hiervan stellen we de streefwaarde voor 2028 op.

Acties 2025
Aantal acties: 2

01. We voeren de nota "Onze jeugd, onze zorg" uit.

In de nota is de strategie voor duurzame jeugdhulp beschreven. Daarin zijn 47 maatregelen opgenomen om de jeugdhulp toekomstbestendig te maken. Het betreft een meerjarige strategie. In 2025 zijn de speerpunten:
- het versterken van preventie en het voorliggende veld ter voorkoming van jeugdhulp;
- het inzetten op het verminderen van verblijf, zodat kinderen thuis kunnen opgroeien. Om dit te realiseren ontwikkelen we alternatieven voor verblijf en starten we met een coördinatiepunt wonen en verblijf in regionaal verband.
Deze actie is gerelateerd aan BOB-lijn 2 (Zorgkosten en gebruik).

02. We sluiten een convenant voor de aanpak van het huisartsentekort.

We verstevigen hiermee de gezamenlijke aanpak van het huisartsentekort met huisartsen, Menzis en SHT THOON. Hierin leggen we vast hoe we de komende jaren samen werken aan de borging van de continuïteit van huisartsenzorg in Enschede. We informeren de raad over de voortgang

.
03.02 Iedereen neemt volwaardig deel aan de samenleving
Afkomst, geslacht, milieu, opleiding en inkomen (bij jeugd van ouders), fysieke of verstandelijke beperking, bepalen nog te veel de invulling van talentontwikkeling, opleiding en werk. We maken van gewoon meedoen niet een individueel gevecht, maar een taak die we als samenleving hebben te vervullen. Hierbij letten we op een supporterende omgeving, voldoende passende plekken voor onze inwoners om mee te doen al dan niet via een passende plek op de arbeidsmarkt.
Rol gemeente: op basis van vertrouwen investeren in mensen door middel van het beschikbaar stellen van voorzieningen.
Vanuit deze rol hebben we drie speerpunten:
a. Wij willen de maatschappelijke inzet onder onze inwoners vergroten. Participatie, het meedoen en bijdragen aan de maatschappij, vertegenwoordigt voor een persoon allerlei positieve aspecten zoals zingeving, zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Maar participatie heeft in veel gevallen ook expliciete maatschappelijke relevantie en -baten. Bij dit subdoel ligt de focus op betekenisvolle participatie oftewel maatschappelijke inzet. Dit betreft vormen van actieve participatie die van belang zijn voor het individu, én tot doel hebben anderen te helpen of bij te dragen aan de leefomgeving of maatschappij.
b. Wij willen dat onze inwoners kunnen deelnemen aan de samenleving zonder dat ze daarbij beperkingen ervaren. Inwoners kunnen uiteenlopende uitdagingen ervaren die een hindernis vormen voor de gewenste mate van eigen kracht, zelfredzaamheid en het volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Beperkingen kunnen op fysiek, psychisch, taalvaardig en/of financieel gebied zijn.
c. We willen dat de inwoners van 70 jaar en ouder in staat zijn thuis te blijven wonen met of zonder ondersteuning. Doel van de Wmo is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en deel te laten nemen aan het dagelijks leven, al dan niet met behulp van voorzieningen uit de Wmo. Dit sluit aan bij de wens van veel ouderen. Het stelt ze in staat om in de eigen vertrouwde omgeving met hun vertrouwde netwerk te blijven. Daarnaast geldt voor veel ouderen dat ze hun lage woonlasten behouden. Er kleven natuurlijk ook nadelen aan langer thuis blijven wonen, de woning moet toekomstbestendig gemaakt worden, sommige ouderen ervaren eenzaamheid en ondersteuning is vaak wenselijk. Het is belangrijk om per individu te blijven kijken naar de afweging tussen de voor- en nadelen.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 6
 

Toelichting
Deze indicator is een totaalscore van het percentage inwoners dat zich inzet voor buren, buren in een zorgwekkende situatie (eenzaamheid, zelfverwaarlozing of andere probleemsituatie), verenigingsleven, vrijwilligerswerk en/of zorg aan een hulpbehoevende naaste (mantelzorg) in de afgelopen 12 maanden. Bron: Stadspanel Kennispunt Twente en Waarstaatjegemeente.nl.

Streefwaarde: we willen een score gelijk aan het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners), dat rond de 4,0 ligt. We zien in 2023 een sterke stijging, waarmee we boven de streefwaarde uitkomen. In de gemeenterekening 2023 hebben we aangegeven dat we aan de hand van de meting 2024 kunnen zien of het een eenmalige uitschieter is of een trend. Daarom zetten we bij de streefwaarde 2028 vooralsnog de huidige lijn door.

 


Toelichting
Deze indicator betreft inwoners die lid zijn van een Enschedese vereniging of organisatie op het gebied van sport, hobby, cultuur, religie, natuur- en milieu, vakbond, jongeren, ouderen, vrouwen, gehandicapten, migranten, wijkraad, buurtcommissie, bewonerscommissie, politiek, zorg- of hulpverlening en dergelijke en actief deelnemen aan de activiteiten van de club. Bron: stadspanel Kennispunt Twente.

Streefwaarde: Er is deze eeuw sprake van een stabiele lijn, variërend tussen 57% en 63%. Streven is de score van het sterk-stedelijke gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners).


 


Toelichting
Vrijwilligerswerk is werk dat in georganiseerd verband onbetaald wordt uitgevoerd, bij een sportvereniging, hobbyvereniging, cultuurvereniging, kerkgenootschap of andere religieuze vereniging, natuur- en milieuvereniging, school, wijkraad/activiteiten, buurtcommissie/buurthuis, bewonerscommissie, vakvereniging, ouderenbond, vrouwenvereniging, migrantenorganisatie, politieke partij, jongerenorganisatie, gehandicaptenorganisatie, zorg- of hulpverleningsorganisatie, mantelzorgondersteuning, andere vereniging of club. We meten hier het vrijwilligerswerk met structureel karakter. Bron: stadspanel Kennispunt Twente.

Streefwaarde: we willen terug naar de scores voor 2018 (start vorige IPC-beleidscyclus). Na de coronadip zijn we in 2023 weer bijna terug op het niveau van 2018. Het beleid is gericht op een hogere vrijwillige inzet van de inwoners, daarom streven we naar geleidelijke toename tot 30%.

 


Toelichting
Deze indicator is een optelsom (schaalscore) van zeven onderdelen: (algemene) lichamelijke gezondheid, fysiek functioneren (bewegen), geestelijke gezondheid, taal & cultuur, financieel, gevoel er niet bij te horen/niet thuis te voelen en anders. Bron: Burgerpeiling (waarstaatjegemeente.nl) tabel 5.2 en 5.3

Streefwaarde: we streven naar een score gelijk aan of hoger dan het sterk-stedelijk gemiddelde (gemeenten met 100.000-300.000 inwoners, basisjaar 2021). Op geestelijke gezondheid, financieel en gevoel er niet bij horen scoren we iets beter dan sterk-stedelijk. Bij fysiek functioneren en taal & cultuur scoren we een stuk beter. Op lichamelijke gezondheid scoren we hetzelfde.

 


Toelichting
In deze indicator wordt het aantal inwoners van Enschede (per 1.000 inwoners) in de eerste helft van een jaar getoond met een Wmo-voorziening, te weten Ondersteuning thuis, Hulp bij het huishouden en Hulpmiddelen en diensten. Bron: Wmo-voorspelmodel (vng.nl) en Dashboard - Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein - Enschede (waarstaatjegemeente.nl).

Streefwaarde: Met de strategienota Samen leven samen zorgen zetten we in om alle lichte ondersteuning per 2026 via basisvoorzieningen in de wijk te regelen en niet meer door een Wmo-maatwerkvoorziening. Verder stelt het Rijk per 2026 de inkomensafhankelijke eigen bijdrage weer in voor alle Wmo-maatwerkvoorzieningen. De verwachting is dat daardoor het beroep op Wmo maatwerkvoorzieningen afvlakt en op langere termijn zal leiden tot een daling. Dit komt doordat bij inwoners met een hoger inkomen bij een nieuwe aanvraag de eigen bijdrage hoger is dan wanneer de ondersteuning zelf wordt georganiseerd.

 


Toelichting
In deze indicator wordt het percentage zelfstandig wonende inwoners van Enschede van 70 jaar en ouder getoond. Dit wordt gemeten aan de hand van het aantal ouderen met een indicatie voor de Wet langdurige zorg die niet zelfstandig wonen. Bron: CBS, Monitor Sociaal Domein Wmo.

Streefwaarde: De afgelopen jaren is het aantal ouderen dat zelfstandig woont redelijk stabiel gebleven. Het Rijk heeft het aantal intramurale plekken in Nederland bevroren. Dit, in combinatie met de vergrijzing, heeft als effect dat het aantal inwoners van 70 jaar en ouder dat zelfstandig woont naar verwachting iets groter wordt. De gemeente Enschede heeft invloed op deze indicator met de acties uit de Woonvisie.

Acties 2025
Aantal acties: 2

01. We voeren de nota "Samen leven, samen zorgen" uit.

In de nota is de strategie voor duurzame maatschappelijke ondersteuning beschreven. Daarin zijn 18 acties opgenomen om de Wmo toekomstbestendig te maken. Het betreft een meerjarige strategie, in 2025 richten we ons onder andere op het opstellen van een businesscase over het invoeren van reablement. Verder gaan we samen (met andere organisaties) indiceren in fases uitbreiden over de hele stad. Ook wordt er een businesscase opgesteld over het inrichten van wasverzorging buitenshuis als algemene voorziening. Deze actie is gerelateerd aan BOB-lijn 2 (Zorgkosten en gebruik).
Daarnaast komen we met een aanvulling op de nota voor de wettelijk verplichte onderdelen, in de vorm van een beleidsplan Wmo.

 

 

02. We stellen een integraal meerjarig beleidsprogramma migratie & integratie op.

Centraal staan de nieuwe Enschedeërs zoals statushouders, asielzoekers, alleenstaande minderjarige vreemdelingen en Oekraïense ontheemden. We verbinden dat wat we al doen en werken domein-overstijgend samen aan de opgaven rondom wonen, onderwijs, werk, samenleven, sociale zekerheid, zorg, voorzieningen en menselijk kapitaal.
We leggen dit programma ter vaststelling aan de raad voor.

.
03.03 Iedereen ontwikkelt zijn talenten (door)
We willen dat al onze inwoners hun talenten kunnen blijven doorontwikkelen, van jong tot oud. Hierbij willen we dat het milieu waarin je opgroeit (gezin, school, vereniging, buurt e.d.) geen rol speelt in de hoeveelheid kansen die je geboden krijgt. Daarbij begint het vanaf jonge leeftijd, waarbij er nauw samengewerkt moet worden met scholen. Maar zien we als gemeente ook een belangrijke rol in het klaarstomen voor de arbeidsmarkt voor al onze inwoners.
Rol gemeente: onze rol begint bij onze jeugd en jongeren. Hierbij sturen we op vroegtijdige preventie. Daarnaast sturen we op schoolgang en handhaven daar op. We zorgen dat er hulp komt voor jongeren met psychische problemen om toch door te kunnen met school en opleiding. We financieren het onderwijs om een breder aanbod te doen en het middenveld om veel jongeren te bereiken. Verder willen we dat ook als je ouder bent of nieuw bent in Nederland je kansen hebt om je verder door te ontwikkelen. We stimuleren een leven lang onderwijs.
Vanuit deze rol hebben we als speerpunt:
a. Wij willen dat onze inwoners een startkwalificatie hebben. Een schooldiploma vergroot de kans op participatie via betaald werk. Voor een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is een opleiding mbo2, havo-, vwo-, of hoger vereist. De inzet van de gemeente is om te voorkomen dat jongeren afhaken en om hen alsnog een diploma te laten behalen. Daarnaast ben je nooit te oud om te leren en zetten we in op een leven lang leren.


Indicatoren 
Aantal indicatoren: 1
 

Toelichting
Het hebben van een startkwalificatie (een diploma mbo2, havo-, vwo-, of hoger) is enorm belangrijk om een zelfstandig leven op te bouwen en te leiden. Zonder startkwalificatie is de kans zes keer zo groot op maatschappelijke uitval. Als je geen startkwalificatie haalt, is de kans één op drie dat je een participatiewet- uitkering nodig hebt. Bron: CBS-EBB.

Streefwaarde: we willen de Europese doelstelling van 80% halen, vanaf 2026. Onze inzet, samen met het onderwijs en andere (zorg-) partners, is vooral gericht op jongeren tot 27 jaar.
In 2023 heeft het CBS de cijfers vanaf 2014 herberekend, waardoor de scores tot en met 2020 een paar procentpunten hoger uitvielen, dit is aangepast in de realisatie, niet in de streefwaarden.


Acties 2025
Aantal acties: 2

01. We voeren de nota Kansrijk Enschede 2023-2033 uit.

De extra middelen die de raad beschikbaar heeft gesteld maken het mogelijk nieuwe activiteiten op te starten, zoals substantiële naschoolse programma’s in de kwetsbare wijken en extra aandacht voor de jongste kinderen. Die extra aandacht en verrijking heeft direct impact op (de kansen van) het kind. Onze inzet is aanvullend en versterkend op de mogelijkheden die scholen in 2025 hebben voor bijvoorbeeld de inzet van een brugfunctionaris en het verbreden van de schooldag.
We willen het Familiehuis in Enschede-West in 2025 operationeel hebben en kijken naar mogelijke uitbreiding in andere stadsdelen.

02. We voeren gesprekken met de drie grote PO-schoolbesturen om te komen tot een divers en duurzaam onderwijslandschap.

Aanleiding is het feit dat Enschede een relatief groot aantal locaties van basisscholen kent met een leerlingenaantal onder de geldende opheffingsnorm (voor Enschede: 137 leerlingen). Bij nieuwbouw van scholen, zoals voorzien in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP), willen we een situatie creëren waarbij ook voor de toekomst de continuïteit van scholen geborgd is en scholen een leerlingenaantal hebben boven de opheffingsnorm. Wij informeren de raad over de uitkomst van deze gesprekken.

.

 

 

Nieuw of aanpassing beleid 2025
Beleidsveld Onderwerp B/C Voorstel Participatie (Ja/Nee)
Sport Nota Bewegen, spelen, sporten C Ja
Sport Herijking Subsidiestelsel sport C  a
Sport Kredietaanvraag clustering sportparken C Nee
BW/MO Regionaal beleidskader voor decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang  C Ja
Migratie en integratie Beleidsprogramma Migratie en integratie C Ja
Wmo Aanvulling nota Samen leven, samen zorgen: beleidsnota Wmo C Ja

 

 

Wettelijk verplichte indicatoren

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.

* = voorlopige cijfers.

 

  Beleidsveld Naam indicator Eenheid Jaar Score Bron
17. 4. Onderwijs Absoluut verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar  2023 2,7 DUO/Ingrado
18. 4. Onderwijs Relatief verzuim Aantal per 1.000 inwoners 5-18 jaar  2023 19 DUO/Ingrado
19. 4. Onderwijs Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers)* % deelnemers (12 - 23 jaar) aan het VO en MBO onderwijs  2023 3,0 DUO/Ingrado
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters %  2022 44,4 Gezondheidsmonitor
volwassenen en
ouderen (GGD, CBS,
RIVM)
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % 12- t/m 21-jarigen  2022 1,0 Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar  2022 9,0  CBS
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp* % van alle jongeren tot 18 jaar  2023 14,6  CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming* % van alle jongeren tot 18 jaar  2023 1,9  CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering* % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar  2023 0,5  CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo Aantal per 10.000 inwoners  2023 1.050  CBS

 

.. Wat mag het kosten?

Om de gestelde doelen te bereiken zijn per doel lasten begroot voor 2025. Deze bedragen worden ingezet voor het realiseren van de acties (onder 'Wat gaan we doen') maar ook voor het realiseren van de reguliere werkzaamheden. Onderstaande grafiek geeft per product inzicht in de beschikbaar gestelde budgetten.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de meerjarige ontwikkeling van de lasten, baten en reserve mutaties.

Vitaal en sociaal Bedragen x 1.000 euroRealisatie 2023Begroting  2024Begroting 2025Raming  2026Raming  2027Raming  2028
Lasten476.485519.836527.681512.048498.213493.827
Baten151.178171.165163.161162.013151.848151.738
Saldo van baten en lasten325.307348.671364.520350.035346.365342.089
Storting reserves22.3242.441821111
Onttrekking reserves24.45317.2195.042798411311
Resultaat323.178333.894360.299349.239345.955341.779

Toelichting

De lasten stijgen in de begroting 2025 met 7,8 miljoen euro ten opzichte van de Gemeentebegroting 2024. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • hogere lasten bij het product Jeugdhulp (13,3 miljoen euro) door met name de autonome prijseffecten vanuit de Inkoop 2025-2028 (10,9 miljoen euro), effecten van loon- en prijscompensatie (4,8 miljoen euro), autonome groei van de Jeugdhulp (4,4 miljoen euro), lagere lasten uit Spuk's door het vervallen van bijdragen voor de ombouw van kleinschalige woonvoorzieningen en de activiteiten van het Regionaal Expertise Team (5,3 miljoen euro) en de dalende effecten uit de rijksmiddelen voor de hervormingsagenda en de lokale strategie Jeugdhulp (1,8 miljoen euro);
  • lagere lasten bij het product Arbeidsmarktparticipatie (8,0 miljoen euro) met name als gevolg van lagere lasten door offensief begroten zoals besloten bij de Zomernota 2024 (1,0 miljoen euro). Daarbij geldt dat het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. Daarnaast is sprake van lagere lasten door het wegvallen van incidentele budgetten ten behoeve van regionaal arbeidsmarktbeleid. Deze middelen zijn bij de jaarrekening 2023 meegenomen naar 2024 via een bestemmingsreserve (5,0 miljoen euro), lagere lasten door het wegvallen van incidentele lasten, waaronder Aanpak laaggeletterdheid en Begeleiding jongeren naar werk, toegekend bij verschillende circulaires in 2024 (800.000 euro), het wegvallen van een rijkssubsidie voor werkzaamheden van het Regionaal mobiliteitsteam (1,3 miljoen euro), wegvallende tijdelijke middelen voor begeleiding statushouders en de uitvoering Wet Inburgering (800.000 euro). Er is sprake van hogere lasten als gevolg van loon-en prijscompensatie (1,0 miljoen euro);
  • hogere lasten bij het product Onderwijs (1,1 miljoen euro) door met name de extra middelen voor Kansengelijkheid (1,7 miljoen euro) en het wegvallen van de tijdelijke middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO, 521.000 euro);
  • hogere lasten bij het product Ondersteuning Lokaal (Wmo) (6,2 miljoen euro) als gevolg van het toekennen van loon- en prijscompensatie (2,3 miljoen euro), niet gedekte loon- en prijsstijgingen van tarieven voor Wmo-begeleiding en Huishoudelijke Ondersteuning (1,5 miljoen euro) en toename van de gemiddelde zorgkosten door een combinatie van een gewijzigde mix van zorginzet, oplopende zorgduur (meer cliënten langer in zorg) en een toename van de zorgintensiteit (2,5 miljoen euro); 
  • lagere lasten bij het product Ontheemden (4,0 miljoen euro) door een afroming van het budget zoals besloten bij de Zomernota 2024;
  • lagere lasten bij het product Sport & Gezondheid (286.000 euro) met name als gevolg van de wegvallende eenmalige bijdrage voor de nieuwbouw van de accommodatie van de rugbyvereniging ERC'69 (505.000 euro), een vermindering van de compensatie aan Sportaal voor hogere energieprijzen (363.000 euro), incidenteel begrote subsidie de Spuk BTW Sport (360.000 euro). Daar staan hogere lasten tegenover voor Sportaal (500.000 euro) als gevolg van de nieuwbouw zwembad en hogere loonkosten. Tevens zijn er hogere lasten vanwege een hogere bijdrage aan SamenTwente (300.000 euro) en overige ontwikkelingen waaronder loon-en prijscompensatie (142.000 euro);
  • lagere lasten bij het product Inkomensondersteuning (602.000 euro) als gevolg van verlagen middelen Bijzondere Bijstand voor woningrichting (140.000 euro), wegvallen van middelen bij onder andere Bijzondere Bijstand door offensief begroten bij de Zomernota 2024 (900.000 euro). Daarbij geldt dat het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. Daarnaast is sprake van lagere lasten door  afroming middelen Rijk voor Armoede en Schulden (39.000 euro). Hogere lasten als gevolg van loon- en prijscompensatie (477.000 euro);
  • lagere lasten bij het product Ondersteuning Centrumtaken (Wmo) (2,2 miljoen euro) met name als gevolg van inzet uit het verwachte positieve resultaat Beschermd wonen dat betrekking heeft op het aandeel van de gemeente Enschede ten behoeve van het gemeentelijk middelenkader vanuit Zomernota (2,0 miljoen euro), het toekennen van loon- en prijscompensatie voor Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang (861.000 euro) en ophoging van het rijksbudget Beschermd Wonen (109.000 euro); lagere lasten als gevolg van de onttrekking aan de bestemmingsreserves ten behoeve van de exploitatie 2024 voor Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang (976.000 euro) en minder uitgaven voor de Regiovisie omtrent aanpak huiselijk geweld (150.000 euro);
  • hogere lasten bij het product Schuldhulpverlening (311.000 euro) als gevolg van loon- en prijscompensatie (346.000 euro) en Vroegsignalering (50.000 euro). Lagere lasten door wegvallen middelen Pilot Schuldhulpverlening in de Stadsdeelketen (85.000 euro);
  • lagere lasten bij het product Sociale Werkvoorziening & Nieuw Beschut (SW; 1,9 miljoen euro) als gevolg van lagere loonkosten van SW-medewerkers door het krimpende personeelsbestand (2,1 miljoen euro). Daarnaast lagere lasten door offensief begroting bij de Zomernota 2024 (1 miljoen euro). Daarbij geldt dat het bestaande beleid en uitvoering op dit beleidsterrein wordt voortgezet. Er wordt derhalve niet bezuinigd. Daarnaast is sprake van een wegvallende incidentele rijksbijdrage Tegemoetkoming kosten infrastructuur beschut werk (880.000 euro) en diverse verschillen (69.000 euro). Hogere lasten voor de loonkosten en uitvoering van Nieuw Beschut en loon- en prijscompensatie (1,15 miljoen euro). Tot slot hogere lasten door hogere rijkssubsidie voor de SW (1 miljoen euro);
  • hogere lasten bij het product Ondersteuning Wijkteams (347.000 euro) met name als gevolg van het toekennen van loon-en prijscompensatie (532.000 euro) en de hogere personeelskosten vanwege autonome groei binnen Jeugd en Wmo, toegekend bij de Zomernota 2024 (500.000 euro). Daarnaast lagere lasten door het eindigen van de Decentralisatie-uitkering Jeugd (DU-Jeugd) voorkomend uit het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk (793.000 euro);
  • hogere lasten bij het product stelpost onderuitputting Vitaal en Sociaal (3,5 miljoen euro). In de Zomernota 2021 is een stelpost bij Vitaal & Sociaal opgenomen van 3,5 miljoen euro. Deze is ingesteld om te anticiperen op onderuitputting op budgetten binnen het begrotingsprogramma Vitaal & Sociaal. In de Zomernota 2024 is besloten deze post niet te handhaven mede gelet op het negatieve resultaat in 2023 en de structurele aframingen die in het middelenkader zijn doorgevoerd;
  • overige kleine verschillen zijn er bij het product Algemene Bijstand Levensonderhoud (89.000 euro hogere lasten) en Algemene maatschappelijke voorzieningen (44.000 euro lagere lasten).

De baten dalen in de begroting 2025 met 8 miljoen euro ten opzichte van de Gemeentebegroting 2024. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • lagere baten bij het product Jeugdhulp (5,3 miljoen euro)  als gevolg van het vervallen van de middelen voor de specifieke uitkeringen voor de driemilieusvoorzieningen (centrummiddelen ten behoeve van investeringen in kleinschalige woonvoorzieningen, 3.2 miljoen euro) en het vervallen van de doorgeschoven middelen voor de jaren 2022 en 2023 voor het Regionaal Expertise Team (2,1 miljoen euro) lagere baten bij het product;
  • lagere baten bij het product Arbeidsmarktparticipatie (1,5 miljoen euro) als gevolg van het wegvallen van een incidentele bijdrage van regiogemeente aan de uitvoering van taallessen voor Oekraïense ontheemden (250.000 euro) en het wegvallen van rijkssubsidies voor de uitvoering van werkzaamheden van het Regionaal mobiliteitsteam (1,3 miljoen euro);
  • lagere baten bij het product Onderwijs (1,1 miljoen euro)  als gevolg van lagere baten door het wegvallen van middelen vanuit meeneemregeling voorgaande jaren Onderwijsachterstandenbeleid (367.000 euro), wegvallen van middelen vanuit meeneemregeling voorgaande jaren voor Brede Spuk Gala -onderdeel Combifunctionarissen- (166.000 euro), het vervallen van de incidentele middelen Nationaal Programma Onderwijs (521.000 euro) en het vervallen van regionale middelen voor uitgaven Multi-inzetbaar team (69.000 euro);
  • hogere baten bij het product Ondersteuning Centrumtaken (Wmo) als gevolg van de bijdrage van de regiogemeenten voor de medefinanciering van loon- en prijsstijgingen voor de Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang (470.000 euro);
  • hogere baten bij het product Sociale Werkvoorziening en Nieuw Beschut (285.000 euro) als gevolg van loon en prijscompensatie (53.000 euro), stijging van loonkostensubsidie (243.000 euro), toename Lage Inkomens Voordeel vergoedingen (175.000 euro) en een lagere omzet vanwege krimpend personeelsbestand (186.000 euro);
  • lagere baten bij het product Algemene Maatschappelijke Voorzieningen als gevolg van een lagere Brede Spuk Gala uitkering voor valpreventie en mantelzorg (111.000 euro);
  • lagere baten bij het product Ondersteuning Wijkteams met name als gevolg van het eindigen van detacheringen bij de SMD (166.000 euro);
  • lagere baten bij het product Sport & Gezondheid (496.000 euro) met name als gevolg van een lagere rijksbijdrage in het kader van de Spuk BTW Sport (360.000 euro), verlaging Brede Spuk Gala uitkering (72.000 euro) en de baten van de ijsbaan (46.000 euro);
  • hogere baten bij het product Ondersteuning Lokaal (Wmo) als gevolg van indexatie (49.000 euro).

 

De mutatie op stortingen (1,62 miljoen euro) in de reserves in de Gemeentebegroting 2025 ten opzichte van 2024 betreft: 

  • Reserve Vroegsignalering (600.000 euro): stijging van storting als gevolg van middelen in 2024 vanuit de Gemeentefondsuitkering voor Vroegsignalering;
  • Reserve Hervormingsagenda en exploitatieontwikkeling Jeugdhulp (1,0 miljoen euro): de dotatie aan de reserve daalt door een afname van de extra ontvangen rijksmiddelen Jeugdhulp. Deze extra middelen worden (na aftrek bijdrage algemene middelen en eerdere knelpunten) in de reserve gestort voor de jaren 2022 tot en met 2025.

De belangrijkste mutaties op onttrekkingen (12,17 miljoen euro) aan de reserves in de Gemeentebegroting 2025 ten opzichte van 2024 betreffen: 

  • een daling van 6,3 miljoen euro voor Jeugd: in de Gemeentebegroting 2025 vervalt de onttrekking die in de begroting 2024 is ingezet ter compensatie van de exploitatie voor de Jeugdhulp;
  • een daling van 5,9 miljoen euro als gevolg van het vervallen van bestemmingsvoorstellen uit de jaarrekening 2023 (Algemeen maatschappelijke voorzieningen, Projectkosten clustering sportparken, Regionaal arbeidsfonds en Inburgering); deze middelen zijn in 2024 aan de reserve weerstandsvermogen onttrokken;
  • een daling van 375.000 euro Strategische investeringsagenda;
  • een daling van 398.000 euro Investeringsreserve Sociaal Domein;
  • een stijging van 3,4 miljoen euro Reserve energietoeslag (zie Zomernota 2024);
  • een daling van 1,2 miljoen euro eenmalige onttrekking reserve Noodfonds;
  • een daling van  1,15 miljoen euro reserves Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang;
  • een daling van 277.000 euro overige reserves.
Meer info Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders Niels van den Berg, Arjan Kampman, Harmjan Vedder
Concerndirecteur Christine Nijkamp