Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bestaat de financiële begroting uit een overzicht van baten en lasten en een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, aangevuld met een toelichting. We starten met de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd.
Voor de begroting 2017 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:
Omschrijving | Grondslag |
Lonen en sociale lasten | 3,08% |
Prijzen | 0,90% |
Algemene uitkering | Septembercirculaire 2016 |
Onroerendzaakbelasting | 0,90% |
Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overige heffingen |
Kostendekkend 0,90% |
Tarieven | Kostendekkend |
Omslagrente | 3,25% |
Aantal inwoners | 159.241 |
aantal woningen (exclusief recreatie) | 75.839 |
Hieronder zijn totaaloverzichten van alle lasten, baten en reservemutaties opgenomen. Deze overzichten kennen een nieuwe indeling conform de vernieuwde wetgeving BBV.
We presenteren de vier programma's naast de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing vennootschapsbelasting (Vpb) en het bedrag voor onvoorzien. Hierdoor wijkt het gepresenteerde totaal per programma in hoofdstuk 3 (incl. overhead, etc.) af van het hieronder gepresenteerde totaal per programma (excl overhead, etc.).
|
Meerjarenraming
|
Voor uitgebreide financiële informatie zie de bijlage in Hoofdstuk 6.4, Wat mag het kosten?
Algemene dekkingsmiddelen
Onderstaand geven we een beeld van de algemene dekkingsmiddelen (gesaldeerd: lasten en baten).
|
Overhead
Om de Raad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is wettelijk voorgeschreven om vanaf 2017 de kosten van de overhead apart te presenteren. In de programma’s zijn dan alleen de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces.
Overhead bevat alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Wij onderscheiden hierin 3 categorieën:
Overhead met betrekking tot de eerste twee categorieën (Interne dienstverlening en Bestuursondersteuning) was al gecentraliseerd. Overhead met betrekking tot de derde categorie (programma-overhead: met name leidinggevende-, control- en secretariaatsfuncties) was t/m 2016 onderdeel van de producten. Vanaf 2017 is dit gecentraliseerd binnen het programma Dienstverlening en financieel beleid (met uitzondering van 704.000 euro facilitaire programma-overhead, die binnen het programma Duurzame leefomgeving blijft). In onderstaande tabellen geven we een beeld van de overhead (saldo: lasten en baten).
|
|
Binnen de begroting is sprake van gesloten systemen (rioleringen, afval, etc.). In deze gevallen blijft een deel van de overhead toegerekend aan deze programma's. Daardoor is naast het programma Dienstverlening en financieel beleid ook binnen Duurzame leefomgeving en Versterken economie, facilitaire overhead aanwezig voor respectievelijk 2,9 miljoen en 1,4 miljoen euro.
Onderstaande tabel bevat de herkomst van de programmaoverhead van 6,9 miljoen euro, die met ingang van 2017 vanuit de programma's is overgeheveld naar het programma Dienstverlening en financieel beleid.
Herkomst organisatieprogramma Bedragen in 1.000 euro's |
Begroting 2017 |
Maatschappelijke Ondersteuning | 2.477 |
Versterken economie | 1.369 |
Duurzame leefomgeving | 2.418 |
Dienstverlening Financieel beleid | 615 |
Totaal begrotingsprogramma Dienstverlening en financieel beleid | 6.879 |
Deze bedragen zijn in mindering gebracht op de budgetten van de betreffende programma's.
Incidentele baten en lasten
Voor de periode 2017 t/m 2020 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot:
Programma Bedragen in 1.000 euro's |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | |
Maatschappelijke Ondersteuning | 3.176 | |||||||
Versterken economie | 325 | |||||||
Duurzame leefomgeving | 230 | 5.035 | 230 | 13.575 | 950 | |||
Dienstverlening en financieel beleid | 4.250 | 3.250 | 1.000 | |||||
Totaal | 230 | 12.786 | 230 | 16.825 | 1.950 |
Voor een nadere specificatie en toelichting op dit overzicht en het overzicht met beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, verwijzen we naar de bijlage in Hoofdstuk 6.1.
Structurele reserveringen
Voor de periode 2017 t/m 2020 zijn de volgende structurele reservemutaties begroot:
|
Taakvelden
Het volgende overzicht geeft inzicht in het verdelingsprincipe van de taakvelden naar de programma's voor het begrotingsjaar 2017. De lasten en baten zijn exclusief reservemutaties.
|
In het totaaloverzicht baten en lasten aan het begin van deze paragraaf zijn de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing Vpb en onvoorzien afzonderlijk gepresenteerd. De algemene dekkingsmiddelen betreffen de taakvelden 0.5 treasury, 0.61 OZB woningen, 0.62 OZB niet-woningen, 0.64 Belastingen overig en 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds. Overhead betreft het taakveld 0.4 Ondersteuning organisatie. Heffing Vpb betreft taakveld 0.9 Vennootschapsbelasting. Het bedrag voor 'onvoorzien' betreft het taakveld 0.8 Overige baten en lasten.
Deze paragraaf bevat een prognose van de balans en het EMU-saldo. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering, het verloop van de reserves en het verloop van de voorzieningen (art. 20 BBV).
Geprognosticeerde balans
De prognose van de balans betreft het begrotingsjaar, het voorliggende jaar en de 3 jaren volgend op het begrotingsjaar.
Deze prognose is inclusief de cijfers van Sportaal en Onderhoud Enschede. De cijfers van Sportaal en Onderhoud Enschede worden conform afspraak in december 2016 separaat aan de Raad voorgelegd.
Activa | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Passiva | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
bedragen in 1.000 euro's | ||||||||||||
Eigen vermogen | 81.247 | 61.723 | 59.151 | 74.409 | 93.079 | |||||||
(Im)materiele vaste activa | 518.755 | 524.171 | 525.093 | 518.405 | 506.664 | Voorzieningen | 56.107 | 62.542 | 64.144 | 64.807 | 64.081 | |
Financiële vaste activa | 55.140 | 53.396 | 50.433 | 47.013 | 41.480 | Vaste schulden | 398.912 | 404.515 | 380.182 | 396.029 | 398.914 | |
Totaal Vaste activa | 573.895 | 577.567 | 575.526 | 565.418 | 548.144 | Totaal Vaste passiva | 536.266 | 528.780 | 503.477 | 535.245 | 556.074 | |
Voorraden | 77.708 | 67.695 | 58.677 | 58.894 | 60.709 | |||||||
Vorderingen (uitzettingen) | 55.489 | 54.823 | 55.745 | 55.352 | 55.307 | Vlottende Schulden | 138.968 | 137.353 | 147.493 | 107.364 | 69.137 | |
Liquide middelen | Overlopende passiva | 38.322 | 40.815 | 43.420 | 40.823 | 41.686 | ||||||
Overlopende activa | 6.464 | 6.863 | 4.442 | 3.768 | 2.737 | |||||||
Totaal Vlottende activa | 139.661 | 129.381 | 118.864 | 118.014 | 118.753 | Totaal Vlottende passiva | 177.290 | 178.168 | 190.913 | 148.187 | 110.823 | |
Totaal Activa | 713.556 | 706.948 | 694.390 | 683.432 | 666.897 | Totaal Passiva | 713.556 | 706.948 | 694.390 | 683.432 | 666.897 | |
Berekening EMU-saldo
In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een bij de euro aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën.
In de onderstaande tabel is het EMU-saldo van Enschede berekend.
Berekening EMU-saldo | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan de reserves | -27.561 | -19.524 | -2.571 | 15.259 | 18.670 |
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 32.793 | 28.960 | 31.080 | 32.822 | 33.966 |
Dotaties aan voorzieningen | 6.124 | 9.116 | 7.392 | 6.929 | 6.935 |
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | -24.284 | -34.376 | -32.003 | -26.133 | -22.225 |
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | 500 | 1.650 | 750 | 0 | 0 |
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | -18.168 | -4.885 | -6.114 | -3.642 | -4.880 |
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord | 11.300 | 17.205 | 9.903 | 10.710 | 12.606 |
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen | -7.106 | -9.500 | -5.735 | -1.003 | -1.072 |
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verkoop van effecten: de verwachte boekwinst bij verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | -26.402 | -11.354 | 2.702 | 34.942 | 44.000 |
Verloopoverzicht reserves
|
We hebben in Hoofdstuk 6.2 een specificatie opgenomen waarin de reserves zijn onderverdeeld naar de programma's. Daarnaast lichten we de belangrijkste reserves toe. In dit verloopoverzicht staat een kolom waarin het onderscheid naar soort reserve is opgenomen (Alg: algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met een nadere onderverdeling van reserves kapitaallasten, reserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Egal en BR Ov). Hieronder treft u hiervan een totaaloverzicht aan.
|
Bestemmingsreserves met egalisatiemotief zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De bestemmingsreserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid.
Verloopoverzicht voorzieningen
|
Voor een specificatie per voorziening verwijzen we naar Hoofdstuk 6.3, Staat van Voorzieningen.
Investeringen
In onderstaand overzicht staan per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen voor de jaren 2017 t/m 2020. Deze zijn ingedeeld in:
Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van de programmabegroting alle in deze paragraaf opgenomen investeringen worden goedgekeurd. De goedkeuring betreft alleen de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2016, waarvoor we verwijzen naar Hoofdstuk 6.5, Staat van vervangingsinvesteringen. Voor uitbreidingsinvesteringen zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit, worden separate voorstellen voorgelegd. Daarnaast is in Hoofdstuk 6.6, Ruimtelijke projecten, een actueel inzicht gegeven in de lopende majeure stedelijke investeringsprojecten en mobiliteitsprojecten.
Investeringsoverzicht per programma 2017-2020 (bedragen in 1.000 euro's) |
||||
Programma | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Economisch nut | ||||
Investeringsfonds DCW | 160 | 160 | 160 | 160 |
Totaal Versterken economie | 160 |
160 |
160 |
160 |
Economisch nut | ||||
Riolering | 16.810 | 16.866 | 15.900 | 10.295 |
Overig (vervangings)investeringen | 200 | - | - | - |
Mobiliteitsplan | 4.681 | 4.084 | 1.857 | 1.783 |
Binnenstad (o.a. Stadsweide) | 2.200 | 1.000 | - | - |
Maatschappelijk nut | ||||
Openbare verlichting | 1.200 | 746 | 746 | 746 |
Beheer wegen | 2.175 | 2.175 | 2.175 | 2.175 |
Totaal Duurzame leefomgeving | 27.266 | 24.873 |
20.678 |
14.999 |
Economisch nut | ||||
ICT-meerjarenplan | 4.680 | 3.978 | 4.195 | 5.364 |
Huisvesting & services | 660 | 1.995 | 100 | 702 |
Vastgoedbedrijf | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Onderwijshuisvesting | 500 | - | - | - |
Publieksdienstverlening | 110 | - | - | - |
Totaal Dienstverlening en financieel beleid | 6.950 | 6.973 |
5.295 |
7.066 |
Totaal Investeringen - economisch nut | 31.001 |
29.083 |
23.212 |
19.304 |
Totaal Investeringen - maatschappelijk nut | 3.375 | 2.921 |
2.921 |
2.921 |
Subsidies
Gesubsidieerde instellingen
De invulling van de maatschappelijke doelstellingen van de Gemeente Enschede wordt mede vormgegeven door het verstrekken van subsidies. Instellingen kunnen onder meer op basis van een verordening of de begroting een subsidie aanvragen. De procedure hiervoor is vastgelegd in de (Algemene) Subsidieverordening. Tijdens de looptijd van de subsidie worden de instellingen bevoorschot.
De definitieve vaststelling vindt in het algemeen achteraf plaats. De vaststelling kan om uiteenlopende redenen lager uitvallen dan de verlening. In dat geval vordert Gemeente Enschede teveel uitbetaalde voorschotten terug.
Bij de aanvraag vindt een inhoudelijke en financiële toets plaats. Voor de materiële subsidies volgt de gemeente tijdens de looptijd van de subsidie de instelling, zowel inhoudelijk als financieel.
Subsidieplafond 2017
Onder subsidieplafond wordt verstaan: 'het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift' (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een open einde karakter heeft. Hieronder een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2017 geldende subsidieplafonds.
Subsidieverordening (bedragen in euro's) |
Subsidie- plafond 2017 |
Subsidieverordening amateurkunst 2008 | |
- muziekverenigingen | 98.000 |
- drum- en showbands | 48.000 |
- zangverenigingen | 70.000 |
- operetteverenigingen | 14.000 |
- dansverenigingen | 14.000 |
- toneelverenigingen | 7.000 |
- overige verenigingen en orkesten | 15.000 |
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014* | 493.000 |
Subsidieverordening sport | 914.000 |
Subsidieverordening vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk Enschede | 54.000 |
Subsidieverordening actieprogramma binnenstad | 525.000 |
* Voor de Subsidieverordening culturele activiteiten geldt dat de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen in één verordening zijn samengevoegd. Ze zijn nog wel als aparte hoofdstukken benoemd. Met uitzondering van evenementen zijn de budgetten echter onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar.
Hieronder geven we per programma een overzicht van de te verstrekken subsidies. Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in Hoofdstuk 6.7.
|
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen
In onderstaand overzicht zijn de arbeidskostengerelateerde verplichtingen opgenomen, die jaarlijks een vergelijkbaar volume hebben. De dekking van deze verplichtingen is in de meerjarenraming voorzien. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, is een voorziening gevormd c.q. een verplichting opgenomen.
Bedragen in 1.000 euro's | jaarlijks |
Vakantiegeld | 5.600 |
Vakantiedagen | 8.200 |
Eindejaarsuitkering | 5.500 |