Dit hoofdstuk bestaat uit 8 paragrafen. De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting opgenomen. De paragrafen zijn daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s. De paragrafen zijn om verschillende opgenomen in de Programmabegroting:
Wat is het verschil tussen Programma’s en Paragrafen?
De Programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op burgers. De paragrafen indirect. De paragrafen zijn namelijk de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht:
Daarnaast is de volgende paragraaf opgenomen, omdat wij het van belang vinden om dit onderwerp in samenhang te presenteren:
Inleiding
Een gemeente kan lokale heffingen opleggen aan bewoners en ondernemers en daarmee eigen middelen verwerven. Deze middelen kunnen ingezet worden om uitgaven die de gemeente doet voor de uitvoering van de gemeentelijke taken te betalen. Het invoeren, wijzigen en intrekken van lokale heffingen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Hiervoor stelt de gemeenteraad jaarlijks de Belastingverordening vast. De vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vond plaats op 8 december 2014.
Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
In deze paragraaf beschrijven we eerst aspecten van beleid en uitvoering van de lokale heffingen in 2015. Vervolgens geven we een toelichting op de begroting en realisatie van de opbrengsten van de lokalen heffingen en lichten verschillen ten opzichte van de begroting toe. Tot slot gaan we in op overige relevante ontwikkelingen die afgelopen jaar op het terrein van lokale heffingen hebben plaatsgevonden.
Beleid en uitvoering 2015
Macronorm
Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale OZB-opbrengst voor alle gemeenten bij elkaar. Ter voorkoming van een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk is een macronorm ingesteld. Het schrappen van de limitering van de OZB mag niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Op basis van de macronorm moet een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk worden voorkomen en zo nodig gecorrigeerd. De macronorm voor het jaar 2015 was 3%. De in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen afgesproken evaluatie van de systematiek van de macronorm is nog niet afgerond.
Bedrijfsinvesteringszone
Op 1 januari 2015 is de experimentenwet BIZ omgezet in definitieve wetgeving. De BIZ maakt het mogelijk dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Het instrument dat hiervoor wordt ingezet, is een gebiedsgerichte heffing die door de gemeente op verzoek van de ondernemers kan worden ingesteld, indien bij hen aantoonbaar voldoende draagvlak aanwezig is. In 2015 is door het bestuur van de Vereniging Euregio Bedrijvenpark (EBP) een verzoek ingediend om tot een BIZ-heffing te komen. Omdat werd verwacht dat de uitkomst van de draagvlakmeting niet positief zou uitvallen is de behandeling van het verzoek opgeschort.
Tariefsaanpassing 2015
Voor 2015 is voor de tarief mutaties in principe uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,25%. Uitzondering hierop waren de begraafplaatsrechten (gemiddeld plus 8,5%), hondenbelasting (7,40 ero extra), de afvalstoffenheffing (min 0,7%), rioolheffing (5,9%) en diverse leges.
Toeristenbelasting
In 2015 heeft uw raad besloten om met ingang van 1 april 2016 toeristenbelasting te heffen.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing 2015 is verlaagd ten opzichte van 2014 wegens verwachte kostenbesparing. Het tarief is 308,40 euro voor meerpersoonshuishoudens en voor eenpersoonshuishoudens 274,10 euro. Door meer gescheiden (waardevolle) grondstromen (huis-aan-huis ) in te zamelen wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan de milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen, maar worden ook de totale kosten voor de inzameling en verwerking gedrukt. Vermindering van totale kosten inzameling komt voort uit kostenbesparende maatregelen van inzameling van restafval. Daarnaast is de afvalbeleidsvisie verder doorontwikkeld met het oog op een afvalloos Twente. In 2015 is besloten om met ingang van 2017 Diftar en met ingang van 2019 ‘omgekeerd’ inzamelen in te voeren. Zie besluit Tariefdifferentiatie voor de inzameling van huishoudelijk afval.
Rioolheffing
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 “Veilig en op maat” is op 12 oktober 2015 door de raad vastgesteld. Bij de vaststelling van het GRP is inzicht gegeven in de ontwikkeling van de rioolheffing de komende jaren. De rioolheffing wordt jaarlijks vastgesteld voor het komende jaar en is een bestemmingsheffing. Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengsten van de rioolheffingen mogen dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het tarief rioolheffing ligt in het GRP. Hier wordt uitgegaan van een stijging van het tarief van maximaal 6,1% per jaar, gedurende de periode 2016-2020. Voor 2015 was het tarief 197,64 euro en in 2016 is de stijging van het tarief 5,9% en bedraagt het tarief 209,16 euro.
Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlast
De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Daarin worden de woonlasten van een woning per gemeente vergeleken met een voor die gemeente gemiddelde waarde.
Woonlastenontwikkeling in Enschede
Als gevolg van voorgaande uitgangspunten ontstonden de volgende gemeentelijke woonlasten bij een woning met een gemiddelde woningwaarde (exclusief garages en woningen in aanbouw) in 2015 van 150.500 euro.
(bedragen in euro's) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
OZB-eigenaar woning | 247,04 | 251,51 | 261,30 | 259,47 |
Afvalstoffenheffing * | 306,00 | 310,44 | 310,44 | 308,40 |
Rioolheffing | 171,60 | 179,04 | 186,72 | 197,64 |
Totaal | 724,64 | 740,99 | 758,46 | 765,51 |
* Het tarief voor meerpersoonshuishouden
Corrigeren voor extra geld van het Rijk ter compensatie van lage belastingcapaciteit?
De COELO-atlas maakt onderscheid tussen het perspectief van de belastingbetaler en dat van de gemeente(financiën). Bij het eerste perspectief gaat het erom hoeveel een huishouden in Enschede moet betalen aan belasting. In het tweede perspectief worden de woonlasten gecorrigeerd voor het feit dat gemeenten extra geld uit het gemeentefonds krijgen als ze een relatief lage waarde aan onroerende zaken hebben waarover ze belasting kan heffen.
Welke typen huishoudens?
Het COELO gaat in de belangrijkste vergelijkingen uit van meerpersoonshuishoudens. Bij gemeenten met tariefdifferentiatie tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens kan het beeld daardoor afwijken ten opzichte van gemeenten die dat niet hebben. Enschede kent een goedkoper tarief voor eenpersoonshuishoudens bij de afvalstoffenheffing, maar niet bij de rioolheffing. Ook zijn er belangrijke verschillen, doordat er huishoudens zijn met een goedkope of dure eigen woning en huishoudens die hun woning huren. Die laatste betalen sinds 2006 geen OZB meer.
bruto woonlasten | éénpersoonshuishouden | meerpersoonshuishouden | stijging in % tov 2014 | |||
2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 1-pers | meerpers | |
Almelo | 712 | 733 | 712 | 733 | 3,0% | 3,0% |
Borne | 762 | 761 | 762 | 761 | -0,1% | -0,1% |
Dinkelland | 749 | 765 | 809 | 825 | 2,2% | 2,0% |
Enschede | 725 | 731 | 758 | 766 | 0,9% | 1,0% |
Haaksbergen | 715 | 776 | 764 | 825 | 8,5% | 8,0% |
Hellendoorn | 652 | 659 | 758 | 763 | 1,0% | 0,7% |
Hengelo | 615 | 624 | 699 | 717 | 1,4% | 2,5% |
Hof van Twente | 738 | 759 | 787 | 808 | 2,9% | 2,7% |
Losser | 742 | 722 | 742 | 722 | -2,7% | -2,7% |
Oldenzaal | 620 | 630 | 680 | 690 | 1,6% | 1,5% |
Rijssen-Holten | 592 | 604 | 648 | 658 | 2,0% | 1,6% |
Tubbergen | 669 | 687 | 713 | 730 | 2,7% | 2,3% |
Twenterand | 601 | 612 | 687 | 695 | 1,9% | 1,2% |
Wierden | 680 | 697 | 733 | 755 | 2,4% | 3,1% |
Overijssel | 653 | 671 | 710 | 731 | 2,8% | 3,0% |
Nederland | 636 | 645 | 704 | 716 | 1,4% | 1,7% |
Overzicht opbrengsten van belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen | Begroting | Realisatie |
Afvalstoffenheffing | 19.960.000 | 19.986.000 |
Kwijtschelding | -2.300.000 | -2.750.000 |
Oninbaar | -200.000 | -221.000 |
Netto | 17.460.000 | 17.015.000 |
Rioolheffing | 14.264.000 | 14.501.000 |
Kwijtschelding | -1.646.000 | -1.872.000 |
Oninbaar | -182.000 | -174.000 |
Netto | 12.436.000 | 12.456.000 |
OZB (woning en niet woning) | 39.149.000 | 40.041.044 |
Hondenbelasting | 910.000 | 858.156 |
Reclamebelasting | 152.000 | 146.692 |
Precariobelasting | 255.000 | 270.613 |
Leges (o.a. omgevingsvergunning) | 2.872.000 | 2.510.000 |
Vergunningen
In 2015 is het aantal grote bouwprojecten achter gebleven op de prognose. Daardoor bleven ook de legesinkomsten achter.
Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
Huishoudens met een inkomen op minimumniveau komen in aanmerking voor kwijtschelding van de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges huwelijksvoltrekkingen. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij tevens een vermogenstoets plaats vindt.
Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoets worden de woonlasten voor deze categorie geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden.
Inleiding
De theorie achter deze paragraaf is niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018. De focus ligt daarom nu op het actualiseren van het weerstandsvermogen. Nieuw is de tabel met financiële kengetallen. Deze is opgenomen omdat het BBV dat voorschrijft vanaf de programmabegroting 2016. De kengetallen in deze tabel maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.
Beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:
Berekening weerstandsvermogen
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit, komen we eind 2015 uit op een ratio van afgerond 1,0.
46,0 miljoen euro
Ratio 1,0 = -------------------------
45,0 miljoen euro
De ratio bevindt zich hiermee aan de ondergrens van de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0 - 1,4. In het coalitieakkoord is afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. Daarvoor is in het middelenkader ruimte opgenomen.
In de Zomernota wordt het verloop van het weerstandsvermogen voor de komende jaren weergegeven.
Het is van belang om u te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wetenschap. Tegenvallers in de algemene uitkering, grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit hebben een belangrijke impact op de financiële positie van onze gemeente.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 46,0 miljoen euro en is onderverdeeld in een algemene reserve van 25,8 miljoen euro, stille reserves van in totaal 17,4 miljoen euro en het saldo rekeningresultaat van 2,8 miljoen euro.
Algemene reserve
De algemene reserve is in 2015 verbeterd met 11,1 miljoen euro. De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen van 36,4 miljoen euro en de reserve grondbedrijf van negatief 10,6 miljoen euro. De reserve grondbedrijf is geactualiseerd bij het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2016, vaststelling in mei 2016.
Stille reserves
De stille reserves zijn becijferd op 17,4 miljoen euro. Dit is een verlaging van 0,4 miljoen euro ten opzichte van de Programmabegroting 2016. Het gaat om de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf (6,5 miljoen euro) en van de objecten van het grondbedrijf (10,9 miljoen euro). De stille reserves van de gronden zijn gebaseerd op het MPG 2016.
Met de verbetering van de algemene reserve vermindert het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen.
Benodigde weerstandscapaciteit
Risico's grondbedrijf
De risico’s van het grondbedrijf zijn bijgesteld als gevolg van het MPG2016.
Voor het grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen MPG. Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en samengebracht in één grote risicosimulatie. Deze risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf waren per 31 december 2014 becijferd op 18,3 miljoen euro. Bij het MPG 2016 zijn de risico's verlaagd naar 16,5.
Overige risico's
De overige risico’s zijn becijferd op 28,5 miljoen euro. Dat is een stijging ten opzichte van de 23,4 miljoen euro volgens de programmabegroting 2016. De volgende risico's zijn gewijzigd:
Tabel met 10 grootste overige risico's
Nr. | Onderwerp (bedragen x € mln) |
Financieel gevolg PB 2016 | Financieel gevolg JR 2015 | Kans |
1. | BUIG-MAU | 10,2 | 6,7 | 70% |
2. | Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost | 9,6 | 10,2 | 30% |
3. | Gewaarborgde geldleningen worden niet afgelost | 7,3 | 7,2 | 30% |
4. | Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden | 5,0 | 5,0 | 50% |
5. | Onvoorziene bijdragen aan de risico's van verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen | 10,05 | 13 | 10%/90% |
6. | Overige onvoorziene risico’s, waaronder de projectrisico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten | 2,5 | 2,5 | 50% |
7. | Het risico van de drie decentralisaties: Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet | 4,9 | 3,0 | 50% |
8. | Calamiteit binnen de gemeente | 5,0 | 5,0 | 10% |
9. | Weersinvloeden | 1,0 | 0,25 | 50% |
10. | Risico FC Twente | 0 | 17 | 30% |
Financiële kengetallen
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - in aanvulling op de ratio weerstandsvermogen - een verplichte set van vijf financiële kengetallen wordt opgenomen. Deze staan in de tabel hieronder. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.
Rek. 2014 | Begr. 2015 | Rek. 2015 | ||
1A. | Netto schuldquote | 86% | 73% | 73% |
1B. | Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 75% | 65% | 64% |
2. | Solvabiliteitsratio | 14% | 12% | 14% |
3. | Grondexploitatie | 8% | 11% | 9% |
4. | Structurele exploitatieruimte | 2% | -1% | 1% |
5. | Belastingcapaciteit | 109% | 109% | 107% |
We bekijken de kengetallen in hun onderlinge relatie en voorrzien ze van een adequate toelichting om meer inzicht in de financiële positie te bieden. Bij de beoordeling ervan gaat het vooral om het volgen van de trendmatige ontwikkeling. Een verklaring van de verschillen in de jaarlijkse mutatie is minder van belang.
Netto schuldquote
De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen (baten). Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de periode 2012 - 2015 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich met 73% respectievelijk 64%, duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130%. De toename van de eigen middelen door de overheveling van taken in het sociaal domein hebben wel een extra daling tot gevolg.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen/balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Enschede heeft bestemmingsreserves gevormd om in de stad te blijven investeren. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Over de periode 2012 - 2015 is een licht stijgende trend zichtbaar.
Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Over de periode 2012 - 2014 is er een lichte stijging zichtbaar. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog veel kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat we in de toekomst nog veel inspanningen moeten verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. We zetten in op het verkleinen van die risico's en het verbeteren van de financiële positie door het traject Richting aan ruimte uit te werken en de looptijd van grondexploitaties te verkorten. Voor 2015 zien we overigens een lichte stijging en komt het kengetal uit op 8,5%.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal hebben we nodig om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. In de jaren 2016 tot en met 2019 is er structurele ruimte (een positief saldo van structurele baten/lasten) en daarmee een structureel sluitende begroting. Dit geldt ook voor de realisatiecijfers over de periode 2013 - 2015.
Belastingcapaciteit.
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 107% boven het landelijk gemiddelde. Dit is een lichte daling ten opzichte van vorige jaren. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter (zie paragraaf lokale heffingen).
Als we de ratio weerstandsvermogen en de bovenstaande kengetallen in samenhang beschouwen, dan constateren we een verbetering van de financiële positie over de afgelopen jaren. Het weerstandsvermogen verbetert en ook de overige kengetallen scoren positiever. In 2018 voorzien we een verslechtering van de ratio als gevolg van de afboeking op projecten. Dit heeft echter wel als gevolg dat grondexploitaties verbeteren en risico's worden gereduceerd. Als we naar de exploitatie kijken, dan is het van belang dat we de structurele lasten kunnen blijven dekken met structurele middelen. Zoals aangegeven is er sprake van structurele ruimte. Ook bij wijzigingen in het middelenkader zullen we de komende jaren blijven inzetten op een structureel sluitende begroting en een verdere verbetering van de financiële positie.
Voor het gedetailleerde overzicht van (onverplichte) financiële indicatoren verwijzen we naar het Overzicht indicatoren financiële positie (bijlage 4.2).
Dit onderdeel gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van wegen, riolering, gebouwen, infrastructurele kunstwerken en dergelijke. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting. Een goed overzicht is daarom van belang voor een juist inzicht in de financiële positie.
In relatie tot het beheer van de openbare ruimte is een aantal categorieën van kapitaalgoederen te onderkennen waarop onderhoud van toepassing is. Te weten:
Verhardingssoorten | M2 |
Asfalt | 3.193.000 |
Elementen | 4.187.000 |
Cementbeton | 84.000 |
Onverhard | 341.000 |
Totaal | 7.805.000 |
Infrastructurele kunstwerken | Stuks |
Bruggen, viaducten, sturen, geluidswallen, e.a. | 186 |
Totaal | 186 |
Het beleidskader
We volgen de lijn die is vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018. Daarbij is het Wegenbeleidsplan 2014-2018 als basis genomen.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Met het Wegenbeleidsplan zoeken we naar hoe we onze wegen - met beperkte middelen, zo duurzaam mogelijk, in een veranderende samenleving - zo goed mogelijk kunnen beheren en onderhouden. Dit mag niet ten koste gaan van de veiligheid. We zullen echter wel moeten accepteren dat het comfort en de beeldkwaliteit (hoe de weg eruitziet) achteruit gaan. We starten onze zoektocht samen met bewoners en de markt naar duurzame en innovatieve mogelijkheden. Bijvoorbeeld de pilot met lage temperatuurasfalt. Ons uitgangspunt is dat er geen kapitaalvernietiging mag ontstaan of onomkeerbare besluiten mogen worden genomen. In 2016 evalueren we in hoeverre het lukt om onze wegen met beperkte middelen te beheren en te onderhouden, zonder in te leveren op veiligheid.
Bij infrastructurele kunstwerken is er een meerjarig onderhoudsprogramma en wordt er jaarlijks een visuele inspectie gedaan.
Realisatie
De lasten voor onderhoud aan wegen (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden en infrastructurele kunstwerken) was in 2015 afgerond 9,1 miljoen euro.
Dit bestaat uit 2,7 miljoen euro aan apparaatskosten, 2,2 miljoen euro kapitaallasten, 3,4 miljoen euro aan lasten voor (groot)onderhoud en 0,8 miljoen euro aan overige lasten. Het investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden in 2015 aan wegen is circa 1,5 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van 10 jaar.
Kerncijfers 2015
Havens | |
Havenarmen | 2 |
Damwanden, oevers en kades | 6300 meter |
Nieuwe kade | 0 meter |
Het beleidskader
In 2008 is naar aanleiding van de Binnenhavenvisie een meerjarige onderhoudsplanning voor groot onderhoud aan de havens opgesteld. Hiervoor is incidenteel geld beschikbaar gesteld, wat in het project 'Revitalisering Havengebied' is ingezet. Binnen dit project is onder andere het 'op diepte houden' van de vaargeul en het in stand houden van kades en oevers aangepakt.
Op 14 januari 2015 hebben wethouders van de gemeenten Almelo, Enschede, Hengelo, Hof van Twente en Lochem de Samenwerkingsovereenkomst ‘Gemeenschappelijk Havenbeheer Twentekanalen’ (GHT) getekend. De ambitie van de vijf gemeenten is de samenwerking door te ontwikkelen en uit te groeien naar een “bedrijf” dat namens de partners een aansprekende binnenhaven is van Nederland, zich continue ontwikkelt op het gebied van veiligheid, efficiënte en duurzaamheid en waarde creëert voor gebruikers (vervoerders) en bedrijfsleven. Zij levert daarmee een substantiële bijdrage aan de economische structuurversterking en werkgelegenheid niet alleen in de Regio en directe omgeving maar ook voor de BV Nederland. Zie ook: besluit gemeenschappelijk havenbeheer Twentekanalen
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het project Revitalisering Havengebied is afgerond. Dit zorgt ervoor dat de haven beter bereikbaar is voor grotere schepen en daardoor aantrekkelijker is voor bedrijven om zich in Enschede te vestigen. In 2015 is ook gewerkt aan de afronding van de nieuwe kades en het onderhoud van taluds, steigers, groen, trappen en oevervoorzieningen.
Een aantal aspecten van gemeenschappelijk havenbeheer Twentekanalen is inmiddels gerealiseerd in de vorm van:
Realisatie
De lasten voor de havens buiten het project waren in 2015 afgerond 246.000 euro, bestaand uit 25.000 euro aan apparaatskosten, 220.000 euro aan materiële kosten voor dagelijks beheer en klein onderhoud van de havens en 1.000 euro aan storting in de reserve Havens.
Op basis van een meerjaren onderhouds- en investeringsplan is vanaf 2018 structureel geld beschikbaar voor de grotere onderhouds- en vervangingswerkzaamheden.
Kerncijfers 2015
Riolering | km |
Vrij-verval riolering | 840 |
Drukriolering | 145 |
Voorzieningen | |
Kolken | 48.000 |
Putten | 20.153 |
Randvoorzieningen | 17 |
Pompunits | 1.010 |
Het beleidskader
De raad stelde in oktober 2015 het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 vast. In dit GRP staat omschreven hoe we omgaan met de wettelijke zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. De raad wil invulling geven aan de zorgplichten, maar tegelijkertijd wil zij de stijging van de rioolheffing voor onze inwoners beperkt houden. Daarom is het financiële kader in het GRP erg belangrijk. Om de kosten te beperken versoberen we het onderhoud, implementeren we risicogestuurd rioleringsbeheer, werken we samen met partners, kiezen we voor duurzame oplossingen, voeren we onderzoeken uit en passen we innovaties toe.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We kunnen niet voorkomen dat inwoners te maken krijgen met een beperkte stijging van de rioolheffing. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is immers na de oorlog aangelegd en de gemiddelde technische levensduur van een riool is ongeveer 70 jaar. We zullen dus riolering moeten vervangen en daardoor stijgen de kosten. Tegelijkertijd zijn we ook bezig om knelpunten op te lossen op het gebied van grond- en hemelwateroverlast en realiseren we ambities op het gebied van duurzaamheid. Eén van de belangrijkste sporen om kosten te beperken is de implementatie van risicogestuurd beheer. Dat is een breuk met het beleid tot nu toe, waarbij we meestal kozen voor de zekere kant. Hoewel we bewust en gericht inzetten op risicogestuurd beheer, is mogelijke overlast in de openbare ruimte helaas niet te vermijden. Wel waarborgen we de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk en beperken we grond- en hemelwateroverlast. Daartoe hebben we het dagelijks beheer en onderhoud aan de riolering uitgevoerd, riolering die aan het einde van de levensduur was vervangen, de methodiek van risicogestuurd beheer doorontwikkeld, delen van de hoofdstructuur van de blauwe aders aangelegd, knelpunten op het gebied van hemelwater en grondwateroverlast aangepakt en zijn we verder gegaan met de voorbereidingen van de Stadsbeek.
Realisatie
De lasten voor riolering waren in 2015 afgerond 12,5 miljoen euro, bestaand uit 1,5 miljoen euro aan apparaatskosten, 7,5 miljoen euro kapitaallasten, 0,4 miljoen storting in de voorziening en 3,1 miljoen euro aan materiële kosten voor dagelijks onderhoud van riolering.
Kerncijfers 2015
Groen | |
Openbaar groen | 695 |
Het beleidskader
In 2013 zijn de 'Kaders voor het beheer en onderhoud van het openbare groen 2014-2017' vastgesteld. Deze kaders betreffen op hoofdlijn, door samen met partners en bewoners in de buurten en wijken van Enschede:
1. | Differentiatie in onderhoudsniveau's te realiseren door: |
- Het onderhoudsniveau van de belangrijkste hoofstructuren en het Stadserf op het huidige niveau behouden. | |
- Onderhoudsniveau's van woon-, buurt- en wijkgroen in overleg met bewoners partieel verlagen. | |
2. | De inrichting van het bestaande openbare groen waar mogelijk te vereenvoudigen. |
3. | Nieuw openbaar groen toekomstbestendig en functioneel in te richten. |
4. | In te zetten op biodiversiteit, behoud natuurwaarden en duurzaamheid. |
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het beleidskader is vertaald in het groenbeheersysteem, waarin onder andere arealen, groensoorten, onderhoudsmaatregelen en begrotingen worden bijgehouden. Het afgesproken onderhoudsniveau is gedurende het gehele jaar gerealiseerd. Een eventuele verlaging van de kwaliteitsniveaus heeft een directe invloed op de vastgoedwaarde, de uitstraling en het vestigingsklimaat van de stad en is van invloed op het woongenot en welbevinden van bewoners. Om die reden is er in 2014/2015 in het traject Veranderen en Bezuinigen Openbare Ruimte voor gekozen om niet de beeldkwaliteitniveaus in het geheel te verlagen, maar dit op een paar onderdelen te doen zoals bij het grasmaaien en het ruimen van blad. Zie veranderingen openbare ruimte.
Realisatie
Het lastenbudget voor onderhoud aan groen in 2015 is circa 4,5 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2,5 miljoen euro aan apparaatskosten (inclusief voertuigen, etc.) en circa 2 miljoen euro uitbesteed werk.
Kerncijfers 2015
Openbare verlichting | |
Lichtmasten | 30.867 |
Armaturen | 32.854 |
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, etc. | 1.188 |
Energieverbruik (GWh/jaar) | 5,2 |
Het beleidskader
Het beleidsplan Openbare Verlichting 2014-2017 is in 2013 door uw Raad vastgesteld. We hanteren veiligheid en effectiviteit als uitgangspunten, wat inhoudt dat we in stand houden wat we hebben en ons richten op functionaliteit. Binnen de bebouwde kom zijn alle openbare wegen en hoofdfietspaden verlicht. In het buitengebied zijn de zeer gevaarlijke kruispunten verlicht en van oudsher een aantal buitenwegen. Dat betekent dat we alleen die onderdelen vervangen of repareren die kapot zijn. De lichtmasten en armaturen vervangen we dus niet meer automatisch aan het einde van de afschrijvingstermijn (resp. 40 en 20 jaar).
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het ‘aanzien’ van openbare verlichting neemt iets af, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand. Waar mogelijk en financieel aantrekkelijk passen we Led-verlichting toe (o.a. ’t Bijvank) en proberen wij nieuwe combinaties uit met huidige en nieuwe armaturen. In 2015 is een pilot gestart in de Pluimstraat en de Kerkstraat samen met de Provincie Overijssel en Saxion. In de Pluimstraat wordt daarbij de openbare verlichting tot 50% gedimd na 22:30 uur. In de Kerkstraat worden bestaande armaturen voorzien van energiezuinige led lampen. Ook is in 2015 een pilot gestart met Enexis om transformatorstations te voorzien van nieuwe slimme meters.
Realisatie
De lasten voor onderhoud openbare verlichting is circa 1,1 miljoen euro, bestaand uit 0,3 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,6 miljoen euro materiele lasten (regulier onderhoudslasten, excl. energie, etc.).
Kerncijfers 2015
Onderwijsgebouwen | |
Primair onderwijs | (incl. 11 huursituaties) 74 |
Speciaal onderwijs | 11 |
Voortgezet onderwijs | (incl. 1 huursituatie) 14 |
Het beleidskader
Het onderhoud voor de scholen voor primair en speciaal onderwijs is per 1 januari 2015 overgedragen aan de schoolbesturen. Het onderhoud van de scholen voor voortgezet onderwijs is al sinds 2005 de verantwoordelijkheid van de betreffende schoolbesturen. De verordening Onderwijshuisvesting vormt de leidraad. De verordening is in 2011 geactualiseerd en de beleidsregels in 2012. De verordening en bijbehorende beleidsregels zijn in 2015 op basis van de nieuwe onderhoudsverantwoordelijkheden aangepast. <hyperlink invoegen>.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Vanuit het reguliere budget voor Onderwijshuisvesting worden huur, kapitaallasten, verzekering en gemeentelijke lasten bekostigd. Voor uitbreiding, nieuwbouw en herstel constructiefouten worden kredieten aangevraagd. In de Raadsvergadering van 22 juni 2015 is het voorstel ‘Financiële situatie Onderwijshuisvesting’ behandeld. Hierin is in het kader van de decentralisatie van het buitenonderhoud en de motie Van Haersma-Buma besloten het investeringsplafond naar 0 euro terug te brengen. Dit mag er echter niet toe leiden dat de veiligheid en de voortgang van het leerproces van de leerlingen in het gedrang komt. Dit uitgangspunt heeft ertoe geleid dat het College in oktober 2015 heeft besloten dat er voor het programma 2016 toch een investering van 216.393 euro nodig is voor onderwijsleerpakket/meubilair en een asbestsanering.
Realisatie
Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten binnen het product Onderwijshuisvesting.
In 2015 zijn maatregelen voorgesteld en ingevoerd om de gevolgen van de motie Haersma Buma en de decentralisatie van het buitenonderhoud op te vangen. De voorgestelde maatregelen zijn echter niet voldoende om het totale tekort binnen het product Onderwijshuisvesting op te vangen. Het restant is betrokken bij de financiële opgave in het Middelenkader 2016-2019.
Kerncijfers 2015
Sportaccommodaties | |
Binnensportaccommodaties | 42 |
Buitensportaccommodaties | 87 |
Het beleidskader
Onderhoud vindt plaats op basis van het “Beeldkwaliteitsplan sportparken” waarbij het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen is vastgesteld. De sportvoorziening worden op een sobere en doelmatige wijze onderhouden (basis niveau).
Binnensportvoorzieningen worden binnen het taakveld sport schoongehouden en inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en vervangingsschema vervangen.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
In 2015 is de toplaag van een voetbalkunstgrasveld (Zoutendijk) vervangen. Daarnaast is in de sporthallen een deel van de sportinventaris vervangen. Voor het uit te voeren onderhoud door de afdeling zijn een borstelmachine, een rolsteiger en handgereedschappen vervangen. De geplande vervanging van een voertuig is uitgesteld. Vervanging vindt plaats op basis van technische levensduur.
Realisatie
Dekking vindt plaats vanuit de beschikbare budgetten binnen het programma.
Voorziening sport
Voor onderhoud en vervanging van kapitaalgoederen treffen we een voorziening van 966.000 euro conform het vastgestelde raadsvoorstel oprichting sportbedrijf en bestaande financiële knelpunten. Hiermee zijn alle voorziene onderhoudsuitgaven gedekt en is er geen financieel knelpunt op sportaccommodaties gedurende 2016 en 2017. Gedurende de transitieperiode naar het sportbedrijf is er de tijd om fundamentele keuzes te maken en de huidige financiële tekorten op te lossen.
Kerncijfers 2015
Vastgoed | |
Ambtelijk vastgoed | 9 stuks |
Maatschappelijk vastgoed | 106 stuks |
Nader uit te werken / verkoop vastgoed | 38 stuks |
Onderhoudsplan
Het onderhoud van het gemeentelijke vastgoed wordt uitgevoerd door Vastgoedbedrijf Enschede (VBE), waar deze gebouwen zijn ondergebracht. Voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten wordt gewerkt met een onderhoudsvoorziening, waarin vanuit de gebouwexploitaties jaarlijks een vaste bijdrage wordt gestort.
De onttrekking (uitgaven) uit deze voorziening geschiedt op basis van de daadwerkelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn voorzien/gepland in een meerjaren onderhoudsplanning. Deze meerjaren onderhoudsplanning is leidend voor de uit te voeren onderhoudsactiviteiten van VBE.
Het beleidskader
In Enschede wordt onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen al enige jaren succesvol gepland en gepleegd volgens de NEN 2767 systematiek. Naast technische aspecten, worden bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen.
Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Voor 2015 is voor onderhoud 3,25 miljoen euro begroot. Daadwerkelijk is er 2,13 miljoen euro uitgegeven en is voor ca. 550.000 euro aan opdrachten weggezet, maar nog niet gerealiseerd. Een aantal activiteiten, o.a. het vervangen van daken, is uitgesteld en wordt in 2016 uitgevoerd. Grote uitgaven in 2015 waren o.a. het vervangen van de regelinstallatie in het Stadskantoor, renovatie van de Van Heeksbleeklaan 25, vervangen van de installaties en uitvoeren van het schilderwerk bij diverse maatschappelijke objecten.
Realisatie
De dekking van onderhoudswerkzaamheden vindt plaats uit een onderhoudsvoorziening. De storting in deze voorziening is gebaseerd op een onderhoudsplanning voor de komende 20 jaar. In onderstaande grafiek is het verloop van deze voorziening opgenomen. Hieruit blijkt dat de voorziening is toereikend is voor het plegen van het geplande onderhoud.
In deze paragraaf zijn de onderdelen opgenomen zoals vastgelegd in de financiële verordening van de gemeente. Daarnaast wordt gerapporteerd over de kasgeldlimiet en renterisiconorm zoals voorgeschreven in de wet financiering decentrale overheden.
Resultaat rente en treasury
Het resultaat van het product Rente en treasury is ruim 2,1 miljoen euro hoger dan was begroot voor 2015. In 8.2 is een nadere analyse opgenomen van het voordeel.
Rentevisie
In de begroting werd per eind 2015 verwacht dat de lange (10-jarige) rente zou 2,75% bedragen per eind 2015. De rente bedroeg echter maar 1,5%. Voor eind 2015 werd voor de korte rente een niveau voorspeld van 0,25%. De 3-maands rente was echter aanzienlijk lager en bedroeg 0,1% negatief.
Van de lage korte rente is maximaal gebruik gemaakt in 2015. Mede door de toevoeging van de middelen voor het sociaal domein aan de begroting was het aantrekken van aanzienlijk duurdere langlopende leningen niet nodig met een flink rentevoordeel tot gevolg.
De rente op geld- en kapitaalmarkten blijft in Nederland laag. Er worden voorlopig ook geen grote stijgen verwacht door de renteanalisten.
Kasgeldlimiet
In de Wet financiering decentrale overheden (Fido) is bepaald dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal aan kortlopende schulden mag hebben. De gemeente is verplicht te rapporteren over deze limiet in de jaarrekening. De kasgeldlimiet is ingesteld ter beperking van de renterisico’s van de gemeente. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling aan te houden tussen de korte en lange schulden. De kasgeldlimiet bedroeg 58,2 miljoen euro in 2015. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2015 niet is overschreden. Hiermee is binnen de wettelijke vereisten vanuit de wet Fido gebleven.
(x 1.000 euro) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Omvang begroting per 01-01-2015 - grondslag | 684.655 | 684.655 | 684.655 | 684.655 |
Toegestane kasgeldlimiet: | ||||
- in % van de grondslag | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
- omvang kasgeldlimiet | 58.196 | 58.196 | 58.196 | 58.196 |
Toets kasgeldlimiet: | ||||
Gemiddeld overschot vlottende middelen | ||||
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld | 57.088 | 58.138 | 58.021 | 49.978 |
Toegestane kasgeldlimiet | 58.196 | 58.196 | 58.196 | 58.196 |
Ruimte onder kasgeldlimiet | 1.108 | 58 | 175 | 8.218 |
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft het kader aan voor de spreiding van looptijden in de leningenportefeuille. Vanuit de Wet financiering decentrale overheden moet over de renterisiconorm worden gerapporteerd in de jaarrekening. De norm bepaald dat maximaal 20% van het begrotingstotaal in enig jaar geherfinancierd mag worden. Hiermee worden renterisico’s op de vaste schulden gespreid in de jaren. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2015 binnen de renterisiconorm is gebleven.
Berekening renterisiconorm (x €1.000) | Begroting 2015 | Jaarrekening 2015 |
1. Begrotingstotaal | 684.655 | 684.655 |
2. Vastgesteld percentage | 20% | 20% |
3. Renterisiconorm (1. x 2.) | 136.931 | 136.931 |
4. Aflossingen | 73.892 | 73.892 |
5. Ruimte onder renterisiconorm (3.-4.) | 63.039 | 63.039 |
Financieringen ontwikkeling leningenportefeuilles
In onderdeel 9.10 bij de toelichting op de balans is de specificatie van de opgenomen geldleningen te vinden. In 2015 zijn uiteindelijk geen langlopende leningen aangetrokken. Naar verwachting zou maximaal 50 miljoen euro aan nieuwe geldleningen worden aangetrokken in 2015 ter afdekking van een totaal van 67,5 miljoen euro aan vrijvallende leningen. Een groot deel van deze leningen waren in 2014 afgesloten met een korte looptijd aangezien niet duidelijk was welke gevolgen de inkomsten en uitgaven van het sociaal domein zouden hebben op de liquiditeitspositie van de gemeente. Nu blijkt dat de uitgaven achterlopen bij de inkomsten van de gemeente en daarom afgezien kon worden van het aantrekken van nieuwe leningen. De portefeuille met langlopende geldleningen daalt van 507 miljoen euro per eind 2014 naar 434 miljoen euro per eind 2015. De kortlopende schulden zijn echter wel toegenomen ten opzichte van eind vorig jaar. De totale schuldpositie daalt licht per eind 2015.
In onderdeel 9.3 bij de toelichting op de balans is de specificatie van de verstrekte leningen aan derden opgenomen. In 2015 is slechts 1 nieuwe lening verstrekt. Dit past in het gemeentelijke beleid om terughoudend om te gaan met het verstrekken van leningen. De portefeuille is in omvang afgenomen van 68 miljoen euro per eind 2014 naar 62 miljoen euro per eind 2015.
In onderdeel 9.13 is een toelichting te vinden op de door de gemeente gegarandeerde geldleningen. Deze zijn in deze jaarrekening opgenomen als niet uit de balans blijkende verplichtingen. In 2015 zijn een tweetal nieuwe garantstellingen verstrekt aan sportverenigingen. Het totaal aan garantstellingen is gedaald van 40,2 miljoen euro per eind 2014 naar 30,1 miljoen euro per eind
In het bovenstaande is het raadsbesluit van 18 december 2015 over de herfinanciering van FC Twente niet verwerkt. Uitvoering van dit besluit betekent dat de portefeuille met verstrekte leningen nog verder daalt aangezien de uitstaande lening van 17 miljoen euro door FC Twente wordt afgelost. Daarentegen stijgt de portefeuille met garanties aangezien een garantstelling zal worden verstrekt aan de Stichting Stadion voor maximaal 32 miljoen euro.
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
De stand van zaken van de beleidsvoornemen voor 2015 van de treasuryfunctie is:
Limieten 2015
Door middel van de onderstaande overzichten met de kwartaalrapportages is het college geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de in de programmabegroting 2015-2018 vastgestelde limieten voor 2015. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de limieten niet zijn overschreden in 2015:
Netto vlottende schuld | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2015-2018 | 64.000.000 | 64.000.000 | 64.000.000 | 64.000.000 |
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld in kwartaal | 28.088.000 | 58.138.000 | 58.021.000 | 49.978.000 |
Gemiddeld overschot vlottende middelen | - | - | - | - |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | nee | nee | nee | nee |
Vaste schuld | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2015-2018 | 75.000.000 | 75.000.000 | 75.000.000 | 75.000.000 |
Opgenomen vaste schuld in kwartaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Cumulatief opgenomen vaste schuld in jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | nee | nee | nee | nee |
Uitzettingen | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Limiet - conform treasuryparagraaf Programmabegroting 2015-2018 | 4.100.000 | 4.100.000 | 4.100.000 | 4.100.000 |
Totale omvang uitzettingen in kwartaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overschrijding limiet: ja/nee *) | nee | nee | nee | nee |
In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt ingegaan op de speerpunten, aandachtspunten en relevante verbeteringen in de bedrijfsvoering van de gemeente Enschede in het verslagjaar 2015.
Onze organisatie
De ambtelijke bezetting is in 2015 verder gekrompen met 17 fte naar 1.367 fte conform de krimptaakstelling. De inhuur is in 2015 toegenomen tot 198 fte. Hierdoor is de flexibiliteit verhoogd. Het totaal van de ambtelijke bezetting en inhuur blijft binnen de beschikbare middelen.
Als maatschappelijk verantwoorde organisatie willen wij tenminste voldoen aan de landelijke opdracht voor het in dienst hebben van medewerkers die vallen onder de zogenaamde garantiebaan. Met 176 fte (11,5%) medewerkers met een SW-status (exclusief Beschut bedrijf) vullen wij deze voorbeeldfunctie in en bewegen wij ons ruim boven het landelijke gemiddelde (3% voor 100.000+-gemeenten, bron Vensters voor Bedrijfsvoering).
De gemiddelde leeftijd is gestegen naar 48,6. Daarnaast zijn jongeren (onder de 35 jaar) ondervertegenwoordigd. Daarom is de keus gemaakt om in 2015 maximaal 10 jongeren boven de formatie aan te stellen en is het generatiepact vorm gegeven. In 2015 hebben wij 23 jongeren aangenomen. Dit betreft het omzetten van 20 uitzend- of detacheringsovereenkomsten en 3 externe wervingen.
Daarnaast bestaat circa 70% van de uitzend- en detacheringskrachten uit jongeren.
We hebben tot en met 2015 diversiteitsdoelstellingen geformuleerd en deze hebben we behaald:
Ontwikkelingen; krimp, outsoucing, groei en verandering
We hebben in 2015 90% van de krimp van 375 fte gerealiseerd.
In 2015 is de vacaturestop selectief opgeheven en is er weer beperkt instroom mogelijk. In totaal is aan 47 personen een aanstelling geboden. De uitstroom vanuit de gemeente is 65. De doorstroom van werk naar werk is 142.
In de ontwikkeling van de organisatie zijn de volgende resultaten behaald:
Tenslotte brengen we de bedrijfsvoeringskaders terug tot slechts de meest noodzakelijke (minder regels). We onderzoeken welke taken we kunnen laten doen door de markt of via het Twentebedrijf.
Wat voor een organisatie willen we zijn?
De ambitie, het in balans brengen van menselijk talent en organisatiedoelstellingen, draagt bij aan de ontwikkeling naar een samenlevingsgerichte organisatie. Daarbij werken wij vanuit de bedoeling, stimuleren we eigenaarschap en blijvend leren en stimuleren we zelforganisatie. We bevorderen de duurzame inzetbaarheid van medewerkers en loopbaanmobiliteit. Daarbij maken we maximaal gebruik van het platform "Twentse Kracht" en de regionale Twentse School. Zie hiervoor de managementrapportage 2015 van "Twentse kracht".
Er zijn verschillende manieren waarop mensen leren & ontwikkelen. Via o.a. coaching, werkervaring en doormiddel van trainingen.
De Enschedese School (maatwerk) en Twentse School (overstijgend) verzorgen het trainingsaanbod. In 2015 hebben zij gezamenlijk 172 trainingen georganiseerd. Totaal hebben in 2015 1.333 deelnemers vanuit de gemeente Enschede aan de trainingen Enschedese School/Twentse School deelgenomen.
Flankerend Beleid personeel
Vanuit het flankerend beleid zijn de kosten voor het stimuleren van mobiliteit gedekt. Met een bijdrage wordt de stap naar een andere baan of vervroegde pensionering mogelijk gemaakt. In totaal is voor circa 15 medewerkers een regeling uitbetaald. Het bedrag dat hiermee gepaard ging was 460.000 euro.
Met de inzet van taskforce lean zijn verschillende werkprocessen in de gemeente doorgelicht. Vanuit de logica van de burger worden de werkprocessen opnieuw gericht op de bedoeling en daarbij klantvriendelijker en logischer gemaakt. Met de invoering van zaakgericht werken wordt opnieuw een slag gemaakt in het vergroten van de klantvriendelijkheid en transparantie. De kosten van de taskforce zijn ten laste van het budget flankerend beleid gebracht.
Inzet van IT
In 2015 is er veel energie gestoken in het tot stand brengen van de juiste afstemming tussen IT en de programma’s langs de lijnen van het in overeenstemming brengen van vraag en aanbod, met name bij het invoeren van de decentralisatietaken.
Er is met name na de zomer een aantal ernstige storingen geweest, waarbij zichtbaar werd dat de eigen IT ook afhankelijk is van het functioneren van landelijke netwerken. Deze afhankelijkheid en de eigen opgebouwde infrastructuur zijn onder handen genomen.
Er zijn grote veranderingen doorgevoerd aan de (verouderde) infrastructuur, netwerk, monitoring, systeemcomponenten en software. Het onderhoud op het netwerk is in de markt gezet. Er is begonnen aan het moderniseren van de gebruikerssoftware (baseline), dit wordt medio 2016 afgerond. Hierdoor wordt het geheel stabieler. Tegelijkertijd is de nodige technologie complex en kunnen storingen voorkomen. Extra monitoring en tijdig handelen verkleint de impact. De uitvoering van de gemeentelijke taken vergt steeds meer inzet van IT. Deze vraag is transparant gemaakt en omgezet in een projectenportfolio met een looptijd van ca. twee jaar. Het bijbehorende financieringsvraagstuk wordt meegenomen in het middelenkader 2016-2019.
Flankerend Beleid IT
Ten behoeve van de versnelling van de digitalisering is in 2015 circa 250.000 euro uitgegeven. Een aantal successen die hiermee behaald zijn, zijn:
Hiermee werken we aan een digitale overheid, verbeteren we onze interne bedrijfsvoering en ondersteunen wij de lopende besparingsopgaven.
Perfomance IT
De IT-omgeving van Enschede staat dagelijks bloot aan vele pogingen tot verkrijgen van ongeoorloofde toegang. Het gaat daarbij vooral om systeemaanvallen vanuit andere computers buiten het netwerk van de Gemeente Enschede. Deze aanvallen worden afgevangen door een ‘second generation’ Firewall. Elke ochtend levert de Firewall een lijst van herkomst van ondervangen hackpogingen. Daarbij gaat het om enige honderden per week. Naast de normale dagelijkse operatie wordt er jaarlijks met steeds een ander bedrijf van ethische hackers nagegaan waar hiaten in de defensie zitten. Een spontane ethische hacker, volgens onze spelregels van responsible disclosure, heeft zich tot op heden niet gemeld.
Omschrijving | 1e kengetal | 2e kengetal | 3e kengetal |
Vensters voor bedrijfsvoering | Fte helpdesk: 2,4 | Tijdsduur afhandeling IT melding interne klanten: 0,2 | Technisch en/of functioneel beheerde applicaties: 350 |
Wijzigingen 2015 (doorvoeren van wijzigingen aan de ICT-infrastructuur en het applicatielandschap) |
Tijdige autorisatie binnen 5 dagen na melding: 93,8% | Tijdige afronding na afspraak eindtermijn : 86,9% | Aantal ingediende wijzigingen: 3.576 |
Incidenten 2015 (betreffen verstoringen in de ICT infrastructuur) |
Ingediend: 35.088 | 1e lijns opgelost: 46% | Top 3: Citrix, Outlook, RES Powerfuse |
Telefonische helpdesk | Aanbod: 33.836 | Beantwoord: 29.802 | Servicelevel binnen 20 sec: 55,8% |
Mail 2015 | Inkomende ext. mail: 495.134 | Afgevangen Spam mail: 58.567 | Afgevangen Virus mail: 129 |
Major incidenten 2015 | 24 |
Soort onkosten (bedrag in hele euro's) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
Reis- en verblijfkosten binnenland | 6.211 | 17.178 | 10.510 | 3.914 |
Reis- en verblijfkosten buitenland | 2.267 | 7.117 | 1.562 | 8.017 |
Congressen, coaching en cursussen | 8.230 | 165 | 44.580 | 20.425 |
Lidmaatschappen en abonnementen | 34.978 | 32.450 | 14.605 | 4.350 |
Representatie- en vergaderkosten (incl. werk- en dinerafspraken) | 17.445 | 9.181 | 23.731 | 9.675 |
Vervoer (excl. OV) | 29.974 | 27.159 | 25.568 | 13.355 |
Diversen | 3.511 | 2.533 | 2.055 | 1.223 |
Declaraties | 1.050 | - | 3.452 | - |
103.666 | 95.783 | 126.062 | 60.960 |
Toelichting
De dalende trend in de bestuurskosten heeft zich na de start van een nieuw college met daarbij behorende "aanloopkosten" voortgezet.
Per 1 januari 2015 is de Wet op de gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. De wijzigingen betreft een aantal juridisch technische wijzigingen mbt de positie van het algemeen bestuur, bevoegdheden en verantwoording. Daarom zijn ondertussen vrijwel alle gemeenschappelijke regelingen waaraan Enschede deelneemt, aangepast. De wijziging gaat in per 1 januari 2016.
Op 8 juni 2015 heeft de raad het nieuwe beleidskader verbonden partijen vastgesteld. Hierin is invulling gegeven aan de aanbevelingen vanuit het rekenkamerrapport toezicht externe relaties. Ten opzichte van het beleidskader uit 2010 zijn de regels voor het aangaan van een nieuwe verbonden partij nu expliciet benoemd. Nieuw is ook dat de verbonden partijen elke 4 jaar zullen worden geëvalueerd. De eerste evaluatie stond gepland voor ultimo 2015. Aan deze toezegging is helaas niet voldaan (mede door de financiële problemen bij FC Twente en het daarbij behorende besluitvormingstraject). De evaluatie wordt uiterlijk voor het zomerreces van 2016 gedeeld met de raad.
De nieuwe opzet van deze paragraaf verbonden partijen vloeit ook voort uit het herziene beleidskader. De opzet sluit dan ook niet aan bij het format zoals dit nog is benut in de programmabegroting 2015-2018.
In 2015 is het nodige gebeurd bij de diverse verbonden partijen van de gemeente Enschede. Deze wijzigingen zullen echter hun uitwerking krijgen in 2016.
Zo worden naar verwachting in 2016 opgeheven:
En worden de volgende nieuwe verbonden partijen opgericht in 2016:
De overige actualiteiten betreffen:
In de programmabegroting 2016-2019 is gerapporteerd over de pilot met het pakket Naris Self Assesment. Deze pilot is samen met de gemeente Almelo uitgevoerd. De risico's voor de verbonden partijen zijn geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen worden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, governance, control en kwaliteit.
De onderstaande grafieken zijn dezelfde als die in de programmabegroting zijn opgenomen. Er wordt momenteel gewerkt aan de evaluatie van de pilot. Deze ervaringen worden verwerkt in een gewijzigde vragenlijst. Alle verbonden partijen zullen worden uitgenodigd deze vragenlijst rond de zomer van 2016 in te vullen. Dit leidt tot nieuwe uitkomsten in programmabegroting 2017-2020. Het voornemen is om de uitvraag bij de verbonden partijen eenmaal per jaar te doen om hen niet te veel te belasten.
Omdat de vragenlijst voor de gemeenschappelijke regelingen een andere is dan die voor NV's en BV's, zijn er twee grafieken opgenomen. In de toekomst willen we de resultaten samenvoegen.
In de onderstaande grafiek zijn de scores opgenomen van de gemeenschappelijke regelingen:
In de grafiek hieronder staan de scores van de NV's en BV's waarin Enschede deelneemt:
Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties.
In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een samengesteld financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen en de gesubsidieerde instellingen. In de top tien van risico’s staat een risico van 10,05 miljoen euro opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen. Hierin zijn ook de risico's van het ADT, RBT en de GEM Zuiderval verwerkt.
In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen van de Gemeente Enschede conform de BBV per eind 2015. Verdere algemene informatie is te vinden onder deze link.
Een paar opmerkingen bij de onderstaande tabel:
Naam vestigingsplaats | Openbaar belang (maatschappelijk belang) | Financieel belang gemeente | Eigen vermogen begin 2015 | Eigen vermogen eind 2015 | Vreemd vermogen begin 2015 | Vreemd vermogen eind 2015 | Resultaat 2015 |
Regio Twente Enschede |
- Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. - Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). - Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk. - Meer jongeren met een opleiding die aansluit opde arbeidsmarkt. - Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. |
6,1 miljoen euro bijdrage in 2015 |
7,067 mln euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
5,332 mln euro |
13,1 mln euro | 7,910 mln euro | 1,247 mln euro |
Stadsbank Oost-Nederland Enschede |
Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. | 3,2 miljoen euro bijdrage dienstverlening 179.000 euro kapitaalinbreng |
1,740 mln euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
1,891 mln euro | 16,5 mln euro | 16,9 mln euro | 18.800 euro |
Openbaar Lichaam Crematoria Twente Enschede |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan (product begraafplaatsen). | In 2015 is een dividenduitkering van 50.000 euro uitgekeerd. | 1,612 mln euro | 1,602 mln euro | 165.000 euro | 6.000 euro | 0 euro |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Hengelo |
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. | 3,1 miljoen euro bijdrage in 2015 |
1,030 mln euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
777.000 euro | 3,6 mlnn euro | 3,8 mln euro | 104.000 euro |
Regionaal Bedrijventerrein Almelo |
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). | Verliesvoorziening van 4,447 miljoen euro per eind 2015. | Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's. | 93,3 mln euro | 96,7 mln euro | 23.000 euro | |
Area Development Twente Enschede |
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). | Verliesvoorziening van 9,640 mln euro per eind 2015. | Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's. | 29,1 mln euro | 35,6 mln euro | 282.000 euro | |
Veiligheidsregio Twente Enschede |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan. | 12,1 miljoen euro bijdrage in 2015 | 1,556 mln euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
603.000 euro | 46,7 mln euro | 47,4 mln euro | 603.000 euro |
Twentse Schouwburg Enschede |
Stimuleren van een bruisende binnenstad. | 5,230 mln euro subsidies in 2015 866.000 euro verstrekte leningen per eind 2015 1 euro waarde aandelenkapitaal |
597.000 euro Het gewenste weerstandsvermogen bedraagt 2 miljoen euro. Daar wordt momenteel niet aan voldaan. |
947.000 euro | 4 mln euro | 3,6 mln euro | 368.000 euro |
Enschedese Zwembaden Enschede |
Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. | 1,013 mln euro subsidie verstrekt in 2015 579.000 euro verstrekte leningen per eind 2015 1 euro waarde aandelenkapitaal |
13.000 euro negatief Solvabiliteit is negatief. |
103.000 euro negatief. | 1,149 mln euro | 1,326 mln euro | 90.000 euro negatief |
Twente Milieu Enschede |
Stimuleren van een duurzame leefomgeving. | 14,5 miljoen euro inkoop diensten in 2015 dividenduitkering van 221.000 euro ontvangen in 2015 281.000 euro waarde aandelenkapitaal |
8,697 mln euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
8,473 mln euro | 12,956 mln euro | 12,251 mln euro | 376.000 euro |
Twence Hengelo |
Stimuleren van een duurzame leefomgeving. | 3,450 mln euro inkoop 193.000 euro dividend 1 euro waarde aandelenkapitaal 2,914 miljoen euro garantstellingen waarvoor 408.000 euro vergoeding is betaald. |
122,6 mln euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
123,1 mln euro | 163 mln euro | 140 mln euro | 9,583 mln euro |
Enschede Ontwikkeling Enschede |
Behouden en versterken van de dynamische en vitale stad. | Aandelenkapitaal 20.000 euro | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. |
Bank Nederlandse Gemeenten Den Haag |
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. | 115.000 euro dividend ontvangen in 2015 455.000 euro waarde aandelenkapitaal |
3.582 mln euro Solvabiliteit voldoet ruim aan gestelde wettelijke eisen. |
4.163 mln euro | 149.891 mln euro | 145.348 mln euro | 499 mln euro |
Enexis Den Bosch |
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. | 287.000 euro dividend ontvangen in 2015 41.000 euro waarde aandelenkapitaal 454.000 euro verstrekte geldlening per eind 2015 |
3.516 mln euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
3.608 miljoen euro | 2.900 mln euro | 3.426 mln euro | 223,1 mln euro |
Vitens Zwolle |
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. | 135.000 euro dividend ontvangen in 2015 11.000 euro waarde aandelenkapitaal |
421,2 mln euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
471,7 mln euro
|
1.293 mln euro | 1.243 mln euro | 55,4 mln euro |
Voormalig Essent: Den Bosch |
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. | 43 euro boekwaarde aandelenkapitaal (per vermelde BV). 1,836 miljoen euro verstrekte leningen. agio-uitkering van 706.000 euro ontvangen vanuit verkoop vennootschap in 2015 (is ten laste gegaan van het eigen vermogen van de verkoop vennootschap. |
22.000 euro negatief 48,8 mln euro 18.000 euro negatief 351.000 dollar negatief 50.000 euro negatief |
||||
a. Vorderingen op Enexis | 66.000 euro | 43.000 euro | 862,1 mln euro | 862,1 mln euro | |||
b. Verkoop Vennootschap | 363,3 mln euro | 84,2 mln euro | 80 mln euro | 30 mln euro | |||
c. Publiek Belang Elektriciteitsproductie | 1,598 mln euro | 1,580 mln euro | 108.000 euro | 118.000 euro | |||
d. CBL Vennootschap | 9,8 mln dollar | 9,5 mln dollar | 107.000 dollar | 435.000 dollar | |||
e. CSV Amsterdam | 8.541 euro | 42.000 euro negatief | 36.000 euro | 50.000 euro | |||
Innovatiefonds Enschede |
Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. | 20.000 euro waarde aandelenkapitaal 1,650 mln euro participaties |
1,2 miljoen euro | n.n.b | 100.000 euro | n.n.b. | n.n.b |
Dimpact Enschede |
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening. | 6.000 euro lidmaatschapskosten 0,6 mln euro inkoop dienstverlening 1,2 mln euro opbrengst voor hosting aangesloten gemeenten |
n.n.b. | ||||
Administratiekantoor Dataland Gouda |
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening. |
8.000 euro kapitaalinbreng |
729.853 euro |
n.n.b. | 589.959 euro | n.n.b. | n.n.b. |
Regionale Uitvoeringsdienst Twente Almelo |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken / verbeteren van het ondernemersklimaat. |
Aandeel structuurkosten |
147.000 euro |
8.000 euro | 0 euro | 0 euro | 139.000 euro negatief |
Euregio Gronau |
Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. | Lidmaatschapsbijdrage van 56.000 euro in 2015 (0,35 euro per inwoner). | 1,176 mln euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
1,165 mln euro | 438.000 euro | 65.000 euro | 11.500 euro |
Inleiding
In deze paragraaf gaan wij in op de resultaten van het in 2015 gevoerde grondbeleid. Het grondbeleid zit midden in een transitie naar een grondbeleid nieuwe stijl. Hier zal nader op in worden gegaan. Conform artikel 16 van de BBV bevat deze paragraaf:
Grondbeleid; visie en uitvoering
In februari 2010 is de Nota Grondbeleid door de raad van Enschede vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat wordt ingezet op een actief grondbeleid, “tenzij”. In de praktijk betekent dit dat sprake is van “situationeel grondbeleid”. Per project wordt - op basis van een realisatiestrategie - gekozen uit de volgende grondbeleid strategieën: actief, passief of faciliterend grondbeleid. De laatste jaren is geen sprake meer van actief grondbeleid en wordt nauwelijks nog grond gekocht. Het grondbeleid is passief en faciliterend.
Deze manier van werken past in de transitie die de gemeente op het vlak van gebiedsontwikkeling aan het maken is. Enschede is voor het ruimtelijk domein een verandering aan het doormaken naar meer facilitair, ondersteunend, inspirerend en meer samenlevingsgericht. In mei 2015 is dit geland in de bestuursopdracht “Eigentijdse gebiedsontwikkeling”.
Sinds de Stedelijk koers is een aantal processen en producten opgezet die moeten leiden tot een betere grip op grond. Dit zijn onder andere het instellen van een Expert panel voor de parameters in de grondexploitaties, een Notitie van Uitgangspunten voor het MPG en een Monitor Wonen en Werken om de uitgifte te monitoren.
Realisatie programma wonen, bedrijventerreinen en kantoren in 2015
Woningbouw
Er is door de gemeente voor meer woningen grond uitgegeven in 2015 dan begroot (+23).Met name in Binnenstad Roombeek is meer grond verkocht. De verkoop van de grotere kavels in Brunink en het Vaneker is achtergebleven bij de verwachting. Voor Beekwoude en Hardick en Seckel is het sluiten van een overeenkomst met een marktpartij vertraagd en ook de woningen in de Eschmarke zijn ook nog niet in verkoop genomen. Alle andere plannen staan in de verkoop. Ook in de particuliere grondexploitaties zijn meer woningen verkocht dan dat wij hadden begroot (+21).
Bij de particuliere grondexploitaties en deelnemingen zijn 86 woningen verkocht.
Verkopen Woningbouw (stand per 31-12-2015) | ||
(weergegeven in aantallen woningen/appartementen) | ||
Projectnaam | begroot MPG 2015 | uitgegeven 2015 |
Eschmarke | 4 | |
Diekman wonen | 1 | 2 |
Brunink | 5 | 3 |
Vaneker | 5 | 2 |
Geessinkweg Bijvank | 1 | |
Rosinkweg , Usselo | ||
Kansrijke Stedelijke Locaties | 4 | 4 |
Beekwoude | 10 | |
Binnenstad Roombeek | 38 | 61 |
Hardick en Seckel | 10 | |
Gemeentelijke projecten | 78 | 72 |
Zuiderval | 9 | 38 |
Totaal Gemeentelijke Projecten | 87 | 110 |
de Laares | 47 | 55 |
Bleekerij (vm Texoprint) | 10 | 30 |
WC Stokhorst | 0 | |
Oost Boswinkel | 0 | |
Velve Lindenhof | 0 | |
ADT | 8 | 1 |
Totaal Particuliere projecten | 65 | 86 |
Eindtotaal | 152 | 196 |
* GEM Zuiderval is per 1 november 2015 ontbonden en wordt een gemeentelijke ontwikkeling, besluitvorming moet nog plaatsvinden waarna de grondexploitatie wordt opgenomen in het MPG |
Bedrijventerreinen
De verkoop van grond voor bedrijvenkavels is achtergebleven bij de prognose. Wel kan nog een aantekening worden gemaakt dat de 600 m² op de Josink Es de netto toevoeging is op een kavel (2.226 m²) welke eerder in erfpacht was uitgegeven en nu alsnog aan een andere partij is verkocht. De totale kavel is 2.826 m² groot.
Verkopen Bedrijfsterreinen (stand per 31-12-2015) | ||
(weergegeven in m2 uitgeefbaar) | ||
Projectnaam | begroot MPG 2015 | uitgegeven 2015 |
Binnenstad Roombeek | - | |
Euregiopark II | 6.849 | |
Josink-Es | 5.429 | 600 |
Westerval | 1.707 | |
Twekkeleres 3e havenarm | 5.596 | |
Hardick en Seckel | 1.856 | 51 |
Gemeentelijke projecten | 21.437 | 651 |
Zuiderval | - | - |
Totaal Gemeentelijke Projecten | 21.437 | 651 |
Totaal Af te sluiten projecten | - | |
Eindtotaal | 21.437 | 651 |
Kantoren
De verkoop van grond voor kantoren is achtergebleven bij de prognose. Dit komt mede door het niet doorgaan van de verwachte verkoop van een grote kavel op het B&S park.
Verkopen Kantoren (stand per 31-12-2015) | ||
(weergegeven in m2 bvo) | ||
Projectnaam | begroot MPG 2015 | uitgegeven 2015 |
Binnenstad Roombeek | 529 | 513 |
B&S Valley | 12.500 | 1.600 |
GEM Zuiderval | 671 | |
Lopende projecten | 13.700 | 2.113 |
B&S park (ATSC) | 4.000 | - |
Eindtotaal | 17.700 | 2.113 |
* GEM Zuiderval is per 1 november 2015 ontbonden en wordt een gemeentelijke ontwikkeling, besluitvorming moet nog plaatsvinden waarna de grondexploitatie wordt opgenomen in het MPG. |
De financiële resultaten van het MPG in 2015
De belangrijkste uitkomsten ten aanzien van de financiële positie van het Grondbedrijf worden hieronder weergegeven.
De Reserve Grondbedrijf wordt gevormd door de (in het verleden) behaalde winsten en de getroffen voorzieningen voor verliesgevende grondexploitaties (bouwgrond in exploitatie (BIE)), de Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en de administratieve complexen. De diversen complexen binnen het MPG 2016 laten per saldo een verbetering zien van € 2,1 miljoen. Onderstaand schema laat zien wat het aandeel per (deel)complex is:
Opbouw verbetering Reserve grondbedrijf | ||
1 | Lopende grondexploitaties: verlieslatend | - 640.000 |
Lopende grondexploitaties: winstgevend | 3.610.000 | |
2 | Strategische grondvoorraad | - 414.000 |
3 | Erfpachtscomplex | 55.000 |
4 | Af te sluiten complexen | - 15.000 |
5 | ACO (Administratief Complex Overig) | - 524.000 |
6 | Particuliere grondexploitaties | 0 |
7 | Overige mutaties t.l.v. reserve | 14.000 |
verbetering reserve in 2015 | 2.086.000 |
Deze verbetering komt ten gunste van de Reserve Grondbedrijf. Rekening houdend met een rentetoerekening over de boekwaarde van 0,6 miljoen euro verbeterd de Reserve Grondbedrijf met 1,5 miljoen euro. De stand van de reserve Grondbedrijf is daardoor per 31-12-2015 gedaald naar 10,6 miljoen euro negatief.
reserve per 31-12-2014 | - 12,1 miljoen |
rente | - 0,6 miljoen |
reserve per 1-1-2015 | - 12,7 miljoen |
effecten herziening | + 2,1 miljoen |
reserve per 31-12-2015 | - 10,6 miljoen |
De verbetering komt doordat een aantal winstgevende grondexploitaties nog verder zijn verbeterd en een deel van de winst conform de voorschriften nu kan worden genomen. Daarnaast kunnen de extra kosten als gevolg van uitfasering, plankosten en parameteraanpassing opgevangen worden door meevallers in de verlieslatende grondexploitaties en een lagere rente. In 2015 is de kavelverkoop van woningbouw verder aangetrokken. Vooral de woningen in de groen stedelijke milieus, zoals in Binnenstad - Roombeek en Bouwen in de wijk deden het goed. De gronduitgifte voor bedrijventerreinen en de kantoren bleven daarentegen echter opnieuw achter bij de prognoses. Het resultaat van het MPG wordt voor een belangrijk deel bepaald door een aantal incidentele meevallers (onder andere eerder winstnemen en verlaging van de rente).
Onderbouwing winstneming
Op basis van de uitkomsten van het MPG 2016 worden de voorzieningen op het benodigde niveau gebracht. De voorzieningen worden getroffen ten laste van de reserve Grondbedrijf.
Daarnaast wordt er voortijdig winst genomen met betrekking tot die complexen waar (een deel van) de begrote winst als zeker bestempeld mag worden. Er wordt binnen het MPG – conform de BBV - winstgenomen indien de gemaakte kosten en ook de geraamde nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Elke volgende verkoop wordt dan gezien als gerealiseerde winst. Deze winstnemingen worden gestort in de reserve grondbedrijf.
De nog te realiseren winst van 10,1 miljoen euro komt naar verwachting uit de grondexploitaties van de volgende projecten:
Woningbouw | jaar | ||
A | Diekman - wonen | 591.000 | 2019 |
B | Brunink | 4.772.000 | 2028 |
C | Vrijkomende locaties Brede school | 53.000 | 2016 |
D | Vellve Lindenhof | 1.623.000 | 2020 |
E | Twekkelerveld | 1.400 | 2024 |
F | Roombeek - Binnenstad | 2.452.000 | 2031 |
Totaal woningbouw | 9.492.400 |
Bedrijventerreinen | Jaar | ||
G | Euregiopark II | 599.000 | 2030 |
H | Hornbach | 34.000 | 2018 |
Totaal bedrijventerreinen | 633.000 | ||
Totaal nog te realiseren winst | 10.125.000 |
Bestemmingsreserve Gronduitgifte
Met het vaststellen van de Nota Grondprijsbeleid is er een bestemmingsreserve Gronduitgifte ingesteld. In 2015 is voor ruim 161.000 euro aan bijdragen verleend.
Risico's in relatie tot de reservepositie
De vereiste weerstandscapaciteit wordt nu berekend op 16,5 miljoen euro. Dit is ten opzichte van vorige jaar een daling met 1,8 miljoen euro.
De stille reserves bedragen 10,9 miljoen euro.
De beschikbare weerstandscapaciteit (inclusief stille reserves) bedraagt 0,3 miljoen euro (positief). Dit is ten opzichte van vorig jaar een stijging met 1,2 miljoen euro.
Reserve Grondbedrijf | -10,6 miljoen |
Stille Reserve | 10,9 miljoen |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 0,3 miljoen |
Op dit moment is er sprake van een positieve beschikbare weerstandscapaciteit, welke onderdeel uitmaakt van de totale weerstandscapaciteit van de gemeente. (zie de paragraaf over het weerstandsvermogen).
Vooruitblik MPG 2017
Besluit begroting en verantwoording (BBV)
De commissie BBV doet een aantal aanbevelingen en stellige uitspraken over aspecten die niet geregeld worden met het wijzigingsbesluit BBV, maar waar in de praktijk wel veel vragen over zijn c.q. discussie over is. De regels gaan onder andere over het te hanteren rentepercentage, de verdisconteringsvoet, het treffen van beheersmaatregelen voor grondexploitaties met een langere looptijd dan 10 jaar, een duidelijker onderscheid tussen bouwgrond in exploitatie (actief grondbeleid) en particuliere grondexploitaties (kostenverhaal) en de toe te rekenen kosten en opbrengsten aan de grondexploitaties. De mogelijke financiële effecten van deze nieuwe wetgeving op het grondbedrijf worden bij de Zomernota voorgelegd.
Vennootschapsbelasting
Op 1 januari 2016 geldt de vennootschapsbelastingplicht voor overheden. Het proces is op te delen in tweeën, namelijk 1) de openingsbalans per 1/1//2016 en 2) de aangifte(s) vanaf 2017 en volgende jaren. Eind 2015 is hiertoe de berekening "quick scan ondernemerspoort" afgerond. De voorlopige conclusie luidt: het grondbedrijf is in 2016 fiscaal niet winstgevend. De berekening gaat begin 2016 ter toetsing naar een aantal externen. In 2016 vinden oriënterende gesprekken plaats met de belastingdienst. Jaarlijks zal dan opnieuw een toets plaatvinden.
Richting aan Ruimte
In de vorige collegeperiode is een stevig begin gemaakt met het oplossen van de grondproblematiek. Onder andere door een forse ingreep in de projectenportefeuille (Stedelijke Koers 2012). Het programma voor woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren is toen fors teruggebracht. Het proces naar een solide grondbedrijf is daarmee echter nog niet afgerond. De gemeente heeft geen leidende rol meer, maar wil wel regie houden op gebiedsontwikkeling in een markt waarin zij steeds minder eigenaar van de gronden is. De grote uitdaging voor de komende periode is dus te zorgen voor enerzijds een solide grondbedrijf, maar anderzijds ook de slag te maken naar een nieuwe vorm van gebieds- en locatieontwikkeling maken. Deze transitieslag vindt plaats in het traject “Richting aan Ruimte”.
In Richting aan Ruimte is een instrument gemaakt waarmee nieuwe Ruimtelijke initiatieven snel en integraal op hun waarde beoordeeld kunnen worden. Het instrument is echter ook geschikt voor programmasturing van de bestaande projecten. Deze slag wordt de komende tijd gemaakt. De financiële effecten hiervan komen op zijn vroegst in het MPG 2017 terug.
213a Onderzoeken | Status | Gereed |
Integraal huisvestingsplan 2011-2015 | In uitvoering | NEE |
In 2015 is gestart met het doelmatig- en doeltreffendheidsonderzoek naar het integraal huisvestingsplan 2011-2015. Het integraal huisvestingsplan 2011-2015 moet in 2015 aangepast worden op basis van de “decentralisatie buitenonderhoud” en de gevolgen van de uitname van middelen onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds (motie Van Haersma-Buma). De uitkomsten van het onderzoek geven zicht op de bereikte resultaten en worden betrokken bij het opstellen van het nieuwe huisvestingsplan.
Dit onderzoek is, ten tijde van het opstellen van de jaarrekening, nog in afwikkeling.