3.1 Maatschappelijke ondersteuning

 Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners  -->  Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. Aanbieden van Algemene voorzieningen. Jongerenwerk en opvoedondersteuning -->  Versterken burgerkracht -->  Lasten 17.419
-->  Baten 221
Een kwalitatief goed en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen -->  Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin) -->  Specialistische jeugdhulp -->  Lasten 27.556
Jeugdhulp gewongen kader -->  Lasten 15.499
Ondersteuning cliënten en mantelzorgers Lichte ondersteuning en regie -->  Lasten 18.102
-->  Baten 45
WMO-maatwerkvoorzieningen WMO begeleiding -->  Lasten 17.975
WMO individuele voorzieningen -->  Lasten 23.633
-->  Baten 3.144
Woonbegeleiding Beschermd wonen -->  Lasten 36.118
Maatschappelijke en vrouwenopvang Opvangvoorzieningen -->  Lasten 15.527
-->  Baten 693
Inkomensondersteuning Inkomensondersteuning -->  Lasten 12.076
-->  Baten 884

 

Wat willen we bereiken?

Een duurzaam sociaal stelsel voor iedereen
Iedereen beslist graag zelf over zijn leven. Een stimulerende leefomgeving, opvoeding, onderwijs en het hebben van werk zijn erg belangrijk voor het welzijn en de ontwikkeling van eigen kracht. Maar er zijn ook mensen die het zelf of met hulp van anderen niet redden. Zij hebben hulp op maat door professionele ondersteuning, aanvullend inkomen of begeleiding nodig. Die mensen, zoals chronisch zieken of gehandicapten, kunnen op de gemeente rekenen, tijdelijk of langdurig, afhankelijk van hun situatie.

Hulp voor wie het nodig heeft
Gemeenten krijgen nieuwe taken op het gebied van Jeugdhulp, begeleiding en dagbesteding en beschermd wonen. (NB. We hanteren de term Jeugdhulp in plaats van Jeugdzorg, omdat in de nieuwe wet Jeugdhulp de strekking van deze term breder is dan die van Jeugdzorg in de vervallen wet op de Jeugdzorg)

Deze nieuwe taken krijgen we over van de landelijke overheid, maar met minder geld dan er tot nu toe voor beschikbaar was. Daarom bouwen we aan een duurzaam, toekomstbestendig en financieel solide sociaal stelsel. Zo helpen we mensen op het terrein van werk, inkomen en ondersteuning. Dit doen we samen met partners, instellingen en inwoners van Enschede. Ondersteuning gaat naar wie het echt nodig heeft. Iedereen in Nederland betaalt hier aan mee. We vinden het daarom belangrijk dat dit eerlijk en solidair gebeurt. En dat mensen er iets voor willen terugdoen, naar vermogen uiteraard.  

Goede en efficiënte dienstverlening
We organiseren onze dienstverlening kwalitatief goed en efficiënt. Digitaal waar dit kan, op een zo toegankelijk mogelijke manier en waar nodig vanuit een wijkteam in het stadsdeel. We proberen alle vormen van dienstverlening zoveel mogelijk digitaal af te handelen of voor te bereiden. We vragen inwoners dit ook te doen. Wie dit niet kan, kan bellen of een persoonlijke afspraak maken en dan komen we thuis langs.

Ondersteuning op maat en in samenspraak
Wie ondersteuning nodig heeft, wordt geholpen door de gemeente en/of partners. Dit doen we op maat, zorgvuldig beoordeeld en in overleg met mensen zelf, mantelzorgers en familie. Eén aanspreekpunt bij het wijkteam is ons uitgangspunt, zoveel mogelijk één ondersteuner en één plan. Het wijkteam stemt af met de wijkverpleegkundige, de huisarts, de school, de woningcorporatie, de politie en verenigingen.

 

Wat gaan we er voor doen?

Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners

 

Thema 1 Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname


Mensen die voldoende bewegen en gezond eten voelen zich prettiger, hebben meer energie om actief te zijn en doen minder beroep op ondersteuning. We willen dat zoveel mogelijk Enschedeërs een gezonde leefstijl hebben. We gaan dan ook het sport- en beweeggedrag bevorderen. We doen dit onder meer door de ondersteuning van de uitvoering door onze partners en het subsidiestelsel verder te verbeteren, maatschappelijke deelname van ouderen te bevorderen (bv. door het aanbod van reguliere sportverenigingen voor ouderen te vergroten) en een maatschappelijk geëngageerd sportbedrijf op te richten.

We zetten ons in voor het voorkomen van psychiatrische en verslavingsproblematiek bij kinderen van ouders met psychiatrische problematiek en kinderen van verslaafde ouders, in samenhang met de aanpak van de wijkteams. We zetten voorlichtingsprogramma’s in voor kinderen en jongeren waar de risico's op verslaving het grootst zijn.

We gaan nadere afspraken maken met de zorgverzekeraars over onder andere de positie van de wijkverpleegkundige, integrale aanpak in de wijken, gezamenlijke communicatie naar inwoners en inzet op preventie. Dit doen we via een landelijke werkagenda.

Resultaten in 2015:

  • In de vernieuwde sportnota is aangegeven welke doelstellingen we in 2018 gerealiseerd willen hebben.
  • Het sportbedrijf is op 1 januari 2016 operationeel. Het sportbedrijf krijgt een belangrijke rol in het ondersteunen en faciliteren van sportpartners bij hun maatschappelijke inzet voor buurt of wijk.
  • Er zijn voorlichtingsprogramma’s ingezet voor kinderen en jongeren waar de risico's op verslaving het grootst zijn.
  • De schakelfunctie wijkverpleegkundige is ingekocht, functioneert in de wijken en de positie ten opzichte van de wijkteams is in overleg met de zorgaanbieders bepaald. 

 

 

Thema 2 Aanbieden van algemene voorzieningen

Wij willen dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig leven en wonen, met behulp van hun omgeving. De gemeente biedt adequate ondersteuning waar nodig, binnen het budget dat daarvoor beschikbaar is. Maatwerkvoorzieningen zijn duurder dan algemene voorzieningen, dus waar mogelijk proberen we algemene voorzieningen aan te bieden. Uiteraard leveren we maatwerk waar nodig. Daarnaast vinden we het belangrijk dat vrijwilligers in Enschede zich voldoende ondersteund voelen in hun activiteiten. Er zijn in 2018 voldoende activiteiten in de wijk om als algemene voorziening te kunnen dienen en er zijn voldoende accommodaties in de wijk om plek te bieden aan die activiteiten. Om hiervoor te zorgen gaan we de ondersteuning van vrijwilligers verbeteren, bepalen welke rol het stadsdeelmanagement heeft in het aanbieden van algemene voorzieningen (versterken burgerkracht) en initiatieven van inwoners faciliteren.

Resultaten in 2015:

  • Er is een vastgesteld actieplan Vrijwilligersondersteuning.
  • De dienstverlening van het vrijwilligersservicepunt en inzet van vrijwilligerseducatie is voortgezet en waar mogelijk uitgebreid.
  • Het niveau van algemene voorzieningen is in kaart gebracht en waar nodig, binnen de beschikbare financiële middelen, op peil gebracht.

 

 

Thema 3 Jongerenwerk en opvoedondersteuning
We willen dat iedere jeugdige gezond en in een veilige omgeving opgroeit, zijn talenten ontwikkelt en naar vermogen meedoet, rekening houdend met zijn ontwikkelingsniveau, gezin en sociale omgeving. Er wordt gewerkt aan meer samenhang tussen jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt.

We zetten risicogestuurd jongerenwerk in om problematiek te voorkomen en om, als ze ontstaan is, deze zo vroegtijdig mogelijk terug te dringen. We gaan de bewezen werkwijze van stadsdeel Zuid voor sturing op onder andere jongerenproblematiek (de weegtafel), voor zover noodzakelijk, invoeren in andere stadsdelen. Inzet van jongerenwerk in wijken op basis van analyses gecombineerd met signalen uit de wijk, in samenwerking met partners in de wijk en stad. Hier wordt actief de verbinding gelegd met de aanpak door wijkteams en stadsdeelmanagement. Kern hierbij is dat de eigen kracht van jongeren wordt versterkt door jongeren te stimuleren zelf actie te ondernemen.  

We verbeteren de vroegsignalering. Dit houdt in dat we de verbinding met onderwijs, verenigingen van huisartsen en verloskundigen gaan versterken. Dit doen we in afstemming tussen in ieder geval deze instellingen, wijkteams, stadsdeelmanagement en wijkverpleegkundige. Verder gaan we een regionaal expertisecentrum opzetten waarin signalen over problemen met de ontwikkeling van een kind integraal besproken kunnen worden om ouders vroegtijdig goed te kunnen ondersteunen. Dit doen we samen met de andere Twentse gemeenten. Voorwaarde is dat voldoende capaciteit beschikbaar is voor te bespreken casuïstiek uit Enschede en dat in samenhang met de wijkteams wordt gewerkt.

We zetten preventie-activiteiten voor kinderen en hun ouders in, met name op het gebied van opvoedondersteuning, om de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders te vergroten. We gaan door met online opvoed- en opgroeiondersteuning, we zorgen voor een basisaanbod trainingen opvoedondersteuning en een risicogestuurd aanbod waar nodig en we faciliteren initiatieven uit de samenleving die bijdragen aan dit doel.

Resultaten in 2015:

  • De werkwijze van de weegtafel van stadsdeel Zuid voor sturing op onder andere jongerenproblematiek is, voor zover noodzakelijk, ingevoerd in andere stadsdelen.
  • Er is een regionaal expertisecentrum opgezet om signalen over problemen met de ontwikkeling van een kind waar nodig integraal te bespreken om ouders vroegtijdig te ondersteunen.

 

Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen

Thema 4 Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin)
Doel van het recent vastgestelde beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 is de eigen kracht van de jeugdige en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving te versterken. Als jeugdigen en/of ouders er zelf of met hulp van hun sociaal netwerk niet uitkomen zetten we maatwerkgerichte jeugdhulp en ondersteuning in voor de jeugdige en/of zijn ouders.

Tot 1 januari 2015 zijn er 3 gescheiden jeugdstelsels: Jeugd Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en de provinciale Jeugdzorg. In 2018 is er een integraal jeugdhulpstelsel. In 2015 ligt het accent op de transitie; een zorgvuldige overdracht van de nieuwe taken. Dit moet leiden tot meer effectiviteit in de jeugdhulp en realisatie (eind 2017) van de door het rijk opgelegde bezuiniging van 15%.

We organiseren een aantal onderdelen regionaal in samenwerking met 14 Twentse gemeenten, via de Organisatie Zorg en Jeugdhulp voor Twente (OZJT) van de regio Twente. Het gaat om inkoop van veilig thuis, specialistische jeugdhulp, werving van pleegzorg, de crisisdienst, regionaal reflectiepunt en de advies- en consultatiefunctie.       

We zetten in op het verbeteren van vroegsignalering en richten wijkteams in die lichte kortdurende ondersteuning zoals opvoedondersteuning en gezinscoaching bieden. De wijkteams leggen verbinding met belangrijke partners in de wijk ten behoeve van vroegsignalering en integraal werken; met name scholen (in de zorgstructuur in het onderwijs) en huisartsen. Waar nodig schakelen de wijkcoaches meer specialistische hulp in. Als de veiligheid van het kind in het geding is of wanneer de jongere een strafbaar feit heeft gepleegd is de hulp en ondersteuning niet meer vrijwillig (gedwongen kader). Het gaat om Jeugdreclassering, Jeugdbescherming en JeugdhulpPlus. De rechter bepaalt welke hulp en ondersteuning nodig is.    

Resultaten in 2015:

  • In 2015 vindt de transitie van de jeugdhulp plaats.
  • De regionale taken zijn ingevuld en geborgd.
  • Er is een monitor op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten.
  • Het inkoopproces van na 2015 is voorbereid.
  • De tussenevaluatie op het nieuwe jeugdstelsel in het eerste kwartaal van 2016 is voorbereid.
  • Er is een start gemaakt met vernieuwende werkwijzen: Preventie, vroegsignalering.

Thema 5 Ondersteuning cliënten en mantelzorgers
Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de manier waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan de samenleving. Waar mensen het met hun eigen netwerk niet redden, of dat netwerk niet hebben, zorgt de gemeente voor ondersteuning. Deze past bij de persoon en zijn omstandigheden. We bewaken daarbij de belastbaarheid van mantelzorgers en vrijwilligers en we zorgen voor adequate cliëntondersteuning.

We betrekken mantelzorgers standaard bij de (aan-)vraag van de inwoner die ondersteuning nodig heeft, om goed af te stemmen wat de inwoner en de mantelzorger zelf doen en waar ondersteuning door de gemeente nodig is. We versterken de positie van de mantelzorgers en vrijwilligers en zorgen dat de verbinding tussen informele en formele hulp verbetert. In 2015 en 2016 willen we bereiken (met de extra rijksgelden voor behoud van de werkgelegenheid in de huishoudelijke hulp) dat de mantelzorgers minder zwaar belast worden. Dit doen we door inzet van (extra) huishoudelijke hulp. De gemeente vervult zelf een voorbeeldfunctie door het voeren van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid, o.a. door flexibele werktijden, verlofmogelijkheden en de mogelijkheid tot thuiswerken.

Resultaten in 2015:

  • De cliëntondersteuning is vormgegeven.
  • In het ondersteuningsplan van de cliënt is opgenomen hoe de mantelzorger, ter voorkoming van overbelasting, kan worden geholpen.
  • De mantelzorgondersteuning is naar de grote groep professionals in de wijk overgedragen.
  • Er is een proef uitgevoerd met WeHelpen (2014-2015) en een besluit over het vervolg genomen.
  • Er is een pool van onafhankelijke (externe) cliëntondersteuning met specifieke deskundigheden (eigen ervaringen) vanuit bestaande cliënten- en/of belangenorganisaties.

Thema 6 WMO-maatwerkvoorzieningen
Het inrichten van Algemene Voorzieningen in de zin van de WMO moet ertoe leiden dat inwoners van Enschede in hun eigen buurt ondersteuning kunnen vinden zonder dat ze eerst voor een indicatie naar de gemeente hoeven. We gaan dit overgangstraject zorgvuldig uitvoeren.

Als blijkt dat iemand niet of onvoldoende in staat is zichzelf, ook met hulp van zijn netwerk, te redden of mee te doen in de samenleving, ondersteunen wij met een oplossing. Die oplossing helpt om zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te blijven. Het gaat hierbij om maatwerk: afgestemd op de individuele situatie en de specifieke omstandigheden en mogelijkheden van de cliënt. We gaan samen met zorgverzekeraar Menzis en negen zorgaanbieders in de wijken Wesselerbrink, Pathmos-Stevenfenne-Stadsveld en Glanerbrug op een nieuwe manier samenwerken. De ervaringen en opbrengsten uit deze (Enschede Doen) proeftuinen betrekken we in de vernieuwingen en verdere beleidsontwikkelingen. In 2018 is de zelfredzaamheid en participatie van Enschedese inwoners toegenomen ten opzichte van 2015.

Duurzaamheid: We gaan onze zorgpartners stimuleren duurzaamheid te integreren in hun bedrijfsvoering. We willen dat zorginstellingen werk maken van energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Waar de gemeente eigenaar is kunnen we zelf maatregelen nemen, in andere gevallen gaan we onze zorgpartners stimuleren. In contracten met partners (inkoopvoorwaarden) nemen we verplichtende duurzaamheidseisen op. We stellen expliciet duurzaamheidseisen aan het onroerend goed waar partijen gebruik van maken.

Resultaten in 2015:

  • Er is een overgangstraject voor de (circa. 3.000) cliënten met een AWBZ indicatie die overkomen naar de gemeente (per 1 januari 2015).
  • We hebben, waar mogelijk en met inachtneming van het overgangsjaar, nieuwe vormen van algemene voorzieningen gerealiseerd.
  • Het experiment populatiemanagement in de wijken Wesselerbrink, Pathmos-Stevenfenne-Stadsveld en Glanerbrug is gestart.

Thema 7 Woonbegeleiding
Wij willen bereiken dat mensen die niet zelf in staat zijn passende en stabiele huisvesting te verwerven en te behouden, daarbij ondersteuning krijgen. Op die manier kunnen zij wonen en zich kunnen ontwikkelen tot een goede buur(t)- en stadsgenoot. Voor de periode 2015-2018 is ons streven om jaarlijks 25 daklozen duurzaam te huisvesten. We zorgen als centrumgemeente, in overleg met de regio gemeenten, voor opvang en beschermd wonen voor de inwoners die deze vorm van ondersteuning nodig hebben.
We zorgen dat de financiering voor deze plaatsen wordt gecontinueerd en dat we de toegang voor nieuwe cliënten duidelijk geregeld hebben. In overleg met de regiogemeenten en corporaties wordt de komende jaren gewerkt aan het realiseren van opvangplaatsen en -nieuwe - beschermd wonen plaatsen in de gemeenten van herkomst.

Resultaat in 2015:

  • In 2015 zijn er contracten met de plaatselijke corporaties om jaarlijks 25 woningen te leveren conform de opdracht om te komen tot spreiding over de stad.

Thema 8 Maatschappelijke- en vrouwenopvang
Wij willen onderdak en begeleiding bieden aan mensen die geen thuis hebben of de thuissituatie hebben (moeten) verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Mensen die dakloos zijn bieden we een bed-/bad-/broodvoorziening. Als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling willen we dat het geweld stopt en dat na ingrijpen de woonsituatie weer zo snel mogelijk genormaliseerd wordt. We zorgen voor een duidelijke toegankelijkheid en afspraken met partners om met name de veiligheid te borgen. Aan kinderen die meekomen met hun ouder(s) wordt specifiek aandacht besteed, zodat zij met zo min mogelijk schade verder kunnen opgroeien.

Resultaat in 2015:

  • Een aantal plaatsen in de opvang, in instellingen, is benoemd als bed-bad-/broodopvang.

Thema 9 Inkomensondersteuning

Om de oplopende kosten van product inkomensondersteuning binnen het budgettaire kader ‘financieel duurzaam solide’ te houden, gaan we de Raad voorstellen een nieuw beleidskader voor 2015 – 2016 vast te stellen. Twee belangrijke onderdelen daarbij zijn:

Schulden

De “ontstaansgeschiedenis” van schulden is zeer divers. Ondanks alle ontstaansoorzaken van schulden blijven mensen zelf verantwoordelijk voor hun schulden. Deze eigen verantwoordelijkheid voor schulden kan niet op de gemeente worden afgewenteld. Pas als de schuld ongewenste maatschappelijke neveneffecten heeft (woningontruiming, afsluiten van gas, water, elektra en geen geld meer voor eten en drinken), is ingrijpen door de gemeente gelegitimeerd. Overigens kunnen de meeste Enschedeërs zich redden zonder ondersteuning van onze gemeente. Ze hebben niet of nauwelijks schulden en hebben de financiële huishouding op orde. Een deel van hen is echter niet in staat zich zelfstandig in onze samenleving – in financiële zin - staande te houden. Met betrekking tot thema schulden komen we met voorstellen na de besluitvorming van deze begroting.

Maatschappelijke Organisaties

De gemeente Enschede heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken in de samenwerking tussen de gemeente en maatschappelijke-, particuliere, en kerkelijke organisaties. De particuliere-, maatschappelijke- en kerkelijke- organisaties hebben een aanvullende rol op het inkomensondersteuningsbeleid van de gemeente Enschede. Veelal richten zij zich op specifieke doelgroepen waarbij men beschikt over veel kennis en ervaring. Naast financiële hulp biedt men vooral hulp “in natura”. De organisaties werken vooral met de inzet van vrijwilligers waardoor goedkoop wordt gewerkt. Vanaf 2015 willen we de maatschappelijke organisaties in onze gemeente ook gaan inzetten voor het beleid gericht op participatie. Kortom: wederkerigheid: “u vraagt wat van de gemeenschap, maar wat kunt u voor de gemeente terug doen ?” Over het thema maatschappelijke organisaties en “wederkerigheid” komen we met voorstellen.

Resultaat in 2015:

  • Het product inkomensondersteuning blijft binnen de financiële kaders.

Indicatoren

 Effectindicatoren

Streven 2015

Streven 2018

1.Percentage jeugd van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent.    92    93 
2.Percentage inwoners van 23 jaar of jonger dat geen gebruik maakt van een 2e lijns jeugdhulpvoorziening.    94 96
3.Percentage cliënten dat het effect van jeugdhulpdienst(en) als voldoende scoort.       * *
4.Percentage cliënten dat na 1 jaar niet opnieuw instroomt in jeugdhulp. * *
5.De mate waarin een Wmo maatwerkvoorziening volgens de cliënt bijdraagt aan de versterking van de zelfredzaamheid en  participatie. 80  81
6.Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een Wmo maatwerkvoorziening. 88  91
7.Percentage 75+ dat aangeeft in een sociaal isolement te raken zonder deelname aan een door de gemeente gesubsidieerde voorziening. *
8.Het aantal overlastmeldingen bij de politie van cliënten in Beschermd wonen.  0
9.Het percentage inwoners dat gebruik maakt van een vorm van inkomensondersteuning.  * *

Toelichting op de indicatoren:
Ten opzichte van de Programmabegroting 2014 is het aantal indicatoren toegenomen van zes naar negen. Deze toename is te verklaren door de toegenomen (financiële) omvang en aard van de nieuwe taken per 2015. De indicatoren 1 en 6 zijn bestaande indicatoren uit de Programmabegroting 2014, zij het aangepast aan de actualiteit van de nieuwe ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Er zijn 7 nieuwe indicatoren toegevoegd. Er zijn 4 indicatoren uit de Programmabegroting 2014 vervallen of ondergebracht in een ander begrotingsprogramma.

* Als gevolg van het feit dat er nieuwe indicatoren zijn toegevoegd zijn er geen scores bekend over het afgelopen jaar. Er wordt zo spoedig mogelijk een nulmeting gestart op basis waarvan realistische streefwaarden vastgesteld kunnen worden. Deze worden opgenomen in de Programmabegroting 2016.

 

Wat mag het kosten?

In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.

bedragen x1.000 euro

Maatschappelijke ondersteuning Bedragen x 1.000 euro Begroting  2014 Begroting 2015 Raming  2016 Raming  2017 Raming  2018
Lasten 84.626 183.905 182.956 182.276 181.589
Baten 5.934 4.987 4.987 4.987 4.987
Saldo van baten en lasten 78.693 178.918 177.969 177.289 176.602
Storting Reserves 169 207 208 253 269
Onttrekking reserves 2.814 676 142 117 111
Resultaat 76.048 178.450 178.034 177.425 176.759

Toelichting

De verhoging van de lasten wordt vooral verklaard uit de middelen die worden toegevoegd als gevolg van de decentralisaties. Voorts zijn bezuinigingen verwerkt. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de financiële bijlage 6.4.

 

 

Meer info Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders Jurgen van Houdt, Patrick Welman en Eelco Eerenberg
Programmadirecteuren Hans Weggemans, Richard Kokhuis