Doelstelling Thema's Producten Wat mag het kosten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bedragen x 1.000 Euro's |
Op basis van het coalitieakkoord is de Programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat het college wil bereiken.
Effectindicatoren
1. Aantal banen (prognose banengroei gebaseerd op landelijke cijfers CBS, CPB en UWV)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het aantal banen is het aantal werkelijk ingevulde arbeidsplaatsen in Enschede en Twente. Het aantal arbeidsplaatsen zegt iets over de vitaliteit van de economie.
De streefwaarde is gebaseerd op de landelijke prognose van de banengroei door UWV van juni 2016 (prognose 2016: 1,1% groei, 2017: 0,9%, 2018 en verder: 0,8% groei).
We zien dat de banengroei in Enschede en Twente in 2014 en 2015 hoger ligt dan landelijk wordt geprognosticeerd. We verwachten dat de banengroei in Enschede harder zal blijven gaan dan landelijk of in de regio. Vandaar dat het streven voor Enschede naar boven wordt bijgesteld in deze begroting. We hebben desondanks te weinig banen om iedereen aan het werk te krijgen (de werkloosheid ligt in Twente en Enschede hoger dan landelijk).Vandaar dat we inzetten op nieuwe en groei van bestaande bedrijven.
2. Bruto Regionaal Product Twente per inwoner
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het Bruto Regionaal Product (BRP Twente) is de totale - toegevoegde - waarde van alles wat in Twente aan goederen en diensten wordt geproduceerd. Het zegt iets over de concurrentiekracht van een regio. In Twents verband zetten we in op toename van het BRP Twente. De streefwaarde is gebaseerd op de landelijke prognose van groei BRP.
3. Waardering dienstverlening Ondernemersloket
Toelichting
We vragen de ondernemers hoe zij de dienstverlening door de accountmanagers van het Ondernemersloket hebben ervaren. Ook vragen we naar de tevredenheid over de informatieverstrekking door het Ondernemersloket.
Het cijfer is een gemiddelde van vier metingen in een jaar. Het gemiddelde ligt boven het streefcijfer van een 8.
4. Bereikbaarheid Enschede West en centrum (lager dan 100 betekent beter bereikbaar)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De bereikbaarheidsindicator is in 2011 gestart als een indexcijfer van de reistijden over een aantal invalswegen naar het centrum van Enschede. Een lagere waarde betekent dat de reistijd ten opzichte van 2011 verbeterd is. In 2015 bedroeg de waarde 86,6. Doelstelling is deze waarde vast te houden of verder te verbeteren.
5. Energiebesparing bedrijfsleven (mutatie emissie CO2)
Gas:
Elektra:
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
In deze twee grafieken wordt het energieverbruik van de Enschedese bedrijven in kaart gebracht. Het streven is om het energieverbruik in 10 jaar tijd met 12% naar beneden te krijgen. Dit streven is vastgelegd in het actieplan Duurzaamheid (juni 2015). Dit betekent een afname van het verbruik van gas en electriciteit van 1,2% per jaar (de streefwaarde in de grafieken).
De streefwaarde gaat in vanaf 2016 (afname met 1,2% ten opzichte van het jaar ervoor).
6. Groene groei: aantal bedrijven dat deelneemt in een maatwerkconvenant op het thema groene groei
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Deze grafiek laat zien hoeveel bedrijven deelnemen in een convenant 'groene groei' op basis van het Actieplan Duurzaamheid. De realisatie vindt vanaf 2016 plaats en is nu nog niet in te vullen.
7. De netto participatiegraad
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De netto participatiegraad geeft aan welk deel van de mensen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar (de potentiële beroepsbevolking) daadwerkelijk aan het werk is. Hoe hoger dit percentage, hoe kleiner het deel niet-werkenden wordt. Niet-werkenden zijn aan de ene kant scholieren, studenten, renteniers en aan de andere kant de werkloze beroepsbevolking. Vooral die laatste groep zien we graag kleiner worden.
Het streven in deze grafiek is gebaseerd op een eigen inschatting.
In 2015 is de netto participatiegraad in Enschede met 1,5% gestegen naar 62,7%. De landelijke gemiddelde groei lag op 0,5% (65,4% in 2015). Dit zagen we ook terug in een daling van de werkloosheid in Enschede (de werkloosheid daalde van 9,4% in 2014 naar 8,5% in 2015). De beroepsbevolking is gelijk gebleven ten opzichte van 2014. Het aantal mensen in de bijstand blijft echter nog steeds groeien. Vandaar de blijvende aandacht voor het beperken van de instroom en het bevorderen van uitstroom uit de bijstand.
8. Aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) en aantal mensen met een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand/Participatiewet (WWB/PW)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Met deze indicator zien we hoeveel inwoners werkzoekend zijn. Deze groep bestaat voornamelijk uit mensen met een WW-uitkering (UWV) en een uitkering op basis van de Wet Werk en Bijstand (gemeente). Dit laatste gegeven beïnvloedt in hoge mate de gemeentelijke financiële positie.
Het streven in de grafiek is gebaseerd op de landelijke ontwikkeling in het jaar van realisatie. De cijfers over de landelijke ontwikkeling in 2016 hebben we pas begin 2017. Pas dan kan een vergelijking worden gemaakt met de realisatie van 2016.
9. Onderwijsindex, bestaat uit:
9A. Verdeling van leerlingen over niveaus VO, volgens advies PO
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Deze indicator geeft een beeld met welk onderwijsadvies kinderen de basisschool verlaten. Dit zegt iets over het succes van het voortraject (VVE en basisschool) en over het percentage leerlingen voor wie MBO-niveau 3 haalbaar zou zijn.
Analyse
De advisering richting het praktijkonderwijs blijft stabiel. Het aandeel VMBO stijgt iets ten opzichte van de deelname aan het HAVO/VWO. Nadere analyse laat zien dat de relatieve groei van het VMBO vooral bij de opleidingen K en T plaatsvindt. Kijkend naar de advisering over langere termijn valt op dat de advisering in Enschede lager is dan het landelijk gemiddelde, maar dat de laatste jaren het gemiddelde in Enschede licht stijgt. In de contacten met de onderwijsbesturen blijft dit thema op de agenda staan.
9B. Beroepsbevolking met opleidingsniveau MBO 2 en hoger
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
MBO 2 en hoger biedt een zogenaamde 'startkwalificatie' voor de arbeidsmarkt. Jongeren met opleidingsniveau MBO 2 en lager zijn nu oververtegenwoordigd in ons bijstandsbestand. Het streven is om het aandeel MBO 2 en hoger in de beroepsbevolking te vergroten.
Analyse
Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is gelijk gebleven vergeleken met het voorgaande jaar. Effecten van beleid op deze indicator zijn een kwestie van een lange adem en daarom nu nog niet zichtbaar.
9C. Percentage VO-leerlingen met een technisch profiel (derde en vierde leerjaar)
9D. Percentage afgestudeerden MBO, HBO, UT met een technische studie
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De twee technische indicatoren 9C en 9D zijn gekozen, omdat voor de toekomst grote tekorten worden verwacht in technisch geschoold personeel. Daarom hebben jongeren met een technische opleiding meer kans om een baan te vinden.
Analyse
9C: De keuze voor een technische studierichting bij HV zit al enkele jaren in de lift. Op het VMBO is de keuze voor een technische opleiding iets afgenomen, mede als gevolg van de arbeidsvooruitzichten gerelateerd aan de economische crisis.
9D: ROC: gemeten is het aantal gediplomeerden in 2015. Deze studenten hebben hun studiekeuze midden in de crisisperiode gemaakt, waar de vraag naar met name technische personeel in de bouw en aanverwante sectoren heel laag was. In het HBO en WO is het aandeel afgestudeerden met een technische studie stabiel gebleven of licht gestegen. Bij het beïnvloeden van de studiekeuze spelen veel factoren een rol, waarop de gemeente niet altijd direct invloed heeft.
Wettelijk verplichte indicatoren
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.
Beleidsveld | Naam indicator | Eenheid | Score | Bron |
2. Verkeer en vervoer | Ziekenhuisopname na verkeersongeval met een motorvoertuig | % | 11% | VeiligheidNL |
2. Verkeer en vervoer | Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser | % | 10% | VeiligheidNL |
3. Economie | Functiemenging | % | 52 | LISA |
3. Economie | Bruto gemeentelijk product | Verhouding tussen gemeten en verwacht product | 107 | Atlas voor gemeenten |
3. Economie | Vestigingen (van bedrijven) | Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 t/m 64 jaar | 95,4 | LISA |
4. Onderwijs | Absoluut verzuim | Aantal per 1.000 leerlingen | 1 | DUO |
4. Onderwijs | Relatief verzuim | Aantal per 1.000 leerlingen | 50 | DUO |
4. Onderwijs | Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie | % deelnemers aan het VO- en MBO-onderwijs | 2,2 | DUO |
6. Sociaal domein | Banen | Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar | 758,1 | LISA |
6. Sociaal domein | Netto participatiegraad | % mensen tussen 15 en 67 jaar dat een baan heeft | 62,7 | CBS |
6. Sociaal domein | Achterstandsleerlingen | % 4- tot en met 12-jarigen | 14,21 | Verwey Jonker Instituut-kinderen in tel |
6. Sociaal domein | Werkloze jongeren | % 16- tot en met 24-jarigen | 1,96 | Verwey Jonker Instituut-kinderen in tel |
6. Sociaal domein | Personen met een lopend re-integratietraject | Aantal per 10.000 inwoners | 432,4 | CBS |
6. Sociaal domein | Personen met een bijstandsuitkering | Aantal per 10.000 inwoners | 727,6 | CBS |
De lijn die de Raad heeft vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd.
In 2017 worden de twee hoofdlijnen voor de inzet bij 'versterken economie':
Zoals in de Zomernota 2015 en PB 2016 al is opgenomen, willen we binnen drie jaar het tekort op het bijstandsbudget reduceren naar nul. Over 2015 bedroeg het tekort op de bijstand nog 5,1 miljoen. Dit tekort loopt, op basis van het huidige rijksbudget, vanaf 2016 op naar ongeveer 8 miljoen euro. Positieve ontwikkeling is dat ondanks de stijging van het aantal bijstandsgerechtigden in Enschede de stijging op landelijk niveau hoger is. Het tekort op de BUIG terugbrengen naar nul is een forse opgave met veel risico’s. Belangrijke externe risico’s daarbij zijn de hoogte van het macrobudget en de aanpassingen van het verdeelmodel vanaf 2017. Eind september 2016 weten we de uitkomsten.
Belangrijke factor voor meer werk zijn meer banen in Enschede en in de regio. Bestuurlijk en ambtelijk willen we in 2017 extra inzet op het stimuleren van groei van bestaande bedrijven en het aantrekken van bedrijven van buiten de regio en van buiten Nederland. Hiervoor willen we het internationale profiel van Enschede versterken in nauwe samenwerking met onderwijspartners en bedrijven.
In 2017 streven we naar de onderstaande resultaten.
Actiepunten 2017 |
Thema 1 en 2: Versterken (internationaal) ondernemersklimaat & branche-aanpak en acquisitie |
Acquisitie
Rode loper
In 2017 wordt gewerkt met een beleidsplan internationaal, dat de internationale ambities van bedrijven en de kennisinstellingen ondersteunt. Uitgangspunt is structurele versterking van de economie van stad en regio. Daartoe worden de (bestuurlijke) netwerken van Enschede ingezet en worden er projecten ontwikkeld die de internationale uitstraling van de stad versterken. In de ontwikkeling van Twente moet internationalisering – net als bij het bedrijfsleven en bij de kennisinstellingen – bij voortduring op de politieke en economische agenda staan. Gewerkt wordt aan:
|
Thema 3: Versterken groene groei |
Op basis van het Actieplan Duurzaamheid is in 2016 een convenant gesloten met een aantal bedrijven op de Josink Es en de Marssteden. Doel van het convenant is om de voorbeeldrol van die bedrijven op het gebied van duurzame energie en energiebesparing te benadrukken en uit te voeren. Dit convenant wordt in 2017 verder uitgerold naar meer bedrijven. Op basis van een tweede spoor uit het Actieplan Duurzaamheid werken we waardeketens uit voor de langere termijn (biobased economy en circulaire economie). De kansrijke mogelijkheden worden binnen de thema’s 'ondernemersklimaat' en 'branche-aanpak en acquisitie' geagendeerd en opgepakt. Aan de toezegging over personele inzet voor de actielijn duurzaamheid binnen Strategie en Beleid EWO wordt voor twee jaar invulling gegeven. |
Thema 4: Faciliteren kansrijke economische projecten |
Kennispark
XL Businesspark
Technology Base Twente
|
Thema 5: Bereikbaarheid (fysiek en digitaal) |
Fysiek
Digitaal
Verbonden partij: Regio Twente 1. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang) Beleidsrisico’s: n.v.t. |
Doelstelling B: Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk.
Actiepunten 2017 |
Thema 6: Vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede |
Het belangrijkste actiepunt voor 2017 is het terugbrengen van het tekort op de BUIG. Door de genomen maatregelen is de bestandsontwikkeling in Enschede aanzienlijk lager dan in vergelijkbare steden. Desondanks is de omvang van het bestand in 2016 nog wel toegenomen. Ook landelijk is een toename van het aantal bijstandsgerechtigden te zien, onder andere door meer statushouders. We blijven daarom inzetten op de drie actielijnen: meer banen, aan het werk en rechtmatigheid/participatie. De aanpassingen in het verdeelmodel voor 2017 laten voor Enschede een verhoging van het BUIG-budget zien. Deze verhoging is vooralsnog te gering om structureel met het rijksbudget uit te komen. Zoals in 2.5 aangegeven gaan we onderzoeken op welke wijze we structureel kunnen uitkomen met het rijksbudget. Uiterlijk In de zomernota 2017 rapporteren wij hierover. De actielijn Meer banen is gericht op het binnenhalen van voor de doelgroep geschikte arbeidsplaatsen. Hier wordt invulling aan gegeven via acquisitie en de rode loper voor ondernemers. We gaan in 2017 onderzoeken hoe we optimale resultaten kunnen halen uit de periodieke herbeoordelingen, zowel op het gebied van rechtmatigheid als op het gebied van het stimuleren van de maatschappelijke participatie. De actielijn Aan het werk is gericht op het bevorderen van de uitstroom. Naast het continueren van de activiteiten gericht op uitstroom naar banen in Duitsland, wordt in 2017 ingezet op het organiseren van banenmarkten en het nog intensiever begeleiden van kansrijke werkzoekenden. De samenwerkingsverbanden met diverse uitzendbureaus (onder andere In Person, Tempo Team, Timing en Randstad), worden voortgezet. Ook doen we een onderzoek naar het outsourcen van werkzaamheden van de afdeling Werk. Conclusies zijn op dit moment nog niet bekend (verwachting najaar 2016). Op basis van de bevindingen van het onderzoek naar outsourcing worden de eventuele acties voor 2017 bepaald. Het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt loopt tot eind 2016 (tweede fase). In het eerste kwartaal van 2017 worden de resultaten van deze tweede fase en de verdieping van een aantal onderwerpen bekend gemaakt. Samen met externe partners wordt onderzocht of de digitale dienstverlening richting ondernemers verder kan worden verbeterd. Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met het UWV gezocht. De criteria voor het Werkpact keurmerk worden geactualiseerd. Er wordt onderzocht of we hiervoor een instrument kunnen aanschaffen analoog aan het SROI-instrument (een instrument om afspraken met werkgevers rondom aanbesteding en social return on investment vast te leggen). Mensen met een arbeidshandicap
Regio
|
Thema 7: Investeren in werkgelegenheid. |
In samenwerking met Regio Twente gaan we meer inzetten op acquisitie voor de periode 2016-2018. We gaan onderzoeken in hoeverre we een start-upvriendelijke stad zijn en wat nodig is om dit verder uit te bouwen. Duitsland
Verbonden partij: Regio Twente 1. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang) Beleidsrisico’s: n.v.t. Verbonden Partij: XL Businesspark Twente/Regionaal Bedrijventerrein RBT 1. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang) Het XL Businesspark heeft als doel: verbreding van de Twentse economie en groei van werkgelegenheid. Wat goed is voor Twente is goed voor Enschede. Het terrein moet voldoende ruimte geven aan uitbreiding van bestaande bedrijvigheid danwel nieuwe vestigingen, waarbij het zich met name richt op grote ruimtevragers uit de sectoren industrie, transport en distributie. Beleidsrisico’s: n.v.t. Verbonden Partij: Area Development Twente (ADT) 1. Bijdrage aan beleid (maatschappelijk belang)
Beleidsrisico’s: n.v.t. |
Doelstelling C: Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt.
Actiepunten 2017 |
Thema 8: Onderwijs en talentontwikkeling. |
De Lokale Educatieve Agenda (LEA) 2015–2018 bevat de belangrijkste gezamenlijke doelen met de onderwijspartners voor de komende twee jaren. Het hoofddoel van de LEA is dat meer jongeren een opleiding afronden die aansluit bij de arbeidsmarkt. Daartoe gaan we in 2017 de LEA-middelen nog intensiever inzetten op: wetenschap & technologie met programmeren, euregionale focus met Duits in het onderwijs, inzet van vouchers voor onderwijsbegeleiding, verder uitwerken van Alles-in-één-school, intensivering van de ondersteuningsstructuur, een taalintensief programma voor peuters onder nieuwkomers en de aanpak van het non-bereik van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Voor een uitbreiding van de onderwijsagenda met de partners Saxion en UT en opnieuw ROC werken we aan een internationale onderwijsagenda en aan het versoepelen van de overgangen tussen de onderwijsinstellingen onderling en met (startende) bedrijven. Als centrumgemeente trekken we regionaal de inrichting van de nieuwe wettelijke taken van de Regionale Meld en Coördinatie (RMC) voortijdig schoolverlaten: voor álle jongeren die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt. De stichting Consent en het Stedelijk Lyceum vormen samen de International School Twente (IST). In 2017 werken zij aan een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Speerpunt in 2017 is de communicatiestrategie richting internationale bedrijven, om zodoende de groei van het aantal leerlingen te bevorderen. Het Stedelijk Lyceum werkt daarbij aan het International Baccalaureate Diploma Program. IST wordt hiermee een toonaangevende voorziening voor kinderen uit de internationale gemeenschap in de regio Twente. De inspectie Onderwijs heeft in het najaar van 2016 geconcludeerd dat de kwaliteit in Enschede het afgelopen jaar sterk is gestegen en dat Enschede op veel gebieden een voorbeeld voor anderen is. De extra middelen voor de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) zijn in 2017 voor het laatst beschikbaar. Daarom is het mogelijk door te gaan met de verbeteringen in het aanbod VVE binnen de Integrale Kindcentra (IKC's). Wij spannen ons in om nog meer peuters te laten deelnemen aan de voorschoolse voorzieningen. We zijn erin geslaagd de deelname aan peuter- en VVE-arrangementen in 2016 opnieuw goedkoper te maken voor vrijwel alle ouders, waardoor de toegankelijkheid opnieuw verbetert. Wij verwachten dat daarmee meer peuters een betere start krijgen in het basisonderwijs. Met als uiteindelijk doel een startkwalificatie en zelfredzaamheid in de samenleving. Het Rijk gaat de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid na 2017 anders verdelen. Wij houden rekening met daling van budgetten. Dit betekent dat we in 2017, een jaar later dan verwacht, samen met de IKC-partners scherpe keuzes moeten voorbereiden voor 2018 en latere jaren. |
Wat mag het kosten?
In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
|
Toelichting
Wettelijk is voorgeschreven dat vanaf 2017 in de programma’s alleen de kosten van het primaire proces worden opgenomen. Van de totale overhead (2,8 miljoen euro) is een deel (per saldo 1,4 miljoen euro) niet meer opgenomen binnen het programma Versterken economie maar binnen het programma Dienstverlening en financieel beleid. Meer informatie over de gemeentelijke overhead is opgenomen in hoofdstuk 5.2.
Het saldo van lasten en baten daalt met ruim 6 miljoen euro van ruim 80 miljoen euro in 2016 naar 74 miljoen in 2017. De belangrijkste oorzaak is het dalende saldo van de Sociale Werkvoorziening van ruim 4 miljoen euro, doordat er sinds 2015 geen nieuwe instroom meer plaatsvindt. Het aantal SW-medewerkers daalt ieder jaar en daarmee het beslag op gemeentelijke middelen.
Daarnaast daalt het saldo op het product Arbeidsmarktparticipatie met 1,4 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van minder rijksinkomsten. Bij het product Kinderopvang is er sprake van een lager saldo van 0,4 miljoen euro als gevolg van de budgetverlaging uit de Zomernota. Voor het product Algemene Bijstand Levensonderhoud is per saldo sprake van een lager saldo van 0,3 miljoen euro. Dit komt door de geraamde effecten van het plan ‘Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget’ en een aanpassing van het BUIG-budget. In de raming voor dit product is rekening gehouden met het eind september bekendgemaakte rijksbudget voor 2017.
Meer info | Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's. |
Portefeuillehouders | Patrick Welman, Eelco Eerenberg, Hans van Agteren |
Programmadirecteur | Richard Kokhuis |