Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bestaat de financiële begroting uit een overzicht van baten en lasten (per programma en per taakveld) en een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, aangevuld met een toelichting. We starten met de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd.
Voor de begroting 2018 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:
Omschrijving | Grondslag |
Lonen en sociale lasten | 1,4% en 3,25%* |
Prijzen | 1,2% |
Algemene uitkering | septembercirculaire 2017 |
Onroerendzaakbelasting | WOZ-waarde en tariefindex 2,3 % |
Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overige heffingen |
Kostendekkend Zie paragraaf 4.1 Lokale heffingen |
Tarieven | Kostendekkend |
Omslagrente | 2,5% |
Aantal inwoners | 159.297 |
Aantal woningen (exclusief recreatie) | 74.249 |
* 1,4% betreft de effecten van de cao waarbij met de VNG is afgesproken dat het salaris per 1 januari 2017 met 0,4% stijgt. Daarnaast stijgen vanaf 1 januari 2017 de ABP-pensioenpremies met 2,6%, wat leidt tot een stijging van de kosten voor de werkgever met 1,40% van de loonsom.
* 3,25% betreft het cao-akkoord tussen de VNG en de vakbonden van 4 juli jl. Dit akkoord is een principe-akkoord en is, na de ledenraadpleging op 5 oktober 2017, door het VNG bestuur bekrachtigd.
Hieronder zijn totaaloverzichten van alle lasten, baten en reservemutaties opgenomen. Deze overzichten kennen een nieuwe indeling conform de vernieuwde wetgeving BBV.
We presenteren de vier programma's naast de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing vennootschapsbelasting (Vpb) en het bedrag voor onvoorzien. Hierdoor wijkt het gepresenteerde totaal per programma in hoofdstuk 3 (incl. overhead, etc.) af van het hieronder gepresenteerde totaal per programma (excl overhead, etc.).
|
Meerjarenbegroting
|
Voor uitgebreide financiële informatie zie de bijlage in hoofdstuk 6.4, Wat mag het kosten?
Algemene dekkingsmiddelen
Onderstaand geven we een beeld van de algemene dekkingsmiddelen (gesaldeerd: lasten en baten).
|
Overhead
Om de Raad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is wettelijk voorgeschreven om vanaf 2017 de kosten van de overhead apart te presenteren. In de programma’s zijn alleen de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces.
Overhead bevat alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Wij onderscheiden hierin 3 categorieën:
In onderstaande tabellen geven we een beeld van de overhead (saldo: lasten en baten).
Bedragen in 1.000 euro's | Begroting 2018 | MO | VE | DL | DFB |
Facilitaire overhead (interne dienstverlening) | 36.420 | - | 1.337 | 2.387 | 32.696 |
Bestuursondersteuning | 1.998 | - | - | - | 1.998 |
Programmaoverhead | 8.230 | - | - | 577 | 7.652 |
Totaal | 46.647 | 0 | 1.337 | 2.964 | 42.346 |
Binnen de begroting is sprake van gesloten systemen (rioleringen, afval, etc.). In deze gevallen blijft een deel van de overhead conform ons verdelingsprincipe toegerekend aan deze programma's. Daardoor is naast het programma Dienstverlening en financieel beleid ook binnen Versterken economie en Duurzame leefomgeving overhead aanwezig voor respectievelijk 1,4 en 3,0 miljoen euro. Zie ook taakveld 0.4 Overhead in het taakvelden overzicht hierna.
De totale lasten voor het taakveld overhead vormen de basis voor de toerekening van de overhead aan leges en heffingen. Dit is opgenomen in paragraaf 4.1 lokale heffingen.
Incidentele baten en lasten
Voor de periode 2018 t/m 2021 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot:
Programma Bedragen in 1.000 euro's |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||||
Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | |
Maatschappelijk ondersteuning | 1.482 | 25 | 25 | |||||
Versterken economie | 850 | 450 | 450 | |||||
Duurzame leefomgeving | 50 | 14.180 | 100 | 400 | ||||
Dienstverlening en financieel beleid | 3.455 | 3.750 | 700 | 700 | ||||
Totaal | 50 | 19.967 | 100 | 4.625 | 1.175 | 700 |
Structurele reserveringen
Voor de periode 2018 t/m 2021 zijn de volgende structurele reservemutaties begroot:
|
Voor een nadere specificatie en toelichting op dit overzicht en het overzicht met beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, verwijzen we naar de bijlage in hoofdstuk 6.1.
Taakvelden
Het volgende overzicht geeft inzicht in de geraamde baten en lasten per taakveld en het verdelingsprincipe van de taakvelden naar de programma's voor het begrotingsjaar 2018. De lasten en baten zijn exclusief reservemutaties.
|
In het totaaloverzicht baten en lasten aan het begin van deze paragraaf zijn de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing Vpb en onvoorzien afzonderlijk gepresenteerd. De algemene dekkingsmiddelen betreffen de taakvelden 0.5 treasury, 0.61 OZB woningen, 0.62 OZB niet-woningen, 0.64 Belastingen overig en 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds. Overhead betreft het taakveld 0.4 Ondersteuning organisatie. Heffing Vpb betreft taakveld 0.9 Vennootschapsbelasting. Het bedrag voor 'onvoorzien' betreft het taakveld 0.8 Overige baten en lasten.
Deze paragraaf bevat een prognose van de balans en het EMU-saldo. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering, het verloop van de reserves en het verloop van de voorzieningen (art. 20 BBV).
Geprognosticeerde balans
De prognose van de balans betreft het begrotingsjaar, het voorliggende jaar en de 3 jaren volgend op het begrotingsjaar.
Activa | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | Passiva | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
bedragen in 1.000 euro's | ||||||||||||
Eigen vermogen | 87.073 | 66.044 | 73.388 | 84.518 | 98.975 | |||||||
(Im)materiele vaste activa | 541.284 | 541.203 | 534.761 | 531.029 | 527.694 | Voorzieningen | 42.400 | 44.663 | 50.422 | 58.060 | 64.899 | |
Financiele vaste activa | 53.120 | 50.157 | 46.995 | 41.462 | 39.245 | Vaste schulden | 398.912 | 404.515 | 380.182 | 396.029 | 398.914 | |
Totaal Vaste activa | 594.404 | 591.360 | 581.756 | 572.492 | 566.939 | Totaal Vaste passiva | 528.386 | 515.221 | 503.992 | 538.667 | 562.848 | |
Voorraden | 37.430 | 36.009 | 37.491 | 39.433 | 34.946 | |||||||
Vorderingen (uitzettingen) | 58.958 | 61.258 | 60.764 | 60.327 | 60.783 | Vlottende Schulden | 142.345 | 155.901 | 160.577 | 123.677 | 124.353 | |
Liquide middelen | 7.703 | 41.345 | Overlopende passiva | 34.060 | 34.413 | 32.854 | 33.776 | 33.681 | ||||
Overlopende activa | 13.998 | 16.909 | 17.411 | 16.106 | 16.809 | |||||||
Totaal Vlottende activa | 110.386 | 114.175 | 115.667 | 123.569 | 153.883 | Totaal Vlottende passiva | 176.405 | 190.314 | 193.431 | 157.453 | 158.034 | |
Totaal Activa | 704.790 | 705.535 | 697.423 | 696.060 | 720.822 | Totaal Passiva | 704.790 | 705.535 | 697.423 | 696.060 | 720.822 | |
Toelichting
(Im)materiële vaste activa
Deze balanspost is geprognosticeerd door de jaarrekening 2016 als uitgangspunt te nemen. Hier zijn de toekomstig geplande investeringen, die ook zijn opgenomen onder het kopje 'Investeringen' verderop in deze paragraaf, aan toegevoegd.
En de begrote afschrijvingen over de reeds geactiveerde activa en de afschrijvingen over de investeringen in de jaren 2018 tot en met 2021 zijn hierop in mindering gebracht.
Financiële vaste activa
De prognose voor de financiële vaste activa is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.
Voorraden
De balanspost voorraden bestaat uit twee categorieën, te weten bouwgrond in exploitatie en grond- en hulpstoffen. De prognose voor de balanspost voorraden is opgesteld op basis van het MPG 2017.
Vorderingen
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Liquide middelen
De liquide middelen bevat het positieve netto effect van alle overige geprognostiseerde activa- en passivaposten (sluitpost voor de jaren 2020 en 2021).
Overlopende activa
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Eigen vermogen
De balanspost reserves is meerjarig begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform besluitvorming van de raad). Een specificatie van deze post is terug te vinden in hoofdstuk 6.2 van deze programmabegroting.
Voorzieningen
De balanspost voorzieningen is begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform verwachte dotatie/besteding). Een specificatie van de voorzieningen is terug te vinden in hoofdstuk 6.3 van deze programmabegroting.
Vaste schulden
De prognose voor de financiële vaste passiva is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.
Vlottende schulden
De prognose voor de vlottende schulden is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren. Daarnaast bevatten de Vlottende schulden het negatieve netto effect van alle overige geprognostiseerde activa- en passivaposten (sluitpost voor de jaren 2017 tot en met 2019).
Overlopende passiva
De prognose voor de overlopende passiva is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Berekening EMU-saldo
In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een bij de euro aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-saldo wordt bepaald door een gezamenlijk saldo van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken.
Dit is vastgelegd in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën.
In de onderstaande tabel is het EMU-saldo van Enschede berekend.
Berekening EMU-saldo | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan de reserves | -10.938 | -20.804 | 7.569 | 11.355 | 14.457 |
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 25.296 | 25.058 | 27.156 | 27.993 | 29.428 |
Dotaties aan voorzieningen | 8.906 | 9.168 | 9.388 | 9.408 | 9.422 |
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | -36.517 | -36.533 | -20.555 | -22.850 | -24.128 |
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | 1.650 | 750 | 0 | 0 | 0 |
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | -22.629 | -9.718 | -6.956 | -5.533 | -2.652 |
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord | 12.634 | 15.444 | 10.970 | 9.983 | 10.425 |
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen | -9.100 | -6.990 | -3.646 | -1.783 | -2.844 |
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verkoop van effecten: de verwachte boekwinst bij verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | -30.698 | -23.625 | 23.926 | 28.573 | 34.108 |
Verloopoverzicht reserves
|
We hebben in hoofdstuk 6.2 een specificatie opgenomen waarin de reserves zijn onderverdeeld naar de programma's. Daarnaast lichten we de belangrijkste reserves met een mouse-over toe. In dit verloopoverzicht staat een kolom waarin het onderscheid naar soort reserve is opgenomen (Alg: algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met een nadere onderverdeling van reserves kapitaallasten, reserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Egal en BR Ov). Hieronder treft u hiervan een totaaloverzicht aan.
|
Bestemmingsreserves met egalisatiemotief zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De bestemmingsreserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid.
Verloopoverzicht voorzieningen
|
Voor een specificatie per voorziening verwijzen we naar hoofdstuk 6.3 Staat van Voorzieningen.
Investeringen
In onderstaand overzicht staan per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen voor de jaren 2018 t/m 2021. Deze zijn ingedeeld in:
Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van deze programmabegroting alle in deze paragraaf opgenomen investeringen worden goedgekeurd. De goedkeuring betreft alleen de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2018, waarvoor we verwijzen naar hoofdstuk 6.5 Staat van vervangingsinvesteringen. Voor uitbreidingsinvesteringen zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit worden separate voorstellen voorgelegd. Daarnaast is in hoofdstuk 6.6 Ruimtelijke projecten, een actueel inzicht gegeven in de lopende majeure stedelijke investeringsprojecten en mobiliteitsprojecten.
Investeringsoverzicht per programma 2018-2021 (Bedragen in 1.000 euro) |
||||
Programma | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Economisch nut | ||||
Investeringsfondsen DCW | 1.160 | 160 | 160 | 160 |
Totaal Versterken economie | 1.160 | 160 | 160 | 160 |
Economisch nut | ||||
Riolering | 18.846 | 11.365 | 11.143 | 13.964 |
Mobiliteitsplan | 5.277 | 1.229 | 1.523 | 1.335 |
Binnenstad | 1.000 | |||
Overige (vervangings)investeringen | 1.105 | 1.050 | 1.050 | 1.050 |
Maatschappelijk nut | ||||
Openbare verlichting | 651 | 608 | 640 | 450 |
Beheer wegen | 2.575 | 2.575 | 2.575 | 2.575 |
Totaal Duurzame leefomgeving | 29.454 | 16.827 | 16.931 | 19.374 |
Economisch nut | ||||
ICT-meerjarenplan | 2.364 | 1.831 | 3.451 | 3.154 |
Huisvesting & services | 2.030 | 237 | 808 | 100 |
Vastgoedbedrijf |
1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Onderwijshuisvesting | 500 | 500 | 500 | 500 |
Publieksdienstverlening | 25 | |||
Totaal Dienstverlening en financieel beleid | 5.919 | 3.568 | 5.759 | 4.754 |
Totaal investeringen - economisch nut | 33.307 |
17.372 |
19.635 |
21.263 |
Totaal investeringen - maatschappelijk nut | 3.226 | 3.183 |
3.215 |
3.025 |
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen
In onderstaand overzicht zijn de arbeidskostengerelateerde verplichtingen opgenomen, die jaarlijks een vergelijkbaar volume hebben. De dekking van deze verplichtingen is in de meerjarenraming voorzien. Het gaat hier om verplichtingen die in een jaar ontstaan en in latere jaren tot uitbetaling komen, maar niet op de balans zijn opgenomen.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, is een voorziening gevormd c.q. een verplichting opgenomen in de balans. Deze verplichtingen zijn geen onderdeel van de onderstaande tabel. Voorbeeld hiervan is de pensioen voorziening. Ook is het vakantiegeld door de invoering van het individueel keuzebudget in het lopende jaar volledig betaald, waardoor dit niet meer aangemerkt is als arbeidskostengerelateerde verplichting.
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen | Jaarlijks |
Vakantiedagen / Verlofsaldi | 2,5 miljoen euro |
Wachtgeld oud-wethouders | 145.000 euro |
Pensioenverplichting oud-wethouders | 295.000 euro |
Vakantiedagen/Verlofsaldi
Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. Over de afgelopen drie jaar betrof het saldo ultimo jaar ca 2,5 miljoen euro.
Wachtgelden
Het betreft het reguliere budget voor wachtgeld voor voormalig wethouders.
Pensioen
Voor oud-wethouders die reeds voor 2015 gepensioneerd zijn, is geen voorziening opgenomen maar een regulier exploitatiebudget.
Financiering
Voor het onderdeel financiering verwijzen wij naar hoofdstuk 4.4 Financiering.
Gesubsidieerde instellingen
De invulling van de maatschappelijke doelstellingen van de Gemeente Enschede wordt mede vormgegeven door het verstrekken van subsidies. Instellingen kunnen op basis van een verordening of de begroting een subsidie aanvragen. De procedure hiervoor is vastgelegd in de (Algemene) Subsidieverordening. Tijdens de looptijd van de subsidie worden de instellingen bevoorschot. De definitieve vaststelling vindt in het algemeen achteraf plaats. De vaststelling kan om uiteenlopende redenen lager uitvallen dan de verlening. In dat geval vordert Gemeente Enschede teveel uitbetaalde voorschotten terug. Bij de aanvraag vindt een inhoudelijke en financiële toets plaats. Voor de materiële subsidies volgt de gemeente tijdens de looptijd van de subsidie de instelling, zowel inhoudelijk als financieel.
Subsidieplafond 2018
Onder subsidieplafond wordt verstaan: 'het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift' (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een open einde karakter heeft. Hieronder een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2018 geldende subsidieplafonds.
Subsidieverordening (bedragen in euro's) | Subsidieplafond 2018 |
Subsidieverordening amateurkunst 2008 | |
- muziekverenigingen | 98.000 |
- drum- en showbands | 48.000 |
- zangverenigingen | 70.000 |
- operetteverenigingen | 14.000 |
- dansverenigingen | 14.000 |
- toneelverenigingen | 7.000 |
- overige verenigingen en orkesten | 15.000 |
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014* | 793.000 |
Subsidieverordening sport | 804.085 |
* Voor de Subsidieverordening culturele activiteiten geldt dat de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen in één verordening zijn samengevoegd. Ze zijn nog wel als aparte hoofdstukken benoemd. Met uitzondering van evenementen (604.000 euro) zijn de budgetten echter onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar.
Hieronder geven we per programma een overzicht van de te verstrekken subsidies. Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in hoofdstuk 6.7.
|