Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bestaat de financiële begroting uit een overzicht van baten en lasten (per programma en per taakveld) en een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, aangevuld met een toelichting. We starten met de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd.
Voor de begroting 2019 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:
Omschrijving | Grondslag |
Lonen en sociale lasten | 2,5%* |
Prijzen | 1,8% |
Algemene uitkering | Septembercirculaire 2018 |
Onroerendzaakbelasting | WOZ-waarde en tariefindex 4,1% |
Overige lokale heffingen: - Afvalstoffenheffing - Overige heffingen |
- Kostendekkend - Zie paragraaf 4.1 Lokale heffingen |
Tarieven | Kostendekkend |
Omslagrente | 2% |
Aantal inwoners | 158.261 |
Aantal woningen (exclusief recreatie) | 73.672 |
* De huidige cao loopt tot 1 januari 2019. Voor 2019 e.v. is rekening gehouden met 2,5% als stelpost in de begroting.
Hieronder zijn totaaloverzichten van alle lasten, baten en reservemutaties opgenomen. Deze overzichten kennen een nieuwe indeling conform de vernieuwde wetgeving BBV.
We presenteren de vier programma's naast de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing vennootschapsbelasting (Vpb) en het bedrag voor onvoorzien. Hierdoor wijken de programmatotalen in hoofdstuk 3 (incl. overhead, etc.) af van de hieronder gepresenteerde totalen (exclusief overhead, etc.).
|
Meerjaren begroting
|
Voor uitgebreide financiële informatie zie de bijlage in hoofdstuk 6.4, Wat mag het kosten?
Algemene dekkingsmiddelen
Onderstaand geven we een beeld van de algemene dekkingsmiddelen (gesaldeerd: lasten en baten).
|
Overhead
Om de Raad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is wettelijk voorgeschreven om vanaf 2017 de kosten van de overhead apart te presenteren. In de programma’s zijn alleen de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces.
Overhead bevat alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Wij onderscheiden hierin 3 categorieën:
In onderstaande tabellen geven we een beeld van de overhead (saldo: lasten en baten).
|
Binnen de begroting is sprake van gesloten systemen (rioleringen, afval, etc.). In deze gevallen blijft een deel van de overhead conform ons verdelingsprincipe toegerekend aan deze programma's. Daardoor is naast het programma Financiën en organisatie (F&O) ook binnen Duurzaam wonen leven werken (DWLW) en Vitaal en sociaal (V&S) overhead aanwezig voor respectievelijk 2,6 en 1,3 miljoen euro. Zie ook taakveld 0.4 Overhead in het taakvelden overzicht hierna. Overigens geldt dat de kosten voor bezwaar en beroep m.i.v. 2018 geherclassificeerd zijn van taakveld overhead naar de betreffende directe taakvelden waar ze betrekking op hebben (ca 1,3 miljoen euro).
De totale lasten voor het taakveld overhead vormen de basis voor de toerekening van de overhead aan leges en heffingen. Dit is opgenomen in paragraaf 4.1 lokale heffingen.
Incidentele baten en lasten
Voor de periode 2019 t/m 2022 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot:
Programma Bedragen in 1.000 euro's |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||||
Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | |
Samenleving en bestuur | 50 | 360 | ||||||
Duurzaam wonen, leven, werken | 3.362 | 1.127 | 602 | |||||
Vitaal en sociaal | 2.945 | 1.475 | ||||||
Financiën en organisatie | 750 | 2.250 | 221 | |||||
Totaal | 50 | 7.417 | 4.852 | 823 |
Structurele reserveringen
Voor de periode 2019 t/m 2022 zijn de volgende structurele reservemutaties begroot:
|
Voor een nadere specificatie en toelichting op dit overzicht en het overzicht met beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, verwijzen we naar de bijlage in hoofdstuk 6.1.
Taakvelden
Het volgende overzicht geeft inzicht in de geraamde baten en lasten per taakveld en het verdelingsprincipe van de taakvelden naar de programma's voor het begrotingsjaar 2019.
|
In het totaaloverzicht baten en lasten aan het begin van deze paragraaf zijn de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing Vpb en onvoorzien afzonderlijk gepresenteerd. De algemene dekkingsmiddelen betreffen de taakvelden 0.5 treasury, 0.61 OZB woningen, 0.62 OZB niet-woningen, 0.64 Belastingen overig en 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds. Overhead betreft het taakveld 0.4 Ondersteuning organisatie. Heffing Vpb betreft taakveld 0.9 Vennootschapsbelasting. Het bedrag voor 'onvoorzien' betreft het taakveld 0.8 Overige baten en lasten.
Deze paragraaf bevat een prognose van de balans en het EMU-saldo. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering, het verloop van de reserves en het verloop van de voorzieningen (art. 20 BBV).
Geprognosticeerde balans
De prognose van de balans betreft het begrotingsjaar, het voorliggende jaar en de 3 jaren volgend op het begrotingsjaar.
Activa | Eind 2018 |
Eind 2019 |
Eind 2020 |
Eind 2021 |
Eind 2022 |
Passiva | Eind 2018 |
Eind 2019 |
Eind 2020 |
Eind 2021 |
Eind 2022 |
|
bedragen in 1.000 euro's | ||||||||||||
Eigen vermogen | 72.863 | 64.757 | 71.500 | 83.342 | 98.764 | |||||||
(Im)materiele vaste activa | 540.837 | 557.637 | 563.274 | 565.013 | 563.309 | Voorzieningen | 49.400 | 52.497 | 56.728 | 62.160 | 68.923 | |
Financiele vaste activa | 51.000 | 49.000 | 44.000 | 42.000 | 40.000 | Vaste schulden | 349.000 | 335.000 | 329.000 | 325.000 | 321.000 | |
Totaal Vaste activa | 591.837 | 606.637 | 607.274 | 607.013 | 603.309 | Totaal Vaste passiva | 471.264 | 452.255 | 457.228 | 470.501 | 488.688 | |
Voorraden | 43.531 | 41.194 | 43.629 | 42.069 | 36.338 | |||||||
Vorderingen (uitzettingen) | 58.043 | 60.953 | 60.358 | 59.785 | 60.365 | Vlottende Schulden | 204.093 | 239.695 | 239.482 | 221.885 | 195.369 | |
Liquide middelen | Overlopende passiva | 26.919 | 32.033 | 29.680 | 29.544 | 30.419 | ||||||
Overlopende activa | 8.865 | 15.198 | 15.130 | 13.064 | 14.464 | |||||||
Totaal Vlottende activa | 110.439 | 117.344 | 119.117 | 114.918 | 111.167 | Totaal Vlottende passiva | 231.012 | 271.727 | 269.163 | 251.429 | 225.788 | |
Totaal Activa | 702.276 | 723.982 | 726.391 | 721.931 | 714.476 | Totaal Passiva | 702.276 | 723.982 | 726.391 | 721.931 | 714.476 |
Toelichting
(Im)materiële vaste activa
Deze balanspost is geprognosticeerd door de jaarrekening 2017 als uitgangspunt te nemen. Hier zijn de toekomstig geplande investeringen, die ook zijn opgenomen onder het kopje 'Investeringen' verderop in deze paragraaf, aan toegevoegd.
En de begrote afschrijvingen over de reeds geactiveerde activa en de afschrijvingen over de investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022 zijn hierop in mindering gebracht.
Financiële vaste activa
De prognose voor de financiële vaste activa is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.
Voorraden
De balanspost voorraden bestaat uit twee categorieën, te weten bouwgrond in exploitatie en grond- en hulpstoffen. De prognose voor de balanspost voorraden is opgesteld op basis van het MPG 2018.
Vorderingen
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Liquide middelen
De liquide middelen bevat normaal gesproken het positieve netto effect van alle overige geprognosticeerde activa- en passivaposten (voor deze balans is deze sluitpost opgenomen onder de vlottende schulden).
Overlopende activa
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Eigen vermogen
De balanspost reserves is meerjarig begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform besluitvorming van de raad). Een specificatie van deze post is terug te vinden in hoofdstuk 6.2 van deze gemeentebegroting.
Voorzieningen
De balanspost voorzieningen is begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform verwachte dotatie/besteding). Een specificatie van de voorzieningen is terug te vinden in hoofdstuk 6.3 van deze gemeentebegroting.
Vaste schulden
De prognose voor de financiële vaste passiva is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.
Vlottende schulden
De prognose voor de vlottende schulden is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren. Daarnaast bevatten de Vlottende schulden het negatieve netto-effect van alle overige geprognosticeerde activa- en passivaposten (sluitpost voor de jaren 2018 tot en met 2022).
Overlopende passiva
De prognose voor de overlopende passiva is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.
Berekening EMU-saldo
In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een bij de euro aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-saldo wordt bepaald door een gezamenlijk saldo van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën.
In de onderstaande tabel is het EMU-saldo van Enschede berekend. In de septembercirculaire 2018 zijn de individuele referentiewaarden per gemeente opgenomen. Het EMU-saldo voor 2019 blijft ruimschoots onder de referentiewaarde voor Enschede dat 27,494 miljoen euro bedraagt.
Berekening EMU-saldo | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan de reserves | -31.602 | -8.106 | 6.742 | 11.842 | 15.422 |
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 24.805 | 26.680 | 28.949 | 30.373 | 32.117 |
Dotaties aan voorzieningen | 9.134 | 11.815 | 11.321 | 11.439 | 10.486 |
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | -21.313 | -42.206 | -31.068 | -27.367 | -23.665 |
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | 0 | 1.461 | 240 | 0 | 0 |
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | -19.050 | -6.936 | -5.717 | -2.507 | -1.553 |
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord | 9.554 | 16.984 | 9.804 | 8.245 | 10.296 |
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen | -7.819 | -8.718 | -7.090 | -6.008 | -3.722 |
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verkoop van effecten: de verwachte boekwinst bij verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | -36.291 | -9.026 | 13.181 | 26.016 | 39.381 |
Verloopoverzicht reserves
|
We hebben in hoofdstuk 6.2 een specificatie opgenomen waarin de reserves zijn onderverdeeld naar de programma's. Daarnaast lichten we de belangrijkste reserves met een mouse-over toe. In dit verloopoverzicht staat een kolom waarin het onderscheid naar soort reserve is opgenomen (Alg: algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met een nadere onderverdeling van reserves kapitaallasten, reserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Egal en BR Ov). Hieronder treft u hiervan een totaaloverzicht aan.
|
Bestemmingsreserves met egalisatiemotief zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De bestemmingsreserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid.
Verloopoverzicht voorzieningen
|
Voor een specificatie per voorziening verwijzen we naar hoofdstuk 6.3 Staat van Voorzieningen.
Investeringen
In onderstaand overzicht staan per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen voor de jaren 2019 t/m 2022. Deze zijn ingedeeld in:
Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van deze gemeentebegroting alle in deze paragraaf opgenomen investeringen worden goedgekeurd. De goedkeuring betreft alleen de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2019, waarvoor we verwijzen naar hoofdstuk 6.5 Staat van vervangingsinvesteringen. Voor uitbreidingsinvesteringen zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit worden separate voorstellen voorgelegd. Daarnaast is in hoofdstuk 6.6 Ruimtelijke projecten, een actueel inzicht gegeven in de lopende majeure stedelijke investeringsprojecten en mobiliteitsprojecten.
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen in de balans. Dekking hiervan is in de meerjarenraming voorzien. Deze personele lasten worden via de exploitatie verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. De waarde van de verlof saldi bedraagt ca 2,8 miljoen euro (gemiddeld over de afgelopen 4 jaar).
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, is een voorziening gevormd c.q. een verplichting opgenomen in de balans. Voorbeeld hiervan is de pensioenvoorziening.
Financiering
Voor het onderdeel financiering verwijzen wij naar hoofdstuk 4.4 Financiering.
Gesubsidieerde instellingen
De invulling van de maatschappelijke doelstellingen van de Gemeente Enschede wordt mede vormgegeven door het verstrekken van subsidies. Instellingen kunnen op basis van een verordening of de begroting een subsidie aanvragen. De procedure hiervoor is vastgelegd in de (Algemene) Subsidieverordening. Tijdens de looptijd van de subsidie worden de instellingen bevoorschot. De definitieve vaststelling vindt in het algemeen achteraf plaats. De vaststelling kan om uiteenlopende redenen lager uitvallen dan de verlening. In dat geval vordert Gemeente Enschede teveel uitbetaalde voorschotten terug. Bij de aanvraag vindt een inhoudelijke en financiële toets plaats. Voor de materiële subsidies volgt de gemeente tijdens de looptijd van de subsidie de instelling, zowel inhoudelijk als financieel.
Subsidieplafond 2019
Onder subsidieplafond wordt verstaan: 'het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift' (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een open einde karakter heeft. Hieronder een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2019 geldende subsidieplafonds.
Subsidieverordening (bedragen in euro's) | Subsidieplafond 2019 |
Subsidieverordening amateurkunst 2008 | |
- muziekverenigingen | 100.259 |
- drum- en showbands | 49.135 |
- zangverenigingen | 71.233 |
- operetteverenigingen | 13.747 |
- dansverenigingen | 14.344 |
- toneelverenigingen | 7.330 |
- overige verenigingen en orkesten | 14.952 |
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014* | 792.863 |
Subsidieverordening sport | 818.559 |
Vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk | 32.000 |
* Voor de Subsidieverordening culturele activiteiten geldt dat de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen in één verordening zijn samengevoegd. Ze zijn nog wel als aparte hoofdstukken benoemd. Met uitzondering van evenementen (600.110 euro) zijn de budgetten echter onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar.
Hieronder geven we per programma een overzicht van de te verstrekken subsidies. Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in hoofdstuk 6.7.
|