5. Financiële begroting

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bestaat de financiële begroting uit een overzicht van baten en lasten (per programma en per taakveld) en een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, aangevuld met een toelichting. We starten met de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd.

5.1. Grondslagen

Voor de begroting 2019 hebben we de volgende grondslagen en uitgangspunten gehanteerd:

Omschrijving Grondslag
Lonen en sociale lasten 2,5%* 
Prijzen  1,8%
Algemene uitkering  Septembercirculaire 2018
Onroerendzaakbelasting   WOZ-waarde en tariefindex 4,1%
Overige lokale heffingen: 
- Afvalstoffenheffing 
- Overige heffingen 
 
- Kostendekkend
- Zie paragraaf 4.1 Lokale heffingen
Tarieven   Kostendekkend
Omslagrente  2%
Aantal inwoners  158.261
Aantal woningen (exclusief recreatie)  73.672

* De huidige cao loopt tot 1 januari 2019. Voor 2019 e.v. is rekening gehouden met 2,5% als stelpost in de begroting.

5.2. Overzicht baten en lasten

Hieronder zijn totaaloverzichten van alle lasten, baten en reservemutaties opgenomen. Deze overzichten kennen een nieuwe indeling conform de vernieuwde wetgeving BBV.

We presenteren de vier programma's naast de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing vennootschapsbelasting (Vpb) en het bedrag voor onvoorzien. Hierdoor wijken de programmatotalen in hoofdstuk 3 (incl. overhead, etc.) af van de hieronder gepresenteerde totalen (exclusief overhead, etc.).

Bedragen in 1.000 euro's Realisatie 2017 Begroting 2018 Begroting 2019
       
Programma Lasten Baten Saldo Lasten  Baten Saldo Lasten  Baten Saldo
Samenleving en bestuur 32.014 7.080 24.934 33.355 5.590 27.765 32.287 3.736 28.551
Duurzaam wonen, leven en werken 147.722 101.991 45.731 181.900 102.957 78.943 144.431 78.766 65.666
Vitaal en sociaal 389.674 132.305 257.369 389.137 125.136 264.001 389.006 123.399 265.607
Financiën en organisatie 52.214 32.883 19.332 40.382 21.077 19.306 38.939 21.049 17.890
Subtotaal  621.625 274.258 347.366 644.775 254.760 390.015 604.663 226.950 377.713
Algemene dekkingsmiddelen 18.999 418.057 -399.058 9.306 416.918 -407.612 13.182 433.421 -420.239
Overhead 68.117 22.936 45.182 69.579 20.636 48.943 70.924 20.697 50.227
Heffing VPB 274 0 274 255 0 255 405 0 405
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Subtotaal  87.390 440.993 -353.603 79.140 437.554 -358.414 84.511 454.119 -369.607
Saldo baten en lasten 709.015 715.251 -6.236 723.915 692.314 31.602 689.175 681.069 8.106
Samenleving en bestuur 127 208 -81 11 120 -109 11 0 11
Duurzaam wonen, leven en werken 12.888 3.153 9.735 16.225 33.372 -17.146 7.554 9.366 -1.813
Vitaal en sociaal 7.417 3.058 4.358 966 7.004 -6.038 2.779 6.285 -3.506
Financiën en organisatie 28.910 36.687 -7.777 22.340 30.648 -8.308 24.281 27.079 -2.798
Saldo van mutaties reserves 49.343 43.107 6.236 39.542 71.144 -31.602 34.624 42.730 -8.106
Resultaat 758.358 758.358 -1 763.457 763.457 0 723.799 723.799 0

Meerjaren begroting

Bedragen in 1.000 euro's Begroting 2020 Raming 2021 Raming 2022
       
Programma Lasten Baten Saldo Lasten  Baten Saldo Lasten  Baten Saldo
Samenleving en bestuur 31.816 3.495 28.320 31.962 3.652 28.310 31.757 3.652 28.105
Duurzaam wonen, leven en werken 135.626 73.539 62.087 127.001 69.399 57.602 125.842 67.948 57.894
Vitaal en sociaal 383.306 123.603 259.702 380.726 122.914 257.813 378.919 123.003 255.916
Financiën en organisatie 38.742 24.471 14.271 38.257 23.305 14.952 38.009 23.457 14.552
Subtotaal  589.489 225.109 364.381 577.946 219.270 358.676 574.526 218.059 356.467
Algemene dekkingsmiddelen 20.373 441.476 -421.103 27.032 446.766 -419.734 33.396 453.793 -420.397
Overhead 68.730 19.005 49.725 67.934 18.974 48.960 67.217 18.966 48.252
Heffing VPB 256 0 256 256 0 256 256 0 256
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Subtotaal  89.358 460.481 -371.123 95.222 465.740 -370.518 100.869 472.759 -371.889
Saldo baten en lasten 678.848 685.590 -6.742 673.168 685.010 -11.842 675.396 690.818 -15.422
Samenleving en bestuur 11 0 11 11 0 11 11 0 11
Duurzaam wonen, leven en werken 5.529 4.694 835 4.771 1.328 3.443 3.649 3.001 648
Vitaal en sociaal 7 99 -92 7 97 -90 7 96 -89
Financiën en organisatie 28.886 22.897 5.989 27.983 19.505 8.478 30.512 15.659 14.853
Saldo van mutaties reserves 34.433 27.690 6.743 32.772 20.930 11.842 34.179 18.757 15.422
Resultaat 713.281 713.280 1 705.940 705.940 0 709.575 709.574 0

Voor uitgebreide financiële informatie zie de bijlage in hoofdstuk 6.4, Wat mag het kosten?  

Algemene dekkingsmiddelen 
Onderstaand geven we een beeld van de algemene dekkingsmiddelen (gesaldeerd: lasten en baten).

Bedragen x 1.000 Euro'sBegroting 2019
OZB48.655
Hondenbelasting910
Precariobelasting255
Reclamebelasting152
Belastingopbrengsten49.972
Algemene uitkeringen364.209
Dividend300
Saldo financieringsfunctie1.171
Overige algemene dekkingsmiddelen4.587
Overige dekkingsmiddelen370.267
Saldo420.239

Overhead 
Om de Raad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is wettelijk voorgeschreven om vanaf 2017 de kosten van de overhead apart te presenteren. In de programma’s zijn alleen de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces. 

Overhead bevat alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Wij onderscheiden hierin 3 categorieën:

  1. Facilitaire overhead: alle kosten van de ondersteunende taken binnen de zogenaamde PIOFACH-functies;
  2. Bestuurszaken en bestuursondersteuning: de ambtelijke ondersteuning en beleidsadvisering van de burgemeester en het College van B&W;
  3. Programmaoverhead: alle kosten van leidinggevende en ondersteunende functies die binnen de programma's zijn georganiseerd.

In onderstaande tabellen geven we een beeld van de overhead (saldo: lasten en baten).

Bedragen in 1.000 euro's Begroting 2019 S&B DWLW V&S F&O
Interne dienstverlening 39.103   2.617 1.286 35.201
Bestuursondersteuning 2.340 2.383     -43
Programmaoverhead 8.783 771   8.012
Totaal 50.227 2.383 3.388 1.286 43.170

Binnen de begroting is sprake van gesloten systemen (rioleringen, afval, etc.). In deze gevallen blijft een deel van de overhead conform ons verdelingsprincipe toegerekend aan deze programma's. Daardoor is naast het programma Financiën en organisatie (F&O) ook binnen Duurzaam wonen leven werken (DWLW) en Vitaal en sociaal (V&S) overhead aanwezig voor respectievelijk 2,6 en 1,3 miljoen euro. Zie ook taakveld 0.4 Overhead in het taakvelden overzicht hierna. Overigens geldt dat de kosten voor bezwaar en beroep m.i.v. 2018 geherclassificeerd zijn van taakveld overhead naar de betreffende directe taakvelden waar ze betrekking op hebben (ca 1,3 miljoen euro).

De totale lasten voor het taakveld overhead vormen de basis voor de toerekening van de overhead aan leges en heffingen. Dit is opgenomen in paragraaf 4.1 lokale heffingen.

Incidentele baten en lasten

Voor de periode 2019 t/m 2022 zijn de volgende incidentele baten en lasten begroot:

Programma
Bedragen in 1.000 euro's 
  2019   2020   2021   2022
  Baten  Lasten  Baten  Lasten  Baten  Lasten  Baten  Lasten 
Samenleving en bestuur 50 360            
Duurzaam wonen, leven, werken   3.362   1.127   602    
Vitaal en sociaal   2.945    1.475        
Financiën en organisatie    750    2.250    221    
Totaal  50 7.417    4.852    823    

 

Structurele reserveringen

Voor de periode 2019 t/m 2022 zijn de volgende structurele reservemutaties begroot:

Programma                   Bedragen * 1.000 EuroOnttrek-kingen 2019Stortingen 2019Onttrek-kingen 2020Stortingen 2020Onttrek-kingen 2021Stortingen 2021Onttrek-kingen 2022Stortingen 2022
Duurzaam wonen, leven en werken7.1574.1251.6001.3171.0246941.464225
Financiën en Organisatie8.1524.0148.1707.6277.6927.6226.8757.830
15.3098.1399.7708.9458.7168.3178.3398.056
Saldo mutatie structureel7.171825400283

Voor een nadere specificatie en toelichting op dit overzicht en het overzicht met beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, verwijzen we naar de bijlage in hoofdstuk 6.1.

Taakvelden
Het volgende overzicht geeft inzicht in de geraamde baten en lasten per taakveld en het verdelingsprincipe van de taakvelden naar de programma's voor het begrotingsjaar 2019. 

Bedragen in 1.000 euro's S&B Lasten S&B Baten DWLW Lasten DWLW Baten V&S Lasten V&S Baten F&O Lasten F&O Baten Totaal
0.1 Bestuur 6.793 0 0 0 0 0 0 0 6.793
0.2 Burgerzaken 4.963 2.001 0 0 0 0 1.249 0 4.211
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 0 0 0 0 0 0 16.986 13.606 3.380
0.4 Ondersteuning organisatie 2.383 0 3.388 0 1.286 0 63.868 20.697 50.227
0.5 Treasury 0 0 0 0 0 0 12.244 13.715 -1.471
0.61 OZB woningen 0 0 0 0 0 0 1.574 21.830 -20.256
0.62 OZB- niet woningen 0 0 0 0 0 0 0 26.825 -26.825
0.63 Parkeerbelasting 0 0 0 3.784 0 0 0 0 -3.784
0.64 Belastingen Overig 0 0 0 0 0 0 155 1.317 -1.162
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 0 0 0 0 0 0 939 369.735 -368.796
0.8 Overige baten en lasten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0.9 Vennootschapsbelasting [VpB] 0 0 30 0 0 0 375 0 405
0.10 Mutaties reserves 11 0 7.554 9.366 2.779 6.285 24.281 27.079 -8.106
1.1 Crisisbeheersing en Brandweer 12.546 65 0 0 0 0 0 0 12.481
1.2 Openbare orde en Veiligheid 2.900 1.520 1.653 820 382 0 0 14 2.581
2.1 Verkeer en vervoer 0 0 20.153 1.988 0 0 0 0 18.165
2.2 Parkeren 0 0 12.461 9.284 0 0 0 0 3.177
2.3 Recreatieve Havens 299 0 0 0 0 0 0 0 299
2.4 Economische Havens en waterwegen 0 0 322 45 0 0 0 0 277
3.1 Economische ontwikkeling 0 0 4.312 575 0 0 359 369 3.727
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 0 0 2.771 264 0 0 0 0 2.507
3.3 Bedrijfsloket en regelingen 0 0 1.322 334 0 0 0 0 989
3.4 Economische promotie 0 0 2.179 0 0 0 10 200 1.990
4.2 Onderwijshuisvesting 0 0 0 0 0 0 8.450 606 7.844
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 0 0 0 0 14.590 10.686 4.790 678 8.016
5.1 Sportbeleid en activering 0 0 0 0 1.460 38 0 -28 1.449
5.2 Sportaccommodaties 0 0 36 0 7.088 0 165 0 7.288
5.3 Cultuurpresentatie, productie en participatie 0 0 13.074 17 0 0 0 37 13.020
5.4 Musea 0 0 1.643 0 0 0 338 0 1.981
5.5 Cultureel erfgoed 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5.6 Media 0 0 2.774 0 0 0 0 0 2.774
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 68 0 10.292 685 1.126 0 0 0 10.801
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 3.432 150 0 0 15.630 361 -90 0 18.462
6.2 Wijkteams 135 0 0 0 10.381 0 0 0 10.516
6.3 Inkomensregelingen 305 0 0 -4.662 114.179 98.235 0 0 20.911
6.4 Begeleide participatie 0 0 0 0 47.589 10.456 0 0 37.133
6.5 Arbeidsparticipatie 305 0 0 0 15.532 0 0 0 15.837
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 135 0 0 0 7.702 118 0 0 7.720
6.7 Maatwerkdienstverlening 18+ 0 0 0 0 34.948 2.340 0 0 32.609
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 0 0 0 0 37.436 0 0 0 37.436
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 0 0 0 0 64.834 1.094 0 0 63.740
6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 0 0 8.933 0 0 0 8.933
7.1 Volksgezondheid 0 0 0 0 7.112 0 0 0 7.112
7.2 Riolering 0 0 17.444 20.275 0 0 0 0 -2.831
7.3. Afval 0 0 18.709 21.124 0 0 0 1.367 -3.781
7.4 Milieubeheer 0 0 2.297 0 0 0 0 0 2.297
7.5 Begraafplaatsen 0 0 689 541 83 72 0 112 45
8.1 Ruimtelijke ordening 203 0 2.495 200 0 0 2.500 2.500 2.498
8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 0 0 20.556 18.827 0 0 0 0 1.729
8.3 Wonen en bouwen 203 0 9.248 4.664 0 0 2.454 1.587 5.654
Totaal 34.681 3.736 155.402 88.131 393.070 129.685 140.647 502.246 0

In het totaaloverzicht baten en lasten aan het begin van deze paragraaf zijn de algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing Vpb en onvoorzien afzonderlijk gepresenteerd. De algemene dekkingsmiddelen betreffen de taakvelden 0.5 treasury, 0.61 OZB woningen, 0.62 OZB niet-woningen, 0.64 Belastingen overig en 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds. Overhead betreft het taakveld 0.4 Ondersteuning organisatie. Heffing Vpb betreft taakveld 0.9 Vennootschapsbelasting. Het bedrag voor 'onvoorzien' betreft het taakveld 0.8 Overige baten en lasten.

5.3. Uiteenzetting financiële positie

Deze paragraaf bevat een prognose van de balans en het EMU-saldo. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering, het verloop van de reserves en het verloop van de voorzieningen (art. 20 BBV).

Geprognosticeerde balans 
De prognose van de balans betreft het begrotingsjaar, het voorliggende jaar en de 3 jaren volgend op het begrotingsjaar.

Activa Eind
2018
Eind
2019
Eind
2020
Eind
2021
Eind
2022
  Passiva Eind
2018
Eind
2019
Eind
2020
Eind
2021
Eind
2022
bedragen in 1.000 euro's    
              Eigen vermogen 72.863 64.757 71.500 83.342 98.764
(Im)materiele vaste activa 540.837 557.637 563.274 565.013 563.309   Voorzieningen 49.400 52.497 56.728 62.160 68.923
Financiele vaste activa 51.000 49.000 44.000 42.000 40.000   Vaste schulden 349.000 335.000 329.000 325.000 321.000
Totaal Vaste activa 591.837 606.637 607.274 607.013 603.309   Totaal Vaste passiva 471.264 452.255 457.228 470.501 488.688
                         
Voorraden 43.531 41.194 43.629 42.069 36.338              
Vorderingen (uitzettingen) 58.043 60.953 60.358 59.785 60.365   Vlottende Schulden 204.093 239.695 239.482 221.885 195.369
Liquide middelen             Overlopende passiva 26.919 32.033 29.680 29.544 30.419
Overlopende activa 8.865 15.198 15.130 13.064 14.464              
Totaal Vlottende activa 110.439 117.344 119.117 114.918 111.167   Totaal Vlottende passiva 231.012 271.727 269.163 251.429 225.788
                         
Totaal Activa 702.276 723.982 726.391 721.931 714.476   Totaal Passiva 702.276 723.982 726.391 721.931 714.476
                         

Toelichting

(Im)materiële vaste activa
Deze balanspost is geprognosticeerd door de jaarrekening 2017 als uitgangspunt te nemen. Hier zijn de toekomstig geplande investeringen, die ook zijn opgenomen onder het kopje 'Investeringen' verderop in deze paragraaf, aan toegevoegd.
En de begrote afschrijvingen over de reeds geactiveerde activa en de afschrijvingen over de investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022 zijn hierop in mindering gebracht.

Financiële vaste activa
De prognose voor de financiële vaste activa is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.

Voorraden
De balanspost voorraden bestaat uit twee categorieën, te weten bouwgrond in exploitatie en grond- en hulpstoffen. De prognose voor de balanspost voorraden is opgesteld op basis van het MPG 2018.

Vorderingen
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren. 

Liquide middelen
De liquide middelen bevat normaal gesproken het positieve netto effect van alle overige geprognosticeerde activa- en passivaposten (voor deze balans is deze sluitpost opgenomen onder de vlottende schulden). 

Overlopende activa
De prognose voor de vorderingen is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.

Eigen vermogen
De balanspost reserves is meerjarig begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform besluitvorming van de raad). Een specificatie van deze post is terug te vinden in hoofdstuk 6.2 van deze gemeentebegroting.

Voorzieningen
De balanspost voorzieningen is begroot op basis van de gegevens uit de begrotingsadministratie (conform verwachte dotatie/besteding). Een specificatie van de voorzieningen is terug te vinden in hoofdstuk 6.3 van deze gemeentebegroting.

Vaste schulden
De prognose voor de financiële vaste passiva is opgesteld op basis van de gegevens uit de leningenadministratie.

Vlottende schulden
De prognose voor de vlottende schulden is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren. Daarnaast bevatten de Vlottende schulden het negatieve netto-effect van alle overige geprognosticeerde activa- en passivaposten (sluitpost voor de jaren 2018 tot en met 2022).

Overlopende passiva
De prognose voor de overlopende passiva is gebaseerd op het gemiddelde van de drie voorliggende jaren.

Berekening EMU-saldo
In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een bij de euro aangesloten land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-saldo wordt bepaald door een gezamenlijk saldo van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is vastgelegd in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën. 


In de onderstaande tabel is het EMU-saldo van Enschede berekend. In de septembercirculaire 2018 zijn de individuele referentiewaarden per gemeente opgenomen. Het EMU-saldo voor 2019 blijft ruimschoots onder de referentiewaarde voor Enschede dat 27,494 miljoen euro bedraagt.

Berekening EMU-saldo 2018 2019 2020 2021 2022
Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen aan de reserves -31.602 -8.106 6.742 11.842 15.422
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 24.805 26.680 28.949 30.373 32.117
Dotaties aan voorzieningen 9.134 11.815 11.321 11.439 10.486
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd -21.313 -42.206 -31.068 -27.367 -23.665
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 0 1.461 240 0 0
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 0 0 0 0 0
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) -19.050 -6.936 -5.717 -2.507 -1.553
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9.554 16.984 9.804 8.245 10.296
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen -7.819 -8.718 -7.090 -6.008 -3.722
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 0 0 0 0 0
Verkoop van effecten: de verwachte boekwinst bij verkoop 0 0 0 0 0
Totaal -36.291 -9.026 13.181 26.016 39.381
           

Verloopoverzicht reserves

Programma
Bedragen * 1.000 Euro 
Stand 31-12-2018 Stortin-gen 2019 Onttrek-kingen 2019 Eind-stand 2019 Eind-stand 2020 Eind-stand 2021 Eind-stand 2022
Samenleving en Bestuur 263 0 0 263 263 263 263
Duurzaam wonen, leven en werken 17.123 5.555 12.344 10.333 10.161 13.210 12.457
Vitaal en Sociaal 7.776 2.580 6.285 4.071 3.972 3.875 3.779
Financiën en Organisatie 47.701 26.489 24.100 50.090 57.104 65.994 82.266
Totaal 72.863 34.624 42.730 64.757 71.500 83.342 98.764

We hebben in hoofdstuk 6.2 een specificatie opgenomen waarin de reserves zijn onderverdeeld naar de programma's. Daarnaast lichten we de belangrijkste reserves met een mouse-over toe. In dit verloopoverzicht staat een kolom waarin het onderscheid naar soort reserve is opgenomen (Alg: algemene reserve, BR: bestemmingsreserve met een nadere onderverdeling van reserves kapitaallasten, reserves egalisatie tarieven en overige bestemmingsreserves (BR Kap, BR Egal en BR Ov). Hieronder treft u hiervan een totaaloverzicht aan. 

Subcode Reserve Stand 31-12-2018 Stortin-gen 2019 Onttrek-kingen 2019 Eind-stand 2019 Eindstand 2020 Eind-stand 2021 Eind-stand 2022
Algemene reserve
Algemene Reserves 25.546 24.033 19.194 30.385 37.635 45.575 59.689
Subtotaal 25.546 24.033 19.194 30.385 37.635 45.575 59.689
Bestemmingsreserve
- Egalisatie 8.282 0 4.779 3.503 3.434 3.945 4.016
- Kapitaallasten 15.059 4.022 8.354 10.727 10.467 12.020 13.687
- Overige 23.976 6.569 10.403 20.142 19.964 21.802 21.372
Subtotaal 47.317 10.591 23.536 34.373 33.865 37.767 39.075
Totaal - Generaal  72.863 34.624 42.730 64.757 71.500 83.342 98.764

Bestemmingsreserves met egalisatiemotief zijn ingesteld om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht. De bestemmingsreserves kapitaallasten dienen ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De overige bestemmingsreserves betreffen middelen waaraan de gemeenteraad uiteenlopende bestemmingen heeft gegeven. Aan bestemmingsreserves kan een andere bestemming gegeven worden, maar niet zonder gevolgen voor het uit te voeren beleid.

Verloopoverzicht voorzieningen

Programma
Bedragen * 1000 Euro
Stand 31-12-2018 Bestedingen 2019 Stortingen 2019 Eindstand 2019 Eindstand 2020 Eindstand 2021 Eindstand 2022
Samenleving en bestuur 4.620 0 520 5.140 5.660 6.180 6.700
Duurzaam wonen, leven en werken 22.966 2.943 6.994 27.017 31.830 36.273 42.574
Vitaal en Sociaal 620 0 0 620 620 620 620
Financien en organisatie 21.194 5.776 4.301 19.720 18.617 19.086 19.029
Totaal 49.400 8.718 11.815 52.497 56.728 62.160 68.923

Voor een specificatie per voorziening verwijzen we naar hoofdstuk 6.3 Staat van Voorzieningen.

Investeringen

In onderstaand overzicht staan per programma zowel de uitbreidings- als vervangingsinvesteringen voor de jaren 2019 t/m 2022. Deze zijn ingedeeld in:

  • Investeringen met economisch nut: Hiervan is sprake als de investering leidt tot een goed dat in de markt verhandelbaar is (gebouwen, auto's) of waarmee middelen worden gegenereerd (riolering);
  • Investeringen met maatschappelijk nut: Dit zijn investeringen in de openbare ruimte die maatschappelijk nut genereren en niet verhandelbaar zijn. Voorbeelden zijn wegen en openbare verlichting.

Het is niet de bedoeling dat met het vaststellen van deze gemeentebegroting alle in deze paragraaf opgenomen investeringen worden goedgekeurd. De goedkeuring betreft alleen de vervangingsinvesteringen voor de jaarschijf 2019, waarvoor we verwijzen naar hoofdstuk 6.5 Staat van vervangingsinvesteringen. Voor uitbreidingsinvesteringen zoals onderwijshuisvesting, riolering en mobiliteit worden separate voorstellen voorgelegd. Daarnaast is in hoofdstuk 6.6 Ruimtelijke projecten, een actueel inzicht gegeven in de lopende majeure stedelijke investeringsprojecten en mobiliteitsprojecten.

Arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen in de balans. Dekking hiervan is in de meerjarenraming voorzien. Deze personele lasten worden via de exploitatie verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. De waarde van de verlof saldi bedraagt ca 2,8 miljoen euro (gemiddeld over de afgelopen 4 jaar).

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen waarvan het jaarlijkse bedrag geen gelijk volume heeft, is een voorziening gevormd c.q. een verplichting opgenomen in de balans. Voorbeeld hiervan is de pensioenvoorziening. 

Financiering
Voor het onderdeel financiering verwijzen wij naar hoofdstuk 4.4 Financiering.

5.4. Subsidies

Gesubsidieerde instellingen 
De invulling van de maatschappelijke doelstellingen van de Gemeente Enschede wordt mede vormgegeven door het verstrekken van subsidies. Instellingen kunnen op basis van een verordening of de begroting een subsidie aanvragen. De procedure hiervoor is vastgelegd in de (Algemene) Subsidieverordening. Tijdens de looptijd van de subsidie worden de instellingen bevoorschot. De definitieve vaststelling vindt in het algemeen achteraf plaats. De vaststelling kan om uiteenlopende redenen lager uitvallen dan de verlening. In dat geval vordert Gemeente Enschede teveel uitbetaalde voorschotten terug. Bij de aanvraag vindt een inhoudelijke en financiële toets plaats. Voor de materiële subsidies volgt de gemeente tijdens de looptijd van de subsidie de instelling, zowel inhoudelijk als financieel.

Subsidieplafond 2019  
Onder subsidieplafond wordt verstaan: 'het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift' (Artikel 4:22 van de Awb). Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat een subsidieregeling een open einde karakter heeft. Hieronder een overzicht van subsidieverordeningen en de voor 2019 geldende subsidieplafonds.

Subsidieverordening (bedragen in euro's)  Subsidieplafond 2019 
Subsidieverordening amateurkunst 2008   
- muziekverenigingen  100.259
- drum- en showbands  49.135
- zangverenigingen 71.233
- operetteverenigingen 13.747
- dansverenigingen 14.344
- toneelverenigingen 7.330
- overige verenigingen en orkesten  14.952
   
Subsidieverordening culturele activiteiten 2014*  792.863
Subsidieverordening sport  818.559
Vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk 32.000

* Voor de Subsidieverordening culturele activiteiten geldt dat de budgetten voor stimulering amateurkunstbeoefening, studentenzaken, verordening presentaties beeldende kunst, culturele activiteiten en specifieke evenementen in één verordening zijn samengevoegd. Ze zijn nog wel als aparte hoofdstukken benoemd. Met uitzondering van evenementen (600.110 euro) zijn de budgetten echter onderling uitwisselbaar en flexibel inzetbaar.

Hieronder geven we per programma een overzicht van de te verstrekken subsidies. Een specificatie van deze subsidies is opgenomen in hoofdstuk 6.7.

Programma    Bedragen * 1000 euroBegroting 2018Begroting 2019
Samenleving en bestuur158161
Duurzaam wonen, leven en werken19.78718.520
Vitaal en sociaal83.71086.516
Financiën en organisatie100100
Totaal103.756105.298