2. Financieel middelenkader

In de Zomernota 2019 is een financieel kader voor 2020-2023 vastgesteld en dit vormt het uitgangspunt voor de Gemeentebegroting 2020-2023.

In de paragraaf 2.1 staat een overzicht van het gehele middelenkader. De intensiveringen worden toegelicht in paragraaf 2.2 en de dekkingsmaatregelen in paragraaf 2.3. In paragraaf 2.4 wordt een overzicht gegeven van de wijzigingen die na de Zomernota in het middelenkader zijn opgenomen. In paragraaf 2.5 wordt het structurele saldo van het middelenkader weergegeven. Tot slot is er in paragraaf 2.6 nog een update van risico's die relevant zijn om in de begroting te vermelden. Het middelenkader heeft effect op het weerstandsvermogen. De ontwikkeling van de weerstandsratio is opgenomen in paragraaf 4.2.

2.1. Middelenkader 2020-2023

De totale begroting in 2020 bestaat voor 720 miljoen euro uit lasten (in de onderstaande tabel met een negatief getal uitgedrukt). Daar staan 712 miljoen euro aan baten tegenover. Het verschil van 8 miljoen euro zorgt voor een onttrekking uit het totaal van alle reserves van 8 miljoen euro (in de onderstaande tabel +8 omdat er vanuit de reserves 8 miljoen aan de exploitatie wordt toegevoegd). Zoals gebruikelijk sluit het saldo dan op 0. In de jaren vanaf 2022 zijn er meer baten dan lasten, waardoor er per saldo aan de reserves wordt toegevoegd.

 

Omvang totale begroting in miljoen euro 2020 2021 2022 2023
 Totaal lasten -720 -700 -700 -692
 Totaal baten 712 698 707 702
 Saldo onttrekking/storting reserves  8  2  -7  -10
Eindsaldo begroting
0 0 0 0

 

Het middelenkader geeft een overzicht van de stand van alle algemeen beschikbare middelen. Indien er een tekort is in het middelenkader leidt dat tot een onttrekking uit de Algemene Reserve. Het middelenkader bestaat uit de volgende onderdelen welke eerder in de Zomernota meer gedetailleerd zijn beschreven.

 

Middelenkader in miljoen euro 2020 2021 2022 2023
Saldo Programmabegroting 2019-2022 -4,6 -2,6 3,7 4,1
Gemeentefonds (meicirculaire) -2,2 -3,6 -5,0 -3,6
Compensatie Rijk voor tekorten Jeugdhulp 2,8 2,8 2,8 2,8
Ontwikkelingen lonen, prijzen, rente en ozb  -2,4 -2,0 -2,2 -2,8
Knelpunten O&O -6,7 -6,4 -6,1 -5,7
Probleempunten  -1,6 -2,9 -2,6 -3,0
Intensiveringen -0,1 -0,1 -0,1 -0,1
Dekkingsmaatregelen  0,5 3,3 5,5 8,4
Saldo Zomernota na behandeling Raad -14,3 -11,5 -3,8 0,1
Bijstellingen sinds Zomernota  0,2 1,6 1,9 0,8
Bijgesteld middelenkader -14,1 -9,9 -1,9 0,9
Onttrekking uit Algemene Reserve 14,1 9,9 1,9  
Saldo Gemeentebegroting 2020-2023  0 0 0 0,9

NB. Omwille van de leesbaarheid bestaat deze tabel uit afgeronde bedragen. Bij het optellen van de bedragen kunnen er kleine afrondingsverschillen met het totaalsaldo ontstaan.

 

Korte toelichting per onderdeel:

  • Het startpunt voor het middelenkader 2020-2023 is het saldo uit de vorige Gemeentebegroting, dat voor 2020 een tekort kende van -4,6 miljoen euro en vanaf 2022 een positief saldo.
  • De meicirculaire heeft echter een nadelig effect op het middelenkader tot gevolg van -2,2 miljoen euro in 2020 en nog grotere nadelen in de jaren daarna.
  • Het Rijk kent voor de jaren 2019-2021 een compensatie toe voor tekorten in de Jeugdhulp die voor Enschede op 2,8 miljoen euro in 2020 en 2021 uitkomen. Op basis van een evaluatie maakt het Rijk deze compensatie mogelijk structureel vanaf 2022. Het Rijk heeft met de provinciale toezichthouders de afspraak gemaakt dat gemeenten deze compensatie structureel als stelpost mogen meenemen in het middelenkader. De compensatie is daarom dan ook opgenomen in de jaren 2022 en 2023.
  • In de Zomernota was er een nadelig saldo op de ontwikkeling van lonen, prijzen, rente en ozb. Per saldo een nadeel van -2,4 miljoen euro in 2020 en de jaren daarna een nadeel van vergelijkbare omvang. De externe effecten die na de Zomernota invloed hebben gehad op het middelenkader, zijn opgenomen in de post "Bijstellingen sinds de Zomernota".
  • In de Zomernota is een overzicht opgenomen van knelpunten die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn. Deze hebben een nadelig effect van -6,7 miljoen euro op het middelenkader voor de voorliggende begroting, aflopend naar -5,7 miljoen euro vanaf 2023.
  • De probleempunten zijn niet opgenomen als knelpunten, omdat er strikt genomen nog een keuze is om het niet te doen (uitstel of afstel). Het is verstandig om een probleempunt op te lossen om de volgende redenen. Het is een investering die zichzelf terugverdient in de planperiode (4 jaar). Daarnaast zou niets doen alsnog tot een onontkoombaar en onuitstelbaar knelpunt leiden. Een andere reden is dat er een uitdrukkelijke toezegging van het college onder ligt. Het financieel effect van de probleempunten is -1,6 miljoen euro in 2020, oplopend naar -3,0 miljoen euro vanaf 2023.
  • De intensiveringen uit de Zomernota, nader toegelicht in paragraaf 2.2, hebben een beperkt financieel effect van minder dan 0,1 miljoen euro structureel.
  • De dekkingsmaatregelen uit de Zomernota, nader toegelicht in paragraaf 2.3, hebben in 2020 nog een klein effect van 0,5 miljoen euro, maar nemen toe naar 8,4 miljoen euro vanaf 2023.
  • Sinds de Zomernota zijn er door externe effecten enkele bijstellingen in het middelenkader. Per saldo levert dit een voordeel op van 0,2 miljoen euro in 2020 en de jaren daarna een voordeel tussen 0,8 en 1,9 miljoen euro. Deze wijzigingen zijn in paragraaf 2.4 nader toegelicht.

 

2.2. Intensiveringen

 

Intensiveringen Zomernota (in 1000 euro) 2020 2021 2022 2023
 1. Museumbuurtspoorweg  50 50 50 50
 2. Tolle Woche uit bestaand budget evenementen 0 0 0 0
Totaal intensiveringen 50 50 50 50

 

Toelichting

 

1. Museumbuurtspoorweg

De museum buurtspoorweg heeft de gemeente Enschede gevraagd om financiële steun in de vorm van een structurele subsidie en een garantstelling voor het aantrekken van een lening bij de BNG. Een structurele financieringsoplossing is nodig voor het in stand houden van het kernproduct (collectie en infrastructuur) en het professionaliseren van de organisatie. Met de extra middelen zullen naar verwachting meer bezoekers aangetrokken worden (omzetverhoging), waardoor een gezonde exploitatie ontstaat. De gemeente Enschede en de gemeente Haaksbergen stellen voor een gezamenlijke bijdrage te doen van beide 50.000 euro per jaar. Het college heeft steun toegezegd.

 

2. Tolle Woche uit bestaand budget evenementen

Als onderdeel van de Duitsland Agenda vinden tijdens de Tolle Woche diverse activiteiten plaats die samen met externe partners zoals kennisinstellingen en ondernemers worden georganiseerd. Een deel van de kosten worden gedragen door externe partijen maar ook de gemeente maakt kosten voor inkoop van producten en diensten. Voor deze kosten is in het meerjarig middelenkader geen dekking voorzien. Gegeven het belang van de Duitsland Agenda voor Enschede is een structurele benaderingswijze voor dit evenement gewenst. Voorgesteld wordt 'Die Tolle Woche' aan te merken als een evenement en dien ten gevolge mee te nemen in de afwegingen binnen het totale evenementenbudget, dat in 2020 incidenteel wordt verhoogd (zie paragraaf 2.4).

 

Intensiveringen die in 2019 uitgevoerd worden

In de Zomernota zijn er nog enkele aanvullende intensiveringen opgenomen, zoals de Sportcampus Diekman en Sporthal Boekelo (MFA De Zweede). Deze intensiveringen worden in 2019 uitgevoerd en vallen daarom buiten de reikwijdte van de Gemeentebegroting 2020-2023. Daarnaast wordt in 2019 de reserve sociaal fonds aangevuld met 1,2 miljoen euro.

Intensiveringen die bij de Gemeentebegroting toegevoegd zijn

Bij de Gemeentebegroting 2020-2023 zijn enkele incidentele intensiveringen toegevoegd. Deze zijn vermeld in paragraaf 2.4, waarin de wijzigingen sinds de Zomernota zijn opgenomen.

 

Vooralsnog niet-gehonoreerde intensiveringen
In de Zomernota 2019 is in paragraaf 2.4 een overzicht opgenomen van in totaal 33 intensiveringen waarvoor vooralsnog geen middelen gereserveerd zijn. Deze intensiveringen zouden in de toekomst, indien er financiële ruimte ontstaat, meegenomen kunnen worden in een nieuwe integrale afweging van het middelenkader bij de Zomernota 2020. Een uitzondering hierop is de aanpassing van de Maatregelenverordening die budgetneutraal binnen het budget BUIG ingevuld zal worden.

2.3. Dekkingsmaatregelen

 

Bezuinigingen Zomernota in 1000 euro 2020 2021 2022 2023
 1. Besparing op budget Raad en griffie   125 125 125
 2. Verkleinen bijdrage aan regionale samenwerkingsverbanden   50 100 200
3. Parkeertarieven       300
4. Betaald parkeren FC Twente   100 100 100
5. Lager kwaliteitsniveau wegen   100 100 100
6. Minder promotie voor de regio     160 160
7. Brede taakstelling op fysiek en economisch domein   150 400 600
7a. Bijgestelde taakstelling op fysiek en economisch domein   (150)1 (400)1 (400)1
8. Afloop intensiveringen na 2022       1.075
9. BUIG binnen Rijksmiddelen 450 900 1.800 1.800
10. Transformatie Ondersteuning Huishouden   500 500 500
11. Versneld clusteren van sportvelden     200 200
12. Exploitatiebijdrage zwemmen       700
12a. Bijgestelde bezuiniging exploitatiebijdrage zwemmen       (400)1
13. Stoppen met Right to challenge 65 65 65 65
14. Rendement investeren in organisatie   1.000 1.500 2.000
15. Toeristenbelasting op niveau brengen   300 300 300
16. Werken voor derden minimaal kostendekkend     80 80
17. Hogere bezetting gemeentelijke panden   50 75 75
Totaal Bezuinigingen pakket Zomernota
515
3.340 5.505
8.380

 1. In de Gemeentebegroting 2020 zijn twee bezuinigingen uit de Zomernota bijgesteld. De nieuwe bezuinigingsbedragen worden in rijen 7a en 12a vermeld. Het totaalbedrag van deze tabel sluit aan bij de Zomernota. De bedragen in rijen 7a en 12a staan daarom tussen haakjes.

 

1. Besparing op budget Raad en griffie

Bij de Zomernota heeft de Raad een motie aangenomen, waarin het presidium opgedragen wordt een werkgroep in te stellen die mogelijkheden inventariseert om de taakstelling van 125.000 euro te realiseren.

 

2. Verkleinen bijdrage aan regionale samenwerkingsverbanden

De gemeente heeft te maken met het principe van trap op trap af meebewegen met de rijksuitgaven. Nu die rijksuitgaven worden gekort gaat ook de uitkering aan de gemeente omlaag. De bijdrage aan verbonden partijen beweegt echter niet automatisch mee met deze daling, hetgeen als onwenselijk wordt gezien. Voorgesteld wordt derhalve om de komende drie jaar geen nieuw beleid bij verbonden partijen neer te leggen en eerder beleid af te bouwen. Onderzocht zal worden welke bezuinigingsmogelijkheden op samenwerking in de regio en bij verbonden partijen mogelijk zijn, bijvoorbeeld door een lager niveau van dienstverlening door Regio Twente, VRT of GBT. Een risico bij deze dekkingsmaatregel is dat andere deelnemers in de gemeenschappelijke regeling er niet in meegaan.

Bij de Zomernota heeft de Raad in motie nummer 9 aanvullende voorstellen gedaan, waarmee deze taakstelling gerealiseerd zou kunnen worden. Risico bij deze dekkingsmaatregel is dat andere deelnemers in de gemeenschappelijke regeling er niet in meegaan.

 

3. Parkeertarieven

Het doortrekken van de 10 cent verhoging per jaar in de parkeertarieven voor 2023 levert volgens de berekeningen 400.000 euro extra inkomsten op. Wij gaan voorzichtigheidshalve uit van 300.000 euro in verband met een aantal mogelijke risico's te weten: (1) VPB betalen in geval het parkeerbedrijf winst gaat draaien, (2) momenteel wordt nog niet volledig afgeschreven op de H.J. van Heekgarage terwijl dat vanuit de voorschriften in de financiële verordening mogelijk wel wenselijk zou zijn, (3) gesprekken met MST over verlichting in tarieven voor gebruikers MST en (4) mogelijk herinvesteren van inkomsten parkeerbedrijf in parkeervoorzieningen in het centrum.

 

4. Betaald Parkeren FC Twente

Bij diverse Betaald Voetbal Organisaties (BVO) is parkeren bij het stadion niet gratis. Voorstel is om FC Twente aan te slaan voor gebruik van de grote parkeerplaats aan de lange zijde van het stadion op speeldagen. Dit is in lijn met de motie d.d. 15 april om met FC Twente in gesprek te gaan over invoering betaald parkeren en het stimuleren van OV en Fiets. Dit past in de duurzaamheids- en mobiliteitsgedachte om meer met de trein en op de fiets te reizen. Het is onduidelijk of er voldoende juridisch gronden zijn om de maatregel in te mogen voeren (precario belasting). Daarnaast dient er ook gekeken worden naar de effecten van overloop naar de omgeving (woonwijken, kennispark). 

 

5. Lager kwaliteitsniveau wegen

Het college heeft de afweging gemaakt om een taakstelling op te voeren op de inrichting, het beheer en onderhoud van wegen. Dit wordt meegenomen in het nieuwe wegenbeleidsplan dat eind 2019 wordt voorgelegd aan de raad. 

 

6. Minder promotie voor de regio

Gemeente Enschede is de belangrijkste financier voor Stichting Enschede Promotie, draagt via de Agenda van Twente bij aan Twente Branding én draagt samen met de andere 13 Twentse gemeenten bij aan Twente Marketing. Het college stelt voor om binnen dit palet naar mogelijkheden te zoeken waar regionale promotie minder kan.

 

7. Brede taakstelling op fysiek en economisch domein

De Raad heeft aangegeven een taakstellingen oplopend tot 600.000 euro door te voeren op het fysiek en economische domein. Mogelijke invulling is om een substantieel deel van deze taakstelling te realiseren bij het Ondernemersloket (dit bovenop de taakstelling uit 2018 van 250.000 euro structureel). Gevolg is dat acquisitie zich zal beperken tot de toplocaties (Kennispark en Technology Base).

In het accountmanagement zal gekozen worden voor faciliteren van Twentse ondernemers waar de vacatures voor lange termijn vaak zijn geborgd gezien hun binding met de stad en regio. Verder zullen vragen van ondernemers vaker terechtkomen bij andere onderdelen binnen de organisatie zoals Vergunningen & Bestemmingsplannen en Handhaving. Deze afdelingen hebben een andere oriëntatie en zijn daarvoor minder goed toegerust (daling van kwaliteit en verschuiving van taken). Naast het Ondernemersloket wordt breder binnen het fysiek- economische domein onderzocht welke werkzaamheden worden stopgezet. Denkrichtingen hierbij zijn onder andere Technology Base en internationalisering. Nadere uitwerking volgt bij de Gemeentebegroting 2020-2023.

 

7a. Bijgestelde taakstelling op fysiek en economisch domein
Bij de Gemeentebegroting 2020 stelt het College voor om deze taakstelling in 2023 te verlagen van 600.000 naar 400.000 euro.

 

8. Afloop intensiveringen na 2022

Voorgesteld wordt om het grootste deel van de intensiveringen uit het coalitieakkoord na de coalitieperiode niet vanzelfsprekend door te laten lopen. De intensiveringen op economie, sport, duurzaamheid en lokale onderwijs agenda (LEA) worden vanaf 2022 op 0 euro gezet. Dat vergt wel tijdige bijsturing. De intensivering op mobiliteit loopt wel door aangezien aan deze intensivering langlopende uitgaven (kapitaallasten) verbonden zijn. Ook de intensivering op veiligheid en handhaving en de verbindingsambtenaar loopt na 2022 door, weliswaar met de helft van het budget ten opzichte van de jaren 2020 en 2021. Aan het einde van de coalitieperiode zal er een evaluatie plaatsvinden en besloten worden of continuering gewenst is en ingepast kan worden in het middelenkader.

 

9. BUIG binnen rijksmiddelen

We stellen de volgende maatregelen voor om de uitgaven voor bijstand binnen het rijksbudget te dekken:

  1. Verkleinen van de caseloads in de Werkpleingroep door de dienstverlening aan mensen die niet op korte termijn naar werk kunnen, te verminderen (m.u.v. RAP en Doen-beurzen) en de daarmee gemoeide capaciteit in te zetten voor de groep die meer perspectief heeft. Dus kleinere caseloads, maar dan ook minder inzet op het terrein van participatie voor een deel van de groep.
  2. Het voordeel van de loonkosten van de medewerkers van de Sociale werkvoorziening (SW) structureel inzetten. Dit is onder voorbehoud van aanpassingen van het SW-budget in de meicirculaires.

Binnen het BUIG budget ontstaat er op deze manier tevens ruimte om het sanctiebeleid te versoepelen en de maatregelenveroderning aan te passen, zoals opgenomen in Hoofdstuk 3 van de begroting bij het onderdeel Vitaal en Sociaal.

 

10. Transformatie Ondersteuning Huishouden (OH)

Het college geeft opdracht aan de ambtelijke organisatie om in oktober met een plan van aanpak te komen om de Ondersteuning Huishouden met ingang van 2021 anders vorm te geven. Met aandacht voor een duurzaam systeem, lagere uitvoeringskosten, uitnodiging aan aanbieders om met innoverende aanpak te komen, zelfoplossend (financieel) vermogen van inwoners centraler stellen maar ook maatwerk en doen wat nodig is.

Bij de Zomernota heeft de Raad motie 33 "Kwaliteit op peil in OH" aangenomen, waarin het College opgedragen wordt bij deze bezuiniging de kwaliteit van de OH op peil te houden en als denkrichting aan te houden om de besparing vooral te vinden in innovatie en het verminderen van de administratieve lasten.

 

11. Versneld clusteren van sportvelden

We gaan de clustering van sportvelden versnellen en de verenigingen minder keuzemogelijkheden bieden waar ze willen gaan sporten. Op deze manier kunnen velden efficiënter worden ingezet en komen er sportvelden vrij voor herbestemming. Te combineren met een sanering onder sportverenigingen. We ondersteunen en/of subsidiëren alleen nog verenigingen die bijvoorbeeld voldoende omvang hebben en/of aantoonbaar aan een maatschappelijk doel bijdragen. Voorwaarde is dat geld dat vrijkomt rondom ontwikkelingen van de gronden, ingezet kan worden voor de investeringen die nodig zijn om deze beweging te realiseren (bijvoorbeeld aankoop kantines of investeringen op de plek waar verenigingen naartoe gaan). We stellen een taakstelling voor van 200.000 euro per 2022.

 

12. Exploitatiebijdrage zwemmen

In de raadsbrief van 11 juni 2019 hebben we het voorstel “Zwembad Diekman” ingetrokken. Aanleiding hiervan was de uiterst negatieve uitkomst van de meicirculaire. We stellen voor om 700.000 euro vanaf 2023 te bezuinigingen op de zwemvoorzieningen via een lagere exploitatiebijdrage aan Sportaal. In aanloop naar de Gemeentebegroting 2020-2023 komen we met een procesvoorstel voor een geactualiseerde visie op het zwemmen in Enschede, waarin we de invulling van de taakstelling en de consequenties daarvan voor gebruikers, personeel en het contract met Sportaal uitwerken.

 

12a. Bijgestelde bezuiniging exploitatiebijdrage zwemmen
Bij de Gemeentebegroting 2020 stelt het College voor om de bezuiniging te verlagen van 700.000 naar 400.000 euro.

 

13. Stoppen met Right to challenge

Feitelijk wordt het budget voor Wijkwelzijn verlaagd, omdat de middelen voor Right to Challenge daar twee jaar geleden zijn uitgehaald en “apart gezet”. Right to Challenge geeft inwoners de gelegenheid te participeren door de gemeente uit te dagen gemeentelijke taken over te nemen als zij denken het zelf beter te kunnen doen. De ervaring leert (zowel in Enschede als de rest van Nederland) dat in het welzijnsveld dit recht het vaakst wordt uitgeoefend.

Naar aanleiding van dit bezuinigingsvoorstel heeft de Raad een motie aangenomen waarin het College opgedragen wordt om voor de programmabegroting met een voorstel te komen tot het gebruik van Right to Challenge, door samen met de wijkorganen/bewonersorganisaties te onderzoeken of Right to Challenge initiatieven passend zijn binnen de kaders van de besteding van de wijkbudgetten. De motie draagt ook op om bij aantoonbare besparingen voor de Gemeente (in het geval van succesvolle Right to Challenge-initiatieven) een gedeelte daarvan terug te alloceren aan de wijkbudgetten of aan het verder optimaliseren van Right to Challenge in de gemeente.

 

14. Rendement investeren in organisatie

Bij de probleempunten is een investering in de organisatie opgenomen, waarmee in totaal de formatie op termijn met circa 2,8 fte uitbreidt. Deze investering biedt mogelijkheden om te bezien hoe de pensionering van 125 fte in de komende 4 jaar opgevangen kan worden door werkprocessen anders in te richten waardoor een besparing gerealiseerd kan worden door 1 op de 4 vrijkomende functies niet in te vullen. Dit vertegenwoordigt een loonwaarde van omstreeks 2 miljoen euro. Een gedegen analyse aan de voorkant is randvoorwaardelijk voor het realiseren van deze besparing op personeelskosten (organisatieontwikkeling, werkprocessen, financiën basis op orde en IT).
 

15. Toeristenbelasting op niveau brengen

Verhogen tarief toeristenbelasting met 100%. Eerste inschatting is dat dit 300.000 euro oplevert. Enschede heeft momenteel een tarief van € 1,29 per overnachting, referentiegemeenten zitten op € 2,72 en grote steden tussen € 5 en € 7.

 

16. Werken voor derden minimaal kostendekkend

De werkzaamheden die de gemeente voor derden uitvoert is op dit moment niet altijd kostendekkend. Onderzocht wordt of dit budgetneutraal gemaakt kan worden en of de samenwerkingsovereenkomsten daarop aangepast moeten worden.

 

17. Hogere bezetting gemeentelijke panden

Door te sturen op een hogere bezetting van gemeentelijke panden is een kostenbesparing mogelijk. Hiervoor zal onder andere onderzocht worden of gelieerde partijen ondergebracht kunnen worden in gemeentelijke panden. Het betreft instellingen die momenteel van de gemeente subsidie ontvangen maar huur betalen voor een pand dat niet van de gemeente is. Als die instelling in een pand van de gemeente zouden komen, dan zou de subsidie mogelijk omlaag kunnen of zou dit leiden tot inkomsten bij het vastgoedbedrijf.

2.4. Wijzigingen na de Zomernota 2019

 Door externe effecten zijn er enkele mutaties in het middelenkader ten opzichte van de Zomernota

 

Bijstelling middelenkader in 1000 euro 2020 2021 2022 2023
Saldo Zomernota
-14.243 -11.465 -3.845 93
CAO -200 -1.500 -1.500 -1.500
Meevaller ozb 380 560 560 560
Septembercirculaire 1.177 3.474 3.904 3.197
Lagere rentelasten 510 500 500 500
Verwachte stijging pensioenpremies in 2020 -950 -950 -950 -950
Bestrijding eikenprocessierups -300  PM PM PM
Kostenstijging accountant  -30 -30 -30 -30
Extra budget evenementen in 2020 -200      
Handhaving op scooters en brommers en onderzoek nachttreinen -207      
Halveren korting op subsidies   -500 -500 -500
Verlagen bezuiniging op exploitatiebijdrage zwemmen       -300
Verlagen brede taakstelling op fysiek en economisch terrein       -200
Saldo middelenkader bij Gemeentebegroting -14.063 -9.911 -1.861 870
Onttrekking aan algemene reserve        0
Saldo Gemeentebegroting  0
 0
 0
870

 

 Toelichting

  • Ten opzichte van eerdere ramingen die voor de Zomernota zijn gebruikt, leidt het cao akkoord voor gemeenteambtenaren in 2020 tot een kostenstijging van 200.000 euro en vanaf 2021 tot 1,5 miljoen euro extra kosten.
  • De ozb opbrengst is in 2019 hoger dan geraamd, door een toename van het aantal panden. Daar tegenover staat dat de kosten voor beroep en bezwaar zijn toegenomen en dat er in 2020 nog incidentele uitgaven zijn om registraties aan te passen aan gewijzigde wettelijke voorschriften. Per saldo resteert er een meevaller van 380.000 euro in 2020 en structureel 560.000 euro vanaf 2021.
  • De toename van het accres in het Gemeentefonds leidt tot een voordelig effect voor het middelenkader van 1,1 miljoen euro in 2020 en de jaren daarna van 3 tot 4 miljoen euro.
  • De algemene daling van de rentestanden in Europa heeft voor de gemeente als voordelig effect dat leningen in 2019 en 2020 tegen een lager tarief kunnen worden gefinancierd. Hierdoor ontstaat een voordeel van structureel 500.000 euro.
  • De lage rentestanden hebben anderzijds als nadelig effect dat de dekkingsgraad van het ABP pensioenfonds verder onder de voorgeschreven 105% valt. In de berichtgeving melden pensioenfondsen dat kortingen op pensioenen en premiestijgingen vanaf 2020 te verwachten zijn. Deze zijn echter nog niet bekend gemaakt. Voorstel is om voor 2020 uit te gaan van een ABP premiestijging van 2%. Dit is een zelfde premiestijging als het percentage dat vanaf 2019 is doorgevoerd. Het effect hiervan is 950.000 euro op de loonkosten binnen de eigen organisatie.
  • In 2019 zijn de kosten voor de bestrijding van de eikenprocessierups toegenomen. De verwachting is dat er in 2020 ook nog sprake is van een kostenstijging van incidenteel 300.000 euro. Op de langere termijn wordt er gewerkt aan een Twentse aanpak, met de bedoeling om de eikenprocessierups effectief te bestrijden en de kosten daarvoor te beheersen. Bij de Zomernota 2020 wordt inzichtelijk gemaakt of er ook in de jaren na 2020 sprake is van een kostenstijging.
  • Het herziene contract met de accountant leidt tot een kosten stijging van jaarlijks 30.000 euro vanaf 2020.
  • In 2020 wordt het evenementenbudget incidenteel met 200.000 euro verhoogd, onder andere vanwege de viering van 75 jaar vrijheid en de mogelijkheid om de Munsterland giro met co-financiering te organiseren.
  • In 2020 wordt een impuls gegeven aan de handhaving op overlast van brommers en scooters in het centrum. Dit betreft een incidenteel bedrag van 200.000 euro. Daarnaast wordt 7.000 euro besteed aan een onderzoek naar nachttreinen naar Enschede.
  • De inhoudelijke verkenning in de Raad naar de invulling van de generieke korting op subsidies van 1 miljoen euro heeft onvoldoende mogelijkheden opgeleverd om de korting goed onderbouwd en volledig te realiseren. De korting wordt gehalveerd en in scenario's aan de Raad voorgelegd. Het structureel verlengen van geen-indexatie vanaf 2020 wordt als een van de scenario's meegenomen.
  • De bezuiniging op de exploitatiebijdrage zwemmen wordt verlaagd met 300.000 euro. In de Zomernota 2019 is besloten tot een taakstelling van 700.000 euro op de exploitatie van de zwembaden (zie paragraaf 2.3, dekkingsmaatregel 12). Deze bezuiniging hebben we in deze Gemeentebegroting teruggebracht tot 400.000 euro. We werken samen met Sportaal de invulling van deze bezuiniging uit. In 2020 starten we met de voorbereiding om in 2023 de bezuiniging te kunnen realiseren.
  • De brede taakstelling voor het fysiek en economisch domein wordt in het laatste jaar 2023 verlaagd van 600.000 naar 400.000 euro. Dit heeft een effect van -200.000 euro op het middelenkader.

Per saldo is er in 2020 een begrotingstekort van -14,1 miljoen euro. Dit neemt de jaren daarna af en slaat om in een positief saldo van 870.000 euro in 2023. Hiermee wordt beperkte ruimte aangehouden om eventuele meerjarige tegenvallers in toekomstige circulaires op te kunnen vangen.

 

Opvangen schommelingen in Gemeentefonds met de post onvoorzien

De middelen die de gemeente Enschede krijgt vanuit het Rijk kennen een sterk fluctuerend verloop en tegelijkertijd ook een bijna consistent patroon. Het Rijk zet vaak met ambitieuze plannen in op een verhoging van het uitgavenniveau en moet dan achteraf constateren dat dit niveau niet gehaald wordt. Dit maakt dat het accres uit het gemeentefonds meerjarig vaak nog lijkt te stijgen, maar gemeenten voor het lopende jaar toch geconfronteerd worden met soms flinke kortingen. De fluctuaties in de uitkering van het Rijk veroorzaken dat we gedurende het lopende jaar al snel in een bezuinigingskramp schieten. Daar gaat veel ambtelijke en politieke capaciteit in zitten, terwijl we vanuit de zomernota richting de begroting liever samen de focus op de langere termijn leggen.

 

Om de begroting weerbaarder en robuuster te maken voor deze invloeden wordt voorgesteld om een deel van het spaarbedrag ter versterking van de algemene reserve om te zetten naar een begrotingspost onvoorzien. Daarbij geldt voor de aanwending van deze post de strakke spelregel, dat deze enkel ingezet mag worden voor het opvangen van tegenvallers in de gemeentefondsuitkering in het lopende begrotingsjaar. Voor zover deze tegenvallers zich niet voordoen, wordt het bedrag van de post onvoorzien aan het eind van het jaar aan de algemene reserve toegevoegd conform de oorspronkelijke intentie van het spaarprogramma. Dit geeft rust in het lopende jaar en ook blijft geborgd dat we werken aan een gezonde langjarige financiële positie. Na goedkeuring van de begroting zal deze spelregel worden toegevoegd aan de financiële verordening. Voorgesteld wordt om 2 miljoen euro per jaar van het spaarprogramma om te zetten naar deze post onvoorzien. Dit bedrag is gebaseerd op een analyse van de afwijking in afgelopen jaren tussen de circulaire voorafgaand aan een begrotingsjaar en de daadwerkelijke afrekening vanuit het gemeentefonds.

 

Opgemerkt wordt nog dat gemeenten vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht zijn om een post onvoorzien in de begroting op te nemen hoewel er geen verplichting is meegegeven hoe groot deze post moet zijn. Enschede heeft deze post altijd standaard op 0 euro gezet. Uit onderzoek onder 100.000+ gemeenten blijkt echter dat vrijwel al deze gemeenten hier wel een bedrag op reserveren. Verder wordt meegegeven dat ondanks het omzetten van een deel van het spaarprogramma de weerstandsratio wel binnen de normen blijft die met de raad zijn afgesproken. De ontwikkeling van de weerstandsratio is opgenomen in paragraaf 4.2.

2.5. Overzicht structureel saldo

Een voorwaarde voor een sluitende begroting is dat de structurele lasten en toevoegingen aan de reserves gedekt zijn met structurele baten en ontrekkingen aan de reserves. De uitkomst van deze rekensom is het structureel saldo. Indien dit saldo positief is, is er sprake van een structureel sluitende begroting.
In de onderstaande tabel wordt duidelijk dat Enschede een positief structureel saldo heeft van 3,3 miljoen euro in 2020, oplopend naar 11,4 miljoen euro in 2023. Een randvoorwaarde voor het realiseren van het positieve structurele saldo in 2023 is dat de bezuinigingen die in de Gemeentebegroting zijn opgenomen, worden gerealiseerd. De structurele exploitatieruimte is als een van financiële kengetallen opgenomen in paragraaf 4.2.


 

Structureel saldo in miljoen euro 2020 2021 2022 2023
Structurele lasten -706,0  -693,5 -698,7 -691,6
Structurele baten  707,3 695,1 706,9 701,5
Structurele toevoegingen aan reserves  -8,3 -4,3 -6,9 -7,2
Structurele onttrekkingen aan reserves  10,3 10,1 9,0 8,8
Structureel saldo 3,3 7,3 10,9 11,4
Structurele exploitatieruimte  0,5% 1,0% 1,5% 1,6%

Voor de berekening van het structureel saldo worden de structurele baten en ontrekkingen aan de reserves bij elkaar opgeteld. De structurele lasten en toevoegingen aan de reserves worden daarvan afgetrokken. Het saldo dat overblijft is de structurele ruimte in de begroting. Een positief saldo is nodig om structurele uitgaven (lasten) te kunnen dekken met structurele inkomsten (baten).

2.6. Risico's

Herijking verdeling Gemeentefonds

Het rijk is gestart met een herijkingsonderzoek naar de verdeelmaatstaven van het Gemeentefonds. Dit onderzoek heeft als doel om tot een nieuwe verdeling van het Gemeentefonds te komen voor 2021. Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: 1) het 'klassieke' Gemeentefonds, dat niet samenhangt met het sociaal domein en 2) de verdeelmodellen van het sociaal domein. Het onderzoek is gebaseerd op steekproefgegevens van 90 gemeenten waaronder de gemeente Enschede. Binnen het sociaal domein blijft het bijstandsbudget (BUIG) een afzonderlijk verdeelmodel. Daarnaast blijven de middelen voor beschermd wonen voorlopig apart verdeeld worden. De gemeenten worden uiterlijk in de meicirculaire 2020 geïnformeerd over de uitkomsten van de nieuwe verdeling. De gemeente Enschede is bestuurlijk en ambtelijk betrokken bij het herijkingsonderzoek.

 

Rijksakkoord GGZ

Er is een rijksakkoord met de GGZ-sector gesloten omtrent afbouw dure verblijfszorg en specialistische vakteams. Dit akkoord zorgt voor verlichting/besparing van kosten binnen de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en Zorgverzekeringswet (Zvw), maar leidt tot hogere lasten bij gemeenten doordat cliënten langer en/of meer ondersteuning via de Wmo nodig hebben. Het rijk heeft bij de septembercirculaire extra middelen beschikbaar gesteld. Het is onzeker of deze middelen in de toekomst toereikend zijn om de effecten van dit akkoord te compenseren.

 

Wet verplichte GGZ

Dit is een nieuwe taak voor de gemeenten. Het rijk heeft hier structureel middelen voor beschikbaar gesteld. Momenteel wordt de implementatie van deze taak voorbereid. Het is nog niet zeker of deze taak binnen de door het rijk beschikbaar gestelde middelen kunnen worden uitgevoerd.

 

Financiële positie zorgaanbieders

Over de gehele linie blijkt uit risicoanalyses dat de financiële positie van zorgaanbieders aan het verslechteren is. Naast financiële risico’s -er wordt op een aantal grote zorgposten als beschikbaarheidsvoorzieningen en maatregelenhulp bevoorschot- ontstaan bij eventuele faillissementen ook extra uitvoeringskosten voor het omzetten en regelen van zorg bij andere zorgaanbieders.

 

Sociale Werkvoorziening

In de begroting is rekening gehouden met een voordeel op de SW als dekkingsmaatregel ten behoeve van de BUIG. Mogelijk valt het resultaat minder positief uit dan voorzien.

 

Kwaliteit wegen

Zorg op realiseerbaarheid bezuiniging op kwaliteit wegen. Door deze bezuiniging zullen scherpere keuzes gemaakt worden in het nieuwe wegenbeleidsplan dat eind dit jaar aan de raad wordt voorgelegd.

 

Bestrijding Eikenprocessierups

In dit middelenkader wordt voor 2020 incidenteel 300.000 euro vrijgemaakt voor de bestrijding van de Eikenprocessierups. Op basis van het op te stellen plan van aanpak en de verdere uitwerking hiervan, kunnen de structurele kosten vervolgens beter worden bepaald. Deze nemen we dan als (extra) structurele middelen mee in de zomernota 2020. Belangrijk is daarbij te vermelden dat de kosten jaarlijks altijd kunnen variëren als gevolg van (natuurlijke) variatie in de plaagdruk.

 

Plankosten corporaties

In de toekomst voorzien we dat, mede door de grootschalige “verbouwing” naar aardgasvrije wijken, we een wijkaanpak hanteren waarin we de verbouwing naar een aardagsvrije wijk waar mogelijk combineren met stedelijke vernieuwing. De gemeente en de woningcorporaties trekken hierin samen op via de DIA-aanpak. Het budget dat is aangevraagd om de hiermee samenhangende plankosten ook “te delen” is niet gehonoreerd. Het effect is dat er per gebied onderhandeld moet worden over plankosten wat een efficiënte, effectieve en gelijkwaardige samenwerking in de weg staat. Er bestaat een gerede kans dat corporaties niet of minder gaan investeren in onze stad en dat ambtenaren onvoldoende in staat worden gesteld de plannen op een professionele wijze te toetsen. Met als gevolg faalkosten waarvoor incidenteel een oplossing gevonden dient te worden.

 

Legesinkomsten vergunningen

Deze lopen terug. Dit als gevolg van een terugloop in aanvragen bouwvergunningen. De afgelopen jaren is het surplus op legesinkomsten in een egalisatiereserve gestort waarmee de eerste terugloop opgevangen kan worden. Toch lijkt er mogelijk in 2020 een knelpunt te ontstaan waarbij eventueel wel bijgestuurd kan worden door tariefsverhoging.

 

Duurzaamheid

Er staan slechts beperkte middelen ter beschikking. Afhankelijk van de ambities van de raad zijn mogelijk extra middelen noodzakelijk.

 

Organisatieontwikkeling
In de motie behoud klachtencommissariaat is een korting van het budget voor organisatieontwikkeling voorgesteld. Aan dit budget voor organisatieontwikkeling was echter ook een rendement oplopend naar 2 miljoen euro structureel gekoppeld. Bezien moet worden in hoeverre dat rendement haalbaar is. Afgesproken is dit langs de inhoudelijke lijn verder uit te werken en bij de zomernota 2020 met een voorstel te komen.
 

Reorganiseren in de regio

Mogelijk ontstaan extra kosten voor interim management en frictiekosten op reorganisaties in de regio.

 

Stikstof uitspraak

Bezien wordt in hoeverre de recente uitspraak van de Raad van State over stikstof impact heeft op bouwprojecten in Enschede. In ieder geval het bestemmingsplan rondom vliegveld twente zal aangepast moeten worden, maar mogelijk is de impact breder. De kans is groot dat de Rijksoverheid minder uitgeeft, waardoor het Gemeentefonds in 2020 trap-af naar beneden gaat. Hiervoor is een post onvoorzien opgenomen in de begroting, zoals toegelicht in paragraaf 2.4.