3.3. Duurzame leefomgeving

 

A. Behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad -->  1. Stedelijke ontwikkeling -->  Ruimtelijke ontwikkeling -->  Lasten 4.232
-->  Baten 1.751
Bestemmingsplannen -->  Lasten 1.100
-->  Baten 0
Grondbedrijf -->  Lasten 14.615
-->  Baten 13.044
Locatieontwikkeling -->  Lasten 1.665
-->  Baten 0
B. Stimuleren van de bruisende stad -->  2. Beleving in de (binnen)stad -->  Cultuur -->  Lasten 18.036
-->  Baten 17
Evenementen en citymarketing -->  Lasten 2.568
-->  Baten 0
3. Binnenstad (centrum)        
       
C. Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan -->  4. Burger- en overheidsparticipatie -->  Stadsdeelsgewijs werken -->  Lasten 5.022
-->  Baten 312
5. Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid -->  Lasten 14.885
-->  Baten 1.852
6. Beheer en onderhoud openbare ruimte Parkeerbeheer -->  Lasten 11.019
-->  Baten 11.439
Begraafplaatsen -->  Lasten 1.169
-->  Baten 468
Beheer wegen -->  Lasten 8.574
-->  Baten 498
Gladheidsbestrijding -->  Lasten 741
-->  Baten 0
Havens en markten -->  Lasten 769
-->  Baten 673
Openbare verlichting -->  Lasten 1.555
-->  Baten 0
Stadsdeelbeheer -->  Lasten 13.734
-->  Baten 2.165
Beleid leefomgeving -->  Lasten 2.456
-->  Baten 878
Riolering -->  Lasten 12.486
-->  Baten 12.486
7. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy)        
       
8. Wettelijke taken en deregulering Vergunningen leefomgeving --> Lasten 3.633
--> Baten 2.725
Handhaving bouwwerken en bedrijven --> Lasten 1.647
--> Baten 151
Handhaving openbare ruimte --> Lasten 1.407
--> Baten 823
D. Stimuleren van een duurzame leefomgeving -->  9. Duurzame energievoorziening -->  Duurzaamheid -->  Lasten 232
-->  Baten 0
10. Afvalstoffen: afvalloos Twente Afvalstoffen -->  Lasten 18.690
-->  Baten 18.473
11. Circulaire economie        
       
12. Klimaatadaptatie        
       

 

Wat willen we bereiken?

Op basis van het coalitieakkoord is de programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat we willen bereiken.

 Wat gaan we doen?

De lijn die de raad heeft vastgelegd bij de programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd.

In 2016 streven we naar de onderstaande resultaten.  

Doelstelling A: Samen met partners behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad.

Actiepunten 2016
Thema 1: Stedelijke ontwikkeling
  • Stedelijke ontwikkeling staat de komende periode voor omvangrijke veranderingen op het gebied van (eigentijdse) gebiedsontwikkeling. De manier van werken wordt meer faciliterend, ondersteunend, inspirerend en vooral ook meer samenlevingsgericht. Het gaat bij Eigentijdse Gebiedsontwikkeling niet om de dagelijkse bedrijfactiviteiten, maar om de activiteiten die horen bij de transitie in het ruimtelijk domein en gebiedsontwikkeling. Deze transitie is een koers die we als gemeente ook bestuurlijk inzetten.

    We geven invulling aan de omslag naar eigentijdse gebiedsontwikkeling:

    • Er wordt uitvoering gegeven aan het traject Richting aan Ruimte fase 2: een herbeoordeling van alle lopende ruimtelijke ontwikkelingen op hun bijdrage aan de stad. Door het herijken, anders faseren en eventueel stoppen van eigen grondexploitaties ontstaat programmatische ruimte. Ook plannen van derden, hoofdzakelijk ontwikkelaars en corporaties, houden we in een gezamenlijk proces tegen het licht. De programmatische ruimte die ontstaat kan worden ingezet in projecten die beter scoren op de ruimtelijk-economische doelen van de stad.Financiële effecten uit dit traject worden niet in 2016 geëffectueerd. Deze effecten realiseren we op z’n vroegst vanaf 2018.
    • Bij de AD gefinancierde organisatie (“SO Nieuwe Stijl 2020”) streven we naar een passende toekomstbestendige en flexibele organisatie die zoveel mogelijk uit Algemene Dekkingsmiddelen (AD) wordt gefinancierd in plaats van uit projectfinanciering (niet-AD). Concreet richten we ons daarmee op risicoreductie en flexibele inzet van medewerkers. In dit traject betrekken we ook de AD-middelen die beschikbaar zijn voor nieuwe initiatieven in de stad (fase 0 en 1 en herstructurering). De beschikbare middelen voor deze initiatieven en herstructureringsprojecten nemen af ten opzichte van 2015. Dit betekent dat we in 2016 nog scherper moeten prioriteiten op de projecten die we binnen deze middelen willen en kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan werkzaamheden voor het Actie Programma Binnenstad die we in 2015 voor een deel uit deze middelen financieren.
    • Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het onder andere om aanpassingen van de grondexploitaties op een looptijd van tien jaar. Dit is in lijn met de voorgenomen wijziging van het BBV. De resultaten worden verwerkt in de zomernota 2016. Het kan zijn dat de ingangsdatum al januari 2016 is. Volgens een eerste doorberekening heeft dit omvangrijke consequenties. In de zomernota 2015 zijn vanaf 2018 middelen beschikbaar gesteld voor grondbedrijf nieuwe stijl.  
    • Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het om een voorstel voor een structurele ontwikkelreserve. Het aantal projecten waarvoor geen kostenverhaal meer mogelijk is, neemt toe. Een gewone grondexploitatie is niet meer aan de orde (bijvoorbeeld de begeleiding van het proces rond het Arriënsplein). Het gaat om projecten waar wij geen eigenaar zijn en dus geen verdienmodel hebben, maar er wel sprake is van een groot maatschappelijk belang. De verwachting is ook dat in de samenwerking met investeerders de onrendabele top van projecten vraagt om aanvullende middelen van de gemeente. Wettelijk zijn we als gemeente zelfs gehouden bepaalde kosten voor onze rekening te nemen. Bijvoorbeeld kosten voor het aanpassen van de openbare ruimte voor projecten die derden realiseren. In de huidige werkwijze moet op ieder verzoek besluitvorming door de raad plaatsvinden. In 2016 worden de mogelijkheden onderzocht voor realisatie van een ontwikkelreserve waaruit middelen kunnen worden onttrokken. Het voorstel zal worden opgenomen in de zomernota 2016.
    • Er wordt gestart met het opstellen van een nieuwe omgevingsvisie (structuurvisie) anticiperend op de komende nieuwe Omgevingswet. De omgevingsvisie is een geïntegreerd kader waarin beleid samenkomt op verschillende terreinen en uit verschillende programma's. Bij het opstellen van de omgevingsvisie wordt ook dat beleid geëvalueerd en eventueel aangepast. Zo wordt beleid verminderd en meer integraal geformuleerd. De planning van het proces is afhankelijk van diverse andere trajecten, waaronder andere beleidsnota’s. In 2016 vindt verdere uitwerking plaats van de planning en aanpak. Daarbij nemen we ook de te verwachten financiële effecten mee. Op grond daarvan wordt in 2016 een separaat voorstel voorgelegd, waarbij bij de raad ook budget wordt aangevraagd.
    • Ook wordt gestart met het opstellen van een omgevingsplan voor het binnensingelgebied (zie bij Omgevingswet).
    • De nieuwe Woningwet die op 1 juli 2015 in werking trad, vraagt om een andere samenwerking met de woningcorporaties. De gemeente krijgt meer inzicht in de financiën van de corporaties en hun investeringsvermogen. Dit kan worden betrokken in de samenwerkingsafspraken die in 2016 worden vernieuwd. Bij het opstellen van die samenwerkingsafspraken krijgen de huurders een volwaardige rol. Daarnaast moeten de corporaties aantonen dat ze in voldoende mate bijdragen aan het Wonenbeleid zoals de gemeente dat formuleert. Dit vraagt ook een concretisering van de woonvisie door de gemeente. Deze woonvisie wordt in 2016 doorgevoerd.

 Doelstelling B: Stimuleren van de bruisende stad.

Actiepunten 2016
Thema 2: Beleving in de (binnen)stad
  • De binnenstad ontwikkelt zich steeds verder tot het bruisende centrum van Twente en zelfs van de Euregio. De binnenstad is van groot belang voor de economische positie en de uitstraling van Enschede. Het streven is dé hoofd(winkel)stad van de Euregio te zijn. De ligging dicht bij Duitsland wordt meer benut. Naast een gevarieerd, modern en compleet winkelbestand met goed uitziende gevels, verwachten bezoekers ook beleving in de binnenstad. Het stadshart zou een gastvrij 'pretpark' moeten zijn, dat voor diverse soorten doelgroepen attractiewaarde heeft. Samen met de partners wordt de benadering van de binnenstad als pretpark verder uitgewerkt. Initiatieven die de levendigheid en het onderscheidend vermogen van Enschede bevorderen zijn van harte welkom. Waar mogelijk worden die gefaciliteerd. Denk daarbij aan het zichtbaar maken van een musical zoals 'Grease' op pleinen met een drive-in bioscoop en met bandjes en kleding uit de jaren zestig. Ook spontane concepten met een mix van winkels, cultuur en horeca  (á la Upperside aan de Haverstraatpassage) verwelkomen wij graag. Hoe meer variatie, des te beter.
  • Uitvoering geven aan de actualisatie van het cultuurplan:

    1. Het vormgeven van een toekomstbestendige bibliotheek die bijdraagt aan een bruisende binnenstad en die in de wijken laagdrempelig bereikbaar is.
    2. Het vernieuwen van het museum TwentseWelle met een sterkere focus op het profiel van Roombeek Cultuurpark, waarin kunst, technologie en ondernemerschap centraal staan. Daarnaast het verder versterken van het profiel en de economische betekenis van Roombeek Cultuurpark, door een sterkere verbinding van de instellingen onderling en met het bedrijfsleven, onder meer via de ondersteuning van de Academie van Verbeelding.
    3. Het intensiveren van de regionale afstemming van het bovenlokale cultuuraanbod en de marketing daarvan. Daaronder samenwerking in de podiuminfrastructuur (gericht op een toekomstbestendig pop- en theateraanbod) en het opstarten van een samenwerking op het terrein van musea en erfgoed. De eerste focus ligt op de samenwerking tussen cultuurinstellingen in Hengelo en Enschede.
    4. Invoeren van "Cultuureducatie met Kwaliteit" in het primair onderwijs.

    De inzet is de ontwikkelingen op het gebied van Podiumkunst, Roombeek Cultuurpark en educatie & talentontwikkeling in het nationale beleid te positioneren als proeftuinen/pilotgebieden.
  • Voor citymarketing en evenementen staan alle acties 2016 in het teken van het merk van de stad: “Enschede, Stad van Nu”. Het hoofddoel is het versterken van de (vrijetijds)economie, waaronder in de binnenstad (Winkelstad en Muziekstad) en Roombeek Cultuurpark. Alles is gericht op het aantrekken van meer bezoekers en het stimuleren van herhalingsbezoek, meerdaagsverblijf en bestedingen. Het evenementenbeleid spitst zich toe op een gevarieerd evenementenaanbod dat bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de bruisende binnenstad. De inzet blijft om enkele evenementen uit te laten groeien naar evenementen met een landelijk bereik. Het acquireren van landelijk bekende inkoopevents maakt onderdeel uit van deze strategie. Ook wordt ingezet op verduurzaming van de evenementen.
    Resultaten citymarketing en evenementen in 2016:

    • Samenhangende aanpak van citymarketing, toerisme, recreatie en evenementen. De aanpak leidt tot aanscherping van de opdracht aan Enschede Promotie.
    • Verdere verduurzaming van de Enschedese evenementen.
    • Continuering van de ondersteuning van studentenevenementen, mede om Enschede als aantrekkelijke studentenstad te profileren.
    • Versterken van de verbinding met de regio en Euregio
Thema 3: Binnenstad (centrum)
  • Door nieuwe impulsen in de kwaliteit van de historische stadskern zelf krijgt het centrum steeds meer de grootstedelijke uitstraling die al geruime tijd werd nagestreefd. De ontwikkelingen rondom de binnenstad en langs de grote invalswegen (de Zuiderval en de Haaksbergerstraat) dragen daar aan bij. Deze grootstedelijke uitstraling is niet alleen goed voor het positieve imago van de stad, maar ook voor het creëren van extra banen. Daarom wordt het Actieprogramma Binnenstad en de ondersteuning van onze partners bij het realiseren van kleinschalige projecten in het centrum voortgezet. Binnen een integraal kernteam voor het centrum wordt gewerkt aan de agenda voor het centrum. In 2015 is de eerste opzet voor de agenda gereed. Deze agenda geeft de koers aan die de gemeente samen met de partners de komende vier jaar volgt in het stadsdeel centrum. De agenda is mede gebaseerd op het coalitieakkoord en op de inbreng van programma-organisatie, partners en inwoners, onder andere via de stadsdeelconsulatie van april 2015. In de conceptagenda voor het centrum staan de volgende zes speerpunten:

    1. versterken binnenstad (Bruisende Binnenstad);
    2. werk (Banenmotor);
    3. stedelijk wonen en dynamiek (Compact en Dynamisch);
    4. zorg en Welzijn (Eigen Kracht);
    5. modern samenwerken (Meer Zeggenschap);
    6. marketing en communicatie (Be good and tell it!).

  • Op basis van het Actieprogramma binnenstad en Netwerkstad (project 'Spontane binnensteden') in het stadserfgebied:

    • Evaluatie van het Aktieprogramma binnenstand
    • Voortzetting van stimuleringsmaatregelen voor gevelverbetering (o.a. Op de Wal) en wonen boven winkels.
    • Versterken beleving pleinen (o.a. Klokkenplas) en routing in de binnenstad.
    • Samen met de binnenstadspartners wordt de benadering van de binnenstad als “pretpark” uitgewerkt, te vertalen in het wijkprogramma voor de binnenstad.
    • Vaststelling Agenda Centrum en bestemmingsplan Binnenstad.
    • Diverse kleine maar belangrijke projecten zoals bijvoorbeeld nieuwbouw De Zon, verbouw Hofpassage, transformatie Zuidmolen en het voormalige Atak.

  • Er zijn diverse lopende projecten, zoals:

    • De opening van het MST met het Koningsplein, inclusief de verbinding naar de van Heekgarage.
    • De versterking van de Verbindingszone Stadscampus-Binnenstad (herinrichting Van Galenstraat en omstreken).
    • Vervolg woningbouw in middengebied Spoorzone, Boddenkamp en Laares.
    • Her-/nieuwbouw van het Schuttersveld.
    • Afronden van de renovatie Vitensterrein/renovatie Tattersall.
    • Uitvoeren van het wijkverkeerscirculatieplan Hogeland/Getfert.

  • Het begeleiden van nieuwe initiatieven van marktpartijen bij de herontwikkeling of herbestemming van diverse locaties in het binnensingelgebied (bijvoorbeeld Ariënsplein, Kop Boulevard, Ledeboerterrein, Winkelcentrum Zuidmolen, Hofpassage, voormalig ABN-Amro pand Oldenzaalsestraat, Cobercoterrein).

Doelstelling C: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan.

Actiepunten 2016
Thema 4: Burger- en overheidsparticipatie
  • Het stadsdeelsgewijs werken wordt doorontwikkeld naar samenlevingsgericht werken door lokale focus binnen de thema's:

    • meer ruimte te geven aan bewonersinitiatieven;
    • te luisteren naar de inwoners van de stad door gebruikmaking van stadsconsultatie’s;
    • te zorgen voor meer invloed voor bewoners op de begroting.

  • De uitkomsten van de uit te voeren stadsconsultaties worden verwerkt en de opbrengsten worden opgenomen in het beleid en in de uitvoeringsprogramma's.
  • In het kader van de implementatie van Burgerkracht wordt bepaald, in samenspraak met de stadsdeelcommissies, voor welke straten/buurten/wijken professionele ondersteuning wordt ingekocht en met wel doel. 
  • Er wordt onderzoek gedaan naar een duurzame toekomst voor de kinderboerderij, waarbij verzelfstandiging een mogelijkheid is. 
  • Samen met de partners zet het college zich in voor uitbouw van de werkgelegenheid in de binnenstad. In de agenda Centrum en het Actieprogramma Binnenstad worden de verbeteringen van de routing, het voortzetten van gevelverbetering en wonen boven winkels als voorbeelden van speerpunten genoemd.
  • In het kader van Wesselerbrink Doen wordt er gericht aandacht en inzet geleverd op integratie en participatie in de Wesselerbrink.
  • Er komt een Asielzoekerscentrum (AZC) op Eschmarkerveld. Samen met de partners zet het college zich in voor de opvang van vluchtelingen. Hierbij zullen we de wijkraden, omwonenden en andere betrokken partners actief betrekken. Samen met hen, de maatschappelijke partners en bedrijven in de omgeving wordt intensief overlegd over de inrichting van het centrum, de sociaal maatschappelijke inbedding en over de benodigde veiligheidsmaatregelen en hoe de vluchtelingen kunnen participeren in onze samenleving. 
Thema 5: Openbare orde en veiligheid
  • Het intensiveren van de aanpak van overlast op de Noorderhagen, Stationsplein en Wilminkplein door middel van een integrale samenwerking in deze specifieke omgeving en vernieuwde camera’s .
  • Samen met TS&S wordt er geëxperimenteerd met vernieuwende veiligheidsoplossingen voor de aanpak van (on)veiligheid, zoals veilige evenementen (bijvoorbeeld de wedstrijden FC Twente). TS&S ontwikkelt dit samen met de regio’s Den Haag en Eindhoven/Tilburg. TS&S en de Twente Safety Campus (nauw verbonden met TS&S) helpen met het ontwikkelen, testen, uitvoeren en het naar de markt brengen van innovatieve mogelijkheden. Zo werken we aan veiliger wonen, werken en leven. Maar ook aan meer banen in Twente.
  • Op het gebied van zorg en veiligheid ontwikkelt de gemeente zich door samen te werken met het Veiligheidshuis Twente en de wijkteams. Aandachtpunten zijn hierbij :

    • de zuidwijken / Wesselerbrink;
    • risicojeugd;
    • aanpak Top X;
    • huiselijk geweld.

  • Vroegtijdige signalering van radicalisering is belangrijk. Met de partners worden afspraken gemaakt hoe nog beter gesignaleerd kan worden. Hierbij helpt de gemeente hen bij het bevorderen van deskundigheid.
  • Het college wil zorgen voor toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal. Er wordt daarom geëxperimenteerd samen met de partners (onder andere politie, FC Twente, brandweer) op het gebied van safety en voetbal. 
Thema 6. Beheer en onderhoud openbare ruimte
  • In de zomer van 2016 wordt de pilot 'verkoop van reststroken openbaar groen' geëvalueerd. Op basis van die evaluatie wordt besloten of de pilot gemeentebreed wordt uitgerold.
  • Op basis van de evaluatie van onkruidbestrijding op verharding van 2014 en 2015 (onkruidbestrijding zonder gebruik te maken van chemische middelen) wordt een nieuwe bestuurlijke afweging gemaakt tussen het kwaliteitsbeeld en de beschikbare middelen.
  • In 2015 zijn verschillende pilots 'zelfbeheer' gestart, waarbij het onderhoud van een buurt of wijk zo veel mogelijk bij bewoners of partners is belegd. Deze pilots moeten in 2016 leiden tot gezamenlijk vastgestelde randvoorwaarden voor succesvol zelfbeheer. Hierbij is vanuit de gemeente expliciet aandacht voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
  • De bezuinigingsmaatregelen uit het traject 'veranderen en bezuinigen in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte' zijn doorgevoerd. De taakstellingen worden voor 2016 behaald, maar daarvoor zijn wel een aantal aanpassingen nodig. Dit betreft aanpassingen binnen de door de raad gegeven kaders, waarbij zoveel mogelijk gehoor is gegeven aan de uitkomsten van de evaluatie die samen met bewoners en partners is uitgevoerd.

    • Het maaibeleid is samen met bewoners en partners geëvalueerd en aangepast. Het veranderde straatbeeld werd door veel bewoners als ongewenst ervaren wat in 2015 leidde tot een toename van het aantal meldingen hierover. In 2016 worden, vanwege de veiligheid, meer locaties langs wegen bijgemaaid. En waar verruwing niet functioneel bleek, worden locaties weer omgevormd naar gazon. Om de benodigde bezuiniging te realiseren wordt op andere locaties minder gemaaid.
    • Prioriteit voor het College is een bruisende binnenstad. Daarom is er in 2016 een bedrag van 78.000 euro (afgerond 0,1 miljoen) opgenomen, zodat de fonteinen en andere waterpartijen in 2016 blijven stromen. Voor 2017 en verder verkent het College de mogelijkheden voor sponsoring.
    • Binnenstad: wanneer geen partners worden gevonden die de sfeerverlichting willen overnemen, wordt deze verlichting conform het voorstel vanaf de winter 2016/2017 uitgeschakeld. Ook stellen we de raad voor de leges 'toegang binnenstad' te verhogen. De laatste nog uit te voeren maatregel in de binnenstad is de sluiting van de openbare toiletten. Voor een aantal toiletten is geen structurele oplossing gevonden, maar is vanuit partners zoals politie en gehandicaptenraad, wel het belang van instandhouding benadrukt. Om die reden worden die toiletten niet gesloten. 
Thema 7: Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy)
  • De inzet van een duurzaamheidsmakelaar voor stadsdelen en inwoners.
  • Het stimuleren van de inzet van wijkbudget voor duurzaamheid door stimulering en toelichting op mogelijkheden.
  • Inzet van het innovatie-stimuleringsfonds duurzaamheid (budget initiatiefkracht).
  • Ook in 2016 tien nieuwe duurzame burgerinitiatieven (bijvoorbeeld duurzame sportvereniging, groene wijk, buurtenergiebedrijf, wijkmoestuin, duurzame school).
  • Wijkplannen met een duurzaamheidsparagraaf.
Thema 8: Wettelijke taken en deregulering
  • Deregulering: de regeldruk voor inwoners, ondernemers en instellingen wordt waar mogelijk omlaag gebracht. Dit leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor inwoners, ondernemers en overheden. In 2015 is met succes de eerste tranche deregulering afgerond. Gedurende het jaar 2016 worden twee onderdelen herijkt, te weten: 

    • de 'kaart overzicht beschermwaardige bomen' bij het product kappen van bomen;
    • het product standplaatsen.

    Eind 2015 wordt het proces van de tweede tranche deregulering opgestart. Hoewel de besluitvorming hierover nog niet is afgerond, zal in 2016 de focus liggen op de onderwerpen globale bestemmingsplannen, welstandstoetsing, toetsing aan het bouwbesluit en het milieu (stoken). 
  • Omgevingswet: het kabinet maakt het omgevingsrecht makkelijker en voegt een groot aantal wettelijke regelingen samen in één Omgevingswet. De invoering staat gepland voor 2018. Van alle implementatiewerkzaamheden zal in 2016 de nadruk liggen op:

    • Via de G32 invloed uitoefenen.
    • Informatieverstrekking richting de raad en discussie tussen college en raad over vrije beleidsruimte.
    • Anticiperen op de Omgevingswet bij organisatieontwikkeling. Bijvoorbeeld door de hele keten van werkprocessen gerelateerd aan de Omgevingswet beter samen te laten werken en door een betere samenwerking tussen ketens van werkprocessen.
    • Vooruitlopend op 2018 wordt in allerlei pilotprojecten al geëxperimenteerd met de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet. Enschede doet hier ook aan mee. Zo is in 2015 goedkeuring verleend voor het toepassen van het omgevingsplan op het voormalige vliegveldterrein/ADT-terrein. Dit gebeurt momenteel door middel van de Crisis en herstelwet. Het experimenteren met het omgevingsplan wordt in het laatste kwartaal van 2015 uitgebreid naar het binnensingelgebied. De impact hiervan is merkbaar in 2016.

  • Private Kwaliteitsborging in het bouwtoezicht (privatisering toetsing bouwbesluit): het ministerie werkt aan een nieuw stelsel voor het bouwtoezicht in Nederland. Kern van dit stelsel is dat in de toekomst bouwpartners zelf hun kwaliteitsborging moeten regelen. Het bevoegd gezag kijkt naar welstand, ruimtelijke ordening en de veiligheid van derden. Private partijen zorgen zelf voor het voldoen aan het Bouwbesluit. Het nieuwe stelsel treedt naar verwachting in 2016 deels in werking, maar uitstel naar 2017 behoort tot de mogelijkheden. In 2016 wordt onderzocht wat de consequenties zijn van het nieuwe stelsel in financiële en organisatorische zin.

Doelstelling D: Stimuleren van een duurzame leefomgeving.

Duurzaam handelen betekent voor het college 'het niet doorschuiven van de rekening van ons gedrag naar toekomstige generaties'. Duurzaamheid is dus niet meer alleen een synoniem voor rekening houden met natuur en milieu, maar heeft bijvoorbeeld ook betrekking op een solide financieel beleid en een gezonde economische groei. In 2015 is met de vaststelling van het Actieplan duurzaamheid dan ook besloten om een meer omvattend duurzaamheidsbeleid te voeren. In het Actieplan zijn 8 speerpunten van beleid genoemd ten aanzien van duurzaamheid):

  1. energie (meer hernieuwbare energie);
  2. behoud van biodiversiteit;
  3. circulaire economie (verminderen van afval);
  4. duurzame mobiliteit;
  5. eigen organisatie (zelf het goede voorbeeld geven);
  6. groene economische groei;
  7. klimaatadaptatie;
  8. WEconomy (de bewoners van Enschede dragen samen bij aan de duurzame doelstellingen).

Per speerpunt worden voor de periode 2015-2019 uitvoeringsprogramma's opgesteld, waarmee de met het Actieplan beoogde resultaten binnen handbereik komen. In 2016 en verder ligt de nadruk op de uitvoering van deze programma's. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de speerpunten ‘Duurzame energie’, ‘Duurzame mobiliteit’, ‘Circulaire economie’, ‘Klimaatadaptatie’ en ‘WEconomy’. Voor het speerpunt ‘Eigen organisatie’ wordt verwezen naar hoofdstuk 1, terwijl het onderwerp ‘Biodiversiteit’ aan bod komt in de beschrijving van de Reguliere werkzaamheden van het programma Duurzame Leefomgeving.

Actiepunten 2016
Thema 9: Duurzame energievoorziening
  • Het vergroenen van het legesstelsel. Daardoor stimuleren we duurzame activiteiten (bijvoorbeeld energieneutraal bouwen) en remmen we milieubelastender activiteiten af.
  • Het faciliteren van initiatieven Pioneering (realiseren van het Huis van de Toekomst, het verduurzamen van een bestaande school).
  • Ondernemers een podium bieden voor het uitwisselen van kennis en ervaringen over duurzaam ondernemen.
  • Het stimuleren van het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen door het sluiten van een convenant met het bedrijfsleven.
  • Energiebesparing van het bedrijfsleven door voorlichting en inzet van het instrumentarium Wet Milieubeheer en het Activiteitenbesluit.
  • Het faciliteren van initiatiefnemers windturbines en zonneparken.
Thema 10: Afvalstoffen: afvalloos Twente
  • In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van gedifferentieerde tarieven per 1 januari 2017 als opmaat naar uiteindelijk omgekeerd inzamelen.
  • Het vergroten van de mogelijkheden voor scheiding van afval op een afvalbrengpunt door het optimaliseren van het systeem van brengpunten.
  Thema 11: Circulaire Economie
  • De Enschedese aanpak voor circulaire economie bestaat uit twee lijnen. De eerste lijn is daarbij gericht op het realiseren van een trendbreuk bij de inzameling van restafval, door het afvalscheidingspercentage fors te verhogen. Daarvoor is het nodig dat de prikkel op de juiste plek wordt gelegd (feitelijk ondergebracht in thema 10). De tweede lijn betreft het terugdringen van de hoeveelheid afval (gescheiden afval en restafval). Dit wordt bevorderd door onze inwoners aan te zetten tot duurzame consumptie. Eén van de acties is het verder in gesprek gaan met bewoners om de ideeën en deals van 12 maart 2015 meer inhoud te geven. Een andere actie is daarnaast het in gesprek gaan met supermarkten, detailhandel en andere winkelbedrijven om bewoners en bezoekers aan te zetten tot duurzame consumptie. In dit kader wordt ook gevolg gegeven aan de motie van de raad ons in te zetten voor het vestigen van een verpakkingsvrije supermarkt in Enschede.
  • Vermindering van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden + restafval) door afvalpreventie met 5% ten opzichte van peiljaar 2014.Dit moet in 2020 gerealiseerd zijn voor het jaar 2016 wordt dit met concrete acties ingevuld, waar we in de Zomernota op terugkomen.
Thema 12: Klimaatadaptatie
  • Met adaptatie wordt geprobeerd de schade, in de vorm van wateroverlast, hitte en droogte, door verandering van het klimaat te beperken. In 2016 staan de volgende zaken centraal: 

    • de aanleg van de stadsbeek;
    • tegengaan van wateroverlast in het centrum/Oldenzaalsestraat;
    • herinrichting van de Glanerbeek;
    • hergebruik van water door de industrie dat wordt opgepompt bij de Westerval (om de tunnel droog te houden);
    • aanpak probleem van hittestress. 

 

Indicatoren

 Effectindicatoren Score 2014 Streven 2015 Streven 2016 Streven 2019
Doelstelling A:
1. Rapportcijfer voor de waardering van de groene kwaliteit van het buitengebied (natuur, landschap, water, cultuurhistorie).

Tweejaarlijks, dit jaar geen cijfer

7,5

7,5

7,5
2. Het aantal vergunningen dat leidt tot ruimtelijke ingrepen. 638 743 742 742
3. Indexcijfer voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit (ten opzichte van 2012 op onderdelen woonaantrekkelijkheid, dichtheden, groen en water). 105 100 107 110
Doelstelling B:
4. Rapportcijfer voor de waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, etcetera).

7,4 

7,3

7,3

7,3
5. Imago:
Kennisstad (landelijke ranking)
Ondernemende stad (landelijke ranking)

9
9

9
9

9
9

9
9
6. Aantal bezoekers van de grote gesubsidieerde culturele instellingen (Wilminktheater & Muziekcentrum, ATAK, TwentseWelle en Concordia). 280.000  250.000 250.000  250.000
7. Totaal van inkomsten van de grote gesubsideerde culturele instellingen ten opzichte van de subsidie. 59%  65% 65%  68%
Doelstelling C:
8. Positie veiligheid van Enschede ten opzichte van de overige twaalf gemeenten met meer dan 150.000 inwoners.


 top 5

top 5

top 5
9. Percentage inwoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt. 22%  20% 20%  17%
10. Opkomstpercentage waarbij de brandweer na een melding tijdig ter plaatse is. 93%   90% 90% 90%
11. Beoordeling schouwresultaten 'schoon'. Stadserf: hoog
Rest vd stad:basis
Roombeek: basis
Stadserf: hoog
Rest vd stad:basis
Stadserf: hoog
Rest vd stad:basis
Stadserf: hoog
Rest vd stad: basis
12. Rapportcijfer voor de waardering van de kwaliteit van het openbaar groen. 6,9 6,7 6,7 6,7 
13. Naleefgedrag milieugerelateerde handhaving. ** 80% 75% 70%  65%*
14. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (WEconomy).  Doelstelling is nog in ontwikkeling.      PM
Doelstelling D:
15. Gemiddeld energielabel. Beoogde labelverdeling van de woningvoorraad.

A   10%
B   17%
C   28%
D   14%
E   10%
F   10%
G   11%

A/B 29%

C    27%
D    13%
E   10 %
F    10%
G    11%

A/B 31%

C   27%
D   13%
E      9%
F    10%
G    10%

A/B 37%

C    24%
D    12%
E       9%
F       9%
G       9%
16. Planologische reservering van het aantal locaties voor wind- en zonne-energie. 0 0 2 4
17. Energiebesparing per jaar: 
Elektriciteit 
Gas

2%
5,3%
          
1,2%
1,2%

1,2%
1,2%

1,2%
1,2%
18. Toename scheidingspercentage restafval. 53%  - 60% 
19. Kg's restafval per inwoner/jaar (afname). 206 kg 175 kg 
20. Aantal collectieve bewonersinitiatieven in wijkplannen van Stadsdelen.        - 10 10 10
21. Aantal ondersteuningsvragen aan de duurzaamheidsmakelaar. - 25 25 25

* De gegevens met betrekking tot het basisjaar zijn ontleend aan de website "Meer met minder". De prognose voor de jaren 2015-2019 is gebaseerd op afspraken die met Reimarkt zijn gemaakt over de verduurzaming van de huurwoningenvoorraad (minimaal 500 woningen per jaar). Ook de doelstelling van de provincie Overijssel dat de energetische kwaliteit van de koopwoningenvoorraad in Overijssel in 2030 is verbeterd tot (minimaal) label b, is meegenomen in deze prognose.

** Als gevolg van bezuinigingen zijn er minder milieu-inspecteurs. Hierdoor gaat de controlefrequentie omlaag en er worden minder diepgaande controles uitgevoerd. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid een negatief effect op het naleefgedrag.

Wat mag het kosten?

In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven. 

bedragen * 1.000 euro 

Duurzame leefomgeving Bedragen x 1.000 euro Begroting  2015 Begroting 2016 Raming  2017 Raming  2018 Raming  2019
Lasten 155.093 140.235 141.658 140.235 139.463
Baten 81.847 67.754 72.081 70.486 71.221
Saldo van baten en lasten 73.246 72.481 69.577 69.749 68.242
Storting reserves 2.613 953 1.087 3.984 2.061
Onttrekking reserves 4.662 931 942 1.080 1.000
Resultaat 71.196 72.503 69.722 72.653 69.303

 

Toelichting

Door de uitbreiding van de H.J. van Heekgarage, ten behoeve van het Medisch Spectrum Twente, zijn vanaf 2016 ook deze exploitatieresultaten meegenomen in het product Parkeerbeheer.

De lasten binnen het product Stadseelbeheer vallen in de komende jaren lager uit door de bezuinigingen in de openbare ruimte en het vervangen van chemische bestrijdingsmiddelen. Uiteindelijk wordt vanaf 2017 twee miljoen euro structureel bezuinigd in de openbare ruimte. 

Binnen het fysieke domein besparen we vanaf 2018 twee miljoen euro vanuit de bestuurlijke keuze om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken.

Op basis van het MPG 2015 worden zowel de baten als de lasten voor de jaren 2016 en verder op het eindproduct grond lager ingeschat als gevolg van faseringen, het uitbetalen en ontvangen van subsidies en het doen van verwervingen en overboeken van gronden naar grondexploitaties. Daarnaast dalen de lasten vanaf 2016 door bezuinigingen op de culturele instellingen, evenementen en citymarketing.

Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de financiële bijlage 6.4.

Meer info  Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's.
Portefeuillehouders  Hans van Agteren, Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Jurgen van Houdt, Onno van Veldhuizen
Programmadirecteuren  Djoerd de Vos-Koelink, Werner Gerritsen, Hilde Reints