Doelstelling Thema's Producten Wat mag het kosten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bedragen x 1.000 Euro's
|
Op basis van het coalitieakkoord is de Programmabegroting 2015-2018 opgesteld. Hierin is voor de komende vier jaar bepaald wat we willen bereiken.
Economisch gaat het goed met Enschede. De private investeerders hebben belangstelling, de woningmarkt doet het prima en de binnenstad bloeit. Steeds meer bewoners willen zich in de stad vestigen en er zijn zelfs partijen die voorspellen dat als Enschede haar kansen grijpt, zij door kan groeien naar meer dan 165.000 inwoners. Om de aantrekkingskracht van Enschede te blijven vergroten is er wel samenhangend beleid nodig om de juiste afweging te kunnen maken waar(in) we gaan investeren.
Met de keuze van de raad in de Zomernota 2017 voor scenario 5 "evenwichtige keuzes", gaan we niet alleen versoberen, maar ook gericht extra investeren in de stad. Zo investeren we in de Kop Boulevard om hier samen met particuliere investeerders een hoogwaardige stadswijk van te maken. En gaan we investeren in het Wilminktheater om de bijdrage aan de bruisende binnenstad te kunnen vergroten en gezamenlijke programmering tussen culturele partners te bevorderen. We gaan ook weer meer gras maaien om het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte te verhogen. Verder gaan we versnellen in de duurzame energieprojecten. Tegelijkertijd gaan we in de jaren 2018 en 2019 versoberen op het gebied van vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte en structureel in het culturele domein. Ook wordt een deel van de reserve mobiliteit en het positieve exploitatie resultaat van parkeren gemeentebreed ingezet.
Komend jaar richten we ons vol op het verder versterken van het vestigingsklimaat door de blijvende focus op de binnenstad, Kennispark en de invalswegen. Duurzaamheid vormt een rode draad door alle opgaven en investeringen, zoals de aanleg van de stadsbeek, het vergroten van de biodiversiteit (Enschede bloeit op!), aandacht voor waterberging in diverse projecten en de circulaire economie. De inwoners worden betrokken bij initiatieven in hun woonomgeving en hebben in een aantal gevallen ook een actieve rol (wijkbudgetten, zelfbeheer, etc.) Tenslotte zetten we in op vereenvoudiging in regels voor bewoners en bedrijven en het versnellen van procedures.
1. Rapportcijfer voor de waardering van de groene kwaliteit van het buitengebied (natuur, landschap, water, cultuurhistorie)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
In deze indicator zijn diverse aspecten verwerkt die van invloed zijn op de beleving van het buitengebied. Dat het een relatief hoog cijfer is, komt door de algemene waardering van het Twentse landschap. Op de verschillende onderdelen van de beoordeling heeft gemeentelijk beleid en uitvoering echter wel invloed. Zo zorgt het sluiten van contracten met landeigenaren in het kader van de groenblauwe diensten voor het in stand houden en verbeteren van het landschap. Ook op de andere aspecten natuur (biodiversiteit), cultuurhistorie en water voert de gemeente actief beleid.
2. Het aantal vergunningen dat leidt tot ruimtelijke ingrepen
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De grafiek geeft het totaal aanvragen weer op het gebied van bouw, sloop, aanleg en inrit/uitweg. Het aantal vergunningaanvragen is in 2016 en 2017 toegenomen en terug op het niveau van 2011. Voor de jaren 2019 en volgend is het aantal aanvragen mede afhankelijk van mogelijk veranderende wetgeving (wet private kwaliteitsborging en omgevingswet).
3. Indexcijfer voor de stedelijke ruimtelijke kwaliteit (ten opzichte van 2012 op de onderdelen woonaantrekkelijkheid, dichtheden, groen en water)
Bij een betrouwbaarheid van 95% is de foutmarge 0,1% naar boven en naar beneden.
Toelichting
Dit cijfer is samengesteld uit verschillende waarderingsaspecten van de aantrekkelijkheid van de woonomgeving. De keuze is gebaseerd op studies van het Ministerie en de atlas voor Nederlandse gemeenten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over de mate van contact tussen buren, de hoeveelheid groen en water in de wijk, het percentage koopwoningen en het culturele aanbod.
4. Rapportcijfer voor de waardering van aspecten van de binnenstad (horeca, winkels, sfeer, veiligheid, et cetera)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Aan bezoekers van de binnenstad wordt jaarlijks een rapportcijfer gevraagd. Wij willen minimaal vasthouden aan de waardering in 2011.
5. Aantal bezoekers van grote evenementen
Toelichting
Als gevolg van de bezuinigingsopgave 2017 incl. verplichtingenstop, is er voor gekozen om in 2017 geen monitoringsopdracht te verstrekken specifiek voor evenementen. Voor 2018 onderzoeken we de mogelijkheid of het meten van de mate waarin de evenementen bijdragen aan de doelen, zoals meer sfeer en dynamiek, meer bezoekers, economisch krachtige (binnen)stad en een sterk imago als stedelijk hart van Oost-Nederland, gecombineerd kan worden met andere onderzoeken. Daarbij wordt de indicator ‘bezoekersaantallen evenementen’ gehanteerd met de streefwaarde van 200.000 bezoekers. In 2016 heeft er geen peiling plaatsgevonden.
6. Aantal bezoekers van de grote gesubsidieerde culturele instellingen
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Deze indicator geeft de bezoekersaantallen weer van de instellingen ATAK, Concordia, Twentse Welle en het Wilminktheater. De instellingen kennen een divers verloop van bezoekerscijfers. Over de gehele linie genomen is het huidige streefcijfer reëel en leidt dit nu niet tot een wijziging van het streefcijfer.
7. Percentage van inkomsten van de grote gesubsidieerde culturele instellingen ten opzichte van de subsidie
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Dit percentage wordt berekend door van de instellingen ATAK, Concordia, Twentse Welle en Wilminktheater de eigen inkomsten af te zetten tegen de gemeentelijke subsidie-inkomsten. De koerswijzigingen bij de culturele instellingen moeten leiden naar een streefpercentage van 68%.
8. Positie veiligheid van Enschede ten opzichte van de overige twaalf gemeenten met meer dan 150.000 inwoners
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De grafiek toont de positie van Enschede op de ranglijst van 150.000+ gemeenten in de landelijke veiligheidsmonitor.
9. Percentage inwoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt
Bij een betrouwbaarheid van 95% is de foutmarge 1,5% naar boven en naar beneden.
Toelichting
De grafiek toont het percentage inwoners dat aangeeft zich wel eens onveilig te voelen in de wijk of buurt.
10. Opkomstpercentage waarbij de brandweer na een melding tijdig ter plaatse is
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het opkomstpercentage van de brandweer wordt berekend op het gemiddelde opkomstpercentage uit de kwartaalrapportages van de Veiligheidsregio Twente.
11. Beoordeling schouwresultaten 'schoon'
Cijfer voor schouwresultaten "schoon"; 3 = hoog, 2 = basis en 1 = laag.
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het afgesproken kwaliteitsniveau 'hoog' op het stadserf en 'basis' in de rest van de stad is behaald en deze streefwaarde blijft ook de komende jaren staan, conform de eerder gemaakte afspraken met de raad. Voor het verwijderen van blad en deels voor het maaien is een ander beeld afgesproken als gevolg van het traject 'Veranderen en bezuinigen in de openbare ruimte'.
12. Rapportcijfer voor de waardering van de kwaliteit van het openbaar groen
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
We kiezen ervoor het na te streven rapportcijfer voor de waardering van de kwaliteit van het groen niet te laten zakken, ondanks het ingezette traject 'Veranderen en Bezuinigen in de openbare ruimte'. Dit betekent dat we de waardering minimaal op een 6,7 willen behouden.
13. Naleefgedrag milieu gerelateerde handhaving
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het naleefgedrag is het percentage van het totaal aantal gecontroleerde bedrijven (op jaarbasis), waarbij bij de eerste controle geen overtredingen zijn geconstateerd. In 2021 verwachten we ook een score van 75%. Dat is lager dan het huidige gemiddelde. De verwachting is dat een grote verandering in de wettelijke regels, o.a. de invoering van de Omgevingswet in beginsel een negatieve uitwerking zal hebben. Dit omdat bedrijven tijd nodig hebben om de veranderingen eigen te maken en door te voeren binnen het bedrijf.
14. Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (WEconomy)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Gemeten wordt het aantal nieuwe collectieve bewonersinitiatieven met betrekking tot duurzaamheid. Doelstelling is 10 per jaar. Deze doelstelling is voor 2016 gehaald. Daarnaast hebben gesprekken die de afgelopen periode met inwoners in stadsdelen zijn gevoerd, geleid tot agendering van duurzaamheid in de stadsdeelagenda's Noord en Oost.
15. Gemiddeld energielabel. Beoogde labelverdeling van de woningvoorraad
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De gegevens met betrekking tot de realisatie zijn ontleend aan de website 'Meer met minder'. Deze gegevens zijn gebaseerd op de indicatieve labelverdeling en daarmee slechts een inschatting van de werkelijke labelverdeling. In Overijssel wordt op korte termijn onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke labelverdeling. De streefcijfers zijn gebaseerd op de prognoses van Reimarkt en andere initiatiefnemers en gerelateerd aan de door de gemeente Enschede onderschreven doelstellingen van de Provincie Overijssel.
16. Planologische reservering van het aantal locaties voor wind- en zonne-energie
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
In deze grafiek is het aantal locaties weergegeven die planologisch gereserveerd zijn voor grootschalige opwekking van duurzame energie. We streven naar 4 locaties in 2021.
17. Energiebesparing per jaar:
Elektriciteit:
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Deze grafiek is gebaseerd op cijfers van de samenwerkende netwerkbeheerders (www.energieinbeeld.nl). Getoond wordt het elektriciteitsverbruik door particulieren en bedrijven. Er heeft geen analyse plaatsgevonden die de afname van de energiebesparingssnelheid verklaart.
Bij het halen van deze doelstelling zijn we sterk afhankelijk van factoren die buiten onze directe invloedssfeer liggen, zoals het nationale en internationale beleid, de ontwikkeling van de economie en technologische innovaties. Maar er is ook afhankelijkheid op lokaal niveau: het zijn uiteindelijk onze inwoners, bedrijven en instellingen die de beslissingen nemen over noodzakelijke energiemaatregelen.
Ook in 2018 spannen we ons niettemin extra in om deze neerwaartse tendens om te buigen.
Gas:
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Deze grafiek is gebaseerd op cijfers van de samenwerkende netwerkbeheerders (www.energieinbeeld.nl). Getoond wordt het gasverbruik door particulieren en bedrijven. Er heeft geen analyse plaatsgevonden die de afname van de energiebesparingssnelheid verklaart.
Bij het halen van deze doelstelling zijn we sterk afhankelijk van factoren die buiten onze directe invloedssfeer liggen, zoals het nationale en internationale beleid, de ontwikkeling van de economie en technologische innovaties. Maar er is ook afhankelijkheid op lokaal niveau: het zijn uiteindelijk onze inwoners, bedrijven en instellingen die de beslissingen nemen over noodzakelijke energiemaatregelen.
Ook in 2018 spannen we ons niettemin extra in om deze neerwaartse tendens om te buigen.
18. Toename scheidingspercentage restafval
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
Het scheidingspercentage voor huishoudelijk restafval is in 2016 gestabiliseerd op 47,5% . De resultaten over het eerste half jaar van 2017 laten zien dat het scheidingspercentage met invoering van de tariefdifferentiatie op restafval in 2017 een impuls heeft gekregen. Het doel van 60% in 2018 komt hiermee binnen handbereik. Het scheidingpercentage kan, in afwachting van verdere besluitvorming door de Raad, een extra stimulans krijgen met de invoering van de omgekeerde inzameling van restafval . In de jaren na 2020 zouden we dan aan kunnen sluiten op de landelijke doelstelling van 75%.
19. Kg's restafval per inwoner/jaar (afname)
Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.
Toelichting
De hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner per jaar is als gevolg van de invoering van de tariefdifferentiatie vanaf 1 januari 2017 op restafval sterk aan het dalen. De doelstelling voor 2018 is 175 kilogram per inwoner per jaar. Het behalen van deze doelstelling komt binnen handbereik. In afwachting van de verdere besluitvorming door de raad over de invoering van omgekeerde inzameling zouden we in 2020 kunnen uitkomen op 130 kilogram per inwoner per jaar. De stip aan de horizon (2030) in Twente is 50 kilogram per inwoner per jaar.
20. Aantal ondersteuningsvragen aan de duurzaamheidsmakelaar
Toelichting
Door deze indicator wordt vanaf 2016 inzichtelijk gemaakt hoeveel digitale (ondersteunings)vragen worden gesteld via duurzaam053. Niet geteld worden ondersteuningsvragen via het ambtelijk apparaat. Het aantal (ondersteunings)vragen maakt inzichtelijk wat het meerjarig gebruik is van deze 'Enschedese digitale vraagbaakfunctie. NB: In het Actieplan Duurzaamheid zijn met betrekking tot deze indicator geen streefwaardes vastgesteld, daarom wordt hier alleen de realisatie weergegeven.
Wettelijk verplichte indicatoren
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn onderstaande indicatoren opgenomen. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.
Beleidsveld | Naam indicator | Eenheid | Score | Bron |
1. Veiligheid | Verwijzingen Halt | Aantal per 10.000 jongeren | 159 | Bureau Halt (2016) |
1. Veiligheid | Harde kern jongeren | Aantal per 10.000 inwoners | 1,3 | KLPD (2014) |
1. Veiligheid | Winkeldiefstallen | Aantal per 10.000 inwoners | 3,0 | CBS (2016) |
1. Veiligheid | Geweldsmisdrijven | Aantal per 10.000 inwoners | 5,9 | CBS (2016) |
1. Veiligheid | Diefstallen uit woning | Aantal per 1.000 inwoners | 5,0 | CBS (2016) |
1. Veiligheid | Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) | Aantal per 1.000 inwoners | 7,0 | CBS (2016) |
7. Volksgezondheid en milieu | Hernieuwbare elektriciteit | % | RWS |
De lijn die de Raad heeft vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018 wordt gecontinueerd.
In 2018 streven we naar de onderstaande resultaten.
Actiepunten 2018 |
Thema 1: Stedelijke ontwikkeling |
Het gaat goed met Enschede, de private investeerders hebben belangstelling, de woningmarkt doet het prima en de binnenstad bloeit. Steeds meer bewoners willen zich in de stad vestigen en er zijn zelfs partijen die voorspellen dat als Enschede haar kansen grijpt, zij door kan groeien naar meer dan 165.000 inwoners. Als dat zich voor zou doen en deze trend zich voortzet is er nog steeds voldoende ruimte in de bestaande stad en kan er vanuit het hart gegroeid worden. Maar deze verdichting in de stad vraagt ook om publieke investeringen, zoals in bereikbaarheid, parkeren, openbare ruimte en duurzaamheid (klimaat adaptief). Op dit moment wordt bij elk nieuw ruimtelijk initiatief op projectniveau naar oplossingen gezocht voor deze aspecten. Om een volgende stap te kunnen zetten in de ontwikkeling van Enschede is het wenselijk om voor een aantal gebieden integrale oplossingen te verkennen. Wij leggen in de stedelijke ontwikkeling de focus op het binnensingelgebied, de invalswegen, het Kennispark en het luchthaventerrein. Dit is ook als zodanig verwerkt in het Kompas. We zien dat de vraag naar woningen weer is toegenomen. Dit zien we o.a. terug in de (voortvarende) ontwikkeling van de Kop Boulevard en de projecten Spoorzone, Boddenkamp en de Laares. Daarmee droogt het huidige aanbod aan nieuwbouw in het binnensingelgebied op en ook ons eigen kavelaanbod neemt verder af. Deze ontwikkelingen vragen om een visie voor de Kop Boulevard en een herijking van de kaders van de Spoorzone. Ook bieden deze ontwikkelingen perspectief om de invalswegen nu extra onder de loep te nemen en de mogelijkheden van extra kavels (op eigen grond of grond van anderen) in de gehele stad te onderzoeken, onder de noemer van "Bouwen in de wijk 2". Het speelveld rondom de aanpak van wijken is de afgelopen vijf jaar ingrijpend veranderd. De Rijksoverheid deed een stap terug, het initiatief voor wijkaanpak verschoof naar de steden, met aanzienlijk minder financiële middelen vanuit het Rijk. Ook bij de steden verminderde de aandacht voor leefbare wijken. Ingrijpende decentralisaties in het sociaal domein zorgden, zowel bij gemeenten als uitvoeringsorganisaties, voor interne herijking en reorganisaties en het opzetten en inregelen van wijkteams eiste tijd en aandacht. Woningcorporaties leggen zich sinds de invoering van de nieuwe Woningwet (2015) vooral toe op het beheer van hun eigen complexen. Kortom, er is een groot contrast zichtbaar ten opzichte van de tijd van het actieve rijksbeleid. Ook in Enschede. Het Enschedese antwoord op de landelijke uitdaging om tot nieuwe wijkontwikkelingsinstrumenten te komen is de Dynamische Investeringsagenda. De Dynamische Investeringsagenda heeft tot doel om meer rendement te halen uit iedere euro die door de gemeente en haar partners in woningen, de openbare ruimte en de leefbaarheid van de wijken wordt geïnvesteerd. De Dynamische Investeringsagenda is dus een instrument dat het college inzet om te versnellen op de woon- en leefbaarheids doelen van de stad.
Binnen het kader van de regio wordt samengewerkt op het gebied van wonen, externe lobby en samenwerking en grondzaken. Maatschappelijk rendement |
Actiepunten 2018 |
Thema 2: Beleving in de (binnen)stad |
Samen met de overige bezuinigingen (o.a. Kaliber) en opgaven (o.a. regionale programmering, bundeling van voorzieningen, vraagstuk van huurindexering) ontstaat een nieuw (vastgoed)vraagstuk, namelijk over toekomstige invulling van het Muziekkwartier. Aanpassingen aan het gebouw dragen verder bij aan de bruisende binnenstad omdat een betere verbinding kan worden gemaakt tussen binnen- en buiten activiteiten, een gezamenlijke programmering door de culturele partners en samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering. We hebben besloten om de komende vijf jaar structureel te bezuinigen op cultuur, oplopend tot 500.000 euro in 2021 (Zomernota, dekkingsmaatregel IX). De denkrichting voor de huidige bezuiniging is om hierbij te kijken naar posten gerelateerd aan een andere rol van de gemeente en efficiency. Gedacht wordt aan ander atelierbeleid, bezuinigen op niet specifiek geoormerkte budgetruimte in de cultuurbegroting die jaarlijks ingezet wordt voor niet voorziene activiteiten en/of calamiteiten die zich voordoen, op de kleine instellingen/subsidies en hiermee gepaarde personeelskosten. Het exacte voorstel hiervoor dient nog nader onderbouwd en uitgewerkt te worden in een apart raadsvoorstel. Een van de randvoorwaarden hiervoor is vereenvoudiging van het subsidieproces. Verder wordt in de transitieopgave van Atak sterk ingezet op vergaande samenwerking met Metropool, die niet alleen inhoudelijke maar ook financiële synergievoordelen op moet leveren. We zien dat het Rijk bezig is met hervormingen in het culturele bestel (o.a. regionale samenwerking en herijking subsidiestelsel). Wij zijn daarover met hen in gesprek. Onze culturele partners werken aan een eigen visie op cultuur. Verder zien we ook nieuwe kansen voor de stad, zoals het succes van pop-up broedplaatsen en het versterken van de relatie tussen muziekverenigingen, koren, dans, enzovoort met de buurt. Dit vraagt om een geactualiseerde visie op het cultuurbeleid en op de verschillende deelterreinen. Ook binnen citymarketing en evenementenbeleid ontstaan nieuwe vraagstukken in het kader van positionering en profilering, zoals de samenhang tussen de nota citymarketing en 'het verhaal van de stad' en de samenwerking met Duitsland. In 2018 gaan we in samenspraak met betrokken partners deze vragen beantwoorden.
Maatschappelijk rendement |
Thema 3: Binnenstad (centrum) |
In 2018 continueren we de uitvoering van activiteiten binnen de Agenda Centrum 2015-2018 en de wijkprogramma’s, ondersteund door het Actieprogramma Binnenstad. De Agenda Centrum heeft zes speerpunten: Bruisende Binnenstad, Compact en Dynamisch, Eigen Kracht, Meer Zeggenschap, Be Good And Tell It en Banenmotor. Binnen het speerpunt Bruisende Binnenstad gaan we prioriteren op basis van de volgende criteria: vergroten van de beleving, verbeteren ruimtelijke kwaliteit en het versterken van de economie. Ook blijven we inzetten op een goede begeleiding van marktpartijen bij nieuwe ontwikkelingen. In het oog springende ontwikkelingen in 2018 zijn de komst van grote partijen zoals VUE Cinemas in het oude Postkantoor, Decathlon en Hudson Bay.
|
Doelstelling C: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan.
Actiepunten 2018 |
Thema 4: Burger- en overheidsparticipatie |
Het stadsdeelgewijs werken is doorontwikkeld naar de samenlevingsgerichte manier van werken waar onze moderne samenleving om vraagt. We sluiten aan bij ontwikkelingen als “Goed bestuur”, de “Experimenteeragenda” van de Raad en bij experimenten zoals “Citizenlab”. Elk stadsdeel kent een stadsdeelagenda. In 2018 maken we de stadsdeelagenda’s voor de komende 4 jaar. De focus richt zich op “verbinding” en “gezamenlijk realiseren”. In lijn hiermee zetten we zwaarder in op wijkregie door het stadsdeelmanagement (Zomernota, dekkingsmaatregel VIII). We willen meer inzicht krijgen in de behoefte van inwoners in relatie tot de maatschappelijke opgaven van de stad. We geven ruimte aan innovatieve vormen van zeggenschap die beter aansluiten op de maatschappelijke ontwikkelingen. In 2018 werken we aan de volgende prioriteiten:
|
Thema 5: Openbare orde en veiligheid |
Enschede is een relatief veilige stad met bijpassende grensproblematiek. Het is nodig om meer aandacht te hebben voor georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Witwassen van zwart geld, uitbuiting van mensen, drugshandel en kwaadwillende motorclubs zijn allemaal voorbeelden van activiteiten die de rechtsstaat ondermijnen, maar ook de gemeenschap zoals wij die in Enschede kennen negatief beïnvloeden. De overheid heeft als taak om de rechtstaat te bewaken en op te komen voor degenen die dat niet voor zichzelf kunnen. Door op tijd in te grijpen voorkomen we zwaardere overlast en hogere kosten in de toekomst. We helpen waar nodig en pakken aan waar dat moet. We zijn streng voor degene die zich niet aan de regels (wil) houden, maar bieden hulp aan degene die op het juiste spoor wil komen en blijven. Dit doen we niet alleen, maar samen met onze inwoners en partners. Veiligheid is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. 5.1. Ondermijnende criminaliteit is een complex onderwerp en vraagt om een brede aanpak. Met ons ondermijningsbeeld hebben we (vertrouwelijke) signalen gekregen over ondermijnende criminaliteit in Enschede. We gaan intern en samen met onze partners dit onderwerp integraal aanpakken door:
5.2. (In het centrum-gebied) in Enschede is al geruime tijd sprake van aanwezigheid van Antilliaanse en Marokkaanse criminelen en overlastgevers. Met onze "Kameleon aanpak" gaan wij op het Wilminkplein, Noorderhagen en het Stationsplein de (drugs)overlast en criminaliteit maximaal beperken door:
5.3. We gaan een veiligheidsdashboard inrichten, gebruikmakend van (big-)data, om onze informatiepositie op het gebied van veiligheid te verbeteren.
Maatschappelijk rendement
|
Thema 6: Beheer en onderhoud openbare ruimte |
Onderhoud Enschede Maatschappelijk rendement |
Thema 7: Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy) |
Een aantal activiteiten die vanuit het Actieplan Duurzaamheid zijn opgestart, zijn nu onderdeel geworden van reguliere werkzaamheden in de organisatie.
|
Thema 8: Wettelijke taken en deregulering |
De invoering van de Omgevingswet is weliswaar uitgesteld tot in ieder geval juli 2020, dat betekent niet dat wij de voorbereiding gaan vertragen, maar verder gaan met de ingezette koers. Vooruitlopend op de Omgevingswet zijn we gestart met een andere manier van werken, namelijk meer vanuit de volledige keten. Dit resulteert in een integraal vergunning-, toezicht- en handhavings- (VTH-) beleid en de inzet van omgevingsmanagers. De Wet kwaliteitsborging, als gevolg waarvan een gedeelte van de vergunningverlening uit moet worden gevoerd door private partijen, is ook uitgesteld. In 2018 zal meer duidelijk worden. We zien verder dat het een steeds grotere uitdaging wordt om aan de toenemende handhavingsvraag te voldoen, voor 2018 verwachten wij een nog grotere spanning op dit onderwerp.
Naar verwachting zal er op 1 januari 2018 nog geen Omgevingsdienst Twente (ODT) operationeel zijn maar pas per 1 januari 2019. Tot die tijd wordt de samenwerking in de netwerkorganisatie RUD Twente voortgezet. Op het moment van het schrijven van deze begroting is nog onduidelijk of alle deelnemers (de 14 Twentse gemeenten en de provincie) dezelfde voorbereidende en uitvoerende milieutaken aan de ODT overdragen en onder welke voorwaarden zij dat doen. Wij hebben zelf aan de feitelijke inbreng van de extra taken (boven op het wettelijke takenpakket) per uiterlijk 1 januari 2019 een aantal voorwaarden verbonden die betrekking hebben op de omvang van de extra kosten en het kwaliteitsniveau van de uitvoering, aangeduid met de term Twentse norm. Wij hebben ingestemd met een inbreng van alle milieutaken mits aan deze voorwaarden wordt voldaan. In de loop van 2018 zal daar duidelijkheid over zijn. De gemeente blijft wel bevoegd gezag voor de taken. In 2018 zullen alle voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden zowel voor die taken die overgaan als die taken die achterblijven bij de gemeente. Maatschappelijk rendement |
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de speerpunten ‘Duurzame energie’, ‘Circulaire economie’, ‘Klimaatadaptatie’ en ‘WEconomy’. Het onderwerp ‘Biodiversiteit’ komt bij een aantal andere thema's aan bod.
We gaan de verduurzaming van de stad versnellen. Dat houdt in dat de in gang gezette uitvoering van het actieplan gewoon doorgaat. En dat we dat aanvullen met extra aandacht voor drie speerpunten. Dat zijn de opwekking van hernieuwbare energie (Enschede Wekt Op), inzetten op afvalloos Twente (via Diftar en daarna het omgekeerd inzamelen) en verduurzaming van de gebouwde omgeving (groene leges bijvoorbeeld (zie hoofdstuk 2.2, punt 9).
Op 8 juni 2015 stelde de gemeenteraad het Actieplan duurzaamheid vast. Daarin wordt de ambitie verwoord om in 2030 tenminste 12 procent van de energie die we in Enschede gebruiken op een duurzame manier binnen de gemeentegrenzen op te wekken. In 2050 zou het aandeel hernieuwbare energie zelfs moeten zijn opgelopen tot minimaal 27 procent. Naar aanleiding daarvan ging in 2016 de campagne ‘Enschede wekt op’ van start; daarbij werden inwoners uitgenodigd om zoveel mogelijk zelf duurzame energie op te wekken en/of daarvoor locaties aan te reiken. De resultaten van dit participatieproces zijn op 10 april 2017 door de Raad besproken. Daarbij is besloten tot de ontwikkeling van een structuurvisie energie (energievisie), waarmee de kaders worden gecreëerd om in Enschede de transitie naar een volledig duurzame energievoorziening te realiseren.
Actiepunten 2018 |
Thema 9: Duurzame energievoorziening |
|
Thema 10: Afvalstoffen: afvalloos Twente |
Twente Milieu Maatschappelijk rendement
Maatschappelijk rendement |
Thema 11: Circulaire Economie |
Vanuit thema 10 (afvalloos Twente) wordt met een betere scheiding van afval en de vermindering van de hoeveelheid restafval de hoeveelheid grondstoffen in hergebruik en recycling gehouden. Hiermee wordt het waardebehoud van afval als grondstof en hiermee duurzaamheid bevorderd. Met de invoering van tariefdifferentiatie van 1 januari 2017 voor de inzameling van restafval zien we ook de totale hoeveelheid afval (restafval plus gescheiden) afnemen. Door een verschuiving naar de consumptie van zo duurzaam mogelijk geproduceerde goederen neemt de totale hoeveelheid afval (restafval plus gescheiden stromen) af. Minder grondstoffen in de cyclus betekent een verminderde aanslag op onze leefomgeving. |
Thema 12: Klimaatadaptatie |
|
In onderstaand taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven.
|
Toelichting
De financiële middelen in de programmabegroting 2018-2021 voor het programma Duurzame Leefomgeving laten een mutatie zien van respectievelijk +2,2 miljoen euro in 2018, + 0,6 miljoen euro in 2019, -/- 1,2 miljoen euro in 2020 en +0,1 miljoen euro in 2021.
De verschillen t.o.v. 2017 worden in belangrijke mate veroorzaakt door een toename van de lasten voor de onderdelen Grondbeleid, Locatieontwikkeling, Cultuur, Havens, Riolering, Vergunningen en Afval.
Bij Grondbeleid ontstaat de mutatie door minder lasten in de grondexploitaties en mutaties vanuit RAR. De lasten in Locatieontwikkeling zijn lager door incidentele lasten infrastructuur in 2017, daarnaast worden de baten lager door de incidentele storting in de voorziening (BBV/RAR) in 2017.
Bij Cultuur is er in 2017 incidenteel sprake geweest van extra lasten voor Twentse Welle en Atak,
In 2018 is er groot onderhoud opgenomen in de begroting van Havens.
Het product Riolering is aangepast op basis van de actualisatie GRP.
Door een toename van het aantal aanvragen bij Vergunningen stijgen zowel de lasten en de baten. Actuele ontwikkelingen rondom diftar hebben gezorgd voor aanpassing van zowel de lasten als de baten bij het product Afval.
De mutaties in 2019, 2020 en 2021 worden grotendeels verklaard door schommelingen in de jaarschijven van grondexploitaties en de administratieve verwerking daarvan in de begroting. Ook de tariefswijzigingen van het parkeerbedrijf hebben invloed.
De wijziging in de reserve onttrekkingen en stortingen komen grotendeels voort uit het product Grondbedrijf ten laste en ten gunste van de reserve Grondexploitatie.
Meer info | Klik hier voor meer informatie over reguliere werkzaamheden en beleidsnota's. |
Portefeuillehouders | Hans van Agteren, Eelco Eerenberg, Jeroen Hatenboer, Jurgen van Houdt, Onno van Veldhuizen |
Programmadirecteuren | Djoerd de Vos-Koelink, Hilde Reints |