Ondanks de financiële opgave is het mogelijk om een sluitende begroting te presenteren en tegelijkertijd te investeren in de stad. Weliswaar is er in 2019 een begrotingstekort van -5,4 miljoen euro en in de jaren 2020 en 2021 ook. Dit kan echter opgevangen worden door de algemene reserve. Meerjarig sluit de begroting af met een overschot en de structurele uitgaven worden met structurele inkomsten gedekt. Daarmee heeft Enschede een sluitende begroting.
Het middelenkader bestaat uit verschillende onderdelen die hieronder worden toegelicht.
Middelenkader in miljoen euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Saldo Programmabegroting 2018-2021 | 0 | 0,2 | 1,8 | 1,8 |
Externe effecten | -1,4 | 0 | 0 | 2,3 |
Knelpunten | -10,4 | -11,5 | -11,4 | -11,6 |
Intensiveringen | -4,9 | -5,1 | -2,9 | -2,2 |
Dekkingsmaatregelen | 7,0 | 9,8 | 10,2 | 10,8 |
Meevallers | 2,8 | 1,9 | 1,0 | 3,0 |
Kasschuif | 1,4 | 0,2 | -1,2 | -0,4 |
Totaal | -5,4 | -4,6 | -2,6 | 3,7 |
Onttrekking uit Algemene Reserve | 5,4 | 4,6 | 2,6 | |
Saldo Gemeentebegroting 2019-2022 | 0 | 0 | 0 | 3,7 |
Toelichting
Saldo Programmabegroting 2018-2021: Het startpunt van het middelenkader is het saldo van de vorige begroting. Dit saldo bij de Programmabegroting was een overschot van 0,2 miljoen euro in 2020 en 1,8 miljoen euro vanaf 2021.
Externe effecten: Externe ontwikkelingen in lonen, prijzen, rentestanden en het Gemeentefonds hebben invloed op de besteedbare middelen voor de gemeente. Deze ontwikkelingen zijn in de Financiële Foto specifiek toegelicht. Daarnaast zijn er na het coalitieakkoord nog enkele externe ontwikkelingen, zoals de septembercirculaire, geweest die in paragraaf 2.2 worden uitgelegd. In totaal hebben de externe effecten in 2019 een negatief effect van -1,4 miljoen euro en vanaf 2022 een positief effect van 2,3 miljoen euro, met name door een stijging van het accres in het Gemeentefonds vanaf dat jaar.
Knelpunten: Bij de Financiële Foto zijn de knelpunten geïnventariseerd en toegelicht. Na de Financiële Foto zijn er een aantal nieuwe knelpunten bijgekomen. Deze worden in paragraaf 2.2 toegelicht. De knelpunten vergroten de opgave voor 10,4 miljoen euro.
Intensiveringen: Bij het coalitieakkoord is een pakket intensiveringen vastgesteld. Dit pakket is daarna bijgesteld om dekking te vinden en het begrotingstekort te verminderen. De intensiveringen bedragen 4,9 miljoen euro in 2019 en nemen af tot 2,2 miljoen euro vanaf 2022. De intensiveringen worden in paragraaf 2.3 toegelicht.
Dekkingsmaatregelen: Bij het coalitieakkoord is een pakket dekkingsmaatregelen vastgesteld van 7 miljoen euro in 2019, oplopend naar 10,8 miljoen euro vanaf 2022. De dekkingsmaatregelen worden in paragraaf 2.4 toegelicht.
Meevallers: Na juli 2018 hebben zich een aantal meevallers voorgedaan die ingezet worden om het begrotingstekort te reduceren. Deze meevallers worden in paragraaf 2.2 toegelicht.
Kasschuif: Bij het coalitieakkoord is een incidentele kasschuif afgesproken, waarmee het saldo in 2019 verbetert en in 2021 en 2022 verslechtert.
Onttrekking uit Algemene Reserve: Indien er een tekort is in het middelenkader, wordt het verschil onttrokken uit de Algemene Reserve. Daarmee sluit de begroting uiteindelijk op 0. De onttrekking uit de Algemene Reserve heeft een nadelig effect op het weerstandsvermogen. In de paragraaf 2.3 wordt zichtbaar dat ondanks deze onttrekking de weerstandsratio in 2020 weer boven de vereiste 1,0 is.
De laatste keer dat de Raad een tussenstand heeft ontvangen van het middelenkader was de financiële paragraaf van het coalitieakkoord. In deze paragraaf geven we een overzicht welke wijzigingen er sindsdien hebben plaatsgevonden. Het betreft externe ontwikkelingen (verandering in geldstromen), aanvullende knelpunten (bijvoorbeeld hogere licentiekosten) en enkele meevallers. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om alle bestaande bezuinigingen uit de Programmabegroting 2018-2021 tegen het licht gehouden en op haalbaarheid herbeoordeeld. En vanwege de financiële opgave zijn enkele voorgenomen intensiveringen in 2019 scherper geprioriteerd.
Dit heeft geleid tot een wijziging van de stand van het middelenkader 2019 van -5,6 miljoen euro ten tijde van het uitbrengen van het coalitieakkoord naar -5,4 miljoen euro bij de Gemeentebegroting. Voor het begrotingsjaar 2019 betekent dit een verbetering van het saldo. In de jaren 2020 en 2021 verslechtert het saldo. In de Zomernota worden maatregelen voorgesteld om het tekort in 2020 en 2021 weg te werken. De meerjarenreeks sluit positief met een (structureel) begrotingsoverschot van 3,7 miljoen euro in 2022 en is daarmee meerjarig sluitend.
In voorgaande jaren is er bij de begroting een indicatie gegeven voor alternatieve dekkingsmogelijkheden om zo de behandeling van de begroting in de Raad te faciliteren. Aangezien er voor de jaren 2019-2021 sprake is van een negatief saldo en daarmee een beroep op de algemene reserve, is het uitgangspunt dat iedere aanvullende dekkingsmogelijk eerst aangewend wordt om het saldo terug naar 0 te brengen.
Bijstelling middelenkader in miljoen euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Saldo coalitieakkoord | -5,6 | -2,7 | 0 | 2,9 |
Externe effecten | -0,6 | -0,7 | -1,0 | 1,3 |
Knelpunten | -3,2 | -2,6 | -2,4 | -3,1 |
Bijstelling intensiveringen | 1,2 | -0,4 | -0,1 | -0,4 |
Meevallers | 2,8 | 1,9 | 1,0 | 3,0 |
Saldo middelenkader bij Gemeentebegroting | -5,4 | -4,6 | -2,6 | 3,7 |
Onttrekking aan algemene reserve | 5,4 | 4,6 | 2,6 | |
Saldo Gemeentebegroting | 0 |
0 |
0 |
3,7 |
De wijzigingen op het middelenkader na het coalitieakkoord zijn in te delen in vier categorieën. Enerzijds gaat het om externe effecten, zoals de septembercirculaire. Daarnaast is er een aantal aanvullende knelpunten geïnventariseerd, mede doordat een aantal taakstellingen uit eerdere begrotingen zijn herbeoordeeld op haalbaarheid. De intensiveringen zijn bijgesteld en er is een aantal meevallers die ingezet worden om het saldo te verbeteren. In de onderstaande tabellen worden deze wijzigingen nader toegelicht.
Externe effecten sinds juli '18 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Septembercirculaire | -0,667 | -0,789 | -1,0 | -0,308 |
Bijstelling circulaires (december en maart) | 1,627 | |||
Saldo externe effecten |
-0,6 | -0,7 | -1,0 | 1,3 |
Septembercirculaire: Het effect van de septembercirculaire op de hoogte van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is verwerkt in het middelenkader. Uit voorzorg zijn de inkomsten uit het BTW Compensatiefonds niet meegenomen bij de ramingen. De septembercirculaire laat een toenemend beroep van andere gemeenten op dit fonds zien.
Bijstelling circulaires: De berekening van de december- en maartcirculaire is bijgesteld, wat leidt tot een structurele meevaller vanaf 2022.
Knelpunten sinds juli 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
ODT | -0,35 | -0,35 | -0,35 | -0,35 |
Handhaving | 0 | -0,264 | -0,264 | -0,5 |
Koopzondagen | -0,075 | -0,075 | -0,075 | -0,075 |
Vervanging hondenuitlaatplekken door afvalbakken | -0,06 | -0,06 | -0,06 | -0,06 |
Kortingen Gemeentefonds zonder vermindering taken | -0,133 | -0,133 | -0,133 | -0,133 |
VRT | -0,04 | -0,04 | -0,04 | -0,04 |
Herziening BRP | 0 | -0,15 | 0 | 0 |
Publieksdienstverlening | 0 | 0 | 0 | -0,4 |
Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) | -0,235 | -0,235 | -0,235 | -0,235 |
Hogere licentiekosten microsoft | -0,325 | -0,325 | -0,325 | -0,325 |
Regio Twente | -0,073 | -0,073 | -0,073 | -0,073 |
Geschrapte taakstellingen | -0,80 | -0,80 | -0,80 | -0,80 |
Taakstellingen met hoog risico op lagere realisatie | -1,1 | -0,075 | -0,075 | -0,075 |
Totaal knelpunten | -3,2 | -2,6 | -2,4 | -3,1 |
Toelichting
Omgevingsdienst Twente (ODT): De uitvoering van gemeentelijke en provinciale milieutaken wordt met ingang van 2019 ondergebracht bij de ODT. Dit leidt tot een verhoging van kosten, mede door verdeelsleutel die ongunstig uitpakt voor Enschede. Daarnaast is er een risico dat de verhoging van kosten nog ongunstiger uitpakt. De gemeente Enschede heeft in de GR ODT aangegeven niet akkoord te zijn met de verdeelsleutel en is kritisch op de kostenstijging.
Handhaving: Aanvullend op de intensivering uit het coalitieakkoord voor handhaving en veiligheid is er een bedrag nodig voor inzet van bouwinspecteurs, toezichthouders openbare ruimte en juridisch handhavers. Hiervoor geldt nu dat de inzet nog steeds vrijwel op het niveau van het dieptepunt van de economische crisis zit en derhalve er nu sprake is van een onacceptabele onderbezetting. Hiervoor worden nu in het middelenkader structureel financiële middelen vrijgemaakt.
Koopzondagen: In het middelenkader is de sobere variant voor de implementatie van koopzondagen opgenomen, die neerkomt op 75.000 euro structureel per jaar. Het gaat dan om extra kosten voor een bewaakte fietsenstalling (25.000 euro) en onderhoud openbare ruimte (50.000 euro). Een duurdere variant met extra busvervoer brengt 283.000 euro aan kosten met zich mee.
Vervanging hondenuitlaatplekken door afvalbakken: In het coalitieakkoord is afgesproken om de hondenuitlaatplekken te verwijderen. Voor een alternatieve aanpak ter bestrijding van hondenpoep-vervuiling (plaatsen van afvalbakken) is minimaal 60.000 euro nodig. Op basis van signalen van inwoners wordt de aanpak zonodig aangepast.
Kortingen in Gemeentefonds zonder vermindering taken: Het Rijk heeft de afgelopen jaren taakmutaties in het Gemeentefonds doorgevoerd zonder dat daar een vermindering van taken tegenover stond. Het betreft taakmutaties E-overheid, GDI en BRP-straat. Deze, door het Rijk opgelegde, taakstellingen kunnen niet gerealiseerd worden.
Veiligheidsregio Twente (VRT): Door onder andere de verplaatsing van de meldkamer is er een kostentoename bij de VRT, waardoor er voor Enschede een knelpunt van 40.000 euro ontstaat.
Herziening BRP: Betreft een herziening van een eerder gemelde meevaller.
Publieksdienstverlening: Bij de Financiële Foto 2018 is een knelpunt bij Publieksdienstverlening gemeld als gevolg van wegvallende inkomsten door aanpassing van de looptijd van reisdocumenten. Na een nadere analyse is nu duidelijk dat het knelpunt doorloopt tot en met 2024 en derhalve ook in 2022 (en verder) in het middelenkader opgenomen moet worden.
Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG): Benodigd bedrag om aan ENSIA audit te voldoen. Bedrag is als wens opgenomen maar gezien verplichting van ENSIA veranderd in een knelpunt.
Licentiekosten Microsoft: Betreft structurele extra kosten van Microsoft voor beveiliging, Healthchecks, 24 uur service en licentiekosten.
Regio Twente: De begroting Regio van Twente is vastgesteld voor 2019, hieruit blijkt dat 73.000 euro extra benodigd is vanuit de gemeente Enschede en daarmee een knelpunt betreft.
Geschrapte taakstellingen: Bezuinigingen die niet ingevuld kunnen worden. Het betreft bezuinigingen uit vorige Programmabegrotingen, zoals de geplande besparingen door intergemeentelijke samenwerking op bedrijfsvoering, bundeling van accomodaties, stedelijke dienstverlening, verbonden partijen en minder inzet internationaal beleid.
Taakstellingen met hoog risico op lagere realisatie: Bezuinigingen waarvan onzeker is of deze volledig ingevuld kunnen worden en daarom op 50% verwachte realisatie worden ingeschat. Het gaat om bezuinigingen in het sociaal domein (besparen door inzet algemene voorzieningen, inkoop en minder taken OZJT).
Bijstelling Intensiveringen in miljoen euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Verschuiving intensivering Mobiliteitsfonds | 0,3 | -0,1 | -0,1 | -0,35 |
Investering Gronausestraat | -0,02 | -0,02 | -0,02 | |
Herprioritering intensivering sport | -0,05 | |||
Verschuiving intensivering sociaal domein | 0,25 | -0,25 | ||
Fasering intensivering economie | 0,5 | |||
Fasering intensivering handhaving en veiligheid | 0,15 | |||
Fasering ICT | 0,08 | |||
Totaal bijstelling intensiveringen |
1,2 | -0,4 | -0,1 | -0,4 |
Toelichting
Verschuiving intensivering Mobiliteitsfonds: Van de intensivering van 500.000 euro voor mobiliteit kan in 2019 300.000 euro vrijvallen, doordat de kapitaallasten voor de investeringen die in 2019 gedaan worden, pas vanaf 2020 ingaan. Het vrijgekomen bedrag wordt de jaren daarna ingezet door het budget te verhogen met 100.000 euro naar 600.000 euro. Door de verhoging van dit budget, kan het jaarlijks beschikbare investeringsbedrag voor mobiliteitsprojecten met ongeveer 2 miljoen euro verhoogd worden. Daarnaast is er voor 2022 een correctie in het middelenkader toegepast van 250.000 euro, om structurele dekking te garanderen voor de kapitaallasten die eveneens structureel zijn.
Investering Gronausestraat: In 2019 wordt er 400.000 euro geïnvesteerd in een herinrichting van de Gronausestraat. In de begroting leidt dit tot lasten voor rente en afschrijving (kapitaallasten) van ongeveer 20.000 euro vanaf 2020.
Herprioritering intensivering sport: De intensivering in het coalitieakkoord voor decentrale sportvoorzieningen van jaarlijks 200.000 vanaf 2019 kan in 2019 benut worden voor de aanleg van kunstgras op het Diekman terrein.
De bijdrage van 250.000 euro is bedoeld om de bespeelbare intensiteit van het deel talentontwikkeling van de sportcampus te vergroten en te voldoen aan de eisen waaraan toekomstige partners vanuit het Diekman aan moeten voldoen. De totale kosten van de aanleg bedragen ongeveer 450.000 euro. Doel is het gezamenlijk met de partners investeren in kunstgras, waarbij de gemeente een bijdrage wil doen van 250.000 euro in 2019. Daarvan is 200.000 euro gedekt uit de intensiveringen sport en blijft er een benodigd bedrag van 50.000 euro over.
Verschuiving intensivering sociaal domein: De intensivering voor de transitie en het invullen van de bezuinigingen in het sociaal domein kan voor een deel verschoven worden van 2019 naar 2020. Het gaat om investeringen in administratieve lasten verlichting (150.000 euro) en verandering mandaat wijkteams (100.000 euro).
Fasering intensivering economie: Voor het jaar 2019 wordt scherper geprioriteerd. Van de de 1 miljoen euro intensivering kan een bedrag van 500.000 euro vrijvallen in 2019.Het uitgangspunt is dat er in 2019 minder investeringen van de gemeente nodig zijn, juist omdat marktpartijen met de het huidige economische ontwikkeling meer mogelijkheden hebben om zelf te investeren.
Fasering intensivering handhaving en veiligheid: De verbindingsambtenaar Veiligheid start per 1-1-2020. Bedrag van 150.000 voor 2019 valt vrij.
Fasering ICT: Intensivering in IIP zou voor een bedrag van ongeveer 80.000 euro gefaseerd kunnen worden. E.e.a. is gebaseerd op de huidige inschatting van het verloop van de projecten en bijbehorende kosten.
Meevallers in miljoen euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Bijstelling raming SW | 0,4 | 1,0 | 1,0 | |
Inzet transitievergoeding | 1,5 | |||
Inzet onderwijsmiddelen | 0,5 | |||
Mutatie Sociaal Fonds | 2,3 | |||
Vrijval door kasschuif uit vorige begroting | 1,25 | |||
Vrijval dotatie aan reserve Flankerend Beleid | 0,7 | |||
Totaal meevallers |
2,8 | 1,9 | 1,0 | 3,0 |
Toelichting
Bijstelling raming SW: De landelijke verloopcijfers van de SW-populatie afgegeven door SZW in de meicirculaire zullen vanaf 2020 leiden tot lagere tekorten binnen de SW. Dit beeld is bevestigd door de septembercirculaire. Ten opzichte van de septembercirculaire in 2017 zijn de landelijke verloopcijfers van de SW-populatie in gunstige zin bijgesteld. Er wordt de komende jaren een hoger verloop van de SW verwacht. Afgezet tegen het bevroren macrobudget, leidt deze ontwikkeling tot een hogere subsidie per SW-medewerker en dus tot relatief hogere vergoedingen aan de gemeenten. Hierdoor kan de gemeentelijke bijdrage aan het product Uitvoering SW naar beneden worden bijgesteld. En daarmee kan het knelpunt SW, dat in het middelenkader was opgenomen, verlaagd worden.
Inzet transitievergoeding: Betreft gemaakte kosten voor SW-medewerkers in de periode 2015-2017 die de gemeente alsnog vergoed krijgt naar aanleiding van een wetswijziging.
Inzet onderwijsmiddelen: Tot op heden was er een relatief groot bedrag aan gemeentelijke middele gereserveerd voor peuterspeelzaalwerk, rekening houdend met een mogelijke daling van de specifieke doeluitkering voor Onderwijsachterstandenbeleid. Nu blijkt dat deze uitkering niet daalt, maar stijgt, is er ruimte om 500.000 euro aan algemene dekkingsmiddelen te laten vrijvallen. Binnen het resterende budget wil het College focussen op kansengelijkheid. Het budget is voldoende voor een hogere subsidiebijdrage voor peuter- en VVE-arrangementen vanaf 2019 (waardoor lagere ouderbijdrage) en de verwachte invoer in 2020 van 16 uur (in plaats van 10 uur) voorschoolse educatie.
Mutatie Sociaal Fonds: Sinds het coalitieakkoord zijn er in het sociaal fonds vier wijzigingen geweest, die per saldo een positief effect hebben van 2,3 miljoen euro op het middelenkader. Het gaat om de volgende wijzigingen:
Vrijval door kasschuif in vorige begroting: In de Programmabegroting 2018-2021 is een kasschuif opgenomen in 2021. Doordat deze in 2022 niet plaatsvindt, verbetert het saldo met 1,25 miljoen euro.
Vrijval dotatie aan reserve Flankerend Beleid: In de Programmabegroting 2018-2021 is een dotatie aan de reserve Flankerend Beleid opgenomen die loopt tot en met 2021. Doordat deze in 2022 niet plaatsvindt, verbetert het saldo met 0,7 miljoen euro.
Ontwikkeling weerstandsvermogen
Het saldo van het middelenkader heeft consequenties voor de geraamde ontwikkeling van de weerstandsratio. Een onttrekking aan de algemene reserve verlaagt de weerstandscapaciteit. Daarnaast is er in 2019 sprake van een lagere weerstandsratio, vanwege een voorgenomen eenmalige afboeking van 18 miljoen euro op de voorraad uit te geven bedrijventerreinen. Dit in het kader van afspraken die met de provincie zijn gemaakt. Tegenover deze nadelige effecten staan toevoegingen aan de algemene reserve (spaarprogramma), die ingesteld zijn om de effecten van afboekingen en andere tegenvallers op te kunnen vangen. Dankzij deze toevoegingen en dankzij een positief begrotingsaldo in 2022 groeit de algemene reserve en daarmee ook de weerstandsratio.
Ontwikkeling weerstandsratio | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Weerstandsratio middelenkader Gemeentebegroting | 0,8 | 1,0 | 1,3 | 1,7 |
Weerstandsratio incl Fonds Tekortgemeenten | 0,9 | 1,2 | 1,4 | 1,8 |
Weerstandsratio incl rentevoordeel | 0,8 | 1,1 | 1,3 | 1,8 |
Scenario weerstandsratio inclusief Fonds Tekortgemeenten: Enschede heeft een aanvraag bij het landelijk Fonds Tekortgemeenten ingediend ter compensatie van de tekorten in het sociaal domein. Een inschatting is dat Enschede in 2018 een bedrag van 4 tot 6 miljoen euro uit dit fonds ontvangt. Aangezien dit pas op 1 november bekend wordt, kan het niet in de begrotingscijfers meegenomen worden. Wel kan het als een scenario zichtbaar gemaakt worden, waarin een geschatte bijdrage uit het Fonds Tekortgemeenten is meegenomen en wat het effect daarvan zou kunnen zijn op het weerstandsvermogen.
Het voorstel is om bij de besteding van de inkomsten uit het Fonds Tekortgemeenten de volgende uitgangspunten te hanteren:
De uiteindelijke besluitvorming over de aanwending van extra inkomsten in het begrotingsjaar 2018 vindt plaats bij de Jaarrekening 2018.
Scenario weerstandsratio inclusief rentevoordeel: In 2018 heeft de gemeente een leningenpakket voor een lagere rente geherfinancierd. Dit leidt in 2018 tot incidentele kosten voor afkoop van oude leningen van 3,3 miljoen euro. Tegenover deze afkoopkosten staat een structureel rentevoordeel van 850.000 euro vanaf 2019. Onzeker is nog of dat rentevoordeel volledig in te zetten is, aangezien de omslagrente in 2019 voor de volgende P&C cyclus weer herberekend wordt. Indien de omslagrente echter op 2,0% blijft en het rentevoordeel aan de algemene reserve wordt toegevoegd, neemt de weerstandsratio in dit scenario jaarlijks toe.
De volgende intensiveringen zijn in de begroting opgenomen. Deze tellen op tot 4,9 miljoen euro in 2019 en 5,1 miljoen euro in 2020. In de jaren daarna nemen de intensiveringen af naar 2,2 miljoen vanaf 2022.
Intensiveringen (in mln euro) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Mobiliteit | -0,2 | -0,6 | -0,6 | -0,6 |
Investering Gronausestraat | -0,02 | -0,02 | -0,02 | |
Veiligheid en handhaving | -0,75 | -0,75 | -0,75 | -0,75 |
Verbindingsambtenaar veiligheid | 0 | -0,15 | -0,15 | -0,08 |
Economie | -0,5 | -0,75 | -0,75 | -0,38 |
Sport | -0,25 | -0,20 | -0,20 | -0,10 |
Duurzaamheid | -0,25 | -0,25 | -0,25 | -0,13 |
Lokale Onderwijs Agenda (LEA) | -0,20 | -0,20 | -0,20 | -0,10 |
Investering in wijkteams en i-sociaal (transformatie) | -1,20 | -1,20 | ||
Realisatiebudget bezuinigingen sociaal domein | -0,53 | -0,25 |
||
Verwijderen honden uitlaatplaatsen (hup's) | -0,16 | |||
ICT, Informatie Investeringsplan | -0,67 | -0,75 | ||
Enschede Akkoord | -0,21 | |||
Totaal intensiveringen | -4,9 | -5,1 | -2,9 | -2,2 |
Toelichting
Om de financiële opgave op te lossen is in de begroting een pakket bezuinigingsmaatregelen opgesteld dat optelt tot 7 miljoen euro in 2019 en toeneemt naar 10,8 miljoen euro vanaf 2022. Dit pakket is aanvullend op de bezuinigingen die in de Programmabegroting 2018-2021 zijn vastgesteld. Deze bezuinigingen zijn bij het coalitieakkoord geformuleerd. Na het coalitieakkoord zijn er geen nieuwe bezuinigingen opgenomen. Wel zijn er meevallers ingezet, die zich vanaf juli '18 hebben voorgedaan, om het saldo te verbeteren. Daarnaast zijn de intensiveringen bijgesteld. De meevallers en de bijstelling op de intensiveringen zijn in paragraaf 2.2 toegelicht.
Bezuinigingen in mln euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Verhogen OZB | 4,0 | 4,0 | 4,1 | 4,1 |
Verhoging parkeertarieven | 0,5 | 0,9 | 1,2 | 1,6 |
Inkomsten toeristenbelasting | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
Scherpe keuzes Sociaal Domein | 0,5 | 1,4 | 1,8 | 1,9 |
Maatregelen bijsturing 2018 doortrekken | 0,5 | 0,4 | 0,3 | 0,3 |
Versoberen leefomgeving / fysiek | 1,0 | 0,4 | 0,7 | 0,7 |
Vrijval BUIG middelen | 0,7 | 0,2 | 0,2 | |
Economie aan de markt | 0,6 | 0,9 | 0,9 | 0,9 |
Korting op subsidies | 1,0 | 1,0 | 1,0 | |
Totaal Bezuinigingen | 7,0 | 9,8 | 10,2 | 10,8 |
Een voorwaarde voor een sluitende begroting is dat de structurele lasten en toevoegingen aan de reserves gedekt zijn met structurele baten en ontrekkingen aan de reserves. De uitkomst van deze rekensom is het structureel saldo. Indien dit saldo positief is, is er sprake van een structureel sluitende begroting.
In de onderstaande tabel wordt duidelijk dat Enschede een structureel overschot heeft van 6 miljoen euro in 2019, toenemend naar 16 miljoen euro in 2022. Het overschot is 0,9% van de totale begroting in 2019 en 2,3% in 2022.
Structureel saldo in miljoen euro | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Structurele lasten | -682 | -674 | -672 | -675 |
Structurele baten | 681 | 686 | 685 | 691 |
Structurele toevoegingen aan reserves | -8 | -9 | -8 | -8 |
Structurele onttrekkingen aan reserves | 15 | 10 | 9 | 8 |
Structureel saldo | 6 | 12 | 13 | 16 |
Structurele exploitatieruimte | 0,9% | 1,8% | 1,9% | 2,3% |
Het positieve structurele saldo roept wellicht de vraag op waarom er sprake is van een positief structureel saldo terwijl er in het middelenkader 2019 een onttrekking uit de algemene reserve nodig is om op een begrotingssaldo van 0 uit te komen. De oorzaak is dat er in 2019 incidentele lasten zijn, die ervoor zorgen dat het middelenkader op -5,4 miljoen euro uitkomt. De incidentele lasten en de structurele toevoegingen en onttrekkingen worden in paragraaf 6.1 verder toegelicht.
In lijn met onze afspraken uit het coalitieakkoord sturen en verantwoorden wij in de komende begrotingsperiode op een integraal en ontschot sociaal budget. Dit sociaal budget ziet er voor de komende jaren als volgt uit:
Het betreft hier de weergave van de totale begrote lasten. Deze lasten nemen in de periode 2019-2022 af met 10 miljoen euro.
Deze afname is enerzijds het gevolg van de krimp op de SW en daarnaast vooral het gevolg van onze ambitie om zoveel als mogelijk uit te komen met de middelen voor het sociaal domein die we vanuit Den Haag krijgen. Dat doen we door de inzet van de diverse transformatieprojecten voor het sociaal domein.
In onderstaande figuur hebben wij voor de in 2015 gedecentraliseerde taken (Jeugd, WMO en participatie) inzichtelijk gemaakt hoeveel middelen wij vanuit het Rijk krijgen1], hoeveel middelen wij vanuit de Algemene Dekkingsmiddelen (AD) bijpassen en welk deel we terug willen verdienen door de diverse transformatieprojecten (taakstelling).
1] In deze opbouw zijn de middelen voor de uitvoeringsorganisatie wijkteams en algemene voorzieningen (ten behoeve van de nieuwe taken) buiten beschouwing gelaten
Uit deze opstelling wordt opnieuw bevestigd dat het niet haalbaar is (het saldo van “compensatie vanuit AD” en “taakstellingen” bedraagt in 2022 nog ruim 6 miljoen) om uit te komen met de middelen vanuit Den Haag, mede gezien de overige Rijksambities die zijn vastgesteld in het Interbestuurlijk Programma (IBP) , en dat de noodzaak voor lobby naar het Rijk aandacht blijft vragen.
Naast de harde knelpunten die in het middelenkader van paragraaf 2.1 zijn opgenomen, is er een aantal Enschedese knelpunten dat naar verwachting wél onontkoombaar en onuitstelbaar is, maar waarvan nog géén inschatting is te maken hoe omvangrijk het knelpunt is. Per programma gaat om de volgende risico’s:
Vitaal & Sociaal
WMO en Jeugdhulp - aanpassing verdeelmodel woonplaatsbeginsel
Met het nieuwe woonplaatsbeginsel verdwijnt de bijzondere positionering van kinderen met een voogdijmaatregel en 18+ers. In plaats van de verantwoordelijke gemeente te bepalen aan de hand van de woonplaats van de gezaghebbende ouder is (en blijft) de laatste gemeente verantwoordelijk waar het kind voorafgaand aan een plaatsing voor jeugdhulp met verblijf verbleef. Deze verantwoordelijkheid blijft duren, zolang een kind (onafgebroken) in instellingen voor jeugdhulp met verblijf, gezinshuizen of pleegzorg verblijft. De eerste berekening van dit principe laat zien dat Enschede relatief veel jeugdigen heeft verwezen naar verblijfsinstellingen, per saldo ontstaat een nadeel (cijfers 2016) van ongeveer -1,7 miljoen euro.
Herverdeeleffecten nieuw verdeelmodel sociaal domein
In 2021 vindt de herijking van het verdeelmodel voor het sociaal domein plaats inclusief de (voorgenomen) verdere decentralisatie van de middelen voor beschermd wonen. Deze herverdeling heeft mogelijk financiële effecten voor Enschede.
Systematiek rijksbekostiging SW
In het verdeelmodel van de SW wordt het vooraf vastgestelde macrobudget over de gemeenten verdeeld op basis van aantallen SW-medewerkers. Daarbij doet zich het risico voor dat een lager landelijk SW-verloop zal leiden tot een lagere subsidie per SW-medewerker en daarmee tot hogere tekorten voor de gemeenten. In de meicirculaire van 2017 deed dit risico zich voor en leidde tot een knelpunt bij de SW. In 2018 is het landelijke verloop weer omhoog bijgesteld, met als gevolg dat er vanaf 2020 structureel 1,0 miljoen euro minder nodig is aan kosten.
Elk jaar worden de verloopprognoses bijgesteld via de meicirculaire. Deze kan leiden tot financiële effecten voor Enschede.
BTW sportvrijstelling
De BTW sportvrijstelling wordt uitgebreid per 1-1-2019. De dienstverlening op het terrein van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening wordt dan vrijgesteld van heffing van BTW.De BTW op de kosten van bouw, renovatie, inrichting en exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties is niet aftrekbaar op de BTW-aangifte en kan ook niet gecompenseerd worden via het BTW-compensatiefonds. Deze BTW vormt dus een kostenpost voor de gemeenten vanaf 2019. Voor commerciele exploitanten (BV met winstoogmerk) verandert er waarschijnlijk niets. Zij kunnen de BTW blijven aftrekken. Voor de Sportaal BV is nog steeds geen duidelijkheid of deze door Belastingdienst fiscaal als BV met winstoogmerk zal worden beschouwd. Wanneer dit niet het geval zijn zullen gemeente en Sportaal een beroep moeten doen op compensatieregelingen van het rijk die het BTW-nadeel kunnen compenseren. Voor gemeenten gaat het om een specifieke uitkering met een landelijk plafond van 152 miljoen euro. Voor stichtingen, verenigingen en BV zonder winstoogmerk komt er een subsidieregeling ter compensatie van kosten. Deze bedraagt maximaal 87 miljoen euro met een toekenning op basis van volgorde van binnenkomst. Sportaal zal daar een beroep moeten doen indien ze niet beoordeeld wordt als BV met winstoogmerk door de fiscus. Deze nieuwe wetgeving heeft aanzienlijk financiele risico’s tot gevolg voor gemeentebegroting die nu niet duidelijk zijn. Komende periode worden deze risico’s geinventariseerd en worden de aanvragen op de subsidie en specifieke uitkering voorbereid mochten die noodzakelijk blijken te zijn.
Risico geen middelen voor Transformatie vanaf 2021
Vanaf 2021 zijn er mogelijk geen middelen meer voor implementatie van de transformatie in de zorg. Maar mogelijk kan een deel van de Rijksbijdrage compensatie tekorten sociaal domein hiervoor ingezet worden.
Financiën & Organisatie
Onderwijshuisvesting
De Raad heeft in 2015 een investeringsplafond van 0 euro ingesteld. De financiële problematiek als gevolg van de motie Haersma-Buma en de doordecentralisatie onderhoud is in 2021 opgelost. Vanaf dan zal er weer geïnvesteerd kunnen worden in schoolgebouwen. Dit is nodig aangezien 65% van alle schoolgebouwen van voor 1980 zijn en veelal bouwkundig, onderwijskundig, energetisch en installatietechnisch verouderd. Om de gewenste investeringen te kunnen doen moet de reserve onderwijshuisvesting aangevuld worden om de hieruit voortvloeiende kapitaallasten te kunnen dekken.