2. Financieel middelenkader

Het middelenkader komt uit de Zomernota 2016 en is gewijzigd door het verwerken van de Septembercirculaire '16 en vanwege bestuurlijke keuzes die we in dit hoofdstuk verder toelichten. Zowel 2017 als de meerjarenraming 2018-2020 zijn structureel sluitend. Daarmee voldoet onze gemeente aan het financieel toetsingskader van de toezichthouder.

Paragraaf 2.1 geeft een overzicht van het middelenkader. In paragraaf 2.2 vindt u een toelichting op de wijzigingen die sinds de Zomernota zijn verwerkt. Vervolgens lichten we de structurele en incidentele dekkingsmaatregelen in paragraaf 2.3 en 2.4 toe. Paragraaf 2.5 geeft een overzicht van de invulling van bestaande taakstellingen. In paragraaf 2.6 gaan we in op risico's. Het hoofdstuk eindigt met een paragraaf over overige ontwikkelingen. 

2.1. Middelenkader 2017-2020

Met het onderstaande middelenkader is er sprake van een sluitende begroting. Het jaar 2017 sluit met een positief saldo van 217.000 euro. Ook de meerjarenreeks 2018-2020 laat voor alle jaren een positief saldo zien.

Middelenkader 2017-2020
in 1.000 euro
2017 2018 2019 2020
Externe effecten  988 5.122 5.801 5.142
Totaal knelpunten en intensiveringen -8.330 -5.433 -5.782 -3.542
Totaal dekkingsvoorstellen  8.559 3.420 3.966 3.970
Dotatie aan Algemene Reserve -1.000 -3.000 -3.500 -5.000
Saldo middelenkader 217 110 485 570

Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.

Voor het toetsingskader is het van belang dat de optelsom van structurele externe effecten, knelpunten en intensiveringen gedekt worden met structurele maatregelen. Dit is zichtbaar in het saldo van het structureel middelenkader. Zoals de onderstaande tabel laat zien, worden structurele effecten op het middelenkader voldoende gedekt met structurele maatregelen. Het structureel middelenkader start met een saldo van 807.000 euro in 2017 en heeft ook de jaren daarna een positief saldo. Het incidenteel middelenkader heeft een negatief saldo in de jaren 2017, 2018 en 2019. Dit betekent dat een deel van de eenmalige uitgaven gedekt wordt met structurele middelen.

Middelenkader 2017-2020
in 1.000 euro's
2017 2018 2019 2020
Saldo structureel middelenkader  807 1.035 1.910 470
Saldo incidenteel middelenkader  -590 -925 -1.425 100
Saldo middelenkader 217 110 485 570

Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.

2.2. Wijzigingen sinds Zomernota 2016

In de Zomernota sloot het middelenkader met een positief saldo van 2.000 euro in 2017, 412.000 euro in 2018, een negatief saldo van -156.000 euro in 2019 en een positief saldo van 102.000 euro vanaf 2020. Sinds de Zomernota heeft een aantal ontwikkelingen geleid tot wijzigingen in het middelenkader. Deze wijzigingen vindt u in de onderstaande tabel en lichten we daarna toe. Na de verwerking van deze wijzigingen sluit het middelenkader in de Programmabegroting voor alle jaren op een positief saldo.

Middelenkader 2017-2020
in 1.000 euro
2017 2018 2019 2020
Saldo bij Zomernota 2016  2 412 -156 102
Wegvallen dekking IZA   -250 -250  
Taakstelling inkomensondersteuning -1.250 -1.450 -1.450 -1.450
Motie Hantering herstel onbalans in samenleving -190 -190 -190 -190
Groene leges (Amendement E) -200      
Maaibeleid (Amendement D) -208 PM PM PM
Actieprogramma Binnenstad (Amendement A) -125 -125    
Septembercirculaire 744 3.442 4815 6.388
Extra vrijval stelpost loonprijscompensatie 554      
Inzet participatiebudget 625      
Andere inzet van middelen in Sociaal Domein 765 670 616 720
Inzet reserves Parkeren 400 600 600  
Inzet vrije ruimte Zomernota 100      
Dotatie aan Algemene Reserve -1.000 -3.000 -3.500 -5.000
Saldo bij Programmabegroting 2017-2020 217 110 485 570

Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.

Toelichting wijzigingen middelenkader

Wegvallen dekking IZA
In de Zomernota was voor de jaren 2017, 2018 en 2019 een onttrekking van 250.000 euro uit de reserve IZA als dekkingsmaatregel opgenomen onder voorwaarde van instemming van het Georganiseerd Overleg (GO). Uiteindelijk heeft het GO niet ingestemd met het aanwenden van de IZA-reserve als dekkingsmiddel in 2017, 2018 en 2019. Voor 2017 kunnen we alternatieve dekking vinden door inzet van 200.000 euro uit de reserve Flankerend Beleid en een incidentele bezuiniging van 50.000 euro op de Enschedese school. Daarmee is er voor 2017 geen negatief effect op het middelenkader. Voor de jaren 2018 en 2019 wel.

Taakstelling inkomensondersteuning
In het coalitieakkoord ‘Duurzaam, samen, sterker’ is de regeling aanvullend inkomen (RAI) beschreven. In het coalitieakkoord staat het voornemen om het compensatiebeginsel toe te passen, waarmee we een stapeling van (inkomens)voorzieningen voorkomen. De inschatting was dat we met de invoering van de RAI een structurele kostenbesparing konden realiseren. De besparing werd geraamd op 1,25 miljoen euro in 2017 en 1,45 miljoen euro vanaf 2018. In de door uw Raad vastgestelde Kadernota Armoedebeleid 2015 – 2019 staat dat het verwachte financiële voordeel van de RAI niet behaald kon worden. De bijbehorende taakstelling is destijds wel blijven staan.

In de Zomernota 2016 is met de gemeenteraad afgesproken dat er een voorstel komt voor de invulling van deze taakstelling. Tegelijkertijd is het College zich ervan bewust dat het doorvoeren van de gehele taakstelling op het product inkomensondersteuning een ongewenste maatschappelijke impact zou hebben. Het College stelt daarom voor om de taakstelling niet in te vullen met beleidswijzigingen op inkomensondersteuning en bij de Programmabegroting 2017-2020. In het middelenkader is het niet doorvoeren van de taakstelling daarom als knelpunt opgenomen van 1,25 miljoen euro in 2017 en 1,45 miljoen vanaf 2018.

Overigens stelt het Rijk in de decembercirculaire extra middelen op het gebied van inkomensondersteuning beschikbaar. Vervolgens zal een voorstel volgen over de besteding van deze middelen.

Motie Hantering herstel onbalans in samenleving
Bij de bespreking van de Zomernota 2016 is een motie aangenomen om de mogelijkheden in kaart te brengen om de onbalans in uitgaven voor gezinnen met kinderen te herstellen en zichtbaar te maken op welke manier een herziening van het lastenstelsel daarin in een oplossing voorziet. Verwerking van deze motie, door ophoging van de inkomensgrens van de Stichting Leergeld Enschede van 110% naar 120%, heeft naar verwachting een negatief effect op het middelenkader van 190.000 euro. Door de voorzieningen van Stichting Leergeld Enschede beschikbaar te stellen voor de groep tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt gericht ingezet op de gezinnen met oudere kinderen. Uit de Minima Effectrapportage is gebleken dat zij moeite hebben in het basispakket te voorzien.

Groene leges (Amendement E)
De raad heeft het besluit genomen om gedurende twee jaar (2016 en 2017) een proef te doen met groene leges. Deze regeling stond open voor particulieren, ondernemers en woningcorporaties. In oktober 2016 heeft de raad besloten de regeling alleen nog voor particulieren open te stellen. Begin 2017 zal er een evaluatie plaats vinden. Vooralsnog wordt er, uitgaande van een voortzetting alleen voor particulieren, een bedrag van 400.000 euro uitgetrokken om de proef met groene leges in 2017 voort te zetten.
Bij Amendement E heeft de Raad bepaald dat het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld voor groene leges, vooralsnog beperkt plijft tot een plafond van 200.000 euro in 2017. Na de evaluatie kan het plafond in 2017 verhoogd worden tot een bedrag van maximaal 400.000 euro.

Maaibeleid (Amendement D)
Momenteel onderzoekt de gemeente de mogelijkheden om het effect van eerdere maatregelen (zoals maaien) op de openbare ruimte te verminderen. Dit met inbreng van de samenleving. De uitkomst hiervan kan zijn dat er meer middelen nodig zijn voor het maaien in de stad. Deze evaluatie wordt uiterlijk in februari 2017 voorgelegd aan de Raad. In de Zomernota 2017 worden de uitkomsten van deze evaluatie meegenomen. Om in 2017 aanpassingen in het maaibeleid te kunnen doorvoeren, moet er eind 2016 duidelijkheid zijn over beschikbare middelen in verband met de opdrachten naar de onderhoudsaannemer.
Bij Amendement D heeft de Raad incidenteel voor 2017 een bedrag van 208.000 euro beschikbaar gesteld voor aanpassing van het maaibeleid.

Acteprogramma Binnenstad (Amendement A)
De Raad heeft bij Amendement A incidenteel voor 2017 en 2018 een bedrag van jaarlijks 125.000 euro beschikbaar gesteld voor het Actieprogramma Binnenstad.

Septembercirculaire
Het Rijk heeft de accressen in het Gemeentefonds aanzienlijk verhoogd. In de Septembercirculaire is dit met name zichtbaar voor de jaren vanaf 2018, waar sprake is van een positief effect van structureel meer dan 5 miljoen euro. Voor gemeenten is dit een ongebruikelijk gunstige ontwikkeling van het Gemeentefonds. Dit komt door een verhoging van de rijksuitgaven. Aangezien de algemene uitkering in het Gemeentefonds conform de 'trap-op-trap-af-systematiek' meebeweegt met de rijksuitgaven, neemt deze de komende jaren toe.

Extra vrijval loonprijscompensatie
Uit de stelpost loon-prijsindexatie is een vrijval van 554.000 euro mogelijk, eenmalig in 2017. De huidige cao loopt tot en met mei 2017. Als er voor die tijd een nieuwe cao wordt afgesloten, missen we in 2017 een buffer om de effecten daarvan op te vangen. Dit risico is te overzien.

Inzet Participatiebudget
De verwachting is dat het Participatiebudget komende jaren een kleine groei laat zien. De inschatting is dat we een bedrag van 625.000 euro in 2017 kunnen inzetten. In paragraaf 2.3 lichten we deze maatregel toe.

Andere inzet van middelen in sociaal domein
In het sociaal domein is het op enkele budgetten mogelijk om middelen vrij te maken om de opgave die verbonden was aan de taakstelling inkomensondersteuning, in te kunnen vullen. In paragraaf 2.3 lichten we per begrotingsprogramma (Maatschappelijke Ondersteuning en Versterken Economie) toe om welke budgetten het gaat.

Inzet reserves Parkeren
Uitgaande van ongewijzigd beleid laat de prognose van de exploitatie van het Parkeerbedrijf een aanvullende inzet van reserves toe. Uit de 'Algemene Reserve tegenhanger parkeren' kunnen we in 2017 een bedrag van 400.000 euro onttrekken en in 2018 een bedrag van 600.000 euro. In 2019 kunnen we 600.000 euro uit de reserve Parkeerbedrijf onttrekken.

Inzet vrije ruimte Zomernota
In de Zomernota is in het middelenkader een bedrag van 100.000 euro vrij besteedbare ruimte gereserveerd voor het jaar 2017. Na afronding van de behandeling van de Programmabegroting 2017-2020 kan de vrij besteedbare ruimte vrijvallen, waardoor het saldo van het middelenkader met 100.000 euro verbetert.

Dotatie aan Algemene Reserve
Aan de forse groei van het Gemeentefonds is een aantal risico’s verbonden. In het middelenkader hebben we daarom een dotatie aan de Algemene Reserve opgenomen van 1 miljoen euro in 2017, 3 miljoen in 2018, 3,5 miljoen in 2019 en 5 miljoen vanaf 2020. Met name de volgende risicofactoren zijn een reden voor deze dotatie in het middelenkader:

  1. De ongebruikelijk hoge accressen vanaf 2018. Deze liggen tussen 2% tot 2,5% terwijl 1,5% het langjarige gemiddelde is. Het is zeer wel denkbaar dat de accressen bij de meicirculaire 2017 weer neerwaarts worden bijgesteld. Gezien de verwachte economische groei, is het onvoorstelbaar dat het Rijk de uitgaven langdurig jaarlijks met 2,5% verhoogt.
  2. De verkiezingen in maart 2017. Na deze maand treedt een nieuw kabinet aan. De studiegroep Begrotingsruimte, die de politieke partijen van input voorziet voor hun verkiezingsprogramma’s, geeft aan dat het nadere onderzoek naar de financiële verhoudingen en mogelijke uitbreiding van het lokale belastinggebied zo snel mogelijk moet worden afgerond. Er ligt al een aantal voorstellen voor hoe de huidige normeringssystematiek (trap-op-trap-af) ingrijpend gewijzigd zou moeten worden. Een dergelijke mutatie zal zeker tot grote herverdelingen leiden.
  3. Een korting op het Gemeentefonds. Vanaf 2021 wordt het Gemeentefonds structureel gekort met 90 miljoen euro, oplopend naar 605 miljoen euro. Deze ingreep is in het huidige middelenkader, dat loopt tot en met 2020, nog niet zichtbaar, omdat het effect pas vanaf 2021 zichtbaar wordt. De oorsprong is de ‘opschalingskorting’ die het huidige kabinet heeft ingevoerd. Voor Enschede leidt dit uiteindelijk tot een uitname van structureel circa 6 miljoen euro. Overigens voert de VNG een lobby om deze opschalingskorting van tafel te krijgen bij de volgende kabinetsformatie.
  4. Er is nog een aantal financiële risico’s verbonden aan onder meer de doelstelling om in het sociaal domein uit te komen met de beschikbare rijksmiddelen (BUIG, WMO, Jeugdhulp) en aan de grondexploitaties en verbonden partijen (ADT en RBT).

Het voorstel is om vanwege deze risico’s bij de Programmabegroting 2017-2020 een dotatie aan de Algemene Reserve te doen en bij de Zomernota 2017 een integrale afweging voor de bestemming hiervan te maken. Op dat moment kunnen we ook een betere inschatting van de risico’s en de langjarige ontwikkeling van het Gemeentefonds maken.

2.3. Structurele dekkingsmaatregelen

De in het middelenkader 2017-2020 opgenomen structurele externe effecten, knelpunten en intensiveringen moeten we voorzien van structurele dekking. Hieronder volgt een toelichting op de structurele dekkingsmaatregelen. De meeste dekkingsmaatregelen zijn in de Zomernota opgenomen. De maatregelen die we bij deze Programmabegroting aan het middelenkader hebben toegevoegd, zijn in de onderstaande tabel gemarkeerd. 

Structurele dekkingsmaatregelen
in 1.000 euro's
2017 2018 2019 2020
Maatregelen Maatschappelijke Ondersteuning (MO)
800 800 1.100 1.750
Personeel Procesoptimalisatie Zorgloket 450 450 450 500
Efficiency op subsidies MO (transformatie en andere manier van werken)     300 300
Werken met Populatiemanagement       100
Inkoop via trajecten resultaatgericht werken       300
Inclusieve Stad: een stad waarin mensen elkaar kennen, ontmoeten en helpen       200
Andere inzet middelen in Sociaal Domein, aandeel MO 350 350 350 350
Maatregelen Versterken Economie (VE)
1.865 745 691 795
Effect maatwerk in het leerlingenvervoer 150 150 150 150
Minder gebruik kinderopvang sociaal-medische indicatie 150      
Vrijval rijksmiddelen kwaliteit peuterspeelzaalwerk 250      
Herschikking en reductie personeel 150 150 150 150
Herschikking bestaande budgetten VE 125 125 125 125
Andere inzet middelen in Sociaal Domein, aandeel VE 415 320 266 370
Inzet Participatiebudget 625      
Domein Fysiek (SO en LO) 125 125 625 625
Exploitatie resultaat Parkeerbedrijf inzetten     500 500
Herschikking bestaande budgetten Duurzame Leefomgeving 125 125 125 125
Dienstverlening en financieel beleid 1.254 700 700 700
Bijstelling indexering 500 500 500 500
Extra vrijval indexering 554      
Vrijval bijdrage herschikking Veiligheidsregio Twente 200 200 200 200
Totaal structurele dekking
4.044 2.370 3.116 3.870

Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.

Toelichting op de structurele dekkingsmaatregelen

Personeel procesoptimalisatie Zorgloket
Door de transitie is de personele capaciteit van het Zorgloket omvangrijk uitgebreid met een flexibele schil. Nu de overgang nagenoeg is afgerond, kunnen we de formatie vaststellen en de flexibele schil (inhuur externen) in verhouding afbouwen.

Efficiency op subsidies MO
Door de transformatie en de andere manier van werken, schatten we in dat we op termijn een voordeel kunnen halen van maximaal 300.000 euro op diverse subsidies WMO en Jeugd. We anticiperen onder andere op meer preventie en minder op reparatie, waardoor we een opwaartse druk naar dure tweedelijnsvoorzieningen dempen.

Werken met populatiemanagement
Momenteel loopt een pilot populatiemanagement in de Wesselerbrink. Bij een positieve uitkomst kunnen we het concept in meerdere wijken wegzetten. Deze pilot past in de transformatie sociaal domein. 

Inkoop via trajecten resultaatgericht werken
De intentie is om een nieuw inkoopsysteem te ontwikkelen en de bureaucratie terug te dringen, waarbij het uitgangspunt is: minder dure zorgtrajecten door het maken van slimme inkoopcombinaties. De focus ligt op investeren in preventie.

Inclusieve Stad
Om invulling te geven aan een 'Inclusieve Stad' is het nodig dat we beschikken over een flexibel budget. Daarmee kunnen we mogelijkheden creëren, waardoor iedereen mee kan doen binnen de eigen woon- en leefomgeving. We zoeken naar slimme oplossingen, waardoor geen of minder een beroep wordt gedaan op zorgleveranciers.

Andere inzet middelen in sociaal domein, aandeel Maatschappelijke Ondersteuning (MO)
In het sociaal domein is het op enkele budgetten mogelijk om middelen vrij te maken om de opgave die verbonden was aan de taakstelling inkomensondersteuning, in te kunnen vullen. Binnen het begrotingsprogramma MO gaat het om twee budgetten:

  • Individuele voorzieningen WMO: De trend van de afgelopen jaren, een dalend volume WMO, heeft zich ook in 2015 en 2016 doorgezet. We anticiperen erop dat die trend zich door blijft zetten, wat resulteert in een structurele ruimte van 270.000 euro. Op een WMO-begroting 'Individuele voorziening' (zonder de nieuwe taken begeleiding) van circa 20 miljoen euro gaat het om 1,5%. Een meer uitgebreide toelichting staat in bijlage 6.4
  • In het coalitieakkoord is afgesproken dat het Fonds Bijzondere Noden Enschede een groter subsidiebedrag krijgt. In de praktijk blijkt dat het FBN Enschede succesvol is in het verkrijgen van donaties en giften. Hierdoor is de ophoging van het subsidiebedrag niet (volledig) nodig. Daarmee kan 80.000 euro structureel vrijvallen.

Effect maatwerk in het leerlingenvervoer Scholen
Scholen en de gemeente stimuleren kinderen en ouders om maximaal zelfredzaam te zijn ten aanzien van leerlingenvervoer. Daardoor zal er uiteindelijk sprake zijn van een vrijwillig dalend beroep op de voorziening leerlingenvervoer.

Minder gebruik van kinderopvang sociaal-medische indicatie
Op basis van het huidige beroep op de tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie, kan er voor 2017 een bedrag van 150.000 euro vrijvallen.

Vrijval rijksmiddelen kwaliteit peuterspeelzaalwerk
De activiteiten voor de versterking van het peuterspeelzaalwerk kunnen we grotendeels financieren uit geoormerkte rijksmiddelen Onderwijs Achterstanden Beleid. Daardoor is het mogelijk om de decentralisatie-uitkering voor dit doel voor 2017 vrij te laten vallen.

Herschikking en reductie personeel EWO
Er zijn mogelijkheden om beleidscapaciteit op het gebied van duurzaamheid in de gemeente efficiënter in te richten en capaciteit te reduceren op de ondersteuning bij het ondernemersloket. In totaal betreft dit circa 2 fte. 

Herschikking bestaande budgetten Versterken Economie en Duurzame Leefomgeving
Om de gewenste doorontwikkeling van het Kennispark vorm te kunnen geven, als een van de cruciale gebieden in onze stad, alsmede de gebiedsontwikkeling en fysieke omgeving van Kennispark naar de gemeente te kunnen halen, zijn aanvullende middelen noodzakelijk. De benodigde dekking hebben we gevonden door herschikking binnen de bestaande budgetten van Versterken Economie en Duurzame Leefomgeving.

Andere inzet middelen in Sociaal Domein, aandeel Versterken Economie (VE)
In het sociaal domein is het op enkele budgetten mogelijk om middelen vrij te maken om de opgave die verbonden was aan de taakstelling inkomensondersteuning, in te kunnen vullen. Binnen het begrotingsprogramma VE gaat het om vier budgetten:

  • Vrijval Jongerenparticipatie: Binnen de Lokale Educatie Agenda (LEA) ondernemen we verschillende initiatieven voor het stimuleren van jongerenparticipatie, zoals het jongerenpanel en de uitreiking van het jeugdlintje. Hieraan geven we 43.000 uit. Met het beëindigen van de LEA vervallen ook die verplichtingen, waardoor vanaf 2019 een bedrag van 43.000 euro vrij kan vallen. Naast de LEA-middelen is er nog een budget beschikbaar van 51.000 euro voor jongerenparticipatie. Op basis van de huidige benutting is de inschatting dat deze middelen kunnen vrijvallen in 2017 en 2018.
  • Actieve scholen in de buurt: Op basis van de huidige benutting van dit budget kan vanaf 2017 een bedrag van 154.000 euro vrijvallen. Deze middelen zijn overigens geen onderdeel van de LEA.
  • Aanvullende vrijval rijksmiddelen Peuterspeelzaalwerk: Uit de Meicirculaire 2016 blijkt dat de gemeente Enschede extra middelen ontvangt voor het vergroten van de toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk. Aangezien de gemeente Enschede momenteel al eigen middelen beschikbaar stelt voor dit doel, ontstaat er de mogelijkheid de middelen (deels) voor andere doeleinden vrij te maken. Aanvullend op de eerder voorgestelde onttrekking (Zomernota), kan een bedrag van 210.000 euro vrijvallen in 2017, 65.000 euro in 2018, 19.000 euro in 2019 en 123.000 euro vanaf 2020.
  • Vrijval Kinderopvang SMI vanaf 2018: Op basis van het huidige gebruik van de voorziening hebben we de inschatting gemaakt dat vanaf 2018 een bedrag van 50.000 euro kan vrijvallen.

Inzet Participatiebudget
Het Participatiebudget is het budget dat vanuit het Rijk (via het Gemeentefonds) beschikbaar wordt gesteld om de gemeente in staat te stellen activiteiten te verrichten gericht op het vergroten van de arbeidsparticipatie. De middelen zijn in principe vrij besteedbaar. In Enschede zetten we de middelen volledig in voor dit doel. Reden hiervoor is in de eerste plaats de noodzaak om het bijstandsbestand te reduceren, zodat de daarmee gemoeide bijstandsuitgaven gaan aansluiten op het door het Rijk hiervoor beschikbare gestelde BUIG-budget.
De verwachting is dat het Participatiebudget de komende jaren een kleine groei laat zien. De inschatting is dat we een bedrag van 625.000 euro in 2017 kunnen inzetten.

Exploitatie resultaat Parkeerbedrijf inzetten
De huidige negatieve reserve Parkeerbedrijf bereikt in 2018 de nullijn, waardoor exploitatieresultaten niet meer nodig zijn voor het terugverdienen van de aanloopverliezen. Deze exploitatiemiddelen kunnen we inzetten als algemeen dekkingsmiddel. Uitgangspunt is dat de jaarlijkse verhoging van 10 cent gehandhaafd blijft.

Vrijval indexering
Voor de indexering van loon- en prijsindexatie is tot op heden rekening gehouden met een constant bedrag. Op basis van de cijfers van de laatste jaren kunnen we dit bedrag met 500.000 euro naar beneden bijstellen.

Extra vrijval indexering
Uit de stelpost loon-prijsindexatie is een vrijval van 554.000 euro mogelijk, eenmalig in 2017. De huidige cao loopt tot en met mei 2017. Als er voor die tijd een nieuwe cao wordt afgesloten, dan missen we in 2017 een buffer om de effecten daarvan op te vangen. Dit risico is te overzien.

Vrijval bijdrage herschikking Veiligheidsregio Twente
Door een herschikking van het verdeelmodel VRT gaat de gemeente Enschede minder betalen dan begroot. Daardoor kan 200.000 euro vrijvallen.

Structureel middelenkader
Door de dekkingsmaatregelen en de externe effecten, die bij deze Programmabegroting gunstig uitvallen, ontstaat er voor alle jaren een positief structureel middelenkader. Na het optellen van de externe effecten en structurele dekkingsmaatregelen en het aftrekken van de structurele knelpunten en intensiveringen en de dotatie aan de algemene reserve, sluit het saldo in 2017 op 807.000 euro, in 2018 op 1.035.000 euro, in 2019 op 1.910.000 euro en vanaf 2020 op 470.000 euro.

Structureel middelenkader
in 1000 euro
2017 2018 2019 2020
Externe effecten 988 5.122 5.801 5.142
Structurele knelpunten en intensiveringen -3.225 -3.458 -3.507 -3.542
Dotatie aan algemene reserve -1.000 -3.000 -3.500 -5.000
Structurele dekkingsmaatregelen 4.044 2.370 3.116 3.870
Saldo structureel middelenkader 807 1.035 1.910 470

2.4. Incidentele dekkingsmaatregelen

De in het middelenkader 2017-2020 opgenomen incidentele knelpunten en de incidentele intensiveringen moeten we voorzien van dekkingsmaatregelen. In de onderstaande paragraaf geven we deze maatregelen weer. De meeste dekkingsmaatregelen zijn in de Zomernota opgenomen. De maatregelen die we bij deze Programmabegroting aan het middelenkader toevoegen, zijn in de onderstaande tabel gemarkeerd. 

Incidentele dekkingsmaatregelen 2017-2020
in 1.000 euro
2017 2018 2019 2020
Maatregelen Versterken Economie  300 250 0 0
Gedeeltelijk afromen budget ontwikkeling Tech Base Twente 300      
Nieuwe rijksmiddelen Peuterspeelzaalwerk   250    
Maatregelen Dienstverlening en Financieel Beleid 2.165 100 150 0
Inzet flankerend beleid voor digitale werkprocessen 500 100 150  
Dekkingsmaatregelen 1e tranche Investeren in en met behulp van IT 1.215      
Flankerend Beleid en Enschedese School 250      
Bijdrage Decentralisatie Uitkering voor Asiel & Integratie 200      
Bijdrage domein Fysiek (SO en LO) 2.050 700 700 100
Inzet positief Saldo Reserve Parkeerbedrijf 1.200      
Inzet reserves Parkeren 400 600 600  
Middelen Parkeerroute Informatiesysteem 250      
Inzet bodemgelden in het kader van de invoering Omgevingswet 100 100 100 100
Stadsdeelbeheer areaaluitbreiding ADT en overige 100      
Totaal dekking nieuwe opgave 4.515 1.050 850 100

Een positief getal (+) verbetert het saldo, een negatief getal (-) verslechtert het saldo.

Toelichting incidentele dekkingsmaatregelen

Gedeeltelijk afromen tijdelijk budget ontwikkeling Tech Base Twente
Bij de Zomernota 2015 hebben we incidentele middelen beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van Tech Base Twente en de inzet van het Topteam. Op basis van nieuwe afspraken met het Topteam voor hun inzet kan een deel van de gereserveerde middelen vrijvallen. 

Nieuwe rijksmiddelen toegankelijkheid peuterspeelzaalwerk
Enschede krijgt voor het vergroten van de toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk rijksmiddelen. Aangezien onze gemeente momenteel eigen algemene middelen beschikbaar stelt voor dit doel, kunnen we deze middelen nu inzetten als dekking.

Inzet Flankerend Beleid en digitale werkprocessen
Bij de Programmabegroting 2015-2018 hebben we 3 miljoen euro voor flankerend beleid opgenomen in het middelenkader. Hiervan is inmiddels 1 miljoen euro gereserveerd (personeel en verzelfstandigingen). Het voorstel is om in drie tranches hieruit middelen voor de digitale werkprocessen in te zetten.

Dekkingsmaatregelen eerste tranche Investeren in en met behulp van IT
Maatregelen om de opgave van de intensivering voor businessprojecten IT te realiseren zijn: 

  • Herprioritering van al bestaande middelen flankerend beleid 'Versnelling digitalisering'.
  • Een incidentele uitname uit de bestaande vervangingsreserves van IT (MeerJarenUitgavenPlanning, MJUP).
  • Een bijdrage vanuit de verschillende programma’s voor de dekking van projectinhoudelijke inzet.

Flankerend beleid en Enschedese school
Onttrekking van 200.000 euro uit de reserve Flankerend Beleid en besparing van 50.000 euro op de Enschedese School. Beide maatregelen zijn eenmalig bedoeld voor 2017.

Bijdrage Decentralisatie Uitkering voor Asiel & Integratie
Het Rijk verstrekt in 2016 en 2017 een decentralisatie uitkering verhoogde instroom asiel. Hiervan kunnen we in 2017 200.000 euro inzetten als dekkingsmaatregel in het middelenkader.

Inzet positief saldo Reserve Parkeerbedrijf
Het exploitatieresultaat 2015 binnen de reserve Parkeerbedrijf kunnen we inzetten als dekking, omdat de negatieve reserve verdwijnt en de reserve in 2018 het nulpunt bereikt. Het inzetten heeft geen invloed op het aanzuiveren van de reserve. 

Inzet reserves Parkeren
Uitgaande van ongewijzigd beleid laat de prognose van de exploitatie van het Parkeerbedrijf een aanvullende inzet van reserves toe. Uit de Algemene Reserve tegenhanger parkeren kunnen we in 2017 een bedrag van 400.000 euro onttrekken en in 2018 een bedrag van 600.000 euro. In 2019 kunnen we 600.000 euro uit de reserve Parkeerbedrijf onttrekken. 

Middelen Parkeerroute Informatiesysteem (PRIS)
Voor vervanging en aanpassing van het PRIS-systeem is vanuit het Mobiliteitsfonds in combinatie met het project 'Derde ingang Van Heek' een ruimer budget gereserveerd dan nu in de praktijk nodig is.

Inzet bodemgelden in het kader van invoering Omgevingswet
In de verkregen bodemgelden zijn voor een periode van vier jaar rijksmiddelen beschikbaar voor de invoering van onderdelen van de Omgevingswet. Hierdoor kunnen bestaande middelen die hiervoor waren geraamd binnen dit beleid vrijvallen.

Stadsdeelbeheer areaaluitbreiding ADT en overige
Voor 2017 is een minder grote uitbreiding van het areaal openbare ruimte nodig dan eerder ingeschat. Daardoor kan incidenteel een bedrag vrijvallen.

Incidenteel middelenkader
Tegenover de incidentele dekkingsmaatregelen staan de incidentele knelpunten en intensiveringen. Per saldo levert dit een negatief incidenteel middelenkader op in 2017, 2018 en 2019. Dit heeft geen consequenties voor een sluitende begroting, aangezien het positieve saldo van het structureel middelenkader het tekort in de onderstaande tabel ruimschoots compenseert.

Incidenteel middelenkader
in 1000 euro
2017 2018 2019 2020
Incidentele knelpunten en intensiveringen  -5.105 -1.975 -2.275  0
Incidentele dekkingsmaatregelen 4.515 1.050 850 100
Saldo incidenteel middelenkader -590 -925 -1.425 100

 

2.5. Realisatie bestaande taakstellingen

In eerdere Programmabegrotingen heeft de Raad bezuinigingen vastgesteld. Over de Programmabegrotingen van de afgelopen 7 jaar gaat het bij elkaar opgeteld om een pakket van ongeveer 100 miljoen euro structurele bezuinigingen. Hiervan is een bezuinigingsbedrag van ongeveer 87 miljoen euro gerealiseerd. De Raad heeft daarvoor de afgelopen jaren verschillende bezuinigingsvoorstellen aangenomen. Voorbeelden daarvan liggen op de beleidsvelden WMO, jeugdhulp, welzijn, re-integratie, schuldhulpverlening, onderwijshuisvesting, cultuur, evenementen, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer, wijkvoorzieningen, lokale lasten, vergunningverlening en sport. Daarnaast heeft het College substantiële bezuinigingen in de ambtelijke ondersteuning doorgevoerd en de Raad daarover periodiek geïnformeerd.

Van de bovengenoemde bezuinigingsopgave van 100 miljoen is er nog een restant bezuinigingsbedrag over van ongeveer 5,8 miljoen euro (2017) oplopend naar 11,6 miljoen (2020). Voor de realisatie hiervan heeft het College verschillende maatregelen voorbereid, die u in de onderstaande tekst krijgt toegelicht.

Bezuiniging 2017 2018 2019 2020
Inkomensondersteuning 1.250 1.450 1.450 1.450
BUIG   900 1.800 1.800
Jeugdhulp 1.800 1.600 1.600 1.900
Taakverlichting Fysiek   350 700 700
Openbare Ruimte 500 500 500 500
Onkruidbestrijding 100 200 300 300
Herinrichting en digitalisering werkprocessen 905 1.140 1.685 2.045
Besparingen facilitaire dienstverlening 665 815 840 765
Sourcing   1.000 1.000 1.000
Verbonden Partijen 125 250 500 500
Kostendekkendheid leges 150 150 150 150
Reductie regelgeving 150 300 300 300
Dualiseringskorting 168 168 168 168
Griffie 80 80 80 80
Totaal 5.893 8.903 11.073 11.658

Inkomensondersteuning:
In het coalitieakkoord ‘Duurzaam, samen, sterker’ is de regeling aanvullend inkomen (RAI) beschreven. In het coalitieakkoord is voorgenomen het compensatiebeginsel toe te passen waardoor een stapeling van (inkomens)voorzieningen wordt voorkomen. De inschatting was dat met de invoering van de RAI een structurele kostenbesparing gerealiseerd kon worden. De besparing werd geraamd op 1,25 miljoen euro in 2017 en 1,45 miljoen euro vanaf 2018. In de door uw raad vastgestelde Kadernota Armoedebeleid 2015 – 2019 staat dat het verwachte financiële voordeel van de RAI niet behaald kon worden. De bijbehorende taakstelling is destijds wel blijven staan.

In de Zomernota 2016 is met de Raad afgesproken dat er een voorstel komt voor de invulling van deze taakstelling. Tegelijkertijd is het College ervan bewust dat het doorvoeren van de gehele taakstelling op het product inkomensondersteuning een ongewenste maatschappelijke impact zou hebben Het College stelt daarom voor om de taakstelling niet in te vullen met beleidswijzigingen op inkomensondersteuning bij de Programmabegroting 2017-2020. Voor uitvoering van de motie ‘herstel onbalans samenleving’ stelt het college een intensivering van het armoedebeleid voor. In het middelenkader is het niet realiseren van de taakstelling daarom als knelpunt opgenomen van 1,25 miljoen euro in 2017 en 1,45 miljoen vanaf 2018. Om dit knelpunt in het middelenkader op te vangen zijn er dekkingsmaatregelen voor een sluitende begroting opgenomen. Deze maatregelen zijn toegelicht in paragraaf 2.3.

BUIG:
In de Programmabegroting 2016-2019 is de doelstelling geformuleerd om binnen een aantal jaren uit te komen met het budget dat wij van het Rijk ontvangen. Zoals bekend is daarom vorig jaar het plan 'Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget' opgesteld met de ambitie om het tekort met 8 miljoen euro te verminderen. De in het plan opgenomen actielijnen zijn nu in uitvoering. In 2016 hebben we hiervan 2 miljoen euro gerealiseerd. Via de genoemde actielijnen en de eerdere MAU-maatregelen verwachten we in 2017 4,9 miljoen euro en vanaf 2018 6,0 miljoen euro lagere bijstandsuitgaven te realiseren. Ter indicatie: de totale geraamde uitgaven voor bijstand bedragen ongeveer 99 miljoen euro in 2017.

In de gemeentebegroting is structureel een bedrag van 2,9 miljoen euro beschikbaar voor tekorten op de bijstandsuitgaven. Dit bedrag zetten we op termijn in om de tekorten op de Sociale Werkvoorziening te dekken. Dit is conform uw voorstel bij de vaststelling van de Kadernota 'Werken naar Vermogen' en het plan 'Bijstandsuitgaven binnen Rijksbudget'.

In deze begroting is uitgegaan van het voorlopige BUIG-budget 2017 van eind september 2016 van circa 91 miljoen euro. Dit is inclusief de gevolgen van de aanpassingen van het verdeelmodel.

Voor 2017 is sprake van een sluitende begroting mits we eerder genoemde maatregelen realiseren volgens plan. Bovengenoemde betekent eveneens dat binnen het product Algemene bijstand levensonderhoud in 2018 nog sprake is van een extra opgave van 0,9 miljoen euro, oplopend tot 1,8 miljoen euro in 2019 en verder.

De komende periode gaan we uitkomsten van het verdeelmodel voor Enschede nader analyseren. Daarnaast zullen we de effecten van de maatregelen uit het Plan ‘Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget’ tegen het licht houden. Tenslotte gaan we onderzoeken in hoeverre we nog aanvullende bijsturingsmaatregelen kunnen treffen om uiteindelijk met het rijkbudget uit te komen. Uiterlijk In de zomernota 2017 rapporteren wij hierover.

Jeugdhulp
De resterende taakstelling voor de jeugdhulp hebben we na de meicirculaire teruggebracht tot 1,8 miljoen euro. De taakstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door bezuinigingen die het Rijk heeft doorgevoerd op het jeugdhulpbudget. Ook is er sprake van een al jaren gaande autonome groei in de jeugdzorg. Deze groei is in Enschede zichtbaar door een stijging van het aantal Zorg in Natura-cliënten en -uitgaven, met name in het vrijwillig kader (jeugd AWBZ en deels jeugd GGZ). Dit is onder andere het gevolg van een hoger percentage doorverwijzingen van externen (niet beïnvloedbaar) en autonome stijging van het aantal cliënten.

We gaan de volgende maatregelen nemen om de taakstelling voor jeugdhulp in te vullen:

  1. Sturen via wijkcoaches: Netto-opbrengst uit investering in 0e en 1e lijn. Wijkcoaches blijken in staat te zijn om inzet van dure 2e lijnsvoorzieningen te voorkomen door zelfhulpverlening te bieden, de algemene voorzieningen te benutten en tot nieuwe oplossingen te komen. Door beperkte capaciteit is dit zonder de investering niet op grotere schaal mogelijk. Partners in de wijk, waaronder scholen, sport- en andere verenigingen en organisaties, zijn in staat om te voorkomen dat jeugdigen opvoed- en opgroeiproblemen krijgen. Dit leidt tot minder uitgaven in de 2e lijns jeugdhulp en waar mogelijk minder uitgaven voor de WMO en Participatiewet. Het aantal toewijzingen in de 2e lijn neemt af. Dit heeft consequenties voor tweedelijns aanbieders.
    Daarnaast maken we een beperkt deel van de beschikbare budgetten vrijer besteedbaar, waardoor we ook maatregelen kunnen nemen die niet in het standaard productenpakket zijn ingekocht, maar die wel effectiever en vaak ook goedkoper zijn. Het saldo van deze maatregelen levert 200.000 euro aan besparingen op.
  2. Sturen via externe verwijzers: Beter contact met en invloed op externe verwijzers, waaronder huisartsen, medisch specialisten en voogden, leidt tot minder verwijzingen naar de 2e lijn. Het aantal toewijzingen in de 2e lijn neemt af. Dit heeft consequenties voor tweedelijns aanbieders. Met deze inzet boeken we in eerste instantie een beperkte besparing van 60.000 euro.
  3. Sturen via invloed op aanbieders: Ontwikkeling van een kwaliteits- en toezichtssysteem om onterechte of te hoge (volume)verwijzingen te voorkomen. Daardoor krijgen we beter zicht op de inzet van tweedelijns aanbieders en verminderen we uitgaven. Ook beëindigen we een aantal toewijzingen en wijzen we minder toe. Met deze maatregel zijn beperkt kosten gemoeid (meer controle), maar levert per saldo een voordeel op van 100.000 euro.
  4. Sturen via inkoop, zoals het inkopen op prestatie, trajecten of populatiefinanciering en het loslaten van de 'P*Q'-inkoopmethode. Effecten hiervan zijn mogelijk vanaf 2018, maar omdat we hierin nog geen keuzes hebben gemaakt, hebben we hierop vooralsnog geen resultaat ingeboekt. Voorbeelden van sturen via inkoop zijn:
    • Aanpassing tarieven maatwerkvoorzieningen: Het College heeft hiertoe inmiddels een besluit genomen. Bij gelijkblijvende volumes realiseren we lagere uitgaven. Mogelijk komen hierover bezwaren van aanbieders.
    • Aanvullende besparingsopdracht Specialistische Jeugdhulp van 1,5%. We geven opdracht aan de onderhandelaars voor de contractverlening om in overleg met de aanbieders een bezuiniging te realiseren (lagere prijs of lager volume). Inkoopeffecten voor 2017 ramen we op 1.040.000 euro.
  5. Via projecten Transformatieagenda (Forza en expeditie en pleeggezin) beogen we een andere wijze van werken. Door de transformatie in ons werken te realiseren, is een rendement over een aantal jaren mogelijk. De bedoeling is dat het aantal toewijzingen in de 2e lijn afneemt. Het ingeschatte effect is een besparing van 400.000 euro. Dit heeft consequenties voor tweedelijns aanbieders. Voorbeelden van projecten:
    • Forza: project rondom vroegtijdige schoolverlaters. Minder langdurig en herhaling van schoolverzuim en schoolverlaten, minder inzet van gedwongen kader jeugdreclassering, lagere kosten jeugdhulp. Minder rechtelijke uitspraken gedwongen kader, minder toewijzing gecertificeerde instellingen.
    • Expeditie: idem voor cliënten met lichte verstandelijke handicap. Meer oplossingen in de samenleving, minder toewijzingen jeugdhulp en waar mogelijk minder kosten WMO en Participatiewet.
    • Casus pleeggezin: netto-opbrengst na voorinvestering in pleeggezinnen (voorkoming kosten 2e lijn). Onorthodoxe oplossing, voorkomen 24 uursverblijf met kleine investering niet passend in reguliere producten jeugdhulp.

Taakverlichting Fysiek
In de Programmabegroting 2016-2019 is een besparing door takenverlichting in het Fysiek Domein opgenomen van 150.000 euro in 2017, oplopend naar 500.000 euro in 2018 en 850.000 euro vanaf 2019. Deze besparing is voor 150.000 euro structureel gerealiseerd door een efficiencyvoordeel van de samenvoeging van de programma’s Stedelijke Ontwikkeling en Leefomgeving. Voor het resterende deel (oplopend tot 700.000 euro vanaf 2019) worden hierbij voorstellen voorgelegd. Doorgaans gaat het om maatregelen, waarbij middelen vrijvallen doordat er naar verwachting minder budget nodig is om een bepaalde taak uit te voeren. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Verlagen materieel budget Ruimtelijk Ontwikkeling. Dit is mogelijk, omdat dit budget minder is benut dan er beschikbaar was.
  • Afschaffen onderzoeksbudget Stedelijke Ontwikkeling. In het vervolg worden onderzoeken uit andere budgetten gefinancierd.
  • Voordeel rentelast op de lening Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Aan het SVn is een lening verstrekt voor het verstrekken van leningen aan derden voor particuliere pandverbetering (Lipperkerkstraat). Een deel van de leningen is inmiddels afbetaald aan SVn. Daardoor kan het totale volume van de lening worden verlaagd en vallen rentelasten vrij.
  • Budget product Grondbeleid verlagen. Een materieel budget op het product Grondbeleid kan vrijvallen. Eventuele inzet van uren kan gedekt worden uit AD-middelen.
  • Opbrengsten bij Openbare Verlichting begroten. De in rekening gebrachte elektrakosten van niet-openbare verlichtingitems (abri's, reclameborden, en dergelijke) nemen we op in de begroting als opbrengst.
  • Volkspark inzet Gedetacheerden. Er is één persoon minder gedetacheerd. Dit bedrag kan in mindering gebracht worden bij het Volkspark en kan daarmee bespaard worden.
  • Minder Onderhoud door verkoop Groen-project. Door de verkoop van groen oppervlak is er een afname van het totale areaal te onderhouden groen, waardoor een besparing mogelijk is.
  • Budget Onderhoud Brandkranen verlagen. Voor het onderhoud van brandkranen is structureel minder geld nodig dan er beschikbaar is.
  • Administratieve correctie middelen 'Efficiëntere Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving conform Europese Richtlijn IPPC'. Begrotingscorrectie wegens overdracht van gemeentelijke bevoegdheden op milieugebied naar de provincie.

Daarnaast zijn er enkele maatregelen die binnen de bestaande beleidskaders genomen kunnen worden, maar wel consequenties kunnen hebben voor de ervaren kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening. Het gaat dan onder andere om de volgende voorgestelde maatregelen:

  • Afschaffen Verkeersspreekuur. Meldingen en klachten worden nu nog doorgestuurd naar verkeersspreekuur of burgers worden bij indienen van een melding daarnaar verwezen, zodat er dan een integrale afweging kan plaatsvinden. Consequentie van deze bezuiniging is dat we dergelijke meldingen niet meer in behandeling nemen, tenzij het direct de veiligheid betreft.
  • Parkonderhoud Begraafplaatsen versoberen. Vanaf 2017 kan er jaarlijks 40.000 euro bezuinigd worden op verschillende posten, waaronder het onderhoud.
  • Trekkingsrechten (korting op werkbudget Stadsdeelmanagement): De bijdrage uit wegen aan Stadsdeelmanagement voor stadsdeelgewijs werken (volgens afspraak 2006) wordt stopgezet. Dit leidt in de praktijk tot een lager werkbudget voor Stadsdeelmanagement.
  • Mobiliteitskeuzes maken in programmering: Zonder aanpassing in de prioritering zijn er op termijn onvoldoende middelen om het voorgenomen programma van mobiliteitsprojecten uit te voeren (tenzij er meevallers zijn in bijvoorbeeld subsidies). De aanpassing van de prioritering is voorzien en wordt voorgelegd bij het jaarlijkse voorstel over mobiliteitsprojecten.
  • Gehandicapten parkeren een-op-een doorbelasten. De kosten van OE-BV voor bebording nemen we op in het bedrag dat de aanvrager betaalt.

Bij elkaar opgeteld leveren de maatregelen voldoende besparing of extra inkomsten op om de taakstelling in te kunnen vullen.

Openbare Ruimte en Onkruidbestrijding
Voor de invulling van de noodzakelijke bezuinigingen op de openbare ruimte heeft uw Raad op 12 november 2014 een maatregelenpakket ‘Veranderen en Bezuinigen Openbare Ruimte’ vastgesteld. Deze bezuinigingen begonnen in 2015 met 1 miljoen euro en liepen op naar 1,5 miljoen euro in 2016 tot uiteindelijk 2 miljoen structureel vanaf 2017. De bezuiniging is voor 1,5 miljoen euro ingevuld conform het voorstel in de Programmabegroting 2016 - 2019. In de Programmabegroting 2017-2020 wordt de resterende 0,5 miljoen ingevuld.

Er ligt daarnaast een opgave voor onkruidbestrijding op verharding aangezien de in 2014 ingezette alternatieve manier van onkruidbestrijding meer kost dan de eerder gebruikte chemische bestrijding. Indicatief gaat het om 300.000 euro.

De effecten van het maatregelenpakket zijn inmiddels duidelijk zichtbaar in de openbare ruimte, zoals in de vorm van het minder gemaaide gras. Het ontstane beeld in de openbare ruimte heeft een negatief effect op onze bestuurlijke doelen uit het coalitieakkoord. Het gaat dan bijvoorbeeld om de samenlevingsgerichte inrichting en het beheer van de openbare ruimte en het woon-, werk- en vestigingsklimaat. Tegelijkertijd zien we bijvoorbeeld door het langere gras een negatief effect ontstaan op onkruid op verhardingen en in beplantingen.

Het College kiest bewust voor maatregelen die geen verdergaand effect hebben op de openbare ruimte. Concreet stellen wij in de Programmabegroting 2017-2020 het volgende voor:

  1. Invulling van de resterende taakstelling ‘Veranderen en Bezuinigen Openbare Ruimte’ (half miljoen structureel):
    • We zien vanaf 2017 nog een maximale structurele besparing van 300.000 euro als mogelijkheid binnen de door uw Raad gestelde kaders. We hebben de afgelopen jaren ingezet op een meer toekomstbestendige en vereenvoudigde openbare ruimte, die daardoor in het onderhoud goedkoper is;
    • De overige 200.000 euro wordt gevonden door kosten die toegerekend kunnen worden aan de rioolheffing en die eerder werden betaald uit het product Stadsdeelbeheer. Hierbij gaat het om activiteiten die invloed hebben op de rioolhuishouding, zoals het machinaal vegen van wegen, het verwijderen van bladafval en het onderhoud van wadi’s. Deze activiteiten kunnen deels worden doorberekend in de rioolheffing. Dit wordt met ingang van 2017 doorgevoerd. Deze toerekening leidt niet tot een stijging van de rioolheffing, omdat dit wordt gecompenseerd door een daling van de rentelasten elders binnen het eindproduct Riolering.
  2. Invulling opgave rond onkruidbestrijding op verharding: Deze vangen we op binnen het budget voor bodemsanering.

Tot slot onderzoeken we mogelijkheden om het effect van eerdere maatregelen op de openbare ruimte te verminderen. Het gaat dan om de wens om de effecten van het minder maaien verder te kunnen beperken. Dit met inbreng van de samenleving.

Herinrichting en digitalisering werkprocessen
In voorgaande Programmabegrotingen zijn bezuinigingen opgenomen op verschillende onderdelen in het begrotingsprogramma Dienstverlening en Financieel Beleid. Voorbeelden hiervan zijn de efficiencymaatregelen rond IBO, Zaakgewijs werken, Stedelijke Dienstverlening (aandeel Publieksdienstverlening), Accommodaties, Onderwijshuisvesting en Vastgoed en de desintegratiekosten bij de oprichting van het Sportbedrijf. Deze bezuinigingen worden in een maatregelenpakket gebundeld. De nadruk in het maatregelenpakket ligt op het realiseren van efficiency door herinrichting en digitalisering van werkprocessen, maar ook het beëindigen van activiteiten behoort tot de mogelijkheden.

Besparingen facilitaire dienstverlening
In een eerdere Programmabegroting is de reductie van ambtelijke huisvesting (465.000 euro) en besparingen op catering (200.000) vastgesteld. Deze bezuinigingen worden alsnog doorgevoerd. Daarnaast wordt een aanvullende bezuiniging op de bedrijfsvoering van 100.000 euro vanaf 2018 gevonden in het beperken van abonnementen op vakliteratuur en worden er enkele incidentele besparingen van 50.000 euro (in 2018) en 75.000 euro (in 2019) op bedrijfsvoering gedaan.

Sourcing
In de Programmabegroting 2015-2018 is het uitgangspunt opgenomen om toe te werken naar een regie-organisatie en om onderdelen van de organisatie te verzelfstandigen. Hieraan is een efficiencyvoordeel verbonden van 0,5 miljoen euro in 2017 en 1 miljoen vanaf 2018. De Raad heeft in 2015 een kader voor ‘sourcing’ vastgesteld dat de basis is voor afwegingen om een onderdeel van de gemeentelijke organisatie wel/niet te verzelfstandigen. De inschatting is dat beoogde efficiencyvoordelen niet direct in 2017 worden gerealiseerd. Alternatieve dekking is in 2017 beschikbaar in de reserve Flankerend Beleid.

Voor de structurele invulling van de taakstelling is er in 2016 een onderzoek gestart, waarin verschillende onderdelen zijn getoetst aan het afwegingskader sourcing. Een van de voorlopige conclusies is dat de uitkomst sterk afhankelijk is van de marktomstandigheden, de mate van samenwerking tussen overheden, de vereiste continuïteit van het werk en de afhankelijkheid van ketensamenwerking. De uitkomst van het onderzoek kan ertoe leiden, dat een onderdeel uiteindelijk uitbesteed wordt, maar de conclusie kan ook zijn dat de besparing op een andere manier gerealiseerd kan worden. Een belangrijk effect van het lopende onderzoek is dat er op verschillende onderdelen een scherpe analyse is gemaakt om taken efficiënter uit te voeren en het opdrachtgeverschap te versterken.
Aanvullend hierop gaat de gemeente in 2017 op enkele onderdelen nieuwe samenwerkingsvormen aan met marktpartijen om de expertise en innovatiekracht van marktpartijen beter te benutten.

Verbonden Partijen
In de Programmabegroting 2016-2019 is een taakstelling op verbonden partijen opgenomen. Het principe hierachter is dat gemeenten minder middelen van het Rijk hebben ontvangen om de kerntaken uit te kunnen voeren. De uitvoering van taken via een Gemeenschappelijke Regeling zou om die reden dan ook in ieder geval onderwerp van een besparingsonderzoek moeten zijn. De beoogde opbrengst is geraamd op 125.000 euro in 2017, 250.000 euro in 2018 en structureel 500.000 euro vanaf 2019. De taakstelling kan deels ingevuld worden door reeds genomen efficiencymaatregelen bij verbonden partijen. Concreet gaat het om een efficiencyvoordeel van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente van structureel 205.000 euro. Daarmee is de bezuiniging voor 2017 volledig ingevuld en die van 2018 grotendeels. Voor de invulling van het restant van 295.000 euro (resterende opgave vanaf 2019) wordt overleg gevoerd met verbonden partijen en andere betrokken deelnemers over de invulling van de taakstelling.

Kostendekkendheid leges
Bij de Programmabegroting 2014-2017 is het uitgangspunt vastgelegd dat leges kostendekkend moeten zijn. Hieraan is een opbrengst van structureel 270.000 euro gekoppeld. Dit is voor 120.000 euro ingevuld door verhoging van leges op huwelijken, Gehandicapt Parkeren (GPK) en uittreksels.

Voor de invulling van de resterende bezuiniging heeft een analyse plaatsgevonden van titel 1, 2 en 3 van de gemeentelijke legesverordening 2016. Hierbij is rekening gehouden met een aantal randvoorwaarden, waaronder de vrijstellingen die in de verordening zijn opgenomen, zoals groene leges. Naast een vrijstelling in onze gemeentelijke verordening kennen we ook leges die vanuit het Rijk zijn gemaximeerd en is in het Coalitieakkoord aangegeven dat de lasten voor de inwoners niet verder mogen stijgen dan een reguliere inflatiecorrectie die jaarlijks in de Programmabegroting wordt vastgesteld.

Met een efficiënte dienstverlening en uitvoering van taken willen wij de tarieven van leges en heffingen zo laag mogelijk houden. De kosten die wij maken, brengen wij zoveel mogelijk in rekening bij degene die de producten afneemt. De kostendekkendheid van onze tarieven willen wij zoveel mogelijk op 100% hebben. Dit is niet altijd mogelijk. Enerzijds omdat dit leidt tot onredelijk hoge tarieven, anderzijds omdat bepaalde tarieven door het Rijk op een maximum worden gesteld.

Op basis van de uitgevoerde analyse kan worden geconcludeerd, dat er alleen op enkele onderdelen mogelijkheden zijn om leges nog te verhogen. Hierbij gaat het om Havens, Markten en Evenementenvergunningen. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt, dat de gemeente niet altijd volledig zelf kan beslissen of dat er tarieven ontstaan die niet meer reëel of acceptabel zijn. Het aandeel van de taakstelling dat niet met een legesverhoging ingevuld kan worden, zal gerealiseerd worden door gemeentebrede kostenbesparende maatregelen door te voeren.

Reductie regelgeving
Een belangrijk uitgangspunt in het coalitieakkoord is de vermindering van regelgeving. Hieraan is in de Programmabegroting 2015-2018 een opbrengst verbonden van 150.000 euro in 2017 en 300.000 euro vanaf 2018. De eerste tranche dereguleringsvoorstellen heeft wel tot kostenbesparing geleid, die is ingezet om het verlies van inkomsten op het product Vergunningen te compenseren. In de eerste helft van 2017 komt een raadsvoorstel voor de tweede tranche deregulering. Het procesvoorstel is om de geraamde besparingen vanaf 2018 door te voeren aan de hand van dit voorstel. Voor 2017 kan de taakstelling van 150.000 euro gerealiseerd worden door een korting op bedrijfsvoeringsbudgetten.

Dualiseringskorting
Het Rijk heeft vanaf 2015 een korting van 168.000 euro in het Gemeentefonds doorgevoerd met de motivering dat een besparing op ondersteuning van politieke ambtsdragers mogelijk is. Deze korting is in de Programmabegroting 2017-2020 verdeeld en doorgevoerd op de onderdelen die een relatie hebben met de ondersteuning van politieke ambtsdragers.

Griffie
In de meerjarenraming van de Programmabegroting 2015-2018 is een taakstelling van 80.000 euro op de griffie vastgesteld. Bij amendement K is de invulling daarvan voor het jaar 2016 geschrapt, maar vanaf 2017 ongewijzigd in de Programmabegroting 2015-2018 blijven staan. Voor de invulling heeft de werkgeverscommissie vanaf 2017 een oplossing gevonden.

2.6. Risico's

Naast de in het middelenkader opgenomen knelpunten en oplossingen, onderkennen we de komende jaren nog een aantal risico's. In algemene zin nemen we deze risico's op in de berekening van ons weerstandsvermogen (zie paragraaf Weerstandsvermogen). Een aantal specifieke risico's willen wij hier vermelden. Deze risico's hebben onze aandacht en we nemen maatregelen om deze op te vangen of te beperken. Ze zijn echter nog niet kwantificeerbaar of hebben geen directe financiële gevolgen. 

Ontwikkeling van Gemeentefonds
De septembercirculaire 2016 laat een, ongebruikelijk omvangrijke, groei van het Gemeentefonds zien. Dit tegen de achtergrond dat de Rijksuitgaven toenemen en het Gemeentefonds meegroeit conform de trap-op-trap-af-systematiek. In deze geraamde groei van het Gemeentefonds zit ook een aantal risico's. Onzeker is of deze groei in volgende circulaires behouden blijft, vanwege de volgende factoren:

  • In de septembercirculaire zijn de accressen met name vanaf 2018 aan de hoge kant. Deze liggen tussen 2% tot 2,5% terwijl 1,5% het langjarige gemiddelde is. Het is zeer wel denkbaar dat de accressen bij de meicirculaire 2017 weer neerwaarts worden bijgesteld.
  • Mogelijk voert een nieuw kabinet een korting of herverdeling van het Gemeentefonds door. De studiegroep begrotingsruimte, die de politieke partijen van input voorziet voor hun verkiezingsprogramma’s, geeft aan dat het nadere onderzoek naar de financiële verhoudingen en mogelijke uitbreiding van het lokale belastinggebied zo snel mogelijk moet worden afgerond. Er ligt al een aantal voorstellen voor hoe de huidige normeringssystematiek (trap-op-trap-af) ingrijpend gewijzigd zou moeten worden. Een dergelijke mutatie kan tot grote herverdelingen leiden.
  • Vanaf 2021 wordt het Gemeentefonds structureel gekort met 90 miljoen euro, oplopend naar 605 miljoen euro. Dit vanwege de ‘opschalingskorting’ die het huidige kabinet heeft ingevoerd. Voor Enschede leidt dit uiteindelijk tot een uitname van structureel circa 6 miljoen euro. Overigens voert Enschede met o.a. de VNG, G32 en 100.000+ gemeenten een lobby om deze opschalingskorting van tafel te krijgen bij de volgende kabinetsformatie.

BUIG
Zoals in de voorgaande paragraaf gemeld, geldt de doelstelling om binnen een aantal jaren uit te komen met het budget dat wij van het Rijk ontvangen. Het gaat om een maatregelenpakket, waarmee de gemeente uiteindelijk in 2017 6,9 miljoen euro en vanaf 2018 8,0 miljoen euro lagere bijstandsuitgaven moet realiseren. Aanvullend ligt er de opgave om de bijstandsuitgaven op termijn met 1,8 miljoen te verlagen. De risico's voor het realiseren van deze bezuiniging zijn meegenomen in het weerstandsvermogen. Naast de realisatie van de ingezette maatregelen is de gemeente sterk afhankelijk van de veranderingen in het nieuwe verdeelmodel van de BUIG.

WMO en Jeugdhulp
Na de overdracht van de Jeugdhulp en WMO-taken naar gemeenten, blijkt dat er een forse toename zichtbaar is van het aantal cliënten in de Wet langdurige zorg (Wlz). Voor een deel van deze cliënten zijn de financiële middelen bij de start in 2015 toebedeeld aan gemeenten. Het Rijk brengt daarom een correctie aan op de oorspronkelijke budgetverdeling. Het is nog onzeker of er ook daadwerkelijk in onze gemeente sprake is van afname van de kosten en dus daling van het aantal cliënten die overeenkomt met de budgetverlaging. In het weerstandsvermogen is rekening gehouden met dit risico.

Grondexploitaties
De afgelopen jaren heeft de gemeente verschillende maatregelen genomen om de risico's in de grondexploitaties te beperken. Op dit moment zijn er twee lijnen, waarmee de risico's verder worden teruggebracht. Ten eerste leiden de gewijzigde verantwoordingsregels (BBV) tot een verkleining van de risico's. Ten tweede is in het weerstandsvermogen een bedrag van 22 miljoen euro gereserveerd om financiële effecten als gevolg van beleidskeuzes uit Richting aan Ruimte (RaR) op te vangen.
Desondanks blijven de grondexploitaties een risicofactor voor de gemeente. Dit vanwege de omvang van de totale portefeuille grondexploitaties en de afhankelijkheid van externe factoren (marktomstandigheden).

Verbonden Partijen (RBT en ADT)
Binnen enkele gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, zijn financiële risico's aanwezig. Deze financiële risico's zijn met name aanwezig in het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) en Area Development Twente (ADT) en kunnen voortkomen uit gewijzigde marktomstandigheden en eventuele aanpassingen van voorgenomen ontwikkelingen.

Realisatie van bezuinigingen
In de voorgaande paragraaf is benadrukt dat de gemeente Enschede over de afgelopen 7 jaar een forse bezuinigingsopgave van ongeveer 100 miljoen euro heeft verwerkt en dat daarvan nog 12,6 miljoen euro ingevuld wordt. Vanwege de omvang van de doorgevoerde bezuinigingen is er enerzijds een risico dat niet alle ingezette en voorgenomen maatregelen tot de beoogde besparingen leiden. Anderzijds zijn mogelijk ook extra intensiverings- of transitiemiddelen noodzakelijk om een verdere invulling aan de bezuinigingsmaatregelen te geven.

Risico’s in de openbare ruimte (maaien en grondwater)
We onderzoeken nu de mogelijkheden om het effect van eerdere maatregelen (zoals maaien) op de openbare ruimte te verminderen. Dit met inbreng van de samenleving. De uitkomst hiervan kan zijn dat er meer middelen nodig zijn voor het maaien in de stad.

Daarnaast blijft de grondwaterproblematiek in stadsdeel Noord een aandachtspunt: er is veel overlast en schade. We hebben toegezegd gezamenlijk met andere betrokken partijen en bewoners een kenniscentrum over grondwaterproblematiek te gaan vormgeven.

Van gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens naar Basis Registratie Personen
Het voldoen aan het landelijke programma Generieke Digitale Infrastructuur betekent een forse financiële inspanning. In het bijzonder betreft dit de 'vervanging' van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) naar de Basis Registratie Personen, een landelijke voorziening waarop wij moeten aansluiten per 2018. De exacte omvang van deze operatie is nog niet uitgekristalliseerd. Het is een reëel risico dat in de komende jaren aanvullende middelen gevonden moeten worden. 

Wet bescherming persoonsgegevens en meldplicht Datalekken
Gemeenten bewaren en verwerken veel persoonsgegevens en veel medewerkers hebben op grond van hun taken toegang tot persoonsgegevens. Onze gemeente heeft daarom verschillende functionarissen die erop toezien dat dat zorgvuldig gebeurt. Mocht het toch voorkomen dat er iets mis gaat, bijvoorbeeld dat persoonsgegevens kwijtraken en/of in verkeerde handen komen, dan melden wij dat aan het Meldpunt Datalekken van de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze melding is wettelijk verplicht. De Autoriteit kan voor overtredingen van de wettelijke voorwaarden van vrijwel alle verplichtingen uit de Wbp (Wet Bescherming Persoonsgegevens) boetes uitdelen aan gemeenten tot een maximum van 810.000 euro. Als er direct aanwijsbare schade is voor betreffende persoon/personen, moeten deze afzonderlijk worden ingelicht. De kans op verlies bij gebruik in onze reguliere kantooromgevingen (door 'hacken') is gezien onze beveiligingsmaatregelen beperkt.

Pensioenvoorziening wethouders
Voor (oud)wethouders die nog niet met pensioen zijn, is een voorziening gevormd. Eventuele pensioenoverdracht naar een pensioenfonds kan hieruit gefinancierd worden. Voor oud-wethouders die al met pensioen zijn, hebben wij tot 2014 de richtlijn gehanteerd om hier structurele middelen voor te begroten. Al ruim 10 jaar wordt landelijk gesproken om deze pensioenverplichtingen onder te brengen bij het pensioenfonds APB. Indien dit een verplichting wordt, ontstaat het risico dat wij de pensioenverplichtingen in één keer af moeten dragen. Hier staat tegenover dat de structurele last vrijvalt. Naast dit overdrachtsrisico onderkennen we ook het risico van een lage rentestand, waardoor aanvullende dotaties plaats moeten vinden aan onze pensioenvoorziening. De rentevermeerdering is dan ontoereikend voor de toekomstige verplichtingen. Dit risico hebben we meegenomen in de berekening van ons weerstandsvermogen. 

2.7. Overige ontwikkelingen

Doorvoeren vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording
Diverse ontwikkelingen sinds de introductie van het Besluit Begroting en Verantwoording in 2004 vormen aanleiding voor vernieuwing van het BBV. De voorgestelde wijzigingen richten zich op een versterking van de horizontale sturing door de raad en vergelijkbaarheid tussen gemeenten. De meeste wijzigingen treden in werking met ingang van het begrotingsjaar 2017. De hieronder genoemde wijzigingen zijn in de begroting 2017-2020 verwerkt.

Uniforme indeling in taakvelden
Met de introductie van de taakvelden (ter vervanging van de producten) wordt de informatie in de begroting en de informatie voor derden gestroomlijnd en vereenvoudigd. In de nieuwe regels wordt voorgeschreven welke taakvelden provincies en gemeenten moeten gebruiken voor het opstellen van de begroting en de zogenaamde uitvoeringsinformatie. Het taakveldenoverzicht is opgenomen in de financiële begroting (hoofdstuk 5.2). Voor deze raadsperiode is echter gekozen, om de met de raad afgesproken doelstellingen- en productenstructuur te handhaven.

De taakvelden zijn daarmee aanvullend naast de huidige producten (doelenboom). Het vaststellen van de doelenboom en de wijze van sturing blijft de autorisatiebevoegdheid van de Raad. Het vervangen van de producten door taakvelden is een afweging die bij de PB2019 (nieuwe coalitie) aan de orde komt. Deze raadsperiode wordt gestuurd op de huidige doelstellingen en niet op de nieuwe taakvelden.

Dit zal ook gevolgen hebben voor de sturing en leiden tot een herindeling van de Programmabegroting. De nieuwe BBV schrijft dwingend voor dat een aantal taakvelden uit de programma’s gehaald wordt en apart wordt gepresenteerd. Dit betreft onder andere de overhead, wat tot uiting komt in hoofdstuk 4.5 Bedrijfsvoering.

Uniforme basisset van beleidsindicatoren
Op basis van de nieuwe voorschriften zijn we ook verplicht om een set uniforme beleidsindicatoren op te nemen. De Raad heeft in 2014 een eigen set met gemeentelijke beleidsindicatoren vastgesteld. Deze set is voor ons leidend en willen wij handhaven. De verplichte beleidsindicatorenset vanuit de BBV wordt dan ook aanvullend opgenomen. Bij het opstellen van de nieuwe vierjarenbegroting kunnen beide sets indicatoren geïntegreerd worden. In deze begroting handhaven we onze eigen set met indicatoren en geven hierbij ook de streefwaarde aan.

Het College stuurt niet op de nieuwe verplichte set indicatoren. Daarom wordt er geen toelichting bij gegeven en volstaan wij met het benoemen van de waarde en de bron. De waarden van bijna alle indicatoren staan voor elke gemeente vermeld op www.waarstaatjegemeente.nl. Op deze website kunt u ook zien hoe Enschede zich verhoudt tot andere gemeenten. De verplichte beleidsindicatoren zijn bij elk begrotingsprogramma conform artikel 8 lid3a van de BBV opgenomen onder ‘Wat willen we bereiken’.

Verbeterde informatie over verbonden partijen
Het is belangrijk dat de Raad in het proces van begroting en verantwoording de benodigde informatie krijgt om de bijdrage van verbonden partijen aan de realisatie van de programma’s te beoordelen en te laten meewegen in het proces van horizontale sturing en verantwoording. De bijdragen van de verbonden partijen aan het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de gemeente zijn opgenomen in de programma’s onder 'Wat gaan we ervoor doen'.
De verbonden partijen worden uitgesplitst naar type in de paragraaf Verbonden partijen: gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen en coöperaties, stichtingen en verenigingen, en overige verbonden partijen.

Beter inzicht in overhead/kosten en eenvoudige wijze van toerekening van kosten/rentelasten
De wijziging met betrekking tot de overhead betekent dat alle overhead die zich nu nog binnen de programma’s bevinden, verschuiven naar een centraal taakveld/product (overhead) in onze begroting. Concreet betekent dit dat, naast de eerder gecentraliseerde overheadkosten van interne dienstverlening, alle tabellen 'Wat mag het kosten' van de programma’s verminderd worden met de programma-overhead en dat al deze overheadkosten verzameld worden. We presenteren de totale kosten van overhead in het programma Dienstverlening en Financieel Beleid. Daarnaast wordt de wijze van toerekening van rente aan taakvelden en projecten uniform voorgeschreven.

Inhoudelijke wijziging met betrekking tot het MPG
Per 1-1-2016 zijn nieuwe BBV-regels van kracht die ook financieel effect hebben op het MPG. Per saldo is dat 4,3 miljoen euro negatief. Deze gevolgen zijn verwerkt in de programmabegroting. De grootste financiële effecten zijn een gevolg van de ingestelde beheersregels bij grondexploitaties met een looptijd van langer dan 10 jaar (3,7 miljoen euro) en de gewijzigde renteregels (0,3 miljoen euro).
Het MPG 2017 zal ook conform de nieuwe BBV-regels worden opgesteld en in de meerjarenbegroting zijn beslag krijgen.

Foutmarges
Conform toezegging bij de raadsbehandeling van de Zomernota 2016 hebben wij, waar van toepassing, bij de effectindicatoren de foutmarges opgenomen. Een foutmarge geeft de mate van onzekerheid aan bij de uitslag van een steekproef of statistische meting. Dit geldt in elk geval voor de resultaten van de indicatoren die door Kennispunt voor ons gemeten worden. Daarnaast zijn er ook indicatoren waarvan de score wel door een steekproef/enquête wordt bepaald, maar waarbij we de gegevens uit een externe bron halen. We hebben daarbij geen inzicht in de foutmarge. Daarom vermelden we bij deze indicatoren dan ook geen foutmarge. En ten slotte is er een categorie indicatoren waarvan de gegevens uit (onze eigen) databases komen. Hierbij vermelden wij geen foutmarge.