Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 17 december 2012 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. De onderlinge verrekeningen, vorderingen en schulden tussen de organisatie onderdelen zijn gesaldeerd. Deelnemingen zijn niet in de consolidatie betrokken, maar zijn opgenomen onder de financiële vaste activa.
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. Uitzondering geldt voor een aantal voorzieningen waarbij het tijdsaspect een betekenisvolle rol speelt. Deze voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht.
Stelselwijziging
Als gevolg van gewijzigde regelgeving (Bbv) is een aantal balansposten geherrubriceerd. Deze stelselwijzigingen zijn per balanspost apart toegelicht.
De activa worden geactiveerd op basis van verkrijgingsprijs. De afschrijving vindt plaats op basis van de lineaire methode.
|
Toelichting
Het actief betreft enerzijds de kosten van onderzoek naar gezamenlijke grondwaterinzameling in Twente en anderzijds investeringsbijdragen aan activa van derden zoals brede school Velve Lindehof, Stroinkslanden, Sportpark Boekelo, etc.
Deze bijdragen aan activa van derden zijn als gevolg van gewijzigde wetgeving (Bbv) vanaf 2016 niet langer onder de financiële maar onder de immateriele vaste activa gepresenteerd. Als gevolg van deze wetswijziging zijn de vergelijkende cijfers voor 2015 aangepast (8,5 miljoen euro is geherrubriceerd). Daarnaast blijkt uit een uitgevoerd activa onderzoek dat activa voor een bedrag van 9,7 miljoen euro geherrubriceerd moeten worden van de materiele vaste activa maar naar de immateriele vaste activa. Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven als ware het actief, waarvoor de bijdrage wordt verstrekt, in bezit van de gemeente.
De boekwaarde van de immateriële vaste activa is met 5 miljoen euro afgenomen als gevolg van afschrijvingen (0,9 miljoen euro) en desinvesteringen (4,1 miljoen euro). De desinvesteringen zijn het gevolg van de verzelfstandiging van sport.
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen.
De materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld:
|
In 2016 zijn een drietal herrubriceringen doorgevoerd:
De vaste activa zijn inclusief de activa in ontwikkeling van 2,1 miljoen euro. In hoofdstuk 9.3 kredietenoverzicht wordt in meer detail inzicht gegeven in dit onderhanden werk.
De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Onderstaande tabel geeft inzicht in dit onderscheid.
|
Hieronder geven we per categorie inzicht in het verloop van de boekwaarde van de materiële vaste activa.
Investeringen met economische nut
Erfpacht
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (voortdurende erfpacht) of tegen 1 euro registratiewaarde (eeuwigdurende erfpacht).
Afschrijvingen
Er wordt afgeschreven over deze waarde met ingang van het jaar volgend op de ingebruikname. Activa welke nog niet in gebruik zijn genomen per 31 december 2016, maar nog in uitvoering zijn, worden gepresenteerd onder de categorie materiële vaste activa waar ze na gereed melding worden geactiveerd.
De afschrijvingen vinden grotendeels plaats op basis van de lineaire methode (deels op annuïtaire basis) en zijn gebaseerd op de economische levensduur, conform de nota activeren en afschrijven. De levensduur van de gronden en terreinen is bepaald als oneindig.
Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats als de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie.
Als een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
|
Toelichting
De investeringen bedragen 11,5 miljoen euro en bestaan uit:
De desinvesteringen bedragen 2,9 miljoen euro en bestaan voornamelijk uit:
De afschrijvingen op bedrijfsgebouwen bevatten een incidentele afschrijvingslast van ruim 10 miljoen euro. Uit een uitgevoerd activa-onderzoek blijkt dat:
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Uitzondering hierop vormen de werkzaamheden aan gronden en terreinen zoals terreinafwerking en parkeerplaatsen.
Bijdragen van derden bedragen 7,5 miljoen euro en zijn ontvangen subsidies. De ontvangen subsidies betreffen o.a. projecten mobiliteitsplan, stadsweide koningsplein, etc. Daarnaast betreft een EFRO subsidie (109.000 euro) t.b.v. Koningsplein een correctie: voorgaande jaren is deze post onjuist verantwoord onder het project aanpassing Van Heek garage/bedrijfsgebouwen.
Investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven
De hier genoemde activa bestaan uit investeringen in afvalstoffen en rioleringen. Voor deze activa worden heffingen geheven.
|
Toelichting
De in 2016 gedane investeringen betreffen afval en rioleringen (conform het GRP). De afschrijvingen hebben plaatsgevonden conform de nota activeren en afschrijven.
Investeringen met maatschappelijk nut
Investeringen in infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken worden in de regel ten laste van de exploitatie gebracht. Bij raadsbesluit kan hiervan worden afgeweken. Onderstaande tabel bevat de geactiveerde investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
|
Toelichting
De investeringen betreffen voornamelijk wegen (1,4 miljoen euro, aanleg van het fietspad Zuid Esmarkerrondweg), openbare verlichting (1,3 miljoen euro) en SW (1,9 miljoen euro).
De desinvesteringen betreffen o.a. projecten zoals B&S park (0,9 miljoen euro), stadserf (0,6 miljoen euro), voorbereidingskosten (1,2 miljoen euro), Ecozone Eschmarke (0,4 miljoen euro) en gemeentelijke aandelen t.a.v. tunnel Auke Vleerstraat en Westerval (0,5 miljoen euro).
De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de Nota activeren en afschrijven. Investeringen in wegen worden in 10 jaar afgeschreven, verkeersregelinstallaties in 10 jaar, openbare verlichting in 20 jaar voor armaturen en 40 jaar voor lichtmasten. Bij raadsbesluit kan hiervan worden afgeweken. De afschrijvingen bevatten een incidentele inhaalafschrijving van 0,8 miljoen euro. Uit onderzoek is gebleken dat een tweetal activa niet meer in eigendom en/of gebruik zijn.
Bijdragen van derden bedragen 0,6 miljoen euro (o.a. subsidies).
De financiële vaste activa zijn opgebouwd uit aan derden verstrekte leningen en belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. Aan derden verstrekte geldleningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht.
Het verloop van de financiële vaste activa in 2016 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Als gevolg van gewijzigde wetgeving (Bbv) zijn de bijdragen aan activa van derden vanaf 2016 niet langer onder de financiële maar onder de immateriele vaste activa gepresenteerd. Als gevolg van deze wetswijziging zijn de vergelijkende cijfers voor 2015 aangepast (8,5 miljoen euro is geherrubriceerd).
|
Toelichting
De bijdragen aan activa van derden zijn als gevolg van gewijzigde wetgeving (Bbv) vanaf 2016 niet langer onder de financiële maar onder de immateriele vaste activa gepresenteerd. Als gevolg van deze wetswijziging zijn de vergelijkende cijfers voor 2015 aangepast (8,5 miljoen euro is geherrubriceerd).
De financiële vaste activa bestaat uit kapitaalverstrekkingen en leningen. Deze activa neemt met 8,4 miljoen euro af van 72,2 miljoen naar 63,8 miljoen euro. Deze afname bestaat enerzijds uit aflossingen/afschrijvingen voor 8,5 miljoen euro en anderzijds uit investeringen van ruim 0,1 miljoen euro.
De investeringen van ruim 0,1 miljoen euro bestaat uit leningen aan werknemers van de gemeente voor fietsprivé, en een lening aan de commissie van beheer van het Van Heek park.
Op de kapitaalverstrekkingen is 0,2 miljoen euro afgeschreven in 2016. Dit gelijk aan de afschrijving in voorgaande jaren.
De aflossingen van 8,3 miljoen euro zijn gedaan door:
Onder de overige langlopende leningen van 39,4 miljoen euro is de lening FC Twente begrepen voor een bedrag van 17 miljoen. Op 16 februari 2017 heeft de raad ingestemd met het voorstel tot herfinanciering van FC Twente. Deze houdt in dat de huidige lening met een restant hoofdsom van 17 miljoen euro in stand blijft. De looptijd van de lening wordt wel verlengd en ook wordt de rente aangepast aan de marktrente.
Voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, eventueel (tijdelijk) afgewaardeerd wanneer de marktwaarde lager is. Een uitzondering hierop vormen de bouwgrond in exploitatie. Deze voorraden worden gewaardeerd tegen netto vervaardigingkosten: de historische kostprijs wordt verhoogd met de gemaakte kosten en verminderd met de opbrengsten uit gronduitgiften, subsidies en bijdragen. De kostprijs bestaat uit de directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en interest. Voor winstneming op projecten wordt de methode toegepast, waarbij de winsten worden genomen op het moment dat de boekwaarde, rekening houdend met nog te maken kosten, negatief wordt. Een negatieve boekwaarde minus nog te maken kosten wordt gezien als gerealiseerde winst. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waardecorrectie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht.
|
Grond- en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden
Niet in exploitatie genomen bouwgronden worden alleen als dusdanig gerubriceerd als er een reëel en stellig voornemen (raadsbesluit) bestaat dat deze in de toekomst zal worden bebouwd. Binnen de gemeente is deze situatie niet van toepassing.
Grond- en hulpstoffen
Bedrage x 1.000 euro | Balanswaarde 31-12-2015 |
Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Boekwaarde 31-12-2015 |
Herclass. | Herrubr. naar MVA | Boekwaarde 1-1-2016 |
Investeringen | Desinvesteringen | Boekwaarde 31-12-2016 |
Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Balanswaarde 31-12-2016 |
Boekwaarde per m2 |
Ruilgronden | 12.860 | 5.507 | 18.367 | -18.367 | 0 | |||||||
Te verkopen gronden | 4.677 | 12.454 | 17.131 | -17.131 | 0 | |||||||
Algemeen | 0 | 155 | 155 | -155 | 0 | |||||||
Gronden- naar MVA | 19.460 | 14.457 | 5.003 | 1.317 | -638 | 5.682 | -5.682 | 0 | ||||
Gronden- Voorraad Handelsgoed. | 16.193 | 16.193 | 166 | 776 | 17.135 | -12.008 | 5.126 | 4,334 | ||||
Subtotaal | 17.537 | 18.116 | 35.653 | 0 | 14.457 | 21.196 | 1.482 | 138 | 22.817 | -17.690 | 5.126 | |
Overige grond- en hulpstoffen | 33 | 0 | 33 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 33 | 0 | 33 | |
Totaal | 17.570 | 18.116 | 35.686 | 0 | 14.457 | 21.229 | 1.482 | 138 | 22.850 | -17.690 | 5.160 |
Toelichting
Vanwege de herrubricering van de Grond- en hulpstoffen per 1 januari 2016 vindt reclassificatie van de Ruilgronden (18,4 miljoen euro) en Te verkopen gronden (17,1 miljoen euro) naar Gronden MVA en Gronden VHG plaats. Vervolgens zijn de Gronden MVA (14,5 miljoen euro) op basis van de gewijzigde regelgeving (Bbv) per 1 januari 2016 geherrubriceerd onder de materiële vaste activa (zie 8.2 Materiële vaste activa). Hierdoor is de balanswaarde afgenomen.
Wat resteert zijn de te verkopen gronden die de gemeente Enschede in verkoop heeft en per 1-1-2016 conform de Bbv als voorraad handelsgoederen op de balans worden gepresenteerd.
Bij zowel de strategische MVA gronden als de te verkopen gronden is de aanwezige voorziening per 1-1-2016 ingezet om de boekwaarde daadwerkelijk te verlagen tot de lagere marktwaarde. Hierdoor is de voorziening voor gronden verdwenen en wordt de boekwaarde gelijk aan de balanswaarde.
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie (BIE)
Bedragen x € 1.000 | Balanswaarde 31-12-2015 |
Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Boekwaarde 31-12-2015 | Herrubricering 1-1-2016 | Boekwaarde | Investeringen | Inkomsten | Boek-waarde 31-12-2016 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Balans-waarde 31-12-2016 |
Totaal onderhanden werk | 58.668 | 64.595 | 123.263 | -40.529* | 82.734 | 22.430 | 24.800 | 80.364 | 63.578 | 16.786 |
Toelichting
De afname van de balanswaarde is voornamelijk te verklaren door het effectueren van de aangescherpte verslaggevingsregels die per 1-1-2016 van kracht zijn geworden. Deze nieuwe regelgeving houdt verband met een tweetal ontwikkelingen, namelijk enerzijds de constateringen en aanbevelingen van de adviescommissie vernieuwing BBV om meer en vergelijkbare informatie over grondexploitaties in de jaarrekening op te nemen (o.a. facilitair grondbeleid als vordering of schuld en gronden als MVA) en anderzijds de invoering van de vennootschapsplicht voor gemeenten die meer aansluiting tussen de verslaggevingsregels en fiscale regels wenselijk maakt. Dit heeft een effect op de waardering van de bouwgronden in exploitatie (BIE) en de vermogenspositie van de gemeente. De aanscherpingen betreffen vooral de afbakening van grondexploitaties en de aan grondexploitaties toe te rekenen kosten. Deze wijzigingen hebben een lagere waardering van de BIE en daarmee een nadelig effect op de financiële positie.
Dit heeft geleidt tot een herrubricering waardoor de grondexploitatie Usseles Es in 2016 gepresenteerd is als grond MVA (24,9 miljoen euro, na verrekening met de verliesvoorziening van 16,6 miljoen euro) en niet als Onderhanden werk als gevolg van het stellige voornemen om deze exploitatie niet op korte termijn te gaan ontwikkelen. Een tweede herrubricering betreffen de particuliere grondexploitaties met ruim 1 miljoen euro. Ook dit is het gevolg van gewijzigde regelgeving en betreffen vooruitvangen baten van particuliere grondexploitaties die per 1-1-2016 geen onderdeel meer vormen van het onderhanden werk maar van de overlopende passiva.
De waardering van de gronden in exploitatie per 31 december 2016 is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties volgens het MPG 2017. Deze periodieke actualisatie kan in de toekomst - mede gezien de huidige onzekere marktomstandigheden – leiden tot een aangepaste waardering van de gronden in exploitatie en de hiermee samenhangende voorziening voor negatieve grondexploitaties. Dit geldt ook voor de realisatie van de gehanteerde verkoopprijzen, welke mede op basis van jaarlijkse taxaties tot stand komen. Voor een gedetailleerde toelichting van de gehanteerde uitgangspunten alsmede risico’s en onzekerheden van grondexploitaties verwijzen wij naar paragraaf 3.7 grondbeleid en het MPG 2017.
De nieuwe BBV voorschriften schrijven voor grondexploitaties in principe een maximale looptijd van 10 jaar per grondexploitatie voor. Dit zou echter betekenen dat o.a. de grondexploitaties Vaneker, Eschmarke, Euregio en B&S Park een korte looptijd krijgen. Vanuit Richting aan Ruimte bestaat deze noodzaak niet, waardoor door de gemeenteraad is besloten om de looptijd niet te verkorten en als beheersmaatregel door te voeren dat na 10 jaar geen opbrengststijging meer wordt toegerekend aan deze grondexploitaties.
De totaal nog te maken kosten bedragen 117,5 miljoen euro en de nog te realiseren opbrengsten bedragen 138,6 miljoen euro. Met de huidige inzichten en rekening houdend met de reeds gedane investeringen (boekwaarde per 31-12-2016) wordt een resultaat verwacht van 40,6 miljoen euro negatief op contante waarde. Op complexniveau zijn de voorziene negatieve saldi op grond van Bbv 100% voorzien en daarmee afgedekt.
Voor inzicht in de uitkomsten van de risicoberekeningen en betekenis voor het weerstandsvermogen wordt verwezen naar paragraaf 4.1 overzicht ruimtelijke projecten en de paragrafen 3.2 weerstandsvermogen en risicobeheersing en 3.7 grondbeleid.
Gereed product en handelsgoederen
De voorraden gereed product betreffen de voorraden relatiegeschenken, eigen verklaringen en gehandicaptenparkeerkaarten.
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorderingen zijn verminderd met de voorziening voor oninbare bedragen.
|
Toelichting
De vordering op de openbare lichamen bestaat uit een vordering op het ministerie van Financiën voor het terugvorderen van BTW (20,2 miljoen euro), een vordering op het ministerie SZW i.v.m. MAU/vangnet uitkering (4,5 miljoen euro), een vordering op de Veiligheidsregio i.v.m. FLO verrekening (0,6 miljoen euro) en diverse vordering op o.a. gemeenten (1,4 miljoen euro).
Als gevolg van schatkistbankieren resteert een vordering van 0,8 miljoen euro.
De rekening courant verhoudingen betreffen het Rijk (SVN) en het GBT t.b.v. het innen van lokale heffingen. Deze bedragen resp. 0,5 miljoen en 5,3 miljoen euro.
De overige vorderingen van 31,8 miljoen euro bevat o.a. de zogenaamde 'sociale' debiteuren (14 miljoen euro zijnde 27 miljoen euro minus 13 miljoen euro i.v.m. voorziening voor oninbaarheid) en overige private vorderingen (ruim 17 miljoen euro). De voorziening voor oninbaarheid, die in mindering is gebracht op de vorderingen bestaat voor 2 miljoen euro uit oninbare BBZ vorderingen en 1 miljoen voor private vorderingen.
De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden. Het drempelbedrag bedroeg ruim 4 miljoen euro in 2016. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2016 het drempelbedrag niet heeft overschreden.
(x € 1.000) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen | 2.554 | 2.505 | 1.485 | 2.497 |
Toegestane drempelbedrag | 4.045 | 4.045 | 4.045 | 4.045 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 1.492 | 1.540 | 2.560 | 1.549 |
Overschrijding drempelbedrag | 0 | 0 | 0 | 0 |
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Gedurende het jaar is het banksaldo negatief geworden en is daarom opgenomen onder de kortlopende schulden.
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
De belangrijkste posten die zijn opgenomen onder de overlopende activa worden hieronder toegelicht. Dit zijn:
De overlopende activa bestaan in hoofdzaak uit:
Nog te ontvangen baten | |
Nog te ontvangen BTW | 5.339 |
Nog te ontvangen rente | 991 |
Nog te ontvangen baten Onderhoud Enschede B.V. | 1.221 |
Nog te ontvangen overig | 2.979 |
10.530 | |
Vooruitbetaalde kosten | |
Vooruitbetaalde levensloop Bandweer | 1.982 |
Vooruitbetaalde kosten FC Twente | 760 |
Vooruitbetaalde zorgkosten WMO | 7.286 |
Vooruitbetaalde kosten overig | 769 |
10.797 |
Onder de overlopende activa zijn ook bedragen verantwoord die betrekking hebben op nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese of Nederlandse overheidslichamen, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Deze overlopende activa staan opgenomen in onderstaande tabel.
Verloop nog te ontvangen bedragen van Europese of Nederlandse overheden | Boekwaarde 01-01-2016 | Toevoeging | Aanwending | Boekwaarde 31-12-2016 |
Ministerie van Veiligheid en justitie - RIEC | 147 | 147 | ||
Provincie Overijssel - Cultuureducatie | 9 | 4 | 13 | |
Provincie Overijssel - Lang zult u wonen | 16 | 16 | ||
Ministerie van Veiligheid en justitie - Bed Bad Brood | 119 | 119 | ||
Totaal | 156 | 139 | 295 |
Het eigen vermogen is gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het nog te bestemmen resultaat over het boekjaar 2016.
Over het jaar 2016 is een afname van de reservepositie te zien van 24 miljoen euro. De reservemutaties voor 2 onderdelen springen eruit.
Allereerst de ontwikkeling van de reserves van het programma Versterken economie. Deze laten een afname zien van 5,1 miljoen euro. Deze afname is voornamelijk toe te schrijven aan de reserve mobiliteit. Er was in de begroting ook al rekening gehouden met deze afname in de reserve mobiliteit.
Daarnaast verslechtert de reservepositie van het programma Dienstverlening en financieel beleid met bijna 20 miljoen euro. Dit wordt allereerst veroorzaakt door de overboeking van het rekeningresultaat 2015 naar de Algemene reserve. Daarnaast zijn er dalingen te zien in meerdere reserves conform de aangekondigde reserveontwikkeling in de Programmabegroting 2016-2019. Het betreft de reserves Vastgoed, Onderwijshuisvesting en de reserve vervangingsinvesteringen sport. En ten slotte de incidentele verrekening met de reserve Vastgoed (kostprijsdekkende huur) in verband met de afwaardering van de Spinnerij Oosterveld en CeeCee center (5,7 miljoen euro, zie hoofdstuk 7.2 Materiële vaste activa).
Voor een specificatie van de afzonderlijke reserves verwijzen wij naar de staat van reserves, opgenomen in Hoofdstuk 9.1.
Voorzieningen dienen naar beste inschatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico's. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de geschatte omvang van de verplichtingen en risico's waarvoor ze gevormd zijn.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering geldt voor een aantal voorzieningen waarbij het tijdsaspect een betekenisvolle rol speelt. Deze voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde, bijvoorbeeld de pensioenvoorziening.
|
Toelichting
De stand van de voorzieningen is over het jaar 2016 met 9,8 miljoen euro afgenomen.
De grootste daling is te zien in de risicovoorziening. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de vrijval van de voorziening GEM Zuiderval bij het programma Dienstverlening en financieel beleid. De Raad heeft op 3 oktober 2016 besloten de grondexploitatie Zuiderval te ontbinden. Als gevolg daarvan is de voorziening vrijgevallen. De grondexploitatie is vervolgens, samen met deze voorziening, ondergebracht bij het grondbedrijf van de gemeente Enschede.
Voor een specificatie van de voorzieningen verwijzen wij u naar de staat van voorzieningen, opgenomen in Hoofdstuk 9.2.
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
|
Toelichting
In 2016 zijn geen nieuwe langlopende leningen afgesloten. De aflossingen bedroegen 34,4 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2017 is opgenomen in het saldo per 31 december 2016 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg 18 miljoen euro in 2016. Onder de kortlopende schulden is de verplichting van de in 2017 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal 8,5 miljoen euro.
De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
In 2016 zijn de betalingen onderweg geherrubriceerd van de overlopende passiva naar de vlottende schulden.
Onder de kortlopende schulden is een kasgeldlening van 55 miljoen euro opgenomen. Onder de overige kortlopende schulden zijn de verplichtingen verantwoord. De grootste posten zijn:
Nog af te dragen rente over 2016 | 8,5 miljoen |
Terug te betalen rijksgelden in het kader van de BBZ | 5,9 miljoen |
Af te dragen loonheffing | 4,5 miljoen |
Terug te betalen rijkssubsidie SW | 4,2 miljoen |
Diverse zorgaanbieders | 15,9 miljoen |
Deze worden in 2017 betaald.
De overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
In 2016 zijn de betalingen onderweg geherrubriceerd van de overlopende passiva naar de vlottende schulden. Het saldo van de overlopende passiva neemt in 2016 toe met ca 3 miljoen euro. De grootste toename is veroorzaakt door de vooruit ontvangen baten die in 2016 met 7 miljoen euro zijn toegenomen. Deze betreffen voornamelijk ontvangen subsidiegelden van de Provincie voor het Programma Netwerkstad Twente.
Onder de overlopende passiva staan ook van de EU, Rijk en provincie ontvangen voorschotbedragen voor specifieke doeluitkeringen opgenomen die dienen ter dekking van lasten in het lopende boekjaar en eventueel volgende begrotingsjaren. Deze bedragen zijn opgenomen in onderstaande tabel.
|
Gewaarborgde geldleningen
Omschrijving (bedrag x 1.000 euro) | Oorspronkelijke bedrag geldlening | Percentage borgstelling | Hoofdsom per 01-01-2016 | Correcties per 01-01-2016 | Nieuwe leningen | Aflossingen | Hoofdsom per 31-12-2016 |
Garanties | 57.981 | 100% | 30.184 | 0 | 250 | 2.426 | 28.008 |
Toelichting
Gewaarborgde leningen | Oorspronkelijke bedrag gewaarborgde leningen | Percentage waarvoor borgstelling is verleend door gemeente Enschede | Stand 01-01-2016 | Correcties 01-01-2016 | Nieuwe garanties | Aflossingen | Stand 31-12-2016 |
Gegarandeerde geldleningen aan: | |||||||
- Verbonden partijen | 5.100 | 100% | 3.390 | 0 | 506 | 2.884 | |
- Bejaardenoorden | 26.513 | 100% | 16.565 | 0 | 925 | 15.640 | |
- Onderwijs | 12.160 | 100% | 8.700 | 0 | 640 | 8.060 | |
- Sport | 1.355 | 100% | 1.230 | 0 | 56 | 1.174 | |
- Kunst/Cultuur | 0 | 0 | 0 | 250 | 250 | ||
- Overig | 550 | 100% | 300 | 0 | 300 | 0 | |
45.678 | 30.185 | 0 | 250 | 2.427 | 28.008 |
Dit betreft voornamelijk leningen ter financiering van bejaardencentra, gezondheidszorg en sociale woningbouw. Bij deze leningen staat de gemeente voor 100 procent van het vermelde saldo garant. De nieuwe garantstelling is verstrekt aan de Stichting Omroep Enschede.
Daarnaast heeft de gemeente nog verplichtingen op het gebied van de WSW en de WEW:
Verlofuren
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Ultimo 2016 bedraagt het spaar- en restantverlof ca 3,1 miljoen euro.
Overige
Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:
Gebeurtenissen na balansdatum
Op 16 februari 2017 heeft de raad ingestemd met het voorstel tot herfinanciering van FC Twente. Deze houdt in dat de huidige lening met een restant hoofdsom van 17 miljoen euro in stand blijft. De looptijd van de lening wordt wel verlengd en ook wordt de rente aangepast aan de marktrente. Aanvullend is een garantstelling verstrekt van 8,4 miljoen euro door de gemeente per 1 maart 2017 waarmee FC Twente een aantal hoogrentende financieringen kan aflossen. Zonder de herfinanciering zou FC Twente al in het najaar van 2017 in zware liquiditeitsproblemen komen waardoor de gemeente grote kans loopt haar uitstaande lening geheel af te moeten boeken. De herfinanciering is overigens verwerkt in de risicobepaling van de verstrekte en gewaarborgde geldleningen.