Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), waarbij op een aantal balansposten is afgeweken van de voorgeschreven omschrijving c.q. onderverdeling. In de toelichting bij de betreffende post wordt overigens wel aan de informatie eis voldaan. Daarnaast is aangesloten op de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 12 juni 2017 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. De onderlinge verrekeningen, vorderingen en schulden tussen de organisatie onderdelen zijn gesaldeerd. Deelnemingen zijn niet in de consolidatie betrokken, maar zijn opgenomen onder de financiële vaste activa.
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. Uitzondering geldt voor een aantal voorzieningen waarbij het tijdsaspect een betekenisvolle rol speelt. Deze voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht. Aan reserves en voorzieningen wordt geen rente toegerekend conform stellige uitspraken van de commissie BBV in de notitie rente.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
De algemene uitkering in deze jaarrekening is opgenomen conform de accres in de septembercirculaire.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten als overlopende verlofaanspraken.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen.
Toelichting stelselwijziging
Met ingang van 01-01-2017 heeft de BBV de regels omtrent de waardering van investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte gewijzigd. Bij de jaarrekening 2016 was het nog toegestaan investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte ten laste van de exploitatie te brengen. Met ingang van 01-01-2017 moeten deze investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte geactiveerd worden. De activeringsgrondslagen voor de investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte zijn vastgelegd in de financiële verordening. In de toelichting op de balans worden de investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte, die als gevolg van de invoering van de vernieuwde BBV-regels in 2017 geactiveerd worden, afzonderlijk toegelicht.
Deze activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgingsprijs. Bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met afschrijvingen. Deze bijdragen worden alleen geactiveerd als de gemeente de gestelde voorwaarden, op basis waarvan het activum aan de publieke taak moet bijdragen, kan handhaven of afdwingen. De afschrijving vindt plaats op basis van de lineaire methode.
|
Toelichting
Het actief betreft enerzijds de kosten van onderzoek naar gezamenlijke grondwaterinzameling in Twente en anderzijds investeringsbijdragen aan activa van derden zoals brede school Velve Lindehof, Stroinkslanden, Sportpark Boekelo, voorzieningencluster Roombeek, Tracé N18, etc. Op deze geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven als ware het actief, waarvoor de bijdrage wordt verstrekt, in bezit van de gemeente. Deze afschrijving bedraagt in 2018 circa 0,4 miljoen euro.
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen.
De materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld:
|
Toelichting
De vaste activa zijn inclusief de activa in ontwikkeling van 3,4 miljoen euro. In hoofdstuk 9.3 kredietenoverzicht wordt in meer detail inzicht gegeven in deze activa in ontwikkeling.
De activa worden onderscheiden naar activa met een economisch nut of activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Als voor de categorie activa met economisch nut heffingen of rechten gevraagd kunnen worden, is er sprake van een derde categorie: economisch nut met heffing. Onderstaande tabel geeft inzicht in dit onderscheid.
|
Hieronder geven we per categorie inzicht in het verloop van de boekwaarde van de materiële vaste activa.
Investeringen met economische nut
Erfpacht
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (voortdurende erfpacht) of tegen 1 euro registratiewaarde (eeuwigdurende erfpacht).
Afschrijvingen
Er wordt afgeschreven over deze waarde met ingang van het jaar volgend op de ingebruikname. Activa welke nog niet in gebruik zijn genomen per 31 december 2018, maar nog in uitvoering zijn, worden gepresenteerd onder de categorie materiële vaste activa waar ze na gereed melding worden geactiveerd.
De afschrijvingen vinden grotendeels plaats op basis van de lineaire methode (deels op annuïtaire basis) en zijn gebaseerd op de economische levensduur, conform de Financiële verordening. De levensduur van de gronden en terreinen is bepaald als oneindig.
Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats als de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie.
Als een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
|
* inclusief 13.000 euro herrubricering van maatschappelijk nut naar economisch nut
** in 2018 heeft er een herrubricering plaatsgevonden van 4,4 miljoen euro tussen de balansposten materiele vaste activa (vermindering) en de voorraad onderhanden werk (vermeerdering bouwgrond in exploitatie). Het betreft de desinvestering/afwaardering van gronden, gebouwen en machines van de Kuipersdijk (DCW) die ingebracht zijn als investeringen in de voorraad onderhanden werk. Het betreft gronden (desinvestering 3.265.878 euro), bedrijfsgebouwen (desinvestering 491.120 euro, afschrijving 67.473 euro) en machines apparaten en installaties (desinvestering 536.719 euro, afschrijving: 76.195 euro).
Toelichting
De investeringen bedragen 8,5 miljoen euro en bestaan uit:
De desinvesteringen bedragen 8 miljoen euro en bestaan voornamelijk uit:
De afschrijvingen bedragen 17,5 miljoen euro waarbij is afgeschreven conform de Financiële verordening. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Uitzondering hierop vormen de werkzaamheden aan gronden en terreinen zoals terreinafwerking en parkeerplaatsen (180.000 euro).
Binnen de overige vaste activa heeft een afwaardering plaats gevonden van onderwijslespakketten en meubilair. Deze waren niet in ons eigendom. Deze wijziging in waarderingsgrondslag heeft een effect op de financiële positie en op het gemeenteresultaat van ruim 800.000 euro.
Bijdragen van derden bedragen bijna 1,9 miljoen euro en zijn voornamelijk ontvangen subsidies. De bijdragen derden bij bedrijfsgebouwen betreft de herhuisvesting DCW (1,5 miljoen euro) en ontvangen subsidies voor projecten (400.000 euro).
In de raad van 11 maart 2019 is besloten om in te zetten op het afstoten van servicecentra. Er worden kleinere satellieten in de wijken gecreëerd die medewerkers de mogelijkheid bieden om hun werk dichter bij de burger te doen. Dit betekent dat servicecentrum Zuid en West worden afgestoten en dat hiervoor alternatieve huisvesting wordt gezocht in de wijken.
Investeringen met economisch nut waarvoor heffingen worden geheven
De hier genoemde activa bestaan uit investeringen in de verwerking van afvalstoffen en rioleringen. Voor deze activa worden heffingen geheven.
|
Toelichting
De in 2018 gedane investeringen betreffen rioleringen, conform het GRP (4,9 miljoen euro) en een ondergrondse afvalcontainers (62.000 euro). De afschrijvingen hebben plaatsgevonden conform de Financiële verordening.
Investeringen met maatschappelijk nut
|
* betreft 13.000 euro herrubricering van maatschappelijk nut naar economisch nut.
Toelichting
Met ingang van 2017 is de wetgeving (BBV) gewijzigd: investeringen met maatschappelijk nut 'moeten worden geactiveerd' in plaats van 'kunnen worden geactiveerd'. Daarmee worden de investeringen niet meer ten laste van de lopende exploitatie gebracht maar worden de afschrijvingslasten van deze investeringen over de toekomstige afschrijvingstermijn verdeeld.
Investeringen bedragen 3,6 miljoen euro: 2,5 miljoen euro conform de oude systematiek (infrastructurele werken, wegen, verkeersinstallaties en openbare verlichting) en 1,1 miljoen euro conform de nieuwe systematiek.
De investeringen conform de oude systematiek betreffen de SW (0,7 miljoen euro), openbare verlichting (0,1 miljoen euro), openbare ruimte zoals bomen, speeltoestellen en straatmeubilair (0,7 miljoen euro) en fiets- en voetpaden (1 miljoen).
De investeringen conform de nieuwe systematiek zijn onderdeel van het mobiliteitsplan en betreffen verkeersregelinstallaties (0,7 miljoen euro), trekkersluis (0,1 miljoen euro) en investeringen in (fiets)doorstromingen, ontvlechting routes Stadsveld/Pathmos/West. (0,3 miljoen euro).
De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de Financiële verordening. Investeringen in wegen worden in 10 jaar afgeschreven, verkeersregelinstallaties in 10 jaar, openbare verlichting in 20 jaar voor armaturen en 40 jaar voor lichtmasten. Bij raadsbesluit kan hiervan worden afgeweken.
Bijdragen van derden bedragen 1,9 miljoen euro en betreffen o.a. subsidies die ingezet zijn binnen mobiliteitprojecten zoals Auke Vleerstraat, voetpaden (Elysium) en fietspaden (Esmarkerrondweg / Wooldrik / Stadsveld / Zuid).
De financiële vaste activa zijn opgebouwd uit aan derden verstrekte leningen en belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen. Aan derden verstrekte geldleningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht.
Het verloop van de financiële vaste activa in 2018 wordt in onderstaand overzicht weergegeven.
|
Toelichting
De financiële vaste activa bestaan uit kapitaalverstrekkingen en leningen. Deze activa neemt met 2,6 miljoen euro af van 60,5 miljoen naar 57,9 miljoen euro. Deze afname bestaat enerzijds uit aflossingen & afschrijvingen voor 3,5 miljoen euro en anderzijds uit investeringen van 0,9 miljoen euro.
De investeringen van 0,9 miljoen euro bestaan uit verstrekte leningen aan:
Op de kapitaalverstrekkingen is 0,2 miljoen euro afgeschreven in 2018. Dit is gelijk aan de afschrijving in voorgaande jaren.
De aflossingen van 3,3 miljoen euro zijn gedaan door:
Lening FC Twente
Op 8 april 2019 heeft de raad ingestemd met een bijdrage van de gemeente aan het herstructureringsplan van FC Twente. Deze bijdrage bestaat uit de volgende aanpassingen aan de door de gemeente aan FC Twente verstrekte lening van 17 miljoen:
Aanvullend vindt er ook een afboeking plaats van de vordering van 750.000 euro voor advieskosten die uiterlijk 1 februari 2020 door FC Twente moet zijn voldaan.
Als onderdeel van dit plan worden ook de schulden door het overgrote deel van de overige schuldeisers kwijtgescholden of aangepast. Daarnaast wordt door een groep ondernemers 14 miljoen euro aan nieuw kapitaal ingebracht, waarmee FC Twente de benodigde liquiditeitsinjectie verkrijgt. Tezamen met promotie naar de Eredivisie is de club hiermee in staat in de komende jaren haar financiële positie te verbeteren.
FC Twente heeft overigens voldaan aan haar betaalverplichtingen in 2018.
Voor het restant van de verstrekte lening en de garantstelling van 8,4 miljoen euro wijzigen de zekerheden niet. Deze zijn:
Tot en met het moment van opmaken van de jaarrekening 2018 zijn er geen signalen of indicaties dat FC Twente niet aan haar toekomstige verplichtingen zal kunnen voldoen. Op basis van het raadsbesluit van 8 april 2019 is ook de meerjarenbegroting vastgesteld voor de planperiode die loopt tot 1 juli 2023. Afwijkingen hierop moeten worden gemeld aan de gemeente. FC Twente moet uiterlijk 15 juni 2019 de begroting voor het seizoen 2019/2020 indienen waarvoor de basis is opgenomen in de genoemde meerjarenbegroting.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat FC Twente in staat zal zijn om haar verplichtingen te voldoen. Er is dus geen aanleiding om een voorziening te treffen. Wel hebben wij het risicoprofiel van FC Twente meegenomen in onze analyse van het weerstandsvermogen (zie paragraaf 3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Voorlopig houden wij nog de hoge kans op het voordoen voor het risico aan totdat duidelijk wordt dat de financiële positie van de club inderdaad verbeterd en stabiel is.
Voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, eventueel (tijdelijk) afgewaardeerd wanneer de marktwaarde lager is. Een uitzondering hierop vormen de bouwgronden in exploitatie. Deze voorraden worden gewaardeerd tegen netto vervaardigingkosten: de historische kostprijs wordt verhoogd met de gemaakte kosten en verminderd met de opbrengsten uit gronduitgiften, subsidies en bijdragen. De kostprijs bestaat uit de directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en rente. Voor winstneming wordt vanaf 2017 en overeenkomstig de aangescherpte BBV regels de Percentage of Completion (PoC) methode toegepast: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Dit is mogelijk wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen die aan het project zijn verbonden naar de gemeente zullen toevloeien. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen: 1) Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat én 2) De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht én 3) De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd). Bij de jaarlijkse herziening van het MPG wordt per grondexploitatie aan deze voorwaarden getoetst en winst genomen. Bij de bepaling van de te nemen winst wordt als grondslag de nominale waarde (=eindwaarde) gehanteerd. De PoC methode is een aanpassing ten opzichte van de voorzichtiger winstneming systematiek die voorheen werd toegepast (winsten worden genomen op het moment dat de boekwaarde, rekening houdend met nog te maken kosten, negatief wordt). De financiële consequenties van de gewijzigde winstnemingssystematiek zijn omvangrijk. Voor eventuele verwachte negatieve resultaten op projecten wordt zo nodig een voorziening gevormd. De verliesvoorziening wordt bepaald op netto contante waarde en bedraagt 64,0 miljoen euro. Op eindwaarde zou de voorziening 75,5 miljoen euro bedragen. Deze zogenaamde verliesvoorziening wordt als waarde correctie op de voorraad onderhanden werk in mindering gebracht.
|
Grond- en hulpstoffen
Toelichting:
Binnen de voorraden heeft een herrubricering van 5,1 miljoen euro plaats gevonden. Het betreffen te verkopen gronden die de gemeente Enschede in verkoop heeft als voorraad handelsgoederen (VHG).
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie (BIE)
Bedragen x € 1.000 | Balanswaarde 31-12-2017 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Boekwaarde 31-12-2017 | Vermeer-dering | Vermin-dering | Boekwaarde 31-12-2018 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen | Balanswaarde 31-12-2018 |
Totaal onderhanden werk | 20.113 | 64.691 | 84.804 | 17.033 | 14.023 | 87.814 | 63.996 | 23.818 |
* in 2018 heeft er een herrubricering plaatsgevonden van 4,4 miljoen euro tussen de balansposten materiele vaste activa (vermindering) en de voorraad onderhanden werk (vermeerdering bouwgrond in exploitatie). Het betreft de desinvesteringen/afwaardering van gronden, gebouwen en machines van de Kuipersdijk (DCW) die ingebracht zijn als investeringen in de voorraad onderhanden werk. Het betreft gronden (desinvesteringen 3.265.878 euro), bedrijfsgebouwen (491.120 euro, afschrijving 67.473 euro) en machines apparaten en installaties (desinvesteringen 536.719 euro, afschrijving: 76.195 euro.
Toelichting
De toename van de balanswaarde met 3,7 miljoen euro van 20,1 miljoen euro naar 23,8 miljoen euro is het gevolg van diverse ontwikkelingen die zich in 2018 hebben voorgedaan. Het saldo van de investeringen minus de ontvangsten zorgde voor een hogere balanswaarde van 800.000 euro. Vooral in de grondexploitaties Kop Boulevard, Zuiderval en Hornbach waren de investeringen hoger dan de ontvangsten. In 2018 is voor 2,2 miljoen euro winst genomen op de winstgevende grondexploitaties, hetgeen zorgde voor een hogere balanswaarde. Ten slotte zorgde de verlaging van de benodigde voorziening voor verlieslatende grondexploitaties met 700.000 euro voor een hogere balanswaarde. De voorziening is namelijk rechtstreeks in mindering gebracht op de boekwaarde per 31 december 2018.
De waardering van de bouwgronden in exploitatie per 31 december 2018 is gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties volgens het MPG 2019. Deze periodieke actualisatie kan in de toekomst - mede gezien de wisselende en onzekere marktomstandigheden – leiden tot een aangepaste waardering van de bouwgronden in exploitatie en de hiermee samenhangende voorziening voor negatieve grondexploitaties. Dit geldt ook voor de realisatie van de gehanteerde verkoopprijzen, welke mede op basis van jaarlijkse taxaties tot stand komen. Voor een gedetailleerde toelichting van de gehanteerde uitgangspunten alsmede risico’s en onzekerheden van grondexploitaties verwijzen wij naar paragraaf 3.8 grondbeleid en het MPG 2019.
De BBV voorschriften schrijven voor grondexploitaties in principe een maximale looptijd van 10 jaar per grondexploitatie voor. Dit zou echter betekenen dat de grondexploitaties Eschmarke, Euregio en B&S Park een korte looptijd krijgen. Vanuit Richting aan Ruimte bestaat deze noodzaak niet, waardoor door de gemeenteraad is besloten om de looptijd niet te verkorten en als beheersmaatregel door te voeren dat na 10 jaar geen opbrengststijging meer wordt toegerekend aan deze grondexploitaties.
De totaal nog te maken kosten bedragen 97,2 miljoen euro en de nog te realiseren opbrengsten bedragen 119,6 miljoen euro. Met de huidige inzichten en rekening houdend met de reeds gedane investeringen (boekwaarde per 31-12-2018) wordt een resultaat verwacht van 41,0 miljoen euro negatief op contante waarde. Op complexniveau zijn de voorziene negatieve saldi op grond van Bbv 100% voorzien en daarmee afgedekt.
Voor inzicht in de uitkomsten van de risicoberekeningen en betekenis voor het weerstandsvermogen wordt verwezen naar paragraaf 4.1 overzicht ruimtelijke projecten en de paragrafen 3.2 weerstandsvermogen en risicobeheersing en 3.8 grondbeleid.
Noot: in 2018 heeft er een herrubricering plaatsgevonden van 4,4 miljoen euro tussen de balansposten materiele vaste activa (vermindering) en de voorraad onderhanden werk (vermeerdering bouwgrond in exploitatie). Het betreft de desinvestering/afwaardering van gronden, gebouwen en machines van de Kuipersdijk (DCW) die ingebracht zijn als investeringen in de voorraad onderhanden werk.
Gereed product en handelsgoederen
Bedragen x € 1.000 | Balanswaarde 31-12-2017 |
Herrubricering | Balanswaarde 1-1-2018 | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen |
Boekwaarde 31-12-2017 |
Investeringen | Desinvesteringen | Voorziening voor afwaardering en verplichtingen |
Boekwaarde 31-12-2018 |
Boekwaarde per m2 |
Gronden - VHG |
|
5.076 |
5.076 |
0 |
5.076 |
381 |
1.641 |
232 |
4.048 |
3,40 |
Overige gereed product |
21 |
21 |
0 |
21 |
16 |
0 |
0 |
37 |
|
|
Totaal |
21 |
5.076 |
5.097 |
0 |
5.097 |
397 |
1.641 |
232 |
4.085 |
|
Toelichting:
De gronden - VHG betreffen voornamelijk de te verkopen gronden die de gemeente Enschede in verkoop heeft en conform de Bbv als voorraad handelsgoederen (VHG) op de balans worden gepresenteerd. De investeringen bedragen bijna 0,4 miljoen euro en betreffen verwervingen zoals Kop Marssteden, Kerkstraat en Franklinstraat. De desinvesteringen bedragen ruim 1,6 miljoen euro en betreffen o.a. de verkoop van een pand aan de Boddenkampsingel en gronden aan De Broekheurnering, Slaghekkeweg, Schefferlaan, Eschmarke en Marssteden.
De overige voorraden gereed product betreffen de voorraden relatiegeschenken, eigen verklaringen en gehandicaptenparkeerkaarten.
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorderingen zijn verminderd met de voorziening voor oninbare bedragen.
|
Toelichting
De vorderingen op de openbare lichamen bestaan uit diverse vorderingen op o.a. gemeenten (1,3 miljoen euro).
Als gevolg van schatkistbankieren resteert een vordering van 0,5 miljoen euro.
De rekening courant verhoudingen betreffen de SVN en het GBT respectievelijk t.b.v. het verstrekken van leningen voor verduurzamingsmaatregelen en innen van aflossingen en het innen van lokale heffingen. Deze bedragen resp. 0,6 miljoen en 9,6 miljoen euro.
De overige vorderingen van 20 miljoen euro bevat o.a. de zogenaamde 'sociale' debiteuren (11,2 miljoen euro zijnde 28,6 miljoen euro minus 17,4 miljoen euro i.v.m. voorziening voor oninbaarheid) en overige private vorderingen (ruim 8,7 miljoen euro). De voorziening voor oninbaarheid, die in mindering is gebracht op de vorderingen bestaat voor 1,5 miljoen euro uit oninbare BBZ vorderingen en 2 miljoen voor private vorderingen.
Herrubricering
In de jaarrekening 2017 is de rekening-courant verhouding van het SVN gepresenteerd als een rekening-courant verhouding met het Rijk. In de jaarrekening 2018 wordt deze gepresenteerd als een rekening-courant verhouding met een niet-financiële instelling. Een tweede herrubricering betreft de vordering op het ministerie van Financiën voor het terugvorderen van BTW. Conform Bbv regelgeving wordt deze geclassifeerd onder de overlopende activa.
Schatkistbankieren
De gemeente is verplicht om overtollige middelen, boven het drempelbedrag, onder te brengen bij het ministerie van financiën via het zogenaamde schatkistbankieren. Eventuele overtollige middelen mogen niet worden belegd bij andere partijen. Onder voorwaarden mogen wel leningen worden verstrekt aan andere decentrale overheden. Het drempelbedrag bedroeg ruim 4 miljoen euro in 2018. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2018 het drempelbedrag niet heeft overschreden.
(x 1.000 euro) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
Buiten schatkist aangehouden bedragen | 1.005 | 2.384 | 2.600 | 2.780 |
Toegestane drempelbedrag | 4.113 | 4.113 | 4.113 | 4.113 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 3.108 | 1.729 | 1.513 | 1.333 |
Overschrijding drempelbedrag | 0 | 0 | 0 | 0 |
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Het banksaldo is met ca 2,4 miljoen euro afgenomen.
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Overlopende activa betreffen de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel en overige nog te ontvangen bedragen/vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen.
Overlopende activa | |
Van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen: | |
- Europese overheidslichamen | 0 |
- Rijk | 34.643 |
- Overige Nederlandse overheidslichamen | 1.504 |
Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen | 12.195 |
Totaal | 50.342 |
Herrubricering
Betreft de vordering op het ministerie van Financiën voor het terugvorderen van BTW (19 miljoen euro). Conform Bbv regelgeving wordt deze niet geclassifeerd onder de korte vorderingen maar onder de overlopende activa.
Nog te ontvangen baten
De nog te ontvangen baten laten eind 2018, ten opzichte van 2017 een stijging zien van 22,9 miljoen euro. Dit komt vooral door het resultaat van de decembercirculaire en heeft voornamelijk betrekking op de uitkering fonds tekort gemeenten (13,3 mijoen euro) en een bijdrage voor de uitvoering van een meerjarig transformatieplan (1,4 miljoen euro).
Nog te ontvangen baten | 2018 |
Parkeergelden | 765 |
Leges GBT | 528 |
Resultaat decembercirculaire | 14.747 |
Afvalopbrengsten Twente Milieu | 3.327 |
Bijdrage Provincie subsidie NRO verhuizing | 1.500 |
OZB | 1.971 |
Verrekening Onderwijs Jeugdhulp Arrangement | 678 |
Koopsom overdracht Zuiderval 50, Enschede | 499 |
Nog te ontvangen vergoeding transitiekosten | 598 |
Overige nog te ontvangen baten | 1.402 |
Terug te ontvangen BTW | 19.749 |
Totaal | 45.764 |
Vooruitbetaalde kosten
De post vooruitbetaalde kosten is gedaald met 0,3 miljoen euro. Deze daling komt voornamelijk door een afname van de vooruitbetaalde kosten levensloop Brandweer.
Vooruitbetaalde kosten | 2018 |
Levensloop Brandweer | 991 |
Vooruitbetaalde kosten FC Twente | 750 |
Overige vooruitbetaalde kosten | 2.836 |
Totaal | 4.577 |
Nog te ontvangen voorschotbedragen van overheidslichamen
Onder de overlopende activa zijn ook bedragen verantwoord die betrekking hebben op nog te ontvangen voorschotbedragen van Europese of Nederlandse overheidslichamen, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Deze overlopende activa staan opgenomen in onderstaande tabel.
Verloop nog te ontvangen bedragen van Europese of Nederlandse overheden | Boekwaarde 01-01-2018 | Toevoeging | Aanwending | Boekwaarde 31-12-2018 |
Rijk - Ministerie van Veiligheid en justitie, RIEC | 147 | 147 | ||
Rijk - Resultaat decembercirculaire | 14.747 | 14.747 | ||
Rijk - Terug te ontvangen BTW | 18.950 | 19.749 | 18.950 | 19.749 |
Provincie Overijssel - Technology Base Twente | 304 | 304 | 0 | |
Provincie Overijssel - Lonnekerbrugstraat | 261 | 261 | 0 | |
Provincie Overijssel - Cultuureducatie | 13 | 4 | 13 | 4 |
Provincie Overijssel - Nederlandse reisopera | 1.500 | 1.500 | ||
Totaal | 19.675 | 36.000 | 19.267 |
36.147 |
Het eigen vermogen is gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Het eigen vermogen neemt in 2018 ten opzichte van 31 december 2017 toe met 24,5 miljoen euro waarvan 7,9 mijoen euro als gevolg van stortingen en onttrekkingen en 16,6 miljoen euro i.v.m. het gemeenteresultaat 2018.
De toename van de reserves met 7,9 miljoen euro is voornamelijk toe te schrijven aan twee reserves, namelijk:
- de reserve Beschermd wonen
- de reserve Grondbedrijf
Beschermd wonen
Deze reserve is bij de bestemming van het rekeningresultaat 2016 ingesteld met het doel de uitgaven voor beschermd wonen te egaliseren. De raad heeft toen besloten de reserve vanuit het jaarrekeningresultaat te voeden met 1,1 miljoen euro. Gedurende de boekjaren 2017 en 2018 zijn de inkomsten voor beschermd wonen hoger geweest dat de uitgaven. In lijn met het doel van de reserve is aan het einde van beide boekjaren gedoteerd aan deze reserve waardoor het saldo van deze reserve ultimo 2018 10,3 miljoen euro bedraagt.
Grondexploitatie
In totaal is aan deze reserve in 2018 2,5 miljoen euro gedoteerd.
Voor een specificatie van de afzonderlijke reserves verwijzen wij naar de staat van reserves, opgenomen in Hoofdstuk 9.
Voorzieningen dienen naar beste inschatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico's. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de geschatte omvang van de verplichtingen en risico's waarvoor ze gevormd zijn.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering geldt voor een aantal voorzieningen waarbij het tijdsaspect een betekenisvolle rol speelt. Deze voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde, bijvoorbeeld de pensioenvoorziening.
|
Toelichting
De stand van de voorzieningen is in 2018 met ruim 4,3 miljoen euro toegenomen ten opzichte van 2017.
De grootste stijging is terug te zien in de voorziening groot onderhoud riolering, die toeneemt met 4,2 miljoen euro. Conform de vastgestelde actualisatie GRP in 2017, door het college van B&W, is er voor 3,5 miljoen euro gestort in de voorziening ten behoeve van vervanging riolering. Daarnaast is er nog het verschil in lasten en baten (734.000 euro ) geboekt vanuit het product Riolering.
Daarnaast stijgt de voorziening onderhoud parkeergarages met 0,5 miljoen euro. De dotatie van 1,2 miljoen euro betreft het vanuit het meerjaren perspectief parkeren 2018 gestorte bedrag. De bestedingen van 0,7 miljoen euro hebben betrekking op onderhoud technische installaties, bewegwijzering en schilderwerk in de parkeergarages.
Daarentegen wordt de verliesvoorziening voor ADT/RBT verlaagd met 1,3 miljoen euro.
Voor een specificatie van de voorzieningen verwijzen wij u naar de staat van voorzieningen, opgenomen in Hoofdstuk 9.2.
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
|
Toelichting
In 2018 zijn drie nieuwe langlopende leningen afgesloten met een totale hoofdsom van 45 miljoen euro. De aflossingen bedroegen 65,9 miljoen euro. De aflossingsverplichting voor 2019 is opgenomen in het saldo per 31 december 2018 en niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
De totale rentelast voor de vaste schulden bedroeg 14,5 miljoen euro in 2018. Onder de kortlopende schulden is de verplichting van de in 2018 af te wikkelen rente opgenomen van in totaal 6,8 miljoen euro.
De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Onder de kortlopende schulden is een kasgeldlening van 45 miljoen euro opgenomen. Onder de overige kortlopende schulden zijn de overige verplichtingen < 1 jaar verantwoord. De grootste posten zijn:
Herrubricering
De transitorische rente (nog af te dragen rente ad 7,9 miljoen euro) is in 2018 geherrubriceerd conform wettelijke Bbv wetgeving van vlottende schulden naar overlopende passiva.
De overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
|
Toelichting
Herrubricering
De transitorische rente (nog af te dragen rente ad 7,9 miljoen euro) is in 2018 geherrubriceerd conform wettelijke Bbv regelgeving van vlottende schulden naar overlopende passiva.
Verplichtingen die volgend jaar tot betaling komen
Hierin is o.a. opgenomen een post van 6,8 miljoen euro nog te betalen rente 2018.
Van overheidslichamen (vooruit)ontv. bedragen
In 2018 zijn de voorschotbedragen van overheidslichamen per saldo met ongeveer 2,2 miljoen euro afgenomen. Dit zijn uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten in het lopende boekjaar en eventueel volgende begrotingsjaren. Deze bedragen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Hieruit blijkt dat ca 5 miljoen euro is besteed aan diverse projecten en ca 7,2 miljoen euro aan voorschotbedragen is ontvangen.
|
Overige (vooruit)ontv. bedragen t.b.v. vlg jaar
Deze bedraagt ca 6 miljoen euro. De grootste posten zijn 1,2 miljoen euro t.b.v. RIEC, 1,2 miljoen t.b.v. particuliere grondexploitaties, 1,3 miljoen t.b.v. parkeren/afval en 2,3 miljoen betreffen overige posten.
Gewaarborgde geldleningen
Omschrijving (bedrag x 1.000 euro) | Oorspronkelijke bedrag geldlening | Percentage borgstelling | Hoofdsom per 01-01-2018 | Nieuwe leningen | Aflossingen | Hoofdsom per 31-12-2018 |
Gegarandeerde geldleningen aan: | ||||||
- Bejaardenoorden | 30.431 | 100% | 14.419 | 0 | 1.018 | 13.401 |
- Onderwijs | 12.160 | 100% | 7.420 | 0 | 640 | 6.780 |
- Sport | 15.805 | 100% | 10.059 | 8.353 | 8.502 | 9.911 |
- Kunst/cultuur | 250 | 100% | 250 | 0 | 0 | 250 |
- Deelnemingen | 16.497 | 100% | 6.343 | 3.000 | 980 | 8.363 |
- Overig | 800 | 100% | 800 | 0 | 68 | 732 |
Totaal | 75.943 | 39.291 | 11.353 | 11.207 | 39.437 |
Arbeidsgerelateerde verplichtingen
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende (spaar)verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan. Over 2018 bedraagt de waarde van de verlof saldi ca 3,6 miljoen euro.
Overige
Naast bovengenoemde verplichtingen is de gemeente voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste betreffen:
Gebeurtenissen na balansdatum
Op 8 april 2019 heeft de raad ingestemd met een bijdrage van de gemeente aan het herstructureringsplan van FC Twente. Een uitgebreide toelichting hierover is opgenomen in paragraaf 7.3 Financiële vaste activa en paragraaf 3.4 Financiering.