2.1 Maatschappelijke ondersteuning

Doelenboom

Doelstelling                                                                           Thema's                                                                                Producten                                             Wat heeft het gekost? 
Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners 1. Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. 2. Aanbieden van algemene voorzieningen. 3. Jongerenwerk en opvoedondersteuningAlgemene maatschappelijke voorzieningLasten27.467
Baten251
Een kwalitatief goed en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen4. Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin)Jeugdhulp gedwongen kaderLasten9.987
Jeugdhulp vrijwillig kaderLasten39.228
Baten79
5. Ondersteuning cliƫnten en mantelzorgersLichte ondersteuning en regieLasten12.801
Baten1.227
6. WMO-maatwerkvoorzieningenWmo begeleidingLasten21.769
Baten700
Wmo individuele voorzieningenLasten22.872
Baten1.896
7. WoonbegeleidingBeschermd wonenLasten39.410
Baten3.366
8. Maatschappelijke en vrouwenopvangOpvangvoorzieningenLasten16.141
Baten772
9. InkomensondersteuningInkomensondersteuningLasten13.836
Baten695
  Bedragen x 1.000 Euro's

Wat hebben we bereikt?

In 2018 is er veel aandacht besteed aan vernieuwing en kostenbeheersing. Hoe gaan we daadwerkelijk transformeren en hoe krijgen we meer grip en sturing, zowel financieel als inhoudelijk op ondersteuning en zorg?

 

Vernieuwing

Transformatieprojecten en -maatregelen zijn in 2018 ingezet. Naar verwachting zullen de eerste resultaten in 2019 zichtbaar worden. Zo is ingezet op de omzetting van individueel maatwerk- naar algemene voorziening via gebiedstafels per stadsdeel. De pilot Onderwijs-Jeugdarrangementen (OJA) is in september bij vier scholen van start gegaan. Hierdoor vindt jeugdhulpondersteuning veel dichter bij en in samenwerking met scholen plaats.
Voor personen met verward gedrag is regionaal de aanpak verder sluitend gemaakt. In het kader van Wonen & Zorg is gestart met het project WoonStAP, een stedelijke aanpak voor kwetsbare inwoners met belemmeringen op het gebied van wonen. Daarnaast is ingezet op wonen met begeleiding in plaats van beschermd wonen. Op het gebied van sport zijn samen met Sportaal en andere partners in de stad de concepten ‘fysieke sportclusters’ en ‘sportieve algemene voorziening’ (“kracht van verenigingen”) verder uitgewerkt, waardoor in 2019 vier pilots van start gaan.

 

In 2018 is veel energie gestoken in de ontwikkeling, voorbereiding en implementatie van het Twents ondersteuningsmodel per 1 januari 2019. Naast een nieuwe aanbesteding voor de jeugdhulp betekent dit nieuwe model ook een verandering van het administratieve systeem, hetgeen moet leiden tot minder administratieve belasting bij de wijkteams en de zorgaanbieders.

 

Bij de Wijkteams is een stedelijk ABC-team ingericht en ook per stadsdeel wordt met een toegangsteam gewerkt waar deels ook Wijkwijzers aan zijn toegevoegd. Dit leidt ertoe dat meer inwoners vroegtijdig kunnen worden geïnformeerd en verwezen naar algemene en voorliggende voorzieningen. Met de toegekende middelen voor intensivering is de capaciteit van de wijkcoaches op orde gebracht. Tot slot is in samenwerking met Werk & Inkomen en schuldhulpverlening ingezet op meer scholing en training om schuldproblematiek te herkennen en in te zetten op gedragsverandering (mobility mentoring).

In het coalitieakkoord is de opdracht van de Wijkteams verscherpt. Nog meer werken vanuit wijken en buurten in samenwerking met inwoners, bedrijven en instellingen. Focus op jeugd en gezin en doorbreken van intergenerationele problematiek, terugdringen van armoede en versterkte inzet op vroegtijdig signaleren van schulden speelt daarin een belangrijke rol. Samen met participatie.

 

Conform het coalitieakkoord hebben we eind 2018 in samenspraak met de Gemeenteraad een bestuursopdracht opgesteld, waarin de transformatie van het sociaal domein verder uitgewerkt is. Preventie vormt de kern van de aanpak, met als speerpunten voor dit programma: betaalbare zorg, versterking wijkteams, toegankelijke voorzieningen in de wijk, oog voor mantelzorgers en vrijwilligers, bestrijden van fraude en misbruik en zoeken naar duurzame oplossingen voor schulden en armoede en helpen nieuwe problemen te voorkomen. Het college heeft daarbij een coördinerend wethouder voor de transformatie aangewezen.

 

Ontwikkeling zorgkosten

In 2018 is een omvangrijk pakket aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld om structurele knelpunten in het sociaal domein aan te pakken, ten aanzien van jeugdhulp, Wmo-begeleiding, Wmo-individuele maatwerkvoorzieningen (ondersteuning huishouden, hulpmiddelen, vervoer) en de collectieve zorgverzekering minima. Een deel is gerealiseerd, voor een deel is een eenmalige investering nodig om deze te realiseren, daarvoor is in de gemeentebegroting 2019-2022 een budget beschikbaar gesteld.

 

We krijgen steeds meer zicht op de ontwikkeling van uitgaven, als ook inzicht in de stapelingen van zorg. Maar het blijft een opgave om ook daadwerkelijk (meer) scherper te sturen op de transformatie en de daaruit voortvloeiende kostenreductie, zeker gezien het toenemende aandeel van externe verwijzers.

Positief was dat de aanvraag voor een bijdrage uit het Fonds Tekortgemeenten (de zogenaamde stroppenpot) werd gehonoreerd. Dit leverde Enschede 13,3 miljoen euro op.

 

We hebben extra geïnvesteerd in kwaliteit, toezicht en handhaving, zodat de inwoners de zorg krijgen die is geïndiceerd en fraude niet loont.

 

Daarnaast deden zich een aantal autonome ontwikkelingen voor, die de kostenbeheersing negatief beïnvloedden:

  • We zien een toename van het aantal voorzieningen 18+. We kunnen nog niet duiden welke oorzaken hieraan in welke mate ten grondslag liggen. Mogelijke oorzaken zijn ouder worden van inwoners (dus toename van de potentiële groep van aanvrager), extramuralisering, verlengde jeugdhulp, hogere eigen bijdrage Wet langdurige zorg (Wlz), toegang beschermd wonen en meervoudige problematiek.
  • De uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep (medio 2017) leidde tot een aanpassing van het pakket voor de voorziening ondersteuning huishouden met nieuwe modules (april 2018) en daarmee tot een kostenuitzetting.
  • De cao-afspraken voor ondersteuning huishouden leidde tot hogere loonafspraken in 2018 en 2019, die conform voorschrift van het Rijk in het tarief aan de zorgaanbieders moeten worden gecompenseerd.

 

Financieel resultaat

Het financieel resultaat van het programma Maatschappelijke Ondersteuning bedraagt 5,5 miljoen euro voordelig ten opzichte van de actuele begroting 2018. Ten opzichte van de Tussenrapportage 2018 is dit een verbetering van 13,4 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door de realisatie van bij de Tussenrapportage gemelde bijsturingsmaatregelen (0,6 miljoen euro) en een budget toevoeging als gevolg van het bij de Tussenrapportage gemelde tekort (7,3 miljoen euro toename budget). Het resterende verschil (5,5 miljoen euro) wordt toegelicht onder 'Wat heeft het gekost?'.

Indicatoren

Doelstelling A: Versterken van zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners

1. Percentage jeugd van 6 tot en met 15 jaar dat een sport beoefent

 

 

Bij een betrouwbaarheid van 95% is de foutmarge 3,8% naar boven en beneden.

 

Toelichting

Evenals voorgaand jaar is ook in 2018 de ambitie gerealiseerd. Het verschil met 2017 kan deels worden verklaard door een statistische foutmarge vanwege de omvang van de ondervraagde populatie binnen het voor deze indicator gebruikte onderzoek (Stadspeiling 2018). Bij een betrouwbaarheid van 95% is er een foutmarge van 3,8% naar boven en beneden. Als we kijken naar het afgelopen decennium, blijkt dat de deelname fluctueert tussen 89% en 95%, een eenduidige reden is hiervoor niet te geven.
In de Gemeentebegroting 2019-2022 is deze indicator niet meer opgenomen.
De indicator sluit aan bij thema 1 in de volgende paragraaf.

 

2. Percentage inwoners van 23 jaar of jonger dat geen gebruik maakt van een tweedelijns jeugdhulpvoorziening

 

 Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting
Er is sprake van een toename van gebruik van tweedelijns jeugdhulp. De ambitie (opgesteld in 2014) is niet gerealiseerd. In de praktijk blijkt dat ten aanzien van de algemene voorzieningen de innovatie en ontwikkeling tijd kost (zie ook "wat hebben we bereikt"). Daarnaast is uit landelijk onderzoek naar voren gekomen dat het outreachend werken van wijkteams leidt tot meer signalering en daardoor ook meer inzet van jeugdhulp. Daarnaast zien we een verschuiving van de duurdere naar goedkopere tweedelijns voorzieningen.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.

 

3. Percentage cliënten dat het effect van jeugdhulpdienst(en) als voldoende scoort

 

Geen grafiek beschikbaar.

 

Toelichting

De gemeente neemt deel aan de landelijke pilot van Stichting Alexander. In 2016 en 2017 kon door de lage respons op de vragenlijst geen representatief beeld gegeven worden over de cliëntervaringen. In 2018 was de respons evenmin hoog (slechts 14% van de 1441 toegezonden vragenlijsten is geretourneerd). Daarvan geeft 72% van de jeugdigen (of hun ouders indien de jeugdige jonger is dan 12 jaar) aan dat zij beter voor zichzelf kunnen opkomen. 83% geeft aan dat het beter gaat op school, werk of dagbesteding.
In de Gemeentebegroting 2019-2022 is deze indicator niet meer opgenomen.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.

 

4. Percentage unieke cliënten dat na één jaar niet opnieuw instroomt in 2e lijns Jeugdhulp

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting

In tegenstelling tot de ambitie, is er sprake van een beperkte afname. Dit is een trend die ook landelijk te zien is bij vergelijking over de eerste helft 2018 t.o.v. eerste helft 2017. Dit betekent dat de effectiviteit van de jeugdhulp door zorgaanbieders aandacht behoeft. En ook hier geldt -net als bij indicator 2- dat innovatie en ontwikkeling tijd kost.
De indicator sluit aan bij thema 3 in de volgende paragraaf.
 

5. De mate waarin een Wmo-maatwerkvoorziening volgens de cliënt bijdraagt aan de versterking van de zelfredzaamheid en participatie

 

 

Toelichting
Versterking van de zelfredzaamheid en participatie zijn de hoofddoelstellingen van de Wmo. In het verplichte jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek wordt een representatieve steekproef van cliënten daarnaar gevraagd. In het onderzoek over 2017 geeft 79% van de cliënten aan dat zij zich door de ondersteuning beter kunnen redden.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf.  


 

6. Percentage inwoners dat geen gebruik maakt van een Wmo-maatwerkvoorziening

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting
Het beleid is erop gericht dat onze inwoners zich zo veel mogelijk zelf kunnen redden, bij voorkeur zonder of met lichte vormen van ondersteuning (zoals een algemene voorziening). De indicator geeft aan dat het aantal mensen dat gebruik maakt van Wmo-maatwerkvoorzieningen daalt. Daarentegen zien we ook dat het aantal voorzieningen per cliënt toeneemt.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf.
 

7. Percentage 75+ dat aangeeft in een sociaal isolement te raken zonder deelname aan een door de gemeente gesubsidieerde voorziening

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting

Uit de resultaten van de Stadspeiling over 2018 blijkt dat het aantal 75-plussers dat aan het panel heeft deelgenomen statistisch niet-representatief is geweest. Daarom wordt voor 2018 net als bij 2017 geen score bij deze indicator opgenomen. In de Gemeentebegroting 2019-2022 is deze indicator niet meer opgenomen.
De indicator sluit aan bij thema 2 in de volgende paragraaf. 

 

8. Het aantal overlastmeldingen bij de politie van cliënten in Beschermd wonen

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting

De basis voor scores van deze indicator is de Monitor Opvang & Beschermd wonen centrumgemeente Enschede. Het onderzoeksbureau dat in opdracht van de gemeente Enschede de gegevens verzamelt, gebruikt hiervoor politiegegevens. In de laatste monitor (over 2017) zijn de overlastmeldingen echter niet meegenomen.
De indicator sluit aan bij thema 7 in de volgende paragraaf.

 

9. Het percentage unieke inwoners dat gebruik maakt van bijzondere bijstand

 

Een foutmarge is bij deze indicator niet van toepassing.

 

Toelichting
De indicator is t.o.v. 2017 stabiel gebleven, door enerzijds de aantrekkende economie en anderzijds de genomen maatregelen om de bekendheid van de gemeentelijke inkomensondersteuning te vergroten cq het niet-gebruik terug te dringen.
De indicator sluit aan bij thema 9 in de volgende paragraaf.

Wettelijk verplichte indicatoren

Op grond van het gewijzigde Besluit begroting en verantwoording is de opname van de onderstaande indicatoren verplicht voorgeschreven. De indicatoren gelden voor iedere gemeente en zijn bedoeld om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken. Dit is mogelijk via www.waarstaatjegemeente.nl.

  Beleidsveld Naam indicator Eenheid Jaar Score Bron
20. 5. Sport, cultuur en recreatie Niet-sporters %  2018  47,7 Gezondheidsenquête (CBS, RIVM)
22. 6. Sociaal domein Jongeren met een delict voor de rechter % 12 t/m 21 jarigen  2018  1,17 Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel
23. 6. Sociaal domein Kinderen in uitkeringsgezin % kinderen tot 18 jaar  2018  11,58 Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel
29. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar  2018  9,2 CBS
30. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar  2018  1,9 CBS
31. 6. Sociaal domein Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar  2018  0,8 CBS
32. 6. Sociaal domein Cliënten met een maatwerkarrangement WMO Aantal per 10.000 inwoners  2018  730 GMSD

Wat hebben we ervoor gedaan?

Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners.

Actiepunten 2018 Status tussenrapportage Status 31-12-2018
Thema 1: Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname.    
1. In de lijn van het raadsbesluit van 9 oktober 2017 voeren we gefaseerd de zwembadvisie uit: met fase 1 (programma van eisen) in 2018, waarna we op basis van de aangenomen amendementen bij de raad terug komen met het resultaat van deze fase  
2. Het concept van fysieke sportclusters krijgt vorm door de pilot "het cluster Diekman" waar topsport, talentontwikkeling en breedtesport bij elkaar komen en diverse sporten worden aangeboden.
3. IJsbaan Twente ontvangt in 2018 een exploitatiesubsidie, op voorwaarde dat de exploitant zelf de andere 50% van het huidige tekort afdekt (gereed eerste kwartaal, betreft Zomernota, intensivering I
Bijdrage verbonden partij: Sportaal B.V.
Sportaal heeft de taak om uitvoering te geven aan de acties uit het vastgestelde beleid “Sportief werken aan je gezondheid!” Sportnota 2015-2018. Daarbij gaat het met name om sportstimulering en exploitatie & onderhoud van de sportaccommodaties in Enschede. 
   
Thema 2: Aanbieden van algemene voorzieningen.    
4. Van maatwerk naar algemene voorzieningen. In vijf wijken, verdeeld over de vijf stadsdelen, worden bestaande algemene voorzieningen versterkt en waar nodig nieuwe algemene voorzieningen gestart. Doel is om een structurele verschuiving naar algemene voorzieningen te realiseren, waardoor  geïndiceerde maatwerk-voorzieningen (Ondersteuning zelfstandig leven (OZL, voorheen korte begeleiding) & Ondersteuning maatschappelijke deelname (OMD, voorheen dagbesteding)) nagenoeg niet meer nodig zijn.

5. Wijkwelzijn, per 2018 is er voor het wijkwelzijn één brede opdracht en één wijkwelzijnsaanbieder per stadsdeel. Van daaruit ontwikkelen we door naar een bredere, integrale welzijnsopdracht en een hoofdaannemer en/of samenwerkingsverband per stadsdeel (flexibiliseren welzijn).

Resultaten 2018:

 


 

5a. In 2018 is een inventarisatie uitgevoerd naar alle gemeentelijke middelen die in de wijk worden ingezet. Dit leidt tot voorstellen ten aanzien van herinrichting van de algemene voorzieningen en het toevoegen van (delen) van budgetten aan het flexibele welzijnsbudget, zodat we integraler kunnen werken op wijkniveau aan de nodige ondersteuning van onze inwoners.

 

5b. Eind 2018 zijn -op basis van de ingerichte monitoring- resultaten en maatschappelijk effect van wijkwelzijn in de stadsdelen inzichtelijk.

 

6. Personen die verward gedrag vertonen , voor 1 oktober 2018 beschikt Enschede over een integrale aanpak personen verward gedrag, waarbij we:

- In kaart hebben welke samenwerking, zorg en ondersteuning al aanwezig is en welke hiaten er zijn. 

- Een inventarisatie maken van de ervaren knelpunten.

Thema 3: Jongerenwerk en opvoedondersteuning.    
7. In 2018 loopt de uitvoering conform de ingezette lijn ten aanzien van jongerenwerk en opvoedondersteuning (zie ook regulier werk)

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

 

Toelichting

Ad 2. Enkele partijen hebben nog geen besluit genomen over deelname, dit wordt in het eerste kwartaal 2019 verwacht. Dit is ook als actie opgenomen in de GB2019.

 

Ad 4. In 2018 zijn trajecten gestart vanuit de gebiedstafels per stadsdeel. Een dergelijk proces veel tijd kost voordat het staat, rendement komt daarmee later. De eerste projecten zijn inmiddels gestart en er zijn diverse projecten in voorbereiding. De bijbehorende taakstelling is hierdoor niet gerealiseerd. Eerst moet worden geïnvesteerd voordat een besparing op tweedelijns zorg kan worden gerealiseerd. 

 

Ad 5a. Deze actie hangt nauw samen met actie 4. In verband met de vertraging aldaar is actie 5a doorgeschoven naar 2019 en ook opgenomen in de GB2019.


Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen
.

Actiepunten 2018 Status tussenrapportage Status 31-12-2018
Thema 4: Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin).    
8. Wijkteams en voorliggend, we versterken de inzet van de algemene voorzieningen in samenhang met de regie door de wijkcoaches. Dat doen we door de wijkcoaches te faciliteren in het vergroten van expertise en daarmee de werkwijze meer te richten op het gebruik van algemene voorzieningen.
 
9. Sturing op verwijzers, we gaan het inzicht van externe verwijzers (huisartsen en gecertificeerde instellingen) in de kosten van Jeugdhulp verbeteren om zo onnodige stapeling van voorzieningen te voorkomen en daardoor te bevorderen dat waar dat kan wordt verwezen naar toereikende, maar goedkopere alternatieven. Dit doen we door het vergroten van de kennis bij verwijzers over het beschikbare (ingekochte) zorgaanbod in de tweedelijns zorg en over algemene voorzieningen (zie thema 2).  
10. Sturen op aanbieders, we gaan het toezicht op de geleverde kwaliteit door de aanbieders verbeteren (doelmatigheid in relatie tot declaraties) door a) meer focus op resultaat dan op systeem en b) sturing op de kwaliteit, het rendement en de innovatie van aanbieders.
 
11. Beleidsaanpassingen Jeugdhulp, via de volgende projecten moet een besparing van 200.000 euro in 2018 (Zomernota, dekkingsmaatregel I) worden gerealiseerd:

 

11a. De jeugd-GGZ (18-) valt onder gemeentelijke verantwoordelijkheid en de volwassenen-GGZ (18+) is een verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. Bij trajecten die bij 18- starten en doorlopen naar 18+, laten we vanaf 18 jaar de GGZ-kosten financieren vanuit de Zvw (Zorgverzekeringswet). We verbeteren hiervoor de controlemechanismen.

 

11b. We realiseren onderwijs-zorgarrangementen waarin preventieve jeugdhulpondersteuning veel dichter bij en in samenwerking met scholen plaatsvindt en specialistische/complexe jeugdhulp wordt voorkomen.

 

11c. Afhankelijk van de uitkomsten van de oriëntatiefase start begin 2018 de Social Impact Bond jongvolwassenen. Doel: integrale ondersteuning op de leefvelden 1) zorg, 2) onderwijs, 3) wonen, 4) inkomen/schulden, 5) werk en 6) veiligheid voor jongvolwassenen in de overgang 18-/18+. In 2018 willen we circa 20-40 jongvolwassenen laten starten. De eerste resultaten worden in 2019 en verder verwacht.

 
12. Inkoop jeugdhulp in 2018 bereiden we de invoering van het nieuwe Twentse integrale inkoopmodel voor jeugdhulp per 1 januari 2019 voor. Dit model moet voldoen aan de transformatiedoelstellingen en is financieel duurzaam. Het biedt de mogelijkheid om ook andere vormen van ondersteuning, bijvoorbeeld uit de Wmo in te voegen. We maken afspraken met de aanbieders van specialistische jeugdhulp binnen het huidige contract.
13. OZJT, op basis van de evaluatie die in 2017 wordt uitgevoerd, herijken we de bijdrage aan en de samenwerking binnen het OZJT/Samen14 (samenwerkingsverband van de Twentse gemeenten op het gebied van zorg en jeugdhulp). Uitgangspunt daarbij is dat de verplichte bovenlokale taken uit de Jeugdwet onderdeel blijven van OZJT en dat we voor de niet-verplichte onderdelen samenwerken als de meerwaarde van de bovenlokale aanpak helder is
14. Aanvullende niet-wettelijke subsidies GGD op het preventieve veld, de bezuiniging op de structurele subsidie  lokaal maatwerk GGD voor uitvoering van preventief jeugdbeleid van 400.000 euro (Zomernota, dekkingsmaatregel II) wordt in 2019, 2020 en 2021 gecompenseerd met tijdelijke Gezond in de stad-middelen (GIDS-middelen) van 163.000 euro per jaar (Zomernota, amendement d)
15. Verbonden partij: Regio Twente, onderdelen GGD en OZJT, Regio Twente is een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten en voert taken uit op het gebied van vervoer & verkeer, economie, recreatie & toerisme en volksgezondheid. Dat laatste wordt gedaan door het onderdeel GGD en OZJT

Bijdrage verbonden partij: Regio Twente, onderdelen GGD en OZJT

- GGD: Kinderen groeien gezond op; alle kinderen zijn ingeënt, opvoed- en opgroeiproblematiek wordt voorkomen, lichte problematiek wordt tijdig gesignaleerd en doorgezet naar de juiste plek om inzet van zware jeugdhulp te voorkomen. Uitbraak van infectieziektes wordt voorkomen/beheerst.
- OZJT: Inwoners die dit nodig hebben krijgen tweedelijns ondersteuning die voldoet aan de Jeugdwet en de Wmo. Daarnaast draagt zij zorg voor de uitvoering van een regionaal meldpunt voor kindermishandeling en huiselijk geweld. 

 
Thema 5: Ondersteuning cliënten en mantelzorgers.    
16. Actieplan Mantelzorg, In 2018 gaan we verder met het onder de aandacht brengen van de ondersteuningsmogelijkheden voor mantelzorgers en het ontlasten van mantelzorgers door inzet van vrijwilligers.
Thema 6: WMO-maatwerkvoorzieningen.    
17. Inzet vernieuwing maatschappelijke ondersteuning, het pakket voor de voorziening ondersteuning huishouden is aangepast met nieuwe modules. Daardoor kunnen we in 2018 stoppen met het concept van de dienstencheque (ook wel de HHT-voucher genoemd).

18. Landelijke werkagenda Menzis, het project "Effectieve inzet van middelen" wordt gecontinueerd op basis van een geactualiseerd actieplan.
      De intentie is uitgesproken om de werkagenda met drie jaar te verlengen. De focus komt te liggen op de volgende onderdelen:

- Realiseren en borgen van een sluitende GGZ-keten.

- Voorkomen van dubbelingen en stapelingen van voorzieningen, waarbij het resultaat moet bijdragen aan betere kwaliteit van zorg en meer kosten-efficiëntie.

- Verankeren preventieprogramma minimapolis, waarbij het resultaat moet bijdragen aan betaalbaarheid van de collectieve zorgverzekering Menzis op de langere termijn.

19. Maatwerkvoorzieningen Olz, Omd en kortdurend verblijf, per 01-01-2019 worden deze maatwerkvoorzieningen opnieuw aanbesteed, volgens het Twents inkoopmodel (zie ook thema 4, Inkoop).
Thema 7: Woonbegeleiding.    
20.Scheiden wonen en zorg, intramurale voorzieningen (wonen, begeleiden, levensonderhoud enzovoort) zijn dure voorzieningen. Een deel van de cliënten kan toe met een zelfstandige woonruimte plus aanvullende begeleiding.

 

20a. Het ontbreekt echter aan kleinschalige, betaalbare wooneenheden. In 2018 gaan we nieuwe woonvormen (wonen en levensfasegerichte ondersteuning) realiseren voor tenminste 20 jongeren/jongvolwassenen.

 

20b. In 2018 wordt een dergelijk traject ook opgestart voor een groep beschermd wonen cliënten die toe zijn aan een volgende stap op weg naar zelfstandig wonen. Zelfstandige woonruimte aangevuld met begeleiding.

 

21. Gedragscode Beschermd Wonen Twente, op basis van de opgedane ervaringen (audits 2015-2016) passen we samen met de keurmerk-leden de gedragscode aan, met name aanscherping van de eisen op onderdelen die betrekking hebben op bedrijfsvoering van de zorgaanbieders.  
22. Beschermd wonen in de verslavingszorg, samen met de gemeente Hengelo en Tactus wordt een woonvoorziening in Hengelo gerealiseerd om zo in het werkgebied van centrumgemeente Enschede het tekort aan plekken te reduceren .
 
23. Toekomst maatschappelijke opvang en beschermd wonen, we maken, met het oog op de decentralisatie van de taken van de centrumgemeente naar de regiogemeenten, afspraken met de regiogemeenten over de inzet van middelen voor en de toegang tot beschermd wonen-voorzieningen
Thema 8: Maatschappelijke en vrouwenopvang.    
24. KamerRaad, er komt een voorziening van KamerRaad in Hengelo, zodat –afhankelijk van de locatie- naar schatting 10 à 15 jongeren die naar het ROC in Hengelo gaan en vanwege de thuissituatie dreigen uit te vallen in het onderwijs begeleid op kamers gaan wonen.
25. Opvang daklozen, er worden nieuwe vormen van opvang gerealiseerd gericht op de groep ‘economisch’ daklozen. Uitgangspunt is hierbij dat iemand waar mogelijk in de gemeente van herkomst kan blijven wonen. Hierbij wordt gedacht aan een concept als ‘huis te leen’.
26. Bed-bad-brood, op basis van het nieuwe rijksbeleid zal in 2018 een besluit worden genomen over de toekomst van de bed-bad-brood-voorziening in Enschede.
Thema 9: Inkomensondersteuning.    

27. Armoedebeleid

- In 2018 wordt gerapporteerd over de effectiviteit van het instrumentarium van het armoedebeleid. De resultaten kunnen eventueel leiden tot een bijsturing. Deze rapportage is het resultaat van het proces dat met de raadswerkgroep "werk" is doorlopen.
- Het experiment van een alternatieve aanpak voor aflossing van schulden wordt geëvalueerd. Onderdelen van deze aanpak kunnen worden ingezet op andere aspecten van de schuldhulpverlening.

28. Versoberen collectieve ziektekostenverzekering Minima (CZM).

30. Sturen op kosten Stadsbank

- In de tweede helft van 2017 starten we met het implementeren van de principes van Mobility Mentoring binnen de schuldhulpverlening. Binnen deze aanpak is extra aandacht voor de effecten van schuldenstress op de zelfredzaamheid van mensen met schulden.     
- Er wordt extra geïnvesteerd in het voorkomen van schulden.     
- De samenwerking met partners (werkgevers, onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen) op het gebied van de aanpak van schulden wordt geïntensiveerd.     
- We werken aan de vroegsignalering van schulden door onder andere samen te werken met werkgevers.

Bijdrage verbonden partij: Stadsbank Oost Nederland
De Stadsbank Oost Nederland voert voor de gemeentelijke taken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit.
 

Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk;  = conform verwachting; = boven verwachting;  = neutrale wijziging.

 

Toelichting

Ad 8, 10 en 11a. De acties zijn uitgevoerd. Aan deze drie acties was ook een taakstelling verbonden. Die zijn nog niet (volledig) gerealiseerd. Effecten van deze acties zijn op langere termijn zichtbaar. Op de totale kosten van jeugdzorg zien we -in afwijking van het landelijk beeld- al wel een beweging in de goede richting.

 

Ad 9. In 2017/2018 is geëxperimenteerd met het aanstellen van een praktijkondersteuner huisartsen (POH). De evaluatie leert dat dit er toe heeft geleid dat er minder is verwezen naar de tweedelijnsvoorzieningen en ondertussen wordt gewerkt aan een voorstel om de POH uit te breiden. Vanaf september is de samenwerking met Jeugd Bescherming Overijssel (JBOV) gestart met het vergroten van de kennis bij verwijzers over het beschikbare (ingekochte) zorgaanbod in de tweedelijns zorg en over algemene voorzieningen. Met ingang van 2019 wordt gewerkt volgens een ander model, dat zorgaanbieders nadrukkelijk uitnodigt om samen meer innovatief te werken. In 2018 zijn de wijkcoaches getraind in de herindicatie en het gesprek met de inwoners en zorgaanbieders. De bijbehorende taakstelling is daardoor niet (geheel) gerealiseerd.

 

Ad 11c. Uit de oriënterende fase kwam naar voren dat de Social Impact Bond jongvolwassenen op dit moment niet haalbaar is.

 

Ad 13. Dit proces is vertraagd. Dit is mede te verklaren uit het intensieve aanbestedingstraject inkoop 2019 OZJT. Er liggen voorstellen om tot gedeeltelijk invulling te komen, maar deze zijn nog niet definitief.

 

Ad 20. In 2018 is nog geen nieuwe woonvorm voor tenminste twintig jongeren gerealiseerd. Eerst wordt kleinschalig geëxperimenteerd met een nieuwe woonvorm voor jongeren (in Zuid), waarin studenten en een jongere met een zorgvraag gemixt samenwonen. De jongeren kunnen tegen een gereduceerde huurprijs wonen, mits ze zich als tegenprestatie inzetten voor de buurt/omgeving.

 

Ad 22. In het kader van de toekomstige decentralisatie is de realisatie doorgeschoven naar 2019. Dit is ook als actie opgenomen in de GB2019.

 

Ad 27. In 2018 hebben we met de ‘Monitor van de instrumenten van het armoedebeleid 2015 – 2017’ gerapporteerd over onze inkomensondersteunende maatregelen. We hebben daarbij inzicht gegeven in het gebruik en het bereik van de diverse regelingen. Daarnaast is in de monitor opgenomen hoe de aantallen huishoudens en inwoners met een laag inkomen zich ontwikkelden. De uitkomsten van deze monitor worden gebruikt bij een onderzoek naar ons armoede instrumentarium dat in de loop van 2019 plaatsvindt.

 

Wat heeft het gekost?

In onderstaande taartdiagram zijn de uitgaven per thema weergegeven. 

 

 

 

Maatschappelijke ondersteuningBedragen x 1.000 eurosBegroting (primair)Begroting(na wijziging)RealisatieSaldo (- = nadeel)
Lasten200.639214.003203.51010.493
Baten6.1196.3128.9862.673
Gerealiseerde saldo van baten en lasten194.520207.691194.52513.166
Storting reserves71411.651-11.637
Onttrekking reserves1.5363.6717.6343.962
Gerealiseerde saldo van mutaties reserves-1.529-3.6574.017-7.675
Resultaat192.991204.033198.5425.492

Toelichting

Ten opzichte van de geactualiseerde begroting is een positief resultaat van 5,5 miljoen euro gerealiseerd.

Dit voordeel bestaat voornamelijk uit:

  • Centrumtaak WMO/Beschermd wonen (2,3 miljoen euro voordeel): door lagere subsidievaststellingen en voor zorgaanbieders, minder verstrekkingen PGB's dan begroot  en een nabetaling van het Centraal Administratiekantoor voor eigen bijdragen uit voorgaande jaren. Het voordeel betreft het aandeel van Enschede;
  • Inkomensondersteuning (1,1 miljoen voordeel): door lagere uitgaven bij bijzondere bijstand in combinatie met extra incidenteel budget voor statushouders, teruggave subsidie Stichting Leergeld als gevolg van inregeljaar 2017 en een lager beroep op de dienstverlening van de Stadsbank;
  • Jeugdhulpzorg (1,6 miljoen euro voordeel, saldo gedwongen en vrijwillig kader); dit voordeel is het gevolg van een beleidsmatig gewenste verschuiving van duurdere verblijfszorg naar goedkopere maatwerkvoorzieningen en pleegzorg;
  • Lichte ondersteuning en regie (0,8 miljoen voordeel): de inzet van de wijkcoaches voor Integrale Kindcentra (IKC) wordt uit de middelen voor Onderwijsachterstandenbeleid gefinancierd in plaats van de reguliere algemene middelen en er is sprake van terugvordering van subsidies uit voorgaande jaren;
  • WMO (0,3 miljoen nadeel, saldo begeleiding en individuele voorzieningen): een nadeel bij de WMO begeleiding als gevolg van een toename van het beroep op de voorziening Ondersteuning Zelfstandig Leven. Voordelige effecten door een gunstiger ontwikkeling van het beroep op Ondersteuning Maatschappelijke Deelname en de Ondersteuning in het Huishouden dan begroot.