4. Paragrafen

Dit hoofdstuk bestaat uit acht paragrafen die belangrijk zijn om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. We hebben informatie gebundeld, die vaak versnipperd is opgenomen in de begroting. De onderwerpen hebben we om verschillende redenen gekozen:

  • Het onderwerp heeft mogelijk een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma's.
  • Het is noodzakelijk dat de raad beschikt over een overzicht van deze onderwerpen voor de uitvoering van haar taken.

De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op inwoners, deze paragrafen indirect. Hier staan de kaders omschreven, die de raad aan het college geeft met betrekking tot het beheer en de uitvoering.

Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht:

  • lokale heffingen;
  • weerstandsvermogen en risicobeheersing;
  • onderhoud kapitaalgoederen;
  • financiering;
  • bedrijfsvoering;
  • verbonden partijen;
  • grondbeleid.

Daarnaast hebben we de paragraaf Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken opgenomen. Dit is voor onze gemeente een verplicht onderwerp, vanuit de verordening 'onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid'.

4.1. Lokale heffingen 

Inleiding

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze heffingen zijn een van de inkomstenbronnen die vooral inwoners moeten opbrengen. De lokale belastingen onderscheiden we in heffingen waarvan de besteding gebonden is en in heffingen waarvan de besteding ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (onroerende zaakbelasting (OZB), hondenbelasting en precariobelasting) rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen.

Beleid
Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen voor de belastingdruk en overige ontwikkelingen op lokaal fiscaal gebied voor 2016 en de jaren erna.

OZB

Macronorm
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) heeft berekend, dat de macro-opbrengst van de OZB in 2015 stijgt met 4,17%. Voor 2015 geldt een macronorm van 3%. Dit betekent een overschrijding van 1,17%.

Volgens de Meicirculaire 2015 zou de besluitvorming over de vaststelling van de macronorm OZB voor het jaar 2016 uitgesteld worden tot het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen, dat in het najaar van 2015 plaatsvindt. Dat geldt ook voor de besluitvorming over de overschrijding van de macronorm in 2015. Achtergrond daarvan is het lopende onderzoek naar de verruiming van het belastinggebied voor gemeenten, in het kader van een herziening in het belastingstelsel. Uit de Rijksbegroting blijkt dat vooralsnog wordt afgezien van het voornemen tot een dergelijke verruiming. Met het oog op de begrotingsvoorbereiding 2016 is afgesproken de macronormsystematiek te continueren voor 2016. Tegelijkertijd is vastgesteld, dat de overschrijding van de macronorm 2015 (1,17%) in mindering wordt gebracht op de macroruimte in 2016. De macronorm 2016 van 2,7% wordt gecorrigeerd naar 1,57%.

Tarieven en opbrengst
In het coalitieakkoord spraken we af, dat we de lasten voor de inwoners van Enschede niet verder wilen laten stijgen dan de reguliere inflatie. Daarnaast is in de Zomernota 2015 rekening gehouden met een extra opbrengst van 100.000 euro als gevolg van areaaluitbreiding in de afgelopen jaren. De OZB-tarieven verhogen we met 0,8% vanwege een inflatiecorrectie.

Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde) woningen openbaar
De WOZ-waarde van woningen is op dit moment in beginsel niet openbaar. Tot nu toe kan een aanvrager de WOZ-waarde van andere woningen of panden alleen opvragen als hij een gerechtvaardigd belang heeft. Op rijksniveau is nog geen besluit genomen over het wel of niet openbaar maken van WOZ-waarde via een landelijke voorziening WOZ. We verwachten dat in 2016 hierover besluitvorming plaatsvindt.

Toeristenbelasting
In de Zomernota is voorgesteld een toeristenbelasting in te voeren. De raad heeft op 21 september besloten, dat dit ingang van 1 april 2016 gaat gebeuren. Ook heeft zij tegelijkertijd keuzes gemaakt voor de tarieven in 2016. We stellen de tarieven en de meer juridische aspecten definitief vast, bij de vaststelling van de noodzakelijke heffingsverordening.

Bedrijfsinvesteringszones (BIZ)
Het bestuur van de Vereniging Euregio Bedrijvenpark (EBP) heeft gevraagd mee te werken aan de invoering van een BIZ voor het bedrijventerrein Euregio I per 1 januari 2016. De BIZ-verordening wordt eind 2015 door de raad vastgesteld en zal in werking treden als uit de verplichte draagvlakmeting blijkt, dat er voldoende steun is.

Afvalstoffenheffing
In 2016 hoeven we de afvalstoffenheffing niet te verhogen voor inflatie, omdat de tarieven die Twente Milieu de gemeente voor 2016 in rekening brengt, met 2% gedaald zijn. Deze daling compenseert de stijging van de overige lasten binnen het product afval. Conform begroting 2015-2108 wordt het tarief met 5 euro verlaagd (in 2017 voor de laatste keer). Het tarief 2016 is 303,40 euro voor meerpersoonshuishoudens en 269,10 euro voor eenpersoonshuishoudens. In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van diftar per 1 januari 2017.

Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengsten van de rioolheffingen mogen dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het rioolheffing tarief ligt in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is in oktober 2015 door de raad vastgesteld. In het GRP wordt uitgegaan van een tariefontwikkeling van 5,9%, waarmee het tarief is vastgesteld op 209,18 euro.

Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten
De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Onderstaande tabel laat een doorkijk zien in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten. Hierbij gaan we uit van een gemiddelde koopwoning in Enschede met een WOZ-waarde van 151.000 euro (voor 2015 en verder), een inflatiepercentage van 0,8% en een meerpersoonshuishouden.

(Bedragen in euro's) 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
OZB-eigenaar woning  252,65  256,49  259,74  263,82  265,93 268,06 270,20
Afvalstoffenheffing*  310,44  310,44  308,40  303,40 298,40  298,40  298,40
Rioolheffing  179,04  186,72  197,64 209,18  221,40  234,77  248,96 
Totaal  742,13  753,65  765,78 776,40  785,73  801,23  817,56 

* Het tarief voor een meerpersoonshuishouden.

Actualisatie Lastenstelsel
Bij de behandeling van de Zomernota 2015 heeft uw raad de motie Actualisatie lastenstelsel aangenomen. Een herontwerp van het lastenstelsel is complex, ook vanwege de stringente wetgeving en de invoering van gedifferentieerde tarieven voor afvalstoffenheffing. Tegelijkertijd wordt landelijk een discussie gevoerd over het totale belastingstelsel. Begin november is er hierover een eerste oriënterende bespreking met de raad. Dit onderwerp komt terug in de Zomernota 2016.

Vergelijking lokale lasten Twentse gemeenten
Het COELO publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. In onderstaand overzicht uit de publicatie over 2015 worden de lokale lasten van de Twentse gemeenten vergeleken.

 Lokale lasten Twentse gemeenten
 (bedragen in euro's)

 

Stijging in % ten opzichte van 2014

  Éénpersoonshuishouden Meerpersoonshuishouden 1-pers. Meerpers.
  2014 2015 2014 2015    
Almelo 712 733 712 733 3,0% 3,0%
Borne 762 761 762 761 -0,1% -0,1%
Dinkelland 749 765 809 825 2,2% 2,0%
Enschede 725 731 758 766 0,9% 1,0%
Haaksbergen 715 780 764 829 9,1% 8,5%
Hellendoorn 652 659 758 763 1,0% 0,7%
Hengelo 615 624 699 717 1,4% 2,5%
Hof van Twente 738 759 787 808 2,9% 2,7%
Losser 742 722 742 722 -2,7% -2,7%
Oldenzaal 620 630 680 690 1,6% 1,5%
Rijssen-Holten 592 604 648 658 2,0% 1,6%
Tubbergen 669 687 713 730 2,7% 2,3%
Twenterand 601 612 687 695 1,9% 1,2%
Wierden 680 697 733 755 2,4% 3,1%

Gaat het om de ontwikkeling van de woonlasten, dan zit Enschede onder het Twentse gemiddelde.

Overige heffingen

Bij de overige heffingen streven we zo veel mogelijk naar 100% kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, houden we in het algemeen rekening met een nominale stijging van 0,8%. Afwijking hierop lichten we onderaan de tabel toe. 

Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten en heffingen

Omschrijving lokale lasten
(bedragen in euro's)

Raming 2014 Realisatie 2014 Raming 2015  Raming 2016  Kostendekking
Huwelijk en geregistreerd partnerschap 206.000 145.000 231.000 184.000 96%
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen 2.307.000 2.626.000 2.328.000 2.881.000 81%
Documentatie bevolking 73.000 68.000 74.000 34.000 2%
Verstrekken inlichtingen GBA 79.000 52.000 83.000 62.000 79%
Overige publiekszaken 218.000  374.000 233.000 415.000 56%
Overige verrichtingen archief 11.000 13.000 11.000 10.000 4%
Leges telecommunicatie (%) 32.000  73.000 56.000  84.000  93%
Vergunningen 2.843.000  2.825.000 2.872.000  2.731.000  100%
Kort parkeren garages, abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal) (MPP 2014-2024) 4.705.000  4.716.993 4.782.000 6.393.162 100%
Fiscale vergunningen 710.000  684.821 740.000 701.000 nvt
Fiscaal straat- en terreinenparkeren 2.499.000  2.627.728 2.553.000 2.783.000 nvt
Fiscaliseren (naheffing) 702.000  620.550 687.000 692.000 nvt
Begraafplaatsrechten (exclusief onderhoud gedenkparken) 418.000  363.000 459.000  457.000  100%
Havengelden 41.000  24.000 42.000  42.000 27%
Marktgelden 465.000  440.000 326.000  326.000  78%
Afvalstoffenheffing (netto) 17.376.000  16.630.225 17.460.000  16.816.000  100%
Afvalstoffenheffing - kwijtschelding  -2.284.000  -3.040.031 -2.300.000  -2.725.000  nvt
Afvalstoffenheffing - oninbaar -254.000  -352.894 -200.000 -250.000  nvt
Rioolheffing (netto, inclusief grootverbruik) 11.446.000  11.477.552  12.435.000  12.486.000  100%
Rioolheffing - kwijtschelding -1.605.000  -1.921.604 -1.645.000 -1.896.000   nvt
Rioolheffing - oninbaar en verminderingen -761.000  -234.758  -622.000 -667.000   nvt
Hondenbelastingen 810.000 787.000 910.000 910.000 nvt
Precariobelastingen 255.000 246.000 255.000 255.000  nvt
Reclamebelasting 152.000 146.000 152.000 152.000  nvt
OZB woningen 18.343.000 18.149.000  18.385.000 18.335.000  nvt
OZB eigenaar niet-woningen 11.774.000 12.336.000  12.119.000 12.390.000  nvt
OZB gebruiker niet-woningen 8.634.000 8.672.000  8.645.000 8.714.000  nvt

Toelichting
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen
De verhoging in de opbrengst 2016 is het gevolg van een actualisatie van het aantal verstrekte documenten.

Kort parkeren
Vanaf 2016 maakt de exploitatie van de H.J. van Heekgarage aan de bezoekers van het Medisch Spectrum Twente (MST) integraal deel uit van het product parkeerbeheer. In 2015 is de exploitatie geactualiseerd. Met de opname van deze geactualiseerde cijfers wordt 1,6 miljoen euro aan opbrengsten kort parkeren toegevoegd.

Marktgelden
De terugval in inkomsten heeft te maken met de verzelfstandiging van de dinsdagmarkt. Dit wordt gecompenseerd door een gelijke afname in loonkosten.

Vergunningen
De terugval in inkomsten heeft te maken met deregulering.

Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. De beleidskeuzes van de gemeente Enschede zijn niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018.

Indirecte kosten leges
Voor het inzicht van toegerekende indirecte kosten aan leges verwijzen wij naar bijgaand overzicht.

 

4.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

De theorie achter deze paragraaf is niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018. De focus ligt daarom nu op het actualiseren van het weerstandsvermogen. Nieuw is de tabel met financiële kengetallen. Deze is opgenomen omdat het BBV dat voorschrijft vanaf de programmabegroting 2016. De kengetallen in deze tabel maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.

Beleid

De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:

Weerstandsvermogen  

Berekening weerstandsvermogen
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit, komen we eind 2015 uit op een ratio van afgerond 1,0.

                      43,0 miljoen euro
Ratio 1,0  =    -------------------------
                      41,7 miljoen euro

De ratio bevindt zich hiermee binnen de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0 - 1,4. In het coalitieakkoord is afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. Daarvoor is in het middelenkader ruimte opgenomen.

In onderstaand overzicht is het verloop van het weerstandsvermogen voor de komende jaren weergegeven. De ratio weerstandsvermogen komt eind 2016 uit op 1,1. Voor 2018 zijn er enkele aannames gedaan op basis waarvan een scenario is gemaakt. In dit scenario wordt 20 miljoen afgeboekt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties naar tien jaar. Tegenover het effect van de kortere looptijd staat een verlaging van de risico's en een extra toevoeging aan de algemene reserve van jaarlijks 2 miljoen euro vanaf 2018. We willen benadrukken dat het gaat om een scenario, waarbij alle consequenties nog doorgerekend moeten worden, ook in relatie tot andere ontwikkelingen.
Het verloop van de ratio is ten opzichte van de Zomernota iets verbeterd. Dat komt vooral doordat de Septembercirculaire 2015 voor de jaren 2016 tot en met 2019 een positief accres laat zien.

Eind 2016 2017 2018 2019
Ratio 1,1 1,1 1,0 1,3

Het is van belang om u te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wetenschap. Tegenvallers in de algemene uitkering, grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit hebben een belangrijke impact op de financiële positie van onze gemeente.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 43,0 miljoen euro en is onderverdeeld in een algemene reserve van 25,2 miljoen euro en stille reserves van in totaal 17,8 miljoen euro.

Algemene reserve
De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen van 37,5 miljoen euro en de reserve grondbedrijf van negatief 12,3 miljoen euro. Mochten de ontwikkelingen in de grondportefeuille daarvoor aanleiding geven, dan stellen we de reserve grondbedrijf bij tijdens de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2016.

Stille reserves
De stille reserves zijn becijferd op 17,8 miljoen euro. Dit is een verlaging van 2,5 miljoen euro ten opzichte van de jaarrekening 2014. Het gaat om de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf (6,6 miljoen euro) en van de objecten van het grondbedrijf (11,2 miljoen euro). Voor de Programmabegroting 2016 zijn alleen de stille reserves van het vastgoedbedrijf geactualiseerd. De actualisatie van de gronden vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015).

Eind 2016 2017 2018 2019
Aandeel stille reserve 39% 39% 57% 42%

Met de verbetering van de algemene reserve vermindert het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen. Het aandeel stille reserves was 46% van de totaal beschikbare weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2014 en komt volgens de huidige berekeningen eind 2019 uit op 42%. Het scenario, waarbij de algemene reserve met 20 miljoen daalt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties, veroorzaakt een minder sterke daling van het aandeel stille reserves.

Benodigde weerstandscapaciteit
Risico's grondbedrijf
De risico’s van het grondbedrijf zijn niet bijgesteld en dus gelijk aan het MPG 2015.

Voor het grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen MPG. Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en samengebracht in één grote risicosimulatie. Deze risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf zijn per 31 december 2014 becijferd op 18,3 miljoen euro. De eerstvolgende actualisatie vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015).

Overige risico's
De overige risico’s zijn becijferd op 23,4 miljoen euro. Dat is een lichte daling ten opzichte van de jaarrekening 2014, toen er 23,7 miljoen euro voor stond. De volgende risico's zijn gewijzigd:

  • Het risico leningen en garanties is gedaald van 8,7 naar 7,3 miljoen euro, doordat het risico garantstelling GEM Zuiderval vervalt.
  • Het risico decentralisaties is verhoogd van 3,5 naar 4,9 miljoen euro door wijzigingen (kortingen) in de meicirculaire.
  • Het risico van aan derden verstrekte leningen is gedaald van 9,8 naar 9,6 miljoen euro door aflossingen.

Tabel met 10 grootste overige risico's 

 Nr. Onderwerp
(bedragen x € mln)
Financieel gevolg PB 2016  Financieel gevolg JR 2014  Kans
1. BUIG-MAU  10,2 10,3  30%
2. Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost  9,6 9,8  30%
3. Gewaarborgde geldleningen worden niet afgelost  7,3 8,7  30%
4. Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden  5,0  5,0  50%
5. Onvoorziene bijdragen aan de risico's van verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen  10,05  10,05  70%
6. Overige onvoorziene risico’s, waaronder de projectrisico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten  2,5 2,5  50%
7. Het risico van de drie decentralisaties: Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet  4,9 3,5  50%
8. Calamiteit binnen de gemeente  5,0  5,0  10%
9. Weersinvloeden  1,0 1,0  50%
10. Aansprakelijkheidsstelling door derden  0,5  0,5  50%

Financiële kengetallen

Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - in aanvulling op de ratio weerstandsvermogen - een verplichte set van vijf financiële kengetallen wordt opgenomen. Deze staan in de tabel hieronder. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.

   Rek. 2014 Begr. 2015 Begr. 2016
1A. Netto schuldquote 86% 73% 76%
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 75% 65% 67%
2. Solvabiliteitsratio 14% 12% 11%
3. Grondexploitatie 8% 11% 12%
4. Structurele exploitatieruimte 2% -1% 1%
5. Belastingcapaciteit 109% 109% 108%

We bekijken de kengetallen in hun onderlinge relatie en voorrzien ze van een adequate toelichting om meer inzicht in de financiële positie te bieden. Bij de beoordeling ervan gaat het vooral om het volgen van de trendmatige ontwikkeling. Een verklaring van de verschillen in de jaarlijkse mutatie is minder van belang.

Netto schuldquote
De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de periode 2014 - 2016 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich met 76% respectievelijk 67%, duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130%.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen/balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Enschede heeft bestemmingsreserves gevormd om in de stad te blijven investeren. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Over de periode 2014 - 2016 is een licht dalende trend zichtbaar, maar over een langere periode laat dit kengetal een redelijk constant niveau zien.

Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Over de periode 2014 - 2016 is er een lichte stijging zichtbaar en eind 2016 komt het kengetal uit op 12%. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog veel kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat we in de toekomst nog veel inspanningen moeten verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. We zetten in op het verkleinen van die risico's en het verbeteren van de financiële positie door het traject Richting aan ruimte uit te werken en de looptijd van grondexploitaties te verkorten.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal hebben we nodig om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. In de jaren 2016 tot en met 2019 is er structurele ruimte (een positief saldo van structurele baten/lasten) en daarmee een structureel sluitende begroting.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 108% boven het landelijk gemiddelde. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter (zie paragraaf lokale heffingen).

Als we de ratio weerstandsvermogen en de bovenstaande kengetallen in samenhang beschouwen, dan constateren we een verbetering van de financiële positie in de komende jaren. Het weerstandsvermogen verbetert en ook de netto schuldquote scoort positiever dan de daarvoor gestelde norm. In 2018 zien we een verslechtering van de ratio als gevolg van de afboeking op projecten. Dit heeft echter wel als gevolg dat grondexploitaties verbeteren en risico's worden gereduceerd. Vanaf 2019 verbetert de ratio weer naar 1,3. Als we naar de exploitatie kijken, dan is het van belang dat we de structurele lasten kunnen blijven dekken met structurele middelen. Zoals aangegeven is er beperkte structurele ruimte in 2016. Ook bij wijzigingen in het middelenkader zullen we de komende jaren blijven inzetten op een structureel sluitende begroting en een verdere verbetering van de financiële positie.

Voor het gedetailleerde overzicht van (onverplichte) financiële indicatoren verwijzen we naar het Overzicht indicatoren financiële positie

4.3. Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf gaan we in op de onderhoudstoestand en de kosten van kapitaalgoederen. Het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van onze begroting. Om de financiële positie van onze gemeente te kunnen beoordelen is een goed overzicht dan ook van groot belang.

Gaat het om het beheer van de openbare ruimte, dan is er een aantal kapitaalgoederen-categorieën waarop onderhoud van toepassing is:

  • wegen en infrastructurele kunstwerken;
  • havens;
  • riolering en water;
  • groen;
  • openbare verlichting;
  • parkeervoorzieningen;
  • onderwijsgebouwen;
  • sportaccommodaties;
  • vastgoed.

Wegen

Verhardingssoorten M2
Asfalt 3.193.000
Elementen  4.187.000
Cementbeton  84.000
Onverhard  341.000
Totaal  7.805.000

 

Infrastructurele kunstwerken Stuks
Bruggen, viaducten, sturen, geluidswallen e.a.  186
Totaal  186

Het beleidskader
We volgen de lijn die is vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018. Daarbij is het Wegenbeleidsplan 2014-2018 als basis genomen.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Met het Wegenbeleidsplan starten we de zoektocht naar hoe we onze wegen - met beperkte middelen in een veranderende samenleving - zo goed mogelijk kunnen beheren en onderhouden. Dit mag niet ten koste gaan van de veiligheid. We zullen echter wel moeten accepteren dat het comfort en de beeldkwaliteit (hoe de weg eruitziet) achteruit gaan. We starten onze zoektocht samen met bewoners en de markt. Ons uitgangspunt is dat er geen kapitaalvernietiging mag ontstaan of onomkeerbare besluiten mogen worden genomen. In 2016 evalueren we in hoeverre het lukt om onze wegen met beperkte middelen te beheren en te onderhouden, zonder in te leveren op veiligheid. 

Belangrijke trends en ontwikkelingen:

  • Duurzaam wegbeheer
    We beheren onze wegen steeds duurzamer, onder andere door zoveel mogelijk materialen te hergebruiken, in te spelen op het klimaat door meer waterdoorlatende verharding toe te passen, en door fijnstof te reduceren door meer en andere soorten openbaar groen in de wegprofielen te plaatsen. In de afgelopen jaren hebben we samen met partners geëxperimenteerd. Zo hergebruikten we in het buitengebied onze materialen voor 100%. Deze ervaringen zijn waar mogelijk doorgevoerd in het reguliere werk.
  • Geluid 
    In de afgelopen periode experimenteerden we samen met partners volop met innovatieve geluidsprojecten bij wegen. Voorbeelden daarvan zijn rubber in het asfalt, geluidreducerend asfalt, proeven met koud asfalt, sleuven naast het asfalt en de fietssnelweg F 35. Dit heeft tot innovatie, nieuwe inzichten en nauwere samenwerking geleid.
  • Duurzaam veilig verkeer
    In de afgelopen periode werkten we aan de uitvoering van dit landelijk vastgestelde beleid voor verkeersveiligheid. Echter, de subsidie voor de uitvoering van dit beleid op 30 km wegen is vervallen. Om het beleid toch te kunnen blijven uitvoeren, is budget gereserveerd bij het groot onderhoud.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor wegonderhoud (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden) is circa 8,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor circa 1,1 miljoen euro uit apparaatskosten, 3,1 miljoen euro uit kapitaallasten, circa 3,4 miljoen euro uit kosten voor (groot)onderhoud (inclusief 300.000 euro afroming aanbestedingsvoordelen) en voor circa 0,8 miljoen euro uit overige kosten. Het jaarlijkse investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 2,175 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van tien jaar.

Voor de infrastructurele kunstwerken is het lastenbudget circa 143.000 euro voor onderhoudskosten en 29.000 euro voor apparaatskosten.

Havens

Kerncijfers 2015

Havens  
Havenonderhoud (inclusief rijkswateren) Circa 25 hectare
Onderhoud damwanden, oevers en kades Circa 6.300 meter

Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties
We continueren de lijn die is vastgesteld bij de Programmabegroting 2015-2018.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor de havens is ongeveer 152.000 euro, bestaande uit 47.000 euro aan apparaatskosten en 105.0000 euro aan materiële kosten voor het dagelijks onderhoud van de havens. Vanaf 2018 is er structureel 200.000 euro beschikbaar om de benodigde vervangingsmaatregelen te kunnen treffen. 

Riolering

Kerncijfers 2015

Riolering Km 
Vrij-verval riolering 833
Drukriolering 145

 

Voorzieningen Stuks
Kolken  48.000
Putten  20.153
Randvoorzieningen  17
Pompunits  1.010
Gemalen  75

Het beleidskader
De raad stelde in oktober 2015 het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 vast. In dit GRP staat omschreven hoe we omgaan met de wettelijke zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. Ook onze doelstellingen en de daarvoor benodigde financiële inspanningen staan erin verwoord. Met name het financiële kader is van groot belang. Het college wil invulling geven aan de zorgplichten, maar tegelijkertijd de stijging van de rioolheffing voor de inwoners beperken. Daarom versoberen we het onderhoud, implementeren we risicogestuurd rioleringsbeheer, werken we samen met partners, kiezen we voor duurzame oplossingen, doen we onderzoek en passen we innovaties toe. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd, conform afspraak met de raad.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We kunnen niet voorkomen dat inwoners te maken krijgen met een (iets) hogere rioolheffing. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is na de oorlog aangelegd en de gemiddelde technische levensduur van een riool is ongeveer 70 jaar. We zullen dus riolering moeten vervangen en daardoor zullen de kosten stijgen. We proberen deze stijging zo veel mogelijk te beperken met risicogestuurd beheer. Dat is een breuk met het beleid tot nu toe, waarbij we kozen voor de zekere kant. Hoewel we bewust en gericht inzetten op risicogestuurd beheer, is mogelijke overlast in de openbare ruimte helaas niet te vermijden. We willen de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk waarborgen en (hemel)wateroverlast beperken.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
De instandhoudingskosten voor het rioleringssysteem worden gedekt door de inkomsten van de rioolheffing. Het tarief van de heffing nemen we op in de Programmabegroting 2016-2019. Daarna wordt de heffing verwerkt in de Belastingverordening 2016.

Groen

Kerncijfers 2015

Groen  Ha
Openbaar groen 695

Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor groenonderhoud is circa  4 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2,5 miljoen euro aan apparaatskosten (inclusief voertuigen) en circa 1,5 miljoen euro aan uitbesteed werk.

Vervangingsinvesteringen 
Aan de Programmabegroting 2013-2016 is vanaf 2015 structureel 700.000 euro toegevoegd voor noodzakelijke vervangingen in de openbare ruimte. 

Openbare verlichting

Kerncijfers 2015

Openbare verlichting Stuks 
Lichtmasten 30.867
Armaturen 32.854
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, et cetera 1.188

 

Openbare verlichting GWh/jaar
Energieverbruik  5,2

Het beleidskader
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het ‘aanzien’ van de OV zal iets afnemen door het vastgestelde beleid, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand. We willen de duurzaamheid bevorderen door ledlampen te gebruiken en openbare verlichting te dimmen of uit te schakelen waar en wanneer kan. De gemeente Enschede hanteert de Europese en landelijke lichttechnische norm ROVL2011. Deze norm biedt ons de mogelijkheid om de OV in verkeersluwe uren - met mate - te dimmen. De OV wordt afgestemd op het type weg en het gebruik. Zo vraagt een verkeersweg om meer verlichting dan een weg in een woon/verblijfsgebied. Om duurzaamheidsmaatregelen te bevorderen, wijken we op onderdelen af van de lichttechnische norm die in het OV-beleidsplan is opgenomen. We houden wel in acht dat de OV niet wordt uitgeschakeld tijdens de nachtelijke uren, of dat we dan werken met een sensortechniek die actief reageert op de omgeving.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het structurele budget van OV van 1,6 miljoen euro is vanaf 2016 in hoofdlijnen opgebouwd uit 0,6 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,8 miljoen materieel budget (onder meer regulier onderhoud en energie).

Parkeervoorzieningen

Kerncijfers 2015

Parkeervoorzieningen Stuks 
Parkeergarages 4

Het beleidskader
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2016-2019

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Vanaf 2016 maakt de storting vanuit de exploitatie van de H.J van Heekgarage aan de bezoekers van het MST onderdeel uit van de onderhoudsvoorziening Parkeergarages. Voor 2016 is dit 138.000 euro. Daarnaast zijn, als onderdeel van de voeding van deze voorziening, bijdragen van partners (mede-eigenaren van de HJvH-garage) opgenomen ter dekking van het voorgenomen onderhoud. Het onderhoudsprogramma 2016 voorziet onder andere in de vervanging van de coating vloeren, schilderwerk in de parkeergarages en vervanging van de technische installaties.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
In 2016 storten we een bedrag van 878.000 euro in de onderhoudsvoorziening en onttrekken we een bedrag van 1,48 miljoen euro.

Onderwijsgebouwen

Vanwege een wetswijziging is de gemeente met ingang van 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs. De schoolbesturen zijn hier nu zelf voor verantwoordelijk.

Sportaccommodaties

Kerncijfers 2015

Sportaccommodaties stuks 
Binnensportaccommodaties  
Sporthallen 5
Sportzalen  3
Gymlokalen 32
Buitensportaccommodaties  
Voetbalvelden 70
Korfbalvelden 9
Softbalvelden 2
Honkbalvelden 1
Rugbyveld 1
American Footbalveld 1
Handboogbaan 1
Jeu de boules accomodatie 1
Atletiekbaan 2

Het beleidskader
Onderhoud van buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van het Beeldkwaliteitsplan sportparken. Daarin is het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de NOC/NSF-normen.

We houden binnensportvoorzieningen binnen het taakveld sport schoon. De inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en een meerjarig vervangingsschema vervangen. Dit gebeurt op basis van normering van de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO).

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We vervangen de sportinventaris van sportaccommodaties volgens een geactualiseerde planning. Vervanging vindt plaats op basis van technische levensduur. In totaal is er 1,68 miljoen euro begroot voor 2016. Aan machines wordt ongeveer 310.000 euro uitgegeven, voor de vervangen van binnensportinventaris is 850.000 euro gereserveerd en voor de buitensportaccomodaties 520.000 euro.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
De actuele onderhouds- en vervangingsplanning leidt zonder wijzigingen in beleidskeuzes tot een financieel knelpunt. In 2016 zal het college deze keuzes onderzoeken en voorleggen aan de raad. De vorming van het sportbedrijf kan bijdragen aan effectief en doelmatig beheer. 

Vastgoed

Kerncijfers 2015

  Aantal 
Totaal objecten 246

Het beleidskader
We plegen en plannen het onderhoud van onze gemeentelijke gebouwen al enige jaren volgens de NEN 2767. Daarbij worden naast technische aspecten, bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen.

Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:

  • Onderhoud aan tijdelijk vastgoed
    Het gaat hier vooral om vastgoed dat korter dan tien jaar in eigendom van de gemeente blijft. Vanwege het tijdelijke karakter, stemmen we het onderhoud van deze gebouwen af op de beoogde toekomst (sloop of verkoop op termijn).
  • Planmatig onderhoud aan beleidsondersteunend vastgoed
    Deze panden blijven doorgaans meer dan tien jaar in eigendom van de gemeente en we onderhouden ze conform de hierboven genoemde NEN 2767-systematiek.
  • Planmatig onderhoud aan commercieel verhuurde panden 
    We verwachten andere rendementen van deze panden. De wijze van onderhoud wordt afgestemd op de kortere looptijden van verhuurcontracten. Sturing op uitgaven (vanuit het toekomstbeeld) is hier dus anders.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
In totaal hebben we 3,64 miljoen euro begroot voor 2016. Hiervan geven we circa 800.000 euro uit aan onderhoudscontracten. Aan vervanging van gebouwgebonden installaties wordt ongeveer 1,4 miljoen euro besteed. Schilderwerkzaamheden zullen voor circa 450.000 euro worden uitgevoerd en voor dakdekkerswerkzaamheden is er ongeveer 300.000 euro nodig.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Hieronder staan de voor de komende jaren geplande onderhoudsuitgaven grafisch weergegeven. De storting in de onderhoudsplanning is bepaald op basis van deze planning. De grafiek laat zien dat de voorziening toereikend is voor de onderhoudskosten gedurende de komende twintig jaar.

4.4. Financiering

In deze paragraaf staan de onderdelen die zijn vastgelegd in de financiële verordening van onze gemeente. Daarnaast rapporteren we - zoals voorgeschreven in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) - over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Resultaat rente en treasury

Het totale resultaat van het product rente en treasury in 2016 bedraagt 8,4 miljoen euro, bestaande uit 7,8 miljoen euro aan rentebaten en 0,6 miljoen euro aan dividendopbrengsten uit de gemeentelijke deelnemingen. Het saldo is met 0,1 miljoen euro gedaald ten opzichte van het resultaat uit de Programmabegroting 2015-2018.

Het renteresultaat daalt enerzijds door de aanhoudend lage rentepercentages en anderzijds door daling van de omslagrente in 2016 van 4,5% naar 4,25%. De omslagrente sluit nu aan bij de gemiddelde rente van de portefeuille met opgenomen geldleningen (4,3%). Er is al besloten dat de omslagrente vanaf 2017 naar 4% verlaagd wordt. 

Rentevisie

De rente op de geld- en kapitaalmarkten in Nederland is nog steeds erg laag. De korte (3-maands)rente is momenteel zelfs negatief, terwijl de verwachtingen waren dat deze rente eind 2015 een niveau van 0,25% zou hebben. De renteanalisten voorspellen dat de korte rente eind 2016 stijgt naar maximaal 0,1%.   

De lange (10-jarige) rente is de afgelopen maanden gestegen door de onrust rondom de situatie in Griekenland en - meer recentelijk - door het nieuws over de Chinese economie. Deze stijging is echter aanzienlijk lager dan verwacht. Voor eind 2015 werd een rentestand van 2,75% geprognosticeerd, terwijl de werkelijke stand op dit moment 1,4% is. Eind 2016 ligt de lange rente naar verwachting rond de 2%.

Kasgeldlimiet 

In de Wet Fido is bepaald dat onze kortlopende schulden maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen bedragen. De kasgeldlimiet is ingesteld om de renterisico’s van de gemeente te beperken en we zijn verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling tussen de korte en lange schulden aan te houden.
 
Onderstaande tabel laat de kasgeldlimiet-begroting voor de jaren 2016 tot en met 2019 zien.

Berekening kasgeldlimiet
(bedragen x €1.000)
2016 2017 2018 2019
 1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet)  648.249 634.451 616.824 615.275
 2. Vastgesteld percentage  8,5% 8,5% 8,5% 8,5% 
 3. Kasgeldlimiet (1. x 2.)  55.101 53.928 52.430 52.298

Financiering

In onze financieringsstrategie kiezen we ervoor om maximaal kortlopend te financieren, binnen de grenzen van de Wet Fido. Op die manier kunnen we de rentelasten van de gemeente minimaliseren. De rente op korte schulden is normaliter immers ruim lager dan de rente op langlopende financiering. 
 
Op basis van de meerjarige liquiditeitsplanning moet vanaf 2016 tot en met 2019 jaarlijks wisselend tussen de 25 en 60 miljoen euro per jaar worden geleend. Deze financieringsbehoefte is verwerkt in het renteresultaat en in de onderstaande grafiek over de ontwikkeling van de leningenportefeuilles.

grafiek leningen

Huidige schuldpositie en schuldreductie

Zoals gemeld in het programma Dienstverlening en financieel beleid, streven we in het kader van het risicoreductieprogramma naar reductie van de schulden. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de portefeuille met langlopende leningen dalende is. Deze verlaging wordt onder andere veroorzaakt door het lagere investeringsvolume van de gemeente (bijvoorbeeld in onderwijshuisvesting) en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen aan derden.  

In de afgelopen jaren rapporteerden we in deze paragraaf over de schuldratio en de netto schuldquote. Het gewijzigde BBV schrijft voor dat vanaf 2016 een aantal kengetallen, waaronder die voor de schuldpositie, verplicht moeten worden opgenomen in de begroting en jaarrekening. Deze kengetallen zijn nu onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen.

Renterisiconorm 

Vanuit de Wet Fido moeten we in deze begroting rapporteren over de renterisiconorm. Deze norm geeft een kader voor de spreiding van de looptijden in de leningenportefeuille. Volgens de renterisiconorm mag in elk enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal geherfinancierd worden. Op die manier worden de renterisico’s op de vaste schulden over de jaren gespreid. Uit onderstaande tabel blijkt dat de norm in de jaren 2016 tot en met 2019 niet zal worden overschreden.

 Berekening renterisiconorm
(bedragen x € 1.000)
2016 2017 2018 2019
 1. Begrotingstotaal  648.249  634.451  616.824  615.275
 2. Vastgesteld percentage  20%  20%  20%  20%
 3. Renterisiconorm (1. x 2.)  129.650  126.890  123.365  123.055
 4. Aflossingen  34.373  29.385  39.332  24.166
 5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.)  95.277  97.505  84.033  98.889

Beleidsvoornemens treasury functie

In 2016 houdt de treasury functie zich bezig met:

  • Continuering van het project om de informatievoorziening aan te scherpen zodat we nauwkeurige liquiditeitsprognoses kunnen geven. In 2015 hebben we middelen voor het sociaal domein overgeheveld. De gevolgen daarvan voor onze liquiditeitspositie verwerken we in de prognoses van de komende jaren.
  • Het verder uitwerken van een schuldenverlaging in het kader van het risicoreductieprogramma. Daarnaast zullen we ook werken aan een verlaging van de risico’s op de verstrekte leningen en garanties.

Limieten 2016 

In de financierings paragraaf moeten jaarlijks de limieten worden vastgesteld voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college kan financieren of beleggen. De limieten voor 2016 staan in onderstaande tabel.

Naam limiet Toelichting omvang limiet Omvang limiet 2016
(bedragen x € mln)
Krediet in rekening-courant * 110% van de kasgeldlimiet  60,6 
Uitzetten tijdelijk overtollige middelen Drempelbedrag schatkistbankieren   4 
Aanrekken langlopende geldleningen Verwachte financieringsbehoefte   60 

* Deze limiet wordt tijdelijk overschreden. In de Wet Fido staat dat de kasgeldlimiet twee kwartalen achtereen overschreden mag worden. Omdat de rentestanden voor kortlopende leningen zeer laag zijn, maken we daar maximaal gebruik van.

 

4.5. Bedrijfsvoering

Wat voor een organisatie willen we zijn?

Onze rol als gemeente verandert voortdurend. Met Bouwen aan Versterken en Verbinden (BVV) is de basis gelegd voor meer integraal werken. In 2012 is de lijn van de Compacte en Flexibele Organisatie (CFO) ingezet. Vanuit ambitie, maar ook vanuit noodzaak, gezien de financiële situatie van onze gemeente. Deze financiële situatie vraagt om een meer wendbare en flexibele organisatie met een kleiner personeelsbestand. Daarbij hebben we interventiestrategieën ingezet, zoals lean werken, slimme ICT en meer wijkgericht werken.

De veranderende samenleving en de daarbij veranderende rol van de gemeente vraagt om een grote leerbereidheid van onze medewerkers en daarmee om een organisatiecultuur waarbinnen leren een centrale plaats inneemt. Als organisatie zetten we de inwoner voorop en zijn we consistent in onze boodschap. We tonen eigenaarschap, stimuleren zelfsturing, en laten ook daadwerkelijk meer zelfsturing zien. We geven coachend leiding en verkennen breder wat er speelt: niet alleen in ons eigen domein, maar ook in andere domeinen. Daarnaast doen we meer aan strategische verkenning aan de voorkant van een opdracht. Dat houdt in dat we reflecteren en evalueren, voordat we in een nieuw project stappen.

Bedrijfsvoering, efficiënt en effectief

Onze missie:

We willen als gemeente een betrouwbare en mensgerichte overheid zijn, die zo efficiënt mogelijk en vanuit de benadering van de samenleving werkt, om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke opgaven.

In 2016 voeren we een aantal zaken door:

  • De visie samenlevingsgericht werken is vastgesteld en wordt uitgewerkt.
  • Er is een nieuwe organisatie gevormd met drie pijlers: sociaal, fysiek en economie. Daarbij zijn ook uitvoeringseenheden voor onze uitvoerende taken gevormd.
  • Bedrijfsvoering en dienstverlening zullen de komende twee jaar sterk veranderen door technologische ontwikkelingen (digitaal en lean), outsourcing (markt en Twentebedrijf) en taken die binnen het mandaat van het primaire proces (uitvoeringseenheden) worden opgepakt.
  • De afdeling Werk wordt geïntegreerd met de afdelingen Inkomen en Ondernemersloket.
  • Omdat we steeds meer samen met andere gemeenten uitvoering geven aan de participatiewet, verandert de organisatiestructuur over de programma’s heen.
  • De huidige organisatievorm van de wijkteams wordt tijdig geëvalueerd.
  • Aan de hand van de sourcingsleidraad en de uitvoeringsagenda worden de volgende sourcingsbewegingen uitgewerkt:
    • sportbedrijf;
    • onderhoud Enschede;
    • Regionaal uitvoeringsbedrijf (RUD);

      Onze Visie:

      We kiezen als gemeente bewust voor een aanpak vanuit de samenleving, markt en/of legitimiteit. We zijn in staat deze benaderingen te combineren en tussen benaderingen te wisselen, waarbij we altijd beginnen met de benadering vanuit de samenleving. We doen dit zowel politiek en bestuurlijk als ambtelijk: samenlevingsgericht werken.

    • backoffice inkomensvoorziening;
    • diverse functies en bedrijfsvoering in het Twentebedrijf.

ICT als randvoorwaarde

De bovenstaande bedrijfsvoering kan niet zonder een veilige, stabiele en moderne ICT-ondersteuning. In 2016:

  • implementeren we op basis van verschillende onderzoeken de nieuwe IT-basisvoorziening Baseline. Daardoor krijgen we een sneller en stabieler netwerk, moderne software en meer mogelijkheden om 24 uur per dag onze IT te gebruiken. Hiermee wordt de motie Op naar een toekomst bestendig ICT Bedrijf uitgevoerd;
  • versnellen we de digitalisering van werkprocessen (zie programmabegroting 2014-2018);
  • verstevigen we de beveiliging op het gebied van computercriminaliteit en inbreuk op privacy. Daarvoor zetten we onder andere ethische hackers in;
  • investeren we in:
    • modernisatie van software (zoal Microsoft office);
    • vernieuwing van onze website;
    • vervaning van computers, servers en beeldschermen, volgens het meerjarenuitvoeringsplan (MJUP);
    • implementatie van een nieuw telefoniecontract.

Sturen en vergelijken

Zoals aangegeven in de programmabegroting 2015-2018 sturen we op de trend van de 40 indicatoren binnen Vensters voor bedrijfsvoering.

Opbouw budget

De budgetopbouw voor interne dienstverlening en het toegerekende aandeel voor leges staan in bijgaand overzicht.

4.6. Verbonden partijen

Beleid verbonden partijen

Per 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Daardoor moeten we uiterlijk eind 2015 bijna alle gemeenschappelijke regelingen waaraan Enschede deelneemt aanpassen. In het najaar van 2015 wordt de raad om instemming gevraagd en uiterlijk begin 2016 treden de gewijzigde regelingen in werking.

Op 8 juni 2015 heeft de raad het nieuwe beleidskader Verbonden partijen vastgesteld. Hierin wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport Toezicht externe relaties.
In het nieuwe beleidskader zijn de regels voor het aangaan van een nieuwe verbonden partij expliciet benoemd, wat nog niet het geval was in het beleidskader van 2010.
Nieuw is verder dat de verbonden partijen elke vier jaar zullen worden geëvalueerd. De eerste evaluatie wordt ultimo 2015 met de raad gedeeld. 

Ook de nieuwe opzet van deze paragraaf vloeit voort uit het herziene beleidskader.

Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen 

In 2016 worden de nodige wijzigingen verwacht in de verbonden partijen van de gemeente Enschede.

Een aantal partijen wordt opgeheven:

  • Enschedese Zwembaden NV
    Als de raad ermee instemt, wordt deze NV onderdeel van de op dit moment in oprichting zijnde Sportbedrijf BV.
  • Enschede Ontwikkeling BV 
    Deze BV is opgericht om namens de gemeente Enschede op te treden in de GEM Zuiderval. Behalve de gemeente, is ook AM deelnemede partij. Eind 2015 loopt hun samenwerkingsovereenkomst af en per 1 november 2015 draagt AM haar aandelen in de GEM over aan de gemeente. Vanaf die datum zijn wij als gemeente zelf volledig verantwoordelijk voor de realisatie van de gronden langs de Zuiderval. AM draagt haar maximale contractuele bijdrage van 4 miljoen euro bij in deze gemeentelijke grondexploitatie. De GEM Zuiderval zal worden opgeheven en in navolging daarvan zal ook Enschede Ontwikkeling BV worden opgeheven. 
  • Voormalig Essent
    Vanuit de verkoop van de aandelen in Essent zijn verschillende BV’s ontstaan. In 2016 worden Verkoop Vennootschap BV, Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV en CBL Vennootschap BV opgeheven. Wellicht dat hier nog een opbrengst uit volgt, maar de omvang daarvan is op dit moment niet bekend.

Als de raad er in het najaar van 2015 mee instemt, zullen er vanaf begin 2016 ook nieuwe verbonden partijen zijn. Ook de provincie moet instemming verlenen, als zij deelneemt.

  • Sportbedrijf BV 
    Het huidige beheer van de sportaccomodaties en de Enschedese zwembaden zullen in deze BV opgaan. 
  • Onderhoud Enschede BV 
    Deze werkmaatschappij zal het beheer van de openbare ruimte overnemen. Zij zal inzetten op maximale inzet van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. 
  • Regio Twente 
    Naar verwachting wordt de Regio Twente opgesplitst in twee partijen, de gemeenschappelijke regeling Regio Twente en de bedrijfsvoeringsorganisatie Twentebedrijf.
  • Euregio 
    Enschede droeg via de Regio Twente al jaren bij aan de Euregio. De Euregio krijgt een andere rechtsvorm, een grensoverschrijdend openbaar lichaam. Daardoor is zij nu als verbonden partij te beschouwen. Op 21 september 2015 heeft de raad ingestemd met deze wijziging. 

 De overige actualiteiten:

  • Innovatiefonds Enschede 
    In het coalitieakkoord is besloten om het innovatiefonds stop te zetten. Er wordt gewerkt aan de afwikkeling c.q. overdracht van de vier door het innovatiefonds aangegane participaties. Voor een tweetal participaties zijn de onderhandelingen in een afrondende fase.
  • Regionaal Bedrijventerrein 
    Op dit moment bezien wij hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. Het kan zijn dat we de huidige samenwerking continueren, maar een ontvlechtingsstrategie behoort ook tot de mogelijkheden. De mogelijke opties worden in het najaar van 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht. Eventuele (financiële) effecten zijn op dit moment nog niet bekend. 
  • Area Development Twente 
    Het politieke draagvlak voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven viel medio 2014 weg. De Provinciale Staten en de gemeenteraad besloten daarop tot een heroriëntatie op het gebied. Op basis van het advies van een commissie van wijzen om het luchthavengebied te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een plan van aanpak opgesteld. Het plan beschrijft een veelheid aan acties en opdrachten voor verschillende onderwerpen. Recent hebben de staten en de raad het plan aanvaard. De colleges van GS en B&W hebben vervolgens de opdracht gekregen het plan van aanpak tot uitvoering te brengen. Eén van de opdrachten is de ontvlechting van de woongebieden te onderzoeken (“naast het bieden van planologische ruimte voor de ontwikkeling van Technology base inclusief het oplossen van de ruimtelijk en financiële effecten gaat het hierbij om het ontvlechten van de woongebieden binnen de gebiedsontwikkeling”). Beide colleges hebben de onderhandelingen na de verkiezingen bij de provincie weer opgepakt. Eventuele (financiële) effecten kunnen we op dit moment nog niet weergeven.

Beheer verbonden partijen

Zoals al aangekondigd in het gewijzigde beleidskader Verbonden partijen, is er met behulp van het pakket Naris Self Assesment een pilot over risicomanagement gehouden. Deze pilot hebben we samen met de gemeente Almelo uitgevoerd. We hebben de risico's voor de verbonden partijen geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen werden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, governance, control en kwaliteit. De ervaringen uit de pilot verwerken we in een definitieve vragenlijst. In de onderstaande grafieken zijn de eerste uitkomsten opgenomen van de gemeenschappelijke regelingen:

 In de grafiek hieronder staan de scores van de NV's en BV's waarin Enschede deelneemt:

 

Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties. 

Omdat de gemeenschappelijke regelingen een andere vragenlijst hebben ingevuld dan de NV's en BV's, werken we nu nog met twee grafieken. In de toekomst willen we de resultaten samenvoegen.

In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een samengesteld financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen en de gesubsidieerde instellingen. In de top tien van risico’s staat een risico van 10,05 miljoen euro opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen. Hierin zijn ook de risico's van het ADT, RBT en de GEM Zuiderval verwerkt.

Lijst met verbonden partijen

In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen conform de BBV. Verdere algemene informatie is te vinden onder deze link. Van de nieuwe verbonden partijen is alleen de Euregio opgenomen, omdat daarover de besluitvorming al definitief is. De raad heeft ten tijde van het opstellen van deze begroting nog geen besluit genomen over de andere partijen. 

Een paar opmerkingen bij de onderstaande tabel:

  • Om tegemoet te komen aan de wens van de raad om inzicht te verkrijgen in het maatschappelijk belang van de verbonden partijen, is in de kolom Openbaar belang de doelstelling opgenomen waaraan de verbonden partij een bijdrage levert. Deze doelstellingen staan geformuleerd in de diverse programma's. Behalve wens van de raad, was opname van deze kolom ook een aanbeveling uit het rekenkamerrapport over het toezicht op externe partijen. 
  • Het opgenomen financieel belang sluit aan bij de brede definitie zoals toegelicht bij het beheer van de verbonden partijen. 
  • De NV's en BV's hadden de begrotingen voor het volgende jaar vaak nog niet beschikbaar. Daarom hebben we nog geen gegevens over het vreemd en eigen vermogen opgenomen. Hierover zullen we de betreffende NV's en BV's benaderen. Een aantal partijen, zoals Vitens en Enexis, leveren deze informatie ondertussen wel tijdig aan bij hun aandeelhouders. 
 Naam en vestigingsplaats  Openbaar belang (maatschappelijk belang) Financieel belang gemeente Begrote omvang eigen vermogen begin 2016  Begrote omvang eigen vermogen eind 2016  Begrote omvang vreemd vermogen begin 2016   Begrote omvang vreemd vermogen eind 2016  Begroot resultaat 2016

Regio Twente
Enschede

  • Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.

  • Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).

  • Een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk.

  • Meer jongeren met een opleiding die aansluit op de arbeidsmarkt.

  • Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren.

7,2 miljoen euro

Ten opzichte van vorig jaar gestegen door toevoeging budgetten jeugdzorg.

6,5 miljoen euro

Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.

4,5 miljoen euro

20,4 miljoen euro

20 miljoen euro

0 euro

Stadsbank Oost-Nederland 
Enschede

Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.

  • 3,2 miljoen euro bijdrage dienstverlening

  • 179.000 euro kapitaalinbreng

1,662 miljoen euro

Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.

1,652 miljoen euro

n.n.b.

n.n.b.

0 euro

Openbaar Lichaam Crematoria Twente 
Enschede

Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan (product begraafplaatsen).

Geen dividend geraamd voor 2016.

1,597 miljoen euro

1,58 miljoen euro

0 euro

0 euro

0 euro

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Hengelo

Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.

3,1 miljoen euro bijdrage

(daling ten opzichte van vorig jaar)

481.000 euro

Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.

481.000 euro

3,58 miljoen euro

3,58 miljoen euro

0 euro

Regionaal Bedrijventerrein
Almelo

Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).

Verliesvoorziening van 4,447 miljoen euro.

Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's.

n.n.b.

n.n.b.

2,296 miljoen euro negatief

Area Development Twente 
Enschede

Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).  

Verliesvoorziening van 9,640 miljoen euro.

Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's. 

33,994 miljoen euro

38,113 miljoen euro

4,119 miljoen euro negatief

Veiligheidsregio Twente 
Enschede

Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan.

12,3 miljoen euro bijdrage

614.000 euro

Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.

54.000 euro

53,7 miljoen euro

53,4 miljoen euro

0 euro

Twentse Schouwburg 
Enschede

Stimuleren van een bruisende binnenstad.

  • 5,230 miljoen euro subsidies

  • 866.000 euro verstrekte leningen

  • 1 euro waarde aandelenkapitaal

603.000 euro

Het gewenste weerstandsvermogen bedraagt 2 miljoen euro. Daar wordt momenteel niet aan voldaan.

664.000 euro

3,93 miljoen euro

3,5 miljoen euro

60.000 euro

Enschedese Zwembaden 
Enschede

Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname.

  • 1,013 miljoen euro subsidie

  • 579.000 euro verstrekte leningen

  • 1 euro waarde aandelenkapitaal

13.000 euro negatief

Solvabiliteit is negatief.

13.000 euro negatief

1,109 miljoen euro

1,066 miljoen euro

0 euro

Twente Milieu 
Enschede

Stimuleren van een duurzame leefomgeving.

  • 14,5 miljoen euro inkoop

  • 281.000 euro waarde aandelenkapitaal

8,497 miljoen euro

Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.

8,797 miljoen euro

 14,5 miljoen euro

14,5 miljoen euro

0,3 miljoen euro

Twence 
Hengelo

Stimuleren van een duurzame leefomgeving.

  • 3,450 miljoen euro inkoop

  • 193.000 euro dividend

  • 1 euro waarde aandelenkapitaal

  • 2,914 miljoen euro garantstellingen waarvoor jaarlijks 400.000 euro vergoeding wordt betaald.

122 miljoen euro

Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.

123 miljoen euro

165 miljoen euro

174 miljoen euro

9 miljoen euro

Resultaat voldoende om dividend en bijdrage aan Agenda van Twente te voldoen.

Enschede Ontwikkeling 
Enschede

Behouden en versterken van de dynamische en vitale stad.

Aandelenkapitaal 20.000 euro

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

Bank Nederlandse Gemeenten
Den Haag

Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.

  • 125.000 euro geraamd dividend

  • 455.000 euro waarde aandelenkapitaal

n.n.b.

BNG Bank geeft aan deze gegevens niet ter beschikking te stellen aangezien dit concurrentiegevoelige infomatie is.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

Enexis 
Den Bosch

Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.

  • 200.000 euro beraamd dividend

  • 41.000 euro waarde aandelenkapitaal

  • 454.000 euro verstrekte geldlening

3.616 miljoen euro

Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.

3.716 miljoen euro

Geen reële inschatting te geven.

200 miljoen euro

Vitens
Zwolle

Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.

  • 100.000 euro geraamd dividend

  • 11.000 euro waarde aandelenkapitaal

464,2 miljoen euro

Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm.

488,3 miljoen euro

1.263,3 miljoen euro

1.258,3 miljoen euro

31,5 miljoen euro

Voormalig Essent:
Den Bosch

 

 

 

         
  • Vorderingen op Enexis
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. 
  • 43 euro boekwaarde aandelenkapitaal (per vermelde BV).

  • 1,836 miljoen euro verstrekte leningen. 

45.000 euro

25.000 euro

860 miljoen euro

355 miljoen euro

20.000 euro negatief

  • Verkoop Vennootschap

70 miljoen euro

-

65 miljoen euro

-

100.000 euro negatief

  • Publiek Belang Elektriciteitsproductie

1,6 miljoen euro

-

100.000 euro

-

20.000 euro negatief

  • CBL Vennootschap

9 miljoen dollar

-

100.000 dollar

-

0 euro

  • CSV Amsterdam

40.000 euro negatief   

90.000 euro negatief

80.000 euro

130.000 euro

50.000 euro negatief 

Innovatiefonds
Enschede

Versterken (internationaal) ondernemersklimaat.  

  • 20.000 euro waarde aandelenkapitaal

  • 1,650 miljoen euro participaties

1,2 miljoen euro

0 euro

0,1 miljoen euro

0 euro

0 euro

Dimpact
Enschede

Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening.

  • 6.000 euro lidmaatschapskosten

  • 0,6 miljoen euro inkoop dienstverlening

  • 1,2 miljoen euro opbrengst voor hosting aangesloten gemeenten

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

Administratiekantoor Dataland
Gouda

Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening.

8.000 euro kapitaalinbreng

n.n.b.

n.n.b.

 n.n.b.

n.n.b.

n.n.b.

Regionale Uitvoeringsdienst Twente
Almelo

Burgers wonen in leefbare en veilige wijken / verbeteren van het ondernemersklimaat.

Aandeel structuurkosten

147.000 euro

147.000 euro

0 euro

0 euro

0 euro

Euregio
Gronau

Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren.

Lidmaatschapsbijdrage van 0,29 euro per inwoner. 

1,126 miljoen euro

Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen.

1,036 miljoen euro

1,5 miljoen euro

1,750 miljoen euro

31.000 euro

 

 

4.7. Grondbeleid

Geen wijzigingen ten opzichte van de jaarrekening, paragraaf grondbeleid jaarrekening 2014.

4.8. Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken

In de programmabegroting 2015 zijn de ambities voor de komende vier jaar vastgelegd en de wijze waarop de maatschappelijke effecten (doeltreffendheid) en inzet van middelen (doelmatigheid) worden gemonitord. In 2015 voeren we een onderzoek naar de doeltreffendheid van het huisvestingsplan onderwijs uit. Hierover wordt de raad separaat geïnformeerd. In 2016 is geen doelmatigheids- en/of doeltreffendheidsonderzoek gepland.