Dit hoofdstuk bestaat uit acht paragrafen die belangrijk zijn om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. We hebben informatie gebundeld, die vaak versnipperd is opgenomen in de begroting. De onderwerpen hebben we om verschillende redenen gekozen:
De programma’s in de vorige hoofdstukken zijn direct gericht op inwoners, deze paragrafen indirect. Hier staan de kaders omschreven, die de raad aan het college geeft met betrekking tot het beheer en de uitvoering.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Zeven paragrafen zijn verplicht:
Daarnaast hebben we de paragraaf Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoeken opgenomen. Dit is voor onze gemeente een verplicht onderwerp, vanuit de verordening 'onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid'.
Inleiding
De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze heffingen zijn een van de inkomstenbronnen die vooral inwoners moeten opbrengen. De lokale belastingen onderscheiden we in heffingen waarvan de besteding gebonden is en in heffingen waarvan de besteding ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (onroerende zaakbelasting (OZB), hondenbelasting en precariobelasting) rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, verantwoorden we op het betreffende programma en rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen.
Beleid
Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen voor de belastingdruk en overige ontwikkelingen op lokaal fiscaal gebied voor 2016 en de jaren erna.
OZB
Macronorm
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) heeft berekend, dat de macro-opbrengst van de OZB in 2015 stijgt met 4,17%. Voor 2015 geldt een macronorm van 3%. Dit betekent een overschrijding van 1,17%.
Volgens de Meicirculaire 2015 zou de besluitvorming over de vaststelling van de macronorm OZB voor het jaar 2016 uitgesteld worden tot het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen, dat in het najaar van 2015 plaatsvindt. Dat geldt ook voor de besluitvorming over de overschrijding van de macronorm in 2015. Achtergrond daarvan is het lopende onderzoek naar de verruiming van het belastinggebied voor gemeenten, in het kader van een herziening in het belastingstelsel. Uit de Rijksbegroting blijkt dat vooralsnog wordt afgezien van het voornemen tot een dergelijke verruiming. Met het oog op de begrotingsvoorbereiding 2016 is afgesproken de macronormsystematiek te continueren voor 2016. Tegelijkertijd is vastgesteld, dat de overschrijding van de macronorm 2015 (1,17%) in mindering wordt gebracht op de macroruimte in 2016. De macronorm 2016 van 2,7% wordt gecorrigeerd naar 1,57%.
Tarieven en opbrengst
In het coalitieakkoord spraken we af, dat we de lasten voor de inwoners van Enschede niet verder wilen laten stijgen dan de reguliere inflatie. Daarnaast is in de Zomernota 2015 rekening gehouden met een extra opbrengst van 100.000 euro als gevolg van areaaluitbreiding in de afgelopen jaren. De OZB-tarieven verhogen we met 0,8% vanwege een inflatiecorrectie.
Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde) woningen openbaar
De WOZ-waarde van woningen is op dit moment in beginsel niet openbaar. Tot nu toe kan een aanvrager de WOZ-waarde van andere woningen of panden alleen opvragen als hij een gerechtvaardigd belang heeft. Op rijksniveau is nog geen besluit genomen over het wel of niet openbaar maken van WOZ-waarde via een landelijke voorziening WOZ. We verwachten dat in 2016 hierover besluitvorming plaatsvindt.
Toeristenbelasting
In de Zomernota is voorgesteld een toeristenbelasting in te voeren. De raad heeft op 21 september besloten, dat dit ingang van 1 april 2016 gaat gebeuren. Ook heeft zij tegelijkertijd keuzes gemaakt voor de tarieven in 2016. We stellen de tarieven en de meer juridische aspecten definitief vast, bij de vaststelling van de noodzakelijke heffingsverordening.
Bedrijfsinvesteringszones (BIZ)
Het bestuur van de Vereniging Euregio Bedrijvenpark (EBP) heeft gevraagd mee te werken aan de invoering van een BIZ voor het bedrijventerrein Euregio I per 1 januari 2016. De BIZ-verordening wordt eind 2015 door de raad vastgesteld en zal in werking treden als uit de verplichte draagvlakmeting blijkt, dat er voldoende steun is.
Afvalstoffenheffing
In 2016 hoeven we de afvalstoffenheffing niet te verhogen voor inflatie, omdat de tarieven die Twente Milieu de gemeente voor 2016 in rekening brengt, met 2% gedaald zijn. Deze daling compenseert de stijging van de overige lasten binnen het product afval. Conform begroting 2015-2108 wordt het tarief met 5 euro verlaagd (in 2017 voor de laatste keer). Het tarief 2016 is 303,40 euro voor meerpersoonshuishoudens en 269,10 euro voor eenpersoonshuishoudens. In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van diftar per 1 januari 2017.
Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Daaruit vloeit voort dat de kostendekkendheid maximaal 100% mag zijn. De opbrengsten van de rioolheffingen mogen dus structureel niet hoger zijn dan de begrote kosten. De kostendekkendheid van de rioolheffing in de gemeente Enschede is 100%. De basis voor de ontwikkeling van het rioolheffing tarief ligt in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is in oktober 2015 door de raad vastgesteld. In het GRP wordt uitgegaan van een tariefontwikkeling van 5,9%, waarmee het tarief is vastgesteld op 209,18 euro.
Meerjarige ontwikkeling gemeentelijke woonlasten
De gemeentelijke woonlasten zijn opgebouwd uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Onderstaande tabel laat een doorkijk zien in de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten. Hierbij gaan we uit van een gemiddelde koopwoning in Enschede met een WOZ-waarde van 151.000 euro (voor 2015 en verder), een inflatiepercentage van 0,8% en een meerpersoonshuishouden.
(Bedragen in euro's) | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
OZB-eigenaar woning | 252,65 | 256,49 | 259,74 | 263,82 | 265,93 | 268,06 | 270,20 |
Afvalstoffenheffing* | 310,44 | 310,44 | 308,40 | 303,40 | 298,40 | 298,40 | 298,40 |
Rioolheffing | 179,04 | 186,72 | 197,64 | 209,18 | 221,40 | 234,77 | 248,96 |
Totaal | 742,13 | 753,65 | 765,78 | 776,40 | 785,73 | 801,23 | 817,56 |
* Het tarief voor een meerpersoonshuishouden.
Actualisatie Lastenstelsel
Bij de behandeling van de Zomernota 2015 heeft uw raad de motie Actualisatie lastenstelsel aangenomen. Een herontwerp van het lastenstelsel is complex, ook vanwege de stringente wetgeving en de invoering van gedifferentieerde tarieven voor afvalstoffenheffing. Tegelijkertijd wordt landelijk een discussie gevoerd over het totale belastingstelsel. Begin november is er hierover een eerste oriënterende bespreking met de raad. Dit onderwerp komt terug in de Zomernota 2016.
Vergelijking lokale lasten Twentse gemeenten
Het COELO publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. In onderstaand overzicht uit de publicatie over 2015 worden de lokale lasten van de Twentse gemeenten vergeleken.
Lokale lasten Twentse gemeenten |
Stijging in % ten opzichte van 2014 |
|||||
Éénpersoonshuishouden | Meerpersoonshuishouden | 1-pers. | Meerpers. | |||
2014 | 2015 | 2014 | 2015 | |||
Almelo | 712 | 733 | 712 | 733 | 3,0% | 3,0% |
Borne | 762 | 761 | 762 | 761 | -0,1% | -0,1% |
Dinkelland | 749 | 765 | 809 | 825 | 2,2% | 2,0% |
Enschede | 725 | 731 | 758 | 766 | 0,9% | 1,0% |
Haaksbergen | 715 | 780 | 764 | 829 | 9,1% | 8,5% |
Hellendoorn | 652 | 659 | 758 | 763 | 1,0% | 0,7% |
Hengelo | 615 | 624 | 699 | 717 | 1,4% | 2,5% |
Hof van Twente | 738 | 759 | 787 | 808 | 2,9% | 2,7% |
Losser | 742 | 722 | 742 | 722 | -2,7% | -2,7% |
Oldenzaal | 620 | 630 | 680 | 690 | 1,6% | 1,5% |
Rijssen-Holten | 592 | 604 | 648 | 658 | 2,0% | 1,6% |
Tubbergen | 669 | 687 | 713 | 730 | 2,7% | 2,3% |
Twenterand | 601 | 612 | 687 | 695 | 1,9% | 1,2% |
Wierden | 680 | 697 | 733 | 755 | 2,4% | 3,1% |
Gaat het om de ontwikkeling van de woonlasten, dan zit Enschede onder het Twentse gemiddelde.
Overige heffingen
Bij de overige heffingen streven we zo veel mogelijk naar 100% kostendekking. In de voorstellen waarbij de belastingverordeningen worden aangepast, houden we in het algemeen rekening met een nominale stijging van 0,8%. Afwijking hierop lichten we onderaan de tabel toe.
Omschrijving lokale lasten (bedragen in euro's) |
Raming 2014 | Realisatie 2014 | Raming 2015 | Raming 2016 | Kostendekking |
Huwelijk en geregistreerd partnerschap | 206.000 | 145.000 | 231.000 | 184.000 | 96% |
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen | 2.307.000 | 2.626.000 | 2.328.000 | 2.881.000 | 81% |
Documentatie bevolking | 73.000 | 68.000 | 74.000 | 34.000 | 2% |
Verstrekken inlichtingen GBA | 79.000 | 52.000 | 83.000 | 62.000 | 79% |
Overige publiekszaken | 218.000 | 374.000 | 233.000 | 415.000 | 56% |
Overige verrichtingen archief | 11.000 | 13.000 | 11.000 | 10.000 | 4% |
Leges telecommunicatie (%) | 32.000 | 73.000 | 56.000 | 84.000 | 93% |
Vergunningen | 2.843.000 | 2.825.000 | 2.872.000 | 2.731.000 | 100% |
Kort parkeren garages, abonnementen en vrijuitrijkaarten (niet fiscaal) (MPP 2014-2024) | 4.705.000 | 4.716.993 | 4.782.000 | 6.393.162 | 100% |
Fiscale vergunningen | 710.000 | 684.821 | 740.000 | 701.000 | nvt |
Fiscaal straat- en terreinenparkeren | 2.499.000 | 2.627.728 | 2.553.000 | 2.783.000 | nvt |
Fiscaliseren (naheffing) | 702.000 | 620.550 | 687.000 | 692.000 | nvt |
Begraafplaatsrechten (exclusief onderhoud gedenkparken) | 418.000 | 363.000 | 459.000 | 457.000 | 100% |
Havengelden | 41.000 | 24.000 | 42.000 | 42.000 | 27% |
Marktgelden | 465.000 | 440.000 | 326.000 | 326.000 | 78% |
Afvalstoffenheffing (netto) | 17.376.000 | 16.630.225 | 17.460.000 | 16.816.000 | 100% |
Afvalstoffenheffing - kwijtschelding | -2.284.000 | -3.040.031 | -2.300.000 | -2.725.000 | nvt |
Afvalstoffenheffing - oninbaar | -254.000 | -352.894 | -200.000 | -250.000 | nvt |
Rioolheffing (netto, inclusief grootverbruik) | 11.446.000 | 11.477.552 | 12.435.000 | 12.486.000 | 100% |
Rioolheffing - kwijtschelding | -1.605.000 | -1.921.604 | -1.645.000 | -1.896.000 | nvt |
Rioolheffing - oninbaar en verminderingen | -761.000 | -234.758 | -622.000 | -667.000 | nvt |
Hondenbelastingen | 810.000 | 787.000 | 910.000 | 910.000 | nvt |
Precariobelastingen | 255.000 | 246.000 | 255.000 | 255.000 | nvt |
Reclamebelasting | 152.000 | 146.000 | 152.000 | 152.000 | nvt |
OZB woningen | 18.343.000 | 18.149.000 | 18.385.000 | 18.335.000 | nvt |
OZB eigenaar niet-woningen | 11.774.000 | 12.336.000 | 12.119.000 | 12.390.000 | nvt |
OZB gebruiker niet-woningen | 8.634.000 | 8.672.000 | 8.645.000 | 8.714.000 | nvt |
Toelichting
Legitimatie- en reisdocumenten en rijbewijzen
De verhoging in de opbrengst 2016 is het gevolg van een actualisatie van het aantal verstrekte documenten.
Kort parkeren
Vanaf 2016 maakt de exploitatie van de H.J. van Heekgarage aan de bezoekers van het Medisch Spectrum Twente (MST) integraal deel uit van het product parkeerbeheer. In 2015 is de exploitatie geactualiseerd. Met de opname van deze geactualiseerde cijfers wordt 1,6 miljoen euro aan opbrengsten kort parkeren toegevoegd.
Marktgelden
De terugval in inkomsten heeft te maken met de verzelfstandiging van de dinsdagmarkt. Dit wordt gecompenseerd door een gelijke afname in loonkosten.
Vergunningen
De terugval in inkomsten heeft te maken met deregulering.
Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. De beleidskeuzes van de gemeente Enschede zijn niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018.
Indirecte kosten leges
Voor het inzicht van toegerekende indirecte kosten aan leges verwijzen wij naar bijgaand overzicht.
Inleiding
De theorie achter deze paragraaf is niet gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018. De focus ligt daarom nu op het actualiseren van het weerstandsvermogen. Nieuw is de tabel met financiële kengetallen. Deze is opgenomen omdat het BBV dat voorschrijft vanaf de programmabegroting 2016. De kengetallen in deze tabel maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.
Beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in:
Berekening weerstandsvermogen
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit, komen we eind 2015 uit op een ratio van afgerond 1,0.
43,0 miljoen euro
Ratio 1,0 = -------------------------
41,7 miljoen euro
De ratio bevindt zich hiermee binnen de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0 - 1,4. In het coalitieakkoord is afgesproken om een actief financieel beleid te voeren op het verminderen van risico’s en het verder verbeteren van de financiële positie. Daarvoor is in het middelenkader ruimte opgenomen.
In onderstaand overzicht is het verloop van het weerstandsvermogen voor de komende jaren weergegeven. De ratio weerstandsvermogen komt eind 2016 uit op 1,1. Voor 2018 zijn er enkele aannames gedaan op basis waarvan een scenario is gemaakt. In dit scenario wordt 20 miljoen afgeboekt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties naar tien jaar. Tegenover het effect van de kortere looptijd staat een verlaging van de risico's en een extra toevoeging aan de algemene reserve van jaarlijks 2 miljoen euro vanaf 2018. We willen benadrukken dat het gaat om een scenario, waarbij alle consequenties nog doorgerekend moeten worden, ook in relatie tot andere ontwikkelingen.
Het verloop van de ratio is ten opzichte van de Zomernota iets verbeterd. Dat komt vooral doordat de Septembercirculaire 2015 voor de jaren 2016 tot en met 2019 een positief accres laat zien.
Eind | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Ratio | 1,1 | 1,1 | 1,0 | 1,3 |
Het is van belang om u te realiseren dat de ontwikkeling van de risico’s en stille reserves moeilijk voorspelbaar en beïnvloedbaar is. De ratioberekening is geen exacte wetenschap. Tegenvallers in de algemene uitkering, grondverkopen, nadelige ontwikkelingen bij verbonden partijen of dalende prijzen van het vastgoed- en grondbezit hebben een belangrijke impact op de financiële positie van onze gemeente.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt in totaal 43,0 miljoen euro en is onderverdeeld in een algemene reserve van 25,2 miljoen euro en stille reserves van in totaal 17,8 miljoen euro.
Algemene reserve
De algemene reserve bestaat uit de reserve weerstandsvermogen van 37,5 miljoen euro en de reserve grondbedrijf van negatief 12,3 miljoen euro. Mochten de ontwikkelingen in de grondportefeuille daarvoor aanleiding geven, dan stellen we de reserve grondbedrijf bij tijdens de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) 2016.
Stille reserves
De stille reserves zijn becijferd op 17,8 miljoen euro. Dit is een verlaging van 2,5 miljoen euro ten opzichte van de jaarrekening 2014. Het gaat om de stille reserves van de objecten van het vastgoedbedrijf (6,6 miljoen euro) en van de objecten van het grondbedrijf (11,2 miljoen euro). Voor de Programmabegroting 2016 zijn alleen de stille reserves van het vastgoedbedrijf geactualiseerd. De actualisatie van de gronden vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015).
Eind | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Aandeel stille reserve | 39% | 39% | 57% | 42% |
Met de verbetering van de algemene reserve vermindert het aandeel van de stille reserves binnen het weerstandsvermogen. Het aandeel stille reserves was 46% van de totaal beschikbare weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2014 en komt volgens de huidige berekeningen eind 2019 uit op 42%. Het scenario, waarbij de algemene reserve met 20 miljoen daalt als invulling van het terugbrengen van de looptijd van de grondexploitaties, veroorzaakt een minder sterke daling van het aandeel stille reserves.
Benodigde weerstandscapaciteit
Risico's grondbedrijf
De risico’s van het grondbedrijf zijn niet bijgesteld en dus gelijk aan het MPG 2015.
Voor het grondbedrijf maakt de actualisatie van de risico’s onderdeel uit van het jaarlijks op te stellen MPG. Daarbij worden alle grondexploitaties grondig geanalyseerd en de risico’s van alle individuele grondcomplexen geactualiseerd en samengebracht in één grote risicosimulatie. Deze risicoanalyse kan niet los worden gezien van de actualisatie van de begrotingen van de grondcomplexen. De risico’s van het grondbedrijf zijn per 31 december 2014 becijferd op 18,3 miljoen euro. De eerstvolgende actualisatie vindt plaats bij het MPG 2016 (jaarrekening 2015).
Overige risico's
De overige risico’s zijn becijferd op 23,4 miljoen euro. Dat is een lichte daling ten opzichte van de jaarrekening 2014, toen er 23,7 miljoen euro voor stond. De volgende risico's zijn gewijzigd:
Tabel met 10 grootste overige risico's
Nr. | Onderwerp (bedragen x € mln) |
Financieel gevolg PB 2016 | Financieel gevolg JR 2014 | Kans |
1. | BUIG-MAU | 10,2 | 10,3 | 30% |
2. | Aan derden verstrekte leningen worden niet afgelost | 9,6 | 9,8 | 30% |
3. | Gewaarborgde geldleningen worden niet afgelost | 7,3 | 8,7 | 30% |
4. | Als gevolg van schommelingen in de conjunctuur, kunnen zowel aan de kosten- als de opbrengstenkant onvoorziene nadelige incidentele effecten optreden | 5,0 | 5,0 | 50% |
5. | Onvoorziene bijdragen aan de risico's van verbonden partijen, gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen | 10,05 | 10,05 | 70% |
6. | Overige onvoorziene risico’s, waaronder de projectrisico’s op het gebied van aanbesteding, planning, bezwaarprocedures, prijsstijgingen en rente-effecten | 2,5 | 2,5 | 50% |
7. | Het risico van de drie decentralisaties: Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet | 4,9 | 3,5 | 50% |
8. | Calamiteit binnen de gemeente | 5,0 | 5,0 | 10% |
9. | Weersinvloeden | 1,0 | 1,0 | 50% |
10. | Aansprakelijkheidsstelling door derden | 0,5 | 0,5 | 50% |
Financiële kengetallen
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - in aanvulling op de ratio weerstandsvermogen - een verplichte set van vijf financiële kengetallen wordt opgenomen. Deze staan in de tabel hieronder. De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.
Rek. 2014 | Begr. 2015 | Begr. 2016 | ||
1A. | Netto schuldquote | 86% | 73% | 76% |
1B. | Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 75% | 65% | 67% |
2. | Solvabiliteitsratio | 14% | 12% | 11% |
3. | Grondexploitatie | 8% | 11% | 12% |
4. | Structurele exploitatieruimte | 2% | -1% | 1% |
5. | Belastingcapaciteit | 109% | 109% | 108% |
We bekijken de kengetallen in hun onderlinge relatie en voorrzien ze van een adequate toelichting om meer inzicht in de financiële positie te bieden. Bij de beoordeling ervan gaat het vooral om het volgen van de trendmatige ontwikkeling. Een verklaring van de verschillen in de jaarlijkse mutatie is minder van belang.
Netto schuldquote
De netto schuldquote laat het niveau van de schuldenlast zien, ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. Omdat het onzeker is of alle leningen terug zullen worden betaald, berekenen we de netto schuldquote zowel in- als exclusief de doorgeleende gelden. Zo wordt duidelijk welk aandeel de verstrekte leningen in de exploitatie hebben en wat dat betekent voor de schuldenlast. Over de periode 2014 - 2016 is een dalende trend van de netto schuldquote zichtbaar. De netto schuldquote in- en exclusief doorgeleende gelden bevindt zich met 76% respectievelijk 67%, duidelijk beneden de door de VNG gehanteerde kritische waarde van 130%.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is de verhouding eigen vermogen/balanstotaal en geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is op de langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij een hoge solvabiliteit staat er veel eigen vermogen tegenover de schulden en is de kans groot dat de schulden worden afbetaald. Dit betekent tegelijkertijd dat veel eigen vermogen (reserves) wordt aangehouden dat niet wordt besteed. Enschede heeft bestemmingsreserves gevormd om in de stad te blijven investeren. Wordt het eigen vermogen te klein, dan verslechtert de solvabiliteit. Over de periode 2014 - 2016 is een licht dalende trend zichtbaar, maar over een langere periode laat dit kengetal een redelijk constant niveau zien.
Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Over de periode 2014 - 2016 is er een lichte stijging zichtbaar en eind 2016 komt het kengetal uit op 12%. Voor de komende jaren moeten er bovendien nog veel kosten en opbrengsten gerealiseerd worden. Dat betekent dat we in de toekomst nog veel inspanningen moeten verrichten en daaraan zijn risico's verbonden. We zetten in op het verkleinen van die risico's en het verbeteren van de financiële positie door het traject Richting aan ruimte uit te werken en de looptijd van grondexploitaties te verkorten.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal hebben we nodig om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting, maken we onderscheid tussen structurele en incidentele lasten. In de jaren 2016 tot en met 2019 is er structurele ruimte (een positief saldo van structurele baten/lasten) en daarmee een structureel sluitende begroting.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt tot het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten verstaan we de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit scoort met 108% boven het landelijk gemiddelde. In vergelijking met de Twentse gemeenten is Enschede overigens geen uitschieter (zie paragraaf lokale heffingen).
Als we de ratio weerstandsvermogen en de bovenstaande kengetallen in samenhang beschouwen, dan constateren we een verbetering van de financiële positie in de komende jaren. Het weerstandsvermogen verbetert en ook de netto schuldquote scoort positiever dan de daarvoor gestelde norm. In 2018 zien we een verslechtering van de ratio als gevolg van de afboeking op projecten. Dit heeft echter wel als gevolg dat grondexploitaties verbeteren en risico's worden gereduceerd. Vanaf 2019 verbetert de ratio weer naar 1,3. Als we naar de exploitatie kijken, dan is het van belang dat we de structurele lasten kunnen blijven dekken met structurele middelen. Zoals aangegeven is er beperkte structurele ruimte in 2016. Ook bij wijzigingen in het middelenkader zullen we de komende jaren blijven inzetten op een structureel sluitende begroting en een verdere verbetering van de financiële positie.
Voor het gedetailleerde overzicht van (onverplichte) financiële indicatoren verwijzen we naar het Overzicht indicatoren financiële positie.
In deze paragraaf gaan we in op de onderhoudstoestand en de kosten van kapitaalgoederen. Het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van onze begroting. Om de financiële positie van onze gemeente te kunnen beoordelen is een goed overzicht dan ook van groot belang.
Gaat het om het beheer van de openbare ruimte, dan is er een aantal kapitaalgoederen-categorieën waarop onderhoud van toepassing is:
Verhardingssoorten | M2 |
Asfalt | 3.193.000 |
Elementen | 4.187.000 |
Cementbeton | 84.000 |
Onverhard | 341.000 |
Totaal | 7.805.000 |
Infrastructurele kunstwerken | Stuks |
Bruggen, viaducten, sturen, geluidswallen e.a. | 186 |
Totaal | 186 |
Het beleidskader
We volgen de lijn die is vastgelegd bij de Programmabegroting 2015-2018. Daarbij is het Wegenbeleidsplan 2014-2018 als basis genomen.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Met het Wegenbeleidsplan starten we de zoektocht naar hoe we onze wegen - met beperkte middelen in een veranderende samenleving - zo goed mogelijk kunnen beheren en onderhouden. Dit mag niet ten koste gaan van de veiligheid. We zullen echter wel moeten accepteren dat het comfort en de beeldkwaliteit (hoe de weg eruitziet) achteruit gaan. We starten onze zoektocht samen met bewoners en de markt. Ons uitgangspunt is dat er geen kapitaalvernietiging mag ontstaan of onomkeerbare besluiten mogen worden genomen. In 2016 evalueren we in hoeverre het lukt om onze wegen met beperkte middelen te beheren en te onderhouden, zonder in te leveren op veiligheid.
Belangrijke trends en ontwikkelingen:
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor wegonderhoud (inclusief weginrichting zoals belijningen en verkeersborden) is circa 8,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor circa 1,1 miljoen euro uit apparaatskosten, 3,1 miljoen euro uit kapitaallasten, circa 3,4 miljoen euro uit kosten voor (groot)onderhoud (inclusief 300.000 euro afroming aanbestedingsvoordelen) en voor circa 0,8 miljoen euro uit overige kosten. Het jaarlijkse investeringsbedrag voor reconstructiewerkzaamheden aan wegen is circa 2,175 miljoen euro met een afschrijvingstermijn van tien jaar.
Voor de infrastructurele kunstwerken is het lastenbudget circa 143.000 euro voor onderhoudskosten en 29.000 euro voor apparaatskosten.
Kerncijfers 2015
Havens | |
Havenonderhoud (inclusief rijkswateren) | Circa 25 hectare |
Onderhoud damwanden, oevers en kades | Circa 6.300 meter |
Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties
We continueren de lijn die is vastgesteld bij de Programmabegroting 2015-2018.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor de havens is ongeveer 152.000 euro, bestaande uit 47.000 euro aan apparaatskosten en 105.0000 euro aan materiële kosten voor het dagelijks onderhoud van de havens. Vanaf 2018 is er structureel 200.000 euro beschikbaar om de benodigde vervangingsmaatregelen te kunnen treffen.
Kerncijfers 2015
Riolering | Km |
Vrij-verval riolering | 833 |
Drukriolering | 145 |
Voorzieningen | Stuks |
Kolken | 48.000 |
Putten | 20.153 |
Randvoorzieningen | 17 |
Pompunits | 1.010 |
Gemalen | 75 |
Het beleidskader
De raad stelde in oktober 2015 het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 vast. In dit GRP staat omschreven hoe we omgaan met de wettelijke zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. Ook onze doelstellingen en de daarvoor benodigde financiële inspanningen staan erin verwoord. Met name het financiële kader is van groot belang. Het college wil invulling geven aan de zorgplichten, maar tegelijkertijd de stijging van de rioolheffing voor de inwoners beperken. Daarom versoberen we het onderhoud, implementeren we risicogestuurd rioleringsbeheer, werken we samen met partners, kiezen we voor duurzame oplossingen, doen we onderzoek en passen we innovaties toe. Het GRP wordt jaarlijks geactualiseerd, conform afspraak met de raad.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We kunnen niet voorkomen dat inwoners te maken krijgen met een (iets) hogere rioolheffing. Een groot deel van het rioolstelsel van de gemeente is na de oorlog aangelegd en de gemiddelde technische levensduur van een riool is ongeveer 70 jaar. We zullen dus riolering moeten vervangen en daardoor zullen de kosten stijgen. We proberen deze stijging zo veel mogelijk te beperken met risicogestuurd beheer. Dat is een breuk met het beleid tot nu toe, waarbij we kozen voor de zekere kant. Hoewel we bewust en gericht inzetten op risicogestuurd beheer, is mogelijke overlast in de openbare ruimte helaas niet te vermijden. We willen de veiligheid en functionaliteit van het riool zo veel mogelijk waarborgen en (hemel)wateroverlast beperken.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
De instandhoudingskosten voor het rioleringssysteem worden gedekt door de inkomsten van de rioolheffing. Het tarief van de heffing nemen we op in de Programmabegroting 2016-2019. Daarna wordt de heffing verwerkt in de Belastingverordening 2016.
Kerncijfers 2015
Groen | Ha |
Openbaar groen | 695 |
Het beleidskader en de daaruit voortvloeiende consequenties
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het lastenbudget voor groenonderhoud is circa 4 miljoen euro, bestaand uit ongeveer 2,5 miljoen euro aan apparaatskosten (inclusief voertuigen) en circa 1,5 miljoen euro aan uitbesteed werk.
Vervangingsinvesteringen
Aan de Programmabegroting 2013-2016 is vanaf 2015 structureel 700.000 euro toegevoegd voor noodzakelijke vervangingen in de openbare ruimte.
Kerncijfers 2015
Openbare verlichting | Stuks |
Lichtmasten | 30.867 |
Armaturen | 32.854 |
Overige aansluitingen, stadsplattegronden, verkeersborden, et cetera | 1.188 |
Openbare verlichting | GWh/jaar |
Energieverbruik | 5,2 |
Het beleidskader
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2015-2018.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Het ‘aanzien’ van de OV zal iets afnemen door het vastgestelde beleid, maar de functionaliteit en veiligheid blijven in stand. We willen de duurzaamheid bevorderen door ledlampen te gebruiken en openbare verlichting te dimmen of uit te schakelen waar en wanneer kan. De gemeente Enschede hanteert de Europese en landelijke lichttechnische norm ROVL2011. Deze norm biedt ons de mogelijkheid om de OV in verkeersluwe uren - met mate - te dimmen. De OV wordt afgestemd op het type weg en het gebruik. Zo vraagt een verkeersweg om meer verlichting dan een weg in een woon/verblijfsgebied. Om duurzaamheidsmaatregelen te bevorderen, wijken we op onderdelen af van de lichttechnische norm die in het OV-beleidsplan is opgenomen. We houden wel in acht dat de OV niet wordt uitgeschakeld tijdens de nachtelijke uren, of dat we dan werken met een sensortechniek die actief reageert op de omgeving.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Het structurele budget van OV van 1,6 miljoen euro is vanaf 2016 in hoofdlijnen opgebouwd uit 0,6 miljoen euro kapitaallasten, 0,2 miljoen euro apparaatskosten en 0,8 miljoen materieel budget (onder meer regulier onderhoud en energie).
Kerncijfers 2015
Parkeervoorzieningen | Stuks |
Parkeergarages | 4 |
Het beleidskader
We continueren de lijn die is vastgesteld in de Programmabegroting 2016-2019.
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Vanaf 2016 maakt de storting vanuit de exploitatie van de H.J van Heekgarage aan de bezoekers van het MST onderdeel uit van de onderhoudsvoorziening Parkeergarages. Voor 2016 is dit 138.000 euro. Daarnaast zijn, als onderdeel van de voeding van deze voorziening, bijdragen van partners (mede-eigenaren van de HJvH-garage) opgenomen ter dekking van het voorgenomen onderhoud. Het onderhoudsprogramma 2016 voorziet onder andere in de vervanging van de coating vloeren, schilderwerk in de parkeergarages en vervanging van de technische installaties.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
In 2016 storten we een bedrag van 878.000 euro in de onderhoudsvoorziening en onttrekken we een bedrag van 1,48 miljoen euro.
Vanwege een wetswijziging is de gemeente met ingang van 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs. De schoolbesturen zijn hier nu zelf voor verantwoordelijk.
Kerncijfers 2015
Sportaccommodaties | stuks |
Binnensportaccommodaties | |
Sporthallen | 5 |
Sportzalen | 3 |
Gymlokalen | 32 |
Buitensportaccommodaties | |
Voetbalvelden | 70 |
Korfbalvelden | 9 |
Softbalvelden | 2 |
Honkbalvelden | 1 |
Rugbyveld | 1 |
American Footbalveld | 1 |
Handboogbaan | 1 |
Jeu de boules accomodatie | 1 |
Atletiekbaan | 2 |
Het beleidskader
Onderhoud van buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van het Beeldkwaliteitsplan sportparken. Daarin is het onderhoudsniveau voor de buitensportvoorzieningen vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de NOC/NSF-normen.
We houden binnensportvoorzieningen binnen het taakveld sport schoon. De inventaris wordt op basis van periodieke inspecties en een meerjarig vervangingsschema vervangen. Dit gebeurt op basis van normering van de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO).
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
We vervangen de sportinventaris van sportaccommodaties volgens een geactualiseerde planning. Vervanging vindt plaats op basis van technische levensduur. In totaal is er 1,68 miljoen euro begroot voor 2016. Aan machines wordt ongeveer 310.000 euro uitgegeven, voor de vervangen van binnensportinventaris is 850.000 euro gereserveerd en voor de buitensportaccomodaties 520.000 euro.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
De actuele onderhouds- en vervangingsplanning leidt zonder wijzigingen in beleidskeuzes tot een financieel knelpunt. In 2016 zal het college deze keuzes onderzoeken en voorleggen aan de raad. De vorming van het sportbedrijf kan bijdragen aan effectief en doelmatig beheer.
Kerncijfers 2015
Aantal | |
Totaal objecten | 246 |
Het beleidskader
We plegen en plannen het onderhoud van onze gemeentelijke gebouwen al enige jaren volgens de NEN 2767. Daarbij worden naast technische aspecten, bijvoorbeeld ook gebruikersaspecten en duurzaamheidsaspecten meegenomen.
Het onderhoud is onder te verdelen in de volgende onderdelen:
Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
In totaal hebben we 3,64 miljoen euro begroot voor 2016. Hiervan geven we circa 800.000 euro uit aan onderhoudscontracten. Aan vervanging van gebouwgebonden installaties wordt ongeveer 1,4 miljoen euro besteed. Schilderwerkzaamheden zullen voor circa 450.000 euro worden uitgevoerd en voor dakdekkerswerkzaamheden is er ongeveer 300.000 euro nodig.
De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Hieronder staan de voor de komende jaren geplande onderhoudsuitgaven grafisch weergegeven. De storting in de onderhoudsplanning is bepaald op basis van deze planning. De grafiek laat zien dat de voorziening toereikend is voor de onderhoudskosten gedurende de komende twintig jaar.
In deze paragraaf staan de onderdelen die zijn vastgelegd in de financiële verordening van onze gemeente. Daarnaast rapporteren we - zoals voorgeschreven in de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) - over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Resultaat rente en treasury
Het totale resultaat van het product rente en treasury in 2016 bedraagt 8,4 miljoen euro, bestaande uit 7,8 miljoen euro aan rentebaten en 0,6 miljoen euro aan dividendopbrengsten uit de gemeentelijke deelnemingen. Het saldo is met 0,1 miljoen euro gedaald ten opzichte van het resultaat uit de Programmabegroting 2015-2018.
Het renteresultaat daalt enerzijds door de aanhoudend lage rentepercentages en anderzijds door daling van de omslagrente in 2016 van 4,5% naar 4,25%. De omslagrente sluit nu aan bij de gemiddelde rente van de portefeuille met opgenomen geldleningen (4,3%). Er is al besloten dat de omslagrente vanaf 2017 naar 4% verlaagd wordt.
Rentevisie
De rente op de geld- en kapitaalmarkten in Nederland is nog steeds erg laag. De korte (3-maands)rente is momenteel zelfs negatief, terwijl de verwachtingen waren dat deze rente eind 2015 een niveau van 0,25% zou hebben. De renteanalisten voorspellen dat de korte rente eind 2016 stijgt naar maximaal 0,1%.
De lange (10-jarige) rente is de afgelopen maanden gestegen door de onrust rondom de situatie in Griekenland en - meer recentelijk - door het nieuws over de Chinese economie. Deze stijging is echter aanzienlijk lager dan verwacht. Voor eind 2015 werd een rentestand van 2,75% geprognosticeerd, terwijl de werkelijke stand op dit moment 1,4% is. Eind 2016 ligt de lange rente naar verwachting rond de 2%.
Kasgeldlimiet
In de Wet Fido is bepaald dat onze kortlopende schulden maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen bedragen. De kasgeldlimiet is ingesteld om de renterisico’s van de gemeente te beperken en we zijn verplicht te rapporteren over deze limiet in de begroting. De gemeente mag niet onbeperkt haar kortlopende schulden aanhouden, maar wordt gedwongen een goede verdeling tussen de korte en lange schulden aan te houden.
Onderstaande tabel laat de kasgeldlimiet-begroting voor de jaren 2016 tot en met 2019 zien.
Berekening kasgeldlimiet (bedragen x €1.000) |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet) | 648.249 | 634.451 | 616.824 | 615.275 |
2. Vastgesteld percentage | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
3. Kasgeldlimiet (1. x 2.) | 55.101 | 53.928 | 52.430 | 52.298 |
Financiering
In onze financieringsstrategie kiezen we ervoor om maximaal kortlopend te financieren, binnen de grenzen van de Wet Fido. Op die manier kunnen we de rentelasten van de gemeente minimaliseren. De rente op korte schulden is normaliter immers ruim lager dan de rente op langlopende financiering.
Op basis van de meerjarige liquiditeitsplanning moet vanaf 2016 tot en met 2019 jaarlijks wisselend tussen de 25 en 60 miljoen euro per jaar worden geleend. Deze financieringsbehoefte is verwerkt in het renteresultaat en in de onderstaande grafiek over de ontwikkeling van de leningenportefeuilles.
Huidige schuldpositie en schuldreductie
Zoals gemeld in het programma Dienstverlening en financieel beleid, streven we in het kader van het risicoreductieprogramma naar reductie van de schulden. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de portefeuille met langlopende leningen dalende is. Deze verlaging wordt onder andere veroorzaakt door het lagere investeringsvolume van de gemeente (bijvoorbeeld in onderwijshuisvesting) en terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe leningen aan derden.
In de afgelopen jaren rapporteerden we in deze paragraaf over de schuldratio en de netto schuldquote. Het gewijzigde BBV schrijft voor dat vanaf 2016 een aantal kengetallen, waaronder die voor de schuldpositie, verplicht moeten worden opgenomen in de begroting en jaarrekening. Deze kengetallen zijn nu onderdeel van de paragraaf Weerstandsvermogen.
Renterisiconorm
Vanuit de Wet Fido moeten we in deze begroting rapporteren over de renterisiconorm. Deze norm geeft een kader voor de spreiding van de looptijden in de leningenportefeuille. Volgens de renterisiconorm mag in elk enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal geherfinancierd worden. Op die manier worden de renterisico’s op de vaste schulden over de jaren gespreid. Uit onderstaande tabel blijkt dat de norm in de jaren 2016 tot en met 2019 niet zal worden overschreden.
Berekening renterisiconorm (bedragen x € 1.000) |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
1. Begrotingstotaal | 648.249 | 634.451 | 616.824 | 615.275 |
2. Vastgesteld percentage | 20% | 20% | 20% | 20% |
3. Renterisiconorm (1. x 2.) | 129.650 | 126.890 | 123.365 | 123.055 |
4. Aflossingen | 34.373 | 29.385 | 39.332 | 24.166 |
5. Ruimte onder renterisiconorm (3. - 4.) | 95.277 | 97.505 | 84.033 | 98.889 |
Beleidsvoornemens treasury functie
In 2016 houdt de treasury functie zich bezig met:
Limieten 2016
In de financierings paragraaf moeten jaarlijks de limieten worden vastgesteld voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen. De raad stelt hiermee de grenzen vast waarbinnen het college kan financieren of beleggen. De limieten voor 2016 staan in onderstaande tabel.
Naam limiet | Toelichting omvang limiet | Omvang limiet 2016 (bedragen x € mln) |
Krediet in rekening-courant * | 110% van de kasgeldlimiet | 60,6 |
Uitzetten tijdelijk overtollige middelen | Drempelbedrag schatkistbankieren | 4 |
Aanrekken langlopende geldleningen | Verwachte financieringsbehoefte | 60 |
* Deze limiet wordt tijdelijk overschreden. In de Wet Fido staat dat de kasgeldlimiet twee kwartalen achtereen overschreden mag worden. Omdat de rentestanden voor kortlopende leningen zeer laag zijn, maken we daar maximaal gebruik van.
Wat voor een organisatie willen we zijn?
Onze rol als gemeente verandert voortdurend. Met Bouwen aan Versterken en Verbinden (BVV) is de basis gelegd voor meer integraal werken. In 2012 is de lijn van de Compacte en Flexibele Organisatie (CFO) ingezet. Vanuit ambitie, maar ook vanuit noodzaak, gezien de financiële situatie van onze gemeente. Deze financiële situatie vraagt om een meer wendbare en flexibele organisatie met een kleiner personeelsbestand. Daarbij hebben we interventiestrategieën ingezet, zoals lean werken, slimme ICT en meer wijkgericht werken.
De veranderende samenleving en de daarbij veranderende rol van de gemeente vraagt om een grote leerbereidheid van onze medewerkers en daarmee om een organisatiecultuur waarbinnen leren een centrale plaats inneemt. Als organisatie zetten we de inwoner voorop en zijn we consistent in onze boodschap. We tonen eigenaarschap, stimuleren zelfsturing, en laten ook daadwerkelijk meer zelfsturing zien. We geven coachend leiding en verkennen breder wat er speelt: niet alleen in ons eigen domein, maar ook in andere domeinen. Daarnaast doen we meer aan strategische verkenning aan de voorkant van een opdracht. Dat houdt in dat we reflecteren en evalueren, voordat we in een nieuw project stappen.
Bedrijfsvoering, efficiënt en effectief
Onze missie: We willen als gemeente een betrouwbare en mensgerichte overheid zijn, die zo efficiënt mogelijk en vanuit de benadering van de samenleving werkt, om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke opgaven. |
In 2016 voeren we een aantal zaken door:
Onze Visie: We kiezen als gemeente bewust voor een aanpak vanuit de samenleving, markt en/of legitimiteit. We zijn in staat deze benaderingen te combineren en tussen benaderingen te wisselen, waarbij we altijd beginnen met de benadering vanuit de samenleving. We doen dit zowel politiek en bestuurlijk als ambtelijk: samenlevingsgericht werken. |
ICT als randvoorwaarde
De bovenstaande bedrijfsvoering kan niet zonder een veilige, stabiele en moderne ICT-ondersteuning. In 2016:
Sturen en vergelijken
Zoals aangegeven in de programmabegroting 2015-2018 sturen we op de trend van de 40 indicatoren binnen Vensters voor bedrijfsvoering.
Opbouw budget
De budgetopbouw voor interne dienstverlening en het toegerekende aandeel voor leges staan in bijgaand overzicht.
Beleid verbonden partijen
Per 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regelingen gewijzigd. Daardoor moeten we uiterlijk eind 2015 bijna alle gemeenschappelijke regelingen waaraan Enschede deelneemt aanpassen. In het najaar van 2015 wordt de raad om instemming gevraagd en uiterlijk begin 2016 treden de gewijzigde regelingen in werking.
Op 8 juni 2015 heeft de raad het nieuwe beleidskader Verbonden partijen vastgesteld. Hierin wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport Toezicht externe relaties.
In het nieuwe beleidskader zijn de regels voor het aangaan van een nieuwe verbonden partij expliciet benoemd, wat nog niet het geval was in het beleidskader van 2010.
Nieuw is verder dat de verbonden partijen elke vier jaar zullen worden geëvalueerd. De eerste evaluatie wordt ultimo 2015 met de raad gedeeld.
Ook de nieuwe opzet van deze paragraaf vloeit voort uit het herziene beleidskader.
In 2016 worden de nodige wijzigingen verwacht in de verbonden partijen van de gemeente Enschede.
Een aantal partijen wordt opgeheven:
Als de raad er in het najaar van 2015 mee instemt, zullen er vanaf begin 2016 ook nieuwe verbonden partijen zijn. Ook de provincie moet instemming verlenen, als zij deelneemt.
De overige actualiteiten:
Beheer verbonden partijen
Zoals al aangekondigd in het gewijzigde beleidskader Verbonden partijen, is er met behulp van het pakket Naris Self Assesment een pilot over risicomanagement gehouden. Deze pilot hebben we samen met de gemeente Almelo uitgevoerd. We hebben de risico's voor de verbonden partijen geïnventariseerd met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst. De vragen werden samengevat in acht indicatoren, die gezamenlijk een beeld geven van het risicoprofiel. De indicatoren zijn directie/bestuur, eigenaarsbelang, marktomgeving, flexibiliteit, contracten, governance, control en kwaliteit. De ervaringen uit de pilot verwerken we in een definitieve vragenlijst. In de onderstaande grafieken zijn de eerste uitkomsten opgenomen van de gemeenschappelijke regelingen:
In de grafiek hieronder staan de scores van de NV's en BV's waarin Enschede deelneemt:
Het financieel belang is gebaseerd op een brede definitie. Dat betekent dat er onder meer rekening wordt gehouden met de exploitatiebijdrage, de boekwaarde van aandelen, dividenden, subsidies en verstrekte leningen en garanties.
Omdat de gemeenschappelijke regelingen een andere vragenlijst hebben ingevuld dan de NV's en BV's, werken we nu nog met twee grafieken. In de toekomst willen we de resultaten samenvoegen.
In het gemeentebrede weerstandsvermogen is een samengesteld financieel risico opgenomen voor de verbonden partijen en de gesubsidieerde instellingen. In de top tien van risico’s staat een risico van 10,05 miljoen euro opgenomen voor onvoorziene bijdragen aan verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen. Hierin zijn ook de risico's van het ADT, RBT en de GEM Zuiderval verwerkt.
Lijst met verbonden partijen
In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen conform de BBV. Verdere algemene informatie is te vinden onder deze link. Van de nieuwe verbonden partijen is alleen de Euregio opgenomen, omdat daarover de besluitvorming al definitief is. De raad heeft ten tijde van het opstellen van deze begroting nog geen besluit genomen over de andere partijen.
Een paar opmerkingen bij de onderstaande tabel:
Naam en vestigingsplaats | Openbaar belang (maatschappelijk belang) | Financieel belang gemeente | Begrote omvang eigen vermogen begin 2016 | Begrote omvang eigen vermogen eind 2016 | Begrote omvang vreemd vermogen begin 2016 | Begrote omvang vreemd vermogen eind 2016 | Begroot resultaat 2016 |
Regio Twente |
|
7,2 miljoen euro Ten opzichte van vorig jaar gestegen door toevoeging budgetten jeugdzorg. |
6,5 miljoen euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
4,5 miljoen euro |
20,4 miljoen euro |
20 miljoen euro |
0 euro |
Stadsbank Oost-Nederland |
Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. |
|
1,662 miljoen euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
1,652 miljoen euro |
n.n.b. |
n.n.b. |
0 euro |
Openbaar Lichaam Crematoria Twente |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan (product begraafplaatsen). |
Geen dividend geraamd voor 2016. |
1,597 miljoen euro |
1,58 miljoen euro |
0 euro |
0 euro |
0 euro |
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. |
3,1 miljoen euro bijdrage (daling ten opzichte van vorig jaar) |
481.000 euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
481.000 euro |
3,58 miljoen euro |
3,58 miljoen euro |
0 euro |
Regionaal Bedrijventerrein |
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). |
Verliesvoorziening van 4,447 miljoen euro. |
Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's. |
n.n.b. |
n.n.b. |
2,296 miljoen euro negatief |
|
Area Development Twente |
Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). |
Verliesvoorziening van 9,640 miljoen euro. |
Beschikt zelf niet over eigen vermogen. Gemeente houdt verliesvoorziening aan ter afdekking van ingeschatte risico's. |
33,994 miljoen euro |
38,113 miljoen euro |
4,119 miljoen euro negatief |
|
Veiligheidsregio Twente |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan. |
12,3 miljoen euro bijdrage |
614.000 euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
54.000 euro |
53,7 miljoen euro |
53,4 miljoen euro |
0 euro |
Twentse Schouwburg |
Stimuleren van een bruisende binnenstad. |
|
603.000 euro Het gewenste weerstandsvermogen bedraagt 2 miljoen euro. Daar wordt momenteel niet aan voldaan. |
664.000 euro |
3,93 miljoen euro |
3,5 miljoen euro |
60.000 euro |
Enschedese Zwembaden |
Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. |
|
13.000 euro negatief Solvabiliteit is negatief. |
13.000 euro negatief |
1,109 miljoen euro |
1,066 miljoen euro |
0 euro |
Twente Milieu |
Stimuleren van een duurzame leefomgeving. |
|
8,497 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
8,797 miljoen euro |
14,5 miljoen euro |
14,5 miljoen euro |
0,3 miljoen euro |
Twence |
Stimuleren van een duurzame leefomgeving. |
|
122 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
123 miljoen euro |
165 miljoen euro |
174 miljoen euro |
9 miljoen euro Resultaat voldoende om dividend en bijdrage aan Agenda van Twente te voldoen. |
Enschede Ontwikkeling |
Behouden en versterken van de dynamische en vitale stad. |
Aandelenkapitaal 20.000 euro |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
Bank Nederlandse Gemeenten |
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. |
|
n.n.b. BNG Bank geeft aan deze gegevens niet ter beschikking te stellen aangezien dit concurrentiegevoelige infomatie is. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
Enexis |
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. |
|
3.616 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
3.716 miljoen euro |
Geen reële inschatting te geven. |
200 miljoen euro |
|
Vitens |
Het bevorderen van een betrouwbare en een voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. |
|
464,2 miljoen euro Solvabiliteit voldoet aan de gestelde norm. |
488,3 miljoen euro |
1.263,3 miljoen euro |
1.258,3 miljoen euro |
31,5 miljoen euro |
Voormalig Essent: |
|
|
|||||
|
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding. |
|
45.000 euro |
25.000 euro |
860 miljoen euro |
355 miljoen euro |
20.000 euro negatief |
|
70 miljoen euro |
- |
65 miljoen euro |
- |
100.000 euro negatief |
||
|
1,6 miljoen euro |
- |
100.000 euro |
- |
20.000 euro negatief |
||
|
9 miljoen dollar |
- |
100.000 dollar |
- |
0 euro |
||
|
40.000 euro negatief |
90.000 euro negatief |
80.000 euro |
130.000 euro |
50.000 euro negatief |
||
Innovatiefonds |
Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. |
|
1,2 miljoen euro |
0 euro |
0,1 miljoen euro |
0 euro |
0 euro |
Dimpact |
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening. |
|
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
Administratiekantoor Dataland |
Goede kwaliteit van gemeentebrede dienstverlening. |
8.000 euro kapitaalinbreng |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
n.n.b. |
Regionale Uitvoeringsdienst Twente |
Burgers wonen in leefbare en veilige wijken / verbeteren van het ondernemersklimaat. |
Aandeel structuurkosten |
147.000 euro |
147.000 euro |
0 euro |
0 euro |
0 euro |
Euregio |
Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren. |
Lidmaatschapsbijdrage van 0,29 euro per inwoner. |
1,126 miljoen euro Weerstandsvermogen voldoet aan de vastgestelde normen. |
1,036 miljoen euro |
1,5 miljoen euro |
1,750 miljoen euro |
31.000 euro |
Geen wijzigingen ten opzichte van de jaarrekening, paragraaf grondbeleid jaarrekening 2014.
In de programmabegroting 2015 zijn de ambities voor de komende vier jaar vastgelegd en de wijze waarop de maatschappelijke effecten (doeltreffendheid) en inzet van middelen (doelmatigheid) worden gemonitord. In 2015 voeren we een onderzoek naar de doeltreffendheid van het huisvestingsplan onderwijs uit. Hierover wordt de raad separaat geïnformeerd. In 2016 is geen doelmatigheids- en/of doeltreffendheidsonderzoek gepland.