In de begroting 2016-2019 hebben wij de plannen gepresenteerd voor de korte en de lange termijn, met daarbij een toelichting met de gevolgen voor de financiën van de gemeente. Bij behandeling van de zomernota zijn we halverwege de begroting voor 2016. In dit hoofdstuk geven we aan wat de stand van zaken is. Per programma wordt hier duidelijk wat de voortgang is op:
Bij het bepalen van de voortgang hebben we ons gebaseerd op de peildatum 31 maart 2016. Verder is met betrekking tot 2016 een aantal bijlagen bij deze Zomernota relevant:
Verwacht gemeente resultaat 2016
Programma (x 1.000 euro) |
Resultaat 2016 |
Maatschappelijke ondersteuning | -1.578 |
Versterken economie | -892 |
Duurzame leefomgeving | +87 |
Dienstverlening en financieel beleid | +1.594 |
Subtotaal | -789 |
Effect meicirculaire | +1.200 |
Totaal | +411 |
Het verwachte resultaat bedraagt 800.000 euro negatief. Het blijft daarmee binnen de in het coalitieakkoord aangegeven 1 miljoen euro als maximaal toegestaan tekort op het lopende jaar. Dit betekent dat er geen bijsturingsmaatregelen zijn getroffen voor 2016. Uiteraard worden de resterende tekorten wel teruggedrongen door de betreffende programma's. Eventueel resterende voor- en nadelen betrekken we bij de Gemeenterekening 2016. Per programma zijn er zowel tegenvallers, maar ook meevallers te melden.
Zo verwachten we binnen Maatschappelijke ondersteuning een overschrijding van 1,6 miljoen euro. Ca. 2,5 miljoen euro hiervan wordt veroorzaakt binnen Jeugdhulp (voornamelijk a.g.v. rijkskortingen), ca. 0,5 miljoen euro binnen Inkomensondersteuning (schuldhulpverlening en bewindvoering). Ook zorgt de Bed Bad Brood en Begeleiding voor een nadeel van 0,3 miljoen euro. Tegelijkertijd is er een voorlopig voordeel van 1,6 miljoen euro op het WMO- onderdeel individuele voorzieningen (Woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen, ondersteuning schoon huis en HHT). Recente jurisprudentie t.a.v. 'ondersteuning schoon huis' leidt mogelijk tot aanpassingen binnen de WMO met financiële gevolgen en geven reden tot financiële behoedzaamheid.
Binnen Versterken economie verwachten we een overschrijding van 0,9 miljoen euro. Vanuit de BUIG ontstaat er een tekort van 1,9 miljoen euro terwijl vanuit het thema onderwijs meevallers zijn te melden voor ca 0,9 miljoen euro (o.a. kinderopvang).
Duurzame leefomgeving verwacht dit jaar per saldo een positief saldo. Voornamelijk door een positief resultaat op de jaarrekening 2015 van de Veiligheidsregio Twente.
Het programma Dienstverlening en financieel beleid verwacht dit jaar te eindigen op een voordelig resultaat van 1,6 miljoen euro en kent meerdere mee- en tegenvallers. Meevallers van in totaal 2 miljoen euro a.g.v. de vrijval van stelpostposten (loon- en prijscompensatie en kapitaallasten) en hogere inkomsten (OZB, rente, gemeentefonds en werken voor derden). Hier tegenover staan tegenvallers van ca 0,4 miljoen euro bij asiel en integratie (thuisvoelen en meedoen, noodopvang) en interne dienstverlening.
We stellen voor:
1. om de verwachte tekorten in 2016 zoveel mogelijk te beperken. En de resterende tekorten en overige verwachte voordelen te betrekken bij de Gemeenterekening 2016.
Effect meicirculaire: + 1,2 miljoen euro
Net voor het vaststellen van de Zomernota hebben wij op 31 mei jl. de meicirculaire ontvangen en doorgerekend voor Enschede. Als gevolg van de meicirculaire verbetert het financiële beeld voor 2016 met 1,2 miljoen euro. Daarmee wordt het verwachte resultaat voor 2016 0,4 miljoen euro.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de politieke speerpunten zoals opgenomen in de Programmabegroting 2016-2019.
Doelstelling A: Versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 1: bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. | |
1. Vier actiepunten uit de nieuwe sportnota zijn uitgewerkt en/of operationeel. Het gaat om de actiepunten: verbindingsmanager sport, huurkorting, vereenvoudiging procedure sportsubsidie en sportbedrijf. | |
2. Het sportbedrijf gezond beginnen betekent het huidige tekort op sportvoorzieningen terugdringen. Er komt voor de zomer 2016 een voorstel hiervoor in de raad. | |
3. Er zijn (voorlichtings-)programma's ingezet voor kinderen en jongeren met het grootste risico op verslaving. Met bestaande en bewezen methoden worden de jongeren begeleid bij het maken van keuzes. De positieve consequenties van deze programma's zijn niet in 2016 zichtbaar, maar zijn een investering in de toekomst. We brengen een beweging op gang (transformatiemiddelen). | |
4. De schakelfunctie wijkverpleegkundige is ingekocht, functioneert in de wijken en de positie ten opzichte van de wijkteams is in overleg met de zorgaanbieders bepaald. | |
Thema 2: aanbieden van algemene voorzieningen. | |
5. Het niveau van de algemene voorzieningen voor dagbesteding is waar nodig, binnen de beschikbare financiële middelen, verder op peil gebracht. De ingezette lijn van 2015 wordt voortgezet, waarbij een aantal nieuwe algemene voorzieningen is ontwikkeld voor onder andere: | |
A. De ondersteuning van zorgvrijwilligers; | |
B. Dagbesteding; | |
C. Het regelen van dagelijkse zaken. | |
6. Er komt een beleidskader tot stand voor (arbeidsmatige) dagbesteding, activering vanuit de bijstand en ondersteund werk. Dit kader zorgt voor een goede aansluiting tussen de Wmo en de Participatiewet. Op basis van dit beleidskader ontwikkelen we vervolgens een activeringsinfrastructuur die er voor zorgt dat mensen met een arbeidsbeperking en/of een lange afstand tot de arbeidsmarkt naar vermogen kunnen meedoen. Deze infrastructuur van dagbesteding, activering en ondersteund werk blijft binnen de financiële kaders van het sociaal domein. | |
7. De vrijwilligersondersteuning wordt verder vormgegeven. Dit moet zichtbaar worden door: | |
A. Eén herkenbaar punt, fysiek en digitaal, waar iedere vrijwilliger of organisatie terecht kan. | |
B. Een toename van het aantal vrijwilligers in de leeftijdscategorie 15-25 jaar en bedrijven die aantoonbaar maatschappelijke inzet leveren. | |
C. Nieuwe vrijwilligers die actief zijn, omdat activiteiten worden aangeboden die passen bij de behoeften en wensen van de vrijwilliger van nu. | |
D. Een nieuw waarderingsconcept dat gebruikt wordt door zowel de gemeente als de organisaties die vrijwilligers inzetten. | |
Thema 3: jongerenwerk en opvoedondersteuning. | |
8. Er wordt geïnvesteerd in vroegsignalering en preventie in het stedelijk jongerenwerk door onder meer de doorontwikkeling naar vindplaatsgericht werken en de intensivering van samenwerking met partners. Hiermee voorkomen we dat later zwaardere (en duurdere) vormen van jeugdhulp nodig zijn. Het jongerenwerk richt zich met name op de kwetsbare, zwangere meiden, jonge moeders, sociaal zwakkere jongeren en overlast gevende jongeren die risicovol gedrag vertonen. Dit resulteert er onder andere in dat jongeren meer zelfvertrouwen hebben, in staat zijn grenzen aan te geven, weerbaarder zijn, een beter beeld hebben van hun toekomstplannen en tot slot dat het isolement van de jongere doorbroken wordt. Het inzicht in het effect van hun eigen gedrag en handelen op de omgeving wordt vergroot en leidt tot minder overlast in de omgeving. | |
9. De doorontwikkeling van laagdrempelige opvoedondersteuning door informatie en ondersteuning te bieden aan ouders en kinderen op de voor hun bekende en vertrouwde plekken in de wijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kinderopvang, op scholen en bij sportverenigingen. Hiermee wordt getracht op termijn te voorkomen dat duurdere vormen van jeugdhulp nodig zijn. | |
10. In de transformatieagenda Sociaal Domein nemen we innovatieve werkwijzen op die voorzien in de behoefte van kinderen en opvoeder(s) en bijdragen aan vroegsignalering en preventie. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting:
Actiepunt 1: door de bezuinigingstaakstelling sport loopt één en ander vertraging op in tijd. De discussie over de bezuinigingstaakstelling heeft de eerste maanden gedomineerd, daardoor lopen we een paar maanden vertraging op. Voorzover nu valt na te gaan heeft dit niet onmiddellijk consequenties.
Actiepunt 7B/C: het nieuw herkenbare punt voor vrijwilligers en organisaties, M-pact (samenwerking Vrijwilligers 053 en Volksuniversiteit Enschede), is niet per 1 januari 2016 gestart maar per 1 april 2016. Daardoor heeft ook de uitwerking van de speerpunten actieplan vrijwilligersbeleid enige vertraging opgelopen.
Doelstelling B: Een kwalitatief goede en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 4: jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin). | |
11. Het voortzetten van de transformatie van jeugdhulp, als onderdeel van de lokale en regionale transformatieagenda's, zoals: | |
A. De ontwikkeling van nieuwe vormen van maatwerkondersteuning voor specifieke doelgroepen, zoals 18-/18+ en kinderen in vechtscheidingsgezinnen. | |
B. De ontwikkeling van nieuwe vormen van "stut en steun" voor jongeren/gezinnen met een beperking, die gebaat zijn bij een meer structurelere ondersteuning. | |
C. Een verschuiving van de opvang van jeugdigen in instellingen, naar opvang in gezinssituaties zoals pleegzorg. | |
D. De doorontwikkeling van de werkwijze van de wijkteams. Om sneller de juiste inschatting te maken is consultatie, advies en diagnostiek vanuit de specialistische jeugdhulp direct en altijd voor handen. | |
E. De doorontwikkeling van onderwijszorgarrangementen: een integrale en efficiënte ondersteuning van het kind in het onderwijs en thuis. | |
F. Een tussenevaluatie van het nieuwe jeugdstelsel is uitgevoerd. | |
G. Er is een rapportage op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten. | |
H. Het inkoopproces voor 2017 is voorbereid. | |
Thema 5: ondersteuning cliënten en mantelzorgers. | |
12. De mantelzorg wordt verder vorm gegeven. Dit betekent dat de aandacht en waardering voor mantelzorgers wordt vergroot en de ondersteuning van mantelzorgers/zorgvrijwilligers is georganiseerd. Dit moet zichtbaar worden door: | |
A. Kennis over mantelzorg en mantelzorgers vergroot bij werkgevers en onderwijs (jonge mantelzorgers). Doel is dat werkgevers rekening kunnen houden met de belasting die mantelzorgers ervaren, zodat mantelzorgers zich gesteund voelen. | |
B. Wijkteams zijn in positie om de kwetsbare en zwaar belaste mantelzorgers goed te faciliteren in hun zorgtaak. Dit sluit aan bij de kennisoverdracht van SIZT naar de wijkteams die in 2015 startte. | |
C. Vrijwilligers worden bij mantelzorgondersteuning ingezet. Zorgvrijwilligers voelen zich gesteund. | |
D. Samenwerking formele en informele zorg is vormgegeven. Doel is om een goede verbinding te realiseren. | |
E. De drempels voor mantelzorgers worden verminderd, zodat zijn beter in staan hun mantelzorgtaak uit te voeren. | |
F. Sociale en technologische innovatie is vormgegeven. | |
Thema 6: Wmo-maatwerkvoorzieningen. | |
13. Voortzetting van het ontwikkelen van nieuwe vormen van algemene voorzieningen zoals in 2015 gestart | |
14. Het experiment populatiemanagement in de wijk Wesselerbrink start 1 januari 2016 | |
15. Uitvoeren van een tussenevaluatie van het nieuwe maatschappelijke ondersteuningsstelsel voor de transformatie sociaal domein. | |
16. We houden toezicht op kwaliteit, klanttevredenheid en kosten. | |
17. Het inkoopproces voor 2017 is voorbereid. | |
18. Er vindt een evaluatie plaats van Nota Kwaliteit Wmo/Jeugdhulp Enschede (najaar 2016) | |
19. De implementatie van de regionale visie op vervoer (eerste helft 2016). | |
Thema 7: woonbegeleiding. | |
20. Er is een cliëntgericht aanbod van beschermd wonen ontwikkeld, zodat meer mensen beter worden geholpen tegen lagere kosten. | |
21. Er zijn meer mogelijkheden voor (jongeren)huisvesting gecreëerd. Hierover worden afspraken met corporaties, zorgaanbieders en vastgoedontwikkelaars gemaakt. | |
22. Er is een gedragscode ontwikkeld voor aanbieders beschermd wonen. Cliënten hebben hierin een belangrijke plaats. | |
Thema 8: maatschappelijke- en vrouwenopvang. | |
23. De noodopvang in de vorm van bed/bad/brood/begeleiding en winternoodnachtopvang is georganiseerd. Er komt hiervoor een structurele nieuwe locatie. | |
24. De nazorg beschermd wonen bouwen we geleidelijk af. Het convenant wordt daarop aangepast. Gemeenten nemen vaker zelf de verantwoordelijkheid om maatwerkvoorzieningen toe te kennen. | |
25. Een modernisering van de opvang in de nieuwbouw van het Leger des Heils door alle kamers te voorzien van eigen sanitair en kookgelegenheid. | |
Thema 9: inkomensondersteuning. | |
26. In 2016 wordt het armoedebeleid ondergebracht bij de sociale wijkteams | |
27. In het eerste kwartaal van 2016 wordt een doelenboom gemaakt voor alle instrumenten voor inkomensondersteuning. De effecten van deze instrumenten worden tweejaarlijks gemeten en gerapporteerd aan de raad. | |
28. Gedurende de inbedding van het armoedebeleid in de bredere context van het sociaal domein vindt geen versobering plaats van de instrumenten voor de bestrijding van armoede. Uitzondering hierop is de Formulierenbrigade (het Formulieren Adviespunt). De Formulierenbrigade werkt vanaf 1 januari 2016 met vrijwilligers. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 12A: De capaciteit is vooral gaan zitten in de andere actiepunten op het gebied van mantelzorg. Het gevolg is dat we later starten met de invulling van dit actiepunt (tweede halfjaar van 2016).
Actiepunt 21: Er is een voorbereidingsbesluit genomen om onzelfstandige bewoning in de gehele stad in te perken. Daardoor kunnen geen nieuwe huisvestingsmogelijkheden worden gerealiseerd. Een jaar lang zijn goede initiatieven die bijdragen aan gemeentelijke doelen niet mogelijk. Dit leidt tot minder (gewenste) uitstroom uit de opvang en beschermd wonen.
Actiepunt 23: Een structurele nieuwe locatie bed/bad/brood/begeleiding is nog niet gevonden. Mogelijk dat het voorbereidingsbesluit (zie thema 7) hierin belemmerend gaat werken. We hopen eind september een nieuwe lokatie te hebben gevonden.
Actiepunt 26: De mogelijkheden voor het wijkgericht inzetten van instrumenten, waaronder de bijzondere bijstand, worden nog onderzocht. In overleg met de maatschappelijke organisaties op het terrein van het armoedebeleid wordt dit jaar gekeken naar de mogelijkheden om de regie van de wijkcoaches op de toeleiding naar de diverse instrumenten te versterken. Wel zijn dit jaar de eerste stappen voor de inbedding van het armoedebeleid in het sociale domein gezet: Omdat de wijkcoaches volop worden geconfronteerd met schuldenproblematiek is een opleidings-/trainingstraject gestart zodat de wijkcoaches nog beter in staat zijn met deze problematiek om te gaan. Om deze reden werkt ook de Stadsbank Oost Nederland vanaf 2016 vanuit de wijkteams. Daarnaast is in het kader van burgerkracht een project in de Zuidwijken gestart dat bedoeld is om meer grip te krijgen op preventie op dit thema. Dit door in beeld te krijgen op welke momenten schulden (dreigen) te ontstaan en hoe er op die momenten eventueel actie kan plaatsvinden.
Actiepunt 27: In samenwerking met de Universiteit Twente wordt gewerkt aan het formuleren van effectindicatoren bij de doelstelling van het Armoedebeleid. Daarbij zijn de doelstellingen van het huidige armoedebeleid het uitgangspunt. Voor het zomerreces wordt de opzet van de effectindicatoren met de raad gedeeld.
Thema | Product | Status | Afwijking (x 1.000 euro) |
Doelstelling A: versterken van de zelf- en samenredzaamheid en de gezondheid van inwoners. | |||
1. Bevorderen gezondheid en actieve sportdeelname. 2. Aanbieden van Algemene voorzieningen. 3. Jongerenwerk en opvoedondersteuning |
Versterken burgerkracht | + 101 | |
Doelstelling B: een kwalitatief goed en toegankelijke ondersteuning (op maat) op het gebied van participatie, maatschappelijke ondersteuning en inkomen. | |||
4. Jeugdhulp (ondersteuning jeugd en gezin) | Specialistische jeugdhulp | - 1.500 | |
Jeugdhulp gedwongen kader | - 1.000 | ||
5. Ondersteuning cliënten en mantelzorgers | Lichte ondersteuning en regie | ||
6. WMO-maatwerkvoorzieningen | WMO begeleiding | ||
WMO individuele voorzieningen | + 1.600 | ||
7. Woonbegeleiding | Beschermd wonen | ||
8. Maatschappelijke en vrouwenopvang | Opvangvoorzieningen | - 300 | |
9. Inkomensondersteuning | Inkomensondersteuning | - 479 | |
Totaal | - 1.578 |
Legenda: = tegenvaller; = risico; = conform begroting; = meevaller; = neutrale wijziging.
Toelichting
Versterken Burgerkracht
Er is sprake van een voordelig resultaat van circa 100.000 euro. Het is de som van een aantal (kleine) voordelige resultaten op verschillende onderdelen binnen dit product, te weten 'Integratie', 'Natuureducatie', 'Preventie gezondheid en GGZ' en 'Vrijwilligerswerk'.
Jeugdhulp
Het verwachte nadelige resultaat van 2,5 miljoen euro wordt enerzijds verklaard op basis van de meest recente opgaves van aanbieders over 2015. Op basis van deze gegevens verwachten we een onderbesteding (voordeel) van ca. 1 miljoen euro. Anderzijds wordt dit tekort veroorzaakt door bezuinigingen die het Rijk heeft doorgevoerd op het jeugdhulp budget. Deze bezuinigingen bestaan uit de 2e tranche korting jeugdhulp van ca. 2 miljoen euro, een korting van ca. 1 miljoen euro vanwege een lagere AWBZ realisatie 2014 (grondslag voor berekening macro budget) en een negatieve uitkomst van 1,5 miljoen euro voor Enschede van het nieuwe objectieve verdeelmodel. Daarnaast is ontvangen we van het Rijk bijdragen van ca. 1 miljoen euro voor o.a. volume indexatie en extra uitvoeringskosten.
WMO Individuele Voorzieningen
Dit betreft o.a. de woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen en Ondersteuning schoon huis.
Al enige jaren is sprake van een dalend aantal cliënten dat een beroep doet op WMO voorzieningen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het gevoerde beleid (de kanteling, zelf- en samenredzaamheid) om de rijkskortingen op de integratieuitkering te kunnen opvangen en anderzijds door het effect van de gestegen eigen bijdragen (afschaffing voormalige WTCG korting en gestegen kostprijs bij een geringe inzet van zorg als gevolg van het werken met vaste week en 4 weken prijzen).
Er is wel een kans dat het 'eigen bijdrage beleid' wordt herzien, onder andere door een interventie van de Minister in opdracht van de 2de kamer. Dit zou kunnen leiden tot verdere daling van de eigen bijdragen en stijging van gerealiseerde voorzieningen.
Tevens krijgen de gemeenten extra middelen om de stijging van het aantal te verwachten cliënten met indicaties voormalig ZZP 1-3, door het langer thuis blijven wonen, te kunnen opvangen.
Opvangvoorzieningen
We verwachten een nadelig resultaat van ca. 300.000 euro dat verband houdt met Bed Bad Brood en Begeleiding (BBBB). In 2015 ontving Enschede nog aanvullende middelen. Door gewijzigde regelgeving zijn deze middelen in 2016 niet meer beschikbaar. Gesprekken over een mogelijke vergoeding van het Rijk in 2016 lopen nog.
Inkomensondersteuning
Het resultaat op het product inkomensondersteuning is per saldo 479.000 euro nadelig. Dit bestaat uit nadelen bij de schuldhulpverlening en bijzondere bijstand en uit voordelen bij de bijzondere inkomensvoorzieningen/ pilot vermindering schulden:
Afschaffing Wtcg/CER (wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten/compensatie eigen risico).
Er is sprake van een toename van het aantal cliënten maatwerkvoorziening chronisch zieken met een garant verzorgd 3 pakket, waardoor de kosten hiervoor toenemen met circa 260.000 euro. Vooralsnog kan dit gedekt worden uit de aanvullende regeling ervan uitgaande dat de kosten voor de aanvullende regeling vergelijkbaar zullen zijn met 2015.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de politieke speerpunten zoals opgenomen in de Programmabegroting 2016-2019.
Doelstelling A: Economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven).
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 1 en 2: versterken (internationaal) ondernemersklimaat & brancheaanpak en acquisitie. | |
1. Er wordt een "rode loper"-aanpak ontwikkeld voor nieuwe bedrijven en bestaande bedrijven die willen uitbreiden of verplaatsen. Hieronder vallen: intensivering van de acquisitie en extra inzet op het wegnemen van belemmeringen. | |
2. De Twente Board, gemeenten, provincie, bedrijfsleven, Port of Twente, Kennispark, Oost NV, WTC en Twentebranding werken in een netwerkstructuur samen aan het aantrekken van nieuwe bedrijven en het faciliteren van het huidige bedrijfsleven in Twente. De actualiteit is hierbij leidend. De aansturing, bekostiging en werkwijze/aanpak van deze netwerkstructuur worden/zijn vanaf januari 2016 uitgewerkt en geïmplementeerd. | |
3. Het sectoraal werken (branche aanpak) met regionaal bestuurlijke en ambtelijke trekkers per sector, dat in 2015 is gestart als pilot, wordt structureel ingebed. | |
4. In 2016 wordt de Twentebrede Visie Werklocaties opgesteld. Dit is een vervolg op de bedrijventerreinenvisie uit 2014. | |
5. De regionale samenwerking op economische zaken (een maandelijkse regionale EZ-dag) wordt gecontinueerd en daar waar mogelijk geïntensiveerd. In 2016 wordt het regionale ambtelijk overleg Economische Zaken en het regionale ambtelijk overleg Arbeidsmarkt op basis van een integrale agenda deels samengevoegd. | |
6. Er komt een internationaal beleidsplan ondersteunend aan en in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Uitwerking van de deelplannen: | |
Thema 3: versterken groene groei. | |
7. In lijn met het Actieplan Duurzaamheid dragen we bij aan groene groei en verdere verduurzaming van de regionale economie. Dit gebeurt langs twee sporen. Langs spoor één versterken we de kansen voor werkgelegenheid binnen het thema duurzaamheid voor de korte termijn (bijvoorbeeld energiebesparing gebouwde omgeving). Langs spoor twee versterken we de waardeketens rond het thema duurzaamheid voor de langere termijn (biobased economy, circulaire economie): | |
7A. We sluiten drie maatwerkconvenanten met drie netwerken van bedrijven die op onderdelen van groene groei koploper willen zijn. | |
7B. Daar waar in het tweede spoor kansrijke mogelijkheden worden geïdentificeerd voor de versterking van waardeketens voor bijvoorbeeld de regionale circulaire economie en biobased economy, worden die ook binnen de thema's 'ondernemersklimaat' en 'branche-aanpak en acquisitie' geagendeerd en opgepakt. | |
Thema 4: faciliteren kansrijke economische projecten. | |
8. Kennispark: de inzet is om het midden- en kleinbedrijf (MKB) beter te verbinden met het onderwijs en onderzoek (UT, Saxion en Kennispark). Op fysiek vlak zetten we samen met de provincie in op realisatie van fase twee van het masterplan Kennispark. Met deze middelen wordt de transformatie ingezet van een modern gemengde werklocatie naar een innovatieve campusomgeving met internationale allure. De kwaliteit van de openbare ruimte in het gebied wordt verhoogd en er wordt een innovatiepad aangelegd. Het doel is het vestigingsklimaat in het gebied dusdanig te maken dat de ondernemers verleid worden om daarna zelf het parkmanagement op te pakken. Daarnaast wordt ingezet op de realisatie van de tweede fase van de incubator The Gallery gecombineerd met de verhuizing van de huurders van het verouderde BTC-gebouw naar The Gallery. De locatie van het BTC-gebouw wordt door de provincie opgekocht om deze verhuizing mogelijk te maken en wordt vervolgens ingezet voor de realisatie van een centraal parkeergebouw gelegen aan het innovatiepad. | |
9. XL Businesspark: het tweede deel van het terrein wordt in uitgave genomen en er vindt een doorontwikkeling plaats van de organisatie van het XL Businesspark. Op dit moment wordt bekeken hoe de samenwerking in de toekomst wordt voortgezet. De huidige samenwerking kan worden gecontinueerd, maar een ontvlechtingsstrategie behoort ook tot de mogelijkheden. De opties worden in het najaar van 2015 uitgewerkt in scenario’s en de (financiële) effecten worden in kaart gebracht. | |
10. Luchthaven (noordelijk deel): In 2016 zullen de juridische procedures voor het bestemmingsplan en het luchthavenbesluit worden afgerond. Ook vestigt in januari het eerste nieuwe bedrijf zich in het gebied. Het Kwaliteitsteam en het Topteam treden in alle processen op als adviseur en het Topteam werkt verder aan de concrete invulling van de TecBT. Na het wegvallen van het draagvlak voor de ontwikkeling van een commerciële luchthaven (medio 2014) vond er een heroriëntatie plaats. Na het advies van de Commissie van Wijzen om het gebied van de luchthaven te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT), is een plan van aanpak opgesteld. Recent hebben de staten en de raad het plan aanvaard. De colleges van GS en B&W kregen vervolgens de opdracht het plan van aanpak uit te voeren. Eén van de opdrachten in het plan van aanpak is het onderzoeken van het ontvlechten van de woongebieden. Naast het bieden van planologische ruimte voor de ontwikkeling van Technology Base en het oplossen van de ruimtelijke en financiële effecten, gaat het hierbij om het ontvlechten van de woongebieden binnen de gebiedsontwikkeling. Eventuele (financiële) effecten kunnen we op dit moment nog niet weergeven. | |
Thema 5: bereikbaarheid (fysiek en digitaal). | |
11. Het afronden van de aanleg van het laatste deel van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (tussen Goolkatenweg en Uranusstraat). | |
12. De aanleg van de fietsbrug Auke Vleerstraat ter hoogte van het B&S-park. | |
13. Een lobby op betere (inter)nationale verbindingen (onder andere via onderzoeksprojecten van de Euregio). |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 1: de voorbereidingen voor de rode loper aanpak zijn gestart. In regionaal verband en in lokaal verband willen we meer inzetten op acquisitie. Deze acquisitie-inspanningen zijn nog niet zover ontwikkeld dat er concrete resultaten worden geboekt in de vorm van nieuwe bedrijven en meer banen. Enige uitzondering is de inspanning op het gebied van acquisitie van winkels voor de binnenstad.
Actiepunt 7A: Naar verwachting realiseren we maximaal één maatwerkconvenant dit jaar.
Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 6: vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede. | |
14. De samenwerking met de uitzendbureaus die in 2015 is gestart, wordt gecontinueerd en waar mogelijk geïntensiveerd en uitgebreid. | |
15. Met moderne digitale middelen ondersteunen we werkzoekenden, zodat zij op eigen kracht werk kunnen vinden. Daarbij maken we gebruik van de ervaringen van het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt. Hierbij hebben we het plan om een pilot met digitale ondersteuning voor werkgevers te starten. | |
16. Vanuit het Werkplein Twente hebben gemeenten en UWV één regionale werkgeversbenadering. Daarbij is sprake van een gezamenlijk, regionaal aanbod van werkgerichte arbeidsmarktinstrumenten. Daarnaast zorgen zij dat werkzoekenden die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen bemiddeld worden naar banen in het kader van 'de baanafspraak' met het Regionale Werkbedrijf. | |
17. Participatiewet 2016: de drie decentralisaties van Jeugdzorg, de Wmo en Participatiewet vinden plaats in onderlinge samenhang en binnen de wettelijke kaders van het sociaal domein. De transitiefase is afgerond en de transformatiefase is gaande en loopt nog in 2016 door. Er wordt een 'Integraal gemeenschappelijk beleidskader sociaal domein' opgesteld en de afstemming in de uitvoering wordt verder doorontwikkeld. | |
18. De regionale samenwerking wordt verder geïntensiveerd om uitvoering te geven aan het arbeidsmarktbewerkingsplan. Het regionale Werkbedrijf stelde dit plan op om garantiebanen te realiseren in het kader van de afspraken in het sociaal akkoord. | |
19. Sociale Werkvoorziening: in 2016 wordt de eerste jaarschijf van de maatregelen van de "Kadernota Werken naar vermogen en de ontwikkeling van de Sociale Werkvoorziening Enschede 2016-2020" uitgevoerd. | |
20. In het kader van 'meer werk' wordt extra ingezet op Duitsland, wordt de aanpak van Direct Werk geïntensiveerd en gaan we door met innovaties in begeleiding van werkzoekenden. | |
21. Door de herinvoering van de periodieke herbeoordeling van uitkeringsgerechtigden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ontstaat meer contact tussen de gemeente en de uitkeringsgerechtigden. Het contact is niet alleen gericht op het vaststellen van de rechtmatigheid van de uitkering, maar ook op het inventariseren en stimuleren van de maatschappelijke participatie. | |
Thema 7: investeren in werkgelegenheid. | |
22. Op basis van Twente Werkt! voeren we met collega's en partners in de regio acties uit op de terreinen: versterken van High Tech Systems and Materials, het stimuleren van de groei van het MKB, versterken van het vestigingsklimaat en acquisitie, een duurzame arbeidsmarkt en internationalisering. | |
23. De voortzetting van het bestaande beleid op basis van de uitgangspunten: arbeidsvermogen en loonwaarde en 'alle arbeid is passend'. | |
24. De kansen in Duitsland worden verder uitgewerkt langs de lijnen van bemiddelingen op vacatures, een Social Impact Bond, vergroten van het netwerk, intensivering van de samenwerking met Gronau, acquisitie en projecten. | |
25. Het sectorplan Twente Werkt!, intersectoraal mobiliteitsplan 2015-2017. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 20: de inzet op meer uitstroom naar werk heeft effect, maar niet genoeg om met de uitgaven voor bijstand binnen de begroting te blijven.
Actiepunt 21: het project RAP (rechtmatigheid, aandacht, participatie) laat positieve effecten zien als gevolg van beëindigde of aangepast uitkeringen. Het totale effect op de BUIG is echter zodanig dat we met het huidige rijksbudget niet binnen de begroting blijven. Continuering van RAP is noodzakelijk en waar mogelijk wordt dit geintensiveerd.
Actiepunt 23: Door bezettingsproblemen loopt de inzet op loonkostensubsidie achter. Hier zijn ondertussen maatregelen voor genomen. De verwachting is daarmee dat achterstanden worden weggewerkt en de uitstroom voor deze doelgroep verhoogd kan worden dit jaar.
Actiepunt 24: de projecten op het gebied van intensivering van samenwerking met Duitsland en het opzetten van teams lopen goed, de bemiddeling van vacatures loopt voorspoedig voor Enschedese werkzoekenden (vanuit de WW, nuggers en bijstand: 45 plaatsingen tot en met mei 2016), maar loopt achter bij de doelstelling die in het sectorplan voor heel Twente is gesteld, het vervullen van vacatures in de zorg aan de Duitse kant met Nederlandse kandidaten verloopt moeizaam door allerlei belemmeringen.
Doelstelling C: Meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 8: Onderwijs en talentontwikkeling. | |
28. Op basis van de Lokale Educatieve Agenda werken we samen met de scholen aan de volgende thema's: | |
A. Invloed van jongeren op onderwijs, stad en hun toekomst. Dit realiseren we via een Jongerenberaad en een Jeugdlintje. | |
B. Ouders en scholen als partner: via ouderbeleidsplannen op elke school. | |
C. Focus op de groei van élk talent. Dit realiseren we als gemeente vooral via onze subsidieregeling Groei van Talent, waar scholen projecten voor indienen. | |
D. Veilige en ondersteunende leeromgeving: via OnderwijsAchterstandenBeleid, subsidieregeling voor scholen, VVE-beleid (voor- en vroegschoolse educatie), IKC-beleid (integrale kindcentra), Passend Onderwijs, Leerlingenvervoer en Leerplicht/RegionaleMeldCoördinatiefunctie. | |
E. Goed beeld van toekomstmogelijkheden: via beroepenoriëntatie en -excursies, jong ondernemerschap via de scholen, kennismaking met vrijwilligerswerk via maatschappelijke stage in het derde leerjaar voortgezet onderwijs, via Euregionale focus (stimuleren van onderwijs in de buurtaal en uitwisselingen tussen scholen in Enschede en Duitsland) en via internationale uitwisseling tussen scholen in Enschede en onze zustersteden Palo Alto en Dalian. | |
F. Wetenschap & technologie: via uitvoering Techniekpact Twente. In het Techniekpact Twente zitten de volgende onderdelen: 20 Days of Technology, internationale school en Twente goes Techno waarbij VO-leerlingen uit het tweede en derde leerjaar op excursie gaan naar bedrijven in de techniek in november 2016. | |
29. Internationale school: De stichting Consent en het Stedelijk Lyceum vormen samen de International School Twente (IST). In 2016 werken zij aan een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Het Stedelijk Lyceum werkt daarbij aan het International Baccalaureate Diploma Program. | |
30. Leerlingenvervoer: In september 2016 wordt de aanpassing van de verordening leerlingenvervoer m.b.t. de maatregel om het SO gelijk te stellen aan het VO geëvalueerd. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en leerlingen uit het regulier voortgezet onderwijs worden op basis van deze regeling gelijkgesteld. Hierbij worden ook de uitkomsten van de op dit onderdeel ingevoerde inkomensafhankelijke tegemoetkoming en maatwerkmaatregelen (bijvoorbeeld pilot Go-OV) betrokken. Binnen het geheel van de regeling Leerlingenvervoer staat maatwerk steeds meer centraal. | |
31. Voor- en vroegschoolse educatie: In 2016 blijven we de verbeteringen in het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en peuteropvang binnen de Integrale Kindcentra (IKC's) ondersteunen. Dit aanbod aan circa 1.600 peuters is de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd. Daarnaast wordt deelname aan peuter- en VVE-arrangementen in 2016 goedkoper voor ouders, waardoor de toegankelijkheid verbetert. Daarmee krijgen meer peuters een betere start in het basisonderwijs. Met als uiteindelijk doel een startkwalificatie en zelfredzaamheid in de samenleving. Verder denken we actief mee met het ministerie van SZW om de bureaucratie rondom de inkomensvaststelling en eigen bijdragen terug te dringen. Tenslotte bereiden we in 2016 samen met de IKC-partners scherpe keuzes voor in het licht van de daling van deze budgetten na 2016. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Thema | Product | Status | Afwijking (x 1.000 euro) |
Doelstelling A: economische groei in Enschede en Twente (meer bedrijven en groei van bedrijven). | |||
1. Versterken (internationaal) ondernemersklimaat | Versterken economische structuur | ||
Innovatie en ondernemerschap | |||
2. Versterken groene groei | Geen | ||
3. Brancheaanpak en acquisitie | Dienstverlening aan ondernemers | ||
4. Faciliteren kansrijke economische projecten | Projecten economische ontwikkelingen | ||
5. Bereikbaarheid (fysiek en digitaal) | Verkeersinfrastructuur en beleid | ||
Doelstelling B: een groter deel van de potentiële beroepsbevolking is aan het werk. | |||
6. Investeren in werkgelegenheid | Geen | ||
7. Vergroten zelfredzaamheid bij het vinden van werk binnen en buiten Enschede | Algemene bijstand levensonderhoud | - 1.821 | |
Arbeidsmarktparticipatie | |||
Uitvoering WSW | |||
Doelstelling C: meer jongeren met een opleiding die aansluit bij de arbeidsmarkt. | |||
8. Onderwijs en talentontwikkeling | Brede talentontwikkeling | + 148 | |
Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt | |||
Kinderopvang | + 531 | ||
Leerlingenvervoer | + 150 | ||
Leerplicht / RMC | |||
Resultaat bedrijfsvoering | Economie, werk en onderwijs | + 100 | |
Totaal | - 892 |
Legenda: = tegenvaller; = risico; = conform begroting; = meevaller; = neutrale wijziging.
Toelichting
Algemene bijstand levensonderhoud
Het verwachte nadelige resultaat van ruim 1,8 miljoen euro bestaat uit twee onderdelen:
Het vorig jaar opgestelde plan “Bijstandsuitgaven binnen rijksbudget” bestaat uit 3 actielijnen. Deze actielijnen zij nu in uitvoering:
Brede talentontwikkeling
Van de geplande 20 combinatiefunctionarissen zijn er 19 definief ingevuld. Daarnaast is de functie van brede school regisseur vervangen door het beleid zoals gedefinieerd in de LEA (Locale Educatieve Agenda). Hierdoor ontstaat er per saldo een voordeel van 148.000 euro.
Kinderopvang
Het voordeel wordt veroorzaakt door lagere uitgaven van ca 0,2 miljoen euro voor tegemoetkoming van ouders in de kosten voor kinderopvang (op grond van sociaal medische indicatie of omdat ze als doelgroepouder een erkend traject naar werk volgen). Daarnaast ontstaat er een voordeel op de decentralisatie-uitkering kwaliteit peuterspeelzaalwerk van ca 0,3 miljoen euro, omdat de versterking van de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen gedekt wordt vanuit de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid.
Leerlingenvervoer
Maatwerk binnen het leerlingenvervoer, zoals het gezamenlijk streven naar meer zelfredzaamheid als ook het met ouders/verzorgers zoeken naar geschikte oplossingsmogelijkheden van de vervoersvraag, leidt tot toekenning van goedkopere vormen van vervoer en tot minder aanvragen in het algemeen. Hierdoor wordt een meevaller verwacht van 150.000 euro.
Resultaat bedrijfsvoering
We verwachten binnen diverse producten voordelen op de personeelskosten. Per saldo leidt dit tot een voordeel van 100.000 euro op de bedrijfsvoering.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de politieke speerpunten zoals opgenomen in de Programmabegroting 2016-2019.
Doelstelling A: Samen met partners behouden en versterken van de ‘dynamische en vitale’ stad.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 1: Stedelijke ontwikkeling | |
1. Stedelijke ontwikkeling staat de komende periode voor omvangrijke veranderingen op het gebied van (eigentijdse) gebiedsontwikkeling. De manier van werken wordt meer faciliterend, ondersteunend, inspirerend en vooral ook meer samenlevingsgericht. Het gaat bij Eigentijdse Gebiedsontwikkeling niet om de dagelijkse bedrijfactiviteiten, maar om de activiteiten die horen bij de transitie in het ruimtelijk domein en gebiedsontwikkeling. Deze transitie is een koers die we als gemeente ook bestuurlijk inzetten.
|
|
A. Er wordt uitvoering gegeven aan het traject Richting aan Ruimte fase 2: een herbeoordeling van alle lopende ruimtelijke ontwikkelingen op hun bijdrage aan de stad. Door het herijken, anders faseren en eventueel stoppen van eigen grondexploitaties ontstaat programmatische ruimte. Ook plannen van derden, hoofdzakelijk ontwikkelaars en corporaties, houden we in een gezamenlijk proces tegen het licht. De programmatische ruimte die ontstaat kan worden ingezet in projecten die beter scoren op de ruimtelijk-economische doelen van de stad.Financiële effecten uit dit traject worden niet in 2016 geëffectueerd. Deze effecten realiseren we op z’n vroegst vanaf 2018. | |
B. Bij de AD gefinancierde organisatie (“SO Nieuwe Stijl 2020”) streven we naar een passende toekomstbestendige en flexibele organisatie die zoveel mogelijk uit Algemene Dekkingsmiddelen (AD) wordt gefinancierd in plaats van uit projectfinanciering (niet-AD). Concreet richten we ons daarmee op risicoreductie en flexibele inzet van medewerkers. In dit traject betrekken we ook de AD-middelen die beschikbaar zijn voor nieuwe initiatieven in de stad (fase 0 en 1 en herstructurering). De beschikbare middelen voor deze initiatieven en herstructureringsprojecten nemen af ten opzichte van 2015. Dit betekent dat we in 2016 nog scherper moeten prioriteiten op de projecten die we binnen deze middelen willen en kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan werkzaamheden voor het Actie Programma Binnenstad die we in 2015 voor een deel uit deze middelen financieren. | |
C. Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het onder andere om aanpassingen van de grondexploitaties op een looptijd van tien jaar. Dit is in lijn met de voorgenomen wijziging van het BBV. De resultaten worden verwerkt in de zomernota 2016. Het kan zijn dat de ingangsdatum al januari 2016 is. Volgens een eerste doorberekening heeft dit omvangrijke consequenties. In de zomernota 2015 zijn vanaf 2018 middelen beschikbaar gesteld voor grondbedrijf nieuwe stijl. | |
D. Grondbedrijf nieuwe stijl: hierbij gaat het om een voorstel voor een structurele ontwikkelreserve. Het aantal projecten waarvoor geen kostenverhaal meer mogelijk is, neemt toe. Een gewone grondexploitatie is niet meer aan de orde (bijvoorbeeld de begeleiding van het proces rond het Arriënsplein). Het gaat om projecten waar wij geen eigenaar zijn en dus geen verdienmodel hebben, maar er wel sprake is van een groot maatschappelijk belang. De verwachting is ook dat in de samenwerking met investeerders de onrendabele top van projecten vraagt om aanvullende middelen van de gemeente. Wettelijk zijn we als gemeente zelfs gehouden bepaalde kosten voor onze rekening te nemen. Bijvoorbeeld kosten voor het aanpassen van de openbare ruimte voor projecten die derden realiseren. In de huidige werkwijze moet op ieder verzoek besluitvorming door de raad plaatsvinden. In 2016 worden de mogelijkheden onderzocht voor realisatie van een ontwikkelreserve waaruit middelen kunnen worden onttrokken. Het voorstel zal worden opgenomen in de zomernota 2016. | |
E. Er wordt gestart met het opstellen van een nieuwe omgevingsvisie (structuurvisie) anticiperend op de komende nieuwe Omgevingswet. De omgevingsvisie is een geïntegreerd kader waarin beleid samenkomt op verschillende terreinen en uit verschillende programma's. Bij het opstellen van de omgevingsvisie wordt ook dat beleid geëvalueerd en eventueel aangepast. Zo wordt beleid verminderd en meer integraal geformuleerd. De planning van het proces is afhankelijk van diverse andere trajecten, waaronder andere beleidsnota’s. In 2016 vindt verdere uitwerking plaats van de planning en aanpak. Daarbij nemen we ook de te verwachten financiële effecten mee. Op grond daarvan wordt in 2016 een separaat voorstel voorgelegd, waarbij bij de raad ook budget wordt aangevraagd. | |
Ook wordt gestart met het opstellen van een omgevingsplan voor het binnensingelgebied (zie bij Omgevingswet). | |
F. De nieuwe Woningwet die op 1 juli 2015 in werking trad, vraagt om een andere samenwerking met de woningcorporaties. De gemeente krijgt meer inzicht in de financiën van de corporaties en hun investeringsvermogen. Dit kan worden betrokken in de samenwerkingsafspraken die in 2016 worden vernieuwd. Bij het opstellen van die samenwerkingsafspraken krijgen de huurders een volwaardige rol. Daarnaast moeten de corporaties aantonen dat ze in voldoende mate bijdragen aan het Wonenbeleid zoals de gemeente dat formuleert. Dit vraagt ook een concretisering van de woonvisie door de gemeente. Deze woonvisie wordt in 2016 doorgevoerd. |
* De recente ontwikkelingen op het gebied van openbare orde en veiligheid (zie beleidsbrief) hebben geleid tot enkele accentverschillen ten opzichte van doelstellingen in de begroting 2016.
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting:
Actiepunt 1B: Met de programma’s Economie, werk en onderwijs (EWO) en Maatschappelijke ondersteuning (MO) moet nog afstemming plaatsvinden over bijdragen. Daarnaast moet er nog een concretisering plaatsvinden van de zes fte krimp die voor (mede)financiering nodig is.
Actiepunt 1D: Gelet op de gemeentelijke financiën is er nu (nog) geen ruimte voor deze reserve.
Doelstelling B: Stimuleren van de bruisende stad.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 2: Beleving in de (binnen)stad | |
2. De binnenstad ontwikkelt zich steeds verder tot het bruisende centrum van Twente en zelfs van de Euregio. De binnenstad is van groot belang voor de economische positie en de uitstraling van Enschede. Het streven is dé hoofd(winkel)stad van de Euregio te zijn. De ligging dicht bij Duitsland wordt meer benut. Naast een gevarieerd, modern en compleet winkelbestand met goed uitziende gevels, verwachten bezoekers ook beleving in de binnenstad. Het stadshart zou een gastvrij 'pretpark' moeten zijn, dat voor diverse soorten doelgroepen attractiewaarde heeft. Samen met de partners wordt de benadering van de binnenstad als pretpark verder uitgewerkt. Initiatieven die de levendigheid en het onderscheidend vermogen van Enschede bevorderen zijn van harte welkom. Waar mogelijk worden die gefaciliteerd. Denk daarbij aan het zichtbaar maken van een musical zoals 'Grease' op pleinen met een drive-in bioscoop en met bandjes en kleding uit de jaren zestig. Ook spontane concepten met een mix van winkels, cultuur en horeca (á la Upperside aan de Haverstraatpassage) verwelkomen wij graag. Hoe meer variatie, des te beter. | |
3. Uitvoering geven aan de actualisatie van het cultuurplan: | |
A. Het vormgeven van een toekomstbestendige bibliotheek die bijdraagt aan een bruisende binnenstad en die in de wijken laagdrempelig bereikbaar is. | |
B. Het vernieuwen van het museum TwentseWelle met een sterkere focus op het profiel van Roombeek Cultuurpark, waarin kunst, technologie en ondernemerschap centraal staan. Daarnaast het verder versterken van het profiel en de economische betekenis van Roombeek Cultuurpark, door een sterkere verbinding van de instellingen onderling en met het bedrijfsleven, onder meer via de ondersteuning van de Academie van Verbeelding. | |
C. Het intensiveren van de regionale afstemming van het bovenlokale cultuuraanbod en de marketing daarvan. Daaronder samenwerking in de podiuminfrastructuur (gericht op een toekomstbestendig pop- en theateraanbod) en het opstarten van een samenwerking op het terrein van musea en erfgoed. De eerste focus ligt op de samenwerking tussen cultuurinstellingen in Hengelo en Enschede. | |
D. Invoeren van "Cultuureducatie met Kwaliteit" in het primair onderwijs. | |
De inzet is de ontwikkelingen op het gebied van Podiumkunst, Roombeek Cultuurpark en educatie & talentontwikkeling in het nationale beleid te positioneren als proeftuinen/pilotgebieden. | |
4. Voor citymarketing en evenementen staan alle acties 2016 in het teken van het merk van de stad: “Enschede, Stad van Nu”. Het hoofddoel is het versterken van de (vrijetijds)economie, waaronder in de binnenstad (Winkelstad en Muziekstad) en Roombeek Cultuurpark. Alles is gericht op het aantrekken van meer bezoekers en het stimuleren van herhalingsbezoek, meerdaagsverblijf en bestedingen. Het evenementenbeleid spitst zich toe op een gevarieerd evenementenaanbod dat bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de bruisende binnenstad. De inzet blijft om enkele evenementen uit te laten groeien naar evenementen met een landelijk bereik. Het acquireren van landelijk bekende inkoopevents maakt onderdeel uit van deze strategie. Ook wordt ingezet op verduurzaming van de evenementen. Resultaten citymarketing en evenementen in 2016: |
|
A. Samenhangende aanpak van citymarketing, toerisme, recreatie en evenementen. De aanpak leidt tot aanscherping van de opdracht aan Enschede Promotie. | |
B. Verdere verduurzaming van de Enschedese evenementen. | |
C. Continuering van de ondersteuning van studentenevenementen, mede om Enschede als aantrekkelijke studentenstad te profileren. | |
D. Versterken van de verbinding met de regio en Euregio | |
Thema 3: Binnenstad (centrum) | |
5. Door nieuwe impulsen in de kwaliteit van de historische stadskern zelf krijgt het centrum steeds meer de grootstedelijke uitstraling die al geruime tijd werd nagestreefd. De ontwikkelingen rondom de binnenstad en langs de grote invalswegen (de Zuiderval en de Haaksbergerstraat) dragen daar aan bij. Deze grootstedelijke uitstraling is niet alleen goed voor het positieve imago van de stad, maar ook voor het creëren van extra banen. Daarom wordt het Actieprogramma Binnenstad en de ondersteuning van onze partners bij het realiseren van kleinschalige projecten in het centrum voortgezet. Binnen een integraal kernteam voor het centrum wordt gewerkt aan de agenda voor het centrum. In 2015 is de eerste opzet voor de agenda gereed. Deze agenda geeft de koers aan die de gemeente samen met de partners de komende vier jaar volgt in het stadsdeel centrum. De agenda is mede gebaseerd op het coalitieakkoord en op de inbreng van programma-organisatie, partners en inwoners, onder andere via de stadsdeelconsulatie van april 2015. In de conceptagenda voor het centrum staan de volgende zes speerpunten: | |
A. Versterken binnenstad (Bruisende Binnenstad); | |
B. Werk (Banenmotor); | |
C. Stedelijk wonen en dynamiek (Compact en Dynamisch); | |
D. Zorg en Welzijn (Eigen Kracht); | |
E. Modern samenwerken (Meer Zeggenschap); | |
F. Marketing en communicatie (Be good and tell it!). | |
6. Op basis van het Actieprogramma binnenstad en Netwerkstad (project 'Spontane binnensteden') in het stadserfgebied: | |
A. Evaluatie van het Aktieprogramma binnenstad | |
B. Voortzetting van stimuleringsmaatregelen voor gevelverbetering (o.a. Op de Wal) en wonen boven winkels. | |
C. Versterken beleving pleinen (o.a. Klokkenplas) en routing in de binnenstad. | |
D. Samen met de binnenstadspartners wordt de benadering van de binnenstad als “pretpark” uitgewerkt, te vertalen in het wijkprogramma voor de binnenstad. | |
E. Vaststelling Agenda Centrum en bestemmingsplan Binnenstad. | |
F. Diverse kleine maar belangrijke projecten zoals bijvoorbeeld nieuwbouw De Zon, verbouw Hofpassage, transformatie Zuidmolen en het voormalige Atak. | |
7. Er zijn diverse lopende projecten, zoals: | |
A. De opening van het MST met het Koningsplein, inclusief de verbinding naar de van Heekgarage. | |
B. De versterking van de Verbindingszone Stadscampus-Binnenstad (herinrichting Van Galenstraat en omstreken). | |
C. Vervolg woningbouw in middengebied Spoorzone, Boddenkamp en Laares. | |
D. Her-/nieuwbouw van het Schuttersveld. | |
E. Afronden van de renovatie Vitensterrein/renovatie Tattersall. | |
F. Uitvoeren van het wijkverkeerscirculatieplan Hogeland/Getfert. | |
8. Het begeleiden van nieuwe initiatieven van marktpartijen bij de herontwikkeling of herbestemming van diverse locaties in het binnensingelgebied (bijvoorbeeld Ariënsplein, Kop Boulevard, Ledeboerterrein, Winkelcentrum Zuidmolen, Hofpassage, voormalig ABN-Amro pand Oldenzaalsestraat, Cobercoterrein). |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting:
Actiepunt 7F: De uitvoering van de verkeersmaatregelen is vertraagd doordat er veel bezwaren zijn ingediend.
Doelstelling C: Burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 4: Burger- en overheidsparticipatie | |
9. Het stadsdeelsgewijs werken wordt doorontwikkeld naar samenlevingsgericht werken door lokale focus binnen de thema's: | |
A. Meer ruimte te geven aan bewonersinitiatieven; | |
B. Te luisteren naar de inwoners van de stad door gebruikmaking van stadsconsultatie’s; | |
C. Te zorgen voor meer invloed voor bewoners op de begroting. | |
10. De uitkomsten van de uit te voeren stadsconsultaties worden verwerkt en de opbrengsten worden opgenomen in het beleid en in de uitvoeringsprogramma's. | |
11. In het kader van de implementatie van Burgerkracht wordt bepaald, in samenspraak met de stadsdeelcommissies, voor welke straten/buurten/wijken professionele ondersteuning wordt ingekocht en met wel doel. | |
12. Er wordt onderzoek gedaan naar een duurzame toekomst voor de kinderboerderij, waarbij verzelfstandiging een mogelijkheid is. | |
13. Samen met de partners zet het college zich in voor uitbouw van de werkgelegenheid in de binnenstad. In de agenda Centrum en het Actieprogramma Binnenstad worden de verbeteringen van de routing, het voortzetten van gevelverbetering en wonen boven winkels als voorbeelden van speerpunten genoemd. | |
14. In het kader van Wesselerbrink Doen wordt er gericht aandacht en inzet geleverd op integratie en participatie in de Wesselerbrink. | |
15. Er komt een Asielzoekerscentrum (AZC) op Eschmarkerveld. Samen met de partners zet het college zich in voor de opvang van vluchtelingen. Hierbij zullen we de wijkraden, omwonenden en andere betrokken partners actief betrekken. Samen met hen, de maatschappelijke partners en bedrijven in de omgeving wordt intensief overlegd over de inrichting van het centrum, de sociaal maatschappelijke inbedding en over de benodigde veiligheidsmaatregelen en hoe de vluchtelingen kunnen participeren in onze samenleving. | |
Thema 5: Openbare orde en veiligheid | |
16.* Het intensiveren van de aanpak van overlast/ georganiseerde criminaliteit in het Centrum en Glanerbrug door middel van een integrale samenwerking in deze specifieke omgeving en vernieuwde camera’s in het centrum. | |
17. Samen met TS&S wordt er geëxperimenteerd met vernieuwende veiligheidsoplossingen voor de aanpak van (on)veiligheid, zoals veilige evenementen (bijvoorbeeld de wedstrijden FC Twente). TS&S ontwikkelt dit samen met de regio’s Den Haag en Eindhoven/Tilburg. TS&S en de Twente Safety Campus (nauw verbonden met TS&S) helpen met het ontwikkelen, testen, uitvoeren en het naar de markt brengen van innovatieve mogelijkheden. Zo werken we aan veiliger wonen, werken en leven. Maar ook aan meer banen in Twente. | |
18. Op het gebied van zorg en veiligheid ontwikkelt de gemeente zich door samen te werken met het Veiligheidshuis Twente en de wijkteams. Aandachtpunten zijn hierbij : | |
A. De zuidwijken / Wesselerbrink; | |
B. Risicojeugd; | |
C. Aanpak Top X; | |
D. Huiselijk geweld. | |
19. * Vroegtijdig signalering van alle vormen van potentieel gewelddadig extremisme is belangrijk. Met de partners worden afspraken gemaakt hoe nog beter gesignaleerd kan worden. Hierbij helpt de gemeente hen bij het bevorderen van deskundigheid. | |
20. Het college wil zorgen voor toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal. Er wordt daarom geëxperimenteerd samen met de partners (onder andere politie, FC Twente, brandweer) op het gebied van safety en voetbal. | |
Thema 6. Beheer en onderhoud openbare ruimte | |
21. In de zomer van 2016 wordt de pilot 'verkoop van reststroken openbaar groen' geëvalueerd. Op basis van die evaluatie wordt besloten of de pilot gemeentebreed wordt uitgerold. | |
22. Op basis van de evaluatie van onkruidbestrijding op verharding van 2014 en 2015 (onkruidbestrijding zonder gebruik te maken van chemische middelen) wordt een nieuwe bestuurlijke afweging gemaakt tussen het kwaliteitsbeeld en de beschikbare middelen. | |
23. In 2015 zijn verschillende pilots 'zelfbeheer' gestart, waarbij het onderhoud van een buurt of wijk zo veel mogelijk bij bewoners of partners is belegd. Deze pilots moeten in 2016 leiden tot gezamenlijk vastgestelde randvoorwaarden voor succesvol zelfbeheer. Hierbij is vanuit de gemeente expliciet aandacht voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. | |
24. De bezuinigingsmaatregelen uit het traject 'veranderen en bezuinigen in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte' zijn doorgevoerd. De taakstellingen worden voor 2016 behaald, maar daarvoor zijn wel een aantal aanpassingen nodig. Dit betreft aanpassingen binnen de door de raad gegeven kaders, waarbij zoveel mogelijk gehoor is gegeven aan de uitkomsten van de evaluatie die samen met bewoners en partners is uitgevoerd. | |
A. Het maaibeleid is samen met bewoners en partners geëvalueerd en aangepast. Het veranderde straatbeeld werd door veel bewoners als ongewenst ervaren wat in 2015 leidde tot een toename van het aantal meldingen hierover. In 2016 worden, vanwege de veiligheid, meer locaties langs wegen bijgemaaid. En waar verruwing niet functioneel bleek, worden locaties weer omgevormd naar gazon. Om de benodigde bezuiniging te realiseren wordt op andere locaties minder gemaaid. | |
B. Prioriteit voor het College is een bruisende binnenstad. Daarom is er in 2016 een bedrag van 78.000 euro (afgerond 0,1 miljoen) opgenomen, zodat de fonteinen en andere waterpartijen in 2016 blijven stromen. Voor 2017 en verder verkent het College de mogelijkheden voor sponsoring. | |
C. Binnenstad: wanneer geen partners worden gevonden die de sfeerverlichting willen overnemen, wordt deze verlichting conform het voorstel vanaf de winter 2016/2017 uitgeschakeld. Ook stellen we de raad voor de leges 'toegang binnenstad' te verhogen. De laatste nog uit te voeren maatregel in de binnenstad is de sluiting van de openbare toiletten. Voor een aantal toiletten is geen structurele oplossing gevonden, maar is vanuit partners zoals politie en gehandicaptenraad, wel het belang van instandhouding benadrukt. Om die reden worden die toiletten niet gesloten. | |
Thema 7: Stadsdeelgewijs werken aan lokale duurzame initiatieven (Weconomy) | |
25. De inzet van een duurzaamheidsmakelaar voor stadsdelen en inwoners. | |
26. Het stimuleren van de inzet van wijkbudget voor duurzaamheid door stimulering en toelichting op mogelijkheden. | |
27. Inzet van het innovatie-stimuleringsfonds duurzaamheid (budget initiatiefkracht). | |
28. Ook in 2016 tien nieuwe duurzame burgerinitiatieven (bijvoorbeeld duurzame sportvereniging, groene wijk, buurtenergiebedrijf, wijkmoestuin, duurzame school). | |
29. Wijkplannen met een duurzaamheidsparagraaf. | |
Thema 8: Wettelijke taken en deregulering | |
30. Deregulering: de regeldruk voor inwoners, ondernemers en instellingen wordt waar mogelijk omlaag gebracht. Dit leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor inwoners, ondernemers en overheden. In 2015 is met succes de eerste tranche deregulering afgerond. Gedurende het jaar 2016 worden twee onderdelen herijkt, te weten: | |
A. De 'kaart overzicht beschermwaardige bomen' bij het product kappen van bomen; | |
B. Het product standplaatsen. | |
Eind 2015 wordt het proces van de tweede tranche deregulering opgestart. Hoewel de besluitvorming hierover nog niet is afgerond, zal in 2016 de focus liggen op de onderwerpen globale bestemmingsplannen, welstandstoetsing, toetsing aan het bouwbesluit en het milieu (stoken). | |
31. Omgevingswet: het kabinet maakt het omgevingsrecht makkelijker en voegt een groot aantal wettelijke regelingen samen in één Omgevingswet. De invoering staat gepland voor 2018. Van alle implementatiewerkzaamheden zal in 2016 de nadruk liggen op: | |
A. Via de G32 invloed uitoefenen. | |
B. Informatieverstrekking richting de raad en discussie tussen college en raad over vrije beleidsruimte. | |
C. Anticiperen op de Omgevingswet bij organisatieontwikkeling. Bijvoorbeeld door de hele keten van werkprocessen gerelateerd aan de Omgevingswet beter samen te laten werken en door een betere samenwerking tussen ketens van werkprocessen. | |
D. Vooruitlopend op 2018 wordt in allerlei pilotprojecten al geëxperimenteerd met de nieuwe instrumenten uit de Omgevingswet. Enschede doet hier ook aan mee. Zo is in 2015 goedkeuring verleend voor het toepassen van het omgevingsplan op het voormalige vliegveldterrein/ADT-terrein. Dit gebeurt momenteel door middel van de Crisis en herstelwet. Het experimenteren met het omgevingsplan wordt in het laatste kwartaal van 2015 uitgebreid naar het binnensingelgebied. De impact hiervan is merkbaar in 2016. | |
32. Private Kwaliteitsborging in het bouwtoezicht (privatisering toetsing bouwbesluit): het ministerie werkt aan een nieuw stelsel voor het bouwtoezicht in Nederland. Kern van dit stelsel is dat in de toekomst bouwpartners zelf hun kwaliteitsborging moeten regelen. Het bevoegd gezag kijkt naar welstand, ruimtelijke ordening en de veiligheid van derden. Private partijen zorgen zelf voor het voldoen aan het Bouwbesluit. Het nieuwe stelsel treedt naar verwachting in 2016 deels in werking, maar uitstel naar 2017 behoort tot de mogelijkheden. In 2016 wordt onderzocht wat de consequenties zijn van het nieuwe stelsel in financiële en organisatorische zin. |
* De recente ontwikkelingen op het gebied van openbare orde en veiligheid (zie beleidsbrief) hebben geleid tot enkele accentverschillen ten opzichte van doelstellingen in de begroting 2016.
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 15: Het COA heeft de gemeente op 24 mei geïnformeerd dat zij door marktomstandigheden gedwongen is te kiezen voor een ander, lichter, bouwsysteem. Consequentie hiervan is dat het COA hiervoor een eigen Europese aanbestedingsprocedure moet doorlopen en dat de bouwtijd langer duurt. Dit levert een vertraging op van ruim een half jaar. Het COA streeft ernaar het AZC medio 2017 in gebruik te kunnen nemen.
Actiepunt 16: De samenwerking tussen alle betrokken partijen met betrekking tot de problematiek in het centrum en Glanerbrug moet verbeteren. Om georganiseerde criminaliteit aan te pakken is meer effectief partnerschap tussen inwoners, politie en gemeente in de openbare ruimte nodig.
Actiepunt 17: Binnen TS&S worden in samenwerking met “The Hague Security Delta” bijzondere zaken gedaan op een belangrijke plek in onze stad. Voorbeelden hiervan zijn het dronecentrum, de Risk factory, virtueel trainen, de pilot veilig wonen verminderd zelfredzamen. Dit alles heeft veel potentie. De financiering wordt echter nog steeds met publiek geld gedaan. De doelstelling om de publieke financiering te verminderen verdient nog extra aandacht.
Actiepunt 20: Inmiddels hebben wij de experimenten ondergebracht bij TS&S (zie actiepunt 17).
Doelstelling D: Stimuleren van een duurzame leefomgeving.
Duurzaam handelen betekent voor het college 'het niet doorschuiven van de rekening van ons gedrag naar toekomstige generaties'. Duurzaamheid is dus niet meer alleen een synoniem voor rekening houden met natuur en milieu, maar heeft bijvoorbeeld ook betrekking op een solide financieel beleid en een gezonde economische groei. In 2015 is met de vaststelling van het Actieplan duurzaamheid dan ook besloten om een meer omvattend duurzaamheidsbeleid te voeren. In dit Actieplan zijn 8 speerpunten van beleid genoemd ten aanzien van duurzaamheid. Per speerpunt zijn voor de periode 2015-2019 uitvoeringsprogramma's opgesteld, waarmee de met het Actieplan beoogde resultaten binnen handbereik komen. In 2016 en verder ligt de nadruk op de uitvoering van deze programma's.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 9: Duurzame energievoorziening | |
33. Het vergroenen van het legesstelsel. Daardoor stimuleren we duurzame activiteiten (bijvoorbeeld energieneutraal bouwen) en remmen we milieubelastender activiteiten af. | |
34. Het faciliteren van initiatieven Pioneering (realiseren van het Huis van de Toekomst, het verduurzamen van een bestaande school). | |
35. Ondernemers een podium bieden voor het uitwisselen van kennis en ervaringen over duurzaam ondernemen. | |
36. Het stimuleren van het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen door het sluiten van een convenant met het bedrijfsleven. | |
37. Energiebesparing van het bedrijfsleven door voorlichting en inzet van het instrumentarium Wet Milieubeheer en het Activiteitenbesluit. | |
38. Het faciliteren van initiatiefnemers windturbines en zonneparken. | |
Thema 10: Afvalstoffen: afvalloos Twente | |
39. In 2016 vinden de voorbereidingen plaats voor invoering van gedifferentieerde tarieven per 1 januari 2017 als opmaat naar uiteindelijk omgekeerd inzamelen. | |
40. Het vergroten van de mogelijkheden voor scheiding van afval op een afvalbrengpunt door het optimaliseren van het systeem van brengpunten. | |
Thema 11: Circulaire Economie | |
41. De Enschedese aanpak voor circulaire economie bestaat uit twee lijnen. De eerste lijn is daarbij gericht op het realiseren van een trendbreuk bij de inzameling van restafval, door het afvalscheidingspercentage fors te verhogen. Daarvoor is het nodig dat de prikkel op de juiste plek wordt gelegd (feitelijk ondergebracht in thema 10). De tweede lijn betreft het terugdringen van de hoeveelheid afval (gescheiden afval en restafval). Dit wordt bevorderd door onze inwoners aan te zetten tot duurzame consumptie. Eén van de acties is het verder in gesprek gaan met bewoners om de ideeën en deals van 12 maart 2015 meer inhoud te geven. Een andere actie is daarnaast het in gesprek gaan met supermarkten, detailhandel en andere winkelbedrijven om bewoners en bezoekers aan te zetten tot duurzame consumptie. In dit kader wordt ook gevolg gegeven aan de motie van de raad ons in te zetten voor het vestigen van een verpakkingsvrije supermarkt in Enschede. | |
42. Vermindering van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval (gescheiden + restafval) door afvalpreventie met 5% ten opzichte van peiljaar 2014.Dit moet in 2020 gerealiseerd zijn voor het jaar 2016 wordt dit met concrete acties ingevuld, waar we in de Zomernota op terugkomen. | |
Thema 12: Klimaatadaptatie | |
43. Met adaptatie wordt geprobeerd de schade, in de vorm van wateroverlast, hitte en droogte, door verandering van het klimaat te beperken. In 2016 staan de volgende zaken centraal: | |
A. De aanleg van de stadsbeek; | |
B. Tegengaan van wateroverlast in het centrum/Oldenzaalsestraat; | |
C. Herinrichting van de Glanerbeek; | |
D. Hergebruik van water door de industrie dat wordt opgepompt bij de Westerval (om de tunnel droog te houden); | |
E. Aanpak probleem van hittestress. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting:
Actiepunt 38: Initiatieven voor zonne-energie op de Usseleres zijn door de raad on-hold gezet. Realisatie van een grootschalig zonne-park binnen deze collegeperiode wordt hiermee onzeker. Er wordt een participatietraject “Enschede wekt op” gestart.
Thema | Product | Status | Afwijking (x 1.000 euro) |
Doelstelling A: behouden en versterken van de dynamische en vitale stad. | |||
1. Stedelijke ontwikkeling | Ruimtelijke ontwikkeling | - 213 | |
Bestemmingsplannen | |||
Grondbedrijf | |||
Locatieontwikkeling | |||
Doelstelling B: stimuleren van de bruisende stad. | |||
2. Beleving in de (binnen)stad | Cultuur | ||
Evenementen en citymarketing | |||
3. Binnenstad (centrum) | n.v.t. | ||
Doelstelling C: burgers wonen in leefbare en veilige wijken en leveren daar een bijdrage aan. | |||
4. Burger- en overheidsparticipatie | Stadsdeelsgewijs werken | ||
5. Openbare orde en veiligheid | Openbare orde en veiligheid | + 200 | |
6. Stadsdeelgewijs werken aan duurzame initiatieven (Weconomy) | n.v.t. | ||
7. Wettelijke taken en deregulering |
Vergunningen leefomgeving | ||
Handhaving bouwwerken en bedrijven | |||
Handhaving openbare ruimte | |||
8. Beheer en onderhoud openbare ruimte | Parkeerbeheer | ||
Begraafplaatsen | |||
Beheer wegen | |||
Gladheidsbestrijding | |||
Havens en markten | |||
Openbare verlichting | |||
Stadsdeelbeheer | |||
Beleid leefomgeving | |||
Riolering | |||
Doelstelling D: stimuleren van een duurzame leefomgeving. | |||
9. Duurzame energievoorziening | Duurzaamheid | ||
10. Afvalstoffen: afvalloos Twente | Afvalstoffen | ||
Resultaat bedrijfsvoering | Stedelijke Ontwikkeling / Leefomgeving | + 100 | |
Totaal | + 87 |
Legenda: = tegenvaller; = risico; = conform begroting; = meevaller; = neutrale wijziging.
Toelichting
Ruimtelijke ontwikkeling
Haalbaarheidsonderzoek heeft uitgewezen dat er geen betaald parkeren bij de Grolsch veste kan worden ingevoerd. Dit levert een nadeel op van 100.000 euro. Daarnaast ontstaat er een nadeel van 113.000 euro aan financieringslasten op de duurzaamheidsleningen voor woningen. Vanuit de huidige regeling worden er te weinig leningen verstrekt, waardoor de rentebaten lager uitvallen dan begroot, terwijl op het niet uitgeleende rekeningcourant bedrag geen rente wordt vergoed.
Locatie ontwikkeling
De bestuurlijke ambities voor de ontwikkeling van de stad worden met diverse activiteiten op het gebied van stedelijke ontwikkelingen gerealiseerd. Om deze activiteiten te behouden in de huidige financiële situatie van de gemeente is een geheel andere invulling van de gemeentelijke rol in de stedelijke ontwikkeling in relatie tot marktpartijen vereist: de gemeente zal meer in een regierol gaan opereren en minder of niet risicodragend participeren in gebiedsontwikkelingen. Daar hoort enerzijds een andere opzet van de organisatie bij en anderzijds een nieuwe financiële dekking van deze organisatie. De gemeentelijke inzet zal anders en veel kleiner van omvang zijn, maar desondanks wel betaald moeten worden. Omdat de gemeentelijke projectenmiddelen afnemen (zoals grondexploitaties, budgetten fase 0 en 1, investeringen en overige middelen van derden), is een hogere bijdrage uit de algemene middelen nodig dan nu het geval is. De structurele dekking hiervan realiseren we door efficiënter te gaan werken, uit vrijgevallen kapitaallasten en het herbestemmen van bestaande algemene middelen. De structurele vrijval van kapitaallasten kan alleen gerealiseerd worden door vervroegde afschrijvingen met incidentele afschrijvingskosten tot gevolg in 2016. Deze kosten financieren we tijdelijk uit de reserve Mobiliteit en reserve Kapitaallasten. In de komende jaren sparen we en storten we de ingezette middelen terug in de reserves.
We stellen voor:
2. om de gemeentelijke inzet in stedelijke ontwikkeling meer te financieren vanuit de algemene middelen. De kosten hiervan structureel te dekken door efficiënter te gaan werken, uit vrijgevallen kapitaallasten en het herbestemmen van bestaande algemene middelen. De hiervoor benodigde incidentele vervroegde afschrijving in 2016 tijdelijk te financieren uit de reserve Mobiliteit en reserve Kapitaallasten (4,4 miljoen euro) door deze reserve vanaf 2017 weer aan te vullen.
Openbare orde en veiligheid
De jaarrekening 2015 van Veiligheidsregio Twente kent een positief jaarrekeningresultaat. Hierdoor wordt een voordeel voor Enschede verwacht van circa 200.000 euro.
Vergunningen leefomgeving
De ingevoerde vrijstelling voor groene leges is al een groot succes. Het risico is aanwezig dat we het beschikbare budget van 150.000 euro gaan overschrijden. Maximaal denken we 400.000 euro extra nodig te hebben.
Resultaat bedrijfsvoering
Een aantal incidentele meevallers leiden tot een voordeel op de bedrijfsvoering van in totaal 100.000 euro.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de politieke speerpunten zoals opgenomen in de Programmabegroting 2016-2019.
Doelstelling A: Goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 1: Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening | |
1. De overheidsdienstverlening wordt samen gebracht in het stadskantoor. | |
2. De dienstverlening van de gemeente verbetert en digitaliseert door: | |
A. De mogelijke uitbreiding van digitale selfservice in het stadskantoor; | |
B. Deregulering; | |
C. De invoering van de Omgevingswet; | |
D. Het project Digitale Innovatie Arbeidsmarktaanpak (DIA); | |
3. De gemeente sluit zich aan op 'Mijn.overheid.nl'. | |
Thema 2: Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening | |
4. Er wordt gestart met 'zaakgericht werken' volgens de 'lean methode' waarbij met één proces aanvragen op een uniforme wijze worden afgehandeld. | |
5. Open data wordt beschikbaar gesteld als onderdeel van big data om Enschede als Smart City te ondersteunen. | |
6. In samenwerking met de NVVB wordt een dashboard ontwikkeld voor publieksdienstverlening, onderdeel van Vensters voor dienstverlening. | |
7. In 2016 wordt er geëxperimenteerd met het verleggen van het eigenaarschap van de informatie richting inwoner en bedrijf. | |
8. De Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) wordt als beleidskader vastgesteld. Deze maatregelen voor informatiebeveiliging worden voor 1 januari 2017 geïmplementeerd. | |
Thema 3: Communicatie | |
9. De binnenkort aan u voor te leggen communicatievisie wordt uitgevoerd. Deze is opgebouwd uit drie sporen: | |
A. Meldingen Openbare Ruimte; mogelijkheden om meldingen te maken en te volgen worden gemoderniseerd (App) en verbeterd (inzicht op digitale kaart). | |
B. De wijkprogramma's worden op de (digitale) kaart gezet (voorheen: wijkbegroting). | |
C. "Jij maakt de buurt" wordt een interactieve website. | |
10. Door beter gebruik te maken van digitale middelen intensiveren we de communicatie met de stad en zet het college in op meer participatie uit de samenleving (zie ook www.verbeterdebuurt.nl). |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 4: Zaakgericht werken (ZGW) is deels stopgezet en wordt op een andere wijze voortgezet. Reden is dat onderdelen deel uitmaken van samenwerkingen en procesherinrichtingen in de backoffices van Werk & Inkomen en de zorg. Dit voorziet in een andere wijze van werken waarbij de doelen van zaakgewijs werken overeind blijven. Lean blijft de leidraad voor gedrag en procesinrichting.
Actiepunt 8: Maatregelen uit de BIG zijn voorzien van procedures, waaronder GBA-audits en DigiD-audits. De gehele administratieve organisatie van de beveiliging is in 2016 deels omgezet naar generieke richtlijnen die zijn ontvangen van het bedrijf BMC. Door beheer en onderhoud en landelijke- en Europese wetgeving is de omzetting naar generieke richtlijnen een doorlopend proces waardoor ook na 1-1-2017 maatregelen voor informatiebeveiliging geïmplementeerd worden.
Actiepunt 9A: Atos (leverancier van de e-Suite binnen Enschede) levert geen app voor meldingen openbare ruimte. Samen met Dimpact wordt gekeken naar een goed alternatief.
Doelstelling B: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 4: Verbeteren van de financiële positie en verminderen van de financiële risico's | |
11. In het kader van de Eigentijdse Gebiedsontwikkeling is gestart met het onderzoek naar de effecten en mogelijkheden voor het verkorten van de looptijd van grondexploitaties (grexen) tot tien jaar. Dit is in lijn met de voorgenomen wijziging van de commissie BBV. Kanttekening hierbij is dat mutaties conform de BBV een mogelijke ingangsdatum van 1 januari 2016 kunnen hebben. De opdracht van de Eigentijdse Gebiedsontwikkeling is gerelateerd aan de huidige coalitieperiode. Binnen het fysieke domein is vanaf 2018 twee miljoen euro extra ruimte gecreëerd om de fysieke projecten in de stad te gaan herijken en toekomstbestendig te maken. | |
12. De overige voorgenomen wijzigingen van het BBV rondom grondexploitaties gericht op risicoreductie, hebben betrekking op: | |
A. Het beperken van kostentoerekening aan grexen conform kostenverhaal WRO/BRO; | |
B. Het beperken van rentetoerekening aan grexen op basis van werkelijke rente vreemd vermogen. | |
13. Er word onderzoek gedaan naar de toekomstige strategische rol en positie van de gemeente Enschede in de gemeenschappelijke projecten ADT, RBT en GEM. Voor het RBT wordt de afweging gemaakt of de huidige samenwerking kan worden gecontinueerd of dat, rekening houdende met gemeentelijke belangen, wordt overgegaan tot een andere vorm van samenwerken. Voor de GEM is besloten de samenwerking met ingang van 1 november te beëindigen. Voor ADT is er sprake van een advies van de Commissie van Wijzen om het gebied van de luchthaven te ontwikkelen tot een Technology Base Twente (TecBT). Het college van GS en B&W hebben vervolgens de opdracht gekregen het plan van aanpak tot uitvoering te brengen, waarbij één van de opdrachten is om de ontvlechting van de woongebieden te onderzoeken. De onderhandelingen zijn onlangs, na de provinciale verkiezingen, door beide colleges weer opgepakt. | |
14. De vastgoedportefeuille wordt verder afgebouwd. | |
15. Het traject 'richting aan ruimte' wordt uitgevoerd waarbij de projectenportefeuille tegen het licht wordt gehouden. Hierbij worden de projecten heroverwogen aan de hand van de programmering en prioriteiten. | |
16. Met de uitvoering van het 'Deltaplan' wordt het risico gereduceerd dat we financieel niet met de middelen van het verdeelmodel voor inkomensvoorzieningen (BUIG) uitkomen. | |
17. Met college streeft naar een verdere schuldreductie. Dit wordt onder meer bewerkstelligd door terughoudendheid bij het verstrekken van nieuwe geldleningen. | |
Thema 5: Werking sociaal deelfonds | |
18. De Programmabegroting 2016-2029 voorziet in de oprichting van een Sociaal Fonds. Dat moet het mogelijk maken om de in gang gezette transformatie van het Sociaal Domein maximaal te faciliteren. Voor een uitgebreide toelichting op de opzet en werking hiervan wordt verwezen naar hoofdstuk 2.5 van de programmabegroting 2016-2019. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 13: Met de participanten van het XL Businesspark zijn besprekingen gevoerd over een nieuwe aandelenverhouding, waarbij de provincie een groter aandeel in het XL Businesspark zou nemen. Het voorstel van het Algemeen Bestuur is door Provinciale Staten niet overgenomen. Vervolgens zijn nieuwe besprekingen gestart om tot een nieuwe samenwerking te komen.
Actiepunt 16: zie paragraaf 2.3 (Versterken Economie, toelichting bij de financiële prognose Algemene Bijstand Levensonderhoud).
Doelstelling C: Het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 6: Versterken samenwerking | |
19. Het college kiest voor een hernieuwde samenwerking in de regio nu de 'WGR+'-status vervalt. Daarbij wordt rekening gehouden met besluiten, wensen en bedenkingen die de raad meegegeven heeft bij de behandeling van het rapport van de commissie Robben. De Twentse griffiers trekken samen met de regio op ten behoeve van een actieve betrokkenheid van de gemeenteraden in de nieuwe samenwerking. | |
20. De uitvoeringsagenda sourcing wordt uitgevoerd waarbij het college met concrete voorstellen komt voor taken die op de korte en middellange termijn in aanmerking komen voor nader onderzoek naar outsourcing. Hierdoor ontstaan nieuwe vormen van samenwerking. | |
21. Het stadsdeelsgewijs werken wordt doorontwikkeld tot een nieuwe vorm van samenlevingsgericht werken. Dit wordt onder andere gedaan door de stadsconsultaties. | |
22. Het college zoekt nadrukkelijker de samenwerking met Duitsland. | |
23. De samenwerking met het Kennispark wordt versterkt. | |
24. In lijn met de sportnota wordt het het sportbedrijf uitgewerkt. In 2016 leggen we keuzes voor aan de raad om op de langere termijn een gezonde sportexploitatie te garanderen. Daarmee wordt een splitsing gemaakt tussen 'vorming sportbedrijf' met een werkbare en gefaseerde start en 'een structureel gezonde exploitatie'. | |
Thema 7: Versterken governance | |
25. De klachtencommissaris komt in het voorjaar met zijn evaluatie; de gemeenteraad beslist aan de hand van de ervaringen over eventuele uitwerkingen of bijstellingen van de vastgestelde kaders. | |
26. De raad ontwikkelt een nieuw model voor (financieel) toezicht, waarbij de posities van de rekenkamer-, de rekeningencommissie en de accountant worden betrokken. | |
27. De raad werkt mogelijke wetswijzigingen op het gebied van de rekenkamerfunctie uit voor de gemeente Enschede. | |
28. De rekenkamer gaat werken aan de regionale samenwerking van rekenkamercommissies. | |
29. Het college gaat de werking en governance van de twente board evalueren. | |
30. De uitvoeringsagenda sourcen en regie wordt uitgevoerd. Er wordt gestart met vijf gemeentelijke onderdelen die als eerste aan het afwegingskader sourcen en regie worden getoetst. Bij dit onderzoek worden uiteraard de ervaringen met de verzelfstandiging van Onderhoud Enschede en het Sportbedrijf meegenomen en worden de effecten van ontvlechtingen (verzelfstandigingen) in beeld gebracht. We nemen acties om de desintegratie-effecten maximaal te dempen. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 20: Het proces van de uitvoeringsagenda loopt conform planning. Op het gebied van samenwerking is, gedurende dit proces, het standpunt wel aangescherpt. De uitkomsten van de te onderzoeken onderdelen worden, in eerste instantie, maximaal gericht op de bate voor Enschede (op inhoud en middelen). Uiteraard geldt dat sourcen (en daarmee o.a. samenwerkingsverbanden) geen doel op zich is, dit vraagt bij ieder onderzoek een zorgvuldig afwegingsproces.
Actiepunt 22: Wij hebben mede met de komst van de nieuwe burgemeester nog meer tijdsbesteding gericht op Duitsland. Naast afspraken met buurgemeenten wordt er ook gewerkt aan een Duitsland agenda. Deze zal u nog dit jaar worden aangeboden.
Actiepunt 23: Tussen de founders van Kennispark heeft de afgelopen periode een hereiking plaatsgevonden van de richting en inrichting van Kennispark. De doorzettingsmacht op de kernopgaven verdient een extra impuls.
Actiepunt 25. De burgemeester komt in het kader van het thema goed bestuur met gebruikmaking van advies van onder andere de klachtencommissaris met een voorstel voor inbedding van het instituut Klachtencommisariaat vanaf 2017.
Actiepunt 30: Het proces van de uitvoeringsagenda loopt conform planning. Uit de toetsing van de gemeentelijke onderdelen alsmede de lopende verzelfstandigingen blijkt een langere duur van de transitieperiode en een hogere benodigde transitie-inzet waardoor inverdieneffecten later gaan optreden. Dit zet druk op de te realiseren opgave in 2017 en verder.
Doelstelling D: Het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken.
Actiepunten 2016 | Status |
Thema 8: Vastgoed | |
31. Het college onderzoekt of verzelfstandiging c.q. het op afstand zetten van vastgoed financieel en inhoudelijk aantrekkelijk is. Bij een positieve business case voeren we dit uit. | |
Thema 9: Bedrijfsvoering | |
32. De organisatie wordt veranderd door de uitvoering meer ruimte te geven en het aantal interne regels te verminderen. Zo zorgen we er voor dat de organisatie zich nog meer kan richten op het samen met inwoners invulling geven aan de opgaven van de stad. Zie ook bedrijfsvoeringsparagraaf. | |
33. Volgens de uitvoeringsagenda sourcing beoordeelt het college de taken op mogelijke verzelfstandiging, regionale samenwerking of eigenstandig uit blijven voeren. De volgende vijf taken worden als eerste getoetst: | |
A. Begeleiding naar werk (onderdeel Werk); | |
B. Stadsingenieurs Enschede; | |
C. Communicatie; | |
D. Vastgoedbedrijf; | |
E. Personeel & organisatie. | |
34. De interne processen worden versimpeld, zodat deze betrouwbaarder en goedkoper worden via: | |
A. Het omvormen van de inkoop-, facturerings- en betalingsprocessen tot één geautomatiseerd proces (Purchase to Pay). | |
B. Het stapsgewijs invoeren van zaakgericht werken. | |
35. Er wordt gezorgd voor een betere organisatie van de bedrijfsvoering, waarbij de uitvoerende onderdelen van de gemeente meer invloed hebben op de ondersteuning. | |
36. Het flexconcept wordt geïmplementeerd in het Stadhuis en het college richt zich maximaal op het vrijspelen van de Noordmolen en het Werkplein. De financiële consequenties hiervan worden betrokken bij onze vastgoedstrategie en ambtelijke huisvestingsvisie. |
Legenda: = loopt achter, bijsturing heeft onvoldoende effect; = loopt achter, bijsturing mogelijk; = conform verwachting; = boven verwachting; = neutrale wijziging.
Toelichting
Actiepunt 34A: Voor het implementeren van Purchase to Pay is een integrale (proces-)applicatie nodig. Dit heeft geleid tot een noodzakelijk aanbesteding waarvan de doorlooptijd langer is dan vooraf gedacht. Het afronden van deze aanbesteding gecombineerd met een minimale implementatieperiode van een half jaar betekent dat in 2016 een klein deel van de organisatie "over zal gaan". Het traject loopt daarmee door tot in 2017.
Actiepunt 34B: De huidige manier van invoering van zaakgericht werken (ZGW) doormiddel van een op zichzelf staand project levert onvoldoende op. Wij maken zaakgericht werken onderdeel van het permanent leaner maken van ons werk.
Actiepunt 36: De verhuizing van UWV en EWO vanuit het Werkplein naar het Stadskantoor heeft vertraging tot gevolg voor de invoering van het flexconcept in het Stadhuis. De verwachting is dat het voorstel voor het flexconcept in het Stadhuis gereed is in 2016, maar dat de invoering begin 2017 plaats vindt.
Thema | Product | Status | Afwijking (x 1.000 euro) |
Doelstelling A: goede kwaliteit van de gemeentebrede dienstverlening | |||
1. Ontwikkelen (Stedelijke) Dienstverlening | Publieksdienstverlening | ||
2. Regie voeren op de kwaliteit van dienstverlening | Gemeentearchief | ||
Verkiezingen | |||
Basisregistratie | |||
Bezwaar en beroep | - 50 | ||
3. Communicatie | n.v.t. | ||
Doelstelling B: het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding | |||
4. Verminderen financiële risico’s en verbeteren financiële positie | Algemene inkomsten | + 490 | |
Algemene uitkering | + 200 | ||
Algemene belastingen | + 300 | ||
Rente & treasury | + 200 | ||
5. Werking sociaal deelfonds | n.v.t. | ||
Doelstelling C: het versterken van het onderlinge vertrouwen tussen inwoners en stadsbestuur en het versterken van de governance op organisaties die gemeentelijke doelstellingen realiseren | |||
6. Versterken samenwerking | College van B&W | ||
Regionale samenwerking | |||
Ondersteuning College van B&W en directie | |||
Raad en commissies | |||
7. Versterken governance | n.v.t. | ||
Doelstelling D: het zo efficiënt mogelijk faciliteren van gemeentelijke taken | |||
8. Vastgoed | Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting | + 335 | |
Sport- en wijkaccommodaties | |||
Vastgoedbedrijf | |||
9. Bedrijfsvoering |
Stelposten bedrijfsvoering | ||
Resultaat bedrijfsvoering | |||
Interne dienstverlening | + 119 | ||
Regionale dienstverlening | |||
Totaal | + 1.594 |
Legenda: = tegenvaller; = risico; = conform begroting; = meevaller; = neutrale wijziging.
Toelichting
Bezwaar en beroep
De stijging van het aantal bezwaarzaken onder andere door overheveling van werkzaamheden vanuit het rijk naar gemeenten en stijging van tarieven voor rechtszaken heeft hogere uitgaven van gerechtskosten tot gevolg. Hierdoor wordt een nadeel van 50.000 euro wordt verwacht.
Algemene Inkomsten
De inkomsten van het Rijk voor asiel en integratie worden vanaf 2017 ontvangen, terwijl de uitgaven al vanaf 2016 plaatsvinden: voor asiel en integratie inclusief activiteiten voor thuisvoelen en meedoen bedragen in 2016 200.000 euro en de kosten voor de noodopvang bedragen in 2016 110.000 euro. Daarnaast kan van de stelpost voor loon- en prijscompensatie 800.000 euro in 2016 vrijvallen.
Algemene uitkering
In de decembercirculaire 2015 van het rijk neemt het gemeentefonds met 2,4 miljoen euro toe. Ruim 2 miljoen euro betreft wijzigingen in de bestaande uitkeringen (sociaal domein en vrouwenopvang), bijna 0,2 miljoen euro betreft middelen voor het Oekraine referendum en bijna 0,2 miljoen euro betreft een autonome groei en leidt tot een verwacht voordeel in 2016.
Algemene belastingen
Hogere inkomsten uit onroerend zaak belasting (OZB) leiden tot een incidenteel voordeel van 300.000 euro in 2016. Vanaf 2017 wordt dit voordeel meegenomen in het middelenkader.
Rente & treasury
Het positieve renteresultaat wordt veroorzaakt door een hogere waarde van de activa per begin 2016 dan geraamd. De rentebaten vanuit de omslagrente zijn daarom hoger dan begroot.
Onderwijsvoorzieningen: onderwijshuisvesting
Het verwachte voordeel van 335.000 euro ontstaat door incidentele afboekingen in 2015 (zie gemeenterekening 2015, paragraaf 2.4) waarmee kapitaallasten voor 2016 zijn vervallen.
Interne dienstverlening
Het verwachte voordeel van 119.000 euro bestaat uit meerdere onderdelen: Op verzekeringen wordt in 2016 een voordeel verwacht van 87.000 euro als gevolg van lagere premie en lager eigen risico. Op diverse overige materiële kosten wordt een voordeel verwacht van 290.000 euro. Personele lasten laten per saldo een nadeel van 258.000 euro zien. Dit als gevolg van nog niet ingevulde taakstellingen op personeel en inhuur personeel.
Reserve incidenteel middelenkader, onderdeel IZA
In verband met de reductie/bezuiniging op personeel is naast de reserve flankerend beleid personeel de laatste jaren ook de reserve incidenteel middelenkader (onderdeel IZA) beschikbaar. Deze gevormde reserve staat los van de reserve flankerend beleid personeel. Voor het vereenvoudigen van de administratie heeft het de voorkeur om de reserve IZA over te hevelen naar de reserve flankerend beleid personeel.
We stellen voor:
3. om 865.000 euro administratief over te hevelen van de reserve incidenteel middelenkader (onderdeel IZA) naar de reserve flankerend beleid personeel. Met de overheveling worden de middelen niet aangewend voor andere doeleinden.